HP Slate All-in-One - 17-l011nz Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreffende eigenaar en wordt door
Hewlett-Packard Company onder licentie
gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van de groep bedrijven
onder de naam Microsoft.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Eerste editie: augustus 2014
Onderdeelnummer van document:
784241-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de functies
beschreven die op de meeste apparaten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle
functies op uw apparaat beschikbaar.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden
of anderszins gebruiken van een
softwareproduct dat vooraf op deze
computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u
gehouden bent aan de voorwaarden van de
HP EULA (End User License Agreement).
Indien u niet akkoord gaat met deze
licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren,
voor een volledige restitutie op basis van
het restitutiebeleid van de desbetreffende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor
meer informatie of om te vragen om een
volledige restitutie van de prijs van de
computer.
Inhoudsopgave
1 Direct aan de slag ............................................................................................................................................. 1
Aanbevolen procedures ....................................................................................................................... 1
Leuke dingen om te doen ..................................................................................................................... 1
Meer hulpmiddelen van HP .................................................................................................................. 2
2 Vertrouwd raken met het apparaat ................................................................................................................... 3
Het beginscherm gebruiken ................................................................................................................. 3
Onderdelen herkennen ......................................................................................................................... 5
Labels ................................................................................................................................................. 10
3 Verbinding maken met een netwerk ............................................................................................................... 11
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................. 11
Verbinding maken met een bekabeld netwerk: LAN (alleen bepaalde apparaten) ............................ 11
Surfen op internet ............................................................................................................................... 12
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde apparaten) ............ 12
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen bepaalde apparaten) ......................................... 13
Gegevensoverdracht activeren (alleen bepaalde apparaten) ............................................ 13
Het activeren van tethering of een draagbare hotspot (alleen bepaalde apparaten) ......... 13
Verbinding maken met een Windows-apparaat (alleen bepaalde apparaten) ................................... 14
Media-inhoud streamen naar een HD-televisie of monitor (alleen bepaalde apparaten) ................... 14
Tips voor de beste prestaties ............................................................................................. 15
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm (alleen bepaalde apparaten) ........... 15
De schermresolutie verbeteren .......................................................................................... 16
De verbindingssnelheid verhogen om de prestaties te verbeteren .................................... 16
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen ......................................................................................................... 17
Het gebruik van een camera (alleen bepaalde apparaten) ................................................................ 17
Foto's maken (alleen bepaalde apparaten) ....................................................................... 17
Schakelen tussen de camera's (alleen bepaalde apparaten) ............................................ 17
Een video maken (alleen bepaalde apparaten) ................................................................. 17
Een schermafbeelding maken (alleen bepaalde apparaten) ............................................. 18
Foto's of video's bekijken (alleen bepaalde apparaten) ..................................................... 18
Foto's afdrukken (alleen bepaalde apparaten) .................................................................. 18
Audio gebruiken ................................................................................................................................. 18
Luidsprekers aansluiten (alleen bepaalde apparaten) ....................................................... 18
Hoofdtelefoon aansluiten (alleen bepaalde apparaten) ..................................................... 18
iii
Een microfoon aansluiten (alleen bepaalde apparaten) .................................................... 19
Headsets aansluiten (alleen bepaalde apparaten) ............................................................ 19
Video gebruiken ................................................................................................................................. 19
Videoapparatuur aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde apparaten) ............... 19
Een digitaal weergave-apparaat aansluiten met een DisplayPort-kabel (alleen
bepaalde apparaten) .......................................................................................................... 20
5 Navigeren op het scherm ................................................................................................................................ 21
Bewegingen voor het touchpad en het touchscreen gebruiken ......................................................... 21
Tikken ................................................................................................................................ 21
Schuiven met twee vingers ................................................................................................ 21
Zoomen door met twee vingers te knijpen ......................................................................... 22
Linkerrandveegbeweging ................................................................................................... 22
Veegbeweging vanaf de rechterrand ................................................................................. 23
Veegbeweging vanaf de rechter bovenrand ...................................................................... 23
Veegbeweging vanaf de bovenrand en onderrand ............................................................ 23
Schuiven met één vinger (alleen touchscreen) .................................................................. 24
6 Apps en widgets gebruiken ............................................................................................................................. 25
Apps op het beginscherm organiseren ............................................................................................... 25
Het toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde apparaten) ........................................... 26
E-mail gebruiken ................................................................................................................................ 26
Agenda gebruiken .............................................................................................................................. 26
Klok gebruiken .................................................................................................................................... 26
Apps downloaden ............................................................................................................................... 27
Apps verwijderen ................................................................................................................................ 27
7 Voice-functies van het apparaat (alleen voice-apparaten) ............................................................................. 28
Telefoonfuncties gebruiken (alleen voice-apparaten) ........................................................................ 28
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen voice-apparaten) ............................................... 28
8 Instellingen gebruiken ..................................................................................................................................... 30
Draadloos en netwerken .................................................................................................................... 30
Apparaat ............................................................................................................................................. 31
Persoonlijk .......................................................................................................................................... 32
Accounts ............................................................................................................................................. 33
Apparaat ............................................................................................................................................. 34
9 Het beheer van bestanden ............................................................................................................................. 35
Bestanden downloaden .........................................................................................................
............. 35
iv
Bestanden openen ............................................................................................................................. 35
Bestanden opslaan ............................................................................................................................. 35
Bestanden afdrukken ......................................................................................................................... 35
Software installeren ............................................................................................................................ 36
Opslag in de cloud en bestanden delen ............................................................................................. 36
Bestanden overzetten ........................................................................................................................ 36
10 Back-up maken en terugzetten van uw gegevens ........................................................................................ 37
Apps automatisch updaten ................................................................................................................. 37
Apps, widgets en besturingssysteem handmatig bijwerken ............................................................... 37
Back-up en opnieuw instellen ............................................................................................................. 37
Fabrieksgegevens terugzetten ........................................................................................................... 38
Opnieuw instellen als het apparaat is ingeschakeld .......................................................... 38
Opnieuw instellen als het apparaat is uitgeschakeld ......................................................... 38
Opstarten via het herstelmenu ........................................................................................................... 39
Het apparaat bijwerken met behulp van een over-the-air (OTA)-update ........................................... 40
Het apparaat bijwerken met een op bestanden gebaseerde update .................................................. 40
Opnieuw instellen als het apparaat is uitgeschakeld .......................................................................... 40
11 Energiebeheer .............................................................................................................................................. 42
Accuvoeding ....................................................................................................................................... 42
In de fabriek verzegelde accu (alleen bepaalde apparaten) .............................................. 42
Accu opladen ..................................................................................................................... 42
Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 42
Netvoeding gebruiken ........................................................................................................................ 43
Veelvoorkomende problemen met energiebeheer oplossen ............................................. 43
Het apparaat uitschakelen .................................................................................................................. 44
12 Een extern of geïntegreerd toetsenbord en muis gebruiken (alleen bepaalde apparaten) ........................... 45
13 Onderhoud .................................................................................................................................................... 47
Het apparaat reinigen ......................................................................................................................... 47
Reinigingsprocedures ........................................................................................................ 47
De monitor reinigen ........................................................................................... 47
De ventilatieopeningen van het apparaat reinigen (alleen bepaalde
apparaten) ......................................................................................................... 48
Het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde apparaten) ................... 48
14 Het apparaat beveiligen ................................................................................................................................ 49
Het apparaat vergrendelen en ontgrendelen ...................................................................................... 49
v
Een schermvergrendeling instellen .................................................................................................... 49
Het apparaat versleutelen .................................................................................................................. 49
Vergrendelen van de aan/uit-knop (alleen bepaalde apparaten) ....................................................... 50
Vergrendeling van weergave op het scherm (alleen bepaalde apparaten) ........................................ 51
15 Toegankelijkheidsfuncties ............................................................................................................................. 52
Index ................................................................................................................................................................... 53
vi
1 Direct aan de slag
OPMERKING: Als u de algemene gebruiksaanwijzing wilt lezen, kunt u de gedrukte
Snelstarthandleiding
of de poster
Installatie-instructies
raadplegen die zijn meegeleverd in de doos bij
uw apparaat.
BELANGRIJK: Afhankelijk van het apparaat, moet u het apparaat - voordat u het voor de eerste
keer gebruikt - aansluiten op een externe stroomvoorziening en vervolgens de accu minstens 15
minuten opladen.
Volg deze instructies om het apparaat te gebruiken:
1. Schakel het apparaat in door na het opladen van de accu en terwijl de accu-afbeelding op het
scherm wordt weergegeven de aan/uit-knop maximaal 5 seconden lang ingedrukt te houden tot
het HP- of Compaq-logo wordt weergegeven.
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, ziet u het welkomstscherm.
BELANGRIJK: Als de afbeelding van de accu niet wordt weergegeven op het scherm, drukt u
kort op de aan/uit-knop om de afbeelding weer te geven en houd deze vervolgens ingedrukt tot
het HP- of Compaq-logo wordt weergegeven.
2. Volg de instructies op het scherm om een taal te selecteren en verbinding te maken met een
draadloos netwerk.
Aanbevolen procedures
Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw slimme investering, raden wij u aan de volgende
stappen te volgen:
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u het apparaat met een bekabeld of draadloos netwerk.
Zie
Verbinding maken met een netwerk op pagina 11 voor meer informatie.
Leer de hardware en software van het apparaat kennen. Raadpleeg
Vertrouwd raken met het
apparaat op pagina 3 en Apps en widgets gebruiken op pagina 25 voor meer informatie.
Update of koop antivirussoftware in de Google Play Store (alleen bepaalde apparaten)
.
Leuke dingen om te doen
Wist u ook dat u het apparaat op een televisie kunt aansluiten? Zie
Videoapparatuur aansluiten
met een HDMI-kabel (alleen bepaalde apparaten) op pagina 19 voor meer informatie.
Wist u ook dat u live radio naar het apparaat kunt streamen en naar muziek- of
praatprogramma's uit de hele wereld kunt luisteren? Zie
Geniet van entertainmentvoorzieningen
op pagina 17.
Wist u dat u Google Docs en Google Sheets kunt gebruiken om onderweg te werken en dat u
uw werk kunt opslaan in de cloud, van vrijwel overal ter wereld? Ga voor meer informatie over
het opslaan van bestanden in de cloud naar
Het beheer van bestanden op pagina 35.
Aanbevolen procedures 1
Meer hulpmiddelen van HP
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Hulpmiddel Inhoudsopgave
HP-ondersteuning
Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/
wwcontact.us.html.
Online chatten met een technicus van HP (alleen bepaalde
landen).
Telefoonnummers
Locaties HP Servicecentrum.
Google
Ga voor ondersteuning van Google naar
http://www.google.com/mobile/android.
Toegang tot online-help en -ondersteuning van Google.
Snelstarthandleiding
of poster
Installatie-instructies
De
Snelstarthandleiding
of poster
Installatie-instructies
bevindt zich in de doos van het apparaat.
Basisgebruiksinstructies
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
Productinformatie
Dit document wordt meegeleverd in de doos van het
apparaat.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften.
Beperkte garantie
Dit document wordt meegeleverd in de doos van het
apparaat. U kunt ook naar
http://www.hp.com/go/
orderdocuments gaan.
Garantie-informatie over dit apparaat
2 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag
2 Vertrouwd raken met het apparaat
Het beginscherm gebruiken
Het beginscherm is een centrale locatie waar u de informatie, media en toepassingen kunt
aanpassen waar u snel toegang tot wilt hebben.
Druk of klik op een pictogram op het beginscherm om de in de tabel beschreven actie uit te voeren.
OPMERKING: De pictogrammen op het beginscherm en het uiterlijk van het beginscherm kunnen
verschillen.
Pictogram Beschrijving
Alle apps (alleen bepaalde apparaten): Geeft een lijst weer met alle apps.
Als u alle widgets wilt weergeven, drukt of klikt u op het tabblad Widgets.
– of –
In het geval van een touchscreen drukt u lange tijd op het beginscherm om het
menu Beginscherm instellen weer te geven en selecteer daarna Widgets.
Vorige-Hiermee wordt het vorige scherm geopend.
Start: Hiermee wordt het centrale beginscherm geopend.
Als u het beginscherm links of rechts wilt weergeven, veegt u naar links of
rechts.
Als u snel terug wilt keren naar het beginscherm, drukt of klikt u op het
pictogram Start
.
Recente apps: Hiermee wordt een lijst geopend met apps die u onlangs hebt
gebruikt.
Als u een app wilt openen, drukt of klikt u erop.
Als u een app uit de lijst wilt verwijderen, veegt u deze naar links of rechts.
Instellingen: Biedt u de mogelijkheid verbinding te maken met een netwerk,
voorkeuren in te stellen en informatie te vinden over het apparaat.
Om instellingen weer te geven:
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik
daarna op het pictogram Instellingen
.
Menu: Geeft een lijst weer met aanvullende opties die betrekking hebben op uw
huidige activiteit.
Agenda: Hiermee worden gebeurtenissen weergegeven.
Het beginscherm gebruiken 3
Pictogram Beschrijving
Meldingen: Verschijnen als verschillende pictogrammen bovenin het scherm om u
op de hoogte te stellen van nieuwe berichten of gebeurtenissen.
Veeg van de linker bovenrand naar beneden om meldingen weer te geven.
OPMERKING: Dit pictogram wordt niet op alle schermen weergegeven.
In het Menu snelle instellingen wordt het pictogram Meldingen weergegeven.
Menu snelle instellingen: Geeft pictogrammen weer bovenin het scherm om u op
de hoogte te stellen van nieuwe berichten of gebeurtenissen.
Wanneer u zich in het menu Meldingen bevindt, wordt het pictogram Menu snelle
instellingen weergegeven.
Wi-Fi: Hiermee kunt u verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk.
Bluetooth™: Maakt koppeling mogelijk met een Bluetooth-apparaat zoals een
toetsenbord, muis en headset (alle afzonderlijk aan te schaffen).
Accu: Toont informatie over de huidige status van de accu van uw apparaat.
HP-apps: Biedt toegang tot HP-specifieke toepassingen zoals HP-bestandsbeheer.
HP Print Service: Biedt de mogelijkheid om rechtstreeks af te drukken op bepaalde
HP-printers. Zie
Geniet van entertainmentvoorzieningen op pagina 17 voor meer
informatie.
HP File Manager (alleen bepaalde apparaten): Beheert bestandshandelingen voor
lokale en verwisselbare opslagmedia.
Google Play Store (alleen bepaalde apparaten): Biedt toegang tot Android-apps
voor uw apparaat. Deze online-markt biedt zowel gratis als betaalde downloads.
OPMERKING: Op bepaalde apparaten vindt u mogelijk een app voor een andere
online-markt.
Zoeken (verschilt per land): Biedt de mogelijkheid een of meer trefwoorden in te
typen om met de geïnstalleerde Zoeken-app te zoeken.
Gesproken zoekopdracht (alleen voice-apparaten): Biedt u de mogelijkheid na het
drukken of klikken
een of meer trefwoorden in te spreken om met de
geïnstalleerde Zoeken-app te zoeken.
HP Media Player (alleen bepaalde apparaten): Biedt de mogelijkheid afbeeldingen
en foto's te bekijken, naar muziek te luisteren en de camera te gebruiken.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met het apparaat
Onderdelen herkennen
Uw apparaat kan sommige van de volgende onderdelen bevatten. Om te zien welke onderdelen
specifiek zijn voor uw apparaat, raadpleegt u de
Snelstarthandleiding
of de poster
Installatie-
instructies
die in de doos bij het apparaat zijn meegeleverd.
Onderdeel Beschrijving
Lampje van de netvoedingsadapter
Aan: De netvoedingsadapter is aangesloten en de
accu is opgeladen.
Uit: Het apparaat werkt op accuvoeding.
Connector voor een optionele extra accu Hierop sluit u een optionele extra accu aan.
Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte functies op het toetsenbord
uit. Zie
Een extern of geïntegreerd toetsenbord en muis
gebruiken (alleen bepaalde apparaten) op pagina 45 voor
meer informatie.
Toets voor vliegtuigmodus (ook wel knop
voor draadloze communicatie genoemd)
Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening
voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn
ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan worden
gemaakt.
Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u een optionele headset-microfoon, stereo-
microfoon of mono-microfoon aansluiten.
Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset
of een kabel van een televisietoestel aansluiten.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u
de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie voor extra
informatie over veiligheid de
Informatie over voorschriften,
veiligheid en milieu
of
Productinformatie
.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op een
hoofdtelefoonuitgang, worden de luidsprekers van het
apparaat uitgeschakeld.
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfooningang)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset
of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u
hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten.
Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele
apparaten met uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u
de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt
u het risico van gehoorbeschadiging.
OPMERKING: Wanneer u een extern audioapparaat
aansluit op de hoofdtelefoonuitgang, worden de
apparaatluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector
met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als
audio-in (microfoon) ondersteunt.
Onderdelen herkennen 5
Onderdeel Beschrijving
Caps Lock-lampje Op bepaalde apparaten met een geïntegreerd of extern
toetsenbord, schakelt deze toets alle toetsen over naar
hoofdletters.
Aan: Caps Lock is ingeschakeld.
Dual-mode DisplayPort Via deze poort sluit u een optioneel digitaal weergave-
apparaat, zoals een hoogwaardige monitor of projector, aan
op het apparaat.
esc-toets Op bepaalde apparaten met een extern of geïntegreerd
toetsenbord, geeft deze toets apparaatinformatie weer
wanneer deze wordt ingedrukt in combinatie met de fn-
toets.
fn-toets Op bepaalde apparaten met een extern of geïntegreerd
toetsenbord, voert deze toets veelgebruikte functies uit
wanneer deze wordt ingedrukt in combinatie met
verschillende andere toetsen.
Lampje van de vaste schijf
Knipperend wit: er wordt geschreven naar of gelezen
van de vaste schijf.
HDMI-poort Hiermee kunt u het apparaat aansluiten op een optioneel
video- of audioapparaat, zoals een HD-televisie, andere
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een
snel HDMI 1.4-apparaat (High-Definition Multimedia
Interface).
OPMERKING: HDMI verwijst naar een HDMI- of micro
HDMI-poort.
Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl het apparaat
aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt en daardoor het
beeldscherm uitgeschakeld en de standby-stand
geactiveerd.
OPMERKING: De interne beeldschermschakelaar is niet
zichtbaar aan de buitenkant van het apparaat.
Interne microfoons geluid opnemen;
Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten gelezen die
informatie opslaan, beheren, delen of openen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
Houd de kaart met het etiket naar boven en de
aansluitingen richting het slot, plaats de kaart in het
slot en druk de kaart naar binnen tot deze stevig
vastzit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Druk de kaart naar binnen totdat deze er uitgaat.
OPMERKING: Geheugenkaart verwijst naar een SD- of
een micro SD-geheugenkaart.
Micro-USB-laadpoort Hiermee kunt u verbinding maken met een stopcontact om
de accu op te laden of het apparaat te voeden.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met het apparaat
Onderdeel Beschrijving
VOORZICHTIG: Plaats een micro USB-adapter met het
pictogram in reliëf op de stekker naar boven. Als u dit niet
doet, kan de oplaadpoort worden beschadigd.
Lampje Geluid uit
Oranje: Geluid van het apparaat is uitgeschakeld.
Uit: Geluid van het apparaat is ingeschakeld.
num lock-toets Op bepaalde apparaten met een extern of geïntegreerd
toetsenbord, schakelt deze toets tussen de
navigatiefuncties en numerieke functies op het
geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Optischeschijfeenheid Afhankelijk van het apparaat kan in dit station een optische
schijf worden gelezen of kan een optische schijf worden
gelezen en kan er naar een optische schijf worden
geschreven.
Aan/uit-knop
Als het apparaat is uitgeschakeld, drukt u op de aan/
uit-knop om het apparaat in te schakelen.
Als het apparaat is ingeschakeld, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de slaapstand te activeren.
Als het apparaat in de slaapstand staat, drukt u kort op
de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden,
resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Voedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
Aan/uit-lampje Het apparaat heeft mogelijk meer dan één aan/uit-lampje.
Elk lampje kan een verschillende toestand van het apparaat
aangeven.
Aan: Het apparaat is ingeschakeld.
Knipperend: Het apparaat werkt op accuvoeding, of
staat mogelijk in de slaapstand, een
energiebesparende stand.
Uit: Het apparaat is uitgeschakeld.
Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
RJ-45-netwerkconnector met statuslampjes Op bepaalde apparaten kan op deze connector een
netwerkkabel worden aangesloten en geven de lampjes de
status van de connector weer.
Wit: het netwerk is aangesloten.
Oranje: er vindt een nieuwe activiteit plaats in het
netwerk.
Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee kunt u een optionele beveiligingskabel aansluiten
op het apparaat.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de
eerste plaats een ontmoedigend effect uitgaan. Deze
voorziening kan echter niet voorkomen dat het apparaat
verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Onderdelen herkennen 7
Onderdeel Beschrijving
SIM-slot Hierin bevindt zich een draadloze SIM-module (Subscriber
Identity Module). Voor meer informatie over de locatie van
de SIM-slot, raadpleegt u de
Snelstarthandleiding
of de
poster
Installatie-instructies
die bij het apparaat zijn
meegeleverd.
VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het
plaatsen van een simkaart om beschadiging van de
connectoren te voorkomen.
Ga als volgt te werk om een simkaart te plaatsen:
Houd de simkaart met het etiket naar boven en de
aansluitingen richting het slot, plaats de simkaart in
het slot en druk de simkaart naar binnen tot deze
stevig vastzit.
Ga als volgt te werk om een simkaart te verwijderen:
Druk de simkaart naar binnen totdat deze eruit springt.
OPMERKING: SIM verwijst naar een simkaart, micro
simkaart of nano simkaart.
OPMERKING: De grootte van de simkaart varieert per
apparaat, simkaart, micro simkaart of nano simkaart.
Luidsprekers Hiermee wordt het computergeluid weergegeven.
Touchpadlampje Aan: het touchpad is uitgeschakeld.
Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de
aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te
activeren.
OPMERKING: Het touchpad ondersteunt ook
veegbewegingen vanaf de rand.
USB 2.0-oplaadpoort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten,
zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner
of USB-hub. Via standaard-USB-poorten worden niet alle
USB-apparaten opgeladen of ze worden opgeladen met
een lage bedrijfsstroom. Sommige USB-apparaten moeten
worden gevoed en vereisen het gebruik van een poort met
eigen voeding.
OPMERKING: Via de USB-oplaadpoorten kunnen ook
bepaalde typen mobiele telefoons en MP3-spelers worden
opgeladen, zelfs wanneer het apparaat uit staat.
USB-2.0-poort Verbindt een optioneel USB-apparaat, zoals een
toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-
hub.
USB 3.0-oplaadpoort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten,
zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner
of USB-hub. Via standaard-USB-poorten worden niet alle
USB-apparaten opgeladen of ze worden opgeladen met
een lage bedrijfsstroom. Sommige USB-apparaten moeten
worden gevoed en vereisen het gebruik van een poort met
eigen voeding.
OPMERKING: Via de USB-oplaadpoorten kunnen ook
bepaalde typen mobiele telefoons en MP3-spelers worden
opgeladen, zelfs wanneer het apparaat uit staat.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met het apparaat
Onderdeel Beschrijving
USB 3.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten,
zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner
of USB-hub.
Ventilatieopeningen Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van het apparaat start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het aantal ventilatie-
openingen varieert, afhankelijk van het apparaat. Het is
normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en
uitgaat terwijl u met het apparaat werkt.
Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
Op sommige apparaten kunt u videovergaderingen houden
en online chatten via streaming video.
Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik.
Lampje voor draadloze communicatie Aan: er is een geïntegreerd apparaat voor draadloze
communicatie, zoals een WLAN-apparaat of een
Bluetooth®
-apparaat, ingeschakeld.
OPMERKING: Bij sommige apparaten brandt het lampje
voor draadloze communicatie oranje wanneer alle
apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn.
WLAN-antennes (draadloos lokaal netwerk) Hiermee ontvangt en verzendt u draadloze signalen om te
communiceren met WLAN's.
OPMERKING: De antennes zijn niet zichtbaar aan de
buitenzijde van het apparaat. Voor een optimale
signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de
antennes vrij. Voor meer informatie over de regelgeving
voor draadloze communicatie, gaat u naar het onderdeel
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
of de
Productinformatie
die van toepassing is in uw land of regio.
WWAN-antennes (wireless wide-area
network)
Hiermee verzendt en ontvangt u draadloze signalen om te
communiceren met WWAN's.
OPMERKING: De antennes zijn niet zichtbaar aan de
buitenzijde van het apparaat. Voor optimale communicatie
houdt u de directe omgeving van de antennes vrij. Voor
meer informatie over de regelgeving voor draadloze
communicatie, gaat u naar het onderdeel
Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu
of de
Productinformatie
die van toepassing is in uw land of regio.
Onderdelen herkennen 9
Labels
De labels die zijn aangebracht of geëtst op het apparaat, bieden informatie die u nodig kunt hebben
wanneer u problemen met het apparaat probeert op te lossen of wanneer u het apparaat in het
buitenland gebruikt.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de
onderkant van het apparaat, in de accuruimte, onder het verwisselbare onderpaneel of op de
achterkant van de monitor.
OPMERKING: Dit label kan er iets anders uitzien dan de hier afgebeelde label.
Servicelabel: Biedt belangrijke informatie voor het identificeren van uw apparaat. Wanneer u
contact opneemt met Ondersteuning, moet u waarschijnlijk het serie-, product- en modelnummer
opgeven. Zoek deze nummers op voordat u contact opneemt met Ondersteuning.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het
meest overeenkomt met het servicelabel van uw apparaat.
Onderdeel
(1) Serienummer
(2) Productnummer
(3) Garantieperiode
(4) Modelnummer (alleen bepaalde apparaten)
Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van het apparaat.
Label(s) met keurmerken voor apparatuur voor draadloze communicatie: Deze labels bevatten
informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de
landen/regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met het apparaat
3 Verbinding maken met een netwerk
Verbinding maken met Internet is snel en eenvoudig op uw Android-apparaat. Volg de onderstaande
aanwijzingen om verbinding te maken met een bekabeld lokaal netwerk (LAN) (alleen bepaalde
apparaten) of draadloos verbinding te maken via de ingebouwde WLAN-antennes van het apparaat
of via Bluetooth
(alleen bepaalde apparaten). Zie voor meer informatie over de locatie van de
antennes, de
Snelstarthandleiding
of de poster
Installatie-instructies
die bij het apparaat zijn
meegeleverd.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
OPMERKING: Om verbinding met internet te kunnen maken, moet u verbinding hebben met een
draadloos netwerk.
Zo maakt u verbinding met een draadloos netwerk:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Zorg dat Wi-Fi bij Draadloze communicatie en netwerken is ingeschakeld.
3.
Druk of klik op het pictogram Wi-Fi
, en druk of klik daarna op een van de beschikbare
netwerken die worden weergegeven.
4. Typ indien nodig de beveiligingssleutel in en druk of klik vervolgens op Verbinding maken.
OPMERKING: Als u de beveiligingssleutel voor een draadloos netwerk waar u eerder verbinding
mee hebt gemaakt wilt verwijderen, drukt of klikt u achtereenvolgens op de naam van het netwerk en
op Vergeten.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk: LAN (alleen
bepaalde apparaten)
Gebruik een LAN-verbinding als u het apparaat direct op een router in uw huis wilt aansluiten (in
plaats van draadloos te werken), of als u het apparaat op een bestaand netwerk in uw kantoor wilt
aansluiten.
Voor het maken van verbinding via een bekabeld netwerk heeft u een 8-pins RJ-45-netwerkkabel
nodig.
Zo maakt u verbinding met een bekabeld netwerk:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) of een micro-USB-naar-LAN adapter.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 11
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of
op een router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat, dat voorkomt dat
de ontvangst van televisie- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op het
apparaat met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
Surfen op internet
Nadat u een internetverbinding hebt opgezet, kunt u surfen op Internet met behulp van een
internetbrowser.
Om te gaan surfen op het internet:
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het browser-pictogram.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken
(alleen bepaalde apparaten)
Koppel een Bluetooth -apparaat zoals een headset, toetsenbord of muis aan het apparaat.
Zo maakt u verbinding met een Bluetooth-apparaat:
1. Zet het Bluetooth-apparaat aan.
2.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
3.
Schakel bij Draadloze communicatie en netwerken Bluetooth
in en druk of klik daarna op
Bluetooth
.
12 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
4. Druk of klik op de naam van het apparaat zodat deze zichtbaar wordt voor alle Bluetooth-
apparaten in de buurt.
5. Als u beschikbare Bluetooth-apparaten wilt vinden, drukt of klikt u op Zoeken naar apparaten.
6. Als de naam van het apparaat verschijnt, drukt of klikt u erop om dat apparaat aan uw apparaat
te koppelen.
OPMERKING: Als u Bluetooth niet gebruikt, dient u deze uit te schakelen. Zo gaat de accu zo
lang mogelijk mee.
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen bepaalde
apparaten)
Als er vooraf geen simkaart is geïnstalleerd, kunt u er een aanschaffen bij een mobiele provider. Voor
informatie over het plaatsen van de simkaart, raadpleegt u de
Snelstarthandleiding
of de poster
Installatie-instructies
die bij het apparaat zijn meegeleverd.
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Draadloze communicatie en netwerken op Meer... en druk of klik daarna op
Mobiele netwerken.
3. Als uw apparaat meerdere simkaart-sleuven heeft, selecteert uSIM1 of SIM2.
4. Druk of klik op de Namen van het toegangspunt.
5. Veeg van boven naar beneden, druk of klik op Nieuwe APN selecteren en volg daarna de
instructies op het scherm.
Gegevensoverdracht activeren (alleen bepaalde apparaten)
Gegevensoverdracht over een mobiel netwerk inschakelen:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Draadloze communicatie en netwerken op Meer..., druk of klik op Mobiele
netwerken en klik of druk vervolgens op Mobiele data.
Het activeren van tethering of een draagbare hotspot (alleen bepaalde
apparaten)
Om de mobiele-dataverbinding van uw apparaat via een USB-apparaat of als draagbare Wi-Fi-
hotspot te delen:
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen bepaalde apparaten) 13
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Draadloze communicatie en netwerken achtereenvolgens op Meer... en Tethering
en draagbare hotspot.
3. Om een draagbare Wi-Fi-hotspot in te stellen, drukt of klikt u op Draagbare Wi-Fi-hotspot.
4. Druk of klik op Bluetooth-tethering of USB-tethering om de mobiele-dataverbinding van uw
product te delen.
Tethering uitschakelen:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Draadloze communicatie en netwerken, Meer... op Tethering en draagbare
hotspot.
3. Om tethering uit te schakelen, drukt u op USB-tethering en ontkoppelt u het USB-apparaat of
drukt of klikt u op Bluetooth-tethering.
Verbinding maken met een Windows-apparaat (alleen
bepaalde apparaten)
OPMERKING: USB-tethering moet uitgeschakeld zijn voordat u een USB-poort kunt gebruiken om
bestanden over te zetten tussen uw apparaat en het Windows-apparaat.
OPMERKING: Bij sommige apparaten moet een geheugenkaart worden geïnstalleerd om
bestanden te kunnen uitwisselen tussen uw apparaat en een Windows-apparaat.
1. Sluit de USB-kabel op uw apparaat en op een Windows ®-apparaat.
De USB-opslageenheid, externe harde schijf of ander Windows-apparaat wordt op uw apparaat
weergegeven als een station. U kunt net als op ieder ander extern apparaat bestanden over en
weer kopiëren.
2. Wanneer u klaar bent, werpt u het apparaat uit vanuit Windows en verwijdert u de USB-kabel.
Media-inhoud streamen naar een HD-televisie of monitor
(alleen bepaalde apparaten)
De Castscherm-technologie biedt u de mogelijkheid media-bestanden zoals films draadloos vanaf uw
apparaat naar een compatibel weergave-apparaat zoals een HD-televisie of monitor te streamen.
OPMERKING: Schermcasten is alleen beschikbaar op apparaten met Android 4.2 of nieuwer.
14 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Tips voor de beste prestaties
Sla de mediainhoud lokaal op uw apparaat op of op een geïnstalleerde geheugenkaart.
Sluit alle niet-actieve apps af.
Plaats het apparaat en het weergave-apparaat in dezelfde ruimte.
OPMERKING: De prestaties van Castscherm-videostreams kunnen beïnvloed worden door
draadloze omgevingsfactoren, waaronder het gebruik van Bluetooth
en/of andere congesties
van draadloze netwerken in de nabijheid.
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm (alleen bepaalde
apparaten)
Zo maakt u verbinding met een draadloos beeldscherm:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik op Draadloze communicatie en netwerken en daarna op Castscherm.
– of –
Druk of klik op Beeldscherm en daarna op Castscherm.
OPMERKING: Op sommige apparaten vindt u de functie Castscherm door te drukken of
klikken op Instellingen>Beeldscherm>Castscherm.
3. Selecteer een draadloos beeldschermapparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm
om de verbinding tot stand te brengen.
4. Om de resolutie aan te passen, drukt of klikt u op Resolutie (alleen bepaalde apparaten) en
daarna op de schuifbalk om de resolutie te verhogen of verlagen.
Als de adapter niet wordt weergegeven in de lijst met gevonden adapters, controleert u het volgende:
Zorg dat het beeldscherm of de adapter compatibel is met uw adapter.
Zorg dat het beeldscherm of de adapter aangesloten is op een externe voedingsbron.
Zorg dat de software niet geblokkeerd wordt door de firewall.
Werk de firmware van de adapter bij aan de hand van de instructies die op de website van de
fabrikant staan of bij de adapter geleverd zijn.
Als u ondersteuning zoekt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de adapter.
Media-inhoud streamen naar een HD-televisie of monitor (alleen bepaalde apparaten) 15
De schermresolutie verbeteren
Pas de eigenschappen van het beeldscherm aan op het apparaat om de originele resolutie van
uw televisie weer te geven.
Raadpleeg de gebruikershandleiding die is meegeleverd bij uw televisie- of beeldscherm-
adapter om de oorspronkelijke schermresolutie te vinden. De meeste fabrikanten bieden deze
informatie ook online aan.
Het kan zijn dat de adapter van het scherm een maximale schermresolutie heeft die niet bij de
oorspronkelijke schermresolutie van de televisie past.
De verbindingssnelheid verhogen om de prestaties te verbeteren
Als u problemen hebt met het kijken naar streaming video en luisteren naar streaming audio, is er bij
de draadloze verbinding met de adapter mogelijk een verlies aan bandbreedte opgetreden.
Plaats het apparaat dichter bij de adapter. Hoe dichter het apparaat bij de adapter staat, hoe
sneller de verbinding wordt.
Zorg ervoor dat het signaal tussen het apparaat en de ontvanger niet belemmerd wordt door
obstakels, zoals een muur.
Stream mediabestanden rechtstreeks vanaf het apparaat en niet draadloos via internet.
Streaming internet maakt gebruik van de draadloze verbinding van het apparaat voor
schermcast en internet en kan de draadloze bandbreedte reduceren.
Als u ondersteuning zoekt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de adapter.
16 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
Gebruik het HP-apparaat als entertainmentcentrum, onderhoud uw sociale contacten via de webcam,
geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk films. Of sluit externe apparaten zoals een
monitor, projector, televisie, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van het apparaat een nog
krachtiger entertainmentcentrum te maken.
OPMERKING: U kunt sommige apps en mediafuncties offline uitvoeren zonder internetverbinding.
Het gebruik van een camera (alleen bepaalde apparaten)
OPMERKING: Afhankelijk van uw apparaat kan de camera aan de voorzijde een webcam worden
genoemd.
U kunt een foto maken met de camera aan de achterzijde (alleen bepaalde apparaten) en een foto
van uzelf of een schermafbeelding maken met de camera aan de voorzijde (alleen bepaalde
apparaten).
OPMERKING: De pictogrammen op het beginscherm en het uiterlijk van het beginscherm kunnen
verschillen.
Foto's maken (alleen bepaalde apparaten)
Druk of klik op het camerapictogram
.
Druk of klik op het camerapictogram om een foto te maken
.
De foto wordt opgeslagen in de Galerie.
Schakelen tussen de camera's (alleen bepaalde apparaten)
Om te schakelen tussen de camera aan de voor- en achterzijde:
1.
Druk of klik op het camerapictogram
.
2. Druk of klik op het pictogram met de draaiende camera.
Een video maken (alleen bepaalde apparaten)
OPMERKING: Bij sommige apparaten moet u mogelijk eerst op het selectie-pictogram drukken of
klikken voordat u het pictogram selecteert.
Druk of klik op het camerapictogram
.
Druk of klik op het videocamerapictogram om een video op te nemen.
Druk of klik op de rode knop om de opnames te starten of stoppen.
Het filmpje wordt opgeslagen in de Galerij.
Het gebruik van een camera (alleen bepaalde apparaten) 17
Een schermafbeelding maken (alleen bepaalde apparaten)
Druk ongeveer 1 seconde gelijktijdig op de aan/uit-knop en de knop Volume lager om een
schermafbeelding te maken.
Er wordt een bericht weergegeven als de schermopname is opgeslagen in de Galerij.
Foto's of video's bekijken (alleen bepaalde apparaten)
Druk of klik op het pictogram Galerij of Foto’s om de foto's of video's in uw Galerij de bekijken.
Om een foto of video te verwijderen, drukt of klikt u op de foto of video en daarna op
Verwijderen.
OPMERKING: Op sommige apparaten moet u mogelijk drukken of klikken op het pictogram
Prullenbak
en de verwijdering bevestigen.
Foto's afdrukken (alleen bepaalde apparaten)
U kunt foto's, documenten of webpagina's afdrukken met een printer die is aangesloten op de
geïnstalleerde afdruk-app.
Bij sommige apparaten kunt u HP Print Service activeren, zodat u rechtstreeks kunt afdrukken op een
HP-printer.
1. Druk of klik op het pictogram Menu en daarna op Afdrukken.
2. In het menu dat verschijnt kunt u instellingen aanpassen, zoals printer, kopieën, oriëntatie, enz.
3. Druk op Afdrukken. Zie
Bestanden afdrukken op pagina 35 voor meer informatie.
Audio gebruiken
Op het apparaat, of op bepaalde apparaten met een externe optische schijf, kunt u muziek-cd’s
afspelen, muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud van internet (inclusief radio) streamen,
audio opnemen, of audio en video mixen om multimedia te maken. Om uw luisterervaring te
verbeteren, sluit u externe audioapparaten, zoals luidsprekers of hoofdtelefoons, aan.
Luidsprekers aansluiten (alleen bepaalde apparaten)
U kunt bekabelde luidsprekers op het apparaat aansluiten door deze op een USB-poort of op de
audio-uitgang (van een hoofdtelefoon) op het apparaat of een dockingstation aan te sluiten.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om op het apparaat draadloze luidsprekers aan
te sluiten. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
Hoofdtelefoon aansluiten (alleen bepaalde apparaten)
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie voor extra informatie over veiligheid de
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
of de
Productinformatie
.
U kunt op de hoofdtelefoonuitgang van het apparaat een bekabelde hoofdtelefoon aansluiten.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om op het apparaat een draadloze
hoofdtelefoon aan te sluiten.
18 Hoofdstuk 4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
Een microfoon aansluiten (alleen bepaalde apparaten)
Sluit een microfoon aan op de microfoonaansluiting op het apparaat om audio op te nemen. Voor
optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op
in een omgeving die vrij is van achtergrondruis.
Headsets aansluiten (alleen bepaalde apparaten)
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie voor extra informatie over veiligheid de
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
of de
Productinformatie
.
U kunt bekabelde hoofdtelefoons of headsets op de audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfooningang) op het apparaat aansluiten. Er zijn veel headsets met geïntegreerde microfoons in
de handel verkrijgbaar.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een
draadloze
hoofdtelefoon of headset op
het apparaat aan te sluiten.
Video gebruiken
Het apparaat is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites
kunt bekijken en video en films kunt downloaden om deze op het apparaat te bekijken als u geen
verbinding hebt met een netwerk.
Vergroot uw kijkgenot en gebruik een van de videopoorten op het apparaat om een externe monitor,
projector of televisie aan te sluiten.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste
poort van het apparaat. Raadpleeg hiertoe de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Videoapparatuur aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde apparaten)
HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt.
OPMERKING: Om een HDMI-apparaat aan te sluiten op uw apparaat, hebt u een HDMI-kabel
nodig, die apart verkrijgbaar is.
Om het beeld van het apparaat weer te geven op een high-definition televisie of monitor, sluit u het
high-definition apparaat aan volgens de onderstaande instructies.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van het apparaat.
Video gebruiken 19
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition televisie of monitor.
3. Het beeld van het apparaat wordt nu weergegeven op het weergave-apparaat.
Een digitaal weergave-apparaat aansluiten met een DisplayPort-kabel (alleen
bepaalde apparaten)
OPMERKING: Als u een digitaal weergave-apparaat wilt aansluiten op het apparaat, hebt u een
DisplayPort-kabel (DP-DP) nodig, die apart verkrijgbaar is.
Met de DisplayPort sluit u een optioneel digitaal weergave-apparaat, zoals een hoogwaardige monitor
of projector, op het apparaat aan.
1. Sluit het ene uiteinde van de DisplayPort-kabel aan op de DisplayPort van het apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het digitale weergave-apparaat.
3. Het beeld van het apparaat wordt nu weergegeven op het weergave-apparaat.
20 Hoofdstuk 4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
5 Navigeren op het scherm
U kunt op de volgende manieren op het apparaatscherm navigeren:
Aanraakbewegingen
Toetsenbord en optionele muis (moet apart worden aangeschaft)
Aanraakbewegingen kunt u gebruiken op het touchpad van het apparaat (alleen bepaalde apparaten)
of op een touchscreen (alleen bepaalde apparaten).
OPMERKING: Een externe USB-muis (afzonderlijk aan te schaffen) kan worden aangesloten op
een van de USB-poorten van het apparaat (alleen bepaalde apparaten).
Bewegingen voor het touchpad en het touchscreen gebruiken
Op apparaten met een geïntegreerd of extern toetsenbord, helpt het touchpad u over het scherm van
het apparaat te navigeren en de aanwijzer met eenvoudige aanraakbewegingen te besturen. U kunt
de linker- en rechterknop van het touchpad gebruiken zoals u de corresponderende knoppen van een
externe muis gebruikt. U kunt bewegingen ook aanpassen en demonstraties van de werking ervan
bekijken.
OPMERKING: De meeste hier getoonde bewegingen kunnen worden gebruikt op het touchpad of
het touchscreen. Touchpadbewegingen worden niet in alle apps ondersteund.
Tikken
Gebruik de beweging tikken/dubbeltikken om een item op het scherm te selecteren of te openen.
Wijs een item op het scherm aan en tik met een vinger op het touchpad of het touchscreen om
het te selecteren. Dubbeltik op een item om het te openen.
Schuiven met twee vingers
Gebruik het schuiven met twee vingers om naar boven, naar beneden of opzij te schuiven op een
pagina of afbeelding.
Plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpad of touchscreen en sleep ze daarna omhoog,
omlaag, naar links of rechts.
Bewegingen voor het touchpad en het touchscreen gebruiken 21
Zoomen door met twee vingers te knijpen
Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen.
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het touchpad of het touchscreen en ze
daarna naar elkaar toe te bewegen.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het touchpad of het touchscreen en ze
daarna van elkaar af te bewegen.
Linkerrandveegbeweging
Gebruik de veegbeweging vanaf de linkerrand om uw geopende apps weer te geven, door
beginschermen te bewegen en door foto's te bladeren, zodat u ze snel kunt openen.
Veeg met uw vinger voorzichtig vanaf de linkerrand van het touchpad of touchscreen naar
binnen om te schakelen tussen apps, door beginschermen te bewegen en door foto's te
bladeren. Veeg met uw vinger, zonder deze op te tillen, terug naar de linkerrand om alle
geopende apps weer te geven.
22 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Veegbeweging vanaf de rechterrand
Gebruik de veegbeweging vanaf de rechterrand om toegang te krijgen tot extra bureaubladruimte op
het apparaat.
OPMERKING: Op bepaalde apparaten kan deze beweging toegang bieden tot extra apps,
instellingen of andere functies.
Veegbeweging vanaf de rechter bovenrand
Gebruik de veegbeweging vanaf de rechter bovenrand om het Menu snelle instellingen weer te
geven.
Veeg voorzichtig met uw vinger vanaf de rechter bovenrand om het Menu snelle instellingen
weer te geven.
Veegbeweging vanaf de bovenrand en onderrand
Veeg vanaf de bovenrand of onderrand om opdrachtopties weer te geven waarmee u een geopende
app kunt aanpassen.
BELANGRIJK: Wanneer er een app is geopend, verschilt de veegbeweging vanaf de bovenrand
afhankelijk van de app.
Veeg voorzichtig met uw vinger vanaf de boven- of onderrand om de opties voor appopdrachten
weer te geven.
Bewegingen voor het touchpad en het touchscreen gebruiken 23
Schuiven met één vinger (alleen touchscreen)
Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te
verplaatsen.
Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de
richting waarin u wilt bewegen.
Als u een object wilt verslepen, houdt u het object ingedrukt en sleept u het naar de gewenste
locatie.
24 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
6 Apps en widgets gebruiken
Druk op een app om een toepassing te openen die op het apparaat is geïnstalleerd.
Een widget is een app met een speciale functionaliteit die inhoud weergeeft en die regelmatig wordt
bijgewerkt. U kunt de bijgewerkte inhoud weergeven zonder de widget te openen.
Om alle apps weer te geven, drukt of klikt u op het pictogram Alle apps
(alleen bepaalde
apparaten).
OPMERKING: De pictogrammen op het beginscherm en het uiterlijk van het beginscherm kunnen
verschillen.
Om een app te openen, drukt of klikt u op het pictogram voor de app. Als u snel wilt terugkeren
naar het beginscherm, drukt of klikt u op het pictogram Start
.
Als u een app wilt toevoegen aan het beginscherm, blijft u het app-pictogram aanraken tot het
beginscherm verschijnt en schuift u het naar de gewenste locatie.
Als u een app wilt verwijderen van het beginscherm, blijft u het pictogram van de app aanraken
en sleept u het naar het pictogram Verwijderen bovenin het scherm.
Om alle widgets te geven, drukt of klikt u op het pictogram Alle apps (alleen bepaalde apparaten)
en drukt of klikt u daarna op het tabblad Widgets.
– of –
In het geval van een touchscreen drukt u lange tijd op het beginscherm om het menu Beginscherm
instellen weer te geven en selecteer daarna Widgets.
Als u een widget wilt openen, drukt of klikt u op het pictogram. Als u snel wilt terugkeren naar het
beginscherm, drukt of klikt u op het pictogram Start
.
Als u een widget wilt toevoegen aan het beginscherm, blijft u het widgetpictogram aanraken tot
het beginscherm verschijnt en schuift u het naar de gewenste locatie.
Als u een widget van het beginscherm wilt verwijderen, houdt u het widgetpictogram ingedrukt
en sleept u het naar het pictogram Verwijderen bovenin het scherm.
Apps op het beginscherm organiseren
Om een app of widget toe te voegen aan het beginscherm:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
op het beginscherm.
OPMERKING: De apps op het scherm worden eerst in alfabetische volgorde weergegeven.
2. Op een touchscreen drukt u op de app totdat het beginscherm verschijnt. Daarna schuift u de
app naar zijn nieuwe plaats en tilt u uw vinger op.
Om het pictogram van een app te verplaatsen naar een andere plaats op het beginscherm:
Apps op het beginscherm organiseren 25
1. Op een touchscreen drukt u op het pictogram en houdt u het ingedrukt.
2. Schuif uw vinger naar de nieuwe positie.
3. Til uw vinger op. Het pictogram valt op zijn nieuwe plaats.
Om een app van het beginscherm te verwijderen:
1. Op een touchscreen drukt u op het pictogram en houdt u het ingedrukt.
2. Terwijl u het pictogram ingedrukt houdt, sleept u het naar het pictogram Verwijderen bovenin het
scherm.
OPMERKING: De optie Verwijderen is alleen bovenin het scherm beschikbaar als u een
pictogram ingedrukt houdt.
Het toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde
apparaten)
Het toetsenbord op het scherm wordt weergegeven door een app wanneer u gegevens moet
invoeren.
OPMERKING: De vormgeving van het toetsenbord kan verschillen.
E-mail gebruiken
OPMERKING: Om deze functie te gebruiken moet u een Google-account hebben. U kunt ook
andere soorten accounts toevoegen, zoals Microsoft Exchange, Facebook en Twitter.
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik op Account toevoegen bij Accounts.
3. Druk of klik op de geïnstalleerde e-mail-app en volg de instructies op het scherm.
4. Druk of klik op het e-mail-pictogram om toegang te krijgen tot uw e-mailaccount.
Agenda gebruiken
Druk of klik op het pictogram Agenda en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Wanneer u een e-mailaccount toevoegt, worden de e-mail, agenda en personen die
aan het account gekoppeld zijn automatisch gesynchroniseerd.
Klok gebruiken
Als u een alarm wilt toevoegen, drukt of klikt u op het pictogram Klok , daarna op het pictogram
Alarm waarna u de instructies op het scherm volgt.
26 Hoofdstuk 6 Apps en widgets gebruiken
Apps downloaden
Download apps, muziek, boeken, spelletjes en meer in de App Marketplace voor uw regio of land.
OPMERKING: Als u apps wilt downloaden, moet u verbinding hebben met internet en aangemeld
zijn bij een e-mailaccount.
Druk of klik op het pictogram van de App Marketplace en druk of klik daarna op een categorie of
typ in het zoekveld een trefwoord in.
Volg de instructies op het scherm om een app te downloaden en te installeren.
Apps verwijderen
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen .
2. Druk of klik bij Apparaat op Opslag en daarna op Apps.
3. Druk of klik op de app die u wilt verwijderen en druk of klik daarna op Verwijderen.
4. Druk of klik op OK en druk of klik daarna nogmaals op OK.
Apps downloaden 27
7 Voice-functies van het apparaat (alleen
voice-apparaten)
Telefoonfuncties gebruiken (alleen voice-apparaten)
OPMERKING: De pictogrammen op het scherm Start en het uiterlijk van het scherm Start kunnen
verschillen.
Pictogram Beschrijving
Telefoneren: Druk of klik op het pictogram op het beginscherm of het Apps-scherm. Druk of klik op de
toetsen om het telefoonnummer in te voeren en druk of klik daarna op het
pictogram.
– of –
Druk of klik op
, druk of klik op de naam van een contactpersoon en druk of klik daarna op het
pictogram.
Een gesprek beantwoorden: Schuif het pictogram buiten de cirkel.
Een gesprek beëindigen: Druk of klik op het pictogram onderin het scherm.
Een gesprek doorsturen naar voicemail: Schuif het pictogram buiten de cirkel.
Een recente oproep beantwoorden: Druk of klik op het pictogram en druk of klik daarna op een recente
oproep om deze te beantwoorden.
Mensen: Hiermee kunt u uw contactpersonen beheren en - indien ingeschakeld - synchroniseren met uw
Google-account. Hiermee kunt u ook veelgebruikte telefoonnummers opslaan. De telefoonnummers die u
het meest gebruikt, staan als eerste vermeld.
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen voice-
apparaten)
Als er vooraf geen simkaart is geïnstalleerd, kunt u er een aanschaffen bij een mobiele provider. Om
de simkaart te plaatsen, zie de poster
Installatie-instructies
of de
Snelstarthandleiding
die bij het
apparaat zijn meegeleverd.
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
28 Hoofdstuk 7 Voice-functies van het apparaat (alleen voice-apparaten)
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Draadloze communicatie en netwerken op Meer..., druk of klik op Mobiele
netwerken, selecteer een SIM en klik of druk daarna op Namen van het toegangspunt.
3. Veeg van boven naar beneden, druk of klik op Nieuwe APN selecteren en volg daarna de
instructies op het scherm.
Verbinding maken met een mobiel netwerk (alleen voice-apparaten)29
8 Instellingen gebruiken
OPMERKING: De pictogrammen in Instellingen en de beschikbare opties kunnen verschillen.
Gebruik Instellingen om verbinding te maken met een netwerk, voorkeuren in te stellen en informatie
over het apparaat te zoeken.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
Draadloos en netwerken
Selecteer voorkeuren voor het aansluiten van het apparaat op draadloze en andere soorten
netwerken.
WLAN: WLAN in- of uitschakelen. Wanneer WLAN is ingeschakeld, kunt u verbinding maken
met een draadloos netwerk om uw e-mail te controleren, op internet te zoeken of sociale media-
websites te bekijken.
Wi-Fi: Wi-Fi in- of uitschakelen. Wanneer Wi-Fi is ingeschakeld, kunt u verbinding maken met
een draadloos netwerk om uw e-mail te controleren, op internet te zoeken of social media-sites
te bekijken.
Castscherm (alleen bepaalde apparaten): Verbinding met een draadloos Castscherm in- of
uitschakelen. Wanneer een Castscherm is ingeschakeld, kunt u content van uw apparaat
streamen naar een draadloos beeldscherm.
Miracast (alleen bepaalde apparaten): Miracast in- of uitschakelen. Wanneer Miracast is
ingeschakeld, kunt u verbinding maken met een draadloos netwerk om vanaf uw apparaat
content te streamen naar een apparaat dat compatibel is met Miracast-gecertificeerde
apparaten.
Bluetooth (alleen bepaalde apparaten): Bluetooth in- of uitschakelen. Wanneer Bluetooth is
ingeschakeld, kunt u een Bluetooth
-apparaat, zoals een headset of toetsenbord, aan uw
apparaat koppelen.
Dataverbruik (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u een grafiek weergeven van de data
die in een bepaalde periode zijn verbruikt. Tevens kunt u het dataverbruik van alle
geïnstalleerde apps inzien.
Meer...: Hiermee kunt u Vliegtuigmodus, VPN, Tethering en draagbare hotspot of Mobiele
netwerken in- of uitschakelen.
30 Hoofdstuk 8 Instellingen gebruiken
Apparaat
Geluid: Hiermee kunt u volume-, ringtone- (alleen bepaalde apparaten) en tril-voorkeur
selecteren voor het apparaat.
Volumes: Druk of klik achtereenvolgens op Volumes, Muziek, video, games en andere
media, Ringtone en meldingen (alleen bepaalde apparaten) of Alarms. Druk of klik
vervolgens op de schuifbalk om het gewenste volume te selecteren en daarna op OK.
Beltoon van telefoon (alleen bepaalde apparaten): Druk of klik op Beltoon van telefoon,
selecteer een beltoon en druk of klik daarna op OK.
Trillen bij bellen (alleen bepaalde apparaten): Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het
selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Beats Audio (alleen bepaalde apparaten): Beats Audio in- of uitschakelen. Als Beats Audio is
ingeschakeld, wordt dit automatisch aangezet als u naar muziek luistert.
Controller (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u een gamecontroller in- of uitschakelen.
Systeem: Hiermee kunt u voorkeuren voor meldingen, aanraken en trilgeluiden selecteren
voor het apparaat.
Geluid voor standaardmeldingen: Druk of klik op Geluid voor standaardmeldingen,
selecteer een geluid en druk of klik daarna op OK.
Aanraaktonen van toetsenblok (alleen bepaalde apparaten): Deze functie kunt u aan- of
uitzetten door het selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Aanraakgeluiden: Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het selectievakje
respectievelijk in of uit te schakelen.
Geluid voor schermbeveiliging: Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het selectievakje
respectievelijk in of uit te schakelen.
Trillen bij aanraking: Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het selectievakje
respectievelijk in of uit te schakelen.
Beeldscherm: Selecteer de helderheid, de achtergrond en de grootte van het lettertype van het
beeldscherm van het apparaat.
Helderheid: Druk of klik op de schuifbalk om de gewenste helderheid te selecteren.
Achtergrond: Als u een afbeelding op het beginscherm wilt weergeven, selecteert u Galerij,
Live achtergronden of Achtergronden en daarna Achtergrond instellen.
Slaapstand: Selecteer de periode voordat het apparaat in de slaapstand gaat.
Dagdroom: Selecteer een afbeelding die u wilt weergeven wanneer Dagdroom wordt
ingeschakeld op het apparaat. Druk of klik vervolgens op Nu starten of Dagdroom
inschakelen wanneer en selecteer daarna Tijdens het docken, Tijdens het opladen, of Of/
of.
Lettergrootte: Selecteer Klein, Normaal, Groot of Zeer groot.
Castscherm (alleen bepaalde apparaten): Als u hierop drukt of klikt, wordt een lijst
weergegeven met beschikbare draadloze apparaten.
Draadloos beeldscherm: Als u hierop drukt of klikt, wordt een lijst weergegeven met
beschikbare draadloze apparaten.
DirectStylus (apparaatnaam kan verschillen): (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u
voorkeuren selecteren voor een digitale pen.
Apparaat 31
HDMI (alleen bepaalde apparaten): Selecteer voorkeuren voor een aangesloten HDMI-apparaat.
Sensor kalibreren (alleen bepaalde apparaten): Hiermee beheert u de gevoeligheid van het
touchscreen van het apparaat.
Opslag: Hiermee kunt u de beschikbare ruimte bekijken van het geheugen van het apparaat en
van de microSD™-kaart (indien geïnstalleerd).
Accu (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u het oplaadpercentage van de accu en het
accuverbruik van verschillende functies weergeven.
Energiebesparing: Hiermee schakelt u de energiebesparende modus in of uit en stelt u de
voorkeuren daarvoor in.
Apps: Hiermee kunt u de apps bekijken die zijn gedownload en die worden uitgevoerd. Druk of
klik op een app om gegevens te bekijken of om deze app te verwijderen.
Gebruikers: Hiermee kunt u extra gebruikers in- of uitschakelen die uw apparaat mogen
gebruiken.
Persoonlijk
Widgets inschakelen: Hiermee kunt u widgets op het beginscherm in- of uitschakelen.
Locatie: Hiermee kunt u Toegang tot mijn locatie, GPS-satellieten en Wi-Fi en mobiele
netwerklocatie in- of uitschakelen.
Beveiliging: Selecteer uw voorkeuren voor de volgende functies:
Schermbeveiliging: Druk of klik achtereenvolgens op Schermvergrendeling, Schuiven,
Ontgrendeling via gezicht, Patroon, Pincode of Wachtwoord en volg daarna de instructies
op het scherm.
Eigenaarsgegevens: Om de eigenaarsgegevens op het vergrendelingsscherm weer te
geven, drukt of klikt u op het selectievakje en typt u de tekst die u wilt weergeven. Om deze
functie te deactiveren, schakelt u het selectievakje uit.
SIM-kaartvergrendeling (alleen bepaalde apparaten): Als er een simkaart is geïnstalleerd,
selecteert u een pincode om de simkaart te vergrendelen.
Wachtwoorden zichtbaar maken: Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het
selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Apparaatbeheerders: Druk of klik op deze optie om de apparaatbeheerders te bekijken of te
deactiveren.
Onbekende bronnen: U kunt de installatie van apps van een onbekende bron al of niet
toestaan door het selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Apps controleren: Druk of klik op het selectievakje om de installatie van apps van een
onbekende bron die schade aan kunnen richten niet toe te staan of daarvoor te
waarschuwen, of wis het selectievakje om deze functie uit te schakelen.
Vertrouwde beveiligingscertificaten: Druk of klik op deze optie om vertrouwde
beveiligingscertificaten weer te geven.
Opslagtype: Hiermee kunt u een opslagtype selecteren zoals software- of hardware-back-
up om gegevens op te slaan.
32 Hoofdstuk 8 Instellingen gebruiken
Beveiligingscertificaten wissen (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u alle door de
gebruiker geïnstalleerde beveiligingscertificaten van het apparaat verwijderen.
Installeren vanaf opslag: Druk of klik hierop om certificaten te installeren vanaf een
geïnstalleerde microSD-kaart.
Taal en invoer: Selecteer taal, spelling, toetsenbord en zoekvoorkeuren voor het apparaat.
Taal: Druk of klik hierop om een taal te selecteren.
Spellingscontrole: Druk of klik op het selectievakje om deze functie in te schakelen en druk
of klik op het pictogram Instellingen
om een taal te selecteren.
Persoonlijk woordenboek: Volg de instructies op het scherm om woorden aan uw
persoonlijke woordenboek toe te voegen.
Toetsenbord en invoermethoden: Druk of klik op Standaard om een toetsenbord te
selecteren.
Google™-toetsenbord (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u uw voorkeuren
instellen voor het Google-toetsenbord.
Spraakgestuurd typen: Druk of klik op het selectievakje om deze functie in te schakelen en
druk of klik op het pictogram Instellingen
om voorkeuren te selecteren. Schakel het
selectievakje uit om deze functie uit te schakelen.
Gesproken zoekopdracht: Selecteer de voorkeuren voor spraakgestuurd zoeken voor het
apparaat.
Muis/trackpad: Druk of klik op Snelheid van muisaanwijzer, druk of klik vervolgens op de
schuifbalk om de gewenste snelheid te selecteren en daarna op OK.
Spraak: Spraakopties voor het apparaat.
Gesproken zoekopdracht: Selecteer de opties van het apparaat voor zoeken met behulp
van een spraak-naar-tekst-interface.
Tekst-naar-spraak-uitvoer: Selecteer de opties voor de tekst-naar-spraak-interface.
Muis/trackpad: Opties voor de muis en het trackpad op het apparaat.
Snelheid muisaanwijzer (alleen bepaalde apparaten): Gebruik de schuifbalk om de snelheid
van de muisaanwijzer te verhogen of verlagen.
Back-up en opnieuw instellen: Selecteer Back-up en herstellen en voorkeuren voor Persoonlijke
gegevens voor het apparaat. Zie
Back-up maken en terugzetten van uw gegevens
op pagina 37 voor meer informatie.
Accounts
Bestaande accounts worden weergegeven.
Account toevoegen: Om een e-mailaccount of ander soort account toe te voegen, drukt of klikt u
op + Account toevoegen en volgt u de instructies op het scherm.
Account synchroniseren: Om een account te synchroniseren, drukt of klikt u op de naam van het
account, drukt of klikt u er nogmaals op en daarna op Nu synchroniseren.
Een account verwijderen: Om een account te verwijderen, drukt of klikt u op de naam van het
account, drukt of klikt u er nogmaals op en daarna op Account verwijderen.
Accounts 33
Apparaat
Datum en tijd: Hiermee kunt u Automatische datum en tijd in- of uitschakelen en voorkeuren
selecteren voor tijdzone en tijd- en datumnotatie.
Toegankelijkheid: Hiermee kunt u de toegankelijkheidsfuncties in- of uitschakelen.
Afdrukken (alleen bepaalde apparaten): Hiermee kunt u afdrukken op een aangesloten printer of
de afdrukmogelijkheid in de cloud in- of uitschakelen.
Informatie over het apparaat: Hiermee kunt u de systeemstatus, juridische informatie, het
modelnummer en de versie van het besturingssysteem van het apparaat weergeven.
Om te controleren of er systeemupdates beschikbaar zijn, drukt of klikt u op Systeemupdates en
daarna op Nu controleren.
34 Hoofdstuk 8 Instellingen gebruiken
9 Het beheer van bestanden
HP File Manager (alleen bepaalde apparaten) is een app voor bestandsbeheer waarmee u
bestanden kunt doorbladeren, kopren, knippen, een andere naam kunt geven, afdrukken en andere
functies op lokale opslag/USB-stations/SD-kaarten. Als er meerdere apps geïnstalleerd zijn waarmee
bestanden kunnen worden geopend, zal HP File Manager u de keuze bieden welke app moet worden
gebruikt.
Om toegang te krijgen tot File Manager:
1. Selecteer het pictogram File Manager op het beginscherm.
2. Selecteer het opslagapparaat in de linker navigatiekolom om toegang te krijgen tot bestanden en
mappen van dat apparaat.
Bestanden downloaden
U kunt een bestand downloaden van uw e-mail, het internet of een andere locatie, waarna het
automatisch wordt opgeslagen in de map downloads. Controleer de status van het downloaden in uw
Meldingen door vanaf de linker bovenrand van het scherm naar beneden te vegen.
Om de map Downloads te openen en toegang te krijgen tot uw gedownloade bestanden:
Druk of klik op Alle Apps en open daarna de map Downloads.
Bestanden openen
U kunt de bestanden openen met de app of met apps waarmee ze geassocieerd zijn. Sommige
bestanden kunt u met meer dan één app openen. U kunt bestandsbeheer-apps downloaden van de
Google Play store (alleen bepaalde apparaten)
.
Bestanden opslaan
U kunt lokale opslag, een geheugenkaart, een USB-flashdrive (alleen bepaalde apparaten) of online-
opslag (in de cloud) gebruiken om bestanden op te slaan.
Bestanden afdrukken
Om te kunnen afdrukken, moet u eerst een afdruk-service installeren op het apparaat. Om te zien
welke services er op dit moment beschikbaar zijn, drukt of klikt u op
Instellingen>Systeem>Afdrukken.
OPMERKING: Met een ondersteunde app kunt u ook de optie Afdrukken vinden. Druk of klik in het
menu van de app op Afdrukken.
Van hier kunt u elke beschikbare service openen om deze in- of uit te schakelen, kijken welke printers
hierdoor beschikbaar komen en de instellingen van de service aanpassen.
Om een document af te drukken:
Bestanden downloaden 35
1. Druk of klik op Menu en daarna op Afdrukken.
2. In het menu dat verschijnt kunt u instellingen aanpassen, zoals printer, kopieën, oriëntatie, enz.
3. Druk op Afdrukken.
Software installeren
U kunt software installeren op uw apparaat. Om dit te doen, zoekt u Android-apps voor het apparaat
in de Google Play Store (alleen bepaalde apparaten)
, een online markt met zowel gratis als
betaalde downloads.
OPMERKING: Op bepaalde apparaten vindt u mogelijk een app voor een andere online-markt.
Opslag in de cloud en bestanden delen
Het apparaat beschikt over een service voor het online delen en het in de cloud opslaan van
bestanden, zodat u vanaf uw apparaat bestanden in de cloud kunt openen, bekijken, bewerken en
beheren.
Op een vooraf geïnstalleerde schijfeenheid kunt u al uw bestanden centraal opslaan, zodat u ze
vanaf elke locatie kunt openen en kunt delen met anderen.
Bestanden overzetten
OPMERKING: Op sommige apparaten moet een externe opslaglocatie beschikbaar zijn, zoals een
geheugenkaart, USB-apparaat of cloud-opslag, voordat u bestanden tussen uw apparaat en een
Windows-computer kunt overzetten.
OPMERKING: Op sommige apparaten zoals voice-apparaten, moet USB-tethering zijn
uitgeschakeld voordat u een USB kunt gebruiken om bestanden over te zetten tussen uw apparaat
en een Windows-computer (zie
Het activeren van tethering of een draagbare hotspot (alleen
bepaalde apparaten) op pagina 13).
1. Sluit de micro-USB-kabel aan op het apparaat en op een Windows-computer.
De USB-opslag wordt weergegeven als een station op de computer. U kunt net als op ieder
ander extern apparaat bestanden over en weer kopiëren.
2. Als u klaar bent met het overzetten van bestanden, koppelt u de USB-kabel los.
36 Hoofdstuk 9 Het beheer van bestanden
10 Back-up maken en terugzetten van uw
gegevens
Apps automatisch updaten
Sommige online marktplaatsen werken uw apps automatisch bij. Sommige houden een
reservebestand bij van uw aankopen en van uw meest recente gesynchroniseerde instellingen. Als u
een herstelactie moet uitvoeren op uw apparaat, kunt u met behulp van dit reservebestand al uw
instellingen, favorieten en apps herstellen.
OPMERKING: De functie automatisch bijwerken is een instelling van de online-markt, niet van uw
apparaat. De voor u beschikbare online-markt kan verschillen per apparaat en per land.
Apps, widgets en besturingssysteem handmatig bijwerken
HP raadt u aan om de apps, widgets en het besturingssysteem regelmatig bij te werken naar de
meest recente versies. Met updates worden problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties
op het apparaat geïnstalleerd. De techniek staat niet stil. Als u de apps, widgets en het
besturingssysteem bijwerkt kan het apparaat gebruikmaken van de nieuwste technologie. Zo kunnen
oudere apps en widgets bijvoorbeeld niet compatibel zijn met het nieuwste besturingssysteem.
Als u de meest recente versies van apps en widgets van HP en derden downloadt, zal het
besturingssysteem automatisch updates downloaden en u waarschuwen wanneer deze klaar zijn om
geïnstalleerd te worden. Voor meer informatie:
1. Ga naar
http://www.hp.com/support en volg de instructies op het scherm om uw land en uw
product te selecteren.
2. Volg de instructies op het scherm om toegang te krijgen tot de software van het Android-
besturingssysteem.
Back-up en opnieuw instellen
HP raadt u aan om uw persoonlijke gegevens op het apparaat regelmatig te back-uppen naar een
andere computer, een speciaal opslagapparaat of de cloud. Deze oplossingen zijn in de handel
verkrijgbaar.
U kunt voorkeuren selecteren voor het maken van een back-up en het herstellen van uw gegevens in
het geval van verlies.
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Apps automatisch updaten 37
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Persoonlijk op Back-up en opnieuw instellen.
3. Selecteer bij Back-up en herstellen één of meer van de volgende:
Back-up maken van mijn gegevens: Schakel het selectievakje in als u een back-up wilt
maken van de app-gegevens, Wi-Fi-wachtwoorden en andere instellingen op
internetservers of schakel het selectievakje uit als u deze functie wilt uitschakelen.
Een back-up van mijn account maken: Selecteer een e-mailaccount voor het maken van
een back-up van gegevens.
Automatisch terugzetten: Schakel het selectievakje in om instellingen en gegevens
waarvan een back-up is gemaakt terug te zetten wanneer een app opnieuw wordt
geïnstalleerd of schakel het selectievakje uit om deze functie uit te schakelen.
Fabrieksgegevens terugzetten
Opnieuw instellen als het apparaat is ingeschakeld
Volg de stappen in dit gedeelte als het apparaat normaal start en u zich bij het account van de
eigenaar (het eerste account dat is toegevoegd aan het apparaat) kunt aanmelden.
Alle instellingen terugzetten en alle gegevens op het apparaat verwijderen:
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Persoonlijk op Back-up en opnieuw instellen.
3. Selecteer Fabrieksinstellingen herstellen bij Persoonlijke gegevens.
VOORZICHTIG: Alle gegevens die zijn opgeslagen op uw apparaat worden verwijderd als u de
fabrieksinstellingen herstelt. Alle apps worden verwijderd. Het is mogelijk gegevens in uw e-
mailaccount te herstellen. Maak voordat u het apparaat opnieuw instelt een back-up van alle
belangrijke bestanden. Gebruik hiervoor een commercieel verkrijgbare oplossing, zoals een
extern opslagapparaat, of sla de bestanden op in de cloud.
4. Druk of klik op Opnieuw instellen van het apparaat.
5. Als u een wachtwoord hebt ingesteld voor de schermvergrendeling van het apparaat, voert u het
wachtwoord in wanneer hierom wordt gevraagd.
6. Druk of klik op Alles wissen om te beginnen met het opnieuw instellen.
Het apparaat wordt uitgeschakeld. Wanneer het herstellen is voltooid, start het apparaat op.
Opnieuw instellen als het apparaat is uitgeschakeld
Als het apparaat niet normaal start of als u het wachtwoord voor schermvergrendeling niet meer
weet, kunt u het apparaat opnieuw instellen zonder het in te schakelen.
38 Hoofdstuk 10 Back-up maken en terugzetten van uw gegevens
VOORZICHTIG: Alle gegevens die zijn opgeslagen op uw apparaat worden verwijderd als u de
fabrieksinstellingen herstelt. Alle apps worden verwijderd, maar u kunt mogelijk gegevens in uw e-
mailaccount herstellen. Maak voordat u het apparaat opnieuw instelt een back-up van alle belangrijke
bestanden. Gebruik hiervoor een commercieel verkrijgbare oplossing, zoals een extern
opslagapparaat, of sla de bestanden op in de cloud.
OPMERKING: Het touchscreen is uitgeschakeld als het apparaat in de herstelmodus staat. Met de
knoppen Volume harder (+) en Volume zachter (-) kunt u omhoog of omlaag bladeren in het
herstelmenu.
1. Om voldoende stroom te hebben voor het herstellen van de fabrieksinstellingen, moet u het
apparaat minimaal een half uur opladen en daarna de netvoedingsadapter loskoppelen van het
apparaat.
2. Als er een micro-SD-kaart in het apparaat is geplaatst, verwijdert u de geheugenkaart voordat u
het apparaat opnieuw instelt.
3. Druk als het apparaat is uitgeschakeld tegelijkertijd op de knop Volume omhoog (+) en de aan/
uit-knop en houd deze ingedrukt.
4. Als het menu systeemherstel verschijnt, gebruikt u de knop Volume omlaag (-) om Gegevens
wissen/fabrieksinstellingen herstellen te markeren.
5. Druk op de aan/uit-knop om te selecteren.
Op het scherm wordt Alle gebruikersgegevens verwijderen bevestigen? weergegeven. DEZE
ACTIE KAN NIET ONGEDAAN WORDEN GEMAAKT
6. Gebruik de knop Volume omlaag (-) om Ja -- alle gebruikersgegevens verwijderen te markeren.
7. Druk op de aan/uit-knop om het herstellen te beginnen.
Een systeemherstelscherm geeft het herstelproces weer.
8. Als het scherm het bericht Gegevens wissen voltooid weergeeft, markeert u Systeem nu
opnieuw opstarten en drukt u op de aan/uit-knop om te selecteren.
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Opstarten via het herstelmenu
Als het apparaat niet op kan starten in Windows, kunt u een systeemherstel uitvoeren door het
Herstelmenu direct te openen.
1. Schakel het apparaat uit en, als het een apparaat is met accuvoeding, sluit de
netvoedingsadapter aan.
2. Als u op wilt starten in het Herstelmenu, houdt u de toets Volume omlaag ingedrukt en drukt u
op de aan/uit-knop. Hou de toets Volume omlaag ingedrukt tot het HP-logo wordt weergegeven.
3. Druk op de toets (Pijl-omhoog) of (Pijl-omlaag) om gegevens wissen/fabrieksinstellingen
herstellen te markeren en druk daarna op Enter om de keuze te bevestigen.
4. Druk op de toets (Pijl-omhoog) of (Pijl-omlaag) om Ja : alle gebruikersgegevens verwijderen te
markeren en druk daarna op Enter om de keuze te bevestigen.
5. Druk op de toets (Pijl-omhoog) of (Pijl-omlaag) om Systeem nu opnieuw opstarten te markeren
en druk daarna op Enter om de keuze te bevestigen.
Opstarten via het herstelmenu 39
Het apparaat bijwerken met behulp van een over-the-air
(OTA)-update
1. Schakel het apparaat uit en, als het een apparaat is met accuvoeding, sluit de
netvoedingsadapter aan.
2. Schakel het apparaat in en maak verbinding met het internet.
3. Om Instellingen te openen, drukt of klikt u op het pictogram Alle apps en daarna op Instellingen.
4. Druk of klik bij Informatie over het apparaat op Systeemupdates en daarna op Nu controleren.
5. Volg de instructies op het scherm om het proces te voltooien. Wanneer de updates worden
toegepast, kan het apparaat opnieuw worden opgestart.
Het apparaat bijwerken met een op bestanden gebaseerde
update
OPMERKING: Voordat u de volgende procedure uitvoert, moet u de netvoedingsadapter van het
apparaat aansluiten als die is meegeleverd.
1. Download de meest recente herstel-image van het besturingssysteem van het apparaat.
a. Ga naar
http://www.hp.com/support en volg de instructies op het scherm om uw land en uw
product te selecteren.
b. Volg de instructies op het scherm om toegang te krijgen tot de software van het Android-
besturingssysteem.
2. Vind update.zip en kopieer dit bestand naar een geheugenkaart.
3. Schakel het apparaat uit en plaats daarna de geheugenkaart met het bestand update.zip.
4. Om het apparaat in te schakelen, houdt u de knop Volume omlaag en de aan/uit-knop
tegelijkertijd ingedrukt.
5. Selecteer Apply update from SD (Update toepassen vanaf SD).
6. Volg de instructies op het scherm om het proces te voltooien en het systeem opnieuw op te
starten.
Opnieuw instellen als het apparaat is uitgeschakeld
Als het apparaat niet normaal start of als u het wachtwoord voor schermvergrendeling niet meer
weet, kunt u het apparaat opnieuw instellen zonder het in te schakelen.
VOORZICHTIG: Alle gegevens die zijn opgeslagen op uw apparaat worden verwijderd als u de
fabrieksinstellingen herstelt. Alle apps worden verwijderd, maar u kunt mogelijk gegevens in uw e-
mailaccount herstellen. Maak voordat u het apparaat opnieuw instelt een back-up van alle belangrijke
bestanden. Gebruik hiervoor een commercieel verkrijgbare oplossing, zoals een extern
opslagapparaat, of sla de bestanden op in de cloud.
1. Als het apparaat werkt op accu-voeding, moet u de netvoedingsadapter loskoppelen van het
apparaat.
2. Houd - als het apparaat is uitgeschakeld - de knop Volume omhoog (+) en de aan/uit-knop
tegelijkertijd ingedrukt.
40 Hoofdstuk 10 Back-up maken en terugzetten van uw gegevens
3. Als het menu systeemherstel verschijnt, gebruikt u de knop Volume omlaag (-) om Gegevens
wissen/fabrieksinstellingen herstellen te markeren.
4. Druk op de aan/uit-knop om te selecteren.
Op het scherm wordt Alle gebruikersgegevens verwijderen bevestigen? weergegeven. Deze
actie kan niet ongedaan worden gemaakt.
5. Gebruik de knop Volume omlaag (-) om Ja -- alle gebruikersgegevens verwijderen te markeren.
6. Druk op de aan/uit-knop om het herstellen te beginnen.
Een systeemherstelscherm geeft het herstelproces weer.
7. Als het scherm het bericht Gegevens wissen voltooid weergeeft, markeert u Systeem nu
opnieuw opstarten en drukt u op de aan/uit-knop om dit te selecteren.
Het apparaat start opnieuw op.
Opnieuw instellen als het apparaat is uitgeschakeld 41
11 Energiebeheer
Het apparaat kan werken op accu-voeding of een externe netvoedingsbron. Wanneer het apparaat
alleen op accustroom werkt en er geen netvoedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang
om de accustroom te controleren en accustroom te besparen.
Accuvoeding
Als het apparaat over een opgeladen accu beschikt en het apparaat is niet aangesloten op een
externe voedingsbron, dan werkt het op accuvoeding. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en niet
is aangesloten op een externe voedingsbron, loopt de accu in het apparaat langzaam leeg. Het
apparaat geeft een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is.
De accuwerktijd van het apparaat kan variëren, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer,
geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op het apparaat
is aangesloten en andere factoren.
In de fabriek verzegelde accu (alleen bepaalde apparaten)
De accu in dit apparaat kan niet gemakkelijk door de gebruiker zelf worden vervangen. Als u de accu
verwijdert of vervangt, kan dit invloed hebben op uw garantie. Als een accu leeg is, neemt u contact
op met Ondersteuning. Wanneer een accu het einde van de levensduur heeft bereikt, mag de accu
niet bij het normale huishoudelijke afval worden gedeponeerd. U dient zich te houden aan de regels
over het inleveren van klein chemisch afval.
Accu opladen
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op het apparaat.
2. Controleer of de accu aan het opladen is door te verzekeren dat het lampje op de
netvoedingsadapter brandt.
3. Wanneer de accu wordt opgeladen, houdt u de netvoedingsadapter aangesloten totdat de accu-
informatie in het statusgebied of systeemvak 100% opgeladen aangeeft.
Accuvoeding besparen
Gebruik de volgende tips om accustroom te besparen en de levensduur van de accu te
maximaliseren:
Schakel de Energiebesparende modus in bij Instellingen.
Verlaag de helderheid van het scherm.
Als het apparaat langer dan twee weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een
externe voedingsbron, verwijdert u de door de gebruiker vervangbare accu (alleen bepaalde
apparaten) en bergt u de accu op een koele, droge plaats op.
Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.
Ontkoppel ongebruikte externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron,
zoals een externe vaste schijf die op een USB-poort aangesloten is.
42 Hoofdstuk 11 Energiebeheer
Zet alle optionele externe mediakaarten die u niet gebruikt, stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Activeer de slaapstand of sluit het apparaat af zodra u stopt met werken.
Netvoeding gebruiken
Voor informatie over het aansluiten op netvoeding, raadpleegt u de
Snelstarthandleiding
of de poster
Installatie-instructies
die bij het apparaat zijn meegeleverd.
Het apparaat gebruikt geen accuvoeding wanneer het is aangesloten op een externe voedingsbron
via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel docking- of uitbreidingsapparaat.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij het apparaat geleverde
netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde
compatibele adapter.
Sluit het apparaat aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties:
WAARSCHUWING! Laad de accu van het apparaat niet op aan boord van een vliegtuig. Sommige
luchtvaartmaatschappijen kunnen andere regels en/of beperkingen hebben.
Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert.
Wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast.
Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde apparaten).
Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert.
Wanneer u het apparaat op een externe voedingsbron aansluit:
De accu wordt opgeladen.
De helderheid van het beeldscherm wordt verhoogd.
Als u de computer loskoppelt van externe netvoeding, gebeurt het volgende:
Het apparaat schakelt over op accuvoeding.
Afhankelijk van het apparaat kan de helderheid van het scherm automatisch worden verlaagd
om de accu te sparen.
Veelvoorkomende problemen met energiebeheer oplossen
Test de netvoedingsadapter als het apparaat een of meer van de volgende symptomen vertoont
terwijl het is aangesloten op een netvoedingsbron:
Het apparaat gaat niet aan.
Het display wordt niet ingeschakeld.
De aan/uit-lampjes zijn uit.
Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen:
1. Zet het apparaat uit.
2. Sluit de netvoedingsadapter aan op het apparaat en steek de stekker van de adapter in een
stopcontact.
3. Zet het apparaat aan.
Netvoeding gebruiken 43
Als de aan/uit-lampjes
aan
gaan, werkt de netvoedingsadapter naar behoren.
Als de aan/uit-lampjes
uit
blijven, controleert u of de netvoedingsadapter op de juiste wijze
is aangesloten op het apparaat en op het stopcontact.
Als de netvoedingsadapter op de juiste wijze is aangesloten maar de aan/uit-lampjes toch
uit
blijven, werkt de netvoedingsadapter mogelijk niet en moet deze worden vervangen.
Neem contact op met de klantenondersteuning voor informatie over het verkrijgen van een
vervangende netvoedingsadapter.
Het apparaat uitschakelen
VOORZICHTIG: Wanneer u het apparaat uitschakelt, gaat alle niet opgeslagen informatie verloren.
Zorg ervoor dat u uw werk opslaat voordat u het apparaat uitschakelt.
Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's af, waaronder het besturingssysteem.
Vervolgens worden ook het beeldscherm en het apparaat uitgeschakeld.
Sluit het apparaat af in de volgende gevallen:
Als u de accu wilt vervangen of toegang wilt tot onderdelen in het apparaat;
Wanneer u externe hardware aansluit die niet op een USB- of videopoort kan worden
aangesloten.
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron.
Hoewel u het apparaat met de aan/uit-knop kunt uitschakelen, raden wij u aan de aanbevolen
Android-afsluitprocedure te volgen.
Als het apparaat niet reageert en het niet mogelijk is de Android-afsluitprocedure te gebruiken,
probeer dan de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt.
Koppel het apparaat los van de externe voedingsbron.
Verwijder de accu (bij apparaten met een door de gebruiker vervangbare accu).
44 Hoofdstuk 11 Energiebeheer
12 Een extern of geïntegreerd toetsenbord
en muis gebruiken (alleen bepaalde
apparaten)
Als u een geïntegreerd toetsenbord gebruikt, of een extern toetsenbord met muis aansluit, kunt u
tekst typen, items selecteren en schuiven en andere functies uitvoeren. Met de actietoetsen op het
toetsenbord kunt u ook specifieke functies uitvoeren.
TIP: HP raadt het gebruik van een Android-compatibel toetsenbord bij het apparaat aan.
Toetsenborden die niet compatibel zijn met Android, bieden mogelijk niet dezelfde actietoets-functies.
Voor een Android-compatibel toetsenbord gaat u naar
www.hp.com.
Met een actietoets voert u de aan de toets toegewezen functie uit. Het pictogram op elk van de
actietoetsen geeft de functie aan die aan deze toets is toegewezen.
Om de functie van een actietoets uit te voeren, houdt u de toets ingedrukt.
OPMERKING: Als uw apparaat beschikt over actietoetsen, is de functie in de fabriek ingeschakeld.
Op sommige apparaten kunt u deze functie uitschakelen in de Setup Utility (BIOS). Raadpleeg Help
en ondersteuning voor extra informatie.
Als u de actietoets-functie hebt uitgeschakeld, kunt u de functies op sommige apparaten nog steeds
uitvoeren door op de fn-toets of esc-toets te drukken in combinatie met de bijbehorende actietoets.
Afhankelijk van uw apparaat beschikt uw toetsenbord mogelijk over de volgende actietoets-functies.
Pictogram Beschrijving
Hiermee opent u het vorige scherm.
Hier kunt u een of meer trefwoorden intypen om te zoeken met de geïnstalleerde zoeken-app.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee opent u het menu Instellingen.
Hier kunt u een of meer trefwoorden inspreken om te zoeken met de geïnstalleerde zoeken-app.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
45
Pictogram Beschrijving
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee speelt u het vorige nummer van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of blu-ray af.
Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of blu-ray afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of blu-
ray af.
Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan
worden gemaakt.
Hiermee opent u een lijst met apps die u onlangs hebt gebruikt.
Als u een app wilt openen, drukt of klikt u erop.
Als u - op een touchscreen - een app uit de lijst wilt verwijderen, veegt u deze naar boven of naar
beneden.
Hiermee keert u terug naar het beginscherm.
Ga naar de vorige pagina in uw browsergeschiedenis.
Ga naar de volgende pagina in uw browsergeschiedenis.
De huidige pagina opnieuw laden.
Open de pagina in volledige schermmodus.
Schakel naar het volgende venster.
46 Hoofdstuk 12 Een extern of geïntegreerd toetsenbord en muis gebruiken (alleen bepaalde
apparaten)
13 Onderhoud
Het is belangrijk dat u eenvoudig onderhoud uitvoert aan het apparaat om ervoor te zorgen dat het
optimaal presteert.
Het apparaat reinigen
Gebruik de volgende producten om uw apparaat veilig te reinigen:
Dimethylbenzylammoniumchloride met een maximale concentratie van 0,3 procent, meestal in
de vorm van wegwerpdoekjes van verschillende merken
Glasreinigingsmiddel zonder alcohol
Water met milde zeepoplossing
Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)
Antistatische veegdoekjes
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan het apparaat
kunnen veroorzaken. U kunt een bepaald schoonmaakmiddel pas gebruiken voor het apparaat als u
zeker weet dat het geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoffen
bevat.
Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kunnen het apparaat bekrassen. In de loop van de tijd
kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
Reinigingsprocedures
Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van het
apparaat.
WAARSCHUWING! Verklein het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen en
maak het apparaat niet schoon terwijl het is ingeschakeld.
Schakel het apparaat uit.
Koppel de externe voedingsbron los.
Koppel alle externe apparaten los.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen
schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van het apparaat spuiten. Als er
vloeistoffen op het oppervlak terecht komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
De monitor reinigen
VOORZICHTIG: Spuit het schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op het scherm,
Veeg het scherm voorzichtig schoon met een pluisvrije vochtige doek met een alcoholvrij
glasschoonmaakmiddel.
Het apparaat reinigen 47
De ventilatieopeningen van het apparaat reinigen (alleen bepaalde apparaten)
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat koel blijft. Maak deze ventilatieopeningen
schoon met behulp van een kleine op batterijen werkende stofzuiger. (Een op batterijen werkende
stofzuiger vermindert het risico van elektrische schokken.)
1. Stofzuig de ventilatieopeningen op de behuizing van het apparaat.
2. Verwijder al het vuil dat zich heeft verzameld in en rond de connectors van het apparaat (zoals
de Ethernet- en USB-connectors).
Het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde apparaten)
WAARSCHUWING! Om elektrische schokken of schade aan interne onderdelen te voorkomen,
gebruik geen stofzuigerverlengstuk om het toetsenbord schoon te maken. Als u een stofzuiger
gebruikt kan er ongewenst stof van de stofzuiger op het toetsenbord terecht komen.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen vloeistoffen tussen
de toetsen laten komen.
Gebruik voor het reinigen van toetsenbord of muis een zachte microvezel-doek of een zeemlap
die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een
aanvaardbaar wegwerpdoekje.
Om plakkerige toetsen te voorkomen en stof en deeltjes van het toetsenbord te verwijderen,
gebruik een hogedrukspuitbusje met een steeltje.
48 Hoofdstuk 13 Onderhoud
14 Het apparaat beveiligen
Het apparaat vergrendelen en ontgrendelen
Vergrendelen: Druk op de aan/uit-knop.
Ontgrendelen: Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen en plaats daarna uw vinger
op het pictogram
. Schuif het pictogram daarna naar de ontgrendelde positie van het pictogram
.
Een schermvergrendeling instellen
1.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
2. Druk of klik bij Persoonlijk op Beveiliging en daarna bij Schermbeveiliging op
Schermvergrendeling.
3. Bij Choose screen lock (Schermvergrendeling kiezen) selecteert u een van de volgende soorten
scherm vergrendeling en volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u eerder een schermvergrendeling hebt ingesteld, moet u het scherm
ontgrendelen voordat u de vergrendelingsinstellingen aanpast.
Slide (Schuiven)-Ontgrendel het scherm door in een willekeurige richting te vegen.
Password (Wachtwoord)-Voer vier of meer letters of cijfers in. Als u een sterk wachtwoord
selecteert, biedt deze optie de beste bescherming.
Pin (Pincode)-Voer vier of meer cijfers in om het scherm te ontgrendelen.
Pattern (Patroon)-Teken een eenvoudig patroon om het scherm te ontgrendelen.
Ontgrendeling via gezicht (alleen bepaalde apparaten): Ontgrendel het scherm door naar
het scherm te kijken.
4. In Owner info (Eigenaar-info) voert u de tekst in die moet worden weergegeven wanneer het
scherm is vergrendeld.
Het apparaat versleutelen
VOORZICHTIG: De versleuteling kan niet worden teruggedraaid. U dient de fabrieksinstellingen te
herstellen. Al uw gegevens worden dan gewist.
Om extra bescherming te bieden bij diefstal van het apparaat, kunt u al uw gegevens, zoals accounts,
app-gegevens, muziek en andere media en gedownloade informatie versleutelen. Als u het apparaat
Het apparaat vergrendelen en ontgrendelen 49
versleutelt, moet u een pincode/wachtwoord invoeren om het apparaat te ontsleutelen op het moment
dat u het apparaat inschakelt.
VOORZICHTIG: Het versleutelen kan een uur of langer duren. Als het versleutelingsproces wordt
onderbroken, gaan er gegevens verloren.
1. Stel een pincode/wachtwoord in voor de schermvergrendeling.
2. De accu opladen (alleen bepaalde apparaten).
3.
Druk of klik op het pictogram Alle apps
en druk of klik daarna op het pictogram Instellingen
.
– of –
Veeg op een touchscreen vanaf de rechter bovenrand omlaag en druk of klik daarna op het
pictogram Instellingen
.
4. Druk of klik bij Persoonlijk op Beveiliging en daarna bij Versleuteling op Apparaat versleutelen.
OPMERKING: Lees de informatie over versleuteling goed door. De knop Apparaat
versleutelen is niet beschikbaar als de accu niet is opgeladen of het apparaat niet op het
stopcontact is aangesloten. Als u besluit om het apparaat niet te versleutelen, drukt of klikt u op
de knop Terug.
5. Voer de pincode/het wachtwoord in van de schermvergrendeling en druk of klik op Doorgaan.
6. Druk of klik opnieuw op Apparaat versleutelen.
Tijdens het versleutelen wordt de voortgang weergegeven. Wanneer de versleuteling is voltooid,
moet u de pincode/het wachtwoord invoeren. Ook wanneer u het apparaat inschakelt moet u de
pincode/het wachtwoord invoeren.
Vergrendelen van de aan/uit-knop (alleen bepaalde
apparaten)
De functie vergrendelen van de aan/uit-knop biedt u de mogelijkheid de aan/uit-knop te vergrendelen
zodat deze niet kan worden gebruikt. Om de aan/uit-knop te vergrendelen, drukt u tegelijkertijd op de
aan/uit-knop, de knop Volume omlaag en de knop Volume omhoog en houdt u deze gedurende 10
seconden ingedrukt terwijl de monitor is ingeschakeld. Na het vergrendelen van de aan/uit-knop
wordt gedurende 10 seconden op het scherm de melding Aan/uit-knop is vergrendeld weergegeven.
Wanneer de aan/uit-knop is vergrendeld en erop wordt gedrukt, wordt gedurende 10 seconden de
melding Aan/uit-knop is vergrendeld weergegeven.
Wanneer de aan/uit-knop is vergrendeld en tegelijkertijd gedurende 10 seconden de aan/uit-knop, de
knop Volume omlaag en de knop Volume omhoog worden ingedrukt, wordt de aan/uit-knop
ontgrendeld en wordt de monitor uitgeschakeld. Wanneer de aan/uit-knop wordt ingedrukt, blijft de
monitor ingeschakeld tot de knop wordt losgelaten. Wanneer de aan/uit-knop is vergrendeld en de
monitor is uitgeschakeld, blijft de aan/uit-knop functioneren, zodat de monitor kan worden
ingeschakeld.
50 Hoofdstuk 14 Het apparaat beveiligen
Vergrendeling van weergave op het scherm (alleen bepaalde
apparaten)
De functie Vergrendelen van weergave op het scherm biedt u de mogelijkheid de weergave op het
scherm te vergrendelen zodat deze functie niet toegankelijk is. Om de weergave op het scherm te
vergrendelen, drukt u op de menu-knop en houdt u deze 10 seconden ingedrukt. Na het
vergrendelen van weergave op het scherm, wordt gedurende 10 seconden op het scherm de melding
Weergave op het scherm is vergrendeld weergegeven. Wanneer de weergave op het scherm is
vergrendeld en er op een schermweergave-knop wordt gedrukt, wordt nogmaals gedurende 10
seconden de melding Weergave op het scherm is vergrendeld weergegeven. Wanneer de weergave
op het scherm is vergrendeld en gedurende 10 seconden de menu-knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt de weergave op het scherm ontgrendeld en wordt het hoofdmenu weergegeven.
Vergrendeling van weergave op het scherm (alleen bepaalde apparaten) 51
15 Toegankelijkheidsfuncties
HP ontwerpt, produceert en brengt producten en diensten op de markt die door iedereen kunnen
worden gebruikt, inclusief mensen met een beperking, hetzij op zelfstandige basis of met de
passende assisterende apparatuur. Het toegankelijkheidsinitiatief van HP omvat training en opleiding
van medewerkers op het gebied van problemen met betrekking tot toegankelijkheid, het verbeteren
van HP-producten om te voldoen aan de vastgestelde normen op het gebied van toegankelijkheid en
het verwerken van deze normen in ons ontwikkelings- en kwaliteitsborgingsproces. Als onderdeel van
dit initiatief, streven wij er voortdurend naar de toegankelijkheid van onze producten en diensten te
verfijnen en stellen wij feedback van actieve gebruikers zeer op prijs. Mocht u een probleem hebben
met een product of ons op de hoogte willen stellen van toegankelijkheidsfuncties die u hebben
geholpen, neem dan contact met ons op via (888) 259-5707, van maandag t/m vrijdag, tussen 6.00
en 21.00 uur. Klanten die doof of hardhorend zijn en technische ondersteuning nodig hebben, of
vragen hebben over toegankelijkheid en gebruikmaken van VRS/TRS/WebCapTel, verzoeken wij
contact met ons op te nemen via (877) 656-7058, van maandag t/m vrijdag, tussen 6.00 en 21.00 uur.
Voor verdere informatie over toegankelijkheid, kunt u de zoekfunctie op uw apparaat gebruiken.
52 Hoofdstuk 15 Toegankelijkheidsfuncties
Index
A
aan/uit-knop
Herkennen 7
aan/uit-lampjes, herkennen 7
aan-uit
accu 42
accounts 30, 33
accu 30
ontladen 42
accuvoeding 42
actietoetsen
Herkennen 5
afdrukken 34
Afsluiten 44
agenda 25, 26
apparaat 11
Apparaat reageert niet 44
apps 25
downloaden 27
verwijderen 27
Audio-ingang (microfoon)
Herkennen 5
Audio-uitgang (hoofdtelefoon)
Herkennen 5
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon)
Herkennen 5
B
back-up en herstel 37
beeldscherm 30
bestanden delen 36
bestandsoverdracht 36
bevestigingspunt voor de
beveiligingskabel herkennen 7
Bewegingen op het touchpad en
touchscreen
linkerrandveegbeweging 22
schuiven met twee vingers 21
tikken 21
veegbeweging vanaf de
bovenrand en onderrand 23
veegbeweging vanaf de rechter
bovenrand 23
veegbeweging vanaf de
rechterrand 23
zoomen door met twee vingers
te knijpen 22
beweging op het touchscreen,
schuiven met één vinger 24
Bluetooth 11, 12, 30
Bluetooth, label 10
C
caps lock-lampje
Herkennen 6
connector, netvoeding 7
D
datum 34
datum en tijd 30
Direct aan de slag 1
DisplayPort
Herkennen 6
verbinding maken 20
downloaden 25
draagbare hotspot 13
E
e-mail 25, 26
esc-toets
Herkennen 6
Externe netvoeding gebruiken 43
Extra accu, connector
herkennen 5
F
fabrieksgegevens terugzetten 37
fn-toets
Herkennen 6
foto’s
afdrukken 18
bekijken 18
van uzelf maken 17
G
Gebruiken, externe netvoeding
43
gegevensoverdracht 13
geheugenkaart, herkennen 6
geheugenkaartlezer, herkennen
6
geluid 30
geluiden 30
Geluid uit, lampje herkennen 7
H
HDMI 11
HDMI-poort
Herkennen 6
verbinding maken 19
headsets aansluiten 19
het apparaat reinigen 47
het apparaat verzorgen 47
high-definitionapparatuur,
aansluiten 19, 20
hoofdtelefoon aansluiten 18
HP-hulpmiddelen 2
I
in-/uitgangen
audio-ingang (microfoon) 5
audio-uitgang (hoofdtelefoon)
5
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon) 5
In-/uitgangen
netwerk 7
RJ-45 (netwerk) 7
instellingen 30
interne beeldschermschakelaar
herkennen 6
interne microfoons, herkennen 6
K
kennisgevingen
label met kennisgevingen 10
labels met keurmerk voor
draadloze communicatie 10
Kennisgevingen 2
klok 25, 26
Knoppen
linkerknop van touchpad 6
Index 53
rechterknop van touchpad 7
voeding 7
L
label met keurmerk voor draadloze
communicatie 10
labels
Bluetooth 10
kennisgevingen 10
keurmerk voor draadloze
communicatie 10
Serienummer 10
service 10
WLAN 10
lampjes
Caps Lock 6
draadloze communicatie 9
geluid uit 7
Netvoedingsadapter 5
RJ-45-netwerkstatus 7
Touchpad 8
Vaste schijf 6
voeding 7
webcam 9
lampjes voor de RJ-45-
netwerkstatus, herkennen 7
Lampje van de
netvoedingsadapter
Herkennen 5
lampje van de vaste schijf
Herkennen 6
Lampje voor draadloze
communicatie 9
Leuke dingen om te doen 1
Luidsprekers
verbinding maken 18
Luidsprekers, herkennen 8
M
microfoon aansluiten 19
Micro-USB-laadpoort,
herkennen 6
Miracast 11
N
netvoedingsadapter testen 43
netwerk 11
mobiel 13, 28
netwerkconnector, herkennen 7
netwerken 30
num lock-toets
herkennen 7
O
onderdelen 5
Onderkant 10
Ontgrendeling via gezicht 49
opnieuw instellen 38, 40
opslag 30
Optischeschijfeenheid,
herkennen 7
P
pictogram alle apps 3
pictogram gesproken
zoekopdracht 3
pictogrammen 3
pictogram recente apps 3
pictogram start 3
pictogram terug 3
pictogram zoeken 3
Pincode 49
poorten
DisplayPort 6
HDMI 6, 19, 20
Micro-USB-laadpoort 6
USB 2.0-opladen
(ingeschakeld) 8
USB 3.0 9
USB 3.0 (met voeding)
opladen 8
Poorten
USB 2.0 8
Poster Installatie-instructies 2
Productnaam en
productnummer 10
R
reizen met de computer 10
RJ-45-netwerkconnector,
herkennen 7
S
schermafbeelding 18
scherm vergrendelen 49
schuiven met één vinger op
touchscreen 24
schuiven met twee vingers op het
touchpad en beweging op het
touchscreen 21
Serienummer 10
servicelabels
zoeken 10
SIM-slot herkennen 8
sleuven
beveiligingskabel 7
geheugenkaartlezer 6
Simkaart 8
Snelstarthandleiding 2
T
taal 30
telefoonfuncties (alleen voice-
apparaten) 28
tethering 13
tijd 34
tikken op touchpad en bewegingen
op het touchscreen 21
toegankelijkheid 34
toegankelijkheidsfuncties 52
Toetsen
actie 5
Esc 6
fn 6
Num Lock 7
vliegtuigmodus 5
toets voor vliegtuigmodus 5
Touchpad
gebruiken 21
Knoppen 6
Touchpad gebruiken 21
Touchpadlampje, herkennen 8
Touchpadzone herkennen 8
U
Uitschakelen, apparaat 44
USB 2,0-poort, herkennen 8
USB 2.0-oplaadpoort,
herkennen 8
USB 3.0-oplaadpoort,
herkennen 8
USB 3.0-poort, herkennen 9
V
veegbeweging vanaf de
bovenrand en onderrand van
touchpad en touchscreen 23
veegbeweging vanaf de linkerrand
van het touchpad en
touchscreen 22
54 Index
veegbeweging vanaf de rechter
bovenrand op touchpad en
touchscreen 23
veegbeweging vanaf de
rechterrand op touchpad en
touchscreen 23
Ventilatieopeningen herkennen 9
vertrouwd raken met het
apparaat 3
Video 19
video's
bekijken 18
opnemen 17
voedingsconnector herkennen 7
W
wachtwoord 49
Webcam
herkennen 9
webcamlampje, herkennen 9
widgets 25
wi-fi 11, 30
WLAN-antennes, herkennen 9
WLAN-apparaat 10
WLAN label 10
WWAN-antennes, herkennen 9
Z
zoomen door met twee vingers te
knijpen op touchpad en
touchscreen 22
Index 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61

HP Slate All-in-One - 17-l011nz Handleiding

Type
Handleiding