GGP ITALY EL 390R Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

5
3. Herstellungsjahr
4. Typ des Rasenmähers
5. Kennummer
6. Name und Anschrift des Herstellers
7. Spannung und Netzfrequenz
Tragen Sie sofort nach dem Kauf der Maschine die Kennnummern (3 - 5 -
6) in die entsprechenden Felder auf der letzten Seite des Handbuchs ein.
11. Fahrgestell 12. Motor 13. Schneidwerkzeug (Messer) 14.
Prallblech 15. Grasfangeinrichtung 16. Griff 17. Betätigung des Schalters
18. Halter des elektrischen Kabels
Werfen Sie Elektrowerkzeuge nicht in den Hausmüll! Gemäss
Europäischer Richtlinie 2002/96/EG über Elektro- und Elektronik-
Altgeräte und Umsetzung in nationales Recht müssen verbrauchte
Elektrowerkzeuge getrennt gesammelt und einer umweltgerechten
Wiederververtung zugeführt werden. Werden die Geräte in einer
Mülldeponie oder im Boden entsorgt, können die Schadstoffe das
Grundwasser erreichen und in die Lebensmittelkette erlangen, und so
unserer Gesundheit und unserem Wohlbefinden schaden. Wenden Sie sich
für weitergehende Informationen zur Entsorgung dieses Produkts an die
verantwortliche Einrichtung für die Entsorgung von Hausmüll, oder an Ihren
Händler.
BESCHREIBUNG DER SYMBOLE AN DEN STEUERHEBELN (wo vor-
gesehen)
21. Stop 22. Ein
SICHERHEITSVORSCHRIFTEN - Bitte seien Sie bei der Benutzung Ihres
Rasenmähers vorsichtig. Aus diesem Grund haben wir am Gerät Symbole
angebracht, die Sie auf die wichtigsten Vorsichtsmaßnahmen hinweisen.
Die Bedeutung der Symbole ist nachstehend erklärt. Wir weisen auch
noch einmal ausdrücklich auf die Sicherheitsanweisungen hin, die Sie in
dem entsprechenden Kapitel der Bedienungsanleitung finden.
31. Achtung: Vor dem Gebrauch des Rasenmähers lesen Sie die
Gebrauchsanweisungen
32. Auswurfrisiko. Während des Gebrauchs, halten Sie Dritte von der
Arbeitszone entfernt.
33. Achten Sie auf die scharfen Messer: Den Netzstecker ausziehen
bevor man mit der Wartung beginnt oder wenn das Kabel beschädigt
ist.
34. Achtung: Anschlußkabel von den Schneidwerkzeugen fernhalten.
ETICHETTA DI IDENTIFICAZIONE E COMPONENTI DELLA MACCHINA
1. Livello potenza acustica secondo la direttiva 2000/14/CE
2. Marchio di conformità secondo la direttiva 98/37/CEE
3. Anno di fabbricazione
4. Tipo di rasaerba
5. Numero di matricola
6. Nome e indirizzo del Costruttore
7. Tensione e frequenza di alimentazione
Immediatamente dopo l’acquisto della macchina, trascrivere i numeri di
identificazione (3 - 5 - 6) negli appositi spazi sull’ultima pagina del manua-
le.
11. Chassis 12. Motore 13. Coltello (Lama) 14. Parasassi 15. Sacco di
raccolta 16. Manico 17. Comando interruttore 18. Aggancio cavo elet-
trico
Non gettare le apparecchiature elettriche tra i rifiuti domestici.
Secondo la Direttiva Europea 2002/96/CE sui rifiuti di apparecchia-
ture elettriche ed elettroniche e la sua attuazione in conformità alle
norme nazionali, le apparecchiature elettriche esauste devono essere rac-
colte separatamente, al fine di essere reimpiegate in modo eco-compatibi-
le. Se le apparecchiature elettriche vengono smaltite in una discarica o nel
terreno, le sostanze nocive possono raggiungere la falda acquifera ed
entrare nella catena alimentare, danneggiando la vostra salute e benesse-
re. Per informazioni più approfondite sullo smaltimento di questo prodotto,
contattare l’Ente competente per lo smaltimento dei rifiuti domestici o il
vostro Rivenditore.
