AEG FUE53600ZM Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 4
3. PRODUCTBESCHRIJVING..................................................................................6
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................8
5. PROGRAMMA’S...................................................................................................9
6. INSTELLINGEN.................................................................................................. 11
7. OPTIES...............................................................................................................14
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.........................................................................15
9. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 16
10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................18
11. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................20
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................22
13. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................26
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.aeg.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen; personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
NEDERLANDS 3
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa)
Volg het maximale aantal 13 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Leg het bestek in de besteklade met de scherpe
randen naar beneden of leg ze horizontaal in de
besteklade met de scherpe randen naar beneden.
Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet
onbeheerd achter met open deur.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen
in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met
bijv. een vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur
onder de 0 °C komt.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
www.aeg.com4
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A
stekker. Als de zekering van de
stekker vervangen moet worden,
moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt
(uitsluitend VK en Ierland).
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel
met een hoofdkabel aan de
binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd
is, sluit dan onmiddellijk de
waterkraan en haal de stekker uit het
stopcontact. Neem contact op met de
service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
2.4 Gebruik
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Speel niet met het water van het
apparaat en drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het
apparaat als het programma is
voltooid. Er kan wat wasmiddel op de
vaat achterblijven.
Bewaar geen voorwerpen en oefen
geen druk uit op de open deur van het
apparaat.
Het apparaat kan hete stoom laten
ontsnappen als u de deur opent terwijl
er een programma wordt uitgevoerd.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
NEDERLANDS 5
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: motor,
circulatie- en afvoerpomp,
verwarmingstoestellen en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, structurele en interne
onderdelen met betrekking tot
deurconstructies, printplaten,
elektronische displays,
drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware,
inclusief resetsoftware. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
De volgende reserveonderdelen
zullen beschikbaar zijn gedurende 10
jaar nadat het model is stopgezet:
deurscharnieren en -afdichtingen,
andere afdichtingen, spuitarmen,
afvoerfilters, binnenrekken en plastic
randapparatuur zoals manden en
deksels.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. PRODUCTBESCHRIJVING
De afbeeldingen hieronder
geven alleen een algemeen
productoverzicht. Raadpleeg
voor meer gedetailleerde
informatie andere
hoofdstukken en/of
documenten die bij het
apparaat zijn meegeleverd.
www.aeg.com6
4
3
7
9
8
10
56
11
1
2
1
Bovenste sproeiarm
2
Onderste sproeiarm
3
Filters
4
Typeplaatje
5
Zoutreservoir
6
Ventilatie
7
Glansmiddeldoseerbakje
8
Vaatwasmiddeldoseerbakje
9
Bestekkorf
10
Onderste korf
11
Bovenste korf
NEDERLANDS 7
4. BEDIENINGSPANEEL
1
2 4 5
68
3
7
1
Aan/uit-toets
2
Program-toets
3
Programma-controlelampjes
4
Display
5
Delay-toets
6
Option-toets
7
Controlelampjes
8
Start-toets
4.1 Indicatielampjes
Aanduiding Beschrijving
Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te wor‐
den. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is.
Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bij‐
gevuld dient te worden. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma
in werking is.
Indicator van wasfase. Dit is aan wanneer de wasfase loopt.
Indicator van spoelfase. Dit is aan wanneer de spoelfase loopt.
Droogfase-indicatielampje. Dit is aan wanneer de droogfase loopt.
Einde-indicatielampje. Dit is aan als het wasprogramma is afgelopen.
Deur-indicatielampje. Dit is aan als de deur van het apparaat niet goed is
geopend of gesloten.
www.aeg.com8
Aanduiding Beschrijving
Delay-indicatielampje.
TimeSaver-indicatielampje.
XtraDry-indicatielampje.
5. PROGRAMMA’S
De volgorde van de programma´s in de
tabel geeft mogelijk hun volgorde op het
bedieningspaneel niet weer.
Programma Mate van bevuiling
Type lading
Programmafasen Opties
1)
Normale bevuiling
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Wassen op 50 °C
Spoelbeurten
Drogen
TimeSaver
XtraDry
2)
Alles
Serviesgoed, be‐
stek, potten en
pannen
Voorwas
Wassen van 45 °C
tot 70 °C
Spoelbeurten
Drogen
XtraDry
3)
Zware bevuiling
Serviesgoed, be‐
stek, potten en
pannen
Voorwas
Wassen op 70 °C
Spoelbeurten
Drogen
TimeSaver
XtraDry
4)
Licht bevuild
Serviesgoed en
bestek
Wassen op 60 °C
Spoelbeurten
XtraDry
NEDERLANDS 9
Programma Mate van bevuiling
Type lading
Programmafasen Opties
5)
Normaal of licht
bevuild
Delicaat servies‐
goed en glaswerk
Voorwas
Wassen op 45 °C
Spoelbeurten
Drogen
XtraDry
1)
Dit programma heeft het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed
en bestek. Dit is het standaardprogramma voor testinstituten. Dit programma wordt gebruikt voor de be‐
oordeling van de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ont‐
werp.
2)
Het apparaat detecteert de vuilgraad en het aantal voorwerpen in de rekken. De temperatuur, de hoe‐
veelheid water, het energieverbruik en de programmaduur worden automatisch aangepast.
3)
Dit programma is ontworpen om zwaar bevuilde voorwerpen te wassen met een hoge waterdruk en
temperatuur.
4)
Dit programma is geschikt voor het wassen van een hele of een halve lading met recent vuil. Het zorgt
in een korte tijd voor goede wasresultaten.
5)
Dit programma regelt de watertemperatuur voor een zorgvuldige behandeling van kwetsbare voorwer‐
pen, in het bijzonder glaswerk.
5.1 Verbruikswaarden
Programma
1)
2)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Duur
(min)
9.9
3)
/ 9.9
4)
0.820
3)
/ 0.835
4)
237
3)
/ 237
4)
7 - 12 0.7 - 1.5 45 - 160
13 - 15 1.4 - 1.6 140 - 160
9 0.8 30
13 - 14 0.9 - 1.1 70 - 85
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties, de hoeveelheid vaat
en mate van vervuiling kunnen de verbruikswaarden veranderen.
2)
De waarden van de programma’s, behalve voor ECO, zijn slechts een indicatie.
3)
Conform verordening 1016/2010.
4)
Conform verordening 2019/2022.
5.2 Aanwijzingen voor
testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen
over het uitvoeren van prestatietesten
(bijv. volgens EN60436 ), stuurt u een e-
mail naar:
Vermeld in uw verzoek de
productnummercode (PNC) dat u op het
typeplaatje aantreft.
Raadpleeg voor andere vragen
betreffende uw vaatwasmachine het
serviceboekje dat met uw apparaat is
meegeleverd.
www.aeg.com10
6. INSTELLINGEN
6.1 Programmakeuzemodus
en gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
Instellingen beschikbaar in de
gebruikersmodus:
Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
De activering of deactivering van de
aanduiding leeg glansmiddelreservoir.
De activering of deactivering van
AirDry.
Het apparaat slaat de instellingen op,
dus u hoeft deze niet voor iedere
cyclus te configureren.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmakeuzemodus als de
programma-indicator aan is en
op het display de programmaduur staat.
Na de activering bevindt het apparaat
zich standaard in de
programmakeuzemodus. Als dit niet zo
is, stelt u de programmakeuzemodus als
volgt in:
Houd tegelijkertijd Delay en Option
ingedrukt tot het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
Gebruikersmodus ingaan
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
Houd om de gebruikersmodus in te
voeren tegelijkertijd Delay en Option
ingedrukt tot de indicatielampjes ,
en gaan knipperen en het
display blanco is.
6.2 De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden
afgesteld op de hardheid van het water
in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van
het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor
de waterontharder in te stellen voor
goede wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse hard‐
heid (°dH)
Franse hard‐
heid (°fH)
mmol/l Clarke-
hardheid
Wateronthardings‐
niveau
47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
5
1)
NEDERLANDS 11
Duitse hard‐
heid (°dH)
Franse hard‐
heid (°fH)
mmol/l Clarke-
hardheid
Wateronthardings‐
niveau
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2
<4 <7 <0,7 < 5
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort
wasmiddel het juiste
waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd
te houden.
Multivaatwastabletten die
zout bevatten zijn niet
effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de
waterontharder moet de hars van de
ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch
en maakt deel uit van de normale
vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven
hoeveelheid water (zie waarden in de
tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de
laatste spoeling en het einde van het
programma.
Wateronthardings‐
niveau
Hoeveelheid water
(l)
1 250
2 100
3 62
4 47
5 25
6 17
7 10
Wateronthardings‐
niveau
Hoeveelheid water
(l)
8 5
9 3
10 3
In het geval van de hoge
wateronthardersinstelling kan dit ook in
het midden van het programma
gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal
tijdens een programma). De start van de
regeneratie heeft geen invloed op de
cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het
midden van een programma of aan het
einde van een programma met een korte
droogfase. In dat geval verlengt de
regeneratie de totale duur van een
programma met nog eens 5 minuten.
Vervolgens kan het spoelen van de
waterontharder wat 5 minuten duurt,
beginnen in dezelfde cyclus of aan het
begin van het volgende programma.
Deze activiteit verhoogt het totale
waterverbruik van een programma met 4
liter en het totale energieverbruik van
een programma met 2 Wh. Het spoelen
van de waterontharder eindigt met een
volledige afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling
(mogelijk meer dan één in dezelfde
cyclus) kan de programmaduur met nog
eens 5 minuten verlengen wanneer deze
op enig moment aan het begin of in het
midden van een programma plaatsvindt.
www.aeg.com12
Alle in deze paragraaf
genoemde verbruikswaarden
worden bepaald volgens de
huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden
met waterhardheid 2,5
mmol/l volgens de
verordening 2019/2022
(waterontharder: niveau 3).
De druk en de temperatuur
van het water en de variaties
van de netvoeding kunnen
de waarden veranderen.
Het waterontharderniveau
instellen
Zorg dat het apparaat in de
gebruikersmodus staat.
1. Druk op Program.
De indicatielampjes en
zijn uit.
Het indicatielampje
blijft
knipperen.
Het display toont de huidige
instelling: bijv.
= niveau 5.
2. Druk herhaaldelijk op Program om
de instelling te wijzigen.
3. Druk op de knop aan/uit om de
instelling te bevestigen.
6.3 De aanduiding van leeg
glansmiddelreservoir
Met glansmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd. Het
wordt automatisch vrijgegeven tijdens de
warme spoelfase.
Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat
de glansmiddelindicator branden om aan
te geven dat u glansmiddel moet
bijvullen. Als u tevreden bent met de
droogresultaten bij het gebruik van alleen
multitabletten, kunt u de aanduiding voor
het bijvullen van glansmiddel
deactiveren. Voor de beste
droogprestaties dient u echter altijd
glansmiddel te gebruiken.
Schakel de aanduiding in om de
glansmiddelindicator actief te houden als
u standaard wasmiddel of multitabletten
zonder glansmiddel bevat.
Het uitschakelen van de
melding van een leeg
glansmiddeldoseerbakje
Zorg dat het apparaat in de
gebruikersmodus staat.
1. Druk op Start.
De indicatielampjes en
zijn uit.
Het indicatielampje
blijft
knipperen.
Het display toont de huidige
instelling.
= aanduiding
glansmiddelreservoir leeg
geactiveerd.
= aanduiding
glansmiddelreservoir leeg
gedeactiveerd.
2. Druk op Start om de instelling te
wijzigen.
3. Druk op aan/uit om de instelling te
bevestigen.
6.4 AirDry
AirDry biedt goede droogresultaten met
minder energieverbruik.
Tijdens de droogfase opent
de deur automatisch en blijft
op een kier staan.
LET OP!
Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2
minuten na automatisch
openen te sluiten. Dit kan
het apparaat beschadigen.
NEDERLANDS 13
AirDry wordt automatisch bij alle
programma´s geactiveerd, behalve bij
(indien van toepassing).
Gebruik om de droogresultaten te
verbeteren de optie XtraDry of activeer
AirDry.
LET OP!
Als het apparaat toegankelijk
is voor kinderen, adviseren
wij u om AirDry te
deactiveren, omdat het
openen van de deur
gevaarlijk kan zijn.
Het deactiveren van AirDry
Zorg dat het apparaat in de
gebruikersmodus staat.
1. Druk op Delay.
De indicatielampjes en
zijn uit.
Het indicatielampje blijft
knipperen.
Het display toont de huidige
instelling:
= AirDry
ingeschakeld.
2. Druk op Delay om de instelling te
wijzigen: = AirDry uitgeschakeld.
3. Druk op aan/uit om de instelling te
bevestigen.
7. OPTIES
De gewenste opties moeten
elke keer dat u een
programma start worden
geactiveerd.
De opties kunnen niet
worden in- of uitgeschakeld
als een programma in
werking is.
De knop Option schakelt
tussen de beschikbare
opties en hun mogelijke
combinaties.
Niet alle opties kunnen met
elkaar worden
gecombineerd. Als u opties
hebt geselecteerd die niet
met elkaar te combineren
zijn, dan schakelt het
apparaat automatisch één of
meerdere opties uit. Alleen
de indicatielampjes van de
actieve opties zijn aan.
Als een optie niet van
toepassing is op een
programma, dan gaat het
bijbehorende indicatielampje
niet branden of het knippert
even en gaat dan uit.
Het activeren van opties kan
van invloed zijn zowel op het
water- en energieverbruik,
als op de programmaduur.
7.1 XtraDry
Activeer deze optie om de droogprestatie
te versterken. Als XtraDry aanstaat,
kunnen de duur van sommige
programma's, het waterverbruik en de
temperatuur van de laatste spoeling
worden beïnvloed.
De optie XtraDry is een permanente
optie voor alle programma's anders dan
en hoeven niet iedere cyclus te
worden gekozen.
In de andere programma´s is de
instelling van XtraDry permanent en
wordt in de volgende cycli automatische
gebruikt. Deze configuratie kan met de
tijd worden gewijzigd.
Elke keer dat wordt
geactiveerd, gaat XtraDry uit
en moet weer handmatig
worden gekozen.
Het activeren van XtraDry schakelt
TimeSaver uit en vice versa.
www.aeg.com14
Het activeren van XtraDry
Druk op Option totdat het -
indicatielampje aangaat.
Het display geeft de bijgewerkte
programmaduur weer.
7.2 TimeSaver
Met deze optie verhoogt u de druk en de
temperatuur van het water. De was- en
droogfasen zijn korter.
De totale duur van het programma neemt
met ongeveer 50% af.
De wasresultaten zijn hetzelfde als bij de
normale programmaduur. De
droogresultaten nemen mogelijk iets af.
Het activeren van TimeSaver
Druk op Option totdat het -
indicatielampje aangaat.
Het display geeft de bijgewerkte
programmaduur weer.
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
Indien niet, stel dan de stand van
de waterontharder juist in.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het
glansspoelmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start een programma om resten te
verwijderen die misschien nog in het
apparaat zijn achtergebleven.
Gebruik geen afwasmiddel en plaats
geen vaat in de korven.
Na het starten van het programma laadt
het apparaat de hars in de
waterverzachter maximaal 5 minuten op.
De wasfase start pas nadat deze
procedure voltooid is. De procedure
wordt regelmatig herhaald.
8.1 Het zoutreservoir
LET OP!
Gebruik uitsluitend grof zout
dat voor vaatwassers is
gemaakt. Fijn zout verhoogt
het risico op corrosie.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor
goede wasresultaten voor dagelijks
gebruik.
Het zoutreservoir vullen
1. Draai de dop linksom om het
zoutreservoir te openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir
(alleen de eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout
(totdat het vol is).
4. Schud de trechter voorzichtig bij het
handvat om de laatste korrels erin te
krijgen.
5. Verwijder het zout rond de opening
van het zoutreservoir.
6. Draai de dop van het zoutreservoir
rechtsom om het zoutreservoir te
sluiten.
NEDERLANDS 15
LET OP!
Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u
het bijvult. Start na het
bijvullen van het
zoutreservoir onmiddellijk
een programma om corrosie
te voorkomen.
8.2 Het vullen van het
glansmiddeldoseerbakje
M
A
X
1
2
3
4
+
-
A B
D
C
LET OP!
Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor
vaatwassers.
1. Druk op de ontgrendelknop (D) om
het deksel te openen (C).
2. Vul het doseerbakje (A) met
glansmiddel niet verder dan de
aanduiding ''MAX''.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met
een absorberend doekje om te
voorkomen dat er te veel schuim
ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
U kunt het schuifje voor de
vrij te geven hoeveelheid (B)
instellen tussen stand 1
(laagste hoeveelheid) en
stand 4 of 6 (hoogste
hoeveelheid).
9. DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Druk op de aan/uit-toets om het
apparaat in te schakelen.
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
als het indicatielampje van het
glansmiddel brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type
lading en de mate van vervuiling.
9.1 Vaatwasmiddel gebruiken
20
30
A
B
C
LET OP!
Gebruik uitsluitend
vaatwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor
gebruik in vaatwassers
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om
het deksel (C) te openen.
2. Doe de vaatwastablet in het
doseerbakje (A) .
www.aeg.com16
3. Plaats een kleine hoeveelheid van
het vaatwasmiddel in de binnenkant
van de deur van het apparaat als het
programma een voorwasfase heeft.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
9.2 Een programma instellen
en starten
De Auto Off-functie
Deze functie verlaagt het energieverbruik
door het apparaat automatisch uit te
schakelen als het niet werkt.
De functie gaat werken:
5 minuten nadat het programma is
afgerond.
Als er na 5 minuten nog geen
programma is gestart.
Een programma starten
1. Druk op de aan/uit-knop om het
apparaat te activeren. Zorg dat het
apparaat in de keuzemodus
Programma staat en de deur
gesloten is.
2. Blijf op Program drukken totdat het
indicatielampje van het gewenste
programma aangaat.
Het display geeft de programmaduur
weer.
3. Stel de bruikbare opties in.
4. Druk op Start om het programma te
starten.
Het indicatielampje van de
lopende fase is aan.
De programmaduur neemt af in
stappen van 1 minuut.
Een programma starten met
een uitgestelde start
1. Stel een programma in.
2. Blijf op Delay drukken tot het display
de uitgestelde tijd toont die u wilt
instellen (van 1 tot 24 uur).
3. Druk op Start om het aftellen te
starten.
Het -lampje brandt.
De resterende tijd telt af in uren.
Het laatste uur wordt in minuten
weergegeven.
Als het aftellen klaar is, start het
programma en gaat het indicatielampje
van de lopende fase branden. Het
indicatielampje is uit.
De deur openen als het
apparaat in werking is
Als u de deur opent terwijl een
programma loopt, stopt het apparaat. Dit
kan het energieverbruik en de
programmaduur beïnvloeden. Als u de
deur weer sluit, gaat het apparaat verder
vanaf het moment van onderbreking.
Als de deur tijdens de
droogfase langer dan 30
seconden wordt geopend,
stopt het lopende
programma. Dit gebeurt niet
als de deur wordt geopend
door de functie AirDry.
Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2
minuten nadat AirDry hem
automatisch opent te
openen, want dit kan schade
aan het apparaat
veroorzaken.
Als hierna de deur
gedurende ten minste 3
minuten wordt gesloten,
beëindigt het draaiende
programma.
De uitgestelde start
annuleren tijdens het aftellen
Als u de uitgestelde start annuleert, moet
u het programma en de opties opnieuw
instellen.
Houd tegelijkertijd Delay en Option
ingedrukt tot het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
Het programma annuleren
Houd tegelijkertijd Delay en Option
ingedrukt tot het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
NEDERLANDS 17
Controleer of er vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat
u een nieuw programma start.
Einde van het programma
Alle knoppen zijn inactief behalve de
aan/uit knop.
1. Druk op de aan/uit-toets of wacht
totdat de Auto Off-functie het
apparaat automatisch heeft
uitgeschakeld.
Als u de deur opent voor de
activering van Auto Off, wordt het
apparaat automatisch uitgeschakeld.
2. Draai de waterkraan dicht.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Algemeen
Volg de onderstaande tips om te zorgen
voor optimale schoonmaak- en
droogresultaten en ook het milieu te
helpen beschermen.
Het afwassen in de vaatwasser
volgens de instructies in de
gebruikershandleiding verbruikt
meestal minder water en energie dan
het afwassen met de hand.
Laad de vaatwasser volledig in om
water en energie te besparen. Voor
de beste reinigingsresultaten plaatst u
items in de korven volgens de
instructies in de
gebruikershandleiding en overbelast u
de korven niet.
Spoel de vaat niet eerst af. Het
verhoogt het water- en
energieverbruik. Kies indien nodig
een programma met voorwasfase.
Verwijder grotere voedselresten van
de borden en lege bekers en glazen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Week kookgerei met stevig
vastgekookt of vastgebakken voedsel
of poets het lichtjes voordat u het in
het apparaat wast.
Zorg ervoor dat de vaat in de manden
elkaar niet raakt of overlapt. Alleen
dan kan het water de vaat volledig
bereiken en wassen.
U kunt apart vaatwasmiddel,
glansmiddel en zout gebruiken of
kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg
de instructies op de verpakking.
Kies een programma op basis van het
type lading en de mate van bevuiling.
biedt het meest efficiënte
gebruik van water en energieverbruik.
Om kalkaanslag in het apparaat te
voorkomen:
Vul de zoutcontainer indien nodig
bij.
Gebruik de aanbevolen dosering
van het wasmiddel en
spoelglansmiddel.
Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is
voor de waterhardheid in uw
omgeving.
Volg de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
10.2 Gebruik van zout,
glansmiddel en
vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg
hard water raden we het gebruik aan
van enkelvoudig vaatwasmiddel
(poeder, gel, tabletten zonder extra
middelen), met afzonderlijk
glansmiddel en zout voor optimale
reinigings- en droogresultaten.
Draai het apparaat minstens eenmaal
per maand met een apparaatreiniger
die hier speciaal voor bestemd is.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij
korte programma's niet geheel op.
Om te voorkomen dat
vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om
tabletten enkel bij lange programma's
te gebruiken.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de
instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
wasmiddel. Onvoldoende dosering
www.aeg.com18
van het wasmiddel kan leiden tot
slechte reinigingsresultaten en
hardwaterfilmen of vlekken op de
voorwerpen. Het gebruik van te veel
wasmiddel met zacht of verzacht
water resulteert in wasmiddelresten
op de borden. Pas de hoeveelheid
wasmiddel aan op basis van de
waterhardheid. Zie de instructies van
de vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
spoelglansmiddel. Onvoldoende
dosering van spoelglansmiddel
vermindert de droogresultaten. Het
gebruik van te veel spoelglansmiddel
resulteert in blauwachtige lagen op de
items.
Controleer of het
wateronthardersniveau correct is. Als
het niveau te hoog is, kan de
verhoogde hoeveelheid zout in het
water leiden tot roest op bestek.
10.3 Wat moet u doen als u
wilt stoppen met het gebruik
van multitabletten
Doe het volgende voordat u begint met
het gebruiken van apart wasmiddel, zout
en glansmiddel.
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen afwasmiddel
toe en ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt
u de waterontharder in de
waterhardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
6. De aanduiding leeg
glansmiddelreservoir activeren.
10.4 De mandjes inruimen
Gebruik altijd de hele ruimte van de
mandjes.
Gebruik het apparaat uitsluitend om
afwasmachinebestendige voorwerpen
af te wassen.
Was in het apparaat geen items
gemaakt van hout, hoorn, aluminium,
tin en koper, omdat ze kunnen
barsten, kromtrekken, verkleuren of
putjes kunnen krijgen.
Reinig geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen
absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
Zorg er voor dat glazen items elkaar
niet aanraken.
Leg lichte voorwerpen in het
bovenrek. Zorg ervoor dat de
voorwerpen niet kunnen verschuiven.
Doe bestek en kleine items in het
bestekmand.
Beweeg de bovenste korf naar boven
om grote voorwerpen in de onderste
korf te kunnen plaatsen.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
10.5 Voor het starten van een
programma
Zorg er, voordat u het gekozen
programma start, voor dat:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
Het programma geschikt is voor het
type lading en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
10.6 De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
NEDERLANDS 19
Na voltooiing van het
programma kan er zich aan
de binnenkant van het
apparaat nog water
bevinden.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen verminderen de
wasresultaten. Controleer
regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
11.1 De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en
verwijder het.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten
of vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg
ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
www.aeg.com20
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte
filter (A). Rechtsom draaien tot het
vastzit.
LET OP!
Een onjuiste plaatsing van
de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
11.2 De onderste sproeiarm
schoonmaken
We raden u aan om de onderste
sproeiarm regelmatig schoon te maken
om te voorkomen dat vuil de gaten
verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek de onderste sproeiarm naar
boven om deze te verwijderen.
2. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen.
3. Duw de sproeiarm naar beneden om
deze weer terug te plaatsen.
11.3 Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
NEDERLANDS 21
11.4 De binnenkant van de
machine reinigen
Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van
de deur, met een zachte, vochtige
doek.
Gebruik om de prestaties van uw
apparaat te onderhouden minstens
elke twee maanden een
reinigingsproduct dat specifiek is
ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de
instructies op de verpakking van de
producten zorgvuldig op.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, scherpe voorwerpen,
sterke chemicaliën, pannensponsjes
of oplosmiddelen.
Het regelmatig gebruiken van korte
programma´s kan ophoping van vet
en kalk in het apparaat tot gevolg
hebben. Draai minstens tweemaal per
maand lange programma´s om deze
ophoping te voorkomen.
11.5 Verwijderen van
vreemde voorwerpen
Controleer de filters en de opvangbak na
elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde
voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic,
botten of tandenstokers, enz.)
verminderen de reinigingsprestaties en
kunnen schade aan de afvoerpomp
veroorzaken.
1. Demonteer het filtersysteem volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder alle vreemde voorwerpen
met de hand.
LET OP!
Als u de voorwerpen niet
kunt verwijderen, neem
dan contact op met een
erkend servicecentrum.
3. Monteer de filters opnieuw volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Onjuiste reparatie van het
apparaat kan een gevaar
voor de veiligheid van de
gebruiker vormen.
Reparaties moeten worden
uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor
informatie over mogelijke problemen.
Bij sommige problemen toont het display
een alarmcode.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet in‐
schakelen.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcon‐
tact.
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zeke‐
ringenkastje is.
Het programma start niet. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Druk op Start.
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de
instelling of wacht u totdat het aftellen voorbij is.
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De
duur van de procedure is ongeveer 5 minuten.
www.aeg.com22
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat wordt niet met
water gevuld.
Op het display verschijnt i10
of i11.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te
laag is. Neem voor deze informatie contact op met uw
plaatselijke waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt
is.
Controleer of de toevoerslang geen knikken of bochten
heeft.
De machine pompt geen wa‐
ter weg.
Op het display verschijnt
i20.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten
heeft.
De anti-overstromingsbevei‐
liging is ingeschakeld.
Op het display verschijnt
i30.
Draai de waterkraan dicht.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
Controleer of de korven zijn geladen volgens de instruc‐
ties in de gebruikershandleiding.
Storing van de waterniveau
detectiesensor.
Op het display verschijnt i41
- i44.
Controleer of de filters schoon zijn.
Schakel het apparaat uit en aan.
Storing van de waspomp of
de afvoerpomp.
Op het display verschijnt i51
- i59 of i5A - i5F.
Schakel het apparaat uit en aan.
De temperatuur van het wa‐
ter in het apparaat is te hoog
of er is een storing in de
temperatuursensor opgetre‐
den.
Op het display verschijnt i61
of i69.
Controleer of de temperatuur van het toegevoerde water
niet hoger is dan 60 °C.
Schakel het apparaat uit en aan.
Technische storing van het
apparaat.
Op het display verschijnt iC0
of iC3.
Schakel het apparaat uit en aan.
Het niveau van het water in
het apparaat is te hoog.
Op het display verschijnt
iF1.
Schakel het apparaat uit en aan.
Controleer of de filters schoon zijn.
Controleer of de afvoerslang op de juiste hoogte boven
de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-in‐
structies.
Het apparaat stopt en begint
meerdere keren tijdens de
werking.
Dat is normaal. Het zorgt voor optimale reinigingsresul‐
taten en energiebesparing.
NEDERLANDS 23
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het programma duurt te
lang.
Selecteer de TimeSaver optie om de programmaduur te
verkorten.
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u
deze functie of wacht u tot het aftellen is voltooid.
De weergegeven program‐
maduur is anders dan de
duur in de tabel verbruiks‐
waarden.
Raadpleeg de tabel verbruikswaarden in het hoofdstuk
"Programma’s".
De resterende duur in het
display wordt verlengd en
schakelt bijna naar het eind
van de programmatijd.
Dit is geen defect. Het apparaat werkt correct.
Kleine lekkage van de deur
van het apparaat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet centraal uitgelijnd op
de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is
moeilijk te sluiten.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
De deur van het apparaat
gaat open tijdens de wascy‐
clus.
De AirDry functie is geactiveerd. U kunt de functie uit‐
schakelen. Raadpleeg "Instellingen".
Ratelende/kloppende gelui‐
den vanuit het apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt.
Raadpleeg de folder voor het laden van de korven.
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Het apparaat maakt kortslui‐
ting.
De stroomsterkte is niet voldoende om alle apparaten
tegelijkertijd te voeden. Controleer de stroomsterkte van
het stopcontact en de capaciteit van de meter of schakel
een van de apparaten die in gebruik zijn uit.
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem con‐
tact op met de servicedienst.
Raadpleeg "Voor het
eerste gebruik", "Dagelijks
gebruik", of "Aanwijzingen
en tips" voor andere
mogelijke oorzaken.
Schakel het apparaat uit en weer in als u
het apparaat hebt gecontroleerd. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met een erkend
servicecentrum.
Voor alarmcodes die niet in de tabel
worden beschreven, neemt u contact op
met een erkend servicecentrum.
WAARSCHUWING!
We raden u aan om het
apparaat niet te gebruiken
totdat het probleem volledig
is opgelost. Haal de stekker
uit het stopcontact en sluit
het apparaat pas weer aan
als u zeker weet dat het
correct werkt.
www.aeg.com24
12.1 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en
tips" en de folder voor het laden van de korven.
Gebruik intensievere wasprogramma´s.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter
schoon. Raadpleeg "Onderhoud en reinigen".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐
staan.
Het glansspoelmiddel is op of de dosering van het
glansspoelmiddel is niet voldoende. Zet het glansmid‐
deldoseerbakje op een hoger niveau.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een hand‐
doek worden afgedroogd.
Activeer voor de beste droogprestatie de optie XtraDry
en stel in AirDry.
We raden aan om altijd glansspoelmiddel te gebrui‐
ken, zelfs in combinatie met vaatwastabletten.
De glazen en borden vertonen
witte strepen of een blauwe
waas.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een lagere stand.
De hoeveelheid vaatwasmiddel is te hoog.
De glazen en borden vertonen
vlekken en droge waterdrup‐
pels.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is niet vol‐
doende. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een hogere stand.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
Het serviesgoed is nat. Activeer voor de beste droogprestatie de optie XtraDry
en stel in AirDry .
Het programma heeft geen droogfase of heeft een
droogfase met lage temperatuur.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn.
Probeer een ander merk of activeer het glansmiddel‐
doseerbakje en gebruik het glansmiddel samen met
de multitabletten.
De binnenkant van het appa‐
raat is nat.
Dit is geen defect van het apparaat. Vochtige lucht
condenseert op de wanden van het apparaat.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik de vaatwasmiddelen die specifiek zijn be‐
doeld voor gebruik in vaatwassers.
Gebruik een vaatwasmiddel van een andere fabrikant.
Spoel borden niet af onder stromend water voordat u
ze in het apparaat plaatst.
NEDERLANDS 25
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Roestresten op het bestek. Er zit te veel zout in het water dat voor het wassen
wordt gebruikt. Raadpleeg "De waterontharder".
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst.
Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij
elkaar.
Er bevinden zich aan het ein‐
de van het programma resten
van het vaatwasmiddel in het
doseerbakje voor het vaatwas‐
middel.
De vaatwastablet raakte klem in het doseerbakje voor
het vaatwasmiddel en is daardoor niet volledig wegge‐
spoeld door het water.
Water kan het vaatwasmiddel niet uit het doseerbakje
wegspoelen. Controleer of de sproeiarmen niet ge‐
blokkeerd of verstopt zijn.
Controleer of de voorwerpen in de rekken het deksel
van het doseerbakje voor het vaatwasmiddel niet be‐
lemmeren.
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Intern reinigen".
Kalkresten op het servies‐
goed, op de kuip en aan de
binnenkant van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Raadpleeg "De wateront‐
harder".
Gebruik zout en stel zelfs bij het gebruik van multita‐
bletten de waterontharder in. Raadpleeg "De water‐
ontharder".
Raadpleeg "Intern reinigen".
Probeer een ander vaatwasmiddel.
Neem contact op met de vaatwasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschilferd
serviesgoed.
Zorg ervoor dat alleen vaatwasserbestendige voorwer‐
pen in het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder
voor het laden van de korven.
Plaats kwetsbare voorwerpen in de bovenste korf.
Kies het aangewezen programma om tere voorwerpen
en glaswerk te reinigen. Raadpleeg "Programma’s".
Raadpleeg "Voor het
eerste gebruik", "Dagelijks
gebruik", of "Aanwijzingen
en tips" voor andere
mogelijke oorzaken.
13. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
596 / 818-878 / 575
www.aeg.com26
Elektrische aansluiting
1)
Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer Koud water of warm wa‐
ter
2)
max. 60 °C
Inhoud Couverts 13
Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Uit-modus (W) 0.50
1)
Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2)
Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv.
zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
13.1 Link naar de EU-EPREL-
databank
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de registratie van dit
apparaat in de EU-EPREL-database.
Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit
apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om informatie
gerelateerd aan de prestaties van het
product in de EU-EPREL-databank te
vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en
het productnummer kunt u vinden op het
typeplaatje van het apparaat. Zie het
hoofdstuk ‘Productbeschrijving’.
Kijk voor meer informatie over het
energielabel op www.theenergylabel.eu
14. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
NEDERLANDS 27

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 4 3. PRODUCTBESCHRIJVING..................................................................................6 4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................8 5. PROGRAMMA’S................................................................................................... 9 6. INSTELLINGEN.................................................................................................. 11 7. OPTIES............................................................................................................... 14 8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.........................................................................15 9. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 16 10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................ 18 11. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................20 12. PROBLEEMOPLOSSING................................................................................. 22 13. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................26 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is NEDERLANDS 3 niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. 1.2 Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere woonomgevingen. De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. 4 www.aeg.com • • • • • • • • • De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa) Volg het maximale aantal 13 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe randen naar beneden. Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd achter met open deur. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik • • altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet. 2.2 Elektrische aansluiting WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. NEDERLANDS • • • • • • • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker. Als de zekering van de stekker vervangen moet worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK en Ierland). 2.3 Wateraansluiting • • • • Beschadig de waterslangen niet. Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. • 5 WAARSCHUWING! Gevaarlijke spanning. Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan en haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. 2.4 Gebruik • • • • • • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel op de vaat achterblijven. Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk uit op de open deur van het apparaat. Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. 2.5 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel. • • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. Neem contact op met het servicecentrum om de binnenverlichting te vervangen. 6 www.aeg.com 2.6 Service • • • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp, verwarmingstoestellen en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, structurele en interne onderdelen met betrekking tot deurconstructies, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware, inclusief resetsoftware. Houd er 3. PRODUCTBESCHRIJVING De afbeeldingen hieronder geven alleen een algemeen productoverzicht. Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie andere hoofdstukken en/of documenten die bij het apparaat zijn meegeleverd. • rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. De volgende reserveonderdelen zullen beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: deurscharnieren en -afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen, afvoerfilters, binnenrekken en plastic randapparatuur zoals manden en deksels. 2.7 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. NEDERLANDS 1 2 11 10 1 2 3 4 5 6 9 Bovenste sproeiarm Onderste sproeiarm Filters Typeplaatje Zoutreservoir Ventilatie 8 7 6 5 7 8 9 10 11 4 3 Glansmiddeldoseerbakje Vaatwasmiddeldoseerbakje Bestekkorf Onderste korf Bovenste korf 7 8 www.aeg.com 4. BEDIENINGSPANEEL 1 2 8 1 2 3 4 5 Aan/uit-toets Program-toets Programma-controlelampjes Display Delay-toets 3 4 7 5 6 6 Option-toets 7 Controlelampjes 8 Start-toets 4.1 Indicatielampjes Aanduiding Beschrijving Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te wor‐ den. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is. Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bij‐ gevuld dient te worden. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is. Indicator van wasfase. Dit is aan wanneer de wasfase loopt. Indicator van spoelfase. Dit is aan wanneer de spoelfase loopt. Droogfase-indicatielampje. Dit is aan wanneer de droogfase loopt. Einde-indicatielampje. Dit is aan als het wasprogramma is afgelopen. Deur-indicatielampje. Dit is aan als de deur van het apparaat niet goed is geopend of gesloten. NEDERLANDS Aanduiding Beschrijving Delay-indicatielampje. TimeSaver-indicatielampje. XtraDry-indicatielampje. 5. PROGRAMMA’S De volgorde van de programma´s in de tabel geeft mogelijk hun volgorde op het bedieningspaneel niet weer. Programma 1) 2) 3) 4) Mate van bevuiling Type lading Programmafasen Opties • • Normale bevuiling • Serviesgoed en • bestek • • Voorwas Wassen op 50 °C Spoelbeurten Drogen • • TimeSaver XtraDry • • Alles Serviesgoed, be‐ stek, potten en pannen • • XtraDry • • Voorwas • Wassen van 45 °C tot 70 °C Spoelbeurten Drogen • • Zware bevuiling Serviesgoed, be‐ stek, potten en pannen • • • • Voorwas Wassen op 70 °C Spoelbeurten Drogen • • TimeSaver XtraDry • • Licht bevuild Serviesgoed en bestek • • Wassen op 60 °C Spoelbeurten • XtraDry 9 10 www.aeg.com Programma 5) Mate van bevuiling Type lading Programmafasen Opties • • • • • • • Normaal of licht bevuild Delicaat servies‐ goed en glaswerk Voorwas Wassen op 45 °C Spoelbeurten Drogen XtraDry 1) Dit programma heeft het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. Dit is het standaardprogramma voor testinstituten. Dit programma wordt gebruikt voor de be‐ oordeling van de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ont‐ werp. 2) Het apparaat detecteert de vuilgraad en het aantal voorwerpen in de rekken. De temperatuur, de hoe‐ veelheid water, het energieverbruik en de programmaduur worden automatisch aangepast. 3) Dit programma is ontworpen om zwaar bevuilde voorwerpen te wassen met een hoge waterdruk en temperatuur. 4) Dit programma is geschikt voor het wassen van een hele of een halve lading met recent vuil. Het zorgt in een korte tijd voor goede wasresultaten. 5) Dit programma regelt de watertemperatuur voor een zorgvuldige behandeling van kwetsbare voorwer‐ pen, in het bijzonder glaswerk. 5.1 Verbruikswaarden Water (l) Energie (kWh) Duur (min) 9.93) / 9.94) 0.8203) / 0.8354) 2373) / 2374) 7 - 12 0.7 - 1.5 45 - 160 13 - 15 1.4 - 1.6 140 - 160 9 0.8 30 13 - 14 0.9 - 1.1 70 - 85 Programma 1) 2) 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties, de hoeveelheid vaat en mate van vervuiling kunnen de verbruikswaarden veranderen. 2) De waarden van de programma’s, behalve voor ECO, zijn slechts een indicatie. 3) Conform verordening 1016/2010. 4) Conform verordening 2019/2022. 5.2 Aanwijzingen voor testinstituten Om de nodige informatie te ontvangen over het uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens EN60436 ), stuurt u een email naar: [email protected] Vermeld in uw verzoek de productnummercode (PNC) dat u op het typeplaatje aantreft. Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw apparaat is meegeleverd. NEDERLANDS 11 6. INSTELLINGEN Gebruikersmodus ingaan 6.1 Programmakeuzemodus en gebruikersmodus Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. Als het apparaat in de programmakeuzemodus staat, kan een programma worden ingesteld en de gebruikersmodus worden ingevoerd. Houd om de gebruikersmodus in te voeren tegelijkertijd Delay en Option Instellingen beschikbaar in de gebruikersmodus: • Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid. • De activering of deactivering van de aanduiding leeg glansmiddelreservoir. • De activering of deactivering van AirDry. Het apparaat slaat de instellingen op, dus u hoeft deze niet voor iedere cyclus te configureren. De programmakeuzemodus instellen Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als de programma-indicator aan is en op het display de programmaduur staat. Na de activering bevindt het apparaat zich standaard in de programmakeuzemodus. Als dit niet zo is, stelt u de programmakeuzemodus als volgt in: ingedrukt tot de indicatielampjes , en gaan knipperen en het display blanco is. 6.2 De waterontharder De waterontharder verwijdert mineralen van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. Houd tegelijkertijd Delay en Option ingedrukt tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Waterhardheid Duitse hard‐ heid (°dH) Franse hard‐ heid (°fH) mmol/l Clarkehardheid Wateronthardings‐ niveau 47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10 43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 5 1) 12 www.aeg.com Duitse hard‐ heid (°dH) Franse hard‐ heid (°fH) mmol/l Clarkehardheid Wateronthardings‐ niveau 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2 <4 <7 <0,7 <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel het juiste waterhardheidniveau in om de bijvulindicator voor zout geactiveerd te houden. Multivaatwastabletten die zout bevatten zijn niet effectief genoeg als waterontharder. Regeneratieproces Voor de juiste werking van de waterontharder moet de hars van de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt deel uit van de normale vaatwasmachinewerking. Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige regeneratieproces, wordt een nieuw regeneratieproces gestart tussen de laatste spoeling en het einde van het programma. Wateronthardings‐ Hoeveelheid water niveau (l) 1 250 2 100 3 62 4 47 5 25 6 17 7 10 Wateronthardings‐ Hoeveelheid water niveau (l) 8 5 9 3 10 3 In het geval van de hoge wateronthardersinstelling kan dit ook in het midden van het programma gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een programma). De start van de regeneratie heeft geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het midden van een programma of aan het einde van een programma met een korte droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de totale duur van een programma met nog eens 5 minuten. Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of aan het begin van het volgende programma. Deze activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een programma met 4 liter en het totale energieverbruik van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de waterontharder eindigt met een volledige afvoer. Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk meer dan één in dezelfde cyclus) kan de programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen wanneer deze op enig moment aan het begin of in het midden van een programma plaatsvindt. NEDERLANDS Het uitschakelen van de melding van een leeg glansmiddeldoseerbakje Alle in deze paragraaf genoemde verbruikswaarden worden bepaald volgens de huidige geldende norm in laboratoriumomstandigheden met waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de verordening 2019/2022 (waterontharder: niveau 3). De druk en de temperatuur van het water en de variaties van de netvoeding kunnen de waarden veranderen. Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 1. Druk op Start. en zijn uit. • en • blijft Het indicatielampje knipperen. Het display toont de huidige instelling. = aanduiding glansmiddelreservoir leeg geactiveerd. – 1. Druk op Program. • De indicatielampjes zijn uit. – Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. De indicatielampjes • • Het waterontharderniveau instellen • 13 Het indicatielampje blijft knipperen. Het display toont de huidige = niveau 5. instelling: bijv. 2. Druk herhaaldelijk op Program om de instelling te wijzigen. 3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen. = aanduiding glansmiddelreservoir leeg gedeactiveerd. 2. Druk op Start om de instelling te wijzigen. 3. Druk op aan/uit om de instelling te bevestigen. 6.4 AirDry AirDry biedt goede droogresultaten met minder energieverbruik. 6.3 De aanduiding van leeg glansmiddelreservoir Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat de glansmiddelindicator branden om aan te geven dat u glansmiddel moet bijvullen. Als u tevreden bent met de droogresultaten bij het gebruik van alleen multitabletten, kunt u de aanduiding voor het bijvullen van glansmiddel deactiveren. Voor de beste droogprestaties dient u echter altijd glansmiddel te gebruiken. Schakel de aanduiding in om de glansmiddelindicator actief te houden als u standaard wasmiddel of multitabletten zonder glansmiddel bevat. Tijdens de droogfase opent de deur automatisch en blijft op een kier staan. LET OP! Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten na automatisch openen te sluiten. Dit kan het apparaat beschadigen. 14 www.aeg.com AirDry wordt automatisch bij alle programma´s geactiveerd, behalve bij (indien van toepassing). Gebruik om de droogresultaten te verbeteren de optie XtraDry of activeer AirDry. LET OP! Als het apparaat toegankelijk is voor kinderen, adviseren wij u om AirDry te deactiveren, omdat het openen van de deur gevaarlijk kan zijn. 1. Druk op Delay. • De indicatielampjes • Het indicatielampje blijft knipperen. Het display toont de huidige en zijn uit. • = AirDry instelling: ingeschakeld. 2. Druk op Delay om de instelling te = AirDry uitgeschakeld. wijzigen: 3. Druk op aan/uit om de instelling te bevestigen. Het deactiveren van AirDry Zorg dat het apparaat in de gebruikersmodus staat. 7. OPTIES De gewenste opties moeten elke keer dat u een programma start worden geactiveerd. De opties kunnen niet worden in- of uitgeschakeld als een programma in werking is. De knop Option schakelt tussen de beschikbare opties en hun mogelijke combinaties. Niet alle opties kunnen met elkaar worden gecombineerd. Als u opties hebt geselecteerd die niet met elkaar te combineren zijn, dan schakelt het apparaat automatisch één of meerdere opties uit. Alleen de indicatielampjes van de actieve opties zijn aan. Als een optie niet van toepassing is op een programma, dan gaat het bijbehorende indicatielampje niet branden of het knippert even en gaat dan uit. Het activeren van opties kan van invloed zijn zowel op het water- en energieverbruik, als op de programmaduur. 7.1 XtraDry Activeer deze optie om de droogprestatie te versterken. Als XtraDry aanstaat, kunnen de duur van sommige programma's, het waterverbruik en de temperatuur van de laatste spoeling worden beïnvloed. De optie XtraDry is een permanente optie voor alle programma's anders dan en hoeven niet iedere cyclus te worden gekozen. In de andere programma´s is de instelling van XtraDry permanent en wordt in de volgende cycli automatische gebruikt. Deze configuratie kan met de tijd worden gewijzigd. Elke keer dat wordt geactiveerd, gaat XtraDry uit en moet weer handmatig worden gekozen. Het activeren van XtraDry schakelt TimeSaver uit en vice versa. NEDERLANDS Het activeren van XtraDry Druk op Option totdat het indicatielampje aangaat. Het display geeft de bijgewerkte programmaduur weer. 7.2 TimeSaver Met deze optie verhoogt u de druk en de temperatuur van het water. De was- en droogfasen zijn korter. 15 De wasresultaten zijn hetzelfde als bij de normale programmaduur. De droogresultaten nemen mogelijk iets af. Het activeren van TimeSaver Druk op Option totdat het indicatielampje aangaat. Het display geeft de bijgewerkte programmaduur weer. De totale duur van het programma neemt met ongeveer 50% af. 8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK 1. Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Indien niet, stel dan de stand van de waterontharder juist in. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start een programma om resten te verwijderen die misschien nog in het apparaat zijn achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en plaats geen vaat in de korven. Na het starten van het programma laadt het apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5 minuten op. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt regelmatig herhaald. 8.1 Het zoutreservoir 2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout (totdat het vol is). 4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat om de laatste korrels erin te krijgen. 5. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn zout verhoogt het risico op corrosie. Het zout wordt gebruikt om de hars in de waterontharder te herladen en voor goede wasresultaten voor dagelijks gebruik. Het zoutreservoir vullen 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. 16 www.aeg.com LET OP! Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Start na het bijvullen van het zoutreservoir onmiddellijk een programma om corrosie te voorkomen. 8.2 Het vullen van het glansmiddeldoseerbakje A B M AX 4 1 3 2 + - C D LET OP! Gebruik alleen glansspoelmiddel voor vaatwassers. 1. Druk op de ontgrendelknop (D) om het deksel te openen (C). 2. Vul het doseerbakje (A) met glansmiddel niet verder dan de aanduiding ''MAX''. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. U kunt het schuifje voor de vrij te geven hoeveelheid (B) instellen tussen stand 1 (laagste hoeveelheid) en stand 4 of 6 (hoogste hoeveelheid). 9. DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Druk op de aan/uit-toets om het apparaat in te schakelen. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. • Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje brandt. • Vul het glansmiddeldoseerbakje als het indicatielampje van het glansmiddel brandt. 3. Ruim de korven in. 4. Voeg vaatwasmiddel toe. 5. U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type lading en de mate van vervuiling. 9.1 Vaatwasmiddel gebruiken A B 30 20 C LET OP! Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in vaatwassers 1. Druk op de ontgrendelknop (B) om het deksel (C) te openen. 2. Doe de vaatwastablet in het doseerbakje (A) . NEDERLANDS 17 3. Plaats een kleine hoeveelheid van het vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur van het apparaat als het programma een voorwasfase heeft. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. De resterende tijd telt af in uren. Het laatste uur wordt in minuten weergegeven. Als het aftellen klaar is, start het programma en gaat het indicatielampje van de lopende fase branden. Het 9.2 Een programma instellen en starten De deur openen als het apparaat in werking is De Auto Off-functie Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het moment van onderbreking. Deze functie verlaagt het energieverbruik door het apparaat automatisch uit te schakelen als het niet werkt. De functie gaat werken: • 5 minuten nadat het programma is afgerond. • Als er na 5 minuten nog geen programma is gestart. Een programma starten 1. Druk op de aan/uit-knop om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat en de deur gesloten is. 2. Blijf op Program drukken totdat het indicatielampje van het gewenste programma aangaat. Het display geeft de programmaduur weer. 3. Stel de bruikbare opties in. 4. Druk op Start om het programma te starten. • Het indicatielampje van de lopende fase is aan. • De programmaduur neemt af in stappen van 1 minuut. Een programma starten met een uitgestelde start 1. Stel een programma in. 2. Blijf op Delay drukken tot het display de uitgestelde tijd toont die u wilt instellen (van 1 tot 24 uur). 3. Druk op Start om het aftellen te starten. • Het -lampje brandt. • indicatielampje is uit. Als de deur tijdens de droogfase langer dan 30 seconden wordt geopend, stopt het lopende programma. Dit gebeurt niet als de deur wordt geopend door de functie AirDry. Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten nadat AirDry hem automatisch opent te openen, want dit kan schade aan het apparaat veroorzaken. Als hierna de deur gedurende ten minste 3 minuten wordt gesloten, beëindigt het draaiende programma. De uitgestelde start annuleren tijdens het aftellen Als u de uitgestelde start annuleert, moet u het programma en de opties opnieuw instellen. Houd tegelijkertijd Delay en Option ingedrukt tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat. Het programma annuleren Houd tegelijkertijd Delay en Option ingedrukt tot het apparaat in de programmakeuzemodus staat. 18 www.aeg.com Controleer of er vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. Einde van het programma Alle knoppen zijn inactief behalve de aan/uit knop. 1. Druk op de aan/uit-toets of wacht totdat de Auto Off-functie het apparaat automatisch heeft uitgeschakeld. Als u de deur opent voor de activering van Auto Off, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. 2. Draai de waterkraan dicht. 10. AANWIJZINGEN EN TIPS 10.1 Algemeen – Vul de zoutcontainer indien nodig bij. – Gebruik de aanbevolen dosering van het wasmiddel en spoelglansmiddel. – Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. – Volg de instructies in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Volg de onderstaande tips om te zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook het milieu te helpen beschermen. • • • • • • • • • Het afwassen in de vaatwasser volgens de instructies in de gebruikershandleiding verbruikt meestal minder water en energie dan het afwassen met de hand. Laad de vaatwasser volledig in om water en energie te besparen. Voor de beste reinigingsresultaten plaatst u items in de korven volgens de instructies in de gebruikershandleiding en overbelast u de korven niet. Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het water- en energieverbruik. Kies indien nodig een programma met voorwasfase. Verwijder grotere voedselresten van de borden en lege bekers en glazen voordat u ze in het apparaat plaatst. Week kookgerei met stevig vastgekookt of vastgebakken voedsel of poets het lichtjes voordat u het in het apparaat wast. Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water de vaat volledig bereiken en wassen. U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de instructies op de verpakking. Kies een programma op basis van het type lading en de mate van bevuiling. biedt het meest efficiënte gebruik van water en energieverbruik. Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen: 10.2 Gebruik van zout, glansmiddel en vaatwasmiddel • • • • • • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor afwasautomaten. Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van enkelvoudig vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en zout voor optimale reinigings- en droogresultaten. Draai het apparaat minstens eenmaal per maand met een apparaatreiniger die hier speciaal voor bestemd is. Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel. Onvoldoende dosering NEDERLANDS • • van het wasmiddel kan leiden tot slechte reinigingsresultaten en hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen. Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of verzacht water resulteert in wasmiddelresten op de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan op basis van de waterhardheid. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. Gebruik altijd de juiste hoeveelheid spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van spoelglansmiddel vermindert de droogresultaten. Het gebruik van te veel spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige lagen op de items. Controleer of het wateronthardersniveau correct is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op bestek. 10.3 Wat moet u doen als u wilt stoppen met het gebruik van multitabletten Doe het volgende voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansmiddel. 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 3. Start het kortste programma met een spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe en ruim de mandjes niet in. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. 6. De aanduiding leeg glansmiddelreservoir activeren. 10.4 De mandjes inruimen • • • Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. Gebruik het apparaat uitsluitend om afwasmachinebestendige voorwerpen af te wassen. Was in het apparaat geen items gemaakt van hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze kunnen • • • • • • • 19 barsten, kromtrekken, verkleuren of putjes kunnen krijgen. Reinig geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. Zorg er voor dat glazen items elkaar niet aanraken. Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet kunnen verschuiven. Doe bestek en kleine items in het bestekmand. Beweeg de bovenste korf naar boven om grote voorwerpen in de onderste korf te kunnen plaatsen. Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. 10.5 Voor het starten van een programma Zorg er, voordat u het gekozen programma start, voor dat: • • • • • • • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. De sproeiarmen niet zijn verstopt. Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). De positie van de items in de mandjes correct is. Het programma geschikt is voor het type lading en de mate van bevuiling. De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. 10.6 De rekken uitruimen 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. 20 www.aeg.com Na voltooiing van het programma kan er zich aan de binnenkant van het apparaat nog water bevinden. 11. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig. 2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B). 3. Verwijder de platte filter (A). 11.1 De filters reinigen Het filtersystem bestaat uit 3 delen. C 4. Was de filters. B A 1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het. 5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. 6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. NEDERLANDS 7. Plaats de filters (B) en (C) terug. 8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A). Rechtsom draaien tot het vastzit. LET OP! Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. 2. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer terug te plaatsen. 11.2 De onderste sproeiarm schoonmaken We raden u aan om de onderste sproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. 1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om deze te verwijderen. 21 11.3 Buitenkant reinigen • • • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. 22 www.aeg.com 11.4 De binnenkant van de machine reinigen 11.5 Verwijderen van vreemde voorwerpen • Controleer de filters en de opvangbak na elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers, enz.) verminderen de reinigingsprestaties en kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken. • • • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. Gebruik om de prestaties van uw apparaat te onderhouden minstens elke twee maanden een reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën, pannensponsjes of oplosmiddelen. Het regelmatig gebruiken van korte programma´s kan ophoping van vet en kalk in het apparaat tot gevolg hebben. Draai minstens tweemaal per maand lange programma´s om deze ophoping te voorkomen. 1. Demonteer het filtersysteem volgens de instructies in dit hoofdstuk. 2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de hand. LET OP! Als u de voorwerpen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. 3. Monteer de filters opnieuw volgens de instructies in dit hoofdstuk. 12. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Onjuiste reparatie van het apparaat kan een gevaar voor de veiligheid van de gebruiker vormen. Reparaties moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. zonder contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Zie de onderstaande tabel voor informatie over mogelijke problemen. Bij sommige problemen toont het display een alarmcode. Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing U kunt het apparaat niet in‐ schakelen. • Het programma start niet. • • • • • Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcon‐ tact. Controleer of er geen beschadigde zekering in het zeke‐ ringenkastje is. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is. Druk op Start. Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de instelling of wacht u totdat het aftellen voorbij is. Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. NEDERLANDS Probleem en alarmcode 23 Mogelijke oorzaak en oplossing Het apparaat wordt niet met • water gevuld. • Op het display verschijnt i10 of i11. • • • Controleer of de waterkraan geopend is. Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contact op met uw plaatselijke waterleidingbedrijf. Controleer of de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of de toevoerslang geen knikken of bochten heeft. De machine pompt geen wa‐ • ter weg. • Op het display verschijnt • i20. Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is. Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft. De anti-overstromingsbevei‐ liging is ingeschakeld. Op het display verschijnt i30. Draai de waterkraan dicht. Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. Controleer of de korven zijn geladen volgens de instruc‐ ties in de gebruikershandleiding. • • • Storing van de waterniveau • detectiesensor. • Op het display verschijnt i41 - i44. Controleer of de filters schoon zijn. Schakel het apparaat uit en aan. Storing van de waspomp of • de afvoerpomp. Op het display verschijnt i51 - i59 of i5A - i5F. Schakel het apparaat uit en aan. De temperatuur van het wa‐ • ter in het apparaat is te hoog of er is een storing in de • temperatuursensor opgetre‐ den. Op het display verschijnt i61 of i69. Controleer of de temperatuur van het toegevoerde water niet hoger is dan 60 °C. Schakel het apparaat uit en aan. Technische storing van het • apparaat. Op het display verschijnt iC0 of iC3. Schakel het apparaat uit en aan. Het niveau van het water in het apparaat is te hoog. Op het display verschijnt iF1. • • • Schakel het apparaat uit en aan. Controleer of de filters schoon zijn. Controleer of de afvoerslang op de juiste hoogte boven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-in‐ structies. Het apparaat stopt en begint • meerdere keren tijdens de werking. Dat is normaal. Het zorgt voor optimale reinigingsresul‐ taten en energiebesparing. 24 www.aeg.com Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing Het programma duurt te lang. • De weergegeven program‐ maduur is anders dan de duur in de tabel verbruiks‐ waarden. • Raadpleeg de tabel verbruikswaarden in het hoofdstuk "Programma’s". De resterende duur in het display wordt verlengd en schakelt bijna naar het eind van de programmatijd. • Dit is geen defect. Het apparaat werkt correct. Kleine lekkage van de deur van het apparaat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐ bare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet centraal uitgelijnd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing). • • Selecteer de TimeSaver optie om de programmaduur te verkorten. Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot het aftellen is voltooid. De deur van het apparaat is moeilijk te sluiten. • De deur van het apparaat gaat open tijdens de wascy‐ clus. • De AirDry functie is geactiveerd. U kunt de functie uit‐ schakelen. Raadpleeg "Instellingen". Ratelende/kloppende gelui‐ den vanuit het apparaat. • Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. • • Het apparaat maakt kortslui‐ • ting. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐ bare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. De stroomsterkte is niet voldoende om alle apparaten tegelijkertijd te voeden. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en de capaciteit van de meter of schakel een van de apparaten die in gebruik zijn uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem con‐ tact op met de servicedienst. Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", of "Aanwijzingen en tips" voor andere mogelijke oorzaken. Schakel het apparaat uit en weer in als u het apparaat hebt gecontroleerd. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met een erkend servicecentrum. Voor alarmcodes die niet in de tabel worden beschreven, neemt u contact op met een erkend servicecentrum. WAARSCHUWING! We raden u aan om het apparaat niet te gebruiken totdat het probleem volledig is opgelost. Haal de stekker uit het stopcontact en sluit het apparaat pas weer aan als u zeker weet dat het correct werkt. NEDERLANDS 25 12.1 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Slechte wasresultaten. • • • Slechte droogresultaten. • • • • • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korven. Gebruik intensievere wasprogramma´s. Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Raadpleeg "Onderhoud en reinigen". Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐ staan. Het glansspoelmiddel is op of de dosering van het glansspoelmiddel is niet voldoende. Zet het glansmid‐ deldoseerbakje op een hoger niveau. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een hand‐ doek worden afgedroogd. Activeer voor de beste droogprestatie de optie XtraDry en stel in AirDry. We raden aan om altijd glansspoelmiddel te gebrui‐ ken, zelfs in combinatie met vaatwastabletten. De glazen en borden vertonen • witte strepen of een blauwe waas. • De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een lagere stand. De hoeveelheid vaatwasmiddel is te hoog. De glazen en borden vertonen • vlekken en droge waterdrup‐ pels. • De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is niet vol‐ doende. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. Het serviesgoed is nat. Activeer voor de beste droogprestatie de optie XtraDry en stel in AirDry . Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase met lage temperatuur. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk of activeer het glansmiddel‐ doseerbakje en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten. • • • • • De binnenkant van het appa‐ raat is nat. • Dit is geen defect van het apparaat. Vochtige lucht condenseert op de wanden van het apparaat. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • Gebruik de vaatwasmiddelen die specifiek zijn be‐ doeld voor gebruik in vaatwassers. Gebruik een vaatwasmiddel van een andere fabrikant. Spoel borden niet af onder stromend water voordat u ze in het apparaat plaatst. • • 26 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Roestresten op het bestek. • • Er bevinden zich aan het ein‐ • de van het programma resten van het vaatwasmiddel in het doseerbakje voor het vaatwas‐ • middel. • Er zit te veel zout in het water dat voor het wassen wordt gebruikt. Raadpleeg "De waterontharder". Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar. De vaatwastablet raakte klem in het doseerbakje voor het vaatwasmiddel en is daardoor niet volledig wegge‐ spoeld door het water. Water kan het vaatwasmiddel niet uit het doseerbakje wegspoelen. Controleer of de sproeiarmen niet ge‐ blokkeerd of verstopt zijn. Controleer of de voorwerpen in de rekken het deksel van het doseerbakje voor het vaatwasmiddel niet be‐ lemmeren. Geuren in het apparaat. • Raadpleeg "Intern reinigen". Kalkresten op het servies‐ goed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • • • Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding. De dop van het zoutreservoir zit los. U heeft hard kraanwater. Raadpleeg "De wateront‐ harder". Gebruik zout en stel zelfs bij het gebruik van multita‐ bletten de waterontharder in. Raadpleeg "De water‐ ontharder". Raadpleeg "Intern reinigen". Probeer een ander vaatwasmiddel. Neem contact op met de vaatwasmiddelfabrikant. • • • • Dof, ontkleurd of afgeschilferd serviesgoed. • • • • Zorg ervoor dat alleen vaatwasserbestendige voorwer‐ pen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Plaats kwetsbare voorwerpen in de bovenste korf. Kies het aangewezen programma om tere voorwerpen en glaswerk te reinigen. Raadpleeg "Programma’s". Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", of "Aanwijzingen en tips" voor andere mogelijke oorzaken. 13. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818-878 / 575 NEDERLANDS Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8) Watertoevoer Koud water of warm wa‐ max. 60 °C Elektrische aansluiting 1) 27 ter 2) Inhoud Couverts 13 Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0 Uit-modus (W) 0.50 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. 13.1 Link naar de EU-EPRELdatabank De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de registratie van dit apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. product in de EU-EPREL-databank te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer kunt u vinden op het typeplaatje van het apparaat. Zie het hoofdstuk ‘Productbeschrijving’. Kijk voor meer informatie over het energielabel op www.theenergylabel.eu Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan de prestaties van het 14. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het apparaten gemarkeerd met het symbool symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

AEG FUE53600ZM Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen