Behringer LC2412 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
EUROLIGHT LC2412
Professional 24-Channel DMX Lighting Console
2 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
Dank u
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aankoop van de EUROLIGHT
LC2412 in ons stelt. U heeft een voortreelijk compact lichtmengpaneel
aangeschaft, dat zowel de uiterst moderne digitale DMX512-besturing als
ook een analoge uitgang te bieden heeft en zodoende nagenoeg overal te
gebruikenis.
Inhoudsopgave
Dank u ............................................................................. 2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften .......................... 3
1. Inleiding ..................................................................... 4
2. Bedieningselementen ............................................... 5
3. Presets ........................................................................ 9
4. De B Memory-Sectie ................................................ 10
5. Sound to Light.......................................................... 12
6. De Looplichtbesturing (Chase) ............................... 13
7. Extra Functies Van De LC2412 ................................. 16
8. Dimmersturing ........................................................ 18
9. Installatie ..................................................................20
10. Specicaties ........................................................... 21
11. MIDI-Implementatie .............................................. 22
3 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
WETTELIJKE ONTKENNING
Waarschuwing
Aansluitingen die gemerkt zijn met
het symbool voeren een zodanig hoge
spanning dat ze een risico vormen voor elektrische
schokken. Gebruik uitsluitend kwalitatief hoogwaardige,
in de handel verkrijgbare luidsprekerkabels die
voorzien zijn van ¼"TS stekkers. Laat uitsluitend
gekwali ceerd personeel alle overige installatie- of
modi catiehandelingen uitvoeren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke
bedienings - en onderhoudsvoorschriften
in de bijbehorende documenten.
Wijvragen u dringend de handleiding te lezen.
Attentie
Verwijder in geen geval de bovenste
afdekking (van het achterste gedeelte)
anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok.
Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen.
Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door
gekwali ceerd personeel uitgevoerd worden.
Attentie
Om het risico op brand of elektrische
schokken te beperken, dient u te
voorkomen dat dit apparaat wordt blootgesteld aan regen
en vocht. Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen geen
met water gevulde voorwerpen – zoals een vaas – op het
apparaat worden gezet.
Attentie
Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwali ceerd
onderhoudspersoneel. Omelektrische schokken te
voorkomen, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd
worden door gekwali ceerd onderhoudspersoneel.
1. Lees deze voorschriften.
2. Bewaar deze voorschriften.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle voorschriften op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7. Let erop geen van de ventilatie-openingen
te bedekken. Plaats en installeer het volgens de
voor- schriften van de fabrikant.
8. Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9.
Maak de veiligheid waarin door de polarisatie-
of aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan.
Eenpolarisatiestekker heeft twee bladen, waarvaner
een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft
twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding.
Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor
uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw
stopcontact passen, laat het contact dan door een
elektricien vervangen.
10. Om beschadiging te voorkomen, moet de
stroomleiding zo gelegd worden dat er niet kan worden
over gelopen en dat ze beschermd is tegen scherpe
kanten. Zorg zeker voor voldoende bescherming aan de
stekkers, de verlengkabels en het punt waar het netsnoer
het apparaat verlaat.
11. Het toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
12. Wanneer de stekker van het hoofdnetwerk of een
apparaatstopcontact de functionele eenheid voor het
uitschakelen is, dient deze altijd toegankelijk te zijn.
13. Gebruik uitsluitend door de producent
gespeci- ceerd toebehoren c.q. onderdelen.
14. Gebruik het apparaat
uitsluitend in combinatie
met de wagen, hetstatief,
de driepoot, de beugel of
tafel die door de producent
is aangegeven, of die
in combinatie met het
apparaat wordt verkocht.
Bij gebruik van een wagen dient men voorzichtig te zijn bij
het verrijden van de combinatie wagen/apparaat en letsel
door vallen te voorkomen.
15. Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
16. Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerk-zaamheden
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is
geraakt, bijvoorbeeld als de hoofd-stroomkabel of -stekker
is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht
zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft
bloot-gestaan, niet normaal functioneert of wanneer het
is gevallen.
17. Correcte afvoer van dit
product: dit symbool geeft aan
dat u dit product op grond van
de AEEA-richtlijn (2002/96/ EG)
en de nationale wetgeving van
uw land niet met het gewone
huishoudelijke afval mag
weggooien. Dit product moet na a oop van de nuttige
levensduur naar een o ciële inzamelpost voor afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) worden
gebracht, zodat het kan worden gerecycleerd. Vanwege
de potentieel gevaarlijke sto en die in elektrische en
elektronische apparatuur kunnen voorkomen, kan een
onjuiste afvoer van afval van het onderhavige type
een negatieve invloed op het milieu en de menselijke
gezondheid hebben. Eenjuiste afvoer van dit product is
echter niet alleen beter voor het milieu en de gezondheid,
maar draagt tevens bij aan een doelmatiger gebruik
van de natuurlijke hulpbronnen. Voormeer informatie
over de plaatsen waar u uw afgedankte apparatuur kunt
inleveren, kunt u contact opnemen met uw gemeente of
de plaatselijkereinigingsdienst.
TECHNISCHE SPECIFICATIES EN UITERLIJK KUNNEN
ZONDER AANKONDIGING WORDEN GEWIJZIGD. DE
HIERIN VERVATTE INFORMATIE IS CORRECT BIJ HET
TER PERSE GAAN. ALLE HANDELSMERKEN ZIJN HET
EIGENDOM VAN HUN RESPECTIEVE EIGENAARS.
MUSICGROUP AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID
VOOR ENIG VERLIES DAT ENIG PERSOON ZOU
ONDERVINDEN, DIE GEHEEL OF GEDEELTELIJK
VERTROUWT OP ENIGE BESCHRIJVING, FOTOOF
UITSPRAAK DIE HIERIN IS OPGENOMEN. KLEURENEN
SPECIFICATIES KUNNEN TUSSEN PRODUCTEN
ONDERLING ENIGSZINS AFWIJKEN. PRODUCTEN VAN
MUSICGROUP WORDEN UITSLUITEND VERKOCHT
DOOR GEAUTORISEERDE DEALERS. DISTRIBUTEURSEN
DEALERS ZIJN GEEN AGENTEN VAN MUSICGROUP
EN HEBBEN ABSOLUUT GEEN AUTORITEIT OM
MUSICGROUP TE BINDEN DOOR MIDDEL VAN
ENIGE UITDRUKKELIJKE OF BESLOTEN ACTIE OF
VERTEGENWOORDIGING. DEZEHANDLEIDING IS
AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD. NIETS VAN DEZE
HANDLEIDING MAG WORDEN GEREPRODUCEERD
OF OVERGEDRAGEN IN ENIGE VORM OF OP
ENIGE WIJZE, ELEKTRONISCH OF MECHANISCH,
WAARONDER FOTOKOPIËREN EN OPNEMEN OP
ENIGERLEI WIJZE, VOOR ENIG DOEL, ZONDER DE
UITDRUKKELIJKE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN
MUSICGROUPIPLTD.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.
© 2013 MUSICGroupIPLtd.
Trident Chambers, Wickhams Cay, P.O. Box 146,
Road Town, Tortola, British Virgin Islands
4 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
1. Inleiding
Het bedieningsconcept en de programmering van de LC2412 zijn uitgevoerd
voor het aansturen van Dimmer Packs + standaard schijnwerpers. Om multi-
functionele schijnwerpers zoals bijv. Scanner en Moving Heads optimaal te
gebruiken dient u terug te grijpen op het daarvoor bestemde besturingspaneel.
Progressieve BEHRINGER-techniek
Om u zoveel mogelijk bedrijfszekerheid te kunnen garanderen, worden onze
apparaten volgens de hoogste industriële kwaliteits-normen vervaardigd.
Daarbij vindt de productie plaats binnen het kader van een ISO9000
gecerticeerd management-systeem.
Het handboek
De volgende handleiding wil u op de eerste plaats met de gebruikte
specifieke begrippen vertrouwd maken, zodat u het apparaat in al zijn
functies leert kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft
zorgvuldig, zodat u ze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets
wilt overlezen.
Om ervoor te zorgen dat u de verbanden snel doorziet, hebben we de
bedieningselementen naar hun functie in groepen bij elkaar gezet. Mocht u meer
uitleg over een bepaald onderwerp wensen, bezoek dan onze website behringer.com.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de EUROLIGHT LC2412 in de fabriek
zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u
dan direct of de buitenkant van het apparaat zelf beschadigd isgeraakt.
Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons
terug, maar neemt u dringend eerst contact op met uw dealer en het
transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders
teniet kan worden gedaan.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet het licht-mengpaneel niet
op een eindtrap of in de buurt van een verwarming neer, om oververhitting van
het apparaat te voorkomen.
Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig
na te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3 driehoekige
markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht tegenover elkaar.
Uwapparaat is op de naast deze markeringen staande bedrijfsspanning
ingesteld en kan worden omgeschakeld door de zekeringhouder 180° te draaien.
LETOP: Dit geldt niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een
net-spanning van 120 V zijn ontworpen!
Wanneer het apparaat op een andere netspanning wordt ingesteld,
dient er een andere zekering te worden geplaatst. De specificaties
vindt u in het hoofdstuk “Specificaties”.
Defecte zekeringen dienen absoluut door zeke-ringen van de
juiste waarde te worden vervangen! De specificaties vindt u in het
hoofdstuk “Specificaties”.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel met apparaatbus
op het net aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen te zijn.
Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de
apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
1.1.3 Garantie
Neemt u alstublieft even de tijd om de volledig ingevulde garantiekaart binnen
14 dagen na aankoop aan ons terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide
garantie verliest. Het serienummer is aan de achterkant van het apparaat te
vinden. U kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site (behringer.com)
bij ons laten registreren.
1.2 Algemene eigenschappen en functies
“LC2412” betekent: 24-Preset-kanalen en twaalf Memory-kanalen. Dat is echter
nog lang niet alles: Door middel van de digitale DMX512-interface kunnen zelfs
78 dimmerkanalen (26 paneelkanalen x 3 DMX-kanalen) tegelijk worden bediend.
En omdat er met één enkel dimmerkanaal meerdere belichtingen kunnen worden
bediend, heeft dit lichtmengpaneel toch al aardig wat mogelijkheden te bieden.
Het lichtmengpaneel is, net als een geluidsmengpaneel in een opnamestudio,
de centrale besturing voor de podium- of toneelverlichting. We hebben onze
LC2412 uit de meest moderne componenten opgebouwd, zodat we u maximale
betrouw-baarheid kunnen garanderen.
Presets
Er kunnen complexe belichtingssituaties met in totaal 24 kanalen worden
ingesteld. Aparte kanalen kunt u met de FLASH-toetsen onafhankelijk van de
Fader-instelling op 100% lichtsterkte schakelen.
Memory’s
U kunt de Presets op tien verschillende banken (met elk twaalf geheugenplaatsen)
opslaan en apart oproepen. Met speciale PCMCIA-geheugenkaarten kunt u alle
Memory’s archiveren.
Chases
Met “Chases” worden zogenaamde looplichten bedoeld, die uit een combinatie van
los geprogrammeerde stappen (tot maximaal 99 stappen) bestaan, dieachter elkaar
worden afgewerkt. Deze stappen kunnen zowel uit Presets als uit Memory’s bestaan.
Crossfade
U kunt tussen de stappen van een looplicht met de hand of automatisch heen en
weer of van de ene naar de andere stap overfaden.
Preview
Met de “Preview”-functie kunt u opgeslagen Memory’s of looplichten (Chases)
bekijken, zonder dat dit op het podium te zien is.
Sound to light
Deze functie staat bekend onder de naam “lichtorgel. Bij deze functie bestuurt de
muziek het licht. U kunt zelfs een instelling voor muziekpauzesinprogrammeren.
MIDI
De LC2412 wordt door middel van MIDI bestuurd. Via de MIDI-interfaces
kunnen twee EUROLIGHT LC2412 als Master en Slave worden aangesloten.
Met MIDI-sequencers kunt u hele shows opslaan en oproepen.
Memory card
Op de EUROLIGHT LC2412 kunt u 120 lichtsituaties opslaan in de Memory’s,
die u ook altijd weer gemakkelijk kunt aanpassen. Door de mogelijkheid, deze
lichtcombinaties op uitwisselbare geheugenkaarten (Memory Card) te bewaren,
kunt u in feite een onbeperkt archief van belichtingssituaties aanleggen.
