Shimano SC-6501 Service Instructions

Categorie
Fietsaccessoires
Type
Service Instructions

Deze handleiding is ook geschikt voor

25
Dutch
Fietscomputer
SC-6502 / SC-6501/ SC-M500
INDEX
1. Display - funkties ••••••••••••••••••••••
27
2. Display - inhoud •••••••••••••••••••••••
28
3.
Naam en functie van de onderdelen
••••
30
Huidige snelheid
(
VEL
)
••••••••••••••••••••
31
Versnellingsindicator
(
bar
)
Tijdsaanduiding
(
CLK
)
Ritafstand-groep
(
TIM, DST, MAX, AVE
)
•••••••
32
Pijl van tempo- aanduiding
Kilometerteller
(
ODO
)
•••••••••••••••••••••
33
Stopwatch
(
STW
)
groep
Cadans
(
rpm
)
••••••••••••••••••••••••••••
34
Hoofd- display cadans
(
VEL
)
Rondenteller
(
CNT
)
Digitaal aantal tandwieltanden (F- R)
•••••••••
35
Aanduiding voor lage batterijspanning
(
LO BAT
)
Energiebesparingsfunktie
4. Veranderen van de ingestelde •••••••
36
gegevens en het fietsnummer
5.
Controleren van de gegevens na het
•••••••
37
verwijderen van de computer uit de houder.
6. Instellingstoleranties •••••••••••••••••
37
7. Montage aan de fiets •••••••••••••••••
38
8. Ingeving van de gegevens •••••••••••
39
Verwisselen van de batterij •••••••••••••
45
Storingzoeken •••••••••••••••••••••••••••
46
26
Tijdens het rijden niet te veel
aandacht besteden aan de
gegevens op de computer.
Dit kan ongelukken veroorzaken.
Opmerking;
* De wistoets (AC) wordt gebruikt voor het wissen van het geheugen van
de hoofdeenheid.
* De hoofdeenheid nooit demonteren, aangezien deze dan niet meer in
elkaar gezet kan worden.
* De hoofdeenheid is volledig waterdicht en bestand tegen natte
weersomstandigheden. Echter niet met opzet in water onderdompelen.
* Zorg er voor de hoofdeenheid niet bloot te stellen aan buitengewoon
warme weersomstandigheden.
* Behandel de hoofdeenheid voorzichtig en stel deze niet bloot aan
schokken.
* Gebruik voor het reinigen van de hoofdeenheid en de sensor geen
wasbenzine of andere chemische middelen, aangezien de behuizing
van deze onderdelen daardoor aangetast kan worden.
* Voor het reinigen van deze onderdelen, deze met een doek die
bevochtigd is met een milde oplossing van zachte zeep en water
schoonvegen.
* Als u de SM-6501/M/MD samen gebruikt met een LED lamp van een
andere fabrikant, bestaat de kans dat de functie van de
snelheidsmeting niet correct functioneert.
Als u een LED lamp van een andere fabrikant gebruikt, wordt het
aanbevolen de SM-6500-RS te gebruiken.
Waarschuwing
Specificaties
Meter
Steun/sensoreenheid
SC-6501 / SC-M500SC-6502
SM-6501
SM-6501-MD
STI hendel
ST-7700-C
ST-6510
ST-5500-CA
ST-4400
ST-3300/3303
SM-SC70
ST-7800
ST-6600
ST-6603
ST-M510
SL-M510
SM-6501-M
ST-M952 SL-M952
ST-M750 SL-M750
ST-M570 SL-M570
27
1. Display - funkties
“Huidige snelheid” en “Versnellingsindicator (streepje)”
worden altijd aangegeven.
Funktie 1 Funktie 2
TIM Rittijd
DST Ritafstand
ODO Kilometerteller
STW Stopwatch
CLK Klok rpmCadans
VEL
Hoofd - display cadans
MAX
Maximum snelheid
AVE
Gemiddelde snelheid
CNTRondenteller
Funktietoets
eenmaal indrukken
Funktietoets onafgebroken
gedurende 2 seconden of
langer ingedrukt houden
Funktietoets
SM-6501-MD
Funktietoets
SM-SC70
SM-6501
SM-6501-M
ST/SP toets
Funktietoets
28
2. Display - inhoud
Funktie 1
Huidige
snelheid
(VEL)
Klok
(CLK)
Rittijd
(TIM)
Ritafstand
(DST)
Kilometerteller
(ODO)
Stopwatch
ritafstand
(DST STW)
Stopwatch –
gemiddelde afstand
(AVE STW)
Stopwatch –
maximum snelheid
(MAX STW)
Stopwatch
29
Funktie 2
Cadans
(rpm)
Hoofd- display
cadans
Maximum
snelheid
Gemiddelde
snelheid
Aantal tandwieltanden
(digitaal)
Versnellingsindicator
(streepje)
Pijl van tempo-
aanduiding
Aanduiding voor
lage batterijspanning
Rondenteller
30
3.
