AEG 47896GT-MN Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
47896GT-MN
47896GT-WN
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.............................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................... 8
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......................... 9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK........................................................................... 9
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................. 11
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................... 11
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................... 12
9. OVEN - KLOKFUNCTIES.............................................................................................. 14
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES.............................................................. 15
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................16
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................... 23
13. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................ 26
14. MONTAGE ................................................................................................................. 28
15. ENERGIEZUINIGHEID................................................................................................ 34
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
NEDERLANDS
3
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking
is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat
niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om
accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in
omgekeerde volgorde.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
www.aeg.com4
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3 Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort
en -druk) en de afstelling van het
apparaat met elkaar te combineren
zijn.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
NEDERLANDS
5
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Gebruik dit apparaat uitsluitend in
een huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
Plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
Wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
www.aeg.com
6
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.5 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Zet het apparaat uit voordat er
onderhoud op wordt uitgevoerd.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Resterend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
De specificatie van de deksel mag
niet worden veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is
geknoeid op het oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat
en de oven volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Maak de externe gasleidingen plat.
2.9 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS
7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
10
1
2
3
4
1 3 4
5
2
6
7
8
9
1
Toetsen voor de kookplaat
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Knop voor de temperatuur
4
Temperatuurlampje/symbool/
indicatielampje
5
Knop voor de ovenfuncties
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Ventilator
9
Verwijderbare inschuifrail
10
Roosterhoogtes
3.2 Indeling kookplaat
1 32
5
4
1
Normale brander
2
Stoomuitlaat - aantal en positie
afhankelijk van het model
3
Normale brander
4
Sudderbrander
5
Driekronenbrander
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
Optionele telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten Ze zijn
apart te bestellen.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
www.aeg.com8
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de
oven bedient.
Na aansluiting van het apparaat op het
stopcontact en na een stroomstoring
knippert het display automatisch.
1. Druk op de selectieknop
.
Het symbool timer actief gaat branden.
2. Druk op de
of om de correcte
tijd in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd van de dag weer.
Activeer om de tijd te wijzigen het
apparaat en druk op en
tegelijkertijd of .
Druk als de puntjes tussen de uren en
minuten knipperen op of om de
nieuwe tijd in te stellen.
4.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1.
Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in. Maximale
temperatuur voor deze functie is 210
°C.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5.
Stel de functie voor het instellen
van de maximumtemperatuur.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Ontsteking van de
fornuisbrander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat
linksom naar de maximale gasstand
en druk de knop in om de
brander aan te steken.
NEDERLANDS 9
2. Houd de knop voor de kookplaat
ingedrukt gedurende 10 seconden of
minder om het thermokoppel voor te
verwarmen. Als u dat niet doet,
wordt de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer
dan 15 seconden ingedrukt.
Als de brander na 15
seconden nog niet brandt,
de knop loslaten en
minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert
de vlam te ontsteken.
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en het branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is
kunt u de brander zonder de
elektrische voorziening
aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en
draai de knop naar de
maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt
gedurende 10 seconden of
minder om het
thermokoppel voor te
verwarmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de knop
naar de uit stand en probeer
na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
5.2 Branderoverzicht
A
B
D
C
C
D
A
B
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
5.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien
.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
www.aeg.com10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de
voorste rand van het
werkblad komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
6.2 Diameter van de pannen
WAARSCHUWING!
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
Brander Diameter van de
pannen (mm)
Driekronenbrander 160 - 240
Normale brander 140 - 240
Sudderbrander 120 - 180
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
NEDERLANDS
11
7.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
7.4 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand
worden afgewassen.
1.
U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager,
dit om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
3. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van
de pannendrager in het midden van
de brander worden geplaatst.
7.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Het apparaat aan- en
uitzetten
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur in de uit-stand.
8.2 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat
die de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
www.aeg.com
12
8.3 Ovenfuncties
Sym-
bool
Ovenfuncties Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Boven + Onderwarmte Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
Warme lucht Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is,
op meer dan één roosterhoogte, zonder dat er sma-
ken worden overgebracht van het ene naar het ande-
re gerecht.
Multi hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te
drogen.
Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Bo-
ven- en onderwarmte.
Licht koken Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
rekstand bij lage temperatuur.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren
en te bruinen.
Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruinen en een krokantere korst. Stel de tempe-
ratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven- en onder-
warmte.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
NEDERLANDS 13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Weergave
A B C D
A. Indicator voor de tijdsduur en de
eindtijd
B. Tijdindicatie
C. Timer actief lampje
D. Kookwekker lampje
9.2 Toetsen
Knop Functie Omschrijving
MIN De tijd instellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS De tijd instellen.
9.3 Tabel met klokfuncties
Klok-
functie
Applicatie
Kookwekker Om de tijd af te tellen (1 min - 23 uur 59 minuten). Deze func-
tie heeft geen invloed op de werking van het apparaat.
dur Programmaduur De bereidingstijd van de oven instellen (1 min - 10 uur).
Eindtijd
(End)
Eindtijd (End) Om de tijd van de dag in te stellen wanneer de oven moet
uitschakelen (1 min - 10 uur).
Bereidingsduur en einde
kunnen gelijktijdig worden
gebruikt als het apparaat op
een later tijdstip
automatisch wordt in- en
uitgeschakeld. Stel eerst de
bereidingsduur en daarna
het einde in.
9.4 De klokfuncties instellen
Stel voor Bereidingsduur (dur) en Einde
(End) een ovenfunctie en temperatuur in.
Dit is niet nodig voor de kookwekker
.
1. Blijf op drukken tot het symbool
voor de benodigde klokfunctie gaat
knipperen.
2. Druk op
of om de benodigde
klokfunctie in te stellen.
De klokfunctie schakelt in. Het display
toont de weergave voor de klokfunctie
die u instelt. Voor Einde en
Bereidingsduur gaat A ook branden op
het display.
3. Wanneer de tijd is verstreken,
knippert de klokfunctie en klinkt er
gedurende 2 minuten een
geluidsignaal. Druk op een
willekeurige toets om het signaal uit
te zetten.
www.aeg.com
14
Bij de functies Duur en
Eindtijd schakelt het
apparaat automatisch uit.
9.5 De klokfuncties annuleren
1. Blijf op drukken tot het symbool
voor de benodigde ovenfunctie
knippert.
2. Houd de knoppen en
tegelijkertijd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar
seconden uit.
9.6 Het geluidssignaal wijzigen
1. Houd om het huidige geluidssignaal
te horen de toets
ingedrukt.
2. Druk herhaaldelijk op om het
signaal te veranderen.
3. Laat de knop los.
Het laatste geluid dat u instelt is het
nieuwe geluid.
4. Wacht 5 seconden tot de instelling
automatisch wordt bevestigd.
Als het apparaat uit het
stopcontact wordt getrokken
of na een stroomstoring is
het geluidssignaal weer
ingesteld op het
standaardgeluid.
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Schuif het rooster tussen de
geleidestangen van het ovenniveau. De
dubbele randen moeten aan de
achterkant van de oven omhoog wijzen.
Plaat:
Duw de bakplaat niet
helemaal tot de achterwand
van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte
rondom de bakplaat kan
circuleren. Het gerecht kan
verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
Plaats het blik of de diepe plaat tussen
de geleidestangen van de inschuifrail.
Zorg ervoor dat het de achterwand van
de oven niet raakt.
Bakrooster en braadpan samen:
Plaats de braadpan tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op
de geleiders erboven.
NEDERLANDS
15
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Algemene informatie
Het apparaat heeft vier inzetniveaus.
Tel de inzetniveaus vanaf de bodem
van het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en
voor doorlopende recycling van
stoom zorgt. Dankzij dit systeem is
het mogelijk om voedsel te bereiden
in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van
binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd
en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen,
dient u het apparaat 10 minuten te
laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
11.2 Bakken
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het
apparaat dat u tot nu toe gebruikt
heeft. Pas uw normale instellingen
(temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden
aan.
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.3 Voor de bereiding van
gebak
De ovendeur mag pas worden
geopend als driekwart van de baktijd
is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
De functie Boven + onderwarmte is
samen met de standaard temperatuur
ideaal voor het bakken van brood.