5 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
(1)
(2)
(4)
(10) (11) (5)
(3) (8) (9) (6) (7)
Afb. 2.1: Overzicht over de verschillende secties
2. Bedieningselementen
Het bedieningsoppervlak van de LC2412 is in verschillende secties met diverse
functies opgedeeld. Vandaar dat we u de bedieningselementen van de
EUROLIGHT LC2412 ook in dezelfde functiegroepen uitleggen. In de afbeeldingen
lichtgrijs weergegeven gedeelten bevatten bedieningselementen die bij een
andere sectie horen en daarom elders aan bod komen.
De secties: (1) A PRESET-sectie, (2) B MEMORY-sectie + Bank-display,
(3) Sound to light, (4) FLASH-toetsen, (5) programmeergedeelte,
(6) MAIN-sectie, (7) CHASE-sectie.
De LC2412 beschikt over extra functies, die niet in een bepaalde sectie passen
(bijzondere kanalen):
(8) SPECIAL 1-toets. Met deze toets schakelt u een bijzonder kanaal in,
waarmee u bijv. een rookmachine aan en uit kunt zetten.
(9) SPECIAL 2-toets. Deze heeft dezelfde functie als de SPECIAL 1-toets.
Netals bij de andere kanalen, kunnen aan elk van deze twee kanalen drie
DMX-kanalen worden toegewezen. De twee bijzondere kanalen krijgen de
aanduiding paneelkanaal 25 en 26. De SPECIAL 1- en de SPECIAL 2-toets kunt
u programmeren als schakelaar, toets of Kill-toets. Meer informatie over dit
onderwerp vindt u in paragraaf 7.3.
(10) POWER-schakelaar. Met de POWER-schakelaar zet u de EUROLIGHT LC2412
aan. De POWER-knop dient in de positie “uit” te staan op het moment, dat u
het apparaat op het stroomnet aansluit.
Let op: De POWER-schakelaar schakelt de stroom-voorziening bij het
uitzetten niet volledig uit. Trek daarom de kabel uit het stopcontact
wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
(11) Op de BNC-bus kan een werklamp worden aangesloten (optie).
2.1 Bedieningselementen van de
A PRESET-sectie ( 1 )
(12)
(33)
Afb. 2.2: De A PRESET-sectie (fragment)
(12) Fader 1-12. Met deze Faders stelt u de lichtintensiteit van de lampen in,
die u aan uw Dimmerpack heeft gekoppeld.
(33) UPPER-schakelaar. Drukt u op de UPPER-schakelaar, dan schakelt u de
APRESET-sectie over op de twaalf extra kanalen. U kunt nu de lichtsterkte
van de kanalen 13-24 instellen. Zie ook paragraaf 3.2.
Voorinstelling
De kanaal-Faders dienen voor de instelling van een Preset (voorinstelling), datu
dan direct kunt oproepen, door Fader A (41) open te schuiven. De maximale
lichtintensiteit van de geselecteerde lichtbronnen wordt ook hier, net als bij
alle andere instellingen, door de MAIN-Fader (43) bepaalt. (zie voor uitleg
paragraaf2.6).
6 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
2.2 Bedieningselementen van de
B MEMORY-sectie ( 2 )
De Faders in de B MEMORY-sectie zijn als blok onder de A PRESET-
sectiegeplaatst.
(13) Deze Faders regelen de intensiteit van een hele groep kanalen in die
verhouding tot elkaar, die u van tevoren met de A PRESET-Faders heeft
ingesteld en als Memory heeft opgeslagen.
(13) (14) (15) (16) (17)
(18)
(20)
(19)
(21)
Afb. 2.3: De B MEMORY-sectie
Uitzondering: Staat de LC2414 in de Preset-modus (“P” in de Bankdisplay),
dansturen ze de zelfde kanalen aan als de Faders van de A PRESET-sectie. Zo kunt
u parallel aan de eerste, een tweede Preset aanmaken.
(14) - (17) Ook deze Faders horen erbij, ze hebben echter een dubbele functie.
Inde Sound to light-modus (lichtorgelfunctie) regelt u er de intensiteit van
de aan de verschillende frequentiebereiken toegewezen Memory’s mee.
(18) De BANK-display laat zien, van welke geheugenbank u op dat moment
Memory’s kunt oproepen of dat het paneel juist in de Preset-modus
staat (wordt door de letter “P” weer-gegeven). Het display knippert
als u de Preset-modus heeft ingeschakeld en brandt na drie secondes
stabiel. Paswanneer het knipperen ophoudt, is de Preset-modus actief.
Onwillekeurig inschakelen en hard overfaden willen we hiermee voorkomen.
(19) UP/DOWN-toetsen. Met deze toetsen selecteert u een geheugenbank (0-9)
of schakelt u over naar de Preset-modus (P). De controlelampje knipperen
als u een nieuwe geheugenbank heeft geselecteerd en er nog Memory’s
uit de voorgaande actief zijn (Fader opengeschoven). Schuif de Fader(-s)
((13), (14) - (17)) naar beneden, om het Memory uit te faden. Schuift u de
Fader(-s) daarna weer open, dan verschijnt het Memory van de nieuwe
geheugenbank ten tonele (zie ook paragraaf 4.1.2).
(20) SOUND TO LIGHT-toets. Zie paragraaf 2.3.
(21) PREVIEW-toets. Deze toets geeft u de mogelijkheid, op-geslagen Memorys
voor het infaden nog eens te contro-leren en eventueel te veranderen.
Ditis vooral dan zinvol, wanneer u Chases als Memory heeft opgeslagen en
het tempo ervan, voordat u ze in een lopende show inzet, wilt bekijken en
aanpassen. Is “Preview” in-geschakeld, dan worden de Chases alleen op de
controle-LEDs weergegeven.
Een Fader hoort steeds bij een FLASH-toets (sectie (4)), waarmee u de ingestelde
Preset bij de programmering van een Memory, aan een bepaalde plaats in een
bank toewijst.
2.3 Bedieningselementen van de
SOUNDTO LIGHT-sectie ( 3 )
De SOUND TO LIGHT-regelaar bevindt zich in het rechter gedeelte van de
MEMORY-sectie.
Als de Sound to light-functie is ingeschakeld, worden de Memory’s 9-12 door een
muzieksignaal bestuurd.
Daarbij regelt het volume van het muzieksignaal de lichtintensiteit van de
Memory’s. Het muzieksignaal wordt in drie frequentie-bereiken (Bass, Mid,
Treble) opgedeeld, die elk een Memory toegewezen krijgen. Voor optimale
resultaten zet u de Faders in de middelste stand en stelt dan eventuele
onregelmatige verhoudingen tussen de Memorys onderling af.
(14) (15) (16) (17)
(18)
(20)
(19)
Afb. 2.4: De SOUND TO LIGHT-sectie
(14) De PAUSE-Fader is, net als de Faders (13), in eerste instantie een lichtsterkte-
regelaar voor Memory’s. Is de licht-orgelfunctie geactiveerd (Sound to light)
dan wordt er een Memory mee bestuurd, die voor de pauzes tussen twee
muziekstukken is bedoeld.
(15) De BASS-Fader neemt de basis-lichtsterkte-instelling over van de Memory,
dat de basaandelen van het muzieksignaal volgt.
(16) De MID-Fader hoort bij de middentonen van de muziek.
(17) De TREBLE-Fader volgt de hoge tonen.
(18) en: (19) Bank-display en UP/DOWN-toetsen, zie paragraaf 2.2.
(20) De SOUND TO LIGHT-toets activeert de lichtorgelfunctie.
Het voor de besturing vereiste muzieksignaal kunt u in de bus (ANALOG INPUT)
aan de achterkant van de LC2412 invoeren.
2.4 Sectie ( 4 ): De FLASH-toetsen en SOLO
(22) (23)
Afb. 2.5: De FLASH-toetsen
(22) FLASH-toetsen. Door op een van de FLASH-toetsen te drukken, schakelt
u het bijbehorend kanaal onafhankelijk van de Fader-instelling op de
maximale, bij de MAIN-Fader ingestelde lichtintensiteit. Hiervoor dient
de CH FLASH-toets (32) te zijn ingedrukt. De functie Channel Flash is in de
Preset-modus automatisch ingeschakeld.
7 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
(23) FLASH-toetsen met dubbele functie. Op de geheugen-plaatsen 9-12 kunt u
Memory’s of looplichten opslaan (Chase to Memory). De looplichten worden
met de gele LED’s weergegeven, als u de overeenkomstige geheugen-bank
geselecteerd heeft. Ook de looplichten kunt u met de Flash-toetsen bekijken.
Solo
Wanneer op hetzelfde moment de Solo-functie aan staat (toets SOLO (31),
LEDlicht op), worden alle andere spots of belichtingselementen uitgeschakeld.
Alleen het met de Flash-toets geselecteerde kanaal is dan actief.
2.4.1 Solo-functie beperken (Disable Solo)
U heeft echter de mogelijkheid, individuele kanalen van de Solo-functie uit te
sluiten, d.w.z. deze kanalen blijven actief, ook wanneer “Solo” is ingeschakeld.
Dit doel bereikt u door op de volgende wijze te werk te gaan:
1. Druk op UTILITY 1 (28).
2. Met de SOFT A-toets (38) onder het display selecteert u de optie DISABLE
SOLO. Links boven in het display wordt het kanaal weergegeven, waarvoor u
de Solo-functie wilt uit-schakelen (DISABLED) of in de normale toestand wilt
laten (ENABLED).
3. Door aan het DATA-Wheel te draaien selecteert u het kanaal, dat u wilt
bewerken. U kunt het gewenste kanaal ook met de Flash-toets selecteren
(voor de kanalen 13-24: eerst de UPPER-toets indrukken).
4. Met SOFT B (39) selecteert u “DISABLE” en schakelt daarmee de Solo-functie
voor dit kanaal uit, met SOFT A kiest u voor “ENABLE”.
5. Beëindig het programmeren door op de QUIT-toets (40) te drukken en de
programmering zodoende te bevestigen.
Als u de Solo-functie voor een kanaal opheft, blijft dit ook actief
wanneer het deel uitmaakt van een ingeschakelde Memory die bij het
indrukken van een FLASH-toets zou moeten uitgaan.
Bijvoorbeeld:
U heeft voor kanaal 8 de Solo-functie uitgeschakeld, het licht op kanaal 8 blijft
dus aan als u op een Flash-toets drukt en de Solo-functie is actief.
Van tevoren heeft u een Memory geprogrammeerd, dat kanaal 8 gebruikt. Dit is
net op het podium geschakeld. Druk nu op een van de Flash-toetsen (CH FLASH
(32) is ook ingeschakeld) dan heeft u twee lichten op het podium, kanaal 8 en het
met de Flash-toets geactiveerde kanaal!
2.5 Bedieningselementen van het
programmeergedeelte ( 5 )
De belangrijkste elementen van het programmeergedeelte zijn rechts boven tevinden.
(25) (26) (27) (28) (30) (31) (32)(29) (24)
(37)
(33)
(34)
(35)
(38) (39) (40)
(36)
Afb. 2.6: Het programmeergedeelte
(24) PCMCIA CARD-Slot. In deze aansluiting steekt u de geheugenkaart,
waaropu de instellingen van het paneel kunt opslaan.
(25) MEMORY-toets. Door een eenmalige druk op de MEMORY-toets wordt de
opslagprocedure voor Scènes opgestart. Hoe deze procedure precies in zijn
werk gaat, is in paragraaf 4.1 nader beschreven.
(26) CHASE-toets. Met deze toets start u de programmeer-procedure waarmee
u een looplicht samen kunt stellen. De uitvoering wordt in paragraaf 6.1
nadertoegelicht.
(27) Met de toets CTM (voor Chase to Memory) roept u het menu op,
omlooplichten op te slaan. U kunt dus helemaal geprogrammeerde Chases
in het geheugen laden. Op alle tien de Memory-banken heeft u hiervoor de
beschikking over de vier geheugenplaatsen 9-12.
(28) UTILITY 1. Met deze toets komt u in de programmeer-menu’s DISABLE SOLO,
SELECT CURVE, THEATRE MODE.
(29) UTILITY 2. Deze toets geeft toegang tot de programmeer-menu’s
DMX PATCH, SELECT MIDI en SELECT SPECIAL. Informatie hierover
vindt u in de hoofdstukken 7. “EXTRA FUNCTIES VAN DE LC2412” en
8.“DIMMERBESTURING”.
