Nederlands
Gebruikershandleiding
Realtime-opname
Bij deze manier van opnemen worden de noten die u speelt in realtime opgenomen. Het huidige patroon zal
overschreven worden.
1. Druk op de [REALTIME REC]-knop.
De [
]-knop knippert; de TB-3 is klaar om op te nemen. Om te annuleren drukt u op de [REALTIME REC]-
knop zodat deze dooft.
2. Druk op de [
]-knop om het opnemen te starten.
3. Speel op de pad; uw uitvoering wordt opgenomen.
Noten die in “loop” afgespeeld worden terwijl u [CLEAR] ingedrukt houdt, worden gewist.
Neem noten op. Houd dezelfde noot-pad ingedrukt om een langere noot in te voeren.
Octaaf omhoog
* Gebruik stap-opname om accenten of slides
(portamento) in te voeren.
Octaaf omlaag
4. Wanneer u klaar bent met de realtime-opname, drukt u op de [REALTIME REC]-knop zodat deze dooft.
• De TB-3 zal terugkeren naar patroonweergave. Om de patroonweergave te stoppen, drukt u op de [ ]-knop.
• Tijdens de weergave kunt u realtime-opnames in-/uitschakelen door op de [REALTIME REC]-knop te
drukken.
Afspelen, selecteren en uitvoeren van een patroon
Wat is een “patroon”?
Een “patroon” is een verzameling muzikale gegevens die u hebt opgenomen via stap-opname of realtime-
opname. Er zijn 64 patronen (8 patronen x 8 banken). In de patroonselectiemodus (Pattern Select) toont het
display de huidige bank en het huidige patroon (bv.
1-2 = bank 1, patroon 2).
Een patroon afspelen
1. Druk op de [ ]-knop om een patroon af te spelen.
Een patroon selecteren
1. Druk op de [PTN SELECT]-knop.
2. Gebruik de pad om een patroon te selecteren.
Selecteer een patroon (1–8)
Bank omhoog
Bank omlaag
U kunt ook de [VALUE]-regelaar gebruiken om een patroon te selecteren.
Van klank wisselen
1. Druk op de [KEY-BOARD], [XY PLAY], of [ENV MOD]-knop om het klanknummer (bv. A01) weer te geven
op het display.
2. Gebruik de [VALUE]-regelaar om van klank te wisselen.
Als u de [KEYBOARD]-knop ingedrukt houdt en aan de [VALUE]-regelaar draait, verandert het
geluidsnummer in stappen van +/-10.
“Uitvoeren” met de TB-3
Muziek uitvoeren op de TB-3 doet u door het bedienen van de regelaars (
1
), de pad-modusknoppen (
2
), en
de touchpad (
3
) terwijl er een patroon wordt afgespeeld.
Geavanceerde patroonfuncties
Functies Uitleg
Patroon
transponeren
Om het patroon te transponeren, houdt u de [KEY-BOARD]-knop ingedrukt en drukt u op
een keypad (standaard: C).
Patronen
achtereenvolgens
afspelen
Wanneer u een patroon selecteert, kunt u meerdere patronen selecteren door met uw vinger
over de touchpad te vegen terwijl u op de pad blijft drukken. De patronen die u selecteerde,
worden achtereenvolgens afgespeeld. Het patroon dat momenteel wordt afgespeeld, licht op.
Willekeurig
patroon
Wanneer u de [PTN SELECT]-knop ingedrukt houdt en op de [SCATTER]-knop drukt, wordt er
een willekeurig patroon gegenereerd voor het huidige patroonnummer.
Wanneer u het willekeurige patroon wilt opslaan, druk dan op de [REALTIME REC]-knop
(knippert). Wanneer u het willekeurige patroon wilt wissen, selecteer dan een ander patroon.
Willekeurig
patroon 2
Als u de [KEYBOARD]-knop ingedrukt houdt en op de [SCATTER]-knop drukt, zullen de
octaafverschuiving, slide en accent willekeurig wijzigen vanaf het huidige patroon, zodat u
variatie kunt creëren zonder het karakter van het patroon te wijzigen.
U kunt de variatie opslaan of negeren op dezelfde wijze als voor Willekeurig patroon.
Een patroon
kopiëren
1. Houd de [PTN SELECT]-knop ingedrukt en druk op de pad om het te kopiëren
bronpatroon te selecteren.
Het te kopiëren bronpatroon licht op en de andere patronen knipperen.
2. Selecteer de bank en het patroon van het kopieerdoel (knipperend pad).
Een patroon
wissen
1. Selecteer het patroon dat u wilt wissen.
2. Houd de [PTN SELECT]-knop ingedrukt en druk op [CLEAR] op de pad.
Het display geeft “
Clr” weer en de [ ]-knop knippert.
3. Druk op de [
]-knop; het patroon wordt gewist.
Synchroniseren met andere MIDI-apparaten
De TB-3 kan MIDI-kloksignalen (F8) ontvangen om zijn tempo te synchroniseren. Het apparaat kan ook MIDI
Start (FA) en MIDI Stop (FC) ontvangen om zichzelf te starten/stoppen.
Synchroniseren met een TR-8
U kunt de TB-3 synchroniseren met een TR-8 door een in de handel
verkrijgbare MIDI-kabel te gebruiken voor uw aansluitingen.
Synchroniseren met de DAW (digital audio workstation) op
uw computer via USB
Door gebruik te maken van een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om
de TB-3 aan te sluiten op uw computer, kunt u de TB-3 synchroniseren met
de DAW op uw computer of het geluid van de TB-3 opnemen op een track
van uw DAW via USB audio.
TR-8 (master)
TB-3 (slave)
MIDI OUT MIDI IN
Overige instellingen
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Hier leest u hoe u de TB-3 kunt herstellen naar de fabrieksinstellingen.
1. Schakel de stroom in terwijl u de [REALTIME REC]-knop ingedrukt houdt.
Het display geeft “
rSt” weer en de [ ]-knop knippert.
Schakel de stroom uit wanneer u beslist de herstelling van de fabrieksinstellingen te annuleren.
2. Druk op de [
]-knop om de herstelling van de fabrieksinstellingen uit te voeren.
3. Schakel de stroom van de TB-3 uit wanneer het display “
CNP” weergeeft, en schakel de stroom
vervolgens terug in.
MIDI en andere instellingen
1. Schakel de stroom in terwijl u de [SCATTER]-knop ingedrukt houdt.
Het display geeft het huidige MIDI-kanaal weer (bv.
C 2), en de [ ]-knop knippert.
Schakel de stroom uit wanneer u beslist geen instellingen te wijzigen.
2. Gebruik de [VALUE]-regelaar en de pad om de instellingen te wijzigen.
Parameter Controller Uitleg
MIDI-kanaal
[VALUE]-
regelaar
OFF,
C 1
–
C16
Specieert het kanaal voor verzenden/ontvangen van MIDI. Het
display geeft het kanaal weer. (standaard: C 2)
ONn
(OMNI)
MIDI-berichten van alle kanalen worden ontvangen.
Het MIDI-verzendkanaal is 2.
MIDI-
klokbron
Pad [C]
Opgelicht
(AUTO)
Wanneer een MIDI-kloksignaal wordt ingevoerd via de MIDI IN-
connector of de USB-poort, zal het tempo van de TB-3 automatisch
synchroniseren met de MIDI-klok. (standaard)
* Wanneer simultaan een MIDI-kloksignaal wordt ingevoerd via
de MIDI IN-connector en de USB-poort, krijgt de USB-poort
voorrang.
Gedoofd
(INTERNAL)
De TB-3 werkt met het tempo aangegeven op het apparaat zelf. Kies
de instelling “INTERNAL” wanneer u niet wenst te synchroniseren met
een extern toestel.
MIDI Thru Pad [D]
Opgelicht
(ON)
Specieert of data ontvangen via de MIDI IN-connector terug wordt
uitgezonden via de MIDI OUT-connector (ON: standaard) of niet
(OFF).
Gedoofd
(OFF)
Pad
aftertouch-
gevoeligheid
[KEY-BOARD]-knop
(ingedrukt houden)
+ [VALUE]-regelaar
Past de drukgevoeligheid van de pad aan (aftertouch). Met hogere
instellingen zal het gemakkelijker zijn om een eect toe te passen,
zelfs wanneer u licht op de pad drukt. (standaard: 3)
3. Druk op de [
]-knop om de instellingen op te slaan.
De instellingen worden opgeslagen en de TB-3 herstart.
Stap-opname
Bij deze manier van opnemen voert u noten, rusten, accenten en slides (portamento)/verbindingen in bij elke stap.
Wanneer u opneemt, zal het huidige patroon overschreven worden.
Wat is “stap”?
Elk patroon is onderverdeeld in 16 rasterlocaties, “stappen” genaamd. (U kunt het aantal stappen wijzigen
in een bereik van 1–32.) Eén stap is een 16e noot lang (
). De huidige stap wordt aangegeven door de 16
stappenindicatoren (
4
).
1. Druk op de [STEP REC]-knop.
2. Gebruik de pad en de [VALUE]-regelaar om muziekgegevens in te voeren voor elke stap.
Voert een rust in en gaat naar de volgende stap.
Voert een noot in en gaat naar de volgende stap.
Octaaf omhoog
Voert accent in aan/uit.
Voert een slide in (indien de voorgaande stap dezelfde
noot is, een verbinding) aan/uit.
Octaaf omlaag
• Het display toont het huidige stapnummer (
1
–
32
). U kunt de [VALUE]-regelaar gebruiken om tussen de
stappen te schakelen.
• Zelfs tijdens de stap-opname, kunt u op de [
]-knop drukken om het patroon af te spelen.
3. Wanneer u klaar bent met de stap-opname, drukt u op de [STEP REC]-knop zodat deze dooft.
Geavanceerde stapfuncties
Functies Uitleg
Het aantal
stappen in het
patroon wijzigen.
Houd de [STEP REC]-knop ingedrukt en draai aan de [VALUE]-regelaar om het aantal
stappen in het patroon te wijzigen (1–32, standaard: 16).
Een triool-raster
selecteren.
Houd de [STEP REC]-knop ingedrukt en druk op de [TEMPO]-knop om het triool-raster in/
uit te schakelen.
OFF: 1 stap = 16e noot ( ) (standaard)
On: 1 stap = 8e noot triool ( )
Belangrijkste specicaties Roland TB-3: TOUCH BASSLINE
Stroomtoevoer
Netstroomadapter, of verkregen via de USB-poort (USB busvoeding)
Stroomverbruik
500 mA
Afmetingen
240 (B) x 173 (D) x 57 (H) mm
Gewicht
820 g
Accessoires
Netstroomadapter, gebruikershandleiding, infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
* Met het oog op productverbetering kunnen de specicaties en/of het voorkomen van dit apparaat worden
gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Lees het infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” zorgvuldig alvorens het apparaat te gebruiken. Het infoblad bevat belangrijke
informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat
goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Copyright © 2014 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming
van ROLAND CORPORATION.
4
16-stappenindicatoren
De stap-nummers (1–16) lichten op tijdens weergave van een patroon of tijdens stap-opnames.
5
[TEMPO]-knop
Wanneer u de [TEMPO]-knop indrukt, toont het display het tempo. U kunt de [VALUE]-regelaar gebruiken om
het tempo te wijzigen.
• Tap-tempo: Houd de [TEMPO]-knop ingedrukt en tik een aantal keren in het gewenste ritme op de
[SCATTER]-knop om het tempo in te stellen.
• Shue: Om Shue te selecteren houdt u de [TEMPO]-knop ingedrukt en draait u aan de [VALUE]-regelaar
(-50–0–50; 0=shue uit).
6
Display
Toont het momenteel geselecteerde klanknummer (bv.
A01). Afhankelijk van de modus kan het
patroonnummer (bv.
1-1), het stapnummer of het tempo getoond worden.
Wat is een “klank”?
De TB-3 levert haarscherpe synth-klanken met behulp van
vier oscillatoren en eecten, waaronder de natuurgetrouw
gereproduceerde klassieke klanken van de TB-303 (A01: TB-303
zaagtandgolf, A02: TB-303 blokgolf ). Op de TB-3, wordt elk hiervan
een “klank” genoemd. U kunt de [VALUE]-regelaar gebruiken om
gemakkelijk klanken te selecteren.
* U kunt de klanken niet wijzigen.
7
[VALUE]-regelaar
Wijzigt de waarde die getoond wordt in het display.
8
[STEP REC]-knop
Zie “Stap-opname”
9
[REALTIME REC]-knop
Zie “Realtime-opname”
10
[
]-knop
Start/stopt het patroon.
Uw apparatuur aansluiten
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of
storingen aan de apparatuur te voorkomen.
A B C D E F
G
A
USB (
)-poort
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel om deze poort met uw computer te verbinden. Deze kan
gebruikt worden voor de transfer van USB MIDI- en USB audiogegevens. U moet de USB-driver installeren
alvorens de TB-3 aan te sluiten op uw computer. Download de USB-driver van de Roland-website. Raadpleeg
het bestand Readme.htm dat is inbegrepen in de download voor meer informatie.
http://www.roland.com/support/
B
DC IN-aansluiting
Sluit de meegeleverde netstroomadapter hier aan. Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter. Het
gebruik van een andere adapter kan oververhitting of een defect veroorzaken.
* Bij aansluiting via USB wordt er voeding geleverd via de USB-aansluiting en hoeft de netstroomadapter niet
aangesloten te worden.
C
MIDI-connectoren
Voor het aansluiten van MIDI-apparatuur.
D
OUT-aansluitingen
Sluit deze aansluitingen aan op uw versterker of monitoren. Wanneer u een mono-systeem hebt, gebruik dan
alleen de L/MONO-aansluiting.
E
PHONES-aansluiting
Sluit hier uw hoofdtelefoon (apart verkrijgbaar) aan.
F
Beveiligingsslot (
)
http://www.kensington.com/
De stroom in- en uitschakelen
G
[POWER]-schakelaar
Dit schakelt het apparaat in en uit.
* Zorg er na het aansluiten voor de stroom in te schakelen in deze volgorde: eerst de TB-3 en vervolgens
het aangesloten systeem. Inschakelen in de verkeerde volgorde kan defecten of schade veroorzaken. Zorg
er bij het uitschakelen van de stroom voor het aangesloten systeem eerst uit te schakelen en dan pas
de TB-3.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het
apparaat normaal functioneert nadat het is ingeschakeld.
* Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul
staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet
op een defect.
Klank Uitleg
A 01
–
TB-303-geluiden
b 01
–
Basgeluiden
C 01
–
Lead-geluiden
d 01
–
SFX (geluidseecten)
Paneelbeschrijvingen
8 9 10
5 6 7
1
2
3
4
1
Regelaars
Deze passen de volgende waarden aan.
Regelaar Uitleg
VOLUME
Volume
CUTOFF
Filter afsnijding (helderheid van de klank)
RESONANCE
Filter resonantie (kenmerkend karakter)
ACCENT
Sterkte van de accenten die u in het patroon hebt ingevoerd.
EFFECT
Eectdiepte
* Het meest geschikte eect voor de klank die u hebt geselecteerd wordt toegepast.
2
Pad-modusknoppen /
3
Touchpad
Gebruik deze pad-modusknoppen om om te schakelen tussen de modi van de touchpad (die we voor het
gemak verder “de pad” zullen noemen).
* Raak de pad niet op twee of meer plaatsen tegelijkertijd aan; de plaatsen kunnen dan niet correct
gedetecteerd worden (de pad ondersteunt geen multi-touch).
Knop Uitleg
KEY-
BOARD
Gebruik de pad om noten te spelen.
Noten spelen
Druk uitoefenen op de pad: modulatie
Octaaf omhoog
Octaaf omlaag
• Bespeelbare keypads lichten op.
• Wanneer u de pad indrukt terwijl een patroon wordt afgespeeld, heeft de klank van de pad
voorrang (mono-weergave).
XY PLAY
Gebruik de horizontale (X) en verticale (Y) assen van de pad om de toonhoogte te wijzigen.
De X-aspositie licht op.
X-as: toonhoogte wijzigen (continue verandering)
Y-as: Volume
Druk uitoefenen op de pad: modulatie
• Dit controleert de meest toepasselijke parameters voor de klank die werd geselecteerd. In het
algemeen worden voor de meeste klanken de hierboven opgesomde parameters gecontroleerd.
• Wanneer u de pad indrukt terwijl een patroon wordt afgespeeld, heeft de klank van de pad
voorrang (mono-weergave).
• Door de [XY PLAY]-knop ingedrukt te houden en aan de [VALUE]-regelaar te draaien kunt u de
grondnoot (toonaard) wijzigen.
ENV
MOD
Controleer envelope-modulatie (toonwijziging) en decay (duur van de klank).
X-as: envelope-modulatie (toonwijziging)
Y-as: decay (duur van de klank)
Druk uitoefenen op de pad: modulatie
• Dit controleert de meest toepasselijke parameters voor de klank die werd geselecteerd. In het
algemeen worden voor de meeste klanken de hierboven opgesomde parameters gecontroleerd.
• Wanneer het patroon wordt gestopt, zal het indrukken van de pad geen geluid produceren.
PTN
SELECT
Selecteer een patroon.
Zie “Afspelen, selecteren en uitvoeren van een patroon” – “Een patroon selecteren”
SCATTER
Gebruik de Scatter-functie om een groove met een digitaal gevoel toe te voegen.
X-as: Scatter-diepte (10 stappen)
Wat is Scatter?
“Scatter” voegt een groove met digitaal gevoel toe aan de loop-weergave door individuele stappen binnen
de loop-weergave om te wisselen of door de richting van de weergave of de gate-lengte te wijzigen.
• Scatter zal geactiveerd zijn wanneer u de pad indrukt. De functie wordt uitgeschakeld wanneer u
uw vinger van de pad haalt.
• Draai aan de [VALUE]-regelaar voor selectie van het scatter-type (
SC1
–
SC8
).
* Het Scatter-eect wordt niet toegepast op de eerste cyclus van de loop; het eect wordt
toegepast op de tweede cyclus en navolgende cycli van de loop.