Naam en functie van de onderdelen
Voor
achte
STI remhouder achter
<
ST- 7800, ST- 7700-C, ST-6600/6603,
ST- 6510, ST- 5500-CA, ST- 4400,
ST- 3300/3303
>
<
ST- M510, SL- M510
>
ST/SP toets Funktietoets
Hoofd- display
1.
Huidige snelheid
(VEL)
8. Cadans
Sub- display
3
-
7, 9
-
10
2.
Versnellingsindicator
(streepje)
Toets B
AC Wistoets
Achter
Batterijdeksel
Toets A
Rechter hendel :
Funktietoets
Linker hendel :
ST/SP toets
<
ST-M952, ST-M750, ST-M570,
SL-M952, SL-M750, SL-M570
>
ST/SP toets
Funktietoets
31
(
1
)
Huidige snelheid
(
VEL
)
km/h, mph
Wanneer de
cadans bovenaan
op de hoofd-
display verschijnt
Zal de huidige
snelheid op de
sub- display
verschijnen.
0.0(2.0) - 130.0 km/h
0.0(1.2) - 80.0 mph (Bereik)
De huidige snelheid zal bovenaan
op de hoofd-display verschijnen.
(
2
)
Versnellingsindicator
(
streepje
)
Aanduiding voorzijde
Bij twee kettingringen: Laagste stand
•••
B
ij drie kettingringen: Middelste stand
••
Bij enkelvoudige kettingring
••••••••
Geeft aan;
Hoogste versnelling voor kleinste achtertandwiel
Laagste versnelling voor grootste achtertandwiel
(
3
)
Tijdsaanduiding
(
CLK
)
24- uur klok
Het streepje van de
versnellingsindicator zal niet
verschijnen als de sensorkabel niet
is aangesloten of uitgeschakeld is.
De klok verschijnt bij
overschakeling van funktie 2 naar
funktie 1 en tijdens de
energiebesparingsfunktie.
7de tandwiel voor 10-tandwielenset
•••••••••
7de tandwiel voor 9-tandwielenset
••••••••••
7de tandwiel voor 8-tandwielenset
••••••••••
7de tandwiel voor 7-tandwielenset
••••••••••
Aanduiding achterzijde
32
(
4
)
Ritafstand - groep
(
TIM, DST, MAX, AVE
)
De ritafstand-groep omvat de rittijd (TIM), de ritafstand (DST), de maximum snelheid
tijdens de rit (MAX) en de gemiddelde snelheid tijdens de rit (AVE). Druk voor het
activeren van de ritafstand-groep de funktietoets in totdat “TIM” op de display
verschijnt en druk vervolgens de ST/SP toets in.
< Terugstellen naar nul > Druk terwijl deze groep geactiveerd is de
ST/SP toets en de funktietoets tegelijkertijd in.
Gemiddelde snelheid (AVE)
0.0 (2.0) -130.0km/h
0.0 (1.2) -80mph.
Rittijd (TIM)
0 -99:59:59 (h ; min ; sec)
Ritafstand (DST)
0 -999.99 (km, mile)
Maximum snelheid (MAX)
0.0 (2.0) -130.0km/h
TIM groep (automatische stop
en start) start is geactiveerd
TIM groep is uitgeschakeld
km/mijl knippert
Opmerking;
Om de gemiddelde snelheid te berekenen is het noodzakelijk
tenminste 10 seconden met de fiets te rijden.
Als de rittijd (TIM) de 100 uren overschrijdt of de ritafstand
(DST) meer is dan 1000 kilometer (1000 mijl), zullen de
waarden voor de rittijd (TIM) en de ritafstand (DST) naar nul
terugkeren en zal de meting vervolgens vanaf dat punt verder
gaan. Echter “ER” zal als de gemiddelde snelheid (AVE) worden
getoond. Voor het wissen van deze display, deze op nul
terugzetten. Hiermee zullen echter alle waarden voor de
metingen die tot op dat punt gedaan zijn gewist worden.
