29
WAARSCHUWING: Om per ongeluk starten en
mogelijk ernstig persoonlijk letsel te voorkomen, trekt u
altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
voordat u probeert de stang te draaien.
7. DE NYLONDRAADSPOEL
VERVANGEN
Uw strimmer is uitgerust met een wegwerp-type
nylondraadspoel zodat het lastige opwikkelen van de
nylondraad op de draadspoel niet meer nodig is.
Om een lege nylondraadspoel te vervangen, gaat u als
volgt te werk:
1. Druk beide vergrendelnokken op de spoelhouder in
zodat de lege draadspoel omhoog komt uit de
spoelhouder (zie afb. 12) en verwijder de lege
draadspoel (zie afb. 13).
2. Haal de veer en de spoelkap van de lege draadspoel
af en breng deze aan op de nieuwe draadspoel. Steek
vervolgens de nylondraden van de nieuwe draadspoel
door de oogjes in de zijkant van de spoelkap. (zie
afb. 14)
3. Plaats de nieuwe draadspoel in de spoelhouder en
druk de spoelkap omlaag tot deze door de
vergrendelnokken op zijn plaats wordt vergrendeld.
(zie afb. 15)
8. DE NYLONDRAAD BIJVULLEN
Om de nylondraad bij te vullen gaat u als volgt te werk:
1. Trek de stekker van het netsnoer van het
gereedschap uit het stopcontact.
2. Verwijder de lege draadspoel. (zie afb. 12 en 13)
3. Snij een nieuwe nylondraad af op korter dan 8 meter
en vouw deze in het midden dubbel.
4. Haak het midden van de nieuwe nylondraad in de
inkeping in het midden van de draadspoel tussen de
2 kanalen waarin de nylondraad moet worden
opgewikkeld. De pijl op de draadspoel geeft de
richting aan waarin de nylondraad moet worden
opgewikkeld. (zie afb. 16)
5. Wikkel een helft van de nylondraad op regelmatige
wijze rond het A-gedeelte (10) van de draadspoel.
Zorg ervoor dat u de nylondraad strak en geordend
opwikkelt zodat het oppervlak van de wikkelingen vlak
is. (zie afb. 17)
6. Wikkel op 100 mm na de hele nylondraad op de
draadspoel, en klem het uiteinde tijdelijk vast in een
draadhouder (12) in de zijrand van de draadspoel. (zie
afb. 18)
7. Wikkel op dezelfde manier de andere helft van de
nylondraad op het B-gedeelte (11) van de draadspoel
en klem ook dat uiteinde tijdelijk vast in een
draadhouder. (zie afb. 17 en 19)
8. Bevestig de draadspoel zodanig op de spoelkap dat
de tijdelijk vastgeklemde uiteinden van de nylondraad
(13) samenvallen met de oogjes (14) in de zijkant van
de spoelkap (15). (zie afb. 20)
9. Maak de uiteinden van de nylondraad los uit hun
tijdelijke positie in de draadhouders en steek ze in de
oogjes in de zijkant van de spoelkap. (zie afb. 21)
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de spoelkap
goed wordt bevestigd aan de spoelhouder. Als de
spoelkap niet goed wordt bevestigd, kunnen tijdens
gebruik de onderdelen in het rond vliegen en ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken.
10. Zorg ervoor dat de veer op zijn plaats zit. Duw de
spoelkap (15) op de spoelhouder (16). Controleer of
de vergrendelnokken zich volledig spreiden in de
openingen in de spoelkap. (zie afb. 14, 15 en 22)
11. Druk de stootknop (18) in en trek één uiteinde van de
nylondraad naar buiten. Controleer dat de nylondraad
naar buiten is gevoerd. (zie afb. 22 en 23)
12. Trek tenslotte ook het andere uiteinde van de
nylondraad naar buiten zonder de stootknop in te
drukken. Controleer dat de nylondraad naar buiten is
gevoerd.
9. DE NYLONDRAAD
AANVOEREN
Een korte of gesleten nylondraad maait minder efficiënt.
Om de werking te verbeteren, tikt u met de stootknop op
de grond terwijl de strimmer op volle snelheid draait.
Hierdoor wordt de nylondraad automatisch aangevoerd.
Het mesje (17) in de veiligheidskap zal tijdens gebruik
automatisch de nylondraad op de juiste lengte afsnijden.
(zie afb. 22 en 24)
OPMERKING: Als de nylondraden tegen harde
of schurende voorwerpen komt, zoals palen, beton of
stenen verborgen in het lange gras, kan de nylondraad
afbreken. Als de nylondraad is afgebroken, volgt u de
aanvoerprocedure.
10. AANWIJZINGEN VOOR
GEBRUIK
Schakel de strimmer in voordat deze het te maaien gras
raakt.
Maai het gras door de strimmer van rechts naar links te
bewegen en langzaam vooruit te gaan, waarbij u de
strimmer onder een hoek van 30° houdt. Hoog gras moet
in lagen worden gemaaid, beginnend aan de bovenkant.
Maai per keer een geringe lengte.
Maai geen vochtig of nat gras.
Voorkom dat de nylondraad snel verslijt door harde
voorwerpen te raken (stenen, muren, palen, enz.) Gebruik
de rand van de veiligheidskap om de strimmer op een
veilige afstand te houden.
WAARSCHUWING: Gebruik geen buitensporige
kracht wanneer u de stootknop op de grond stoot om
nieuwe nylondraad aan te voeren. Als de nylondraad niet
wordt aangevoerd nadat bij ingeschakelde strimmer de
stootknop op de grond is gestoten, is mogelijk de
nylondraad verstrikt of gebroken binnenin de draadspoel,
of is de nylondraad opgebruikt.
OPMERKING: Door buitensporige kracht te gebruiken
wanneer de stootknop op de grond wordt gestoten om