(30) LIVE-toets. Door op deze toets te drukken, kunt u stappen van looplichten
of Memory’s op de paneeluitgang schakelen en ze “live” beoordelen.
Ook voor het programmeren zelf is deze instelling zinvol, aangezien bijv.
looplichten tijdens de selectie alleen via de LED’s worden weergegeven
(normale instelling, Blind-modus). Zo kunnen er selecties worden gemaakt
terwijl er op het toneel al een programma loopt en wordt dit niet gestoord
(automatische Preview). De Live-modus keert de verhoudingen om:
Alleenwat er met de Preview-functie wordt bekeken, is op het podium
tezien.
(31) SOLO. De Solo-functie heeft betrekking op de Flash-toetsen. Is de Solo-
functie ingeschakeld, dan worden bij activering van de FLASH-toets voor een
kanaal of een Memory alle lichten donker geschakeld. Naar wens kunnen
ook aparte kanalen van de Solo-functie worden uitgesloten (zie hiervoor de
paragrafen 4.3.1 en 2.4.1).
(32) CH FLASH-toets. Deze toets schakelt de Channel Flash-functie in en uit.
Isde Channel Flash-functie ingeschakeld, dan kunt u met de FLASH-toetsen
((22) + (23)) individuele kanalen op maximale lichtsterkte schakelen. In de
Preset-modus (zie paragraaf 3.1.1) is deze functie automatisch geactiveerd,
in de Memory-modus moet ze speciaal worden ingeschakeld.
(33) UPPER-schakelaar. Deze schakelaar heeft u nodig om naar de kanalen 13-24
over te schakelen. Zie ook de paragrafen 2.1 en 3.2.
(34) CONTRAST-regeling. Door met deze potentiometer te draaien kunt u de
helderheid van display aan de verlichting ter plaatse aanpassen.
(35) PROGRAM-display. Al naar gelang de programmering worden hier
verschillende menu’s weergegeven. Heeft u nog niets geprogrammeerd
of heeft u door middel van de QUIT-toets een programmeerprocedure
afgesloten, dan toont het display het momenteel ingestelde looplicht
(Chase) en de desbetreende stap (Step) (basisinstelling).
(36) DATA Wheel. Met dit bedieningselement kunt u parameters bij
de programmering veranderen/selecteren. Zo bij-voorbeeld bij de
programmering van Chases, waar u de stappen selecteert en een tempo
kunt instellen. Bovendien dient het DATA Wheel voor de directe selectie van
Chases (zie ook paragraaf 6.2).
(37) SHIFT-toets. Deze toets opent weer andere programmeer-menu’s.
Uitgebreidere uitleg vindt u in de beschrijving van de verschillende
programmeerprocedures.
(38) SOFT A-toets. Deze toets heeft u nodig om binnen het programmeer-menu
te kunnen selecteren. De menutekst en de toets zijn zo geplaatst, dat u met
deze toets de in het menu erboven verschijnende optie kunt selecteren.
8 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
(39) SOFT B-toets. Deze toets heeft dezelfde functie als de SOFT A-toets.
(40) QUIT-toets. Met deze toets sluit u een programmeer-procedure af en keert u
terug naar het hoofdmenu.
2.6 Besturingselementen van de
Main-sectie ( 6 )
(41) (42) (43)
(44) (45) (45) (47)
Afb. 2.7: De Main-sectie
In de Main-sectie staan bedieningselementen bij elkaar die betrekking hebben
op functiegroepen of op de hele paneeluitgang.
(41) A-Fader. Deze Fader is de Master-regelaar voor de A PRESET-sectie,
dezebepaalt dus de maximale lichtsterkte van de hele sectie. De FLASH-
toetsen ((22) / (23) evenals (44) / (45)) kunt u toch gebruiken, ook als de Fader
op nulstaat.
(42) B-Fader. De B-Fader is de Master-regelaar voor de B MEMORY-sectie,
dezebepaalt dus de maximale lichtsterkte van alle Memory’s. Net als bij de
A-Fader kunt u ook bij nulstand de FLASH-toetsen gebruiken.
Met deze twee Faders kunt u dus (bij opengeschoven MAIN-Fader)
manueeltussen de instellingen van deze twee secties overfaden.
(43) MAIN-Fader. Deze bepaalt de maximale lichtsterkte van alle bij de
paneeluitgang uitgegeven bevelen.
(44) PRESET FLASH-toets. Met deze Flash-toets kunt u de Flash-functie voor de
hele A PRESET-sectie uitvoeren, dus bij dichtgeschoven A-Fader (41) de in
de sectie ingestelde belichting naar het podium schakelen. Zodra u de toets
loslaat, gaan de lichten weer uit. Meer informatie vindt u in paragraaf 4.3.
(45) MEMORY FLASH-toets. Deze toets vervult dezelfde functie voor de
BMemory-sectie.
Verder bevinden zich in deze sectie nog twee andere toetsen, die de
paneeluitgang in zijn geheel bepalen:
(46) HOLD-toets. Deze toets houdt de momentele status van instellingen vast,
zodat u ondertussen een nieuwe Preset kunt selecteren, een ander Memory
oproepen of een hele andere conguratie kunt opzetten. De beschrijving van
deze procedure vindt u in paragraaf 7.2.
(47) BLACKOUT-schakelaar. Met deze schakelaar zet u alle lampen tegelijk
uit. Defunctie geldt voor de volledige paneeluitgang, dus ook voor de
looplichten. Het wegfaden geschiedt daarbij “hard. Wilt u “zacht” uitfaden,
dan moet u de MAIN-Fader hiervoor gebruiken. Terwijl de paneel-uitgang
uitgeschakeld is, kunt u de instelling van het paneel wijzigen. Om het
podium weer te verlichten, schakelt u Blackout gewoon uit.
2.7 Regelelementen van de Chase-sectie ( 7 )
(50)
(48)
(49)
(51) (52)
(53) (54) (55)
Afb. 2.8: De Chase-sectie
(48) NUMBER-toets. Met de NUMBER-toets selecteert u een looplicht en heeft
van tevoren de gelegenheid, de verschillende looplichten op de controle-
LED’s te bekijken (automatische Preview). De controle-LED van de NUMBER-
toets brandt als er op de een of andere manier looplichten actief zijn,
d.w.z.ook als ze op dat moment niet aan zijn, maar wel op afroep gereed
staan voor gebruik. Heeft u een Chase geselecteerd, waarvan de stappen
nog niet zijn geprogrammeerd, dan gaat de LED na het loslaten van de toets
uit. DeLED is ook uit, wanneer de CHASE-Fader (50) dichtgeschoven is.
(49) INSERT-toets. Schakel deze toets in terwijl er een Chase loopt, dan kunt u
met STEP-toets (53) tussen de actuele stap en de voorgaande stap heen en
weer schakelen. Deze functie kunt u ook met behulp van de X-FADE-regeling
uitvoeren (MANUAL MODE-toets ingeschakeld). Meer informatie hierover
vindt u in paragraaf 6.2.6.
(50) CHASE-Fader. Deze Fader regelt de lichtsterkte van een hele
looplichtinstelling. De individuele verhoudingen van een in dit looplicht
opgenomen Memory (Memory Step) blijven dus behouden.
(51) X-FADE-regeling. De X-FADE-regeling (overdim-Fader) dient voor het met
de hand naar elkaar overfaden van de verschillende Chase-stappen. Hij kan
ook voor het faden tussen Memory’s onderling worden gebruikt. Bovendien
kan er de infadesnelheid van de looplichtstappen mee worden ingesteld, als
deze in de Theatermodus niet al anders is vastgelegd (alleen bij geactiveerde
Theater-modus). Uitgebreidere uitleg vindt u in de paragrafen 6.2.3 en 7.4.
(52) SPEED-Fader. Deze regelt de snelheid van de looplichten.
(53) STEP-toets. Met behulp van deze toets triggert u Chase Steps
(looplichtstappen) met de hand. Dit kunt u ook doen, als er al Chases
lopen. Met behulp van een voetschakelaar kan deze functie ook op afstand
wordenbediend.
(54) MANUAL MODE-toets. De MANUAL MODE-toets bedient de X-FADE-regeling.
Is deze toets ingeschakeld, dan kunt u door het heen en weer bewegen
van de X-FADE-regeling tussen twee looplichtstappen heen en weer faden
(INSERT-toets ingeschakeld) of u kunt de looplichtstappen afzonderlijk na
elkaar infaden (INSERT-toets uitgeschakeld). Een uitgebreider overzicht over
de verschillende mogelijkheden bij het overfaden vindt u in paragraaf 6.2.4.
(55) SOUND/RUN MODE-toets. Met deze toets schakelt u naar wens de besturing
van de Chase door het basritme (SOUND) of door de snelheidsregeling van
het apparaat zelf (RUN) in.
9 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
2.8 De aansluitingen aan de achterkant van
deLC2412
(56) (57)
Afb. 2.9: De digitale en de analoge uitgang
(56) DMX512 OUT-bus. De digitale uitgang van de LC2412 is uitgevoerd
als 5-polige XLR-bus. Hierop sluit u een Dimmerpack aan, dat digitale
stuurbevelen volgens het DMX512-besturingsprotocol kan verwerken.
(57) ANALOG OUT-bus. De analoge uitgang is voor besturing volgens analoge
standaard (0 tot +10 V gelijkspanning) geschikt en uitgevoerd als sub
D-aansluiting. Hier sluit u Dimmerpacks op aan die nog niet volgens het
moderne DMX512-besturingsprotocol werken.
Afb. 2.10: Meer aansluitingen aan de achterkant
(58) MIDI OUT-bus. Met een geschikte kabel kunt u vanuit de MIDI OUT-bus
MIDI-data aan een andere LC2412 of een MIDI-Sequencer (PC) doorsturen
(verbinden met de MIDI IN-bus van het ontvangend apparaat).
Zodoendebent u in staat, op twee panelen parallelle functies uit te voeren,
dus in totaal wel 156 DMX-kanalen te besturen.
(59) MIDI IN-bus. Hier kunt u MIDI-data (bijv. van een MIDI-Sequencer of een
andere LC2412) voor de besturing van het lichtpaneel invoeren.
(60) ANALOG IN-bus. Op deze 6,3 mm-monoklinkerbus kunt u een uitgang van
uw mengpaneel, uw CD-speler of een andere analoge audiosignaalbron
aansluiten om de Sound to light-functie en de muziekbesturing van de
looplichten aan te sturen.
(61) FOOTSWITCH-bus. Hier kunt u een voetpedaal aansluiten waarmee
u de STEP-toets op afstand kunt besturen. Meer informatie vindt u in
paragraaf6.2.4.
(62) (63)
Afb. 2.11: Serienummer en aansluiting op het stroomnet
(62) SERIENUMMER. Neemt u alstublieft de tijd om ons de volledig ingevulde
garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop terug te sturen, aangezien u
anders geen uitgebreide garantie krijgt. U kunt zich desgewenst ook online
via onze internet-site (behringer.com) bij ons laten registreren.
(63) ZEKERINGHOUDER/VOLTAGE. Voordat u het apparaat met het stroomnet
verbindt, dient u eerst te controleren of het aangegeven voltage
overeenkomt met de netspanning ter plaatse. Als er een zekering vervangen
wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige
apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden
ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te schakelen. Let op: Bij gebruik
van het apparaat bij 120 V buiten Europa, dienen er zekeringen met hogere
waarden geplaatst te worden.
Het apparaat wordt via de IEC-apparaatbus op het stroomnet aangesloten.
Een geschikt netkabel zit bij de levering inbegrepen.
3. Presets
In dit hoofdstuk komen de afzonderlijke stappen ter sprake waarmee u Presets
(vooringestelde lichtsituaties) kunt instellen, oproepen en overfaden.
De uitleg over de kanalen 1-12 gaat over het algemeen ook op voor de kanalen
13-24 (Upper-modus).
Ziet u de Presets als bouwstenen, waaruit u meer complexe
lichtsituaties kunt opbouwen: Memorys zetten de instellingen van een
Preset (tot 24 kanalen) bij elkaar op een Fader, looplichten gebruiken
Presets (Level Step) en ook Memorys (Memory Step) als losse stappen.