IT
DESCRIZIONE DEI SIMBOLI RIPORTATI SUI COMANDI (dove previsti)
21. Arresto 22. Marcia
PRESCRIZIONI DI SICUREZZA - Il vostro rasaerba deve essere utilizzato
con prudenza. A tale scopo, sulla macchina sono stati posti dei pittogram-
mi, destinati a ricordarvi le principali precauzioni d’uso. Il loro significato è
spiegato qui di seguito. Vi raccomandiamo inoltre di leggere attentamente
le norme di sicurezza riportate nell’apposito capitolo del presente libretto.
31. Attenzione: Leggere il libretto di istruzioni prima di usare la macchina.
32. Rischio di espulsione. Tenere le persone al di fuori dell’area di lavoro,
durante l’uso.
33. Attenzione alle lame taglienti: Togliere la spina dall’alimentazione
prima di procedere alla manutenzione o se il cavo è danneggiato.
34. Attenzione: tenere il cavo di alimentazione lontano dalla lama.
IDENTIFICATIELABEL EN ONDERDELEN VAN DE MACHINE
1. Niveau van de geluidssterke volgens de richtlijn 2000/14/CE
2. EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EG
3. Productiejaar
4. Type grasmaaier
5. Serienummer
6. Naam en adres van de Fabrikant
7. Voedingsspanning en –frequentie
Onmiddellijk na aankoop van de machine worden de identificatienummers
(3 - 5 - 6) genoteerd in de daartoe bestemde ruimten op de laatste pagina
van de handleiding.
11. Chassis 12. Motor 13. Mes (maaiblad) 14. Deflector 15.
Opvangzak 16. Handgreep 17. Bedieningsschakelaar 18. Haak vor elek-
trische kabel
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens de
Europese richtlijn 2002/96/EG inzake oude elektrische en elektroni-
sche apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wet-
geving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden inge-
zameld en te worden afgevoerd naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de
geldende milieu-eisen. Indien de elektrische apparatuur afgedankt wordt
op een afvalpark of in de ondergrond, kunnen de schadelijke stoffen de
waterlaag bereiken en in de voedingsketen terecht komen, met nadelige
gevolgen voor uw gezondheid en welzijn. Voor meer informatie over de
afdanking van dit product, contacteer de instantie die bevoegd is voor de
verwerking van het huishoudelijk afval of uw raadpleeg uw Verkoper.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN AANGEGEVEN OP DE BEDIENIN-
GEN (indien voorzien)
21. Stilstand 22. Versnelling
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Gebruik uw grasmaaier met de nodige
voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw maaier voorzien
van een reeks van pictogrammen die wijzen op de belangrijkste gebruiks-
voorschriften.
Hun betekenis is hieronder weergegeven. Wij raden u met klem aan om ook
de veiligheidsvoorschriften in het volgende hoofdstuk van deze handleiding
door te lezen.
31. Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzingen vóórdat u deze maaier
gebruikt.
32. Gevaar voor wegschietende voorwerpen. Houd andere personen uit
de buurt tijdens het gebruik van deze maaier
33. Opgelet voor op de scherpe messen: haal de stekker uit het stop-
contact vóór elke onderhoudsbeurt en indien de voedingskabel
beschadigd werd.
34. Waarschuwing: houd de voedingskabel uit de buurt van het maaiblad.
NL
22
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VÓÓR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOORLEZEN
1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd
raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de
juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen.
2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is
bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en het opvangen van gras.
Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt en dat niet in de
gebruiksaanwijzingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toebren-
gen aan personen en/of voorwerpen.
3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen heb-
ben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk
gereglementeerd zijn.
4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
– als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn;
– als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw
reactievermogen kunnen verminderen.
5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendom-
men kunnen overkomen.
1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek
te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open
sandalen.
2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles
wat door de machine kan worden uitgestoten of de snijgroep en de motor
zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).
3) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal even te controleren,
met name de toestand van de messen en de staat en slijtage van de schroe-
ven en messen of het messysteem niet versleten of beschadigd zijn.
De beschadigde of versleten messen en schroeven dienen in één geheel
vervangen te worden om de balans in stand te houden.
4) Vóórdat u begint te maaien dient u de beveiligingen te monteren (zak
of deflector).
5) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet met elkaar in aan-
raking komen:
– u dient de elektrische snoeren met droge handen vast te pakken en aan
te sluiten;
– leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer nooit op een natte plek
(in een plas water of op nat gras);
– de elektrische snoeren en de stekkers moeten waterdicht zijn. Gebruik
enkel verlengsnoeren waarvan de stekker volkomen waterdicht en goedge-
keurd is, die normaal in de handel verkrijgbaar zijn.
– Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalschakelaar (RCD –
Residual Current Device) met een ontzekeringsstroom van max. 30 mA.
6) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit zijn, d.w.z. niet min-
der dan het type H05RN-F of H05VV-F, met een minimale doorsnede van
1,5 mm
2
en een maximaal aangewezen lengte van 25 m.
7) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de haak te koppelen.
8) De permanente aansluiting van een elektrisch apparaat op het elek-
triciteitsnet in het gebouw dient door een vakbekwaam electricien
gedaan worden, die daarbij de van toepassing zijnde veiligheidsvoor-
schriften dient na te leven. Indien het apparaat niet goed aangesloten
wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
2) Het gras niet maaien als het gras nat is of als het regent.
3) Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer heen rijden.
Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat het snoer achter de
grasmaaier sleept en steeds aan de kant waar het gras reeds gemaaid is. De
haak vor de kabel gebruiken zoals aangegeven in bijgaande gebruiksaan-
wijzing om te vermijden dat het snoer per ongeluk losschiet. Eveneens con-
troleren of de trekontlasting goed gemonteerd is zonder het stopcontact te
forceren.
4) De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektrische snoer te
trekken en nooit aan het snoer trekken om het snoer uit het stopcon-
tact te halen. Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie, oplos-
middelen of scherpe voorwerpen brengen.
5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpunten hebt.
6) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de
grasmaaier;
7) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar bene-
den.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
B) VOOR HET GEBRUIK
A) VOORBEREIDING
NL
8) Pas goed op als u op een helling van richting verandert;
9) Niet maaien op bijzonder steile hellingen.
10) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt;
11) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet worden,
of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als
de grasmaaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient u het mes
vast te zetten.
12) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen
beschadigd zijn, of zonder de grasopvangbak of deflector.
13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de
wielaandrijving uit te schakelen.
14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten
uit de buurt van het mes.
15) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te zetten, tenzij dit niet
anders kan. In dergelijk geval wordt alleen het deel opgetild dat zich het
verst van de gebruiker bevindt. Zorg ervoor dat beide handen zich in de wer-
kingspositie bevinden, alvorens de grasmaaier te laten zakken.
16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de
draaiende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor
draait.
18) De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppelen:
– vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u
het uitwerpkanaal leegt;
– vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of ermee werkt;
– nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de gras-
maaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier
opnieuw gebruikt;
– als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen, probeert u
onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen.
– iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;
– tijdens het verplaatsen van de grasmaaier.
19) Schakel de motor uit:
– iedere keer als u de grasopvangbak verwijdert of opnieuw aanbrengt;
– vóórdat u de maaihoogte afstelt.
20) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het roteren-
de mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de handgreep.
1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te
zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regel-
matig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier
veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven.
2) Om het gevaar van brand tot een minimum te beperken, dient u restanten
gras, bladeren of te veel vet van de grasmaaier en met name de motor, te
verwijderen. Geen bakken met gemaaid gras in een afgesloten ruimte laten
staan.
3) Controleer de deflector en de opvangbak regelmatig op slijtage en
beschadigingen.
4) De elektrische snoeren regelmatig controleren en als de snoeren niet
meer in goede staat verkeren of als de isolatie beschadigd is dient u de
snoeren te vervangen. Pak een elektrisch snoer dat onder stroom staat
nooit vast als het snoer niet goed geïsoleerd is. Het snoer eerst uit het stop-
contact halen vóórdat u welke handeling dan ook wilt verrichten.
5) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw mon-
teert.
6) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het
mes geslepen is. Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in
balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbepaalde
vaardigheid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veiligheidsover-
wegingen, dienen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een
gespecialiseerd servicecentrum.
7) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met een ver-
sleten of een beschadigd snoer of met onderdelen die versleten of
beschadigd zijn. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd
worden. Altijd originele onderdelen gebruiken (de messen moeten altijd
gemerkt zijn met het teken ). Onderdelen van andere kwaliteit kun-
nen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebrui-
ker.
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld
moet worden, is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, rekening
houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
- doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de
machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of
de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
23
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
OPMERKING – De machine kan geleverd worden met
enkele reeds gemonteerde elementen.
Breng het voorgemonteerde bovenste deel van de
steel (1) in de werkpositie en blokkeer die met de handgre-
pen (2).
