ander compatibel toestel hebt, raadpleeg dan de Edge 810 en
510 instructies of ga naar www.garmin.com/vectorowner.
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m bij andere
ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Selecteer in het startscherm > Sensors > Voeg sensor
toe > Aan/uit.
4
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
Wanneer de sensor is gekoppeld met uw Edge toestel, is de
sensorstatus Verbonden. U kunt een gegevensveld aanpassen
om Vector gegevens weer te geven.
Uw eerste rit
Voordat u de eerste keer met uw Vector gaat fietsen, moet u de
pedaallengte invoeren, de installatiehoek van de sensors in de
pedalen instellen en de vaste nulreferentie kalibreren. U moet
het systeem ook kalibreren als u de Vector naar een andere
fiets overzet.
Deze procedures bevatten instructies voor de Edge 1000. Als u
een ander compatibel toestel hebt, raadpleeg dan de Edge 810
en 510 instructies of ga naar www.garmin.com/vectorowner.
De pedaallengte invoeren
De pedaallengte is vaak vermeld op de pedaalarm.
1
Draai de pedalen een paar keer rond om de Vector te
activeren.
2
Selecteer in het startscherm > Sensors > >
Sensordetails > Pedaallengte.
3
Voer de pedaallengte in en selecteer .
De installatiehoek instellen
Voordat u de installatiehoeken instelt, moet u de Edge
gegevensvelden instellen om vermogen en cadans weer te
geven.
1
Maak een kort ritje op een trainingstoestel of op de weg.
2
Rijd totdat de cadans bijna 70 rpm is.
3
Versnel gelijkmatig tot circa 90 rpm.
Wanneer de installatiehoeken zijn ingesteld, verschijnt er
een bericht en worden gegevensvelden met
vermogensgegevens weergegeven op het Edge toestel
(alleen 1000, 810 en 510).
Een vaste nulreferentie instellen
OPMERKING: Tijdens deze taak moet de fiets rechtop staan en
mag er geen contact zijn met de pedalen.
1
Selecteer in het startscherm de statusbalk of veeg omlaag
vanaf de bovenkant van het scherm.
De verbindingenpagina wordt weergegeven.
2
Selecteer > Kalibreer.
Wanneer de nulreferentie is bepaald, verschijnt er een
bericht op het Edge toestel.
De Vector kalibreren voor elke rit
Garmin raadt u aan de Vector aan het begin van elke rit te
kalibreren voor de beste resultaten.
1
Stel een vaste nulreferentie in.
2
Maak een rit.
De gegevensvelden aanpassen
Deze procedure bevat instructies voor de Edge 1000, 810, 800
en 510 toestellen. Als u een ander compatibel toestel hebt,
raadpleeg dan de Edge 500 toestelinstructies.
1
Houd uw vinger op een gegevensveld om het te wijzigen.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer een gegevensveld.
Training
Vermogen in de pedalen
Vector meet het vermogen in de pedalen.
Vector meet een paar honderd keer per seconde de kracht die u
uitoefent. Vector meet ook uw cadans of pedaalrotatiesnelheid.
Door de kracht, de richting van de kracht, de rotatie van de
pedaalarm en de tijd te meten, kan Vector het vermogen
bepalen (Watt). Omdat Vector het onafhankelijke vermogen per
been (links en rechts) meet, wordt de vermogensbalans links/
rechts weergegeven.
OPMERKING: Het Vector S systeem geeft geen
vermogensbalans tussen het linker- en rechterpedaal.
Tips voor onderhoud
KENNISGEVING
Met sommige fietsgereedschappen kunt u de lak van Vector
onderdelen beschadigen.
• Plaats waspapier of een doek tussen het gereedschap en de
onderdelen.
• Draai de pedaalarm rond om de afstand te controleren,
nadat u aanpassingen hebt gemaakt aan de fiets.
• Kalibreer de Vector aan het begin van elke rit (De Vector
kalibreren voor elke rit).
• Houd Vector onderdelen schoon.
• Als u de Vector naar een andere fiets overzet, dient u de
schroefdraad en de oppervlakken goed te reinigen.
• Ga naar www.garmin.com/vectorowner voor de meest
recente updates en informatie.
Vector gegevens
Uw ritgegevens of geschiedenis worden/wordt vastgelegd op
uw Edge.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
Als het geheugen van het toestel vol is, wordt er een bericht
weergegeven. Het toestel overschrijft of verwijdert niet
automatisch uw geschiedenis. Upload uw geschiedenis
regelmatig naar Garmin Connect™ om al uw ritgegevens bij te
houden.
Uw rit verzenden naar Garmin Connect
KENNISGEVING
U voorkomt corrosie door de USB-poort, de beschermkap en de
omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel
oplaadt of aansluit op een computer.
1
Trek de beschermkap
À
van de USB-poort
Á
omhoog.
2
Steek het kleine uiteinde van de USB-kabel in de USB-poort
op het toestel.
3
Steek het grote uiteinde van de USB-kabel in een USB-poort
van de computer.
Training 3