11.4 Voor de bereiding van
vlees en vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden
voor blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een
beetje water in de lekbak gieten. Om
www.aeg.com
16
rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
11.5 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij
het gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
11.6 Boven + onderwarmte
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
voor op vlaaien/
taarten
250 150 25 - 30 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 160 - 170 30 - 35 2 bakblik
Koffiebroodjes
met appel en
gist
2000 170 - 190 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart
2)
1200 + 1200 180 - 200 50 - 60 1 2 ronde alumini-
um bakplaten
(diameter: 20 cm)
Kleine cakejes
1)
500 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 - 170 25 - 30 1 1 ronde alumini-
um bakplaat (dia-
meter: 26 cm)
Pannenkoek 1500 160 - 170
45 - 55
3)
2 bakblik
Hele kip 1350 200 - 220 60 - 70 2 rooster
1 bakblik
Halve kip 1300 190 - 210 35 + 30 3 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
600 190 - 210 30 - 35 3 Bakrooster
1 bakblik
Broodtaart
4)
800 230 - 250 10 - 15 2 bakblik
Gevulde gistca-
ke
5)
1200 170 - 180 25 - 35 2 bakblik
Pizza 1000 200 - 220 25 - 35 2 bakblik
Kwarktaart 2600 170 - 190 60 - 70 2 bakblik
NEDERLANDS 17
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Zwitserse appel-
flan
5)
1900 200 - 220 30 - 40 1 bakblik
Kerstcake
5)
2400 170 - 180
55 - 65
6)
2 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
5)
1000 220 - 230 40 - 50 1 1 ronde alumini-
um bakplaat (dia-
meter: 26 cm)
Boerenbrood
7)
750 + 750 180 - 200 60 - 70 1 2 aluminium bak-
platen (lengte: 20
cm)
Roemeense bis-
cuittaart
1)
600 + 600 160 - 170 40 - 50 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Gistbroodjes
5)
800 200 - 210 10 - 15 2 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 170 15 - 20 1 bakblik
Schuimpjes 400 100 - 120 40 - 50 2 bakblik
Kruimeltaart
5)
1500 180 - 190 25 - 35 3 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 160 - 170 25 - 35 3 bakblik
Botertaart
1)
600 180 - 200 20 - 25 2 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
3)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
4)
Verwarm de oven 20 minuten voor.
5)
Verwarm de oven 10-15 minuten voor.
6)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
7)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 18 minuten voor.
www.aeg.com18
11.7 Hetelucht
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 145 25 3 bakblik
Deegreepjes
1)
250 + 250 145 25 1 + 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 150 30 2 bakblik
Platte cake
1)
1000 + 1000 155 40 1 + 3 bakblik
Koffiebroodjes
met appel en
gist
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart 1200 + 1200 175 55 2 2 ronde alu-
minium bak-
platen (dia-
meter: 20 cm)
op dezelfde
hoogte
Kleine cakejes
1)
500 155 30 2 bakblik
Kleine cakejes
1)
500 + 500 155 40 1 + 3 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 30 1 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Pannenkoek 1200 150 - 160
30 - 35
2)
2 bakblik
Hele kip 1400 180 55 2 rooster
1 bakblik
Geroosterd var-
kensvlees
800 170 - 180 45 - 50 2 rooster
1 bakblik
Gevulde gistca-
ke
1200 150 - 160 20 - 30 2 bakblik
Pizza 1000 + 1000 200 - 210 30 - 40 1 + 3 bakblik
Pizza 1000 190 - 200 25 - 35 2 bakblik
Kwarktaart 2600 160 - 170 40 - 50 1 bakblik
Zwitserse appel-
flan
3)
1900 180 - 200 30 - 40 2 bakblik
Kerstcake
1)
2400 150 - 160
35 - 40
2)
2 bakblik
NEDERLANDS 19
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Quiche Lorrai-
ne
3)
1000 190 - 210 30 - 40 1 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Boerenbrood
4)
750 + 750 160 - 170 40 - 50 1 bakblik
Roemeense bis-
cuittaart
3)
600 + 600 155 - 165 40 - 50 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op dezelf-
de hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 150 - 160 30 - 40 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op dezelf-
de hoogte
TGistbroodjes
1)
800 190 15 3 bakblik
TGistbroodjes
5)
800 + 800 190 15 1 + 3 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 160 15 - 20 3 bakblik
Schuimpjes 400 110 - 120 30 - 40 2 bakblik
Schuimpjes 400 + 400 110 - 120 45 - 55 1 + 3 bakblik
Kruimeltaart 1500 160 - 170 25 - 35 3 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 150 - 160 25 - 35 2 bakblik
Botertaart
1)
600 + 600 160 - 170 25 - 35 1 + 3 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3)
Verwarm de oven 10-15 minuten voor.
