Yamaha DSP-A595 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Yamaha DSP-A595 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
SUPPLIED ACCESSORIES
ACCESSOIRES FOURNIS
MITGELIEFERTE ZUBEHÖRTEILE
MEDFÖLJANDE TILLBEHÖR
ACCESSORI IN DOTAZIONE
ACCESORIOS INCLUIDOS
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
After unpacking, check that the following parts are included.
Après le déballage, vérifier que les pièces suivantes sont incluses.
Nach dem Auspacken überprüfen, ob die folgenden Teile vorhanden sind.
Kontrollera efter det apparaten packats upp att följande delar finns med.
Verificare che tutte le parti seguenti siano contenute nell’imballaggio dell’apparecchio.
Desembalar el aparato y verificar que los siguientes accesorios están en la caja.
Controleer na het uitpakken of de volgende onderdelen voorhanden zijn.
Batteries (size AA, R6, UM-3)
Piles (taille AA, R6, UM-3)
Batterien (Größe AA, R6, UM-3)
Batterier (storlek AA, R6, UM-3)
Batterie (dimensioni AA, R6, UM-3)
Pilas (tamaño AA, R6, UM-3)
Batterijen (maat AA, R6, UM-3)
Remote control transmitter
Télécommande
Fernbedienung
Fjärrkontroll
Telecomando
Transmisor de control remoto
Afstandsbediening
DSP-A595-1 3/25/99, 3:52 PM2
267
Nederlands
Systeem met 5 luidsprekers
Hoofd: 65 W + 65 W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,04% THD,
20 Hz – 20 kHz
Midden: 65 W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,04% THD,
20 Hz – 20 kHz
Achter: 65 W + 65 W (8) RMS
uitgangsvermogen, 0,04% THD,
20 Hz – 20 kHz
Digital Geluidsveldprocessor
Dolby Digital Decoder
Dolby Pro Logic Surround Decoder
CINEMA DSP: Theater-klankervaring door
de combinatie van Dolby Surround en
YAMAHA DSP Technologie
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ................................. 2
BIJZONDERHEDEN .................................................. 267
LET OP ...................................................................... 268
Inleiding
FUNCTIES VOOR GELUIDSEFFECTEN.................. 269
BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES ......... 271
Voorbereiding
OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS.................. 274
AANSLUITINGEN ...................................................... 276
AFSTELLINGEN VOOR GEBRUIK
VAN DIT APPARAAT............................................. 283
Basisbediening
BASISBEDIENING..................................................... 288
INSTELLEN VAN DE SLEEP-TIMER ........................ 292
Informatie over DSP
GEBRUIK VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP) ................... 293
Informatie over verdere geavanceerde functies
AFSTELLINGEN MET DE SET MENU-FUNCTIE ..... 299
Afstandsbediening
AFSTANDSBEDIENING ............................................ 301
INSTELCODES.......................................................... 306
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE
AFSTANDSBEDIENING ....................................... 307
FOUTOPSPORING.................................................... 308
SPECIFICATIES ........................................................310
LIJST VAN CODES VAN FABRIKANT....................... 311
BIJZONDERHEDEN
INHOUD
6-kanaals externe decoder-ingang voor
DTS en andere toekomstige formaten
Automatische ingangsbalansregeling
voor Dolby Pro Logic Surround
Test -toongenerator voor gemakkelijkere
afstelling van de uitgangsbalans van de
luidsprekers
Mogelijkheid tot wijziging van de
uitgangsfunctie van de luidsprekers
Mogelijkheid voor videosignaal ingang/
uitgang (Inclusief S Video verbindingen)
SLEEP-timer
Universele afstandsbediening met
voorgeprogrammeerde codes van
fabrikant
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM267
268
1. Lees deze handleiding nauwkeurig door om de best
mogelijke resultaten te verkrijgen. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats voor toekomstige
referentie.
2. Stel het apparaat op een koele, droge, schone plaats op -
niet in de buurt van ramen, warmtebronnen of op plaatsen
die onderhevig zijn aan trillingen of op buitengewoon
stoffige, warme, koude of vochtige plaatsen. Plaats het
apparaat niet in de buurt van mogelijke storingsbronnen
(zoals transformators of motoren). Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht, om het risiko van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
3. Open nooit de behuizing van dit apparaat. Raadpleeg uw
dealer, in het geval er een vreemd voorwerp in het
apparaat terechtgekomen is.
4. Nooit overmatige kracht uitoefenen op de schakelaars en
regelaars of op de aansluitkabels. Bij het verplaatsen van
het apparaat, er op letten eerst de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact te verwijderen en de verbindingen van
de kabels met overige apparatuur los te maken. Nooit aan
de kabels zelf trekken.
5. De openingen in de behuizing zorgen er voor dat het
apparaat goed geventileerd wordt. Indien deze openingen
geblokkeerd worden, zal de temperatuur binnen in het
apparaat snel toenemen. Plaats daarom geen voorwerpen
tegen deze openingen en stel het apparaat op een goed
geventileerde plaats op om brand en beschadiging te
voorkomen.
<Modellen voor het Verenigd Koninkrijk en Europe>
Zorg er voor een ruimte van tenminste 20 cm aan de linker-
en rechterzijde, 20 cm aan de achterzijde en 30 cm boven
het bovenpaneel van de apparatuur open te laten. om
brand en beschadiging te voorkomen.
6. De gebruikte spanning dient hetzelfde te zijn als die welke
op dit apparaat staat aangegeven. Gebruik van dit
apparaat op een hogere spanning dan die welke is
aangegeven is gevaarlijk en kan brand of andere
ongevallen tot gevolg hebben, hetgeen tot beschadiging
kan leiden. YAMAHA stelt zich niet verantwoordelijk voor
enigerlei vorm van beschadiging die het gevolg is van het
gebruik van dit apparaat met een andere dan de
voorgeschreven spanning.
7.
Digitale signalen die door dit apparaat worden opgewekt
kunnen storing veroorzaken in overige componenten zoals
tuners, receivers of TV’s. Plaats dit apparaat verder van
dergelijke componenten vandaan indien er blijk is van storing.
8. Stel de VOLUME regelaar steeds in op “”, alvorens met
de weergave van de audiobron te beginnen; laat het
volume geleidelijk tot het gewenste niveau toenemen nadat
de weergave begonnen is.
9. Probeer nooit het apparaat te reinigen met behulp van een
chemisch reinigingsmiddel, aangezien hierdoor de
afwerking beschadigd kan worden. Gebruik een schone,
droge doek.
10. Alvorens te concluderen dat uw apparaat defect is, eerst
het hoofdstuk “FOUTOSPORING” doorlezen voor advies
betreffende het opsporen van veelvoorkomende
bedieningsfouten.
11. Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode
niet gaat gebruiken (bijv. bij vakantie, enz.), de stekker
steeds uit het stopcontact verwijderen.
Dit apparaat wordt niet losgekoppeld van de netspanning
zolang als de stekker er van nog in het stopcontact steekt,
ook al wordt het apparaat zelf uitgeschakeld. Deze toestand
wordt de standby functie genoemd.
In deze toestand zal het apparaat een zeer kleine
hoeveelheid stroom verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
LET OP: LEES EERST DEZE AANWIJZINGEN
ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN.
12. Verwijder tijdens onweer de stekker van het netsnoer van
het apparaat uit het stopcontact en maak de antennekabel
los om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen.
13. Aarding of polarisatie – Er dienen maatregelen genomen te
worden dat de aarding of de polarisatie van een apparaat
niet ongedaan gemaakt wordt.
14. Wisselstroom-uitgang
Sluit geen audio-apparatuur aan op de wisselstroom-
uitgang op het achterpaneel, indien deze apparatuur meer
stroom nodig heeft dan de nominale capaciteit waarin deze
uitgang kan voorzien.
15. Spanningskeuzeschakelaar (Alleen modellen voor
China en Algemene modellen)
De spanningskeuzeschakelaar op het achterpaneel van
dit apparaat dient correct ingesteld te worden op de
plaatselijke netspanning, ALVORENS de stekker van
het netsnoer in het wisselstroom-stopcontact te
steken. Instelbare netspanningen zijn 110/120/220/240V
wisselstroom, 50/60 Hz.
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM268
269
Nederlands
FUNCTIES VOOR GELUIDSEFFECTEN
In deze apparatuur is een geavanceerde digitale
geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd.
Met behulp van de processor kunt u van zowel audio- als
videobronnen de vorm van het audiogeluidsveld op
elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee uw
luisterkamer in een theater veranderen. Deze apparatuur
beschikt over in totaal 8 digitale geluidsveldprocessor (DSP)
functies. U kunt een uitstekend audiogeluidsveld produceren
door het kiezen van een geschikt geluidsveld (dit zal natuurlijk
afhankelijk zijn van hetgeen u beluistert) en daaraan de
gewenste afstellingen toevoegen.
Verder omvat deze apparatuur een Dolby Pro Logic Surround-
decoder en een Dolby Digital-decoder voor meerkanaals
geluidsreproductie van videobronnen die met Dolby Surround
gecodeerd zijn. De functie van de Dolby Pro Logic Surround- of
Dolby Digital-decoder kan geregeld worden door het kiezen van
een bijbehorend DSP-programma waarin de gecombineerde
functies van de YAMAHA DSP en de Dolby Pro Logic
Surround-
of Dolby Digital-decoder zijn opgenomen.
Digitale geluidsveldverwerking
Wat is het dat live muziek zo aantrekkelijk maakt? De
hedendaagse geavanceerde geluidstechniek maakt het
mogelijk dat u buitengewoon dicht in de buurt komt van de
klank van een live-uitvoering, maar de kans bestaat echter nog
steeds dat u opmerkt dat er iets ontbreekt: de akoestische
omgeving van een live-concertzaal. Uitgebreid onderzoek naar
de exacte aard van de geluidsweerspiegelingen die de
atmosfeer van een grote zaal bepalen heeft het voor de
ingenieurs van YAMAHA mogelijk gemaakt om u ditzelfde
geluid in uw eigen luisterkamer te brengen, zodat u het gevoel
krijgt de klanken van een live-concert te horen.
Verder zijn onze technici, gewapend met buitengewoon
fijngevoelige meetapparatuur, erin geslaagd de akoestiek van
een uitgebreid scala van luisteromgevingen, zoals
concertzalen, theaters, enz. van over de gehele wereld na te
bootsen, waardoor het mogelijk is op nauwkeurige wijze een
van de vele omgevingen met live-uitvoeringen te reproduceren,
en dit allemaal in uw eigen huis.
Dolby Pro Logic Surround
Deze apparatuur maakt gebruik van een Dolby Pro Logic
Surround-decoder die gelijk is aan de professionele Dolby
Stereo-decoders die in veel bioscopen gebruikt worden. Via de
Dolby Pro Logic Surround-decoder kunt u het dramatische
realisme en de effecten van Dolby Surround-bioscoopklanken
in uw eigen huis ervaren. Dolby Pro Logic maakt gebruik van
een vier-kanaals vijf-luidspreker systeem. Het Pro Logic
Surround-systeem verdeelt het ingangssignaal in vier niveaus:
de linker en rechter hoofdkanalen, het middenkanaal (gebruikt
voor de dialoog) en de geluidskanalen van de achterste
surround (gebruikt voor geluidseffecten, achtergrondgeluiden
en overige omgevingsgeluiden). Dankzij het middenkanaal
kunnen luisteraars ook in minder ideale posities de dialoog
horen die voortkomt uit de actie op het scherm waarbij
tegelijkertijd een uitstekend stereo-effect te beluisteren is.
Dolby Surround is gecodeerd op het geluidsspoor van
vooropgenomen videobanden, laserdiscs en bepaalde TV/
kabeluitzendingen. Wanneer u een bron die gecodeerd is met
Dolby Surround op deze apparatuur afspeelt, decodeert de
Dolby Pro Logic Surround-decoder het signaal en verdeelt deze
de surround-geluidseffecten.
Deze Dolby Pro Logic Surround-decoder maakt gebruik van
een digitaal signaalverwerkingssysteem. Dit systeem verhoogt
de klankstabiliteit bij elk kanaal en de crosstalk tussen de
kanalen, zodat de klanken in vergelijking met de conventionele
analoge signaalverwerkingssystemen nauwkeuriger over de
ruimte kunnen worden verdeeld.
Bovendien is dit apparaat uitgerust met een ingebouwde
automatische ingangsbalansregeling. Hierdoor bent u steeds
verzekerd van de beste surround-condities zonder dat
handmatige afstellingen nodig zijn.
Dolby Digital
De ingebouwde Dolby Digital-decoder laat u kennismaken met
totaal nieuwe klankervaringen.
Dolby Digital is een nieuwe generatie meerkanaals digitale
audiotechnologie, ofwel het nieuwste ruimtelijke
klankbewerkingsformaat dat ontwikkeld is voor 35 mm films
door middel van het gebruik van een nieuw soort audiocodering
met lage bit-transmissiesnelheid.
Dolby Digital is een digitaal surround-geluidssysteem dat
consumenten een volledig onafhankelijk meerkanaals-
audiosysteem biedt. In meerkanaals-formaat biedt Dolby Digital
vijf kanalen met een volledig bereik, in een zogenaamde “3/2”
opstelling: drie voorste kanalen (links, midden en rechts) plus
twee surround-kanalen. Verder is er voorzien in een zesde
effectkanaal voor enkel de lage tonen voor de weergave van
LFE (lage-frequentieëffect) of de lage baseffecten die
onafhankelijk zijn van de overige kanalen.
Dit kanaal wordt geteld als 0,1 zodat het totale aantal kanalen
5,1 bedraagt.
In vergelijking met Dolby Pro Logic dat aangeduid wordt als
een “3/1” systeem (linksvoor, midden, rechtsvoor en slechts
één surround-kanaal), voorziet het Dolby Digital systeem in
twee surround-kanalen, stereo of gescheiden surrounds
genaamd, die over het volledige bereik elk dezelfde
weergavegetrouwheid bieden als de drie voorste kanalen.
Het geluid van het brede dynamische bereik dat
gereproduceerd wordt door de vijf kanalen met een volledig
bereik, biedt luisteraars een ongeëvenaarde nieuwe
luisterervaring. Nauwkeurige oriëntatie van de klanken welke
wordt verkregen door de differentiatie van de digitale
geluidsveldverwerking zorgt voor een meer
werkelijkheidsgetrouwe weergave van de oorspronkelijke film.
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM269
270
Laser Disc en DVD zijn huiskamer-audioformaten die zeer
geschikt zijn voor gebruik met Dolby Digital. In de nabije
toekomst zal Dolby Digital ook toegepast worden op DBS,
CATV en HDTV. Het toenemende aantal stereo-bioscoopfilms
met Dolby Digital vormt een onmiddellijk beschikbare bron van
video-software die met Dolby Digital gecodeerd is.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel D symbool zijn
handeismerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Auteursrecht 1992 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
Met de volgende oorspronkelijke functies wordt het surround-
geluidseffect van Dolby Digital optimaal aangepast aan uw
audiosysteem en luisteromstandigheden.
Het dynamisch bereik (klankschaal) van het geluid kan
worden aangepast aan de luisteromstandigheden.
De uitvoering van de lage klanken van elk van de kanalen
kan worden toegewezen aan de MAIN SPEAKERS-
aansluitingen of aan de SUBWOOFER-aansluiting om de
werking van het systeem te optimaliseren.
De uitvoering van LFE kan worden toegewezen aan de
MAIN SPEAKERS-aansluitingen of aan de SUBWOOFER-
aansluiting om de werking van het systeem te
optimaliseren.
Dolby Surround + DSP (CINEMA DSP)
Het Dolby Surround-geluidssysteem komt het meest tot zijn
recht in een grote bioscoop, omdat filmgeluiden oorspronkelijk
zijn ontworpen voor grote bioscopen met gebruik van een groot
aantal luidsprekers. Het is moeilijk in uw luisterkamer een
akoestische omgeving te scheppen die lijkt op die van een
bioscoop, aangezien de grootte van de kamer, de gebruikte
materialen voor de binnenmuren, het aantal luidsprekers, enz.
van uw luisterkamer in hoge mate verschilt van die welke in
een bioscoop gebruikt worden.
YAMAHA DSP-technologie maakte het mogelijk met behulp
van zijn originele digitale geluidsvelden, gecombineerd met het
Dolby Surround geluidsveld, u in uw luisterkamer nagenoeg
dezelfde akoestische ervaring te verschaffen als in een grote
bioscoop door compensatie van het tekort aan effecten en
dynamiek in uw luisterkamer.
CINEMA DSP
Het logo YAMAHA “CINEMA DSP” geeft aan dat de betreffende
programma’s gecreëerd zijn door de combinatie van Dolby
Surround- en YAMAHA DSP-technologie.
Dolby Pro Logic + 2 digitale geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan
respectievelijk de voorste effect-zijde en aan de achterste
surround-zijde van het met Dolby Pro Logic Surround
gedecodeerde geluid. Deze scheppen een brede
akoestische omgeving en benadrukken het surround-effect
in de kamer waardoor u het gevoel krijgt dat u zelf een film
aan het bekijken bent in een veelbezochte Dolby Stereo-
bioscoop.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het
geluidsveldprogramma DOLBY PRO LOGIC ENHANCED/
DOLBY DIGITAL ENHANCED, 70 mm MOVIE THEATER/
DIGITAL MOVIE THEATER of TV SPORTS is gekozen en het
ingangssignaal van de bron analoog, PCM audio of met het
Dolby Digital in 2 kanalen gecodeerd is.
Dolby Digital + 3 digitale geluidsvelden
Er worden digitale geluidsvelden gecreëerd aan respectievelijk
de voorste effect-zijde en aan de onafhankelijke linker en
rechter surround-zijde van het door Dolby Digital gedecodeerde
geluidsveld. Deze scheppen een brede akoestische omgeving
en zorgen voor veel surround-effect in de kamer zonder dat de
hoge kanaalscheiding verloren gaat. Door middel van het brede
dynamische bereik van het Dolby Digital geluid krijgt u de indruk
dat u een film aan het bekijken bent in de nieuwste Dolby
Stereo Digital-bioscoop. Dit is het meest ideale huiskamer-
theatergeluid van tegenwoordig.
Deze combinatie is beschikbaar wanneer het
geluidsveldprogramma DOLBY PRO LOGIC ENHANCED/
DOLBY DIGITAL ENHANCED, 70 mm MOVIE THEATER/
DIGITAL MOVIE THEATER of TV SPORTS is gekozen en het
ingangssignaal van de bron met het Dolby Digital (behalve in
2 kanalen) gecodeerd is.
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM270
271
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN HUN FUNCTIES
VOORPANEEL
1
STANDBY/ON
Druk op deze toets om het apparaat in te schakelen. Om het
apparaat in de standby-modus te zetten, drukt u nogmaals op
deze toets.
Standby-modus
In deze modus verbruikt het apparaat zeer weinig stroom,
net voldoende om de infrarode signalen van de
afstandsbediening te kunnen ontvangen.
2 Afstandsbedieningssensor
Voor het ontvangen van de signalen van de afstandsbediening.
3 Display
Hierop wordt alle informatie weergegeven. (Zie blz. 273. voor
nadere bijzonderheden.)
4 TAPE/MD MON / EXT. DECODER
Druk op deze toets om een cassette of een MD af te spelen.
Op het display gaat de indicatie “TAPE/MD MON” branden.
De eerstvolgende keer wanneer u de toets indrukt, gaat de
indicatie “TAPE/MD MON” uit en verschijnt “EXT. DECDR” op
het display en kunt u het signaal van de geluidsbron afspelen
die is aangesloten op de EXTERNAL DECODER INPUT-
aansluitingen.
5 INPUT
Draai deze keuzeschakelaar om de programmabron (VCR,
VIDEO AUX, TV/DBS, DVD/LD, CD, TUNER, PHONO) te
kiezen waarnaar u wilt luisteren of kijken.
De naam van de gekozen programmabron verschijnt op het
display.
6 VOLUME
Deze regelaar wordt gebruikt om het volume te verhogen of te
verlagen.
7 PHONES-aansluiting
Bij gebruikmaking van een hoofdtelefoon sluit u deze aan op de
PHONES-aansluiting. U kunt dan via de hoofdtelefoon luisteren
naar het geluid dat uit de hoofdluidsprekers komt.
Wanneer het geluid uitsluitend via de hoofdtelefoon
weergegeven moet worden, zet u SPEAKERS A en B beide op
OFF en schakelt u de digitale geluidsveldprocessor uit (zodat
er op het display geen DSP-programmanaam verschijnt) door
indrukken van EFFECT.
PHONES
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM271
272
8 SPEAKERS
Zet A of B (of A en B) voor het hoofdluidsprekersysteem
(aangesloten op dit apparaat) dat u wilt gebruiken op ON. Zet
deze voor het hoofdluidsprekersysteem dat u niet wilt
gebruiken op OFF.
9 EFFECT
Met deze toets kunt u het geluid dat via de middelste en
achterste luidsprekers wordt weergegeven in- en uitschakelen
zodat het geluid gewoon via 2 kanalen binnenkomt.
* Wanneer Dolby Digital gedecodeerd is, worden de signalen
bij alle kanalen naar de hoofdkanalen gezonden en via de
hoofdluidsprekers weergegeven, ook wanneer de
geluidsweergave via de middelste en achterste luidsprekers
is uitgeschakeld.
0 PROGRAM-keuzetoets
Druk op deze toetsen om het DSP-programma te kiezen.
De naam van het gekozen programma verschijnt op het display.
q Toonregelaars
Deze regelaars werken alleen voor het geluid dat uit de
hoofdluidsprekers komt.
BASS
Deze regelaar wordt gebruikt voor het verhogen of verlagen
van de lage frequentieweergave. In de stand “0” wordt een
vlakke frequentieweergave verkregen.
TREBLE
Deze regelaar wordt gebruikt voor het verhogen of verlagen
van de hoge frequentieweergave. In de stand “0” wordt een
vlakke frequentieweergave verkregen.
w BALANCE
Deze regelaar werkt alleen voor het geluid dat uit de
hoofdluidsprekers komt.
Hiermee kan de balans van het uitgangsvolume tussen de linker
en rechter luidsprekers worden afgesteld als compensatie voor
een onjuiste balans van het geluid die veroorzaakt wordt door de
afstelling van de luidsprekers of de akoestische eigenschappen
van de ruimte waarin de luisteraar zich bevindt.
e SET MENU
Druk op deze toets om de gewenste SET MENU-functie te
kiezen.
r TIME/LEVEL
Druk op deze toets voor het kiezen van de instelling van de
vertragingstijd of luidspreker-uitgangsniveaus met de
TIME/LEVEL-functie.
t +/–
Gebruik deze toetsen om de instellingen van de SET MENU-
functie en de TIME/LEVEL-functie te wijzigen. Druk tijdens
gebruikmaking van de TIME/LEVEL-functie op “+” om de
vertragingstijd of de luidspreker-uitgangsniveaus te verhogen.
Druk op “” om de vertragingstijd of de luidspreker-
uitgangsniveaus te verlagen.
y INPUT MODE
Hiermee kiest u de ingangsmodus voor DVD/LD en TV/DBS
(AUTO/ANALOG).
u VIDEO AUX-aansluitingen
Hierop kunt u een extra video- of audio-ingangsbron
aansluiten, zoals bijvoorbeeld een camcorder. Indien de
aangesloten videoapparatuur is voorzien van een S-video-
uitgangsaansluiting, sluit u deze aan op de S VIDEO-
aansluiting om een beeld met een hoge resolutie te verkrijgen.
De bron die is aangesloten op deze aansluitingen, kan worden
gekozen met INPUT.
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM272
273
Nederlands
1 Multi-informatiedisplay
Hierop wordt allerhande informatie weergegeven, zoals
bijvoorbeeld de naam van het gekozen DSP-programma en de
naam van de gekozen ingangsbron.
2 TAPE/MD MON-indicatie
Deze indicatie gaat branden wanneer het tapedeck (of de MD-
recorder e.d.) als ingangsbron is gekozen door indrukken van
TAPE/MD MON / EXT. DECODER op het voorpaneel of TAPE/
MD op de afstandsbediening.
DISPLAY-PANEEL
3
, en -indicaties
” gaat branden wanneer de ingebouwde Dolby
Digital-decoder is ingeschakeld en de signalen van de gekozen
bron die met de Dolby Digital is gecodeerd, niet in 2-
kanaalstereo worden uitgezonden. “
” gaat branden
wanneer de ingebouwde geluidsveldprocessor is ingeschakeld,
en “ ” gaat branden wanneer de ingebouwde Dolby
Pro Logic Surround-decoder is ingeschakeld. Al naar gelang
het gekozen DSP-programma zullen “ ” en “ ”, of
” en “ ” gaan branden.
4 SLEEP-indicatie
Deze indicatie gaat branden wanneer de ingebouwde SLEEP-
timer geactiveerd is.
DSP-A595-nl1 3/25/99, 4:07 PM273
274
OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS
Dit apparaat is ontworpen voor het weergeven van de beste
geluidsveld-kwaliteit met een 5-luidsprekersysteem via het
gebruik van hoofdluidsprekers, achterluidsprekers en een
middenluidspreker.
De hoofdluidsprekers worden gebruikt voor de weergave van
het hoofd-brongeluid plus de effectklank. Deze zullen
waarschijnlijk de luidsprekers van uw huidige stereo-systeem
zijn. De achterluidsprekers worden gebruikt voor de weergave
van de effect- en surround-klanken en de middenluidspreker
wordt gebruikt voor de weergave van de middenklanken
(dialoog, zang, enz.). Indien het om een bepaalde reden niet
praktisch is een middenluidspreker te gebruiken, is het mogelijk
het systeem ook zonder deze luidspreker te gebruiken. De
beste resultaten echter worden verkregen met gebruik van het
volledige systeem.
De hoofdluidsprekers dienen modellen te zijn met hoge
vermogenscapaciteit welke voldoende is voor de verwerking
van het maximum vermogen van uw audiosysteem.
5-luidsprekersysteem
Deze opstelling is het meest effectief en het meest aanbevolen.
Bij het weergeven van een bron met behulp van het DSP-
programma, DOLBY PRO LOGIC/DOLBY DIGITAL, DOLBY
PRO LOGIC ENHANCED/DOLBY DIGITAL ENHANCED,
70 mm MOVIE THEATER/DIGITAL MOVIE THEATER, MONO
MOVIE of TV SPORTS, of bij het weergeven van een bron die
middenkanaalsignalen bevat (dialoog, zang, enz.) met behulp
van een DSP-programma met Dolby Digital gedecodeerd, zal de
dialoog via de middenluidspreker worden weergegeven en zal
het omringende geluidsveld optimaal worden gereproduceerd.
Opmerking:
Stel de CNTR (MIDDENLUIDSPREKER) modus in op
de “LARGE” of “SMALL” positie. (Zie voor nadere
bijzonderheden blz. 283.)
LUIDSPREKERSYSTEEM
De overige luidsprekers hoeven niet gelijk te zijn aan de
hoofdluidsprekers. Voor een nauwkeurige lokalisering van het
geluid echter, is het ideaal gebruik te maken van modellen met
hoge capaciteit die in staat zijn de geluiden voor de
middenluidspreker en achterste luidsprekers in het volle bereik
weer te geven.
Gebruik van een subwoofer voor uitbreiding van uw
geluidsveld
Het is ook mogelijk uw systeem nog verder uit te breiden door
toevoeging van een subwoofer en een versterker. Het gebruik
van een subwoofer is niet alleen effectief voor de versterking
van de lage-tonenfrequenties van een kanaal of van alle
kanalen, maar ook voor het met hoge weergavegetrouwheid
weergeven van het LFE (lage-frequentieëffect) geluid tijdens
het afspelen van een bron met Dolby Digital gedecodeerd is. U
zou voor het gemak kunnen kiezen voor een YAMAHA Active
Servo Processing Subwoofer System, dat voorzien is van een
eigen ingebouwde vermogensversterker.
4-luidsprekersysteem
De middenluidspreker wordt bij deze opstelling niet gebruikt.
Bij het weergeven van een bron met behulp van het DSP-
programma, DOLBY PRO LOGIC/DOLBY DIGITAL, DOLBY
PRO LOGIC ENHANCED/DOLBY DIGITAL ENHANCED,
70 mm MOVIE THEATER/DIGITAL MOVIE THEATER, MONO
MOVIE of TV SPORTS, of bij het weergeven van een bron die
middenkanaalsignalen bevat (dialoog, zang, enz.) met behulp
van een DSP-programma met Dolby Digital gedecodeerd, zal
het middengeluid via de linker en rechter hoofdluidsprekers
worden weergegeven. Echter het klankeffect van de overige
programma’s kan hetzelfde zijn als bij de 5-luidspreker
opstelling.
Opmerking:
Zet de CNTR (MIDDENLUIDSPREKER) modus altijd op
NONE”. (Zie voor nadere bijzonderheden blz. 283.)
TE GEBRUIKEN LUIDSPREKERS
Main L Center Main R
Surround sound
Dialog
Surround sound
Rear L
Rear R
Hoofd L Midden Hoofd R
Dialoog
Surround geluid
Linksachter Rechtsachter
Main L Main R
Surround sound
Dialog
Surround sound
Rear L Rear R
Dialoog
Surround geluid
Linksachter Rechtsachter
Hoofd L
Hoofd R
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM274
275
Nederlands
OPSTELLING VAN DE LUIDSPREKERS
Wanneer u luidsprekers plaatst, dient u op het volgende te letten.
Hoofd: De positie van uw huidige luidsprekersysteem.
Achte: Achter uw luisterpositie, een weinig naar binnen
gericht. Ongeveer 180 cm vanaf de vloer.
Midden: Precies tussen de hoofdluidsprekers. (Om storing
met TV-toestellen te vermijden, dient u een
magnetisch afgeschermde luidspreker te
gebruiken.)
Subwoofer: De positie van de subwoofer is niet zo kritiek,
aangezien de lage basklanken niet bijzonder
richtinggevoelig zijn.
Hoofdluidspreker
Middenluidspreker Achterluidspreker
Subwoofer
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM275
276
AANSLUITINGEN
Maak eerst alle aansluitingen en steek pas daarna de stekker van dit apparaat en andere
componenten in het stopcontact.
AANSLUITING OP ANDERE COMPONENTEN
Wanneer u dit apparaat aansluit op andere componenten, zorg er dan voor dat alle aansluitingen correct worden uitgevoerd, dus
L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “” op “”. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de verschillende componenten
die u op dit apparaat wilt aansluiten.
* Indien u beschikt over YAMAHA-componenten met op de achterkant de nummers !, @, #, $, enz., kunnen de aansluitingen
gemakkelijk tot stand worden gebracht door de uitgangs- (of ingangs-)aansluitingen van elke component aan te sluiten op de
aansluitingen met hetzelfde nummer op dit apparaat.
, : Zie volgende bladzijde.
Platenspeler Monitor TV DVD-speler, LD-speler, enz.
CD-speler Tapedeck,
MD-recorder, enz.
TV/DBS-tuner Videorecorder
Naar
netspanningsaansluiting
(Modellen voor Europa)
Tuner
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM276
277
Nederlands
R
L
R
L
SWITCHED AC OUTLET(S)
(GESCHAKELDE NETSPANNINGSAANSLUITINGEN)
(Modellen voor China en algemene modellen)
................................3 geschakelde netspanningsaansluitingen
(Modellen voor Europa)
................................2 geschakelde netspanningsaansluitingen
(Modellen voor Verenigd Koninkrijk)
....................................1 geschakelde netspanningsaansluiting
Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw overige
componenten aan te sluiten op dit apparaat.
De stroomtoevoer naar de geschakelde netspannings-
aansluitingen (
SWITCHED)
wordt geregeld door STANDBY/ON-
van dit apparaat of door POWER en STANDBY-van de
bijgeleverde afstandsbediening. Deze netspannings-
aansluitingen voorzien alle componenten van netspanning
zodra dit apparaat ingeschakeld wordt.
Het maximale vermogen (het totale stroomverbruik van de
componenten) dat aangesloten kan worden op de geschakelde
netspanningsaansluitingen [SWITCHED AC OUTLET(S)],
bedraagt 100 Watt.
GND-aansluiting (voor gebruik met platenspeler)
Door de aarddraad van de platenspeler aan te sluiten op de
GND-aansluiting zullen storende bromgeluiden doorgaans tot
een minimum beperkt worden. In bepaalde gevallen worden er
echter betere resultaten verkregen wanneer de aarddraad niet
is aangesloten.
AANSLUITING OP EEN EXTERNE DECODER
Bij gebruikmaking van de DTS of een andere decoder met 6-kanaals discrete uitgangen sluit u de 6CH DISCRETE OUTPUT-
aansluitingen van de decoder aan op de EXTERNAL DECODER INPUT-aansluitingen van dit apparaat.
DTS of andere decoder met
6-kanaals discrete uitgangen
DVD-speler, LD-speler of ander
apparaat met digitale uitgangen
(Modellen voor Europa)
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM277
278
AANSLUITING OP DIGITALE (COAXIALE EN/OF OPTISCHE) AANSLUITINGEN
Indien uw DVD- (of LD-)speler, TV/DBS-tuner, enz. zijn
voorzien van coaxiale of optische digitale audiosignaal-
uitgangsaansluitingen, kunnen deze worden verbonden met de
COAXIAL en/of OPTICAL digitale ingangsaansluitingen van dit
apparaat.
Om een verbinding tot stand te brengen tussen twee optische
digitale audiosignaalaansluitingen, verwijdert u de bescherming
van beide aansluitingen. Daarna verbindt u ze met elkaar door
gebruikmaking van een in de handel verkrijgbare vezeloptische
kabel die voldoet aan de EIAJ-normen. De kans is namelijk
aanwezig dat andere kabels niet goed zullen werken.
Ook wanneer u een audio- of videoapparaat aansluit op de
COAXIAL (of OPTICAL) aansluiting van dit apparaat, dient het
apparaat aangesloten te blijven op de gelijknamige analoge
audiosignaalaansluitingen van dit apparaat omdat er door een
tapedeck of videorecorder welke op dit apparaat is
aangesloten, geen digitale signalen kunnen worden
opgenomen. U kunt de ingangssignalen probleemloos
overschakelen van “digitaal” op “analoog” en omgekeerd. (Zie
blz. 290 voor nadere bijzonderheden.)
Opmerkingen
Wanneer u audio- of videoapparatuur aansluit op beide
digitale en analoge aansluitingen van dit apparaat, dienen
deze altijd op beide gelijknamige aansluitingen te worden
aangesloten.
Wanneer de OPTICAL aansluitingen niet in gebruik zijn, dient
u daarop altijd de bescherming aan te brengen om te
voorkomen dat er stof op komt.
Het ingangssignaal van de DVD/LD-ingangsaansluitingen
wordt gekozen in de onderstaande volgorde van prioriteit
(ingangsmodus: stand AUTO):
1 COAXIAL aansluiting
2 OPTICAL aansluiting
3 ANALOG aansluiting
Alle digitale audiosignaalingangsaansluitingen zijn van
toepassing op een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz,
44,1 kHz en 48 kHz.
DVD- of LD-speler TV/DBS-tuner
(Modellen voor Europa)
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM278
279
Nederlands
AANSLUITING OP S VIDEO-AANSLUITINGEN
Indien u beschikt over een videorecorder en een monitor die
zijn voorzien van “S” (hoge resolutie) videoaansluitingen, kunt u
deze aansluitingen verbinden met de S VIDEO-aansluitingen
van dit apparaat. Verbind de S-video-ingangs- en uitgangs-
aansluiting van de videorecorder respectievelijk met de
S VIDEO VCR OUT- en IN-aansluiting van dit apparaat, en
verbind de S-video-ingangsaansluiting van de monitor met de
S VIDEO MONITOR OUT-aansluiting van dit apparaat. Of
verbind anders de combinatie-videoaansluitingen van de
videorecorder met de combinatie-videoaansluitingen van dit
apparaat, en verbind de combinatie-video-ingangsaansluiting
van de monitor met de combinatie-MONITOR OUT-aansluiting
van dit apparaat.
Opmerking
Indien er videosignalen verzonden worden naar zowel de
S VIDEO-ingangsaansluitingen als naar de combinatie-
ingangsaansluitingen, zullen de signalen naar hun
respectievelijke uitgangsaansluitingen verzonden worden.
Monitor TV
Videorecorder
Camcorder
AANSLUITING OP VIDEO AUX-AANSLUITINGEN (OP VOORPANEEL)
Deze aansluitingen worden gebruikt om een willekeurige video-ingangsbron, zoals bijvoorbeeld een camcorder, op dit apparaat aan
te sluiten.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM279
280
Opmerking
Gebruik luidsprekers met een impedantie die overeenkomt
met de voorgeschreven impedantie welke op de achterkant
van dit apparaat vermeld staat.
Opmerking betreffende de aansluitingen voor de
hoofdluidspreker:
Op dit apparaat kunnen één of twee luidsprekersystemen
worden aangesloten. Wanneer u slechts één
luidsprekersysteem gebruikt, dient dit te worden aangesloten
op de SPEAKERS A of B-aansluitingen.
Opmerking betreffende het aansluiten van een
subwoofer:
Voor het benadrukken van de lage frequenties of voor het
uitvoeren van de lage tonen van het subwoofer-kanaal kunt u
een subwoofer toevoegen.
Wanneer u beschikt over een subwoofer met ingebouwde
versterker, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing
Subwoofer System, verbindt u de SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting van dit apparaat met de ingangsaansluiting van het
subwoofer-systeem.
Wanneer u beschikt over een versterker en een subwoofer,
verbindt u de SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting van dit
apparaat met de ingangsaansluiting van de subwoofer-
versterker. Vervolgens verbindt u de luidsprekeraansluitingen
van de subwoofer-versterker met de subwoofer.
Opmerking betreffende de aansluiting van de
middenluidspreker:
Op dit apparaat kan een middenluidspreker worden
aangesloten. Plaats de middenluidspreker op of onder de TV.
AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS
Achterluidsprekers
Subwoofer-systeem
Middenluidspreker
Rechts
Links
Hoofdluidsprekers A Hoofdluidsprekers B
Rechts
Links
Rechts Links
(Modellen voor Europa)
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM280
281
Nederlands
OUTPUT-AANSLUITINGEN (VOOR AANDRIJVING VAN LUIDSPREKERS MET EXTERNE
VERSTERKERS)
(MAIN, CENTER en REAR OUTPUT-aansluitingen zijn alleen aanwezig op de modellen voor het Verenigd Koninkrijk en
Europa.)
Aansluiting
Sluit de SPEAKERS-aansluitingen aan op uw luidsprekers door gebruikmaking van een kabel met de juiste dikte en houd de kabels
zo kort mogelijk. Indien de aansluitingen op onjuiste wijze tot stand worden gebracht, komt er geen geluid uit de luidsprekers. Zorg
ervoor dat de polariteit van de luidsprekerkabels correct is, dus let op de “+” en “–” aanduidingen. Indien deze kabels omgekeerd
aangesloten worden, zal het geluid onnatuurlijk klinken en zullen de lage tonen niet doorkomen.
Let op
Pas op dat de blootgelegde luidsprekerkabels niet met elkaar in aanraking komen, en ook niet met metalen delen van dit
apparaat. Hierdoor kunnen dit apparaat en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Voor het aansluiten op de MAIN SPEAKERS-
aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
1 Schroef de knop los.
2 Steek de blootgelegde
kabel erin.
[Verwijder ongeveer
5 mm van de isolatie van
de luidsprekerkabels.]
3 Draai de knop aan en
klem de kabel vast.
1 Druk het vergrendellipje
in.
2 Steek de blootgelegde
kabel erin.
[Verwijder ongeveer
5 mm van de isolatie van
de luidsprekerkabels.]
3 Laat het vergrendellipje
los en klem de kabel vast.
MAIN OUTPUT-aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-uitgangssignalen
van het hoofdkanaal. Bij gebruikmaking van de ingebouwde
versterker is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
Indien u echter de hoofdluidsprekers via een externe stereo-
vermogensversterker laat aandrijven, dient u de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN- of
AUX-aansluitingen van een vermogensversterker of een
geïntegreerde versterker) te verbinden met deze aansluitingen.
* De uitgangssignalen van de MAIN OUTPUT-aansluitingen
worden beïnvloed door het gebruik van BASS, TREBLE en
BALANCE.
1
2
3
2
3
1
Voor het aansluiten op de REAR en CENTER
SPEAKERS-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Banaanstekkeraansluitingen zijn ook mogelijk (behalve bij de
modellen voor het Verenigd Koninkrijk en Europa). Steek de
banaanstekker gewoon in de bijbehorende aansluiting.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM281
282
IMPEDANCE SELECTOR (IMPEDANTIE-KEUZESCHAKELAAR)
Kies de stand overeenkomstig de eisen van uw
luidsprekersysteem.
(Bovenste stand)
Hoofd: Bij gebruikmaking van één paar hoofdluidsprekers
dient de impedantie van elk van de luidsprekers
minimaal 4 te zijn.
Bij gebruikmaking van twee paar hoofdluidsprekers
dient de impedantie van elk van de luidsprekers
minimaal 8 te zijn.
Midden: De impedantie van de luidspreker dient minimaal 6
te zijn.
Achter: De impedantie van elk van de luidsprekers dient
minimaal 6 te zijn.
(Onderste stand)
Hoofd: Bij gebruikmaking van één paar hoofdluidsprekers
dient de impedantie van elk van de luidsprekers
minimaal 8 te zijn.
Bij gebruikmaking van twee paar hoofdluidsprekers
dient de impedantie van elk van de luidsprekers
minimaal 16 te zijn.
Midden: De impedantie van de luidspreker dient minimaal 8
te zijn.
Achter: De impedantie van de luidspreker dient minimaal 8
te zijn.
WAARSCHUWING
Verander de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar niet als het apparaat aan staat, aangezien dit
schade kan veroorzaken aan het apparaat.
ALS HET APPARAAT NIET INGESCHAKELD WORDT BIJ
INDRUKKEN VAN DE STANDBY/ON SCHAKELAAR
Het is mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
niet volledig in de bovenste of onderste stand staat. Zet de
schakelaar volledig in de juiste stand.
IMPEDANCE SELECTOR
(Modellen voor Europa)
CENTER OUTPUT-aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-uitgangssignalen
van het middenkanaal. Bij gebruikmaking van de ingebouwde
versterker is er geen verbinding naar deze aansluitingen.
Indien u echter een middenluidspreker via een externe stereo-
vermogensversterker laat aandrijven, dient u de
ingangsaansluitingen van de externe versterker te verbinden
met deze aansluitingen.
Indien u aan elke kant van de TV twee middenluidsprekers
plaatst, gebruik dan twee versterkers en sluit elke versterker
aan op één van de twee CENTER OUTPUT-aansluitingen. Sluit
daarna de middenluidsprekers aan op de versterkers.
REAR (SURROUND) OUTPUT-aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de voorversterker-
uitgangssignalen van het achterkanaal. Bij gebruikmaking van
de ingebouwde versterker is er geen verbinding naar deze
aansluitingen.
Indien u echter de achterluidsprekers via een externe stereo-
vermogensversterker laat aandrijven, dient u de
ingangsaansluitingen van de externe versterker (MAIN IN- of
AUX-aansluitingen van een vermogensversterker of een
geïntegreerde versterker) te verbinden met deze aansluitingen.
SUBWOOFER OUTPUT-aansluitingen
Deze aansluiting dient voor verbinding met de ingangsaansluiting
van een versterker voor aandrijving van een subwoofer.
Wanneer de ingangssignalen naar dit apparaat in normaal
2-kanaals stereo zijn, worden via deze aansluiting alleen de
frequenties onder 90 Hz van de hoofd- en middenkanalen
uitgevoerd. Wanneer discrete signalen in dit apparaat worden
ingevoerd en als ingangsbron worden gekozen, zullen via deze
aansluiting de signalen van het subwoofer-kanaal worden
uitgevoerd.
Opmerking
Het uitgangsniveau van de signalen van al deze
aansluitingen kan worden afgesteld met behulp van
VOLUME op het voorpaneel of met VOLUME (
) op de
afstandsbediening.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM282
283
Nederlands
AFSTELLINGEN VOOR GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
KEUZE VAN DE UITVOERFUNCTIES
Dit apparaat biedt u de volgende vijf functies om te bepalen welke methode voor uw geluidsinstallatie het meest geschikt is om de
uitgangssignalen naar de luidsprekers te verzenden. Wanneer de luidsprekeraansluitingen allemaal zijn voltooid, kiest u voor elke functie
de juiste positie om uw geluidsinstallatie optimaal te kunnen benutten. (Zie “AFSTELLINGEN MET DE SET MENU-FUNCTIE” op blz. 299.)
1. CNTR (
MIDDENLUIDSPREKER
) 2. REAR (
ACHTERLUIDSPREKER
) 3. MAIN (
HOOFDLUIDSPREKER
)
4. BASS (
LAGE-FREQUENTIEËFFECT/LAGE-TONENUIT
) 5. M.LVL (
BALANS HOOFDLUIDSPREKERS
)
BESCHRIJVING VAN ALLE FUNCTIES
1. CNTR (
MIDDENLUIDSPREKER
)
Keuzes: LARGE/SMALL/NONE
Vooraf ingestelde stand: LARGE
LARGE: Kies deze stand wanneer uw middenluidspreker
ongeveer even groot is als de hoofdluidsprekers.
SMALL: Kies deze stand indien u gebruikmaakt van een
middenluidspreker die kleiner is dan de
hoofdluidsprekers.
In deze stand worden de signalen van de lage
tonen (beneden 90 Hz) in het middenkanaal
uitgevoerd via de hoofdluidsprekers (of de
SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting indien bij “3.
MAIN” stand SMALL is gekozen, en bij
“4. BASS” stand SW).
NONE: Kies deze stand indien u niet over een
middenluidspreker beschikt. Het geluid uit het
middenkanaal zal dan via de linker en rechter
hoofdluidsprekers worden uitgevoerd.
2. REAR (
ACHTERLUIDSPREKER
)
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooraf ingestelde stand: LARGE
LARGE: Kies deze stand indien uw achterluidsprekers goed
de lage tonen kunnen weergeven of wanneer er op
de achterluidspreker parallel een subwoofer is
aangesloten.
In deze stand worden de signalen over het volle
bereik via de achterluidsprekers uitgevoerd.
SMALL: Kies deze stand indien uw achterluidsprekers niet
goed de lage tonen kunnen weergeven.
In deze stand worden de signalen van de lage tonen
(beneden 90 Hz) bij de achterkanalen uitgevoerd via
de SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting (of de
hoofdluidsprekers indien bij “4. BASS” stand MAIN is
gekozen).
3. MAIN (
HOOFDLUIDSPREKER
)
Keuzes: LARGE/SMALL
Vooraf ingestelde stand: LARGE
LARGE: Kies deze stand indien uw hoofdluidsprekers goed
de lage tonen kunnen weergeven.
In deze stand worden de signalen over het volle
bereik bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de
hoofdluidsprekers.
SMALL: Kies deze stand indien uw hoofdlaidsprekers niet
goed de lage tonen kunnen weergeven. Indien uw
systeem echter niet is voorzien van een subwoofer,
moet u deze stand niet kiezen.
In deze stand worden de signalen van de lage tonen
(beneden 90 Hz) bij de hoofdkanalen uitgevoerd via
de SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting indien bij “4.
BASS” stand SW of BOTH is gekozen.
4. BASS (
LAGE-FREQUENTIEËFFECT/LAGE-
TONENUIT
)
Keuzes: SW/MAIN/BOTH
Vooraf ingestelde stand: SW
MAIN: Kies deze stand indien uw systeem niet is voorzien
van een subwoofer.
In deze stand worden de signalen over het volle
bereik bij de hoofdkanalen, de signalen bij het LFE-
kanaal en andere signalen van lage tonen die zijn
gekozen bij “1. CNTR” t/m “3. MAIN” en via andere
kanalen moeten worden verzonden, uitgevoerd via
de hoofdluidsprekers.
SW/BOTH:
Indien uw systeem is voorzien van een subwoofer,
kiest u stand SW of BOTH.
In elk van beide standen worden de signalen bij het
LFE-kanaal en andere signalen van lage tonen die
zijn gekozen bij “1. CNTR” t/m “3. MAIN” en via
andere kanalen moeten worden weergegeven,
uitgevoerd via de SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting. Wanneer bij “3. MAIN” de stand LARGE
wordt gekozen zal er in stand SW geen signaal van de
hoofdkanalen naar de SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting worden verzonden, maar in stand BOTH
worden de signalen van de lage tonen bij de
hoofdkanalen uitgevoerd naar beide hoofdluidsprekers
en de SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting.
5. M.LVL (
BALANS HOOFDLUIDSPREKERS)
Keuzes: NORMAL (NRML)/–10 dB
Vooraf ingestelde stand: NORMAL (NRML)
NORMAL (NRML):
Kies gewoonlijk deze stand.
–10 dB: Kies deze stand indien het geluid dat via de
hoofdluidsprekers wordt uitgevoerd, te luid is en niet
kan worden uitgebalanceerd met het geluid dat via
de midden- en achterluidsprekers wordt uitgevoerd.
In deze stand wordt het via de hoofdluidsprekers
weergegeven geluid gedempt.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM283
284
AFSTELMETHODE
Tijdens het opvolgen van de onderstaande aanwijzingen dient u naar de informatie op het display van het apparaat te kijken.
Bij gebruikmaking van de afstandsbediening moet de
KEUZESCHAKELAAR op de afstandsbediening in de stand
AMP/TUN of DSP gezet worden.
of
1 Schakel het apparaat in.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
2 Druk eenmaal of meerdere malen op SET MENU om
de titel “1. CNTR” te kiezen (zodat “CNTR” op het
display verschijnt).
Voorpaneel Afstandsbediening
of
verschijnt.
1
2
3
1 2 3
3 Druk eenmaal of meerdere malen op “+” of “” om de
gewenste stand te kiezen.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
verandert.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 om op dezelfde manier de
keuzes bij “2. REAR”, “3. MAIN”, “4. BASS” en/of
“5. M.LVL” te wijzigen.
* Na eenmaal indrukken van SET MENU op de afstands-
bediening kunt u ook de titel kiezen door indrukken van
.
(Door indrukken van
gaat u één keuzepositie terug.)
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM284
285
Nederlands
AFSTELLING VAN DE LUIDSPREKERBALANS
Via deze procedure kunt u met behulp van de ingebouwde testtoon-generator de balans tussen de hoofd-, midden- en
achterluidsprekers afstellen. Het uitgangsniveau van het geluid dat vanuit de luisterpositie gehoord wordt, zal dan bij elke
luidspreker hetzelfde zijn. Dit is belangrijk voor een optimale werking van de digitale geluidsveldprocessor, de Dolby Digital-decoder
en de Dolby Pro Logic Surround-decoder.
De afstelling van het uitgangsniveau van de verschillende luidsprekers dient te geschieden vanuit de luisterpositie met
behulp van de afstandsbediening. Nadat u het uitgangsniveau van alle luidsprekers hebt afgesteld, controleert u vanuit uw
luisterpositie met behulp van VOLUME (
) op de afstandsbediening of de afstellingen naar wens zijn.
Zet de KEUZESCHAKELAAR op de afstandsbediening in
de stand AMP/TUN of DSP.
of
1 Zet VOLUME in de stand “” .
Voorpaneel
2 1
4,74
3
2
8
5,9
6
2 Schakel het apparaat in.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
3 Kies de hoofdluidsprekers die u wilt gebruiken.
Voorpaneel
* Bij gebruikmaking van twee hoofdluidsprekersystemen
dient u zowel A als B in te drukken.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM285
286
6 Draai het volume omhoog.
Afstandsbediening
U hoort dan een testtoon (een korte ping) vanuit de linker
hoofdluidspreker, vervolgens uit de middenluidspreker,
daarna de rechter hoofdluidspreke, de rechter
achterluidspreker en tenslotte de linker achterluidspreker.
Elke testtoon duurt circa twee seconden. Het display
verandert als volgt:
* Indien “1. CNTR” met de SET MENU-functie op NONE is
gezet, zult u de testtoon van het middenkanaal horen
vanuit de linker en rechter hoofdluidspreker.
7 Stel BALANCE zodanig af dat het uitgangsniveau van
het geluid bij de linker hoofdluidspreker en de rechter
hoofdluidspreker hetzelfde is.
Voorpaneel
Hoofd (L)
Midden
Hoofd (R)
Achter (R)
Achter (L)
4 Zet BASS, TREBLE en BALANCE in de stand “0”.
Voorpaneel
5 Druk op TEST (zodat “TEST LEFT” op het display
verschijnt).
Afstandsbediening
verschijnt.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM286
287
Nederlands
8 Stel het uitgangsniveau van het geluid uit de
middenluidspreker en de achterluidspreker zodanig af
dat dit bijna hetzelfde is als bij de hoofdluidsprekers.
Afstandsbediening
a) Druk eenmaal of meerdere malen op of zodat
“CENTER”, “R SUR.” of “L SUR.” op het display
verschijnt.
* Kies “CENTER” om het uitgangsniveau van de
middenluidspreker af te stellen, en kies “R SUR.” of
“L SUR.” om het uitgangsniveau van de
achterluidsprekers af te stellen.
Afstandsbediening
b) Stel het niveau af.
* Druk op
om het niveau te verhogen, en druk op
om het niveau te verlagen.
* Tijdens het afstellen is de testtoon vast gericht op de
gekozen luidspreker.
Afstandsbediening
9 Druk nog eenmaal op TEST om de testtoon te
annuleren.
Afstandsbediening
“TEST” verdwijnt.
Opmerkingen
Wanneer u deze afstellingen eenmaal hebt voltooid, kunt u
het algehele geluidsniveau van uw geluidsinstallatie afstellen
door gebruikmaking van VOLUME (of VOLUME (
) op
alleen de afstandsbediening).
Bij gebruikmaking van externe vermogensversterkers kunt u
eveneens de volumeregelaars daarvan gebruiken voor het
verkrijgen van de juiste balans.
Indien “1. CNTR” met de SET MENU-functie op NONE is
gezet, kan bij stap 8 het uitgangsniveau van het geluid van
de middenluidspreker niet worden afgesteld. Het
middengeluid wordt namelijk automatisch uitgevoerd via de
linker en rechter hoofdluidsprekers.
Indien het uitgangsniveau van het geluid van de midden- en
achterluidsprekers onvoldoende is, kunt u het uitgangsniveau
van de hoofdluidsprekers verminderen door “5. M.LVL” op
“–10 dB” in te stellen.
DSP-A595-nl2 3/25/99, 4:07 PM287
288
3 Kies de gewenste ingangsbron door gebruikmaking van
INPUT. (Voor videobronnen moet u de TV/monitor
inschakelen.) Zie blz. 290 indien u gebruikmaakt van
een externe decoder of indien u een tape of een MD
afspeelt.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
De naam van de gekozen ingangsbron zal op het display
verschijnen.
BASISBEDIENING
AFSPELEN VAN EEN BRON
Opmerkingen
Zet de KEUZESCHAKELAAR op de afstandsbediening in de stand AMP/TUN.
Wanneer u de CD-speler, de DVD/LD-speler, het tapedeck, de MD-recorder of andere componenten wilt bedienen door
gebruikmaking van deze afstandsbediening, moet u de KEUZESCHAKELAAR instellen op de component die u wilt gebruiken.
(Zie “INSTELCODES” op blz. 306.)
1 Zet VOLUME in de stand “”.
Voorpaneel
2 Schakel het apparaat in.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
2
5 4
3 1,7
2
7
3,4
DSP-A595-nl3 3/25/99, 4:07 PM288
289
Nederlands
8 Stel desgewenst BASS, TREBLE, BALANCE, enz. af
(zie beneden) en gebruik de digitale
geluidsveldprocessor (zie blz. 293).
Keuze van het luidsprekersysteem
Aangezien er één of twee luidsprekersystemen (als
hoofdluidsprekers) op dit apparaat aangesloten kunnen
worden, kunt u met SPEAKERS luidsprekersysteem A of B
kiezen, of beide tegelijk.
Afstelling van de BALANCE-regelaar
Stel de balans van het uitgangsvolume tussen de linker en
rechter luidsprekers af voor het compenseren van de onjuiste
balans van het geluid die veroorzaakt wordt door de afstelling
van de luidsprekers of de akoestische eigenschappen van de
ruimte waarin u zich bevindt.
Opmerking
Deze regelaar is alleen van invloed op het geluid van de
hoofdluidsprekers.
Afstelling van de BASS- en
TREBLE-regelaars
BASS: Draai deze regelaar naar rechts om het
frequentiebereik van de lage tonen te verhogen (of
naar links om het frequentiebereik van de lage tonen
te verlagen).
TREBLE
: Draai deze regelaar naar rechts om het
frequentiebereik van de hoge tonen te verhogen (of
naar links om het frequentiebereik van de hoge
tonen te verlagen).
Opmerking
Deze regelaars zijn alleen van invloed op het geluid van de
hoofdluidsprekers.
4 Voor de DVD/LD- of TV/DBS-bron wordt ook de huidige
ingangsfunctie aangegeven.
* Om de ingangsfunctie van de DVD/LD- of TV/DBS-
bron te wijzigen, drukt u het benodigde aantal keren
op INPUT MODE (of op de toets die u bij stap 3 op de
afstandsbediening hebt ingedrukt om de ingangsbron
te kiezen) totdat de gewenste ingangsfunctie (AUTO
of ANALOG) op het display verschijnt. (Zie blz. 290
voor bijzonderheden over het omschakelen van de
ingangsfunctie.)
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Ingangsfunctie
5 Kies de hoofdluidsprekers die u wilt gebruiken.
Voorpaneel
* Bij gebruikmaking van twee hoofdluidsprekersystemen
dient u zowel A als B in te drukken.
6 Begin met het afspelen van de bron.
7 Stel het volume af op het gewenste uitgangsniveau.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
DSP-A595-nl3 3/25/99, 4:08 PM289
290
Afspelen van een tape of een MD
Druk op TAPE/MD MON / EXT. DECODER zodat de indicatie
“TAPE/MD MON” op het display gaat branden, en begin
vervolgens met het afspelen van de tape of MD.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Om met het afspelen van de tape of MD te stoppen, drukt u
tweemaal op TAPE/MD MON / EXT. DECODER zodat de
indicaties “TAPE/MD MON” en “EXT. DECDR” van het display
verdwijnt en het afspelen stopt (of eenmaal op TAPE/MD op de
afstandsbediening).
Gebruikmaking van een decoder die is aangesloten
op de EXTERNAL DECODER INPUT-aansluitingen
Druk het benodigde aantal keren op TAPE/MD MON / EXT.
DECODER zodat de indicatie “EXT. DECDR” op het display
verschijnt.
Begin met het afspelen door bediening van de DTS of een
andere externe decoder, DVD-speler of LD-speler.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Om met afspelen te stoppen, drukt u eenmaal op TAPE/MD
MON / EXT. DECODER zodat “EXT. DECDR” van het display
verdwijnt en het afspelen stopt (of op EXT. DEC. op de
afstandsbediening).
Wanneer u klaar bent met het gebruik van dit
apparaat
Om dit apparaat weer in de standby-modus te zetten, drukt u
nogmaals op STANDBY/ON op het voorpaneel of op
STANDBY op de afstandsbediening.
Opmerkingen betreffende het gebruik van INPUT
Door gebruikmaking van INPUT kunt u de programma-
bronnen kiezen die zijn aangesloten op de ingangs-
aansluitingen op het achterpaneel.
Voor het afspelen van een videobron die is aangesloten op
de VIDEO AUX-aansluitingen op het voorpaneel dient u
INPUT in de stand VIDEO AUX te zetten.
Wanneer de indicatie “TAPE/MD MON” brandt of “EXT.
DECDR” op het display wordt aangegeven, zal de met
INPUT gekozen audiobron niet worden afgespeeld.
Wanneer u voor een videobron INPUT kiest zonder
annulering van de keuze TAPE/MD MON / EXT. DECODER
op het voorpaneel (of TAPE/MD of EXT. DEC. op de
afstandsbediening), zullen als gevolg daarvan het videobeeld
van de videobron en het geluid van de ingangsbron worden
afgespeeld die zijn gekozen door middel van
TAPE/MD MON /
EXT. DECODER
op het voorpaneel (of TAPE/MD of EXT.
DEC. op de afstandsbediening).
Wanneer u eenmaal een videobron aan het afspelen bent,
zal het bijbehorende videobeeld niet worden onderbroken,
ook niet wanneer INPUT voor een audiobron is gekozen.
Wanneer u een ingangsbron kiest door gebruikmaking van
INPUT zal automatisch het DSP-programma (of een ander
programma) worden opgeroepen dat gebruikt werd toen
dezelfde ingangsbron voor de laatste keer werd gekozen.
Wijzigen van de ingangsfunctie
(voor DVD/LD en TV/DBS)
Met dit apparaat kunt u de ingangsfunctie alleen wijzigen voor
bronnen die zijn aangesloten op de DVD/LD- en TV/DBS-
ingangsaansluitingen (op de achterkant van dit apparaat)
waarin twee of drie soorten signalen worden ingevoerd.
De volgende twee ingangsfuncties zijn beschikbaar:
AUTO: Voor de bron die is aangesloten op de DVD/LD-
ingangsaansluitingen:
Deze functie wordt automatisch gekozen wanneer u dit
apparaat inschakelt. Met deze functie wordt het
ingangssignaal automatisch gekozen in de
onderstaande volgorde van prioriteit:
1.
Digitaal ingangssignaal van de COAXIAL-aansluiting
2.
Digitaal ingangssignaal van de OPTICAL-aansluiting
3. Analoog ingangssignaal
Voor de bron die is aangesloten op de TV/DBS-
ingangsaansluitingen:
Deze functie wordt gekozen wanneer u dit apparaat
inschakelt en bij “10. INPUT” met de SET MENU-
functie de stand AUTO is gekozen. (Voor nadere
bijzonderheden, zie blz. 300.) Met deze functie wordt
het ingangssignaal automatisch gekozen in de
onderstaande volgorde van prioriteit:
1.
Digitaal ingangssignaal van de OPTICAL-aansluiting
2. Analoog ingangssignaal
ANALOG:
Met deze functie wordt alleen het analoge
ingangssignaal gekozen, zelfs wanneer er op datzelfde
tijdstip een digitaal signaal wordt ingevoerd.
Kies deze functie wanneer u het analoge
ingangssignaal wilt gebruiken in plaats van het digitale
ingangssignaal.
Opmerkingen betreffende de keuze van de ingangsfunctie
Voor het afspelen van een bron die met de Dolby Digital
gedecodeerd zet u de ingangsfunctie op AUTO.
Alleen voor de TV/DBS-bron werkt de ingangsfunctie die met
de SET MENU-functie is gekozen bij “10. INPUT” wanneer u
dit apparaat inschakelt.
Wanneer u een bron wilt afspelen die normale
2-kanaalssignalen met een Dolby Pro Logic Surround-
programma uitzendt, moet u de functie ANALOG kiezen.
Met de functie AUTO kan het bij bepaalde LD-spelers of
DVD-spelers gebeuren dat wanneer u tijdens het afspelen
zoekt naar een bron die met de Dolby Digital is gecodeerd en
vervolgens het afspelen hervat, de geluidsweergave
kortstondig wordt onderbroken omdat opnieuw het digitale
ingangssignaal wordt gekozen.
DSP-A595-nl3 3/25/99, 4:08 PM290
291
Nederlands
1 Kies de bron waarvan u wilt opnemen.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
2 Begin met het afspelen van de bron en draai daarna
VOLUME omhoog om de ingangsbron te controleren.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
3 Begin met het opnemen op het tapedeck, de MD-
recorder of videorecorder die op dit apparaat is
aangesloten.
OPNEMEN VAN EEN BRON OP TAPE OF MD
4 1 2
2
1,4
4 Wanneer u voor het opnemen gebruikmaakt van een
tapedeck of een MD-recorder, kunt u desgewenst
meeluisteren naar de geluiden die worden opgenomen.
Druk hiervoor op TAPE/MD MON / EXT. DECODER
zodat de indicatie “TAPE/MD MON” op het display
verschijnt.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerkingen
De instellingen van DSP, VOLUME, BASS, TREBLE en
BALANCE zijn niet van invloed op het opgenomen materiaal.
Gecombineerde video- en S-videosignalen worden
onafhankelijk van elkaar door de videoketens van dit apparaat
gezonden. Wanneer u videosignalen opneemt of kopieert en
uw videobron is aangesloten om alleen een S-videosignaal (of
alleen een gecombineerd videosignaal) voort te brengen, kunt
u daarom ook alleen een S-videosignaal (of alleen een
gecombineerd signaal) op uw videorecorder opnemen.
Van een bron die alleen door middel van digitale
aansluitingen met dit apparaat is verbonden, kunnen geen
opnamen worden gemaakt op een tapedeck of videorecorder
die op dit apparaat is aangesloten.
Bij het opnemen van platen, compactdiscs, radio e.d. dient u
rekening te houden met de auteurswetten in uw land. Het
opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan in
strijd zijn met de auteurswetten.
Bij het kijken naar videobanden waarvan de signalen
vervormd of gecodeerd zijn om ongeoorloofd kopiëren te
voorkomen, is de kans aanwezig dat deze signalen van
invloed zijn op het beeld zelf.
DSP-A595-nl3 3/25/99, 4:08 PM291
292
INSTELLEN VAN DE SLEEP-TIMER
Door gebruikmaking van de SLEEP-timer van dit apparaat kunt u het apparaat zodanig instellen dat het automatisch overschakelt
naar de standby-modus. Deze timerfunctie is handig wanneer u wilt inslapen terwijl u naar een radio-uitzending of andere gewenste
ingangsbron luistert. De SLEEP-timer kan uitsluitend worden bediend via de afstandsbediening.
Opmerkingen
Om de SLEEP-timer voor dit apparaat in te stellen, zet u de KEUZESCHAKELAAR in een andere stand dan TV. Om de SLEEP-
timer voor uw TV in te stellen, zet u de KEUZESCHAKELAAR in de stand TV.
De SLEEP-timer werkt voor de componenten die zijn aangesloten op de geschakelde netspanningsuitgang(en) [SWITCHED AC
OUTLET(S)] op de achterkant van dit apparaat.
Instellen van de inslaaptijd
1 Druk het benodigde aantal keren op SLEEP om de
gewenste inslaaptijd in te stellen.
Afstandsbediening
Indicatie van de inslaaptijd
Knippert.
Telkens wanneer SLEEP wordt ingedrukt, verandert de
inslaaptijd als volgt:
(Minuten)
120 90 60 30
De SLEEP-timer is uit (SLEEP OFF).
(De toestand voordat SL
EEP
wordt ingedrukt.)
Na korte tijd gaat de indicatie “SLEEP” branden en verschijnt
op het display weer de indicatie die werd aangegeven
voordat de SLEEP-timer werd ingesteld.
2 Zodra de gekozen inslaaptijd is aangebroken, zal het
apparaat automatisch overschakelen op de standby-
modus.
Annuleren van de gekozen inslaaptijd
Afstandsbediening
Druk het benodigde aantal keren op SLEEP zodat “SLEEP
OFF” op het display verschijnt. (Deze indicatie zal kort daarna
verdwijnen, evenals de indicatie “SLEEP”.)
Opmerking
De instelling van de SLEEP-timer kan ook worden geannuleerd
door het apparaat via STANDBY/ON op het voorpaneel (of via
STANDBY op de afstandsbediening) in de standby-modus te
zetten of door de stekker van dit apparaat uit het stopcontact te
trekken.
1
DSP-A595-nl3 3/25/99, 4:08 PM292
293
Nederlands
BIJZONDERHEDEN
Dit programma wordt gebruikt voor het reproduceren van
videodiscs, videotapes en soortgelijke bronnen die gecodeerd
zijn met Dolby Surround en voorzien zijn van het logo
“DOLBY SURROUND”.
De ingebouwde Dolby Pro Logic Surround-decoder of Dolby
Digital-decoder reproduceren exact de geluiden en geluids-
effecten van een bron die met Dolby Surround gecodeerd is.
Door de totstandbrenging van een uiterst efficiënt decoder-
ingsproces worden overspraak en kanaalscheiding verbeterd
en wordt het geluid soepeler en nauwkeuriger gepositioneerd.
Dit programma wordt gebruikt voor het reproduceren van videodiscs,
videotapes en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby
Surround en voorzien zijn van het logo “DOLBY SURROUND”.
Dit programma is ideaal voor het nabootsen van de multi-
surround-luidsprekersystemen van een 35 mm bioscoop. De
Dolby Surround-decodering en de digitale geluidsveldver-
werking worden exact uitgevoerd, zonder verandering van de
oorspronkelijke geluidsoriëntatie. De surround-effecten die
door dit geluidsveld tot stand gebracht worden, breiden zich op
natuurlijke wijze rondom de kijker uit, van achteren naar links
en rechts en in de richting van het scherm.
Opmerking: Indien het geluid uit het hoofdkanaal aanzienlijk
wordt gewijzigd door overmatige afstelling van BASS of
TREBLE, is de kans aanwezig dat er door de relatie met de
achterste kanalen een onnatuurlijk effect teweeg wordt gebracht.
Dit programma is ideaal voor het reproduceren van videodiscs,
videotapes en soortgelijke bronnen die gecodeerd zijn met Dolby
Surround en voorzien zijn van het logo “DOLBY SURROUND”.
Dit programma is ideaal voor het exact reproduceren van het
geluid van de nieuwste 70 mm/Dolby Digital-films met
meerdere geluidssporen. Hierbij wordt het geluidsveld zodanig
aangepast dat het lijkt op het geluidsveld van de nieuwste
bioscopen, waarbij de nagalm van het geluidsveld zelf zoveel
mogelijk wordt beperkt. De driedimensionale beleving van het
geluidsveld wordt benadrukt en de dialoog wordt nauwkeurig
op het scherm gericht. Bij het kijken naar science fiction- of
avonturenfilms e.d. lijkt het net alsof u zelf meespeelt.
Nr. PROGRAMMA
1 DOLBY PRO LOGIC (
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
DOLBY DIGITAL (
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in 2-kanaals
geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
2 DOLBY PRO LOGIC ENHANCED
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
DOLBY DIGITAL ENHANCED
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in 2-kanaals
geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
3 70 mm MOVIE THEATER
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
DIGITAL MOVIE THEATER
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in 2-kanaals
geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
GEBRUIK VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROCESSOR
(
DSP
)
In dit apparaat is een geavanceerde digitale geluidsveldprocessor met meerdere programma’s ingebouwd. Met deze processor
kunt u van zowel audio- als videobronnen de vorm van het geluidsveld op elektronische wijze uitbreiden en wijzigen en daarmee de
ruimte waarin u luistert zodanig veranderen dat u het gevoel krijgt alsof u in een bioscoop of concertzaal zit. U kunt een uitstekend
geluidsveld tot stand brengen door het kiezen van een geschikt geluidsveldprogramma (dit zal uiteraard afhankelijk zijn van
hetgeen u beluistert) en daaraan de gewenste afstellingen toevoegen.
Hieronder volgt een korte beschrijving van de geluidsvelden die door de verschillende DSP-programma’s tot stand gebracht
worden. Houd daarbij in gedachte dat de meeste van deze programma’s exacte digitale reproducties van werkelijk bestaande
akoestische omgevingen zijn. De data voor deze geluidsvelden zijn opgenomen op echt bestaande locaties waarbij gebruik is
gemaakt van geavanceerde meetapparatuur voor geluidsvelden.
Opmerking
De balans van het kanaalniveau tussen de linker en rechter achterluidsprekers kan verschillend zijn, al naar gelang het geluidsveld
dat u beluistert. Dit komt omdat de meeste geluidsvelden reproducties zijn van werkelijk bestaande akoestische omgevingen.
KORT OVERZICHT VAN DIGITALE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM293
294
BIJZONDERHEDEN
Dit programma is speciaal ontworpen voor uitbreiding van
programma’s met mono-bronnen. In vergelijking met een strikte
mono-instelling is het geluidsbeeld dat met deze functie tot
stand gebracht wordt, breder en ten opzichte van het
luidsprekerpaar iets naar voren gebracht, waardoor de totale
klank een directer effect krijgt. Deze functie is bijzonder effectief
bij oude mono-films, nieuwsuitzendingen en dialogen.
Dit programma is voorzien van een strak geluidsveld waarin het
geluid niet overmatig aan de voorzijde wordt verspreid. Aan de
achterste surround-zijde wordt echter een dynamische
uitbreiding van het geluid tot stand gebracht. Dit programma is
het meest geschikt voor sportprogramma’s.
Dit programma is ideaal voor het nabootsen van de akoestische
omgeving van een levendige disco in het centrum van een zeer
levendige stad. De klanken worden dicht bij elkaar en zeer
geconcentreerd weergegeven. Dit programma wordt ook
gekenmerkt door het feit dat de klanken een “onmiddellijke”
directheid hebben met veel energie.
Dit programma is bij uitstek geschikt voor rockmuziek. U zult
daarbij een zeer dynamisch en levendig geluidsveld ervaren.
Bij dit programma lijkt het net alsof het midden zich ver achter
de hoofdluidsprekers bevindt, waardoor de sfeer van een grote
concertzaal gecreëerd wordt. Orkest- en operamuziek zijn
geschikt voor dit geluidsveld.
Nr. PROGRAMMA
4 MONO MOVIE
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in
2-kanaals geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
5 TV SPORTS
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in
2-kanaals geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
6 DISCO
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, achter
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in
2-kanaals geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
7 ROCK CONCERT
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, achter
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in
2-kanaals geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
8 CONCERT HALL
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
analoog of PCM-audio is, of gecodeerd met de
Dolby Digital in 2-kanaals geluidsreproductie.
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, achter
(
)
Dit programma werkt wanneer het ingangssignaal
is gecodeerd met de Dolby Digital (niet in
2-kanaals geluidsreproductie).
Uitvoering via luidsprekers: hoofd, midden, achter
Opmerking: Wanneer bij “1. CNTR” met de SET MENU-functie de stand NONE is gekozen, komt er uit de middenluidspreker(s)
geen geluid.
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM294
295
Nederlands
2
2
AFSPELEN VAN EEN BRON MET HET EFFECT VAN DE DIGITALE
GELUIDSVELDPROCESSOR (DSP)
1 Volg de stappen 1 t/m 7 van “BASISBEDIENING” op
blz. 288 en 289.
2 Kies het gewenste DSP-programma dat geschikt is
voor de bron.
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Druk op DSP. De indicatie zal ongeveer drie seconden
knipperen. Kies binnen deze drie seconden een DSP-
programma door gebruikmaking van de cijfertoetsen
(1 t/m 8).
* Wanneer de KEUZESCHAKELAAR in de stand DSP is
gezet, kunt u ook een DSP-programma kiezen door
gebruikmaking van de cijfertoetsen (1 t/m 8).
De naam van het gekozen programma
verschijnt op het display.
3 Desgewenst kunt u ook de vertragingstijd en het
uitgangsniveau van de verschillende luidsprekers
afstellen. (Zie blz. 297 en 298 voor nadere
bijzonderheden.)
Opmerkingen
U kunt voor elke ingangsbron een ander programma kiezen.
Zodra u een programma hebt gekozen, wordt dit gekoppeld
aan de ingangsbron die op dat moment is gekozen. Wanneer
u dus de eerstvolgende keer de betreffende ingangsbron
kiest, wordt automatisch hetzelfde programma opgeroepen.
Indien u de DSP liever wilt annuleren, druk dan op EFFECT
of EFCT ON/OFF. Het geluid wordt dan weer het normale
2-kanaals stereogeluid zonder het surround-geluidseffect.
Bij het afspelen van een mono-geluidsbron met DOLBY PRO
LOGIC of DOLBY PRO LOGIC ENHANCED, komt er geen
geluid uit de hoofdluidsprekers en de achterluidsprekers.
Indien “1. CNTR” met de SET MENU-functie op NONE is
gezet, zal het geluid van het middenkanaal via de
hoofdluidsprekers worden uitgevoerd.
Indien de Dolby Pro Logic Surround-decoder of de Dolby
Digital-decoder van dit apparaat gebruikt wordt en het geluid
van de hoofdbron aanzienlijk gewijzigd wordt door
overmatige afstelling van BASS of TREBLE, is de kans
aanwezig dat er door de relatie tussen de midden- en
achterkanalen een onnatuurlijk effect teweeg wordt gebracht.
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM295
296
Afspelen van een videobron met de Dolby Pro
Logic Surround of Dolby Digital gedecodeerd
Wanneer u het programma DOLBY PRO LOGIC/DOLBY
DIGITAL, DOLBY PRO LOGIC ENHANCED/DOLBY DIGITAL
ENHANCED of 70 mm MOVIE THEATER/DIGITAL MOVIE
THEATER, kiest en het ingangssignaal van de bron 2-kanaals
stereo is, wordt Dolby Pro Logic Surround gedecodeerd.
Wanneer er een bepaald programma wordt gekozen en het
ingangssignaal van de bron gecodeerd is met Dolby Digital,
wordt Dolby Digital automatisch gedecodeerd.
* De volgende indicaties op het display geven aan welke
geluidsverwerking er plaatsvindt.
Deze indicatie gaat branden wanneer de Dolby Digital
gedecodeerd wordt en de ingangssignalen van de gekozen
bron die met Dolby Digital gecodeerd is, niet in 2-kanaals
stereo zijn.
Deze indicatie gaat branden wanneer
de digitale geluidsveldprocessor (DSP)
is ingeschakeld.
Deze indicatie gaat branden wanneer de Dolby Pro
Logic Surround gedecodeerd wordt.
* Bij de programma’s DOLBY PRO LOGIC/DOLBY DIGITAL,
DOLBY PRO LOGIC ENHANCED/DOLBY DIGITAL
ENHANCED of 70 mm MOVIE THEATER/DIGITAL MOVIE
THEATER, verandert bovendien de naam van het
programma op het display overeenkomstig het type
decodering. (Zie blz. 293 voor nadere bijzonderheden.)
Opmerking
Indien de ingangssignalen van de bron alleen in 2-kanaals
stereo met Dolby Digital gecodeerd zijn, zal de
geluidsverwerking daarvan gelijk zijn aan die van analoge of
PCM-audiosignalen.
Annuleren van effectgeluid
Met behulp van EFFECT op het voorpaneel en EFCT ON/OFF
op de afstandsbediening kunt u op eenvoudige wijze het
normale stereogeluid vergelijken met het volledig verwerkte
effectgeluid.
Om het effectgeluid te annuleren en alleen het hoofdgeluid te
beluisteren, drukt u op EFFECT of EFCT ON/OFF. Om de
effectgeluiden in te schakelen, drukt u nog eenmaal op
EFFECT of EFCT ON/OFF.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerkingen
Wanneer het effectgeluid wordt geannuleerd terwijl er met
Dolby Digital gecodeerde signalen in dit apparaat worden
ingevoerd, worden de signalen van alle kanalen met elkaar
vermengd en via de hoofdluidsprekers weergegeven.
Wanneer EFFECT of EFCT ON/OFF wordt ingedrukt om de
effectgeluiden uit te schakelen en de Dolby Digital
gedecodeerd is, kan het gebeuren dat het geluid slechts
zwak of niet normaal wordt weergegeven, al naar gelang de
bron. In dergelijke gevallen moet u EFFECT of EFCT ON/
OFF indrukken om de effectgeluiden in te schakelen of
gebruikmaken van ingangssignalen die niet met Dolby Digital
gecodeerd zijn.
Verder zijn in dit apparaat een Dolby Digital-decoder en een Dolby Pro Logic Surround-decoder ingebouwd voor meerkanaals
geluidsreproductie van bronnen die met Dolby Surround gecodeerd zijn. De werking van deze decoders kan geregeld worden door
het kiezen van een bijbehorend DSP-programma waarin de gecombineerde functies van de YAMAHA DSP en Dolby Digital of
Dolby Pro Logic Surround zijn opgenomen.
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM296
297
Nederlands
2 Druk op “+” of “” om de instellingen van de
vertragingstijd of luidspreker-uitgangsniveaus te
wijzigen.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
3 Herhaal de stappen 1 t/m 3 om eventueel ook de
instellingen van andere onderdelen te wijzigen.
AFSTELLING VAN DE VERTRAGINGSTIJD EN
LUIDSPREKER-UITGANGSNIVEAUS
Bij gebruikmaking van de digitale geluidsveldprocessor met de Dolby Pro Logic Surround-decoder of de Dolby Digital-decoder kunt
u het tijdsverschil tussen het begin van het hoofdgeluid en het effectgeluid, evenals het uitgangsniveau van de verschillende
luidsprekers, naar wens afstellen.
Afstelmethode
Bij gebruikmaking van de afstandsbediening zet u de
KEUZESCHAKELAAR in de stand AMP/TUN of DSP.
of
1 Druk het benodigde aantal keren op TIME/LEVEL
zodat de naam van het onderdeel dat u wilt afstellen,
op het display verschijnt.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
* Na eenmaal indrukken van TIME/LEVEL op de
afstandsbediening kunt u door indrukken van
ook de
naam van het onderdeel kiezen.
Telkens wanneer u deze toets indrukt, verandert de keuze
als volgt:
DELAY
CENTER
R SUR.
L SUR.
SWFR
* Wanneer u op de afstandsbediening indrukt, verandert
de keuze in omgekeerde volgorde.
* Al naar gelang de functie van dit apparaat kunt u niet alle
onderdelen instellen.
1
2
2
1
Vertragingstijd
Uitgangsniveau van middenluidspreker
Uitgangsniveau van rechter
achterluidspreker
Uitgangsniveau van linker
achterluidspreker
Uitgangsniveau van subwoofer
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM297
298
Afstelling van de vertragingstijd
U kunt het tijdsverschil tussen het begin van het geluid uit de
hoofdluidsprekers en het begin van het effectgeluid uit de
achterluidsprekers afstellen.
Hoe hoger de waarde, des te later zal het effectgeluid worden
voortgebracht. Deze afstelling kan voor alle programma’s
afzonderlijk worden uitgevoerd.
Opmerkingen
Door het toevoegen van teveel vertraging zal er bij sommige
bronnen een onnatuurlijk effect ontstaan.
Wanneer “+” of “” wordt ingedrukt, zal het geluid korte tijd
worden onderbroken.
Afstelling van het uitgangsniveau van de midden-, rechter achter- en linker achterluidsprekers en
subwoofer
Programma
1. DOLBY PRO LOGIC
DOLBY DIGITAL
2. DOLBY PRO LOGIC ENHANCED
DOLBY DIGITAL ENHANCED
3. 70 mm MOVIE THEATER
DIGITAL MOVIE THEATER
4. MONO MOVIE
5. TV SPORTS
6. DISCO
7. ROCK CONCERT
8. CONCERT HALL
Desgewenst kunt u het uitgangsniveau van het geluid van elk
van de luidsprekers afstellen, ook wanneer het uitgangsniveau
reeds is ingesteld bij “AFSTELLING VAN DE
LUIDSPREKERBALANS” op blz. 285 t/m 287.
Opmerkingen
Indien het programma DISCO, ROCK CONCERT of
CONCERT HALL is gekozen en het ingangssignaal analoog,
PCM-audio of met Dolby Digital in 2-kanaals stereo is
gecodeerd, kan het uitgangsniveau van de
middenluidspreker niet worden afgesteld.
Wanneer bij “1. CNTR” met de SET MENU-functie de stand
NONE is gekozen, kan het uitgangsniveau van het geluid uit
de middenluidspreker niet worden afgesteld. Dit komt omdat
bij deze functie het middengeluid automatisch via de linker en
rechter hoofdluidsprekers wordt weergegeven.
Wanneer het uitgangsniveau eenmaal is afgesteld, zal dit
voor alle digitale geluidsveldprogramma’s hetzelfde zijn.
Luidsprekers
MIDDEN
RECHTER SURROUND (Achter)
LINKER SURROUND (Achter)
SUBWOOFER
Afstelbereik (dB)
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot +10
MIN, –20 tot 0
Vooringestelde waarde
0
0
0
0
Vooringestelde waarde
20
5
20
5
20
16
49
9
40
16
44
Afstelbereik (ms)
15 t/m 30
0 t/m 15
15 t/m 30
0 t/m 15
15 t/m 30
1 t/m 99
1 t/m 99
1 t/m 99
1 t/m 99
1 t/m 99
1 t/m 99
Opmerking
De waarden van de vertragingstijd en het uitgangsniveau van de midden- en achterluidsprekers en subwoofer die u voor het laatst
hebt ingesteld, zullen in het geheugen bewaard blijven, ook wanneer dit apparaat in de standby-modus is gezet. Indien echter het
netsnoer gedurende langer dan één week niet aangesloten blijft, zullen automatisch weer de oorspronkelijke door de fabrikant
gemaakte instellingen van kracht worden.
DSP-A595-nl4 3/25/99, 4:08 PM298
299
Nederlands
7. D.RNG
(Afstelling van het dynamisch bereik)
Keuzes: MAX/STD/MIN
Vooringestelde waarde: MAX
* Deze afstelling heeft alleen effect wanneer de Dolby Digital
gedecodeerd is.
MAX: Het “dynamisch bereik” is het verschil tussen het
maximumniveau en het minimumniveau van geluid.
Het geluid van een film dat oorspronkelijk is gemaakt
voor bioscopen heeft een zeer breed dynamisch
bereik. Met de techniek van Dolby Digital kan het
oorspronkelijke geluid worden omgezet in een
audioformaat dat geschikt is voor de huiskamer,
maar hetzelfde brede dynamische bereik heeft als in
de bioscoop.
AFSTELLINGEN MET DE SET MENU-FUNCTIE
Met de volgende tien functies kunt u de prestaties van uw systeem optimaliseren en uw audio- en videomogelijkheden verder
uitbreiden.
1. CNTR (MIDDENLUIDSPREKER)
2. REAR (ACHTERLUIDSPREKER)
3. MAIN (HOOFDLUIDSPREKER)
4. BASS (LAGE-FREQUENTIEËFFECT
/LAGE-TONENUIT)
5. M.LVL (
BALANS HOOFDLUIDSPREKERS
)
Zie blz. 283 voor bijzonderheden over “1. CNTR”, “2. REAR”,
“3. MAIN”, “4. BASS” en “5. M.LVL”. (Wanneer u eenmaal de
juiste functies hebt gekozen, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen, tenzij er veranderingen in uw luidsprekersysteem
worden aangebracht.)
6. LFE [Afstelling van het uitgangsniveau
van het LFE- (lage-frequentieëffect)
kanaal]
Afstelbereik: –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
Vooringestelde waarde: 0 dB
* Deze afstelling heeft alleen effect wanneer de Dolby Digital
gedecodeerd is en de signalen van de gekozen bron die met
de Dolby Digital gecodeerd is, LFE-signalen bevat.
Met deze functie kan het niveau van het LFE- (lage-
frequentieëffect) kanaal worden afgesteld. Wanneer de LFE-
signalen worden vermengd met signalen van andere kanalen
om deze via dezelfde luidsprekers weer te geven, wordt de
verhouding van het LFE-signaalniveau ten opzichte van het
niveau van de andere signalen afgesteld. (Zie blz. 269 voor
bijzonderheden over het LFE-kanaal.)
6.
LFE (NIVEAU LAGE-FREQUENTIEËFFECT)
7. D.RNG (DYNAMISCH BEREIK)
8.
C.DELAY (VERTRAGING MIDDENKLANKEN)
9. GUARD (GEHEUGENBESCHERMING)
10.
INPUT (INGANGSFUNCTIE)
In deze stand wordt een bron die met de Dolby
Digital is gecodeerd, gereproduceerd met het brede
dynamische bereik van het oorspronkelijke geluid.
Hierdoor heeft het geluid hetzelfde effect als in de
bioscoop.
Deze stand is nog beter wanneer u kunt luisteren
naar een bron met een hoog uitgangsniveau in een
ruimte met speciale geluidsisolatie voor het afspelen
van audio- en video-opnamen.
STD (Standaard):
Geluid met een bioscoop-effect en een zeer breed
dynamisch bereik is niet altijd geschikt voor de
huiskamer. Op grond van de condities van uw
luisteromgeving is het niet altijd mogelijk om het
uitgangsniveau van het geluid te verhogen tot een
niveau zoals gebruikelijk is in een bioscoop. Bij een
niveau dat geschikt is voor uw huiskamer kunnen de
lage tonen van de geluidsbron echter niet zo goed
worden gehoord omdat ze verloren zullen gaan door
storende geluiden in uw omgeving.
Met de techniek van Dolby Digital is het nu ook
mogelijk om het dynamische bereik van een
oorspronkelijk geluidsspoor zodanig te verminderen
dat het geschikt is om te worden beluisterd in de
huiskamer. Om dit te bewerkstelligen, worden de
geluidsdata “gecomprimeerd”.
In deze stand wordt een bron die met de Dolby
Digital gecodeerd is, gereproduceerd met het
“gecomprimeerde” dynamische bereik van de bron
zodat het geluid op een lager niveau kan worden
beluisterd.
MIN: In deze stand wordt het dynamische bereik meer
verminderd dan in de stand STD.
Deze stand is effectief wanneer u een bron op een
lager niveau moet beluisteren.
DSP-A595-nl5 3/25/99, 4:08 PM299
300
Afstelmethode
Tijdens het opvolgen van de onderstaande aanwijzingen dient
u naar de informatie op het display van het apparaat te kijken.
8. C.DELAY [Afstelling
van de vertraging van middenklanken
(dialoog enz.)]
Afstelbereik: 0 ms tot 5 ms (in stappen van 1 ms)
Vooringestelde waarde: 0 ms
* Deze afstelling werkt alleen wanneer de Dolby Digital
gedecodeerd is en de signalen van de gekozen bron die met
de Dolby Digital gecodeerd is, middenkanaalsignalen
bevatten.
Met deze functie kunt u de vertragingstijd tussen de
hoofdgeluiden (bij de hoofdkanalen) en dialoog enz. (bij het
middenkanaal) afstellen.
Hoe hoger de waarde, des te later de dialoog enz. zal worden
voortgebracht.
Deze functie is bedoeld om ervoor te zorgen dat de geluiden uit
de linker hoofd- en middenluidspreker en de rechter
hoofdluidspreker uw luisterpositie op hetzelfde moment
bereiken. Dit wordt bewerkstelligd door het geluid van de
middenluidspreker te vertragen indien de afstand van de
middenluidspreker tot uw luisterpositie korter is dan de afstand
van de linker of rechter hoofdluidspreker tot uw luisterpositie.
9. GUARD
Keuzes: ON/OFF
Vooringestelde stand: OFF
Indien u wilt voorkomen dat SET MENU en andere afstellingen
op dit apparaat abusievelijk worden gewijzigd, kiest u ON. De
onderstaande functies kunnen met deze bedieningshandeling
worden vergrendeld:
Functies in de SET MENU-functie
Functies in de TIME/LEVEL-functie
Functies bij gebruikmaking van TEST
10. INPUT (Keuze van de aanvankelijke
ingangsfunctie van de bronnen die
zijn aangesloten op de TV/DBS-
aansluitingen)
Voor de bronnen die alleen zijn aangesloten op de TV/DBS-
aansluitingen van dit apparaat kunt u aangeven welke
ingangsfunctie er bij inschakeling van dit apparaat automatisch
gekozen moet worden.
AUTO: In deze stand wordt bij inschakeling van dit apparaat
altijd de AUTO-ingangsfunctie gekozen.
LAST: In deze stand wordt de ingangsfunctie die u het
laatst hebt gekozen, in het geheugen vastgelegd. De
ingangsfunctie blijft ongewijzigd, ook wanneer dit
apparaat wordt ingeschakeld.
* Zie blz. 290 voor bijzonderheden over het omschakelen van
de ingangsfunctie.
Bij gebruikmaking van de afstandsbediening moet de
KEUZESCHAKELAAR op de afstandsbediening in de stand
AMP/TUN of DSP gezet worden.
of
Druk het benodigde aantal keren op SET MENU zodat de titel
van de functie die u wilt wijzigen op het display verschijnt.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
* Na eenmaal indrukken van SET MENU op de
afstandsbediening kunt u ook de titel kiezen door indrukken
van
. (Door indrukken van gaat u één keuzepositie terug.)
Druk op “+” of “” om de gewenste stand te kiezen of om
bepaalde instellingen van de functie te wijzigen.
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Herhaal deze stappen om desgewenst de instellingen van
andere functies te wijzigen en aan te passen.
DSP-A595-nl5 3/25/99, 4:08 PM300
301
Nederlands
Met deze afstandsbediening kunt u niet alleen dit apparaat bedienen, maar ook de daarop aangesloten apparatuur. De
afstandsbediening is door de fabrikant ingesteld op bediening van dit apparaat en de meeste geluidsapparatuur van YAMAHA. Voor
het bedienen van apparatuur van andere merken moet u de afstandsbediening voorprogrammeren door gebruikmaking van de op
blz. 311 t/m 322 vermelde codes van de fabrikant.
2 Druk op de gewenste bedieningstoets.
Opmerking:
Druk op de toets terwijl u de afstandsbediening
in de richting van het voorpaneel houdt.
AFSTANDSBEDIENING
Basisbediening
1 Draai de KEUZESCHAKELAAR om de component te
kiezen die u wilt bedienen.
Opmerking:Draai de KEUZESCHAKELAAR totdat deze
met een klik tot stilstand komt.
Apparatuur waarvoor deze afstandsbediening werkt
Bij gebruikmaking van deze afstandsbediening voor het bedienen van aangesloten apparatuur hebt u de keuze uit negen standen
die u kunt kiezen door het verdraaien van de KEUZESCHAKELAAR. Deze standen zijn achtereenvolgens:
KEUZE-
SCHAKELAAR
Opmerkingen
1.
Bij de standen die in de tabel gearceerd zijn, kunt u de code van de fabrikant van de betreffende apparatuur voorprogrammeren.
Voor elke stand kunt u slechts één code voorprogrammeren. Voor bijzonderheden, zie “INSTELCODES” op blz. 306.
2. De standen DVD/LD en DVD MENU
Bij het voorprogrammeren van de code voor een DVD- of LD-speler moet de KEUZESCHAKELAAR op DVD/LD staan.
De code die u voorprogrammeert voor de stand DVD/LD wordt tegelijkertijd ook voorgeprogrammeerd voor de stand DVD MENU.
Wanneer de KEUZESCHAKELAAR op DVD MENU staat, kunt u niet de code voor een DVD-speler voorprogrammeren.
Bij bepaalde DVD-spelers kunnen er geen DVD MENU-bedieningshandelingen worden verricht.
3. Bij gebruikmaking van een tweede (en derde) videorecorder (voor bijzonderheden, zie “Gebruik van een tweede (en derde)
videorecorder” op blz. 306)
Indien u geen CBL/DBS (kabel-TV of DBS-tuner) gebruikt, kan de tweede (of derde) videorecorder worden
voorgeprogrammeerd door gebruikmaking van de stand CBL/DBS.
Indien u geen DVD-speler gebruikt, kan de tweede (of derde) videorecorder worden voorgeprogrammeerd door
gebruikmaking van de stand DVD MENU. In dat geval dient u een code voor een LD-speler voor te programmeren voor de
stand DVD/LD, zelfs indien u geen LD-speler gebruikt.
DVD/LD & DVD MENU:
Een LD-speler kan worden bediend door gebruikmaking van
de stand DVD/LD. Een DVD-speler kan worden bediend door
gebruikmaking van de standen DVD/LD en DVD MENU. Voor
gebruikmaking van de YAMAHA DVD-speler (DVD-1000 of
DVD-S700) dient u altijd code “4490” te programmeren.
AMP/TUN:
Met de KEUZESCHAKELAAR in deze
stand kunt u de basisfuncties
van dit apparaat gebruiken en
een YAMAHA-tuner bedienen.
TAPE/MD:
De code voor een YAMAHA-tapedeck is
voorgeprogrammeerd. (Voor bediening van een YAMAHA MD-
recorder moet u de juiste code voorprogrammeren.)
CD:
De code voor een CD-speler van YAMAHA is voorgeprogrammeerd.
DSP:
Voor bediening van dit apparaat en directe keuze van DSP-
programma’s
VCR:
Voor bediening van een videorecorder
CBL/DBS:
Voor bediening van een
kabel-TV of DBS-tuner
TV:
Voor bediening van een
TV
Indicatie
Wanneer de toets wordt ingedrukt, zal
deze indicatie knipperen.
In dit venster wordt de naam
van de component
aangegeven.
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:08 PM301
302
AMP/TUN
1 POWER
Druk op deze toets om het apparaat in te schakelen.
2 INPUT
Druk op deze toetsen om de programmabron te kiezen.
3 EXT. DEC.
Druk op deze toets wanneer u gebruikmaakt van een externe
decoder.
4 A/B/C/D/E
Druk op deze toets om bij gebruikmaking van de YAMAHA-
tuner een groep voorkeuzezenders te kiezen.
5 DSP-keuzetoets
Druk op deze toets. De indicatie zal ongeveer drie seconden
knipperen. Kies binnen deze drie seconden een DSP-programma
door gebruikmaking van de cijfertoetsen (1 t/m 8). Nadat de
indicatie is uitgegaan, kunt u geen DSP-programma meer kiezen.
6 PRESET (+/–)
Druk op deze toetsen om bij gebruikmaking van de YAMAHA-
tuner het nummer van de gewenste voorkeuzezender te kiezen.
7 VOLUME ( )
Druk op deze toetsen om het volumeniveau af te stellen.
8 MUTE
Druk op deze toets om het geluid te dempen. Om de
dempingsfunctie te annuleren, drukt u nog eenmaal op deze
toets of op de bedieningstoetsen van dit apparaat.
9 SLEEP
Druk op deze toets om de SLEEP-timer in te stellen.
q (LEFT)
Druk op deze toets om de instelling van de SET MENU-functie
en de TIME/LEVEL-functie te wijzigen.
r TIME/LEVEL
Druk op deze toets om het onderdeel in de TIME/LEVEL-
functie te kiezen.
t STANDBY
Druk op deze toets om het apparaat in de standby-functie te
zetten.
y TEST
Druk op deze toets om een testtoon weer te geven voor het
afstellen van het uitgangsniveau van de luidsprekers.
u EFCT (EFFECT) ON/OFF
Druk op deze toets om het DSP-programma in of uit te
schakelen.
p (BACK)
Druk op deze toets om in de SET MENU-functie en TIME/
LEVEL-functie één keuzepositie achteruit te gaan.
a (RIGHT)
Druk op deze toets om de instellingen van de SET MENU-
functie en de TIME/LEVEL-functie te wijzigen.
s (NEXT)
Druk op deze toets om in de SET MENU-functie en TIME/
LEVEL-functie één keuzepositie vooruit te gaan.
f SET MENU
Druk op deze toets om de functie in de SET MENU-functie te
kiezen.
2 DSP-programma
Druk op deze toetsen om het DSP-programma (1 t/m 8) te
kiezen. Bij het kiezen van de ingangsbron dient u de
KEUZESCHAKELAAR in de stand AMP/TUN te zetten.
Opmerking: Alle toetsen behalve DSP-programma hebben
dezelfde functie als in de stand AMP/TUN.
t
1
2
3
7
5
4
8
9
u
y
f
s
a
p
r
q
6
2
DSP
Indicatievenster:
Hierin verschijnen de
namen van de
componenten die
bediend kunnen
worden.
KEUZESCHAKELAAR:
Hiermee kiest u de
componenten die
bediend moeten
worden.
Zwak gekleurde toetsen werken niet.
(TV VOLUME)
(TV POWER)
Opmerking: TV POWER en TV VOLUME werken indien u de code voor uw TV hebt voorgeprogrammeerd.
Indicatie:
Wanneer de toets
wordt ingedrukt,
knippert deze indicatie
met rood licht.
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:08 PM302
303
Nederlands
Zwak gekleurde toetsen werken niet. Zie “AMP/TUN” op blz. 302 voor de toetsen die hier niet zijn beschreven.
Voor bijzonderheden, zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende apparatuur.
1
q
e
w
6
d
s
p
CD
TAPE/MD
1
0
q
w
e
p
o
i
a
s
d
Opmerkingen: TV POWER en TV VOLUME werken indien u de code voor uw TV hebt voorgeprogrammeerd.
Zorg dat u voor uw MD-recorder vooraf de juiste code hebt ingesteld.
TAPE
1 POWER
Druk op deze toets om dit apparaat in te schakelen terwijl de
standaardinstellingen van kracht zijn. (De code voor een
YAMAHA-tapedeck is voorgeprogrammeerd als de
standaardcode.) Indien er andere codes zijn
voorgeprogrammeerd, zullen alleen de voorgeprogrammeerde
tapedecks welke zijn voorzien van een afstandsbediening met
POWER-toets worden ingeschakeld.
0 (REC/PAUSE)
Druk op deze toets om tijdens het opnemen van een tapedeck
te pauzeren.
q DIR A
Druk op deze toets om de tape in deck A in de aangegeven
richting af te spelen.
w (PLAY)
Druk op deze toets om een tape af te spelen.
e (REWIND)
Druk op deze toets om een tape terug te spoelen.
o DECK A/B
Druk op deze toets om het dubbele cassette-tapedeck A of B
te kiezen.
a DIR B
Druk op deze toets om de tape in deck B in de aangegeven
richting af te spelen.
s (STOP)
Druk op deze toets om de tape stop te zetten.
d (FAST FORWARD)
Druk op deze toets om de tape snel vooruit te spoelen.
MD
1 POWER
Druk op deze toets om dit
apparaat in te schakelen
wanneer u de code voor de
YAMAHA MD-recorder hebt
voorgepro-grammeerd. Indien
er andere codes zijn
voorgeprogrammeerd,
zullen alleen de
voorgeprogrammeerde MD-
recorders welke zijn voorzien
van een afstandsbediening
met POWER-toets worden
ingeschakeld.
0 (REC/PAUSE)
q (SKIP)
w (PLAY)
e (BACKWARD)
i DISPLAY
p (PAUSE)
a (SKIP)
s (STOP)
d (FAST FORWARD)
DISPLAY
(TV
VOLUME)
(TV
POWER)
(TV
VOLUME)
(TV
POWER)
(TV INPUT)
Opmerking: TV POWER, TV VOLUME en TV INPUT werken indien u de code voor uw
TV hebt voorgeprogrammeerd.
1
POWER
Druk op deze toets om dit apparaat in te schakelen terwijl de standaardinstellingen van kracht
zijn. (De code voor een YAMAHA CD-speler is voorgeprogrammeerd als de standaardcode.)
Indien er andere codes zijn voorgeprogrammeerd, zullen alleen de voorgeprogrammeerde
CD-spelers welke zijn voorzien van een afstandsbediening met POWER-toets worden
ingeschakeld.
6
DISC SKIP (+/–)
Druk op deze toets om rechtstreeks naar de volgende of vorige CD over te gaan.
q
, (SKIP)
Druk op om rechtstreeks naar het volgende muziekstuk over te gaan.
Druk op
om rechtstreeks naar het vorige muziekstuk over te gaan.
w
(PLAY)
Druk op deze toets om een CD af te spelen.
e
(BACKWARD)
Druk op deze toets om het muziekstuk dat op dat moment wordt afgespeeld, terug te spoelen.
p
(PAUSE)
Druk op deze toets om tijdens bediening te pauzeren. Deze toets werkt als PAUSE/STOP
(pauze/stop)-toets voor het bedienen van YAMAHA CD-spelers terwijl de
standaardinstellingen van kracht zijn.
s
(STOP)
Druk op deze toets om de bediening stop te zetten. Deze toets werkt als PAUSE/STOP
(pauze/stop)-toets voor het bedienen van YAMAHA CD-spelers terwijl de
standaardinstellingen van kracht zijn.
d
(FAST FORWARD)
Druk op deze toets om het muziekstuk dat op dat moment wordt afgespeeld, snel vooruit te
spoelen.
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:08 PM303
304
DVD MENU
Zwak gekleurde toetsen werken niet. Zie “AMP/TUN” op blz. 302 voor de toetsen die hier niet zijn beschreven.
Voor bijzonderheden, zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende apparatuur.
POWER
(DVD) Druk op deze toets om dit apparaat in te
schakelen terwijl de standaardinstellingen van kracht
zijn. (De code voor een YAMAHA DVD-speler is
voorgeprogrammeerd als de standaardcode.) Indien
er andere codes zijn voorgeprogrammeerd, zullen
alleen de voorgeprogrammeerde DVD-spelers welke
zijn voorzien van een afstandsbediening met
POWER-toets worden ingeschakeld.
(LD) Druk op deze toets om dit
apparaat in te schakelen wanneer u de
code voor de YAMAHA LD-speler hebt
voorgeprogrammeerd. Indien er andere
codes zijn voorgeprogrammeerd, zullen
alleen de voorgeprogrammeerde
LD-spelers welke zijn voorzien van een
afstandsbediening met POWER-toets
worden ingeschakeld.
DISC SKIP
SKIP/SEARCH
PLAY
SUBTITLE (DVD)/BACKWARD (LD)
SUBTITLE ON/OFF (DVD)
DISPLAY
PAUSE
STOP
ANGLE (DVD)/FAST FORWARD (LD)
AUDIO (DVD)
POWER
(DVD) Druk op deze toets om dit apparaat in te
schakelen terwijl de standaardinstellingen van kracht
zijn. (De code voor een YAMAHA DVD-speler is
voorgeprogrammeerd als de standaardcode.) Indien
er andere codes zijn voorgeprogrammeerd, zullen
alleen de voorgeprogrammeerde DVD-spelers welke
zijn voorzien van een afstandsbediening met
POWER-toets worden ingeschakeld.
Cijfertoetsen
+10
DISC SKIP
MENU LEFT
MENU SELECT
SET UP
TITLE
CLEAR
TITLE/INDEX
MENU UP
MENU RIGHT
MENU DOWN
RETURN
MENU
Opmerking: TV POWER, TV VOLUME en TV INPUT
werken indien u de code voor uw
TV hebt voorgeprogrammeerd.
DVD/LD
Opmerking: TV POWER, TV VOLUME en TV INPUT
werken indien u de code voor uw
TV hebt voorgeprogrammeerd.
(TV POWER)
(TV VOLUME)
(TV INPUT)
(TV POWER)
(TV VOLUME)
(TV INPUT)
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:08 PM304
305
Nederlands
CBL/DBS
Opmerking: TV POWER, TV VOLUME en
TV INPUT werken indien u de
code voor uw TV hebt
voorgeprogrammeerd.
VCR
Opmerking:
TV POWER, TV VOLUME en TV INPUT werken indien
u de code voor uw TV hebt voorgeprogrammeerd.
POWER
DISPLAY
CHANNEL
CHANNEL ENTER
VCR REC
Druk tweemaal op deze
toets om met opnemen
te beginnen.
CHANNEL UP DOWN
PLAY
REWIND
PAUSE
STOP
FAST FORWARD
POWER
DISPLAY
CHANNEL
CHANNEL ENTER
MENU LEFT
CHANNEL UP DOWN
MENU SELECT
MENU UP
MENU RIGHT
MENU DOWN
+100
RECALL
MENU
TV
Opmerking:
U kunt uw videorecorder bedienen wanneer u de
bijbehorende code hebt voorgeprogrammeerd.
DISPLAY
CHANNEL
CHANNEL ENTER
TV MUTE
CHANNEL UP DOWN
TV SLEEP
TV POWER
TV INPUT
TV EFFECT ON/OFF
TV VOLUME
Zwak gekleurde toetsen werken niet. Zie “AMP/TUN” op blz. 302 voor de toetsen die hier niet zijn beschreven.
Voor bijzonderheden, zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende apparatuur.
(TV VOLUME)
(TV INPUT)
(TV POWER)
(TV VOLUME)
(TV INPUT)
(VCR REC
Druck tweemaal op deze toets.
)
(VCR REWIND)
(VCR PLAY)
(VCR PAUSE)
(VCR STOP)
(VCR FAST
FORWARD)
(TV POWER)
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:09 PM305
306
INSTELCODES
Indien u de stand DVD MENU gebruikt
voor een tweede (of derde) videorecorder,
moet u een code voor een LD-speler
voorprogrammeren voor de stand DVD/LD.
1.
Schakel de videorecorder in die u
wilt gebruiken.
2. Zet de KEUZESCHAKELAAR in de
stand CBL/DBS of DVD MENU.
3. Druk beide VOLUME-toetsen
(
) gelijktijdig in totdat de
indicatie tweemaal knippert.
4. Druk op MUTE.
5. Gebruik de cijfertoetsen om de
viercijferige code voor een tweede (of
derde) videorecorder in te voeren.
Zorg dat de indicatie tweemaal
knippert. Indien de indicatie niet
knippert, herhaal dan stap 3 en 4 en
voer de code opnieuw in.
6.
Druk op POWER (of een andere
willekeurige toets) op de
afstandsbediening om te controleren
of u de code correct hebt
voorgeprogrammeerd. Indien de
videorecorder niet met de
afstandsbediening kan worden
bediend, probeer het dan opnieuw
door het invoeren van een andere
code van dezelfde fabrikant.
Voor bediening van uw
componenten
(MD-recorder, DVD-speler, TV enz.)
1. Schakel de component in die u wilt
gebruiken.
2. Zet de KEUZESCHAKELAAR op de
gewenste component (TAPE/MD,
DVD/LD, TV enz.)
3. Druk beide VOLUME-toetsen
(
) gelijktijdig in totdat de
indicatie tweemaal knippert.
4. Gebruik de cijfertoetsen om de
viercijferige code van de fabrikant van
de component die u wilt gebruiken, in
te voeren. Zorg dat de indicatie
tweemaal knippert. Indien de indicatie
niet knippert, herhaal dan stap 3 en
voer de code opnieuw in.
5.
Druk op POWER (of een andere
willekeurige toets) op de
afstandsbediening om te controleren
of u de juiste code hebt voorgepro-
grammeerd. Indien de component niet
met de afstandsbediening kan worden
bediend, probeer het dan opnieuw
door het invoeren van een andere
code van dezelfde fabrikant.
Gebruik van een tweede (en
derde) videorecorder
U kunt de standen CBL/DBS en/of DVD
MENU gebruiken voor bediening van een
tweede (en/of derde) videorecorder indien
u geen CBL (of DBS) of DVD-speler
gebruikt.
Terugkeren naar de
standaardcode
Om voor alle componenten weer de
standaardcode te gebruiken, dient u de
volgende stappen op te volgen:
1. Druk beide VOLUME-toetsen
(
) gelijktijdig in totdat de
indicatie tweemaal knippert.
2. Voer als code het cijfer “9987” in.
3. Zorg dat de indicatie tweemaal
knippert.
Om voor elke afzonderlijke component
weer de standaardcode te gebruiken,
dient u de volgende stappen op te volgen:
1. Zet de KEUZESCHAKELAAR weer
op de component waarvoor u weer de
standaardcode wilt gebruiken.
2. Druk beide VOLUME-toetsen
(
) gelijktijdig in totdat de
indicatie tweemaal knippert.
3. Voer als code het cijfer “9999” in.
4. Zorg dat de indicatie tweemaal
knippert
.
De volgende codes zijn voorgepro-
grammeerd als standaardcodes:
Standaardcodes
STAND
Component Code
*1
Code
*2
TV TV 0037 0047
CBL/DBS DBS-tuner 2455 2566
VCR Video-
recorder
3072 3060
DVD/LD DVD-speler
4545 YAMAHA
CD CD-speler
6187 YAMAHA
TAPE/MD Tapedeck
8524 YAMAHA
*1: Modellen voor het Verenigd
Koninkrijk en Europa
*2: Modellen voor China en algemene
modellen
Het is raadzaam om alle
voorgeprogrammeerde codes te noteren
op de “Quick Reference Card”.
Voorprogrammeren van de afstandsbediening
Volg de onderstaande aanwijzingen op om de afstandsbediening voor te programmeren voor de apparatuur die u ermee wilt bedienen.
Opmerking: Indien de betreffende component niet reageert op de vermelde codes van de fabrikant, gebruik dan de
afstandsbediening die oorspronkelijk met de component werd meegeleverd.
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:09 PM306
307
Nederlands
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE
AFSTANDSBEDIENING
Plaatsing van de batterijen
Vervanging van de batterijen
Indien de afstandsbediening alleen werkt wanneer deze dichtbij
dit apparaat wordt gehouden, zijn de batterijen bijna uitgeput.
In dat geval dient u beide batterijen te vernieuwen.
Het vernieuwen van de batterijen mag hooguit circa twee
minuten in beslag nemen. Indien het meer dan twee minuten
in beslag neemt, zullen de voorgeprogrammeerde codes van
de afstandsbediening verloren gaan en de standaardcodes
weer van kracht worden.
Opmerkingen
Gebruik voor het vernieuwen uitsluitend AA, R6, UM-3
batterijen.
Zorg dat de polariteit correct is.
(Zie de afbeelding binnenin de batterijruimte.)
Verwijder de batterijen wanneer u de afstandsbediening
lange tijd niet denkt te gebruiken.
Indien de batterijen lekken, dienen deze onmiddellijk te
worden weggedaan. Raak het gelekte materiaal niet aan en
voorkom dat het in aanraking komt met kleding, enz.
Alvorens u de nieuwe batterijen plaatst, dient u de
batterijruimte grondig te reinigen.
Werkbereik van de afstandsbediening
Opmerkingen
Tussen de afstandsbediening en dit apparaat mogen zich
geen grote obstakels bevingdn.
Indien de afstandsbedieningssensor rechtstreeks wordt
blootgesteld aan fel licht (vooral doordringende
fluorescerende verlichting, enz.) kan dit tot gevolg hebben
dat de afstandsbediening niet goed zal werken. In dat geval
dient u dit apparaat zodanig te verplaatsen dat het niet
rechtstreeks wordt blootgesteld aan fel licht.
1
2
3
Afstandsbedienings-
sensor
Werkbereik van
circa 6 m
DSP-A595-nl6 3/25/99, 4:09 PM307
308
STORINGSINDICATIE
Het apparaat wordt niet ingeschakeld
wanneer
STANDBY/ON wordt ingedrukt, of
wordt spoedig na inschakeling
plotseling weer uitgeschakeld.
Het apparaat werkt niet normaal.
Geen geluid of geen beeld.
Geen beeld.
Het geluid valt plotseling weg.
Het geluid komt slechts uit één
luidspreker aan de zijkant.
Het geluid “bromt”.
Tijdens het afspelen van een
grammofoonplaat is het
volumeniveau te laag.
Het volumeniveau kan niet worden
verhoogd of het geluid is vervormd.
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker van het apparaat zit niet
(goed) in het stopcontact.
De IMPEADANCE SELECTOR op het
achterpaneel is niet helemaal in de
bovenste of onderste stand gezet.
Tijdens het gebruik van dit apparaat is
er sprake van beïnvloeding door
krachtige storing van buiten (bliksem,
overmatige statische elektriciteit, enz.)
of foutieve bediening.
De uitgangssignaalkabels zijn verkeerd
aangesloten.
De juiste ingangsbron is niet gekozen.
De SPEAKERS-aansluitingen zijn niet
goed ingesteld.
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Er is geen S-videoaansluiting tussen dit
apparaat en de TV, ook al worden er S-
videosignalen in dit apparaat ingevoerd.
De beveiligingsketen werd in werking
gesteld als gevolg van kortsluiting, enz.
De SLEEP-timer is in werking getreden.
BALANCE is verkeerd afgesteld.
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
De kabels zijn verkeerd aangesloten.
Er is geen verbinding van de
platenspeler naar de GND-aansluiting.
De grammofoonplaat wordt afgespeeld
op een platenspeler met een MC-
element.
De stroomtoevoer naar de component
die is aangesloten op de REC OUT-
aansluitingen van dit apparaat, is
uitgeschakeld.
OPLOSSING
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Zet de schakelaar helemaal in de
bovenste of onderste stand.
Schakel dit apparaat uit en trek de
stekker ervan uit het stopcontact. Na
ongeveer 30 seconden steekt u de
stekker weer in het stopcontact en
schakelt u het apparaat opnieuw in.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan.
Indien het probleem blijft voortbestaan,
zijn de kabels mogelijk defect.
Kies de juiste ingangskeuzebron met
behulp van INPUT.
Zet SPEAKERS voor de gebruikte
luidsprekers op ON.
Maak de aansluitingen goed vast.
Verbind de S VIDEO MONITOR OUT-
aansluiting van dit apparaat met de S-
video-ingangsaansluiting van de TV.
Zet de beveiligingsketen weer in de
oorspronkelijke stand door het apparaat
eerst uit en daarna weer in te schakelen.
Schakel de SLEEP-timer uit.
Zet de regelaar in de juiste stand.
Sluit de kabels op de juiste wijze aan.
Indien het probleem blijft voortbestaan,
zijn de kabels mogelijk defect.
Sluit de audiostekkers stevig aan.
Indien het probleem blijft voortbestaan,
zijn de kabels mogelijk defect.
Maak de GND-verbinding tussen de
platenspeler en dit apparaat.
De platenspeler dient via de MC-
hoofdversterker op dit apparaat
aangesloten te worden.
Schakel de stroomtoevoer naar de
component in.
Versterker
FOUTOPSPORING
Indien het apparaat niet normaal functioneert, controleer dan de volgende punten om na te gaan of het probleem verholpen kan
worden door de eenvoudige maatregelen te nemen die hieronder worden gesuggereerd. Indien het probleem niet kan worden
verholpen of indien het probleem niet in de kolom STORINGSINDICATIE vermeld staat, trek dan de stekker van het apparaat uit
het stopcontact en neem voor verdere hulp contact op met uw erkende YAMAHA-dealer of reparatiedienst.
DSP-A595-nl7 3/25/99, 4:09 PM308
309
Nederlands
STORINGSINDICATIE
Er komt geen geluid uit de
achterluidsprekers.
Er komt geen geluid uit de
middenluidspreker.
De afstandsbediening werkt niet.
Wanneer er met een hoofdtelefoon
wordt geluisterd naar een CD-speler
of tapedeck dat is aangesloten op dit
apparaat, verslechtert de kwaliteit
van het geluid.
MOGELIJKE OORZAAK
Het uitgangsniveau van het geluid van
de achterluidsprekers is op de laagste
stand ingesteld.
Er wordt een mono-geluidsbron
afgespeeld in de modus DOLBY PRO
LOGIC of DOLBY PRO LOGIC
ENHANCED.
Het uitgangsniveau van het geluid van
de middenluidspreker is op de laagste
stand ingesteld.
De middenkanaalfunctie is ingesteld op
NONE.
Het verkeerde geluidsveldprogramma is
gekozen.
De afstandsbedieningssensor van het
hoofdapparaat wordt blootgesteld aan
direct zonlicht of verlichting (van
doordringende fluorescerende
verlichting, enz.).
De code van de fabrikant is niet goed
ingesteld.
De code van de fabrikant van de te
bedienen component is niet goed
ingesteld.
De te bedienen component is niet
gekozen.
De stroomtoevoer naar dit apparaat is
niet ingeschakeld.
OPLOSSING
Verhoog het uitgangsniveau van het
geluid van de achterste luidsprekers.
Kies een ander geluidsveldprogramma
dat geschikt is voor de mono-
geluidsbron.
Verhoog het uitgangsniveau van het
geluid van de middenluidspreker.
Kies LARGE of SMALL.
Kies het juiste programma.
Verander de positie van het
hoofdapparaat.
Stel de code opnieuw in.
Probeer het met een andere code van
dezelfde fabrikant.
Zet de KEUZESCHAKELAAR in de
juiste stand.
Schakel de stroomtoevoer naar het
apparaat in.
Afstandsbediening
Overige
Versterker
DSP-A595-nl7 3/25/99, 4:09 PM309
310
AUDIO-GEDEELTE
Minimum RMS-uitgangsvermogen
Hoofd links, rechts
8 ohm, 20 Hz tot 20 kHz, 0,04% totale
harmonische vervorming ........ 65 W + 65 W
Midden
8 ohm, 20 Hz tot 20 kHz, 0,04% totale
harmonische vervorming .................... 65 W
Achter links, rechts
8 ohm, 20 Hz tot 20 kHz, 0,04% totale
harmonische vervorming ........ 65 W + 65 W
Maximum vermogen
[alleen modellen voor China en algemene
modellen]
Hoofd links, rechts
8 ohm, 1 kHz, 10 % totale harmonische
vervorming ....................... 105 W + 105 W
Midden
8 ohm, 1 kHz, 10 % totale harmonische
vervorming ...................................... 105 W
Achter links, rechts
8 ohm, 1 kHz, 10 % totale harmonische
vervorming ....................... 105 W + 105 W
Dynamisch vermogen per kanaal
(IHF-meetmethode voor vrij dynamisch bereik)
8/6/4/2 ohm .................... 90/110/135/160 W
DIN-standaard uitgangsvermogen per kanaal
[alleen modellen voor Europa]
4 ohm, 1 kHz, 0,7% totale harmonische
vervorming......................................... 110 W
IEC-vermogen
[alleen modellen voor Europa]
8 ohm, 1 kHz, 0,04% totale harmonische
vervorming.............................. 75 W + 75 W
Vermogensbandbreedte
8 ohm, 35 W, 0,1% totale harmonische
vervorming.........................10 Hz tot 50 kHz
Dempingsfactor (SPEAKERS A)
8 ohm, 20 Hz tot 20 kHz ........... minimaal 60
Ingangsgevoeligheid/Impedantie
PHONO MM ..................... 2,5 mV/47 k-ohm
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX ..................... 150 mV/47 k-ohm
EXT. DECODER
MAIN L/R ...................... 150 mV/47 k-ohm
CENTER/SURROUND L/R/SUBWOOFER
...................................... 150 mV/40 k-ohm
Maximum ingangssignaalniveau
PHONO MM
1 kHz, 0,1% totale harmonische
vervorming .....................minimaal 100 mV
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX (EFFECT ON)
1 kHz, 0,5% totale harmonische
vervorming .........................minimaal 2,2 V
Uitgangsniveau/Impedantie
REC OUT ....................... 150 mV/1,2 k-ohm
PRE OUT
[allen modellen voor het Verenigd
Koninkrijk en Europa]....... 2,1 V/1,2 k-ohm
SUBWOOFER
(MAIN SP: SMALL) .......... 4,0 V/1,2 k-ohm
Nominaal uitgangsvermogen/impedantie van
hoofdtelefoon-ingang:
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX ingangsvermogen,
1 kHz, 150 mV, 8 ohm ...........
0,5 V/390 ohm
Frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX naar MAIN L/R SP OUT
.................................................... 0±0,5 dB
RIAA-balansafwijking
PHONO MM .................................. 0±0,5 dB
Totale harmonische vervorming
(20 Hz tot 20 kHz)
PHONO MM naar REC OUT
1 V...................................maximaal 0,02%
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX naar MAIN L/R SP OUT
(EFFECT OUT)
8 ohm, 35 W..................maximaal 0,025%
Signaal/ruis-verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO MM naar REC OUT
(5 mV, ingangssignaal kortgesloten)
[modellen voor het Verenigd Koninkrijk en
Europa] .............................minimaal 81 dB
[modellen voor China en algemene
modellen] ..........................minimaal 86 dB
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX naar SP OUT (EFFECT OFF)
(150 mV, ingangssignaal kortgesloten)
..........................................minimaal 96 dB
Reststoring (IHF-A netwerk)
MAIN L/R SP OUT............maximaal 150 µV
Kanaalscheiding
(Vol. –30 dB, EFFECT OFF)
PHONO MM
(ingangssignaal kortgesloten, 1 kHz/10 kHz)
................minimaal 60 dB/minimaal 55 dB
CD/TAPE·MD/DVD·LD/TV·DBS/VCR/
VIDEO AUX
(ingangsvermogen 5,1 k-ohm beëindigd,
1 kHz/10 kHz)
................minimaal 60 dB/minimaal 45 dB
Karakteristieken van klankregeling
BASS: Versterking/afsluiting
............................ ±10 dB (50 Hz)
Omzetfrequentie .............. 350 Hz
TREBLE: Versterking/afsluiting
.......................... ±10 dB (20 kHz)
Omzetfrequentie ............. 3,5 kHz
Filterkarakteristieken
MAIN L/R, REAR L/R (SPEAKER: SMALL)
(H.P.F.) .................... fc = 90 Hz, 12 dB/oct.
SUBWOOFER
(L.P.F.) ..................... fc = 90 Hz, 18 dB/oct.
VIDEO-GEDEELTE
Videosignaaltype
[modellen voor het Verenigd Koninkrijk en
Europa] ..................................................PAL
[modellen voor China en algemene
modellen] .................................... NTSC/PAL
Videosignaalniveau ................. 1 Vp-p/75 ohm
S-videosignaalniveau
Y ...........................................1 Vp-p/75 ohm
C ....................................0,286 Vp-p/75 ohm
Maximum ingangsniveau
..................................... minimaal 1,5 Vp-p
Signaal/ruis-verhouding
..........................................minimaal 50 dB
Frequentiebereik monitor-uit
............................. 5 Hz tot 10 MHz, –3 dB
ALGEMEEN
Vereiste spanning
[modellen voor het Verenigd Koninkrijk en
Europa] ..............230 V wisselstroom, 50 Hz
[modellen voor China]
........................220 V wisselstroom, 50 Hz
[algemene modellen]
110/120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
[modellen voor het Verenigd Koninkrijk en
Europa] .............................................. 300 W
[modellen voor China en algemene
modellen] ........................................... 310 W
Maximaal stroomverbruik
[alleen algemene modellen]
5 kanalen, 10% totale harmonische
vervorming ...................................... 650 W
Netspanningsaansluitingen
3 geschakelde netspanningsaansluitingen
[modellen voor China en algemene
modellen] ... max. totaal vermogen: 100 W
2 geschakelde netspanningsaansluitingen
[modellen voor Europa]
................... max. totaal vermogen: 100 W
1 geschakelde netspanningsaansluiting
[modellen voor Verenigd Koninkrijk]
................... max. totaal vermogen: 100 W
Afmetingen (L x H x B)
..................................435 x 151 x 391 mm
Gewicht ...............................................12,5 kg
Toebehoren .......................Afstandsbediening
Batterijen
Alle specificaties zijn onder voorbehoud en
kunnen zonder nadere kennisgeving worden
gewijzigd.
SPECIFICATIES
DSP-A595-nl7 3/25/99, 4:09 PM310
/