Pijl van
tempo-aanduiding
Beweegt wanneer de meting van
afstand en tijd geactiveerd is.
Een pijl die omhoog wijst geeft
aan dat de huidige snelheid hoger
is dan de gemiddelde snelheid
van de rit en een pijl die omlaag
wijst geeft aan dat de huidige
snelheid lager is dan
het gemiddelde.
ST/SP toetsST/SP toets
33
(
5
)
Kilometerteller
(
ODO
)
0- 99999.9
km, mijl
(
6
)
Stopwatch
(
STW
)
groep
Stopwatch
(STW)
0.0 - 90:00 (min,sec)
Stopwatch - ritafstand
(DST,STW)
km mijl
Stopwatch - gemiddelde
snelheid (AVE,STW)
km/h mijl/h
Stopwatch-maximum
snelheid (MAX, STW)
km/h mijl/h
Deze groep omvat de stopwatch- ritafstand, de gemiddelde snelheid en de maximum
snelheid. De stopwatch wordt geactiveerd door het indrukken van de ST/SP toets.
Gedurende de tijd dat de stopwatch- groep in bedrijf is zal de stopwatch (STW)
aanduiding knipperen.
De stopwatch- ritafstand funktie (DST, STW) registreert de totale afstand tijdens de
STW funktie.
De stopwatch- gemiddelde snelheid (AVE, STW) registreert de gemiddelde afstand
tijdens de STW funktie.
De maximum snelheid (MAX, STW) registreert gedurende de tijd dat de stopwatch-
funktie in bedrijf is de maximum snelheid.
Geeft de totale afgelegde afstand aan.
Opmerking;
De funkties van deze groep zijn
uitsluitend beschikbaar wanneer
de stopwatch geactiveerd is.
Als de ritafstandfunktie ook
tegelijkertijd geactiveerd wordt,
kan de afstand op dat moment
niet afgelezen worden. Echter
de ritafstand, de gemiddelde
snelheid en de maximum
snelheid zullen gedurende deze
periode normaal geregistreerd
worden.
Stop
Terugstellen
naar nul
ST/SP toets
ST/SP
toets
Druk de ST/SP toets
en de funktietoets
tegelijkertijd in.
Funktietoets
(STW) Groepfunktie
wordt aangeduid.
Start
< Starten en stoppen >
Toets B
34
(
7
)
Cadans
(
rpm
)
De cadans wordt berekend op
basis van het aantal tanden van de
F - R voor - en achterversnellingen
en de huidige snelheid.
Opmerking;
De cadans verschijnt altijd
wanneer de fiets in beweging is,
onafhankelijk van het draaien van
de crankarmen.
(
9
)
Rondenteller
(
CNT
)
Deze funktie wordt gebruikt voor het
tellen van ronden, enz.
(bereik 0 - 99).
De rondenteller wordt geactiveerd
door het indrukken van de ST/SP
toets. Voor het naar nul terugstellen
van de teller, de funktietoets en
ST/SP toets tegelijkertijd indrukken.
(
8
)
Hoofd - display cadans
(
VEL
)
De cadans (rpm) kan ook op de
hoofd- display worden aangegeven.
De huidige snelheid wordt dan naar
de sub- display verplaatst.
Cadans op de hoofd- display
Huidige snelheid op sub- display
35
(
10
)
Digitaal aantal tandwieltanden (F - R)
Zodra er een overschakeling wordt gemaakt,
zullen de versnellingscombinaties op de display
verschijnen. Dit zal enkel gedurende ongeveer 2
seconden worden aangegeven, waarna het
oorspronkelijke scherm weer zal terugkeren.
(
11
)
Aanduiding voor lage batterijspanning
(
LO BAT
)
Dit gaat knipperen wanneer de
resterende batterijspanning laag is. De
batterij dient zo spoedig mogelijk door
een nieuwe te worden vervangen.
(
12
)
Energiebesparingsfunktie
Wanneer de computer geen signaal
ontvangt of gedurende een periode
van 30 minuten geen toets wordt
ingedrukt, zal het apparaat op de
energiebesparingsfunktie worden
ingesteld en zal enkel de klok op de
display worden aangegeven.
Annuleren van de
energiebesparingsfunktie
De normale display keert terug
zodra schakelaar “A” of schakelaar
“B” wordt ingedrukt.
Opmerking;
Wanneer de
energiebesparingsfunktie is
ingesteld zal bij geactiveerde
stopwatch- funktie de stopwatch in
werking blijven. De stopwatch zal
automatisch stoppen nadat er 90
minuten verstreken zijn.
Aanduiding van
fietsnummer
Schakelaar “A” of schakelaar “B”
Aanduiding van
aantal tandwieltanden
Displayfunktie
36
4.
Veranderen van de ingestelde
gegevens en het fietsnummer
Zie “8. Ingeving van de gegevens”.
Stel voor het veranderen van de tijdinstelling de sub-display in op de CLK
display en houd vervolgens schakelaar “B” gedurende 5 seconden of langer
ingedrukt en geef tenslotte de nieuwe tijdinstelling in.
Met behulp van deze funktie is het mogelijk de ingevoerde gegevens terug
te stellen zonder enig verlies van gegevens die tot op dat punt geregistreerd
werden (zoals de totale afstand en de ritafstand).
Normale display
Veranderen van de wielomtrek
Veranderen van het aantal F-R tandwieltanden
Veranderen van het type achterderailleur
Schakelaar “B” 5 seconden
Schakelaar “B” 2 seconden
Schakelaar “B”
2 seconden
Schakelaar “B”
De instellingsfunktie
voor de wielomtrek
wordt aangegeven.
Schakelaar “B” 2 seconden
Schakelaar “A” Het fietsnummer dat u
wilt veranderen wordt
aangegeven.
Roep een andere display
dan de CLK display op
Fietsnummer wordt
aangegeven
Veranderen van de
ingestelde gegevens
Veranderen van het
fietsnummer
37
6. Instellingstoleranties
5.
Controleren van de gegevens na het
verwijderen van de computer uit de houder.
De gegevens blijven behouden ook nadat de computer uit de houder op
het stuur verwijderd is.
CLK
rpm
VEL
MAX
AVE
STW
DST, STW
AVE, STW
MAX, STW
CNT
TIM
DST
ODO
STW
Verandert
achtereenvolgens
wanneer toets B
ingedrukt wordt
Verandert achtereenvolgens wanneer
toets A ingedrukt wordt
Funktie 1 Funktie 2
VEL ••••••••••••••••• 1%
DST, ODO •••••••••• 0.05%
CLK ••••••••• 30/1.000.000
STW, TIM •••• 50/1.000.000
(5 minuten of minder per maand)
38
7. Montage aan de fiets
Monteer de hendels aan het stuur. Vervolgens de remkabels en
versnellingskabels aansluiten en afstellen. Zie de STI hendel Montage-
instrukties voor nadere bijzonderheden betreffende deze procedures.
(
1
)
Monteren van de signaalkabel
(SM-SC70/SM-6501)
Monteer de signaalkabel
zoals aangegeven in Afb. 1
(
2
)
Monteren van de computer
Monteer de klemband en de
houder zoals aangegeven in Afb. 2.
(
3
)
Schuif de computer op de
houder totdat deze op zijn
plaats klikt.
zoals aangegeven in Afb. 3.
Afb.1
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m
{
3 - 5 kgf·cm
}
Afb.3
ComputerHouder
Afb.2
Houder
Klemband
Aantrekkoppel:
1 N·m
{
10 kgf·cm
}
* Zie voor de SM-6501-M, SM-6501-MD de bijgeleverde montage-instructies.
()
SM-SC70/SM-6501
Bevestig de signaalkabel met
tape aan het stuur.
()
SM-SC70/SM-6501
Wikkel daarna afwerkingstape om het stuur en zet zowel de
signaalkabel als de remkabel daarmee vast.
39
(
4
)
Monteren van de magneet
en de sensors
Bevestig met behulp van een schroevedraaier de magneet
op provisorische wijze aan een spaak aan de rechterzijde
van het voorwiel, zoals aangegeven in Afb. 4.
Monteer een rubber vulring tussen de vork en de sensor,
zoals aangegeven in Afb. 5.
(Bereik van de vorkdiameter is 11-35 mm)
Plaats de magneet op de sensorlijn
zoals aangegeven in de afbeelding.
Stel de positie van de magneet zodanig af dat
de afstand tussen de magneet en de sensors
1--5 mm bedraagt. Zet de magneet en de
sensors stevig in deze posities vast.
Afb.4
Minder dan
Ø 2,1 mm
Afb.5
Sensors
Magneet
1- 5 mm
Voorvork
Sensors
Meter
Snelheidssensor
Stel de posities zodanig af dat de afstand
tussen de meter en de sensor als volgt is:
Vertikaal: 50 cm Horizontaal: 10 cm
8.
Ingeving van de gegevens
(
*
gegevens voor in totaal 4 fietsen kunnen ingegeven worden)
Meet eerst de wielomtrek en controleer het aantal kettingring- en achtertandwieltanden.
Controleer alvorens de wielomtrek te meten of de bandenspanning van de band
overeenkomt met de standaard bandenspanning. Breng een merkteken op de band en
op de grond aan op het punt waar de band de grond raakt. Ga op de fiets zitten en laat
de fiets over een afstand van één volledige omwenteling van het voorwiel vooruit rollen.
Markeer het punt waar de markering op de band opnieuw de grond raakt. Meet de
afstand tussen de twee punten in millimeters. Rond de afstand naar het dichtstbijzijnde
veelvoud van 5 mm af.
1. Km of Mijl
2. Kilometertellergegevens
3. Wielomtrek*
4. Aantal kettingring- en
achtertandwieltanden*
5. Type achterderailleur*
6. Huidige tijd
Trekken
40
(
3
)
Ingeven van de wielomtrek
De display verandert zoals aangegeven in Afb. 8.
Druk schakelaar “A” in om het fietsnummer te laten
verschijnen dat u wenst te veranderen en houd
schakelaar “B” gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
Vanwege de vooringestelde configuraties van gebruikte kettingring- en
achtertandwielvertandingen, wordt het gebruik van de fietsnummers 1 en 2 aanbevolen voor
wegfietsen en worden de fietsnummers 3 en 4 aanbevolen voor gebruik met MTB fietsen.
Controleer of het voorste kettingwiel één, twee of drie kettingringen heeft.
Controleer of de cassette
7, 8, 9 of 10 tandwielen
heeft.
[]
Voorbeeld
12,13,14,15,16,17,18,19,21,23
•••••
10 tandwielen
12,13,14,15,16,17,19,21,23
•••••••
9 tandwielen
[]
Voorbeeld
2028 - 2032mm
•••••• 2030mm
2033 - 2037mm
•••••• 2035mm
2038 - 2042mm
•••••• 2040mm
Vooruit rollen
Wielomtrek
Voorbeeld
48x 38 x 28
•••
Drie kettingringen
53x 39
•••
Twee kettingringen53
•••
Enkelvoudig
(
1
)
Kiezen van Km of Mijl
Wanneer de toets “AC” (wistoets) wordt gedrukt,
verschijnt de display zoals aangegeven in Afb. 6
en de instelling voor k/h begint te knipperen. Kies
Km/h of Mijl/h door het indrukken van toets “A”.
Houd na het maken van uw keuze toets “B”
gedurende 2 seconden of langer onafgebroken
ingedrukt om de instelling vast te leggen.
Afb.6
Afb.8
Afb.7
(
2
)
Ingeven van de
kilometertellergegevens
De display verandert zoals aangegeven in Afb. 7.
Druk voor elke kolom schakelaar “A” in zodat een
cijfer wordt aangegeven en druk vervolgens
schakelaar “B” in om de instelling vast te leggen.
Houd na het ingeven van het enkele cijfer op de
plaats voor de decimalen schakelaar “B”
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
Als u geen kilometertellergegevens ingeeft,
schakelaar “B” gedurende 2 seconden of langer
ingedrukt houden wanneer de display verschijnt
zoals aangegeven in Afb. 7.
Schakelaar “A”:
Kiezen
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Alles wissen
(AC) schakelaar
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Schakelaar “A”:
Verander
fietsnummer
Schakelaar “B”:
Vastleggen
41
De display verschijnt zoals aangegeven in Afb. 9. Geef de waarde in die u
zojuist heeft opgemeten.
Afb.9
2050
• • • •
Wielomtrek (mm)
26 1.75
• • • •
Geeft de bandenmaat
26 inch x 1.75 aan.
Telkens wanneer op toets “A” wordt gedrukt, neemt de waarde met 5 mm toe.
Wanneer toets “A” onafgebroken ingedrukt wordt gehouden zal de waarde
snel veranderen.
Druk zodra de gewenste waarde op de display verschijnt toets “B” gedurende
2 seconden of langer in om de instelling vast te leggen.
In het geval van banden die een omtrek hebben van minder dan 2050 mm,
toets “A” onafgebroken ingedrukt houden. Nadat de waarde tot 2400 is
toegenomen, zal deze veranderen naar 1300.
Blijf toets “A” ingedrukt houden totdat de gewenste waarde bereikt is en druk
vervolgens toets “B” 2 seconden of langer in om de instelling vast te leggen.
Afgezien van de aanduiding 26 x 1.75 (2050 mm) kunnen er op de display
voor de wielomtrek de volgende 18 aanduidingen verschijnen.
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Banden waarvan de afmetingen anders zijn dan deze worden
niet op de display aangegeven.
* Als de wielomtrek overeenkomt met een
van de waarden aangegeven in deze
lijst, zal de bandenmaat beurtelings
worden aangegeven.
ETRTO
Hoofd-display
Sub-display ETRTO
Hoofd-display
Sub-display
23-571
32-584
40-559
47-559
18-622
50-559
37-590
47-559
54-559
19-622
54-559
1970
2005
2030
2050
2070
2070
2075
2075
2085
2090
2090
26 1.00
26 1.40
26 1.50
26 1.75
700 18
26 1.90
26 1-3/8
26 1.95
26 2.00
700 19
26 2.10
57-559
40-584
54-571
20-622
23-622
25-622
28-622
57-559
2095
2100
2100
2100
2105
2115
2135
2260
26 2.20
26 1-1/2
26 2.35
700 20
700 23
700 25
700 28
26 2-1/8
42
(
4
)
Ingeven van het aantal kettingringen en achtertandwieltanden
De display zal veranderen naar die welke wordt aangegeven in Afb. 10.
Geef de waarden in te beginnen vanaf de buitenste kettingring. “48” (of “42” als nr.
3 of 4 werd gekozen) zal op de display gaan knipperen. Druk schakelaar “A” in
totdat de gewenste instelling wordt aangegeven en druk vervolgens schakelaar “B”
in om de nieuwe instelling vast te leggen. (Instellingsbereik: 60- 40)
“- -” wordt eenmaal aangegeven voor elke vijfmaal dat de waarde veranderd wordt.
Als deze waarde met behulp van schakelaar “B” voor de buitenste kettingring wordt
ingesteld, zullen alle schermdisplays die verband houden met de tandwielindicatie
gewist worden.
Afb.10
Aantal tanden
van grootste
kettingring
Wanneer schakelaar “A” gedurende 2
seconden of langer ingedrukt wordt
gehouden, zal de waarde snel veranderen.
Nadat de waarde voor de grootste kettingring
is ingesteld, zal de display veranderen naar die
welke wordt aangegeven in Afb. 1. Druk bij
een enkelvoudig kettingwiel schakelaar “A” in
totdat “- -” wordt aangegeven en druk
vervolgens schakelaar “B” in.
De volgende aantallen tanden zijn in de computer
voorgeprogrammeerd.
Voorste kettingringen
48 x 38 x 28
(3 kettingringen)
Cassette 11,12,13,14,15,16,17,18,19, 21 (10 tandwielen)
Voorste kettingringen
48 x 38 x 28
(3 kettingringen)
Cassette 11,12,13,14,15,16,17,18,19, 21 (10 tandwielen)
Voorste kettingringen
42 x 32 x 22
(3 kettingringen)
Cassette 11,12,13,16,18,21,24,28,32 (9 tandwielen)
Voorste kettingringen
42 x 32 x 22
(3 kettingringen)
Cassette 11,12,13,16,18,21,24,28,32 (9 tandwielen)
Voorste
kettingring
Achtertandwiel
Binnenste
kettingring
Buitenste
kettingring
Laagste
versnelling
Hoogste
versnelling
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Afb.11
Aantal tanden van
middelste kettingring
No.1
No.2
No.3
No.4
43
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Schakelaar “A”:
Verander
waarde
Schakelaar “B”:
Vastleggen
Geef het aantal tanden in voor de binnenste
kettingring (bij een voorste kettingwiel met
twee kettingringen) of de middelste kettingring
(bij een voorste kettingwiel met drie
kettingringen).
“38” (of “32” als nr. 3 of 4 werd gekozen) zal
op de display gaan knipperen. Deze positie kan
van 20 tot 50 worden ingesteld aan de hand
van dezelfde procedure als voor het instellen
van de waarde voor de buitenste kettingring.
Na het instellen van de waarde voor de
binnenste kettingring of de middelste
kettingring zal de display veranderen naar die
welke wordt aangegeven in Afb. 12.
Geef het aantal achtertandwieltanden in.
De display verandert dan naar die welke
wordt aangegeven in
Afb. 13.
Bij gebruik van een voorste kettingwiel met twee kettingringen, toets “A” eenmaal
indrukken zodat “- -” wordt aangegeven en vervolgens toets “B” eenmaal indrukken
om de instelling vast te leggen.
(Opmerking: Schakelaar “B” moet worden
ingedrukt en weer onmiddellijk worden losgelaten. Als u de schakelaar langer
dan 2 seconden ingedrukt houdt, zal het volgende type achterderailleur voor
de ingeving van gegevens op de display verschijnen.)
Het voorste kettingwiel
zal dan geregistreerd worden als een voorste kettingwiel met twee kettingringen en
de display zal veranderen naar de aanduiding voor de instellingen voor de
achtertandwielen. Bij gebruik van een voorste kettingwiel met drie kettingringen kan
de waarde van 15 tot 34 worden ingesteld aan de hand van dezelfde procedure als
voor het instellen van de middelste kettingring.
Geef het aantal tanden voor elk tandwiel in
aan de hand van dezelfde procedure als die
gebruikt werd voor de kettingringen.
Druk toets “A” in om het gewenste aantal
tanden te kiezen en druk vervolgens toets
“B” in om de instelling vast te leggen. De
waarde kan ingesteld worden van 11 tot 42.
Zodra de instellingen voor het kleinste
tandwiel tot en met het 7de tandwiel
gemaakt zijn, zal de display veranderen naar
die aangegeven in Afb. 14.
Afb.12
Afb.13
Afb.14
Aantal tanden van
7de tandwiel plus
één tand
Aantal tanden van
7de tandwiel
Aantal tanden van
binnenste kettingring
“28” (of “22” als nr. 3 of 4
werd gekozen)
44
Als de cassette uit zeven tandwielen bestaat, toets “A” eenmaal indrukken om de
knipperende “21” in “- -” te veranderen en vervolgens toets “B” eenmaal indrukken.
Dit geeft aan dat er geen 8ste tandwiel is en hiermee is de procedure van het
ingeven van het aantal tandwieltanden voltooid.
Als de cassette uit 8 tandwielen bestaat, het aantal tanden voor deze positie ingeven
en dezelfde procedure als hierboven volgen voor het ingeven van “- -” op de 9de
positie of het aantal tanden voor het 9de tandwiel ingeven. Als de cassette uit 10
tandwielen bestaat, het aantal tanden voor het 10de tandwiel ingeven.
Controleren van het ingegeven aantal tanden
Zodra de instelling van het aantal tandwieltanden voltooid is, zal de display
terugkeren naar de display voor de eerste ingeving. Controleer alle waarden
opnieuw door toets “B” bij herhaling in te drukken en het aantal tanden voor elk
tandwiel te controleren. Druk toets “B” telkens eenmaal in en controleer of het
ingegeven aantal tanden overeenkomt met tandwielpositie op de display.
Als alle ingegeven waarden
correct zijn, toets “B” gedurende 2
seconden of langer ingedrukt
houden om verder te gaan met
het ingeven van de volgende
reeks gegevens.
Houd toets “B” gedurende 2 seconden of
langer ingedrukt om verder te gaan met het
ingeven van de volgende reeks gegevens.
111 ••••••
Voor een conventionele
achterderailleur
222 ••••••
Voor een Rapid Rise
achterderailleur (type met
omkeerveer)
(
5
)
Ingeven van het type achterderailleur
De display verandert naar die welke wordt aangegeven in Afb. 15. Telkens wanneer
toets “A” wordt ingedrukt, zal de display veranderen van “111” naar “222”.
Deze waarde
Aangegeven
gedeelte
[]
Voorbeeld
Als de 10:46:23 is •••••••••10:47: - -
IAls de tijd 13:59:16 is
•••••14:00: - -
(
6
)
Instellen van de tijd (24 uur formaat)
De display verandert naar die welke wordt
aangegeven in Afb. 16.
Stel de tijd in op één minuut later dan de huidige tijd.
Afb.15
Afb.16
Schakelaar “A”:
Kiezen
Schakelaar “B”:
Vastleggen
45
Wanneer toets “A” wordt ingedrukt, zullen de uren
vooruit lopen. Als toets “A” onafgebroken ingedrukt
gehouden wordt, zullen de uren snel vooruit lopen.
Druk toets “B” eenmaal in om de uren in te stellen.
Vervolgens zal het minuten- gedeelte beginnen te
knipperen, zoals aangegeven in Afb. 17.
Stel de minuten in aan de hand van dezelfde procedure
als bij het instellen van de uren. De klok zal vervolgens
beginnen te lopen.
Opmerking; Terugstellen van de klok
Ga naar een display waarbij CLK op de sub- display wordt aangegeven.
Houd toets “B” gedurende 5 seconden of langer ingedrukt om de
tijdinstelling te veranderen.
Voor het verder gaan met het ingeven van gegevens voor een ander fietsnummer, de
sub-display veranderen naar een andere dan de CLK display en houd vervolgens
schakelaar “B” gedurende 5 seconden of langer ingedrukt. Druk vervolgens schakelaar
“A” in totdat het fietsnummer dat u wilt ingeven op de display verschijnt en druk
vervolgens schakelaar “B” nogmaals in. Zie “4. Veranderen van de ingestelde
gegevens” voor bijzonderheden betreffende het ingeven van nieuwe gegevens.
Meter (CR-2032 batterij)
Plaats de batterij zodanig dat de (+) zijde zichtbaar is
zoals aangegeven in Afb. 18 en draai vervolgens het
batterijdeksel vast.
De batterij die bij aankoop is geplaatst dient voor
controle-doeleinden. Als de aanduiding voor
lage batterijspanning verschijnt, de batterij zo spoedig
mogelijk vervangen.
Sensor (LR44 batterij)
Steek de batterij zodanig in dat de (+) zijde zichtbaar is
zoals aangegeven in Afb. 19 en draai vervolgens het
batterijdeksel vast.
Verwisselen van de batterij
Afb.18
Afb.19
Sluiten
Sluiten
Openen
Openen
CR-2032
LR44
Afb.17
Opmerking:
Als de snelheid niet correct wordt aangegeven alhoewel de
LO BAT aanduiding voor lage batterijspanning niet
verschijnt, de batterij van de sensor vervangen.
Houd gebruikte batterijen buiten het bereik van kinderen en ruim deze
op overeenkomstig de geldende milieuvoorschriften. Als batterijen per
ongeluk ingeslikt worden, onmiddellijk medische hulp inroepen.
Waarschuwing
46
Batterij niet
weggooien, maar
inleveren als KCA.
NL
Storingzoeken
* Snelheid wordt niet aangegeven.
Controleer of de snelheidssensor en de hoofdeenheid in de
juiste positie gemonteerd zijn (afstand en montagerichting).
Controleer of de posities van de snelheidssensor en de
magneet correct zijn.
Controleer of de hoofdeenheid op correcte wijze in de
houder is bevestigd.
* Display verschijnt niet of is zwak.
Slecht contact van hoofdeenheid of uitgeputte batterij.
Vervang de batterij van de hoofdeenheid door een nieuwe.
* Verkeerde gegevens worden aangegeven.
Druk de A/C toets in om de gegevens opnieuw in te geven.
* Display is donker.
Dit is omdat de hoofdeenheid erg heet is geworden doordat
deze langdurig aan direct zonlicht is blootgesteld, hetgeen
zich tijdens warm weer kan voordoen.
Laat de hoofdeenheid op een koele plek in de schaduw
afkoelen zodat deze weer normaal kan funktioneren.
* De gegevens op de display veranderen slechts langzaam.
De bedrijfstemperatuur van de computer is –10°C tot 50°C.
Controleer of de temperatuur niet lager is dan –10°C.
* Versnellingsindicator (streepje) wordt niet correct aangegeven
Til de plaatveer omhoog waarop de sensor
gemonteerd is zoals aangegeven
in de afbeelding.
Rubber stootkussen van sensor
Plaatveer
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Shimano SC-6501 Service Instructions

Categorie
Fietsaccessoires
Type
Service Instructions
Deze handleiding is ook geschikt voor