4)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10-20 minuten voor.
5)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
11.8 Multi hetelucht
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 155 20 3 bakblik
www.aeg.com20
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 + 250 150 20 1 + 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 155 35 2 bakblik
Platte cake
1)
1000 + 1000 145 50 1 + 3 bakblik
Koffiebroodjes
met appel
1)
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart
1)
1200 + 1200 175 55 1 2 ronde alu-
minium bak-
platen (dia-
meter: 20 cm)
Kleine cakejes
1)
500 150 35 3 bakblik
Kleine cakejes
1)
500 + 500 145 30 1 + 3 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 30 3 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Pannenkoek 1200 150 - 160
40 - 50
2)
3 bakblik
Hele kip 1400 200 50 2 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
600 180 - 200 30 - 40 2 rooster
1 bakblik
Broodtaart
3)
800 230 - 250 10 - 15 2 bakblik
Gevulde gistca-
ke
1200 160 - 170 20 - 30 3 bakblik
Kwarktaart 2600 150 - 170 60 - 70 2 bakblik
Zwitserse appel-
flan
3)
1900 180 - 200 50 - 40 3 bakblik
Kerstcake
1)
2400 150 - 170
50 - 60
4)
3 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
3)
1000 210 - 230 35 - 45 2 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Boerenbrood
5)
750 + 750 180 - 190 50 - 60 3 bakblik
NEDERLANDS 21
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Roemeense bis-
cuittaart
1)
600 + 600 150 - 170 40 - 50 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
TGistbroodjes
1)
800 190 15 3 bakblik
TGistbroodjes
1)
800 + 800 200 15 1 + 3 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 170 10 - 15 3 bakblik
Schuimpjes 400 100 - 120 50 - 60 2 bakblik
Schuimpjes 400 + 400 100 - 120 55 - 65 1 + 3 bakblik
Kruimeltaart
1)
1500 170 - 180 20 - 30 2 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 150 - 170 20 - 30 2 bakblik
Botertaart
1)
600 + 600 150 - 170 20 - 30 1 + 3 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
4)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
5)
Stel de temperatuur in op 230 °C en warm de oven 15 minuten voor.
11.9 Licht koken
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 150 - 160 20 - 25 2 bakblik
Platte cake
1)
500 160 - 170 35 - 40 2 bakblik
Pizza
1)
1000 200 - 210 30 - 40 2 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 160 - 170 20 - 30 2 bakblik
www.aeg.com22
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Meringue
2)
400 110 - 120 50 - 60 2 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Botercake
1)
600 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Hele kip 1200 220 - 230 45 - 55 2 rooster
1 bakblik
1)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 20 minuten voor.
2)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
11.10 Circulatiegrill
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Toast
1)
500 230 3 - 5 3 rooster
Halve kip 1200 200 25 + 25 2 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
500 230 20 + 20 2 rooster
1 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
11.11 Pizza-functie
Gerecht Hoeveel-
heid (g)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Pizza 1000 200 - 210 20 - 30 2 bakblik
Hele kip 1400 165 - 175 55 - 65 2 bakblik
Halve kip 1350 165 - 175 30 + 35 3 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
1)
1000 210 - 220 20 - 30 2 bakblik
1)
Warm de oven 10 - 15 minuten voor.
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 23
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik.
Opeenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand
veroorzaken. Het risico is hoger voor
de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek en een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
12.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium:
Maak de ovendeur alleen
schoon met een natte spons.
Droog maken met een
zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon
12.3 Verwijderbare
inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.4 De ovendeur reinigen
De ovendeur heeft twee glazen ruitjes. U
kunt de ovendeur en het glazen
binnenruitje verwijderen om schoon te
maken.
De ovendeur kan dichtslaan
als u de interne glasplaat
probeert te verwijderen als
de deur nog gemonteerd is.
LET OP!
Gebruik de oven nooit
zonder glazen binnenruitje.
1. Open de deur volledig en houd de
twee deurscharnieren vast.
www.aeg.com
24
2. Til de hendels op de twee
scharnieren omhoog en draai ze.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Trek hem
daarna naar voren en haal de deur uit
zijn zitting.
4. Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
5. Maak het vergrendelingssysteem
open om het glazen binnenruitje te
verwijderen.
6. Draai de twee bevestigingen 90° en
verwijder ze uit hun houders.
90°
7. De glasplaat voorzichtig optillen en
verwijderen.
1
2
8. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
NEDERLANDS
25
Als u het glazen paneel en de ovendeur
heeft schoongemaakt, plaatst u ze terug.
Voer bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde.
De bedrukte zijde moet naar de
binnenkant van de deur gericht zijn. Zorg
ervoor dat na de installatie het oppervlak
van de glazen paneelrand niet ruw
aanvoelt als u het aanraakt.
Zorg ervoor dat u het binnenruitje
correct in de uitsparingen plaatst.
12.5 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Er kan
brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit om de lade te
installeren.
12.6 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
hittebestendige lamp voor 300°C.
4. Plaats het afdekglas terug.
13.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com26
13.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitingsschema.
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende elektri-
cien.
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De branderdeksel en kroon
zitten niet goed op hun
plaats.
Plaats de branderdeksel en
kroon op de juiste plaats.
De vlam gaat uit onmiddel-
lijk na de ontsteking.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
Na het ontsteken van de
vlam de knop circa 10 sec.
ingedrukt houden
De vlammenring is niet ge-
lijkmatig.
De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de inspuiter
niet verstopt is en of de
branderkroon schoon is.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaanslui-
ting.
De vlamkleur is oranje of
geel.
De vlam kan op bepaalde
plaatsen van de brander
oranje of geel zijn. Dit is nor-
maal.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
NEDERLANDS 27
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
Op het ovendisplay ver-
schijnt '0.00' en 'LED'.
Er is een stroomstoring ge-
weest.
Stel de klok opnieuw in.
13.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
Houd een afstand van
ongeveer 1 cm tussen het
apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
A
C
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
www.aeg.com28
Afmetingen mm
B 650
C 150
14.2 Technische gegevens
Spanning 230 V
Frequentie 50 Hz
Apparaatklasse 1
Afmetingen mm
In hoogte 855
Breedte 600
Diepte 600
14.3 Overige technische gegevens
Categorie apparaat: II2L3B/P
Gas origineel: G25 (2L) 25 mbar
Gas vervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30 mbar
14.4 Bypassdiameters
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Normale brander 32
Driekronenbrander 67
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.5 Gasbranders voor AARDGAS G25 25 mbar
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VERMOGEN
kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Driekronenbran-
der
3.8 1.7 147
Normale brander 1.85 0.43 100
Sudderbrander 0.95 0.35 70
14.6 Gasbranders voor LPG G30 30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Driekronen-
brander
4.0 1.80 101 290.85
NEDERLANDS 29
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Normale
brander
2.0 0.43 71 145.43
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 72.71
14.7 Gasbranders voor LPG G31 30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
BEPERKT VERMO-
GEN kW
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Driekronen-
brander
3.5 1.6 101 249.95
Normale
brander
1.7 0.38 71 121.40
Sudderbran-
der
0.85 0.31 50 60.70
14.8 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd
in overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer G
1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast zonder
kracht, stel de verbinding in
de nodige richting af en
draai alles vast.
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel
van het apparaat niet raken
zoals getoond in de
afbeelding.
www.aeg.com30
14.9 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als u eenvoudig toegang heeft tot de
aansluiting, dan kunt u een flexibele
leiding gebruiken. De flexibele leiding
moet goed worden aangespannen door
klemmen.
Gebruik bij montage altijd de
leidinghouder en de pakking. De
flexibele pijp is correct als:
ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, hoger dan 30
°C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
de staat eenvoudig kan worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de
flexibele pijp voor dat:
de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer waneer de
installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek voordat u het gas
aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel
de zekering uit.Sluit de
primaire klep van de
gastoevoer.
14.10 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen
mogen de afstelling aan
verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld
voor aardgas, dan kunt u dit
met de geschikte injectors
wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt
aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors
vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen
zich in de UIT-stand
bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het
apparaat afkoelen. U kunt
letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de
instelling te wijzigen moet u
altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A B C
A. Uiteinde van as met moer
B. Pakking
C. Elleboog (indien nodig)
14.11 Vervangen van
kookplaatinjectors
Vervang de injectors wanneer u het
gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel
van 7 mm en verwijder deze.
NEDERLANDS
31
4. Vervang ze door de injectors die
nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden
in de zak die bij het
apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet
constant is of verschilt van de vereiste
druk, moet u een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding monteren.
14.12 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de
kookplaat. Demonteer als de bypass-
schroef niet toegankelijk is eerst het
bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef
A af met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
Omzetten van aardgas naar
vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig
vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas
naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef
A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat
terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in
het stopcontact wanneer
alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke
plaats zitten. U kunt
letsel oplopen.
4.
Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat
- Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat
naar een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam
vast tot de vlam klein en stabiel
wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat
weer terug.
14.13 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
www.aeg.com
32
14.14 Anti-kantelbescherming
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het
oppervlak achter het
apparaat glad is.
U moet de anti-kantelbescherming
installeren. Als u dat niet doet, kan het
apparaat kantelen.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien
van toepassing) om u te herinneren aan
de montage van de anti-
kantelbescherming.
1. Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van
het apparaat en 110-115 mm van de
zijkant van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging
(muur).
110-115
mm
232- 237
mm
2. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Til
de voorkant van het apparaat op en
plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes. Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet u de zijmaten
aanpassen als u het apparaat wilt
centreren.
Als u de afmetingen van het
fornuis hebt gewijzigd, dan
moet u de anti-
kantelbescherming correct
uitlijnen.
LET OP!
Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan
de breedte van het
apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
14.15 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
NEDERLANDS 33
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentificatie 47896GT-MN
47896GT-WN
Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gasbranders 4
Energiezuinigheid per gas-
brander (EE gas burner)
Linksachter - Normale brander
Rechtsachter - Normale brander
Rechtsvoor - sudderbrander
Linksvoor - Driekronenbrander
56.0%
56.0%
niet van toepassing
52.0%
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 54.7%
EN 30-2-1: Huishoudelijke
kookapparaten op gas - deel 2-1 :
Energieverbruik - Algemeen
15.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op het kookgerei.
Zorg er voor gebruik voor dat de
branders en pannendragers goed
worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet
de juiste diameter hebben voor de
brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de
brander en in het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een
hogedrukpan. Zie de
gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
15.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancier AEG
www.aeg.com34
Modelidentificatie
47896GT-MN
47896GT-WN
Energie-efficiëntie Index 96.2
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0,84 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0,76 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 57 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa
47896GT-MN 43.0 kg
47896GT-WN 43.0 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
15.4 Oven - Energiebesparing
Dit apparaat bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur
goed is gesloten als het apparaat
werkt en houd de deur tijdens de
bereiding zo veel mogelijk
gesloten.
Gebruik metalen schalen om
meer energie te besparen.
Zet indien mogelijk het eten in de
oven zonder voor te verwarmen.
Verlaag bij een bereidingsduur
langer dan 30 minuten de
oventemperatuur met minimaal 3
- 10 minuten, afhankelijk van de
bereidingsduur voordat de
kooktijd verstrijkt. De restwarmte
in de oven zorgt ervoor dat het
gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken
om ander eten op te warmen.
Bereiding met hete lucht - gebruik
indien mogelijk de bereidingsfuncties
met hete lucht om energie te
besparen.
Eeten warm houden - kies de laagste
temperatuur als u de restwarmte wilt
gebruiken om eten warm te houden.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
NEDERLANDS
35
www.aeg.com/shop
867313462-C-472015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

AEG 47896GT-MN Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor