Voor een nauwkeurige geluidslokalisatie
plaatst u de luidsprekers op of net iets
boven oorhoogte en richt u ze op het
luistergebied (figuur 3).
De geluidsbronlokalisatie van de zij- en
achterluidsprekers is echter nooit zo
nauwkeurig als van de front luidsprekers.
Een geluidsbeeld tussen de luidsprekers
wordt goed opgebouwd door langer
aanhoudende tonen. Maar scherpe en
percussie klanken zullen vaker meer uit de
afzonderlijke luidsprekers lijken te komen.
Het is verder moeilijk om voor meerdere
rijen luisteraars een perfecte balans te
krijgen tussen front- en surround-
luidsprekers.
Voor een meer diffuse weergave plaatst u
de luidsprekers hoger en richt u ze langs
de zij- of achtermuur (figuur 4).
Stereo Weergave (figuur 5)
Plaats de luidsprekers zodanig dat de
tweeter zich op oorhoogte bevindt.
Om te beginnen moet u op de volgende
zaken letten:
• De luidsprekers en de luisterpositie
moeten ongeveer de hoekpunten vormen
van een gelijkzijdige driehoek.
• De luidsprekers moeten wel op tenminste
1,5 m afstand van elkaar staan, anders is
geen echte stereoweergave mogelijk.
• Als de luidsprekers te dicht bij een muur
staan, wordt het laag meer versterkt dan
de middenfrequenties: dat veroorzaakt
een ‘boemend’ geluid. De luidsprekers
moeten daarom rondom vrij staan en op
tenminste 0,5 m van de muur.
Vervormen van TV-beelden
De luidsprekereenheden zijn magnetisch
afgeschermd zodat het systeem in de
meeste gevallen dichtbij TV- en
computerbeeldschermen mag staan zonder
beeldvervorming te veroorzaken.
Er zijn echter zeer gevoelige TV’s op de
markt, waarvan sommige zelfs gecorrigeerd
moeten worden voor het aardmagnetisch
veld. Als u een beeldvervormingsprobleem
heeft, kunt u het beste eerst de TV de-
magnetiseren (de-gaussing). Sommige TV-
en computerbeeldschermen hebben
daarvoor zelfs een speciale schakelaar.
Apparaten zonder zo’n schakelaar
demagnetiseren zichzelf echter meestal
automatisch zodra ze worden
ingeschakeld. Schakel daartoe de TV
volledig uit en haal de netsteker uit de
stopcontact (alleen in stand-by zetten werkt
niet). Laat het toestel ongeveer 15 minuten
staan, steek de stekker weer in het
stopcontact en schakel het apparaat
weer in.
Is het probleem niet opgelost, probeer dan
de luidspreker een beetje naar voren of
achteren te bewegen of iets verder van de
TV te plaatsen tot het beeld weer goed is.
Vanwege het sterkere magnetische veld
aan de voorzijde van de luidsprekers,
adviseren we erg gevoelige zaken (zoals
floppy disks, audio- en videobanden, credit
cards, etc.) niet dichter dan 0,2 m van de
luidsprekervoorkant te plaatsen.
Aansluiten
Schakel voordat u de luidsprekers aansluit
alle apparatuur uit!
Er zijn twee paar vergulde aansluitklemmen
op het achterpaneel: een paar voor de
laag/middeneenheid en een paar voor het
hoog. De luidspreker kan hierdoor volgens
de BiWiring of Bi-Amping methode worden
aangesloten. Af fabriek zijn de twee paar
doorverbonden met een verbindingsplaatje
van verguld koper zodat de luidspreker met
een normale 2-aderige kabel kan worden
gebruikt. De beste verbinding krijgt u door
de gestripte ‘kale’ kabeluiteinden onder de
aansluitklemmen te bevestigen (figuur 6).
De positieve (+/rode) klem van de
versterker aansluiten op de positieve
(+/rode) klem van de luidspreker en de
negatieve (–/zwart) op de andere
luidsprekerklem. Het is belangrijk om de
juiste polariteit te handhaven bij het
aansluiten van een luidsprekerpaar. Een
foutje veroorzaakt een vaag stereobeeld en
vreemde fase-effecten.
Wanneer u de luidspreker volgens de Bi-
Wiring methode wilt aansluiten, draai dan
eerst alle klemschroeven los en verwijder
het koperen verbindingsplaatje. Verbind een
luidsprekeruitgang van de versterker nu met
twee aparte 2-aderige kabels met de
klemschroeven van een luidspreker: een
kabel voor het hoog en een voor het laag.
Hierbij is de juiste polariteit dubbel zo
belangrijk: zowel voor de
frequentieweergave van elke
luidsprekereenheid op zich als de juiste
balans tussen de linker en rechter
luidspreker (figuur 7). Door de aparte
kabels verbetert de weergave van
geluidsdetails vooral bij lagere
geluidsvolumes. De onderlinge beïnvloeding
tussen de verschillende delen van het
wisselfilter wordt namelijk verminderd en
bovendien kan voor elk frequentiegebied de
meest optimale kabel worden gekozen.
De klemmen zijn geschikt voor 6 mm
spades, blanke draadeinden, of ronde
pennen tot 6 mm doorsnede en 4 mm
banaanstekkers. Bij gebruik van spades
deze onder de revet aanbrengen.
Veiligheid
In bepaalde landen, speciaal de Europese,
wordt het gebruik van 4 mm
banaanstekkers als potentieel gevaarlijk
gezien, omdat deze ook in de
onbeschermde openingen van een
stopcontact kunnen worden gestoken. Om
aan de Europese CENELEC
veiligheidsvoorschriften te voldoen, worden
de uiteinden van de aansluitingen
geblokkeerd met plastic pennen. Verwijder
deze pennen niet wanneer u het product
gebruikt op een plaats waar deze
veiligheidsvoorschriften van kracht zijn.
Draai de kapjes van de klemmen altijd
stevig aan om een goede verbinding te
waarborgen en rammelen te voorkomen.
Gebruik tussen versterker en luidsprekers
kabels met een zo laag mogelijke
serieweerstand (het liefst minder dan
0,2 ohm heen en terug). De kabel naar de
tweeter moet bovendien ook een lage
inductie hebben anders wordt het hoog
verzwakt. Uw B&W-leverancier kan u hierbij
adviseren: de beste kabel hangt namelijk af
van de te gebruiken lengte.
Afregelen
Alle toepassingen
Voordat u de installatie gaat afregelen moet
u nogmaals de polariteit en stevigheid van
de aansluitingen controleren.
De massa van de gebruikte ondersteuning
kan invloed hebben op de geluidskwaliteit
van de luidspreker. De beste resultaten
krijgt u daarom met een stevige en speciaal
ontworpen statief. U kunt de luidsprekers
op een boekenplank plaatsen, maar die
biedt minder mogelijkheden om het geluid
optimaal in te regelen. Vraag uw dealer
advies met betrekking tot de beste
oplossing voor uw toepassing.
Plaats de luidsprekers in eerste instantie op
de meest redelijke plaats en beluister ze
dan enkele dagen. Als het geluid nog niet
helemaal bevalt, verschuift u de
luidsprekers telkens een klein stukje tot het
meest optimale resultaat is bereikt. Als het
laag te sterk is, kunt u de luidsprekers
verder van de muur plaatsen. Omgekeerd,
als het laag te zwak is, zet u de
luidsprekers dichter bij de muur. Meer
ruimte achter de luidsprekers geeft
trouwens ook een betere ‘dieptewerking’
vooral bij zeer goed opgenomen muziek.
Wilt u het laag verminderen zonder de
luidsprekers verder van de muur te
verschuiven: plaats dan de schuimplastic
pluggen in de poortopeningen (figuur 8).
Een onevenwichtige laagweergave wordt
meestal veroorzaakt door sterke
resonanties in de luisterruimte. Zelfs een
kleine verschuiving van de luidsprekers
heeft dan een hoorbaar effect op de
weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geactiveerd. Het laag
zal in het algemeen gelijkmatiger zijn
wanneer de afstanden tot de twee
dichtstbijzijnde muren ongelijk zijn. Een
afstandsverhouding van 1:3 voor die twee
muren kan uitstekende resultaten geven.
Probeer de luidsprekers ook eens voor een
andere muur te plaatsen. Zelfs het
verschuiven van enkele grotere meubels
kan invloed hebben.
ls het geluid te ‘scherp’ is, kunt u meer
zachte materialen in de luisterruimte
aanbrengen (zoals bijvoorbeeld dikkere
gordijnen). Is het geluid echter te dof, dan
moet u juist zachte materialen verwijderen.
Controleer of er flutterecho’s voorkomen:
deze verminderen de weergavedefinitie
aanzienlijk. Klap daarvoor één keer kort in
uw handen en luister of u snel
opeenvolgende echo’s hoort. U voorkomt
deze met behulp van onregelmatig
gevormde oppervlakken zoals bijvoorbeeld
boekenkasten of grote meubelstukken.
Home Cinema
In de gebruiksaanwijzing van uw decoder
vindt u hoe u de correcte niveaus en
vertragingstijden voor alle luidsprekers kunt
instellen. Controleer deze instellingen en
regel ze zonodig bij om een zo goed
mogelijk gemiddelde te krijgen op alle
luisterposities. Het geluidsniveau van de
surround-luidsprekers zal in het algemeen
15