Whirlpool AWM 9100/GH de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

42
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
ALVORENS DE WASMACHINE TE GEBRUIKEN
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN BEHANDELING
INSTALLATIE
43
ALVORENS DE WASMACHINE TE GEBRUIKEN
1.Verwijder de verpakking en controleer
het volgende:
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten het bereik van kinderen;
het kan een bron van gevaar vormen.
2.Verwijder de veiligheidsbeugels
De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels
om te voorkomen dat de interne onderdelen van
het apparaat beschadigen tijdens transport.
Voordat u de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u de veiligheidsbeugels te
verwijderen
(zie “Installatie/De
veiligheidsbeugels verwijderen”).
3.Installeren van de wasmachine
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond. In het geval van een meegevende
ondervloer, moet het apparaat in de hoek van
een kamer geïnstalleerd worden.
Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel en
vlak staat (zie “Installatie/De pootjes afstellen”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/De watertoevoerslang aansluiten”).
Watertoevoer: gebruik warm en koud water
Kraan: 3/4” BSP
schroefdraadaansluiting voor
slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
Temperatuur: de temperatuur van
het toegevoerde water mag
niet hoger zijn dan 60°C
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op een afvoerpijp, een
geventileerde sifon of haak deze met de
“U“-bocht aan de rand van een wasbak of
badkuip (zie “Installatie/De waterafvoerslang
aansluiten”).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd technicus en in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de elektrische
zekeringen staan op het voorpaneel achter het
deurframe.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door
middel van een stopcontact dat overeenkomstig
de geldende verordeningen geaard is. Het is
wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De
fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen
of voor letsel aan personen of dieren die/dat
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van
deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een medewerker
van de klantenservice worden vervangen.
Dit product is geschikt voor huishoudelijk en
semi-professioneel gebruik. Een garantieduur
van 24 maanden geldt voor de onderdelen en de
werking bij normaal gebruik.
Semi-professioneel gebruik is gedefinieerd als
gebruik in kleine tot middelgrote ondernemingen
zoals verzorgingstehuizen, kappers,
opvanghuizen, cafés, kosthuizen, sportclubs,
dierenartsen en stalhouders enz.
In grotere ondernemingen is wellicht het gebruik
van een volledig commercieel model
noodzakelijk. Neem dit altijd op met uw
leverancier; deze kan u adviseren over een
geschikt product voor uw onderneming.
Zowel modellen voor intensief gebruik als
semi-professionele modellen zijn in
overeenstemming met de UK Care Standard Act
2000 (CSA) Standard 26.
De garantie is niet geldig indien het product niet
is gebruikt volgens deze richtlijnen.
44
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en is
voorzien van het recyclingsymbool . Houd u
aan de plaatselijke voorschriften bij het
weggooien van het verpakkingsmateriaal.
2.De verpakking en oude apparaten als
afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet als afval
worden verwerkt overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Haal de stekker uit het stopcontact en snijd de
elektriciteitskabel door zodat het apparaat niet
meer kan worden aangesloten.
Ook moeten wasmiddelresten worden
verwijderd uit het doseerbakje, de trommel, de
afvoerslang en de pomp voordat u de
wasmachine afdankt. Deze wasmiddelresten
zouden anders tijdens het
afvalverwerkingsproces in het grondwater
terecht kunnen komen en dit kunnen vervuilen.
3.Veiligheid
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
jonge kinderen of mindervaliden zonder
supervisie. Jonge kinderen moeten onder
supervisie staan om ervoor te zorgen dat ze niet
met het apparaat spelen.
4.Algemene adviezen
Laat het apparaat nooit ingeschakeld als dat niet
nodig is. Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de
wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de deur niet bij het openen.
Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden
door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden
vervangen door een bevoegd technicus.
5.EG-conformiteitsverklaring
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van EG-richtlijnen:
73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn
93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kranen open.
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Start”
-knop.
45
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Servicesticker (op het voorpaneel
achter het deurframe)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de
deur
Trek aan de handgreep om de deur
te openen
Sluit de deur door hem stevig dicht
te duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Verstelbare pootjes
Deurvergrendeling
Na iedere start van een programma wordt de deur vergrendeld en wordt er ca. 0,5 l water toegevoerd.
De deur wordt gedurende een paar seconden ontgrendeld en vervolgens vergrendeld tot het einde van
het programma. De deur kan niet tijdens alle fasen van het wasprogramma geopend worden, b.v.
wanneer het water zeer heet is of wanneer de machine centrifugeert. Als u deur om dringende redenen
toch wilt openen, trek dan niet de stekker uit het stopcontact, maar druk tweemaal op de
“Pauze/Annuleren”-knop. Het water wordt dan afgepompt en vervolgens kan de deur worden geopend.
Een kledingstuk toevoegen
Na de start van het programma en wanneer het lampje “Linnen toevoegen“ nog aan is, kunt u nog kledingstukken
toevoegen. Druk eenmaal op de “Pauze/Annuleren”-knop. Na een paar seconden wordt de deur ontgrendeld en
kunt u het kledingstuk toevoegen. Sluit de deur en druk nogmaals op de “Start”-knop. Het programma wordt
hervat vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
Bediening vergrendelen
U kunt voorkomen dat anderen de machine aanzetten door de bediening uit te schakelen. Hiertoe houdt
u de “Afpompen/Centrif.”-knop 3 seconden ingedrukt. Het indicatielampje “Bediening vergrendeld” gaat
branden. Om de vergrendeling uit te schakelen, houdt u de “Afpompen/Centrif.”-knop nogmaals 3
seconden ingedrukt.
Schroef voor kinderbeveiliging (aan de binnenkant van de deur)
De kinderbeveiliging activeren
1.
Open de deur.
2.
Draai de plastic schroef onder de handgreep met behulp van een munt of het inzetstuk van het
wasmiddelbakje ongeveer 180°. De schroef steekt nu wat uit, waardoor de deur niet gesloten kan worden.
De kinderbeveiliging deactiveren
1.
Draai de schroef in de oorspronkelijke positie met behulp van een munt of het inzetstuk van het
wasmiddelbakje.
De deur kan nu gesloten worden.
2
3
1
7
7
6
5
4
46
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten
gebruiken
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot deze
niet verder kan.
Voeg het wasmiddel toe:
Bakje
Wasmiddel voor de voorwas
Bakje
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddel
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Wanneer u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, zet u het
inzetstuk in de voorste sleuf , en wanneer u
waspoeder gebruikt in de achterste sleuf . (Zie
markering).
Bakje
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Voeg wasverzachter en conditioners niet verder dan tot aan het
merkteken “Max” toe.
Bakje
Vloeibaar chloorbleekmiddel
Voeg het vloeibare chloorbleekmiddel niet verder dan tot het merkteken
“Max” toe.
Gebruik dit bakje alleen als de kolom “Bleken” weergegeven wordt
op de bijgeleverde programmatabel.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Waspoeder-
gebruik de
achterste sleuf
Vloeibaar wasmiddel-
gebruik de voorste
sleuf
Inzetstuk
wasmiddellade
Inzetstuk
wasmiddellade
47
Opmerkingen:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Als u ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen gebruikt, let er dan op dat ze geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, wasbenzine enz.)
Was textiel dat behandeld is met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen niet in de wasmachine.
Ga voorzichtig te werk met vlekkenverwijderaars. Veel vlekkenverwijderaars en reinigingsmiddelen die
momenteel verkrijgbaar zijn, zijn erg agressief en kunnen een chemische reactie teweegbrengen en
schade toebrengen aan de kunststof onderdelen van uw wasmachine. Als u een vlekkenverwijderaar
wilt gebruiken, breng deze dan altijd op de kleding aan in een ruimte op enige afstand van uw
wasmachine om schade te voorkomen.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas“ voor programma’s die deze extra
functie hebben. Gebruik in dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan
het teken “MAX”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst u
dit rechtstreeks in de trommel.
Als u een gelwasmiddel gebruikt, zet het inzetstuk dan op de positie voor waspoeder.
Als u de functie Startselectie gebruikt, gebruik dan alleen waspoeder. Vloeibare wasmiddelen kunnen
doorlopen voordat het programma is gestart.
Als u poederstijfsel gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1.
Was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2.
Meng het poeder met wat water in een kopje.
3.
Stel het programma “Spoelen en Centrifugeren” in, verlaag de centrifugeersnelheid tot Gemiddeld
en start het programma.
4.
Trek de wasmiddellade naar buiten tot u ongeveer 3 cm van het bakje kunt zien.
5.
Giet terwijl het water in de wasmiddellade stroomt, de stijfseloplossing in het bakje .
6.
Als er op het eind van het programma stijfselresten in de wasmiddellade zitten, reinig deze dan
indien nodig (zie “Onderhoud en reiniging”).
Raadpleeg tevens de informatie van de fabrikant van het stijfsel.
48
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Reinigen met een neutraal reinigingsmiddel
(gebruik geen schuurmiddelen of
oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Deurafdichting
Reinig deze af en toe met een vochtige doek.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichtingen.
Doseerbakje wasmiddel
1.
Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en trek het
bakje eruit.
2.
Verwijder de inzetstukken uit het doseerbakje.
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Plaats de losse delen terug in het doseerbakje en schuif het terug
in de opening.
Controleer en reinig de vuilfilters in de
wateraansluiting regelmatig.
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Reinig het vuilfilter in de wasmachine.
7.
Schroef de toevoerslang weer vast aan de machine.
8.
Draai de kraan open en controleer of de aansluitingen niet lekken.
Ontgrendelings-
hendel
49
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidssystemen die storingen in het
beginstadium herkennen en signaleren en daar op
adequate manier op reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
Het apparaat start niet; er gaat geen
lampje branden.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan);
er een goede programmakeuze is gemaakt.
Het apparaat start niet, maar het lampje
van het geselecteerde programma knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(schroef van de kinderbeveiliging);
open de deur en sluit deze weer.
Het apparaat stopt tijdens het programma
en het resttijddisplay knippert.
Controleer of:
er een ander programma is geselecteerd.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de
“Start”
-knop; voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma;
het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is.
Zie de storingsbeschrijving.
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
worden niet opgenomen.
Controleer of:
de inzetstukken van de wasmiddellade verkeerd
geplaatst zijn (zie “Onderhoud en reiniging”);
er genoeg water wordt toegevoerd. de vuilfilters
in de wateraansluiting verstopt zijn (zie
“Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier
de pootjes (zie “Installatie”);
de veiligheidsbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in gebruik neemt moet u de
veiligheidsbeugels verwijderen (zie “Installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans
is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de
machine wast (badmat, badjas e.d.), is het mogelijk
dat dit systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om
het apparaat te beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs onderbreekt, als de lading
ook na verschillende startpogingen te zeer uit
evenwicht blijft.
Als het wasgoed op het eind van het programma
nog te nat is, voeg dan andere stukken wasgoed
toe en herhaal de centrifugeercyclus.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt.
Controleer of de centrifugeersnelheid is verlaagd
tot “Niet centrifugeren”.
De resterende programmatijd die op het
display weergegeven wordt (indien
beschikbaar) “springt” plotseling met een
paar minuten op of neer, of de eerder
weergegeven programmatijd wordt met enige
tijd verlengd/verkort:
Dit is een normale eigenschap van de wasmachine om
zich aan factoren aan te passen waar de tijdsduur van
het wasprogramma invloed op kan hebben, b.v.:
overvloedige schuimvorming
belading uit balans door enkele zware stukken
wasgoed
verlengde verwarmingstijd door een
verminderde afgifte van warm water
Door deze invloeden wordt de programmatijd
opnieuw berekend en, indien nodig, aangepast.
Bovendien bepaalt de wasmachine de lading tijdens
het vullen en, indien nodig, past de machine de
weergave van de oorspronkelijke programmering aan.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en verschillende foutcodes op het display van het bedieningspaneel
(indien aanwezig) geven de storingsbron aan.
Tabel omschrijvingen storingen
Digitaal display Omschrijving storing
“FH” “Storing in de watertoevoer”
“F02” “Storing in de afvoer”
van “F4” tot “F21” “Storing in de elektrische onderdelen”
“SUD” “Schuimroutine”
50
a.Storing in de watertoevoer (geen water of
onvoldoende waterdruk)
Op het digitale display verschijnt “FH”. Schakel
het apparaat uit door op de
“Pauze/Annuleren”-knop te drukken en trek de
stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan open is en de watertoevoerdruk
voldoende is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
het vuilfilter tussen de kraan en de slang schoon
is (zie “Onderhoud en reiniging” / “Vuilfilters
wateraansluiting”);
de watertoevoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk nogmaals op de
“Start”
-knop om door te
gaan met het programma (voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma)
Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
b.Storing in de afvoer
Op het digitale display verschijnt “F02”. Druk
tweemaal op de “Pauze/Annuleren”-knop om het
wasprogramma te annuleren. Haal de stekker uit
het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie “Installatie”);
het water in de afvoerslang bevroren is;
de afvoerslang verstopt is;
de afvoerslang zich meer dan 1,25 m boven de vloer
bevindt.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk nogmaals op de
“Start”
-knop om door te
gaan met het programma (voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma).
Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
c. Storing elektrische module
Op het digitale display verschijnt “F4” tot “F21”.
Druk tweemaal op de “Pauze/Annuleren”-knop
en selecteer “Afpompen/Centrifugeren” als er te
veel water in het apparaat is. Selecteer het
gewenste programma en druk op de
“Start”-knop.
Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
d.Schuimroutine
Wanneer er overmatige schuimvorming
gedetecteerd wordt, wordt er automatisch een
schuimroutine gestart. Deze routine verwijdert
extra schuim en zorgt ervoor dat uw wasgoed
goed gespoeld wordt. “SUD” (schuim) wordt
weergegeven tijdens het spoelen en op het eind
van het wasprogramma, om u te informeren dat
de “Schuimroutine” is geactiveerd.