De ringen (3) van de handgrepen (2) moeten op dusdanige
manier vastgeschroefd worden dat het bovenste deel (1)
stabiel bevestigd is aan de twee onderste delen van de
steel (4 en 5), zonder dat een te groot kracht gebruikt moet
worden om ze te blokkeren of vrij te geven.
Door de knoppen (6) los te draaien is het mogelijk de hoog-
te van de steel te regelen; na de regeling moeten de knop-
pen (6) goed weer vastgedraaid worden.
Maak het elektrisch snoer vast met behulp van de riempjes
(7-indien voorzien) om de verstelling in de hoogte van de
steel mogelijk te maken, zonder dat de kabel gespannen
wordt.
De correcte positie van de haak van de kabel (8) is aange-
duid.
Als de machine van een zak van zeildoek is voor-
zien dient u het doek (1) in de zak (2) te doen en alle plastic
profielen (3) met behulp van een schroevedraaier vast te
maken, zoals blijkt uit de afbeelding.
In geval van een zak in plastic en zeildoek: Met
het omgekeerd plastic gedeelte (11) het frame (12) vast-
hechten aan het plastic gedeelte middels de schroeven
(13).
Het frame (12) in de zak (14) invoeren en alle plastic profie-
len (15), aanhaken met behulp van een schroevendraaier,
zoals op de figuur wordt aangeduid.
De omtrekboord (16) van het zeildoek tot op het einde toe
invoeren in de gleuf van het plastic gedeelte (11) vertrek-
kend 5-7 mm van de uiteinden.
Monteer het handvat (17) op het bovenste gedeelte van de
zak, door het vast te klikken in zijn zitting.
De motor wordt ingeschakeld door middel van een
schakelaar die alleen op twee manieren in werking gesteld
kan worden, om te vermijden dat de grasmaaimachine per
ongeluk vanzelf ingeschakeld wordt.
Om de motor in te schakelen dient u op de knop (2) te
drukken en aan de hendel (1) te trekken. De motor slaat
vanzelf af als u de hendel (1) los laat.
U kunt de hoogte afstellen met behulp van de hen-
del (1).
U MAG DIT ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT.
Uw grasmaaier is voorzien van een telescopisch
systeem om de steel op dusdanige manier te regelen dat
de handgreep en de bedieningen zich op een optimale
hoogte bevinden ten opzichte van de lichaamslengte van
de bediener.
De regeling wordt uitgevoerd door de knoppen (1) los te
draaien en de handgreep van de steel (2) te duwen of eraan
2.3
2.2
2.1
2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
1.2b
1.2a
1.1
1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN
NL
te trekken tot de gewenste positie bereikt werd; na de rege-
ling worden de knoppen (1) goed weer vastgedraaid.
De deflector optillen en de harde zak (1) of de zak
van zeildoek (2) vasthaken zoals blijkt uit de betreffende
afbeeldingen.
Haak het verlengsnoer correct vast zoals aangege-
ven. De motor starten door op de veiligheidsknop (2) te
drukken en door aan de bedieningshendel (1) te trekken.
Tijdens het maaien dient u ervoor te zorgen dat het
elektrisch snoer zich altijd achter u bevindt en aan die zijde
van het gazon die reeds gemaaid is.
Het gazon zal er mooier uitzien als u het gras steeds op
dezelfde hoogte maait en in afwisselende richting.
Als u klaar bent met het maaien, laat dan de bedie-
ningshendel (1) los. Vervolgens EERST de stekker uit het
stopcontact (2) nemen en DAARNA het snoer van de scha-
kelaar van de grasmaaimachine (3) loskoppelen.
WACHTEN TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóór-
dat u welke ingreep dan ook verricht.
BELANGRIJKE OPMERKING
Als de motor door oververhitting tijdens het maaien afslaat,
dient u 5 minuten te wachten vóórdat u de machine
opnieuw kunt aanzetten.
BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onder-
houd is van wezenlijk belang om de veiligheid en oor-
spronkelijke prestaties van de machine in stand te hou-
den.
De grasmaaier op een droge plaats bewaren.
1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging,
onderhoudsbeurt of afstelling van de machine.
2) Na elk gebruik gras en modder die zich opgehoopt heb-
ben aan de binnenkant van het chassis verwijderen, om
te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machi-
ne de daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt.
3) Zorg ervoor dat de luchtinlaten altijd schoon en vrij zijn.
Elke handeling aan het mes dient uitgevoerd te wor-
den in een gespecialiseerd servicecentrum.
Opmerking voor het gespecialiseerd centrum:
Hermonteer het maaidek (2) volgens de volgorde aangege-
ven in de figuur en draai de middenste schroef (1) met een
dynamometrische sleutel met een waarde van 16-20 Nm
vast.
Geen waterstralen gebruiken en de motor en de
elektrische gedeelten niet natmaken.
Geen bijtende middelen gebruiken om het chassis schoon
te maken.
Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact
opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de
Dealer.
4.2
4.1
4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT
3.4
3.3
3.2
3.1
3. MAAIEN VAN HET GRAS

Documenttranscriptie

3. 4. 5. 6. 7. Herstellungsjahr Typ des Rasenmähers Kennummer Name und Anschrift des Herstellers Spannung und Netzfrequenz Tragen Sie sofort nach dem Kauf der Maschine die Kennnummern (3 - 5 6) in die entsprechenden Felder auf der letzten Seite des Handbuchs ein. 11. Fahrgestell 12. Motor 13. Schneidwerkzeug (Messer) 14. Prallblech 15. Grasfangeinrichtung 16. Griff 17. Betätigung des Schalters 18. Halter des elektrischen Kabels Werfen Sie Elektrowerkzeuge nicht in den Hausmüll! Gemäss Europäischer Richtlinie 2002/96/EG über Elektro- und ElektronikAltgeräte und Umsetzung in nationales Recht müssen verbrauchte Elektrowerkzeuge getrennt gesammelt und einer umweltgerechten Wiederververtung zugeführt werden. Werden die Geräte in einer Mülldeponie oder im Boden entsorgt, können die Schadstoffe das Grundwasser erreichen und in die Lebensmittelkette erlangen, und so unserer Gesundheit und unserem Wohlbefinden schaden. Wenden Sie sich für weitergehende Informationen zur Entsorgung dieses Produkts an die verantwortliche Einrichtung für die Entsorgung von Hausmüll, oder an Ihren Händler. BESCHREIBUNG DER SYMBOLE AN DEN STEUERHEBELN (wo vorgesehen) DESCRIZIONE DEI SIMBOLI RIPORTATI SUI COMANDI (dove previsti) 21. Arresto 22. Marcia PRESCRIZIONI DI SICUREZZA - Il vostro rasaerba deve essere utilizzato con prudenza. A tale scopo, sulla macchina sono stati posti dei pittogrammi, destinati a ricordarvi le principali precauzioni d’uso. Il loro significato è spiegato qui di seguito. Vi raccomandiamo inoltre di leggere attentamente le norme di sicurezza riportate nell’apposito capitolo del presente libretto. 31. Attenzione: Leggere il libretto di istruzioni prima di usare la macchina. 32. Rischio di espulsione. Tenere le persone al di fuori dell’area di lavoro, durante l’uso. 33. Attenzione alle lame taglienti: Togliere la spina dall’alimentazione prima di procedere alla manutenzione o se il cavo è danneggiato. 34. Attenzione: tenere il cavo di alimentazione lontano dalla lama. NL 21. Stop 22. Ein IDENTIFICATIELABEL EN ONDERDELEN VAN DE MACHINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN - Bitte seien Sie bei der Benutzung Ihres Rasenmähers vorsichtig. Aus diesem Grund haben wir am Gerät Symbole angebracht, die Sie auf die wichtigsten Vorsichtsmaßnahmen hinweisen. Die Bedeutung der Symbole ist nachstehend erklärt. Wir weisen auch noch einmal ausdrücklich auf die Sicherheitsanweisungen hin, die Sie in dem entsprechenden Kapitel der Bedienungsanleitung finden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 31. Achtung: Vor dem Gebrauch des Rasenmähers lesen Sie die Gebrauchsanweisungen 32. Auswurfrisiko. Während des Gebrauchs, halten Sie Dritte von der Arbeitszone entfernt. 33. Achten Sie auf die scharfen Messer: Den Netzstecker ausziehen bevor man mit der Wartung beginnt oder wenn das Kabel beschädigt ist. 34. Achtung: Anschlußkabel von den Schneidwerkzeugen fernhalten. IT ETICHETTA DI IDENTIFICAZIONE E COMPONENTI DELLA MACCHINA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Livello potenza acustica secondo la direttiva 2000/14/CE Marchio di conformità secondo la direttiva 98/37/CEE Anno di fabbricazione Tipo di rasaerba Numero di matricola Nome e indirizzo del Costruttore Tensione e frequenza di alimentazione Immediatamente dopo l’acquisto della macchina, trascrivere i numeri di identificazione (3 - 5 - 6) negli appositi spazi sull’ultima pagina del manuale. 11. Chassis 12. Motore 13. Coltello (Lama) 14. Parasassi 15. Sacco di raccolta 16. Manico 17. Comando interruttore 18. Aggancio cavo elettrico Non gettare le apparecchiature elettriche tra i rifiuti domestici. Secondo la Direttiva Europea 2002/96/CE sui rifiuti di apparecchiature elettriche ed elettroniche e la sua attuazione in conformità alle norme nazionali, le apparecchiature elettriche esauste devono essere raccolte separatamente, al fine di essere reimpiegate in modo eco-compatibile. Se le apparecchiature elettriche vengono smaltite in una discarica o nel terreno, le sostanze nocive possono raggiungere la falda acquifera ed entrare nella catena alimentare, danneggiando la vostra salute e benessere. Per informazioni più approfondite sullo smaltimento di questo prodotto, contattare l’Ente competente per lo smaltimento dei rifiuti domestici o il vostro Rivenditore. Niveau van de geluidssterke volgens de richtlijn 2000/14/CE EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EG Productiejaar Type grasmaaier Serienummer Naam en adres van de Fabrikant Voedingsspanning en –frequentie Onmiddellijk na aankoop van de machine worden de identificatienummers (3 - 5 - 6) genoteerd in de daartoe bestemde ruimten op de laatste pagina van de handleiding. 11. Chassis 12. Motor 13. Mes (maaiblad) 14. Deflector 15. Opvangzak 16. Handgreep 17. Bedieningsschakelaar 18. Haak vor elektrische kabel Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. Indien de elektrische apparatuur afgedankt wordt op een afvalpark of in de ondergrond, kunnen de schadelijke stoffen de waterlaag bereiken en in de voedingsketen terecht komen, met nadelige gevolgen voor uw gezondheid en welzijn. Voor meer informatie over de afdanking van dit product, contacteer de instantie die bevoegd is voor de verwerking van het huishoudelijk afval of uw raadpleeg uw Verkoper. BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN AANGEGEVEN OP DE BEDIENINGEN (indien voorzien) 21. Stilstand 22. Versnelling VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Gebruik uw grasmaaier met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw maaier voorzien van een reeks van pictogrammen die wijzen op de belangrijkste gebruiksvoorschriften. Hun betekenis is hieronder weergegeven. Wij raden u met klem aan om ook de veiligheidsvoorschriften in het volgende hoofdstuk van deze handleiding door te lezen. 31. Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzingen vóórdat u deze maaier gebruikt. 32. Gevaar voor wegschietende voorwerpen. Houd andere personen uit de buurt tijdens het gebruik van deze maaier 33. Opgelet voor op de scherpe messen: haal de stekker uit het stopcontact vóór elke onderhoudsbeurt en indien de voedingskabel beschadigd werd. 34. Waarschuwing: houd de voedingskabel uit de buurt van het maaiblad. 5 NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VÓÓR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOORLEZEN A) VOORBEREIDING 1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen. 2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt en dat niet in de gebruiksaanwijzingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toebrengen aan personen en/of voorwerpen. 3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn. 4) Gebruik de grasmaaier in geen geval: – als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn; – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw reactievermogen kunnen verminderen. 5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. B) VOOR HET GEBRUIK 1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen. 2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat door de machine kan worden uitgestoten of de snijgroep en de motor zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.). 3) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal even te controleren, met name de toestand van de messen en de staat en slijtage van de schroeven en messen of het messysteem niet versleten of beschadigd zijn. De beschadigde of versleten messen en schroeven dienen in één geheel vervangen te worden om de balans in stand te houden. 4) Vóórdat u begint te maaien dient u de beveiligingen te monteren (zak of deflector). 5) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet met elkaar in aanraking komen: – u dient de elektrische snoeren met droge handen vast te pakken en aan te sluiten; – leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer nooit op een natte plek (in een plas water of op nat gras); – de elektrische snoeren en de stekkers moeten waterdicht zijn. Gebruik enkel verlengsnoeren waarvan de stekker volkomen waterdicht en goedgekeurd is, die normaal in de handel verkrijgbaar zijn. – Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalschakelaar (RCD – Residual Current Device) met een ontzekeringsstroom van max. 30 mA. 6) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit zijn, d.w.z. niet minder dan het type H05RN-F of H05VV-F, met een minimale doorsnede van 1,5 mm2 en een maximaal aangewezen lengte van 25 m. 7) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de haak te koppelen. 8) De permanente aansluiting van een elektrisch apparaat op het elektriciteitsnet in het gebouw dient door een vakbekwaam electricien gedaan worden, die daarbij de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften dient na te leven. Indien het apparaat niet goed aangesloten wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben. C) TIJDENS HET GEBRUIK 1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 2) Het gras niet maaien als het gras nat is of als het regent. 3) Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer heen rijden. Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat het snoer achter de grasmaaier sleept en steeds aan de kant waar het gras reeds gemaaid is. De haak vor de kabel gebruiken zoals aangegeven in bijgaande gebruiksaanwijzing om te vermijden dat het snoer per ongeluk losschiet. Eveneens controleren of de trekontlasting goed gemonteerd is zonder het stopcontact te forceren. 4) De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektrische snoer te trekken en nooit aan het snoer trekken om het snoer uit het stopcontact te halen. Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie, oplosmiddelen of scherpe voorwerpen brengen. 5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpunten hebt. 6) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de grasmaaier; 7) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden. 22 8) Pas goed op als u op een helling van richting verandert; 9) Niet maaien op bijzonder steile hellingen. 10) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt; 11) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet worden, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient u het mes vast te zetten. 12) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de grasopvangbak of deflector. 13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten uit de buurt van het mes. 15) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te zetten, tenzij dit niet anders kan. In dergelijk geval wordt alleen het deel opgetild dat zich het verst van de gebruiker bevindt. Zorg ervoor dat beide handen zich in de werkingspositie bevinden, alvorens de grasmaaier te laten zakken. 16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de draaiende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening. 17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor draait. 18) De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppelen: – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u het uitwerpkanaal leegt; – vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of ermee werkt; – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de grasmaaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt; – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen, probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen. – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat; – tijdens het verplaatsen van de grasmaaier. 19) Schakel de motor uit: – iedere keer als u de grasopvangbak verwijdert of opnieuw aanbrengt; – vóórdat u de maaihoogte afstelt. 20) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het roterende mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de handgreep. D) ONDERHOUD EN OPSLAG 1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven. 2) Om het gevaar van brand tot een minimum te beperken, dient u restanten gras, bladeren of te veel vet van de grasmaaier en met name de motor, te verwijderen. Geen bakken met gemaaid gras in een afgesloten ruimte laten staan. 3) Controleer de deflector en de opvangbak regelmatig op slijtage en beschadigingen. 4) De elektrische snoeren regelmatig controleren en als de snoeren niet meer in goede staat verkeren of als de isolatie beschadigd is dient u de snoeren te vervangen. Pak een elektrisch snoer dat onder stroom staat nooit vast als het snoer niet goed geïsoleerd is. Het snoer eerst uit het stopcontact halen vóórdat u welke handeling dan ook wilt verrichten. 5) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw monteert. 6) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het mes geslepen is. Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbepaalde vaardigheid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen, dienen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum. 7) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met een versleten of een beschadigd snoer of met onderdelen die versleten of beschadigd zijn. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden. Altijd originele onderdelen gebruiken (de messen moeten altijd gemerkt zijn met het teken ). Onderdelen van andere kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker. E) TRANSPORT EN VERPLAATSING 1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld moet worden, is het noodzakelijk: – stevige werkhandschoenen te dragen; – neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, rekening houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht; - doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden. NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN OPMERKING – De machine kan geleverd worden met enkele reeds gemonteerde elementen. 1.1 Breng het voorgemonteerde bovenste deel van de steel (1) in de werkpositie en blokkeer die met de handgrepen (2). De ringen (3) van de handgrepen (2) moeten op dusdanige manier vastgeschroefd worden dat het bovenste deel (1) stabiel bevestigd is aan de twee onderste delen van de steel (4 en 5), zonder dat een te groot kracht gebruikt moet worden om ze te blokkeren of vrij te geven. Door de knoppen (6) los te draaien is het mogelijk de hoogte van de steel te regelen; na de regeling moeten de knoppen (6) goed weer vastgedraaid worden. Maak het elektrisch snoer vast met behulp van de riempjes (7-indien voorzien) om de verstelling in de hoogte van de steel mogelijk te maken, zonder dat de kabel gespannen wordt. De correcte positie van de haak van de kabel (8) is aangeduid. 1.2a Als de machine van een zak van zeildoek is voorzien dient u het doek (1) in de zak (2) te doen en alle plastic profielen (3) met behulp van een schroevedraaier vast te maken, zoals blijkt uit de afbeelding. 1.2b In geval van een zak in plastic en zeildoek: Met het omgekeerd plastic gedeelte (11) het frame (12) vasthechten aan het plastic gedeelte middels de schroeven (13). Het frame (12) in de zak (14) invoeren en alle plastic profielen (15), aanhaken met behulp van een schroevendraaier, zoals op de figuur wordt aangeduid. De omtrekboord (16) van het zeildoek tot op het einde toe invoeren in de gleuf van het plastic gedeelte (11) vertrekkend 5-7 mm van de uiteinden. Monteer het handvat (17) op het bovenste gedeelte van de zak, door het vast te klikken in zijn zitting. 2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN 2.1 De motor wordt ingeschakeld door middel van een schakelaar die alleen op twee manieren in werking gesteld kan worden, om te vermijden dat de grasmaaimachine per ongeluk vanzelf ingeschakeld wordt. Om de motor in te schakelen dient u op de knop (2) te drukken en aan de hendel (1) te trekken. De motor slaat vanzelf af als u de hendel (1) los laat. 2.2 U kunt de hoogte afstellen met behulp van de hendel (1). U MAG DIT ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT. 2.3 Uw grasmaaier is voorzien van een telescopisch systeem om de steel op dusdanige manier te regelen dat de handgreep en de bedieningen zich op een optimale hoogte bevinden ten opzichte van de lichaamslengte van de bediener. De regeling wordt uitgevoerd door de knoppen (1) los te draaien en de handgreep van de steel (2) te duwen of eraan te trekken tot de gewenste positie bereikt werd; na de regeling worden de knoppen (1) goed weer vastgedraaid. 3. MAAIEN VAN HET GRAS 3.1 De deflector optillen en de harde zak (1) of de zak van zeildoek (2) vasthaken zoals blijkt uit de betreffende afbeeldingen. 3.2 Haak het verlengsnoer correct vast zoals aangegeven. De motor starten door op de veiligheidsknop (2) te drukken en door aan de bedieningshendel (1) te trekken. 3.3 Tijdens het maaien dient u ervoor te zorgen dat het elektrisch snoer zich altijd achter u bevindt en aan die zijde van het gazon die reeds gemaaid is. Het gazon zal er mooier uitzien als u het gras steeds op dezelfde hoogte maait en in afwisselende richting. 3.4 Als u klaar bent met het maaien, laat dan de bedieningshendel (1) los. Vervolgens EERST de stekker uit het stopcontact (2) nemen en DAARNA het snoer van de schakelaar van de grasmaaimachine (3) loskoppelen. WACHTEN TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóórdat u welke ingreep dan ook verricht. BELANGRIJKE OPMERKING Als de motor door oververhitting tijdens het maaien afslaat, dient u 5 minuten te wachten vóórdat u de machine opnieuw kunt aanzetten. 4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onderhoud is van wezenlijk belang om de veiligheid en oorspronkelijke prestaties van de machine in stand te houden. De grasmaaier op een droge plaats bewaren. 1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging, onderhoudsbeurt of afstelling van de machine. 2) Na elk gebruik gras en modder die zich opgehoopt hebben aan de binnenkant van het chassis verwijderen, om te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machine de daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt. 3) Zorg ervoor dat de luchtinlaten altijd schoon en vrij zijn. 4.1 Elke handeling aan het mes dient uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum. Opmerking voor het gespecialiseerd centrum: Hermonteer het maaidek (2) volgens de volgorde aangegeven in de figuur en draai de middenste schroef (1) met een dynamometrische sleutel met een waarde van 16-20 Nm vast. 4.2 Geen waterstralen gebruiken en de motor en de elektrische gedeelten niet natmaken. Geen bijtende middelen gebruiken om het chassis schoon te maken. Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de Dealer. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

GGP ITALY EL 390R Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor