Page 40
Revision : 003
BOLERO
Lighting Technologies
Regelen van de individuele kringen
Elke Preset van individuele potentiometers heeft een master- potentiometer en
een(Black-out) On/Off-toets. De master van Preset B werkt omgekeerd als die van
Preset A, d.w.z. 100 % staat onderaan en 0% bovenaan bij Preset B. De ON/OFF-
toetsen werken op dezelfde manier als bij de Totaal Master. De (Black-out) ON/OFF-
toets en zor-gen eventueel voor een black-out in de overeenkomende Preset (LED
uitgedoofd) .
We gaan ervan uit dat alle individuele kringpotentiometers van Preset A op nul % staan,
dat de masterpotentiometer van Preset A op een waarde boven nul % staat en dat de
(Black-out) ON/OFF-toets niet ingedrukt werd. We veronderstellen tevens dat de Totaal
Master-potentiometer boven nul % staat en dat de overeenkomstige
(Black-out) ON/OFF-toets niet werd ingedrukt. Wanneer u nu een individuele
potentiometer van Preset A omhoog schuift ontstaat er een output op desbetreffende
kring. Indien er een dimmereenheid aangesloten is op de uitgang zal de schijnwerper
die op die kring is aangesloten gaan branden. Wanneer u de kringpotentiometer verder
omhoog schuift zal de lichtintensiteit van de schijnwerper toenemen.
De LED onder de individuele potentiometer zal oplichten wanneer het uitgangsniveau
de 10 % overschrijdt. Bovendien zal de LED van de Preset A bank oplichten wanneer
de Masterpotentiometer van Preset A de 10 % overschrijdt om aan te geven dat de
Preset werkzaam is. Wanneer u meer individuele potentiometers inschuift zullen er
meer schijnwerpers gaan branden op de overeenkomstige output kringen evenals de
LED’s onder de potentiometers op de bedieningstafel die ermee overeen stemmen.
Zodra er een lichtstand gecreëerd is kan de intensiteit van de schijnwerpers op
verschillende manieren gewijzigd worden.
• Door elke individuele kringpotentiometer te verschuiven om het uitgangsniveau te
wijzigen.
• Door de stand van de Masterpotentiometer van de Preset te wijzigen om het
uitgangsniveau van alle werkzame kringen in de Preset te veranderen.
• Door de Totaal Masterpotentiometer te verschuiven om het totale uitgangsniveau
van de bedieningstafel te wijzigen.
De werking van de masterpotentiometer van Preset A en Preset B is afhankelijk van de
instelling van de timerpotentiometer.
We gaan uit van de beweging van masterpotentiometer A en noemen de beginstand
pos. A en de eindstand pos. B. Indien de timer op 0 staat zal de verandering aan de
uitgang gelijktijdig met het verschuiven van de masterpotentiometer tot stand komen.
Indien de timer op een tijd ingesteld staat zal de wijziging aan de uitgang van pos. A
naar pos. B tot stand komen binnen de ingestelde tijd. Zolang de uitgang nog verandert
van de ene naar de andere instelling zal de RUN A LED boven de timer knipperen om
aan te geven dat de timer nog loopt en de fade nog niet beëindigd is. Indien de
masterpotentiometer nogmaals verschoven wordt, bijv. naar pos. C, terwijl de fade
nog loopt zal de fade opnieuw starten eventueel volgens de nieuwe tijdsinstelling (indien
gewijzigd) vanaf pos. B naar pos. C.