Voeg minder wasmiddel toe om overmatige
schuimvorming te vermijden. Gebruik altijd een
wasmiddel met weinig schuimvorming.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen
(zie “Het opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren of
het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, belt u
de klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Het nummer van het apparaat en het model.
Het servicenummer (achter het woord ‘SERVICE’).
De servicesticker bevindt zich op het
voorpaneel achter het deurframe.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer. Het
telefoonnummer en adres van de Klantenservice
staan vermeld op het garantiebewijs, of neem
contact op met uw leverancier.
TRANSPORT EN BEHANDELING
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los van de aansluiting.
4.
Laat de toevoer- en afvoerslang helemaal leeglopen.
5.
Monteer altijd de veiligheidsbeugels (zie “Installatie/De veiligheidsbeugels verwijderen”).
51
INSTALLATIE
De veiligheidsbeugels verwijderen
1.
Draai met de bijgeleverde sleutel de vier schroeven
losser (
afbeelding A
). Open de plastic lus rond het
netsnoer.
Snijd de lus niet door.
2.
Draai de schroeven met de hand los.
3.
Houd de schroefkop vast en verwijder elke schroef
inclusief kunststof afstandstuk via de brede zijde van het gat
(
afbeelding B
).
4.
Sluit de gaten die zo ontstaan af met de bijgeleverde plastic
doppen. Steek de doppen in het breedste deel van het gat
in de richting van de pijl en duw ze in de nauwere groef tot
ze op hun plaats klikken (
afbeelding C
).
5.Bewaar de veiligheidsbeugels en kunststof
afstandstukken.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten
de veiligheidsbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic doppen met een schroevendraaier,
schuif ze tegen de richting van de pijl in en verwijder ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels met de kunststof
afstandstukken door de hierboven beschreven stappen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
afbeelding A
afbeelding B
afbeelding C
52
De pootjes afstellen
Kleine ongelijkheden van de vloer kunnen gecompenseerd
worden door de vier pootjes van het apparaat naar boven
of naar beneden te schroeven (gebruik nooit stukjes hout,
karton of iets dergelijks):
1.
De wasmachine moet van kant naar kant en van voor
naar achter horizontaal geïnstalleerd worden. Gebruik
een waterpas om dit te controleren.
2.
Draai de borgmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
3.
Stel de hoogte van de pootjes met de hand in.
4.
Draai de borgmoer tegen de klok in vast aan de
wasmachine.
Als het apparaat op een houten vloer geïnstalleerd moet
worden, zet het dan op een hardboard plaat van 70 x 80
cm en tenminste 3 cm dik om het gewicht van het apparaat
te verdelen.
Schroef de hardboard plaat vast aan de vloer.
53
De watertoevoerslangen aansluiten
Voer de aansluiting op de watertoevoer uit met behulp van de
nieuwe slangenset.
Oude slangensets mogen niet worden hergebruikt.
Sluit de slangen bij voorkeur met de hand aan. Draai ze niet te
vast aan.
1.
Bevestig de watertoevoerslang met de rode streep aan de rode
klep van de wasmachine en aan de warmwaterkraan.
2.
Bevestig de watertoevoerslang met de blauwe streep aan de
witte klep van de wasmachine en aan de koudwaterkraan.
3.
Let erop dat er geen knikken in de slangen zitten.
4.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat
niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Zorg ervoor dat:
A)
De aansluitingen niet lekken, maar draai ze niet te vast met
gereedschap.
B)
U de posities niet omdraait (bijvoorbeeld:
koudwatertoevoer in de warmwatertoevoerklep en
omgekeerd).
Het apparaat
mag niet
worden aangesloten op een
mengkraan of een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De wasmachine kan aangesloten worden zonder een
terugstroomklep.
Controleer de watertoevoerslangen geregeld op barsten of
scheuren en vervang ze indien nodig door een nieuwe slang
van hetzelfde type (verkrijgbaar bij de klantenservice of een
gespecialiseerde dealer).
Koppel bij beschadiging van de slang de wasmachine
onmiddellijk los van het elektriciteitsnet.
Vervang de slang door een geschikte temperatuur- en
drukresistente slang (minimaal 10 bar - EN 61770
goedgekeurd type).
Sluit de nieuwe slang zorgvuldig aan op de wasmachine en de
kraan.
De waterafvoerslang aansluiten
1.
Sluit de afvoerslang aan op een afvoerpijp, een geventileerde sifon of haak deze met de “U”-bocht aan
de rand van een wasbak.
2.
Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Zet de slang vast zodat deze niet kan vallen wanneer de wasmachine draait.
Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan een slang van hetzelfde type. Maak de
aansluitingen stevig vast met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Min. afvoerhoogte: 0,76 m
B
Koudwatertoevoer
Warmwatertoevoer
Witte toevoerklep
Rode toevoerklep
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Whirlpool AWM 9100/GH de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor