7. Werp zwaar beschadigde of volledig uit-
geputte accu’s niet in het vuur, omdat een
gevaarlijke explosie er het gevolg van kan zijn.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en het niet aan schokken of stoten blootstelt.
9. Laad de accu niet op in een kist, een container
e.d. Om de accu op te laden, dient u dit in een
goed geventileerde ruimte te plaatsen.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE MACHINE
1. Denk eraandatditgereedschapaltijd gebruiks-
klaar is, aangezien het niet op een stopcontact
hoeft te worden aangesloten.
2. Draag oorbeschermers.
3. Controleer de sok nauwkeurig op slijtage,
scheuren of beschadiging alvorens deze op
het gereedschap te monteren.
4. Houd het gereedschap stevig vast.
5. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt. Controleer of er niemand bene-
den u aanwezig is wanneer u het gereedschap
op een hoge plaats gaat gebruiken.
6. Het juiste aantrekkoppel kan verschillen
afhankelijk van de soort of grootte van de
bout. Controleer het aantrekkoppel met een
momentsleutel.
7. Bij inschroeven in muren, vloeren of andere
dergelijke plaatsen, bestaat het gevaar dat u
onder spanning staande elektrische kabels
tegenkomt. RAAK DERHALVE DE METALEN
DELEN VAN HET GEREEDSCHAP NIET AAN!
Houd het gereedschap uitsluitend vast bij de
geïsoleerde handgreep, om een elektrische
schok te voorkomen wanneer het gereed-
schap per ongeluk in aanraking komt met een
onder spanning staande kabel.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en uithalen van batterij (Fig. 1)
•
Schakel het gereedschap altijd uit voordat de accu
geplaatst of verwijderd wordt.
•
Om de accu te verwijderen, trek eerst de sluitplaat
uit het gereedschap, pak dan de accu aan beide
zijden vast en verwijder het uit het gereedschap.
•
Voor het plaatsen van de accu zorgt u ervoor dat de
rug op de accu in de groef van het accucomparti-
ment komt, waarna u de accu naar binnen schuift.
Klap alvorens het gereedschap te gebruiken de
stelplaat oftewel deksel weer dicht, kontroleer of de
stelplaat goed vast geklemd zit en niet gemakkelijk
opengaat.
•
Als de accu moeilijk in de houder komt, probeer het
dan niet met geweld erin te duwen. Indien de accu
er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het verkeerd
om.
Opladen (Fig. 2)
1. Sluit de oplader aan op een stopcontact.
2. Plaats de batterij in de oplader zodat de plus en
min klemmen van de batterij overeenkomen met
de plus en min markeringen op de oplader. Schuif
de batterij zo ver mogelijk in de opening, zodat
deze op de bodem van de laderopening rust.
3. Eens de batterij erin zit, zal het oplaadlampje rood
knipperen en zal het opladen beginnen.
4. Nadat het opladen is voltooid, zal het oplaad-
lampje uitgaan. De oplaadtijd is als volgt:
Batterij 7000, 7100, 7120, 9000, 9100, 9100A,
9120: ca. 60 minuten
5. Indien u de batterij in de oplader laat zitten nadat
het opladen is voltooid, zal de oplader over-
schakelen naar de ‘‘bijladen (handhaven van de
lading)’’ stand.
6. Verwijder de batterij van de oplader en trek de
stekker van de oplader uit het stopcontact nadat
het opladen is voltooid.
Accu-model
Capaciteit
(mAh)
Aantal cellen
9100 1 300 8
LET OP:
•
De oplader is uitsluitend bestemd voor het laden
van Makita batterijen. Gebruik deze nooit voor
andere doeleinden of voor het laden van batterijen
van andere fabrikanten.
•
Een nieuwe batterij of een batterij die gedurende
lange tijd niet werd gebruikt, kan soms niet volledig
worden geladen. Dit is normaal en wijst niet op een
defect. Nadat de batterij een paar keer volledig is
ontladen en herladen, kunt u deze weer volledig
laden.
•
Wanneer u de batterij van een zojuist gebruikt
gereedschap wilt laden, of een batterij die voor
langere tijd aan direct zonlicht of hitte werd bloot-
gesteld, moet u deze eerst laten afkoelen. Steek
daarna de batterij erin en laad hem op.
•
Bij het laden van een nieuwe batterij of een batterij
die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, gebeurt
het soms dat het oplaadlampje na korte tijd uitgaat.
Neem in zo’n geval de batterij eruit en steek deze
weer erin. Indien het oplaadlampje binnen één
minuut uitgaat zelfs nadat deze procedure een paar
malen werd herhaald, is de batterij versleten. Ver-
vang deze door een nieuwe.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen batterij in de
oplader laat zitten om spontaan ontladen te voorko-
men, zal de oplader overschakelen naar de ‘‘Bijladen
(Handhaven van de lading)’’ stand waardoor de bat-
terij vers en in volledig opgeladen toestand wordt
gehouden.
6940D/DW (Nl) (’100. 3. 15)
17