13
NL
5. HANDMATIGE MODUS
1. Plaats het voedsel in de zak.
2. Til de klep van het apparaat omhoog.
3. Plaats de zak op de smeltstrip met de gepro-
fileerde zijde onder. De opstaande rand is een
limiet, plaats de zak niet verder dan deze rand.
4. Sluit de klep van het apparaat.
5. Druk kort op de START/STOP knop van het ap-
paraat. Druk tegelijkertijd de klep omlaag op de
punten waar deze met “PUSH” gemarkeerd is,
dit verbetert de sluiting van de klep.
6. De vacuümpomp gaat nu aan, in het scherm
verschijnt de letter “A”.
7. Kijk naar de zak waar lucht uit gezogen wordt.
8. Wanneer het gewenste vacuümniveau bereikt
is drukt u op de SET/SEAL knop – de versmel-
tingstrip wordt geactiveerd terwijl het scherm
cijfers toont (aftelling versmeltingtijd).
9. Wanneer de manometer de minimumwaarde
aangeeft kan de klep geopend worden.
10. De vacuümpomp werktijd kan niet worden inge-
steld in handmatige modus.
11. Indien u op de START/STOP knop drukt terwijl
de vacuümpomp in bedrijf is wordt de bewer-
king geannuleerd en zal het vacuüm vervallen.
6. AUTOMATISCHE MODUS
1. Het scherm toont een streep naast de MAN
markering om aan te geven dat het apparaat in
handmatige modus staat.
2. Druk kort op de SET/SEAL knop, de streep be-
gint te knipperen.
3.
Druk op de START/STOP knop om de andere
strepen te activeren (de tweede en derde strepen
die respectievelijk AUT 1 en AUT 2 aangeven).
4. Zo lang de strepen knipperen, kunt u met de
START/STOP knop schakelen tussen de 3 be-
drijfsmodi.
5. Na het instellen van de gewenste modus van
het apparaat begint een cijfer te knipperen.
Deze geeft het ingestelde vacuümniveau aan.
6. Het ingestelde vacuümniveau kan worden ver-
hoogd door middel van de START/STOP knop,
of verlaagd door middel van de SET/SEAL knop
– maar enkel terwijl het cijfer knippert.
7. Na het instellen van het vacuümniveau houdt
het cijfer op met knipperen en verdwijnt het.
Het scherm toont een of meerdere strepen die
de bedrijfsmodus aangeven.
8. In de automatische modus (AUT 1 of AUT 2),
druk op de START/STOP knop om het apparaat
in bedrijf te stellen. Druk tegelijkertijd de klep
omlaag op de punten waar deze met “PUSH”
gemarkeerd is, dit verbetert de sluiting van de
klep.
9.
Nadat het ingestelde vacuümniveau bereikt is
activeert het apparaat automatisch de versmel-
tingstrip en schakelt het de vacuümpomp uit.
10. Wanneer de manometer de minimumwaarde
aangeeft kan de klep geopend worden.
7. REINIGING EN ONDERHOUD
• Trek voordat u het apparaat schoonmaakt altijd
eerst de steker uit de contactdoos.
• Let op: Nooit het apparaat in water of een andere
vloeistof onderdompelen!
• De buitenkant maakt u schoon met een vochtig
doekje (water met mild reinigingsmiddel).
• Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen
of schuurmiddelen. Geen scherpe en punti-
ge voorwerpen gebruiken. Geen benzine of
oplosmid delen gebruiken! Schoonmaken met
een vochtige doek en eventueel afwasmiddel,
geen schurende middelen gebruiken.
• Reinig de eventueel aanwezige ventilatie-
openingen met de stofzuiger.