A Preset section
Chase memory
Level steps
Memory steps
B Memory section
Afb. 3.1: Gebruik van Presets en Memory’s
3.1 Basisinstellingen
Trek alle Faders naar beneden in de nulstand. Met de POWER-schakelaar zet u de
BEHRINGER EUROLIGHT LC2412 aan. De LC2412 laat nu de laatste actieve instelling
voor het uitschakelen zien.
Wanneer u helemaal van voren af aan wilt beginnen, kunt u met behulp van een
toetsencombinatie alle geprogrammeerde instellingen wissen. Meer informatie
hierover vindt u in paragraaf 7.8.
10 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
3.1.1 Preset-modus
Om uitsluitend met Presets te werken, moet u naar de Preset-modus gaan. In het
Bank-display (18) selecteert u instelling “P.
1. Druk zo vaak op de toetsen UP of DOWN, tot er “P” in het display verschijnt.
De weergave knippert 3 sec. lang.
2. Wanneer de weergave van de “P” stabiel is, staat de
LC2412 in de Preset-modus. De functie CHANNEL FLASH is nu automatisch
actief, hetgeen door het branden van de controle-LED (CH FLASH (32))
wordtaangegeven.
3. Schuif nu de MAIN-Fader (43) open, en Fader A (41) ook.
4. Nu kunt u met de Faders 1-12 van de A PRESET-sectie een Scène instellen.
Deintensiteit van de lampen kunt u ook aan de controle-LEDs aezen die bij
de FLASH-toetsen zitten.
In de Preset-modus kunt u geen Memorys programmeren of oproepen.
De opgeslagen loop-lichten kunnen echter worden afgespeeld terwijl
de Preset-modus actief is.
3.2 Uitbreiding naar 24 Preset-kanalen
(Upper-Modus)
Alle bewerkingen die voor de kanalen 1-12 kunnen worden uitgevoerd, zijn na
het overschakelen naar de Upper-modus ook voor de kanalen 13-24 mogelijk.
1. Druk op de UPPER-schakelaar (33).
De controle-LED geeft aan dat de LC2412 nu in de Upper-modus staat, d.w.z.
dat de Faders van de A PRESET-sectie nu de kanalen 13-24 aansturen. In de
Preset-modus oefenen ook de Faders van de B MEMORY-sectie invloed uit op
de kanalen 13-24.
2. Stel uw Preset in, door de Faders van de A PRESET-sectie in de gewenste
stand te schuiven.
Mocht u van tevoren al instellingen op de kanalen 13 - 24 hebben gedaan,
dient u eerst de schuiven in de eerder gekozen stand te zetten, voordat u
deze kanalen opnieuw kunt instellen.
3. Om de Upper-modus te verlaten, drukt u gewoon weer op de schakelaar (33).
Na het omschakelen geven de controle-LED’s de toestand van de
belichting weer voor de des-betreffende ingeschakelde kanalen
onafhankelijk van de stand van de Faders weer. Om de instelling van
een kanaal te veranderen, dient u eerst de bijbehorende Fader in de
oorspronkelijke stand te schuiven.
Andere eigenschappen:
De Flash-toetsen voegen in de Upper-modus de kanalen 13 - 24 in.
3.3 Presets overfaden
Om tussen twee Presets over te faden, heeft u een tweede Preset nodig.
Ditwordt met behulp van de Fader in de B MEMORY-sectie bewerkstelligd.
1. Schuif Fader B open en Fader A dicht. De MAIN-Fader blijft openstaan.
2. Stel nu met de Faders van de B MEMORY-sectie de belichting in. U kunt ook
deze instelling weer aan de controle-LEDs aezen.
3. Schuif nu de Master B naar beneden (dicht) en de Master A naar boven
(open). Preset B gaat langzaam uit, Preset A wordt langzaam sterker
(handmatige fade).
4. De B Memory-Sectie
De aanduiding “Memory” slaat op een belichtingssituatie (Preset), die als eenheid
is opgeslagen.
De Memory-functie werkt op de volgende wijze:
In elk van de tien geheugenbanken heeft u de beschikking over twaalf plaatsen
(FLASH-toetsen 1-12), waarin u complete scènes (lichtsituaties of -beelden) kunt
opslaan (24 kanalen).
De intensiteit van elke complete scène kunt u met die Fader instellen, die u er bij
het programmeren aan heeft toegewezen.
U kunt de Memory’s op meerdere manieren gebruiken:
1. Met de hand infaden of plotseling helemaal aanzetten;
2. Overfaden tussen Presets en Memory’s;
3. Overfaden tussen verschillende Memory’s;
4. Overfaden tussen Memory’s op verschillende banken. Er kunnen ook
Memory’s van verschillende banken tegelijk actief zijn.
4.1 Memorys (Scènes) programmeren,
op-roepen en veranderen
4.1.1 Programmeren
1. Stel in de Preset-modus een scène in (Fader A PRESET-sectie).
2. Om een scène op te kunnen slaan, moet de Preset-modus worden verlaten.
Door op de UP/DOWN-toetsen (19) te drukken, gaat u naar de Memory-
modus. Het Bank-display (18) laat zien welke geheugenbank geselecteerd is.
Druk op de toets MEMORY (25) in het programmeergedeelte. Het display (35)
geeft de volgende tekst weer (voorbeeld):
Afb. 4.1: Display “Memory programmeren”
De betekenis van de bovenste regel: Volgende stap (Select Memory),
plaats(nummer/bank)
Via de UP/DOWN-toetsen heeft u al een geheugenbank geselecteerd (7), met een
van de FLASH-toetsen selecteert u nu een plaatsnummer.
Onderste regel: Selectie bepalen met SOFT A (Preset) of SOFT B (All).
Druk op SOFT A (38), als u alleen de ingestelde Preset wilt opslaan. Druktu
op SOFT B (39), dan slaat u op deze plaats ook een op dat moment actief
Memorymee op.
Zo heeft u de mogelijkheid, meerdere variaties van één Memory
te maken. Hoe u een Memory kunt aanpassen, vertellen we u in
paragraaf 4.1.3.
Wilt u meer Presets opslaan, dan herhaalt u eenvoudig de stappen:
1. Preset (scène) instellen;
2. Met de UP/DOWN-toetsen een bank selecteren;
3. Door het indrukken van een van de FLASH-toetsen (22) / (23) de
geheugenplek vastleggen;
4. Preset of paneeluitgang opslaan (SOFT A of B);
5. Wilt u verder geen Memory’s meer maken, dan kunt u met de toets QUIT (40)
deze procedure afsluiten.
11 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
4.1.2 Scènes infaden
Wanneer u de geprogrammeerde scènes wilt infaden, selecteert u eenvoudig
met de UP/DOWN-toets een geheugen-bank en schuift een van de Faders van de
B MEMORY-sectie open. Het Memory wordt door die Fader bestuurd, waarvan u
bij het programmeren de FLASH-toets heeft ingedrukt.
Om de Memory-instelling op het podium en op de LED’s te kunnen zien,
moeten ook de Fader B (42) en de MAIN-Fader (43) opengeschoven zijn.
Memorys direct oproepen
Met de FLASH-toetsen (sectie (4)) kunt u de Memory’s van de momenteel
ingestelde bank oproepen, net als in de Preset-modus (“P” in het display)
deverschillende kanalen.
De Channel Flash-functie mag daarbij niet zijn geactiveerd
(CH FLASH-toets (22)).
4.1.3 Memorys controleren en veranderen (Preview)
Om Memory’s voor het infaden te controleren, kunt u met de PREVIEW-toets
(21) de paneeluitgang voor deze procedure blind schakelen. U ziet de instelling
dan alleen op de controle-LEDs. De overige functies van de EUROLIGHT LC2412
blijvenactief.
Selecteer met een Flash-toets het Memory dat u wilt controleren.
Wilt u het in de Preview-modus weergegeven Memory veranderen, kies dan met
de toets SOFT B (39), de in het display weergegeven MODIFY-functie (zie afb. 4.2).
Afb. 4.2: Display “Memory bewerken in de Preview-modus”
Met de Faders van de A PRESET-sectie kunt u nu de gewenste modicaties
aanbrengen. Om de geprogrammeerde instellingen van de Preset-Faders te
veranderen, dient u de Fader op de oorspronkelijke stand “ophalen” (vastklikken).
Bij de oor-spronkelijke programmering niet geactiveerde kanalen kunt u
normaalopenschuiven.
Selecteer met SOFT B de optie ENTER om de instellingen op te slaan. Stel het
volgende Memory in, of verlaat de Preview-modus met de QUIT-toets (40).
Overigens kunt u het Memory ook eenvoudig opnieuw programmeren.
4.2 Overfaden tussen verschillende instellingen
4.2.1 Overfaden tussen Presets en Memory’s
Het overfaden tussen Memory’s en Presets gaat op dezelfde wijze als het
overfaden tussen twee Presets, met dat verschil, dat de EUROLIGHT LC2412
hiervoor in de Memory-modus dient te staan.
1. Stel een opgeslagen scène in (zie 4.1.2).
2. Stel een Preset in met behulp van de Fader van de A PRESET-sectie.
Fader A blijft dicht.
3. Schuif Fader B nu dicht en Fader A open. Bij de paneeluitgang verschijnt nu
de Preset, de Memorys verdwijnen.
4.2.2 Overfaden tussen Memorys
U heeft meerdere mogelijkheden, als u tussen Memorys wilt overfaden:
Traploos overfaden met de FLASH-toetsen
De hiervoor benodigde basisinstellingen stelt u als volgt in:
1. CHANNEL FLASH-toets (32) uitschakelen;
2. CHASE-Fader (50) openschuiven;
3. Op de INSERT-toets (49) drukken;
4. De X-FADE-regeling (51) op de gewenste overfadesnelheid instellen;
5. FLASH-toets indrukken (een van de toetsen (22) / (23)).
Het Memory treedt langzaam in werking. De lichtsterkte bepaalt u met de
CHASE-fader en de MAIN-fader. Om naar een andere Memory te gaan, drukt u
eenvoudig op een andere FLASH-toets. Met de STEP-toets (53) kunt u tussen
twee Memory’s (het momentele en het even daarvoor geselecteerde) heen en
weer schakelen. Met de PRESET FLASH-toets (44) kunt u ook, in plaats van een
Memory, de Preset-instelling van dat moment in laten faden.
De Faders A en B ((41) en (42)) evenals de Faders van de B MEMORY-sectie
en de A PRESET-sectie kunnen bij deze functie zijn dichtgeschoven,
u ziet dan alleen de door de FLASH-toetsen ingefade Memorys/Presets.
Mocht u net een looplicht (Chase) laten lopen, dan wordt dit
onderbroken zodra u de INSERT-toets indrukt. Wanneer u een tweede
keer op de INSERT-toets drukt en de functie zodoende uitschakelt,
loopt de Chase weer verder.
Memorys met de hand met de X-FADER overfaden
Als u bij de in paragraaf 4.2.2 beschreven instelling nog de MANUAL-toets (54)
gebruikt, bepaalt u de overfade-tijd zelf, door met de X-FADE-regeling van het
ene Memory naar het andere te switchen.
1. Selecteer nu een Memory met de FLASH-toets.
2. Brengt u de X-FADE-regeling nu naar een uiteinde van het regeltraject, dan
laat u het Memory infaden.
Selecteert u geen nieuw Memory, dan kunt tussen de twee laatst
geselecteerde heen en weer faden.
Memorys uitfaden
Om Memory’s uit te faden of te dimmen, deblokkeert u de INSERT-toets (49).
Schuif de X-FADE-regeling, als u van tevoren een Memory heeft laten infaden,
verder in dezelfde richting, dan wordt het Memory pas bij het terugschuiven
gedimd. Wordt de regeling weer opengeschoven, dan wordt er geen Memory
meer weergegeven.
Was er net een looplicht (Chase) geactiveerd, en u had dit van tevoren
door het indrukken van de INSERT-toets onderbroken, dan treedt bij
het openschuiven van de X-FADE-regeling de volgende CHASE-stap
in werking. Om uit te kunnen faden dient u van tevoren een Chase te
selecteren die geen Steps bevat (zie paragraaf 6.2).
Ontgrendeld u ook de MANUAL-toets, dan kunt u met behulp van de STEP-toets
(53) in de met de X-FADE-regeling ingestelde tijd uitfaden.
Was er net een looplicht (Chase) geactiveerd, en u had dit van tevoren
door het indrukken van de INSERT-toets onderbroken, dan treedt bij
het drukken op de STEP-toets de volgende CHASE-stap in werking.
12 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
4.2.3 Overfaden tussen Memorys op
verschillendebanken.
U kunt eenvoudig van bank wisselen door met de UP/DOWN-toetsen een nieuwe
bank te kiezen. Het van tevoren open-geschoven Memory blijft het podium
verlichten, tot u de Fader naar nul heeft geschoven. De LED’s van de UP/DOWN-
toetsen knipperen, mochten er nog Memory’s van de “verlaten” bank actief zijn.
Schuif een van de Memory-Faders open, en het op deze plaats op de nieuwe bank
opgeslagen Memory wordt actief.
De Memorys die voor de wisseling van bank nog opengeschoven
waren, blijven naar het podium geschakeld, tot u de Fader naar de
nul heeft geschoven. Zo kunt u meerdere Memorys van verschillende
banken tegelijk op het podium (en op de controlelichtjes) zien.
4.3 Preset Flash en Memory Flash
4.3.1 Preset Flash
Met deze toets bedient u de Flash-functie voor de A PRESET-sectie. Als de
Solo-functie niet actief is, wordt met de PRESET FLASH de in de A PRESET-sectie
ingestelde belichtings-conguratie aan een actieve Memory toegevoegd
(FaderA (41) op nul).
Is de Solo-functie wel actief, dan worden opengeschoven Memorys uitgeschakeld.
Instellingen:
Memory-modus, Memory Fader (13) open
Fader A (41) dicht, MAIN-Fader (43) open
Met PRESET FLASH de Preset-instelling laten infaden. De licht-sterkte wordt door
de A PRESET-Faders en de MAIN-Fader bepaalt.
Met Solo-functie: De Memorys worden uitgeschakeld.
4.3.2 Memory Flash
De functie “Memory Flash” kunt u gebruiken, om opgeslagen Presets
(=Memorys) plotseling in een actieve Preset op te laten lichten, in plaats van ze
met een Fader zacht in te voegen.
In de Preset-modus kan geen Memory worden opgeroepen, en ook de
functie “Memory Flash” kan niet worden uitgevoerd.
Instellingen:
Memory-modus, Memory Fader (13) open,
Fader A open, Fader B dicht of gedeeltelijk open, MAIN-Fader open.
Met MEMORY FLASH de opengeschoven Memory’s laten infaden. De lichtsterkte
wordt door de B MEMORY-Faders en de MAIN-Fader bepaalt.
Met Solo-functie: De Preset wordt uitgeschakeld.
4.4 Memorys zonder directe controle
(Blind)programmeren
Memory’s kunnen, behalve met de Preview-functie (zie paragraaf 4.1.3), nog
op een tweede manier worden geprogrammeerd, zonder dat ze op het podium
worden weergegeven. Controleer hiervoor eerst, of de toets LIVE (30) niet actief
is. Bovendien dient Fader A in de nulstand te staan.
Nadat u de toets MEMORY (25) in het programmeergedeelte hebt ingedrukt,
selecteert u met de UP/DOWN-toetsen een geheugenbank en met de Flash-
toets een Memory en bewerkt dit met de Faders van de A PRESET-sectie.
DeFader-instellingen worden daarbij uitsluitend door de controlelichten in de
FLASH-toetsen weergegeven.
Bevestig met SOFT A (Preset) of SOFT B (All) en bewerk een ander Memory of sluit
de procedure met QUIT af.
4.5 Memorys per stuk op het podium
beoordelen (Live-Modus)
De Live-modus geeft u de mogelijkheid de verschillende Memorys en Chases
op het podium te beoordelen, zonder dat u daarvoor het lopende programma
hoeft te onderbreken. De Live-modus keert dus de gebruikelijke verhoudingen
om, waarbij een programma op het podium te zien, is terwijl u met de
Preview-functie looplichten en Memory’s in de achtergrond met behulp van de
controle-LEDs kunt bewerken.
In de Live-modus is het zo, dat u bij geactiveerde Preview-functie Memory’s
naar het podium kunt schakelen en bewerken, zonder een lopend programma te
hoeven onderbreken.
Alleen is dit zo lang niet zichtbaar. Zo is het ook met de gekozen Chase: De Chase
is bij ingedrukte NUMBER-toets (48) op het podium te zien.
1. Schakel eerst PREVIEW in.
2. Zet de Live-modus aan, door op de LIVE-schakelaar (30) te drukken.
3. Selecteer voor elke Flash-toets een Memory. Het Memory wordt
weergegeven. Via de “MODIFY”-optie in het display heeft u nu de
mogelijkheid, het Memory aan te passen.
4. Selecteer met de SOFT B-toets de optie “MODIFY”, bewerk met de Faders van
de A PRESET-sectie het Memory en bevestig wederom met SOFT B (“ENTER”).
5. Als u de Live-modus weer wilt verlaten, schakelt u deze gewoon uit door
opnieuw op de LIVE-toets te drukken.
4.6 Het verdere gebruik van Memorys
U heeft nog meer opties voor het gebruik van Memory’s ter beschikking:
1. Het gebruik van Memory’s als “bouwstenen” voor looplichten
(MemoryChase, paragraaf 6.1.2);
2. Het gebruik van de Memory’s 9-12 via de Sound to light-functie,
dusautomatisch door de muziek bestuurd.
5. Sound to Light
Om de Sound to light-functie te kunnen gebruiken, dient u een signaalbron
met Line-niveau (CD-speler, Tape Deck, meng-paneeluitgang o.i.d.) aan de
EUROLIGHT LC2412 aan te sluiten. Het LC2412 heeft daarvoor aan de achterkant
een 6,3 mm-monoklinkerbus (ANALOG IN (60)). De niveau-aanpassing verloopt
automatisch. Zoals reeds in paragraaf 2.3 beschreven, spreekt de Sound to
light-functie Memorys aan, die op de plaatsen 9-12 zijn opgeslagen.
Druk op de SOUND TO LIGHT-toets (20) en schuif de Faders (14) - (17) in een
middenpositie. Met de MAIN-Fader kunt u de basis-lichtsterkte corrigeren.
U kunt met de lichtorgelfunctie variëren door van bank te wisselen.
Delichtorgelfunctie kan vrij met de andere functies van het paneel
wordengecombineerd.
13 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
6. De Looplichtbesturing (Chase)
Looplichten (Chases) zijn reeksen scènes (Presets of Memory’s), die worden
opgeslagen en achter elkaar worden afgespeeld. Het LC2412 kan in totaal 650
Chase-stappen opslaan en 99 Chases in het geheugen paraat houden, die elk ook
uit tot 99 stappen kunnen bestaan.
Voor het afspelen van de looplichten zijn er meerdere mogelijkheden:
• door het basritme van een aangesloten audiosignaalbron
(bijv. CD-speler) bestuurd;
• door de interne klokgenerator bestuurd (snelheid instellen met
SPEED-Fader (52));
• stappen stuk voor stuk met de hand doorlopen;
• overfaden van de ene stap naar de volgende met de X-FADE-regeling.
6.1 Looplichten programmeren of wissen
Looplichten kunnen uit Presets worden samengesteld (Level Chase) of uit
Memory’s (Memory Chase).
6.1.1 Level Chase programmeren
1. Druk op de toets CHASE (26). Het PROGRAMM-display (35) geeft de volgende
tekst weer (voorb.):
Afb. 6.1: Display “Chase programmeren”
“LEVEL” is aangevinkt, als u Presets heeft opgeslagen, “MEMORY”, als u Memorys
als looplichtstappen heeft opgeslagen.
Mocht “MEMORY” zijn aangevinkt, selecteer dan een andere Chase
(met DATA-Wheel (36)), wanneer u de actuele niet wilt overschrijven.
2. Selecteer “LEVEL” door op de SOFT A-toets (38) te drukken.
Afb. 6.2: Display “Level Chase programmeren”
Druk op de SHIFT-toets (37) als de display een andere tekst toont.
Door met het DATA-Wheel te draaien wordt de ene stap na de andere
(op de controle-LED’s) weergegeven.
3. Door middel van de kanaal-Faders van de A PRESET-sectie bewerkt u nu elke
geselecteerde stap. Om een of meer reeds actieve kanalen te veranderen,
dient u eerst de desbetreende Fader in de van tevoren opgeslagen stand te
zetten (vastklikken).
4. Met de SOFT A-toets kiest u “ENTER” en slaat deze stap zodoende op. Wilt u
de stap wissen, selecteer dan “DELETE”. Het display springt automatisch naar
de eerstvolgende hogere stap, die dan net zo wordt weergegeven.
Bewerk deze op dezelfde wijze, of selecteer met het DATA-Wheel een
anderestap.
Met de QUIT-toets sluit u de programmering af.
6.1.2 Memory Chase programmeren
1. Begin met de programmering zoals boven beschreven met een druk op de
CHASE-toets (26).
2. Selecteer een Chase met het DATA-Wheel. Op het display kunt u zien, of het
om een Level Chase of om een Memory Chase gaat.
3. Met de SOFT B-toets selecteert u “MEMORY”.
Mocht u een Level-Chase hebben geselecteerd en u kiest “MEMORY
(of omgekeerd), dan wordt u per Display gevraagd, of u een nieuw
looplicht wilt programmeren. Wanneer u de optie “YES” kiest,
dan wordt de oorspronkelijke Chase overschreven.
4. Selecteer een geheugenbank met de UP/DOWN-toetsen (19) en door
het drukken op een FLASH-toets een Memory. Dit wordt door de
controlelichtenweergegeven.
Afb. 6.3: Display “Memory Chase programmeren”
Het display toont het gekozen Memory en de geheugenbank waar zich dit
Memory bevindt. Voorbeeld:
STEP: 01 09 (Memory) 04 (Bank).
5. Bevestig de selectie met SOFT A (“ENTER”).
6. Voer op dezelfde manier zoveel Memory’s in als u wilt (max. 99 Steps).
7. Sluit het programmeren af met de QUIT-toets.
6.1.3 Looplichten wissen
Ga als volg te werk indien u een Chase volledig wenst te wissen:
1. Druk op de CHASE-toets (26), om in het menu te komen. Met behulp van het
DATA-Wheel selecteert u de desbetreende Chase.
2. Met SOFT A of B (“LEVEL” of “MEMORY” in het display) bepaalt u welk type
Chase u na het wissen van de stappen wenst te programmeren. Indien
u alleen wenst te wissen, kies dan een andere optie om in het volgende
keuzevenster te komen.
3. Om de Shift-functie in te schakelen drukt u op de SHIFT-toets (37).
Afb. 6.4: Display “Looplicht-stappen wissen”
4. Met SOFT B kiest u de optie “DELALL. Hiermee worden alle stappen van het
desbetreende looplicht gewist. U kunt nu direct met het programmeren
van een nieuw looplicht beginnen. Als u bij punt 2 de optie “MEMORY”
gekozen heeft, dan moet u eerst nog op de SHIFT-toets drukken.
14 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
6.2 Looplichten afspelen en stoppen
Looplicht selecteren: Houdt de NUMBER-toets (48) ingedrukt.
Het actuele looplicht wordt op de controle-LED’s weergegeven, zonder dat dit op
het podium te zien is (automatische Preview).
Terwijl u de NUMBER-toets ingedrukt houdt, kunt u met het DATA-Wheel (36) alle
geprogrammeerde looplichten laten weergeven.
Met de SPEED-regeling (52) stelt u het gewenste tempo in.
Laat de NUMBER-toets los, en het looplicht wordt afgespeeld.
Om het looplicht op het podium te kunnen zien, moeten de CHASE-Fader (50) en
de MAIN-Fader (43) opengeschoven zijn.
Looplicht stoppen
1. Schuif de CHASE-Fader (50) naar “0” (alleen in uitgefade toestand).
2. Druk op INSERT of MANUAL.
3. Schakel de SOUND- of RUN-modus uit.
4. Selecteer een looplicht, dat geen geprogrammeerde stappen bevat.
6.2.1 Looplichtbesturing door muziek
Wanneer u een audiosignaalbron aan de ANALOG IN-bus (60) aan de achterkant
van de EUROLIGHT LC2412 heeft aangesloten, kunt u het tempo van de Chase
door het basritme van de muziek laten bepalen.
Tabel 6.1 toont de hiervoor benodigde instellingen:
Toets Aan Uit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
Tab. 6.1: Looplichtbesturing door Sound
Looplichtstappen kunnen parallel ook met de STEP-toets (53) worden
geactiveerd. Met de X-Fade-regeling stelt u daarbij de overfadesnelheid in.
6.2.2 Looplichtbesturing door SPEED-Fader (RUN)
Wilt u het ritme van de looplichten door de interne generator laten sturen,
dandient u door meerdere malen op de SOUND/RUN-toets (55) te drukken ”Run”
inschakelen (gele LED brandt).
Via de SPEED-regeling (52) regelt u het tempo.
Net als bij de Sound-besturing kunt u de looplichtstappen ook met de STEP-toets
(evt. ook met een aan de FOOTSWITCH-bus aangesloten voetpedaal) triggeren.
Toets Aan Uit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
Tab. 6.2: Looplichtbesturing met interne klokgenerator
6.2.3 Handmatig overfaden met de X-FADE-regeling
(Manual Mode)
Druk op de MANUAL-toets (54). Met de X-FADE-regeling kunt u een looplicht stap
voor stap van de ene naar de volgende overfaden.
Toets Aan Uit
INSERT
MANUAL
Tab. 6.3: Looplichtbesturing door middel van de X-Fade-regeling
In het display wordt elke stap weergegeven, de STEP-toets is buiten gebruik.
Als u bovendien de INSERT-toets inschakelt, kunt u tussen de twee als laatste
gekozen stappen heen- en weer-faden.
Toets Aan Uit
INSERT
MANUAL
Tab. 6.4: Heen- en weer-faden met behulp van de X-Fade-regeling
6.2.4 Handmatig overfaden met de STEP-toets (53)
Is de MANUAL-toets uitgeschakeld en de SOUND- en RUN-toets zijn
uitgeschakeld, dan kunt u looplichtstappen alleen met de STEP-toets
(of met een voetpedaal)triggeren.
Toets Aan Uit
INSERT
MANUAL
SOUND
RUN
Tab. 6.5: Looplichtbesturing met de STEP-toets
Insert
Als u bovendien de INSERT-toets inschakelt, kunt u tussen de twee als laatste
gekozen stappen heen- en weer-faden.
Mocht u net een looplicht (Chase) laten lopen, dan wordt dit
onderbroken zodra u de INSERT-toets indrukt. Als u weer op de INSERT-
toets drukt, loopt de Chase verder. INSERT en MANUAL kunt u ook in de
modi SOUND en RUN gebruiken.
In plaats van tussen Chase Steps heen en weer te faden, kunt u
ook na het activeren van de Insert-functie een Memory selecteren
(FLASH-toetsen (22) / (23)) en tussen de laatste Step en het Memory
heen- en weer-faden. Ook kunt u met de STEP-toets tussen een Preset
en een Memory (of een Step) traploos overfaden.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Zet de lopende Chase met de INSERT-toets stop.
2. Selecteer een Memory met een van de FLASH-toetsen.
3. Schuif één of meerdere Preset-Faders open (A Fader (41) is dichtgeschoven).
4. Voeg de ingestelde Preset in met de PRESET FLASH-toets.
5. Fade van de een naar de ander met de Step-toets.
15 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
6.2.5 Memory Steps vervangen
Om een Memory Step binnen een looplicht te vervangen, dient u de volgende
stappen uit te voeren:
1. Toets CHASE (26) indrukken, Chase met het DATA-Wheel selecteren
(hetmoet een Memory Chase zijn).
2. SOFT B-toets indrukken. Nu kunnen de verschillende Chase-stappen met
het DATA-Wheel worden doorlopen en worden daarbij zichtbaar op de LEDs.
Selecteer de stap die u wilt vervangen. Boven rechts worden de plaats in de
bank en de Bank van de actuele Step getoond.
3. Selecteer een nieuw Memory, dat het oude dient te ver-vangen.
4. Druk op SOFT A voor “ENTER. Het display springt automatisch naar de
volgende stap.
5. Vervang nog meer Steps of sluit de programmering af met QUIT.
6.2.6 Memory Steps invoegen
1. Voer dezelfde stappen uit als in paragraaf 6.2.5, punt 1 en punt 2. In dit
geval selecteert u echter de stap, voor degene waar u een nieuwe stap wilt
invoegen. Deze en alle daarop volgende stappen schuiven bij het invoegen
een stap naar boven op.
2. Schakel de Shift-functie in (SHIFT-toets (37)).
3. Selecteer het Memory (Flash-toets) dat u wilt invoegen. Het Memory wordt
op de LED’s weergegeven.
4. Druk op SOFT A voor “INSERT”.
5. Voeg meer Steps in, of sluit deze programmering met QUIT af.
6.3 Looplichten opslaan als Memorys
U kunt tot maximaal vijf looplichten tegelijk afspelen, als u vier looplichten
op de hiervoor bedoelde bankplaatsen 9-12 opslaat. Een reeds voorhanden
programmering wordt hierbij over-schreven.
1. Druk op de CTM-toets (27).
Afb. 6.5: Startmenu voor de CTM-programmering
2. Selecteer een Memory-bank met de UP/DOWN-toetsen (19).
3. Met een van de vier Flash-toetsen (23) selecteert u een Memory, waarop
de Chase zal worden opgeslagen. Deze Flash-toetsen zijn van een tweede
(gele) LED voorzien, die in de maat oplicht als u op die plek een looplicht
heeftopgeslagen.
Afb. 6.6: Keuzemenu voor Memory, looplichtnummer en ritmegever-modus
Links boven in het display worden het Memory-nummer en de bank
weergegeven die u heeft gekozen.
4. Selecteer nu een looplicht door aan het DATA-Wheel te draaien.
Hetgeselecteerde looplicht wordt op de controlelichten weergegeven,
zonder dat dit op het podium te zien is.
5. Tempo invoeren:
a) Invoer via DATA-Wheel: Houdt de SOFT A-toets ingedrukt en selecteer een
tijd door aan het DATA-Wheel te draaien (tot max. 10 sec.).
b) Automatisch door het basritme laten besturen: Kies met behulp van de
SOFTB-toets (39) voor de optie EXT. De gele LED in de Flash-toets geeft dan
het basritme weer.
6. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
6.3.1 Als Memory opgeslagen looplichten (CTM) afspelen
Het afspelen van de in het Memory opgeslagen looplichten werkt op dezelfde
wijze als bij de andere Memory’s. Om ze op het podium te laten afspelen, moet u
dus de Bank selecteren, de Memory-Fader en de B-Fader (42) openschuiven.
6.3.2 CTM beoordelen en bewerken
Afspeelmodus en tempo
Nadat de Chase geprogrammeerd is, kunt u nog de afspeelmodus en het tempo
controleren en veranderen, zonder dat dit op het podium gezien wordt. Dat is
vooral dan handig, wanneer u net bezig bent met een lichtshow en geen tijd
heeft, in alle rust een looplicht te programmeren.
1. Activeer de PREVIEW-toets (21) en selecteer het Memory
(Flash-toetsen 9-12), dat u wilt beoordelen en evt. bewerken.
Afb. 6.7: Display “CTM controleren en bewerken”
Rechts boven in het Display worden nu het Memory (11) en de Bank (04)
aangegeven.
2. Het ritme en de afspeelmodus invoeren zoals beschreven onder punt 5 van
paragraaf 6.3.
3. Sluit het programmeren met QUIT af.
6.4 Chase in Live-modus controleren
De Live-modus kan ook voor Chases worden gebruikt. Meer informatie over de
Live-modus vindt u in paragraaf 4.5.
Om looplichten in de Live-modus te controleren, gaat u als volgt te werk:
1. Schakel over op de Live-modus door het indrukken van de LIVE-schakelaar.
2. Druk op de NUMBER-toets. Het looplicht is actief op het toneel zolang u de
toets ingedrukt houdt.
3. Om de Live-modus weer te verlaten, drukt u gewoon weer op de
LIVE-schakelaar.
16 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
7. Extra Functies Van De LC2412
7.1 Programmering vergrendelen
Om te voorkomen, dat onbevoegden uw Programmering veranderen, kunt u de
programmeerfuncties van het paneel blokkeren. U kunt tussen verschillende
vergrendelfuncties kiezen:
Bedrijfsmodus LOCK PRESET
De LC2412 kan alleen nog in de Preset-modus worden gebruikt, het oproepen van
Memory’s is niet meer mogelijk. Chases kunnen nog wel worden afgespeeld.
Bedrijfsmodus LOCK PROGRAMMING
Het paneel kan nog steeds worden gebruikt, alleen het veranderen van
geprogrammeerde Memory’s of Chase-stappen is pas na het opheen van de
vergrendeling weer mogelijk.
Vergrendelen / vergrendeling opheen
1. Houd SOFT A en SOFT B ingedrukt en druk tegelijkertijd op de FLASH-toets
voor kanaal 1 (helemaal links).
2. Met het DATA-Wheel kunt u nu verschillende menu’s selecteren.
3. Heeft u de geschikte modus gevonden, dan kunt u door een druk op de SOFT
B-toets de blokkering activeren en weer opheen.
4. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
7. 2 Uitgang blokkeren (Hold)
Als u de paneeluitgang in een bepaalde toestand wilt vastzetten en ondertussen
een andere instelling wilt uitvoeren, kunt u daarvoor de HOLD-toets gebruiken.
1. Druk op de HOLD-toets (46).
Afb. 7.1: Display “paneeluitgang blokkeren (Hold)”
2. Stel de Memory’s en Presets naar uw wensen in.
3. Wilt u een nieuwe Chase starten, selecteer dan op de gebruikelijke wijze
de Chase door de NUMBER-toets in te drukken en aan het DATA-Wheel te
draaien. De desbe-treende geselecteerde Chase wordt met de controle-
lich-ten weergegeven, zolang als u de toets ingedrukt houdt.
“Hold” beëindigen
Om van de ene naar de andere instelling zacht over te faden, schuift u de MAIN-
Fader helemaal dicht en daarna weer open. Bij het omhoog schuiven van de Fader
laat u de oude instelling uit- en de nieuwe infaden.
De Hold-modus wordt automatisch uitgeschakeld, als de MAIN-Fader bij het weer
omhoog schuiven de bovenste rand bereikt.
In het display kunt u met de toets SOFT B, “CANCEL” selecteren, om de modus
weer te verlaten.
7. 3 De bijzondere kanalen
De twee bijzondere kanalen (8) en (9) zijn speciaal geschikt voor eecten,
die u onafhankelijk van de andere instellingen van de EUROLIGHT LC2412 wilt
kunnen bedienen. Rookmachines, kleurenwisselaars of motors van spiegelbollen
zijn bijv. dergelijke eecten. U kunt voor deze twee kanalen speciale
schakelmodiinprogrammeren:
• Toggle-modus: De SPECIAL-toets werkt als een schakelaar. Als u op de
knop drukt en hem weer loslaat, is de rookmachine (of een andere functie)
ingeschakeld. Om deze weer uit te schakelen, moet u de knop weer
indrukken en loslaten.
• Flash-modus: De SPECIAL-knop is slechts zolang in-geschakeld, als u deze
ook ingedrukt houdt. Zodra u de knop loslaat, wordt de aan dit kanaal
toegewezen functie weer uitgeschakeld.
• Kill-modus: Net als in de Flash-modus wordt de aangesloten functie alleen
ingeschakeld, terwijl u de knop ingedrukt houdt. Bovendien schakelt u
echter tegelijk alle andere functies uit.
Om de verschillende modi te programmeren, voert u de volgende stappen uit:
1. Druk op de UTILITY 2-toets (29).
2. Selecteer met SOFT B de optie “MORE”.
3. Via het display kiest u met d SOFT A-toets (38) de optie “SELECT SPECIAL.
4. In het volgende menu wordt de toets SPECIAL 1 met KEY 1 aangeduid
(SPECIAL 2: KEY 2). Wilt u de modus van deze toets veranderen, houd dan de
toets SOFT A (voor KEY 1, SOFT B voor KEY 2) ingedrukt en selecteer met het
DATA-Wheel de gewenste optie.
5. Met de QUIT-toets bevestigt u de selectie en keert naar het
hoofdmenuterug.
De bijzondere kanalen worden bij de toewijzing aan DMX-kanalen als
paneelkanalen 25 en 26 aangeduid (zie ook paragraaf 8.2.2.)
7.4 Theatermodus
Met de EUROLIGHT LC2412 heeft u de mogelijkheid, een lang arrangement
(99stappen) op te slaan, waarin u voor elke stap een individuele overfade-
tijd kunt deniëren. Op deze manier kunt u een geraamte voor een compleet
toneelstuk in het Cachegeheugen laden, dat u dan nog met Presets en
Memory’s kunt aanvullen. De Theatermodus is dus een speciale vorm van
Chase-programmering. Om het temporele verloop exibel te houden, wordende
opeenvolgende stappen niet door een audiosignaal of automatisch bestuurd,
maar elk apart met de hand getriggerd.
Basisinstellingen voor de Theatermodus
Om in de Theatermodus te kunnen werken, dient er aan de volgende
voorwaarden te zijn voldaan:
• De looplichtbesturing via de interne klokgenerator (RUN) moet uit staan.
• de looplichtbesturing via een extern audiosignaal (SOUND) moet uit staan,
• MANUAL (54) moet uit staan,
• INSERT (49) moet ook uit staan.
17 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
7.4 .1 Theatermodus inschakelen
Voor het instellen van de Theatermodus dienen de volgende stappen te worden
uitgevoerd:
1. Druk op de UTILITY 1-toets.
2. In het volgende menu kiest u met behulp van de SOFT B-toets voor de
optie“MORE”.
3. Met de SOFT B-toets kunt u de Theatermodus daarna in- of uitschakelen.
4. Druk op de QUIT-toets om naar het hoofdmenu terug te keren. Is de
Theatermodus ingeschakeld, dan wordt dit in het display door de aanduiding
“T” weergegeven.
7.4 .2 Fade-tijden in de theatermodus programmeren
Aangezien de Theatermodus een speciaal soort looplicht is, maakt de
programmering van de stappen voor de Theatermodus ook gebruik van het menu
en de bediening voor looplichten. Ook wordt het in de Theatermodus opgeslagen
arrangement gewoon als Chase opgeslagen.
Gaat u dus als volgt te werk, om stappen voor een looplicht in de Theatermodus
te programmeren:
1. Zet de Theatermodus in, zoals in de voorgaande paragraaf beschreven.
2. Druk op de toets CHASE (26) en selecteer een looplicht.
3. Selecteer “LEVEL” of “MEMORY.
4. Bewerk de gewenste stap of selecteer een Memory.
5. Druk op SOFT A voor “ENTER”.
6. Draai aan het DATA-Wheel om de gewenste Fade-tijd (max. 10 sec.) in te
stellen. Wanneer er al een Fade-tijd in is gesteld, wordt deze weergegeven.
7. Selecteer met SOFT A de optie “CONT” (Continue). Daarmee wordt
uw programmering overgenomen en kunt u de volgende stap en de
Fade-tijd invoeren.
8. Druk op de QUIT-toets om naar het hoofdmenu terug te keren.
De opgeslagen Fade-tijden kunnen ook, net als de looplichten en
Memorys, op de Memory Card worden opgeslagen.
7. 5 De MIDI-functies
MIDI-besturingsbevelen kunt u niet alleen gebruiken om muziekinstrumenten
mee te bedienen, maar ook voor de besturing van de functies van de LC2412.
Hiervoor heeft u een Sequencer-Software-programma nodig, waarmee u de
betreende bevelen kunt invoeren.
Het grote voordeel van de MIDI-programmering is, dat u een complete show via
MIDI kunt inprogrammeren en deze dan gewoon kunt laten afspelen.
Een eenvoudige en tegelijk geniale mogelijkheid shows op te slaan, is om ze via
MIDI Out naar de MIDI-sequencer over te zetten. Een MIDI-implementatietabel,
evenals de nood-zakelijke gegevens bij de verschillende Controllers zijn in de
bijlage van deze handleiding te vinden.
7.5.1 Het koppelen van twee EUROLIGHT LC2412
De besturing via MIDI geeft u bovendien de mogelijkheid, een tweede
LC2412 aan het eerste paneel te koppelen. Verbind hiervoor de MIDI OUT-bus
(58) van het eerste paneel (zender) met de MIDI IN-bus (59) van de tweede
LC2412(ontvanger).
In het menu dient de MIDI-werkmodus te worden ingesteld.
1. Druk op de UTILITY 2-toets.
2. Kies de optie “MORE”.
Afb. 7.2: Display “SELECT MIDI”
3. Kies de optie “SELECT MIDI”.
Afb. 7.3: Display “MIDI-kanaal”
4. Met het DATA-Wheel kunt u nu het MIDI-kanaal selecteren, waarop
ontvangen (IN) of gezonden (OUT) dient te worden. Met de SOFT A-toets
stelt u het paneel in op “ontvangen”, met de SOFT B-toets op “zenden”.
Alle instellingen die u in het eerste paneel invoert, worden dan parallel op het
tweede paneel ook uitgevoerd (bijv. ook een wisseling van geheugenbank).
U kunt dus Presets, Memory’s en Chases vanuit het eerste paneel (Master)
oproepen. Er worden daarbij alleen besturingsbevelen overgedragen,
hetgeheugen van het tweede paneel (Slave) wordt niet veranderd.
Dit geldt niet voor de MAIN-Fader van het tweede paneel.
De basislichtsterkte van het ontvangende paneel bepaalt u handmatig.
Programmering
Wanneer u twee lichtpanelen met elkaar koppelt, dient u de programmering
van Chases en Memories parallel uit te voeren, d.w.z. concrete Memory-
programmeringen worden niet van het ene paneel naar het andere overgebracht,
maar alleen oproepbevelen.
PC with MIDI-software
MIDI Out
MIDI In
DMX512 Out
DMX512 In
Dimmerpack
LC2412 rear
Afb. 7.4: MIDI-kabelaansluitingen
18 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
7.6 Data op een Memory-Card opslaan
De EUROLIGHT LC2412 is een zeer exibel apparaat, waarvan u het aantal
toepassingen nog kunt uitbreiden, door complete Chases en Memorys op
een Memory Card (PCMCIA ATA Flash-kaart met 4 MB geheugencapaciteit)
op te slaan.
• Steek de kaart in de desbetreende Slot (24). De LC2412 merkt de
aanwezigheid van een geheugenkaart automatisch op. Een nieuwe
kaart moet eerst worden geformatteerd, voordat u deze kunt gebruiken.
Kieshiervoor de optie “YES”.
• U kunt nu een van de 25 geheugenplaatsen met het DATA-Wheel selecteren.
In elke van de 25 plaatsen kunnen de volledige paneelinstellingen
wordenopgeslagen.
• Het display laat zien, of er op de geselecteerde geheugen-plaats al gegevens
staan of niet.
• Met SOFT A (“SAVE”) kunt u nu de gegevens van het geheugen
van het lichtpaneel naar de kaart overzetten. Drukt u op SOFT B
(“LOAD”), danworden de data van de kaart naar het geheugen van het
lichtpaneelovergezet.
LET OP: Als u data op een reeds bezette plaats opslaat, worden de
eerder opgeslagen gegevens over-schreven! Op dezelfde wijze wordt
het geheugen van het lichtpaneel overschreven, als u gegevens van de
kaart download. Zet het geheugen dus veilig weg op de kaart, als u de
gegevens wilt behouden.
Aangezien de LC2412 een eigen gegevensformaat gebruikt,
kan de geheugenkaart na de formattering niet meer door een PC
worden gelezen!
7.7 Afwijkende lichtsterktes aan
elkaaraanpassen
De EUROLIGHT LC2412 geeft u de mogelijkheid, de verschillende intensiteit
van diverse belichtingsmiddelen op elkaar af te stemmen. Hiervoor kunt u
voor lampen, waarvan de lichtsterkte bij gelijke Fader-instelling lager is,
sterkerzetten. De oorspronkelijk donkerder lijkende spot wordt dan sterker
aangestuurd en geeft daardoor dezelfde helderheid.
Programmeer deze instelling met de volgende stappen:
1. Druk op UTILITY 1.
2. Selecteer de optie “MORE” met SOFT B.
3. Selecteer “SELECT CURVE” met SOFT A.
4. Het display geeft nu boven links het kanaal weer, rechts daarnaast de status
“LINEAR” (Standaardinstelling) of “CURVE” (versterking). Met SOFT A of SOFT
B kunt u nu de gewenste status voor dit kanaal instellen.
5. Door middel van het DATA-Wheel kunt u het betreende kanaal selecteren.
6. Sluit het programmeren met de QUIT-toets af.
7.8 Alle instellingen wissen/versieweergave
Software
Om alle geprogrammeerde instellingen te wissen en helemaal van voren af aan
te beginnen, gaat u alstublieft als volgt te werk:
1. Druk op de toetsen SOFT A en SOFT B en houd ze ingedrukt. Dan drukt u op
de FLASH-toets 1. De Software-versie wordt in het display weergegeven.
Door aan het DATA-Wheel te draaien vindt u nog andere menu’s en
weergaven (geheugen wissen, vergrendelen van de programmeerfuncties,
vrije geheugenruimte, toestand van de interne A/D-omvormer, zelfanalyse).
2. In het display verschijnt nu de tekst “DELETE ALL” en de optie “YES”. Met de
SOFT B-toets selecteert u deze optie.
Afb. 7.5: Display “Alle instellingen wissen”
3. Voor de zekerheid hebben we nog een stap ingebouwd. Kies met de
onder de opties aangebrachte toetsen Soft A (“NO”) of Soft B (“YES”)
voor een van de twee mogelijkheden. Als u voor “YES” kiest, wist u alle
Memory’s en opgeslagen looplichten (Chases). Daarbij worden ook alle
voorinstellingen die andere functies van het lichtmengpaneel betreen, op
standaardwaarden teruggezet (SOLO ALL ENABLED, CUR-VE ALL LINEAR).
8. Dimmersturing
Dimmerpack
DMX512 input
DMX512 output
Analog
output
0-10 V
Analog input
Tape/Send output
Mirror ball
Fog machine
(with 0-10 V interface)
PRO MIXER VMX200
LC2412 rear
0-10 V
switch
box
Afb. 8.1: Standaardkabelaansluiting aan dimmers met analoge en/of digitale besturing
19 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
8.1 Analoge besturing
Behalve door middel van de moderne digitale DMX512-interface kunt u bij de
EUROLIGHT LC2412 de dimmerbesturing ook via de analoge uitgang (ANALOG OUT
(57), 0-10 V DC) laten verlopen. U kunt daarmee wel maar twaalf dimmerkanalen
plus twee bijzondere kanalen (alleen “0 Volt” of “10 Volt) aansturen.
8.1.1 Analoge dimmers via DMX512 aansturen
Met behulp van een zogenaamde Demultiplexer (Demux) kunt u de digitale
DMX512-bevelen in analoge besturingssignalen omzetten en zo uw analoge
Dimmerpacks aansturen.
8.2 Digitale besturing via DMX512
8.2.1 Bijzonderheden van de digitale besturing
Formaat van de interface (EIA-485)
De DMX512-standaard maakt voor datatransfer gebruik van de RS485
interface-standaard. De data worden daarbij achter elkaar voor elke van de
aangesloten dimmers overgedragen (tot max. 512 kanalen). Hoe meer dimmers
er aangesloten zijn, des te langer wordt het tijdsinterval tot het volgende bevel
aan dit kanaal.
In de praktijk is het daarom aan te bevelen, de gebruikte kanalen te
beperken, om een maximale Refresh-Rate te krijgen. Sluit daarom
geen veel hogere nummers aan, dan het aantal daadwerkelijk
aangesloten kanalen.
In combinatie met de DMX5120-standaard kunnen door een zender (LC2412)
tot max. 32 belastingseenheden worden aangestuurd. Een belastingseenheid
komt daarbij overeen met één DMX512- c.q. RS485-ontvanger, zoals bijv. in een
Dimmerpack is ingebouwd.
8.2.2 DMX-kanalen toewijzen (Softpatch)
Softpatch betekent: U kunt aan een paneelkanaal tot max. drie DMX-kanalen
toewijzen, die u vrij kunt kiezen.
U kunt elk DMX-kanaal slechts aan één Fader toewijzen. Anders zou u
bij ongelijke Fader-instelling tegenstrijdige bevelen geven.
Om het prestatievermogen van de DMX512 en daarmee dat van de LC2412
doorzichtig te maken, dient er onderscheid te worden gemaakt tussen drie
soorten kanalen:
Paneelkanalen
De kanalen van uw LC2412 (=24+2 kanalen) zijn 26 routes, via welke u bevelen
kunt versturen.
Dimmerkanalen (Dimmercircuits)
De Dimmerpacks zijn het vermogensstuk van het licht-besturingssysteem,
vergelijkbaar met de versterker-eindtrappen van een PA-installatie voor audio.
Elk Dimmerkanaal is toegewezen aan een DMX-kanaal. D.w.z. dat hij slechts
van één kanaal bevelen kan ontvangen. Als een dimmercircuit een maximaal
vermogen van bijv. 2,3 kW aan kan, dan kunnen er meerderde lampen,
schijnwerpers, etc. worden aangesloten (bijv. 4 x 500 W).
DMX-kanalen
Een DMX-kanaal bestaat uit een digitaal overdraagbare informatie-eenheid
van 1 Byte (8 bits), waardoor dus 256 verschillende informaties kunnen worden
overgedragen. De overdracht vindt sequentieel plaats, d.w.z. vanuit de zender
wordt uitgaande van kanaal 0, elk kanaal tot het hoogste gebruikte kanaal
doorgeteld en de overeenkomstige informatie over-gedragen.
Bezet liefst geen hogere nummers dan het aantal kanalen dat u
daadwerkelijk nodig heeft, om een snelle gegevensoverdracht
te verkrijgen.
Om aan de diverse paneelkanalen de gewenste DMX-kanalen toe te wijzen
(ofanderszins de toewijzing van de kanalen te bekijken) doorloopt u de
volgendestappen:
1. Druk op de UTILITY 2-toets.
Afb. 8.2: Display “DMX Patch 1”
2. Met de SOFT A-toets selecteert u “DMX PATCH”.
Afb. 8.3: Display “DMX Patch 2”
3. Met de Flash-toetsen selecteert u eerst het paneelkanaal, waar u een
DMX-kanaal aan wilt toewijzen (kanalen 13-24: overschakelen naar de
Upper-modus, SPECIAL 1 (kanaal 25) en SPECIAL 2 (kanaal 26) door het
indrukken van de toetsen (8) en (9)).
4. Met het DATA-Wheel kiest u een DMX-kanaal.
Als dit DMX-kanaal reeds in gebruik is, wordt dit in het display samen
met het betreende paneel-kanaalnummer weerge-geven. Selecteer
het paneelkanaal (Flash-toets), en selecteer “OPEN” (SOFTB-toets).
Beginopnieuw bij punt 3. Of u kunt ook gewoon een ander
DMX-kanaal kiezen
5. Druk op de SOFT A-toets (optie “CONNECT”) en verbind zodoende
paneelkanaal en DMX-kanaal. Wilt u meerdere DMX-kanalen met het
zelfde paneelkanaal verbinden, kies dan eenvoudig nog een DMX-kanaal en
verbind dit weer.
6. Keer met de QUIT-toets terug naar het hoofdmenu.
Kanalen 1:1 verbinden of alle verbindingen verbreken.
1. Ga te werk zoals onder 8.2.3 stap 1 en 2.
2. Druk op de SHIFT-toets (37).
Afb. 8.4: Display “DMX Patch 3”
3. Met de SOFT B-toets selecteert u nu “ALL CLEAR”, om alle verbindingen te
verbreken, met SOFT A keert u naar de standaardinstelling “ALL 1:1” terug.
20 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
9. Installatie
Voor de verschillende toepassingen heeft u een grote hoeveelheid verschillende
kabels nodig. De volgende afbeel-dingen geven aan hoe deze kabels eruit
moeten zien. Gebruikt u alstublieft altijd kabels van goede kwaliteit.
9.1 Geadviseerde kabels voor DMX512
De kabels dienen voor interfaces volgens de specicaties EIA-485 of EIA-422
geschikt te zijn. Voor de overdracht van DMX512-signalen adviseren wij het
gebruik van dubbel-aderig getwiste, afgeschermde dataleidingen, zoals ze
bijv. ook voor de overdracht van digitale audiogegevens in AES/EBU-formaat
wordengebruikt.
Het is ook mogelijk goede microfoonkabel te gebruiken, bij afstanden groter dan
ca. 500 m is de overdracht niet meer toelaatbaar.
9.2 Afsluitweerstand (Bus-Terminering)
Een andere voorwaarde voor foutloze gegevensoverdracht is het gebruik van een
afsluitweerstand aan het einde van de DMX-serie. Om dit te bereiken wordt een
120-Ohm weerstand tussen de twee leiders (Pin 2 en Pin 3) in een extrastekker
ingesoldeerd en deze stekker dan met de DMX Out-bus van het laatste
aangesloten apparaat verbonden. Korte verbindingen (enkele meters) hoeven
niet getermineerd te worden.
9.3 Stekkeraansluitingen
9.3.1 DMX512-verbinding
De DMX512-norm schrijft het gebruik van 5-polige XLR-stekkers voor. De juiste
manier van aansluiten ziet u op afb. 9.1.
1 = Signal common/shield
2 = Data 1 (-)
3 = Data 2 (+)
5-pin XLR connectors for DMX512 signals
Pins 4 (data 2 -) and 5 (data 2 +) are not connected (optional use)
Afb. 9.1: 5-polige XLR-stekker voor DMX512-verbinding
9.3.2 Sub D-verbinding (Analoge Besturing)
De volgende tabel toont de kanaalverbindingen van de verschillende contacten
van de Sub D-verbinding voor de analoge dimmersturing.
Pin nr. Paneelkanaal
Pin 1 Kanaal 1
Pin 2 Kanaal 2
Pin 3 Kanaal 3
Pin 4 Kanaal 4
Pin 5 Kanaal 5
Pin 6 Kanaal 6
Pin 7 Kanaal 7
Pin 8 Kanaal 8
Pin 9 Kanaal 9
Pin 10 Kanaal 10
Pin 11 Kanaal 11
Pin 12 Kanaal 12
Pin 13 Special 1
Pin 14 Special 2
Pin 15 Massa
Tab. 9.1: Kanaalaansluiting van de Sub D-verbinding
9.3.3 MIDI-verbinding
De verbinding met andere MIDI-apparaten of een andere EUROLIGHT LC 2412
wordt met gangbare MIDI-kabels gelegd. Deze kabels mogen niet langer zijn
danca. 15 m.
9.3.4 Audioverbinding
Om de EUROLIGHT LC2412 met een audiosignaal aan te sturen, gebruikt u
alstublieft een monoklinkerstekker met standaard-bedrading.
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
Unbalanced ¼" TS connector
tip
(signal)
Afb. 9.2: Monoklinkerstekker voor audiosignaal
21 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
9.3.5 Voetpedaal
Het voetpedaal kunt u gebruiken om er Chase-stappen mee te triggeren. Zo heeft
u beide handen vrij, om de LC2412 te bedienen en in te stellen.
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
pole 1/ground
tip
pole 2
The footswitch connects both poles momentarily
¼" TS footswitch connector
Afb. 9.3: Bedrading van de voetpedaalstekker
Bij het omschakelen met het voetpedaal wordt de verbinding van de twee
contacten gesloten, zolang er druk op het pedaal wordt uitgeoefend. Het is
dusgeen schakelaar.
9.4 Rack-montage
Vanuit de fabriek zijn er bij uw EUROLIGHT LC2412 rackhaken geleverd, die u naar
behoefte eenvoudig aan de zijkant kunt vastschroeven.
Let alstublieft op voldoende ventilatie om over-verhitting van het
apparaat te voorkomen!
10. Specicaties
KANALEN 26 (24+2 omschakelbare
bijzonderekanalen)
DMX 78 van 512 DMX-kanalen
(max. 3 DMX-kanalen per kanaal)
MEMORY’S max. 120
LOOPLICHTEN max. 99
Stappen max. 650, per looplicht tot 99
Ingangen
Analog In 6,3 mm monoklinkerbus, asymmetrisch
Niveau Line-niveau
Voetpedaal 6,3 mm monoklinkerbus,
MIDI In DIN 5-polige bus
Uitgangen
DMX512 Out XLR 5-polige bus, komt overeen met
DMX512/1990-standaard
MIDIOut DIN 5-polige bus
Analog Out Sub D-bus, 15-polig
Niveau 0/+10 V DC
Min. lastimpedantie 600 W
Memory-Card
Formaat PCMCIA ATA Flash-kaart
Geheugencapaciteit 4 MB
Type batterijen* 3 V lithiumbatterij (bijv. CR2032)
Stroomvoorziening
Netspanning
USA/Canada 120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australië 230 V~, 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
Universeel exportmodel 120/230 V~, 50 - 60 Hz
Netbelasting 27 W
Zekering 100 - 120 V~: T 1 A H 250 V
200 - 240 V~: T 0,5 A H 250 V
Netaansluiting Standaard-apparaataansluiting
Afmetingen/Gewicht
Afmetingen (H X B X D) ca. 4  x 17 ½ x 11"
ca. 106 x 442 x 278 mm
Gewicht (netto) ca. 8.38 lbs / 3.8 kg
*Opgelet: Bij het niet vakbekwaam verwisselen van de batterij bestaat de kans op explosiegevaar. Laat het
verwisselen van de batterij alleen uitvoeren door gekwalificeerd onderhouds personeel. Gebruik uitsluitend een
batterij van hetzelfde type.
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande
aankondiging door. Technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties
of van de afbeeldingen van het product afwijken.
22 EUROLIGHT LC2412 Gebruiksaanwijzing
11. MIDI-Implementatie
MIDI-Implementatietabel
Function Transmitted Received Remarks Range
Midi Channel 1-16 1-16
Mode N N
Note Number N N
Velocity N N
After Touch N N
Pitch Bender N N
Control Change N N
0 Y Y A Preset Fader 1 0-127
1 Y Y A Preset Fader 2 0-127
2 Y Y A Preset Fader 3 0-127
3 Y Y A Preset Fader 4 0-127
4 Y Y A Preset Fader 5 0-127
5 Y Y A Preset Fader 6 0-127
6 Y Y A Preset Fader 7 0-127
7 Y Y A Preset Fader 8 0-127
8 Y Y A Preset Fader 9 0-127
9 Y Y A Preset Fader 10 0-127
10 Y Y A Preset Fader 11 0-127
11 Y Y A Preset Fader 12 0-127
12 Y Y B Memory Fader 1 0-127
13 Y Y B Memory Fader 2 0-127
14 Y Y B Memory Fader 3 0-127
15 Y Y B Memory Fader 4 0-127
16 Y Y B Memory Fader 5 0-127
17 Y Y B Memory Fader 6 0-127
18 Y Y B Memory Fader 7 0-127
19 Y Y B Memory Fader 8 0-127
20 Y Y B Memory Fader 9 0-127
21 Y Y B Memory Fader 10 0-127
22 Y Y B Memory Fader 11 0-127
23 Y Y B Memory Fader 12 0-127
24 Y Y Speed 0-127
25 Y Y X-Fade 0-127
26 Y Y Chaser 0-127
27 Y Y Main 0-127
28 Y Y Main A 0-127
29 Y Y Main B 0-127
30 Y Y Key Step >63 ON <64 OFF
31 Y Y Key Flash 1 >63 ON <64 OFF
32 Y Y Key Flash 2 >63 ON <64 OFF
33 Y Y Key Flash 3 >63 ON <64 OFF
34 Y Y Key Flash 4 >63 ON <64 OFF
35 Y Y Key Flash 5 >63 ON <64 OFF
36 Y Y Key Flash 6 >63 ON <64 OFF
37 Y Y Key Flash 7 >63 ON <64 OFF
38 Y Y Key Flash 8 >63 ON <64 OFF
39 Y Y Key Flash 9 >63 ON <64 OFF
40 Y Y Key Flash 10 >63 ON <64 OFF
41 Y Y Key Flash 11 >63 ON <64 OFF
42 Y Y Key Flash 12 >63 ON <64 OFF
43 Y Y Bank 0-9
44 Y Y Chaser Nr. 0-99
45 Y Y Key Channel Flash >63 ON <64 OFF
46 Y Y Key Solo >63 ON <64 OFF
47 Y Y Special 1 >63 ON <64 OFF
48 Y Y Special 2 >63 ON <64 OFF
49 Y Y Key Manual >63 ON <64 OFF
50 Y Y Sound/Run
0 = Step Mode
1 = Timer Mode
2 = Sound Mode
51 Y Y Insert >63 ON <64 OFF
52 Y Y Key Preset >63 ON <64 OFF
53 Y Y Key Memory >63 ON <64 OFF
Program Change N N
System Exclusive N N
System Common N N
System Real Time N N
Running Status N N
We Hear You
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Behringer LC2412 de handleiding

Type
de handleiding