Documenttranscriptie
Nederlands
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg, ten
behoeve van voldoende ventilatie, minimaal voor de volgende
vrije ruimte.
Boven: 30 cm
Achter: 20 cm
Zijkanten: 20 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst.
Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen, dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
i Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “Foutopsporing” in de handleiding over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u A naar beneden te
drukken om dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker
uit het stopcontact dient te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de stekker
uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt wordt,
kan het warm worden. Schakel het toestel uit en laat het
afkoelen.
20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. Gooi de batterijen
weg volgens de in uw regio geldende regelgeving.
22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Zolang het toestel op de netvoeding is aangesloten, is het niet
losgekoppeld van de voeding, zelfs als het toestel uitgeschakeld is
met A of als u het in wachtstand hebt gezet met de A-toets op de
afstandsbediening. In deze toestand is het toestel ontworpen om
een uiterst kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
LET OP
Ontploffingsgevaar indien de batterij niet op de juiste manier
vervangen wordt. Vervang uitsluitend door een batterij van
hetzelfde of een vergelijkbaar type.
Dit etiket moet op het product worden aangebracht wanneer de
bovenkant heet kan worden tijdens gebruik.
Inhoud
INLEIDING
GEAVANCEERDE BEDIENING
Voorpaneel..................................................................... 4
Voorpaneel..................................................................... 6
Achterpaneel .................................................................. 7
Afstandsbediening ......................................................... 8
De afstandsbediening gebruiken.................................... 9
Verschillende functies configureren
(menu SETUP).......................................................31
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen ............................................................ 10
BASISBEDIENING
Afspelen ..................................................................... 14
Een bron afspelen ........................................................ 14
De slaaptimer gebruiken .............................................. 16
Luisteren naar FM/AM-radio ................................. 17
iPod-muziek weergeven............................................ 21
Een iPod aansluiten...................................................... 21
Afspelen van iPod-inhoud ........................................... 21
Een USB-opslagapparaat aansluiten............................ 23
Weergeven van de inhoud
van een USB-opslagapparaat................................... 23
Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)...... 25
Het delen van muziekbestanden via media instellen ... 25
Afspelen van PC-muziekinhoud .................................. 26
Luisteren naar internetradio ................................... 27
Afspelen van iTunes/iPod-muziek
via een netwerk (AirPlay) .................................... 28
Onderdelen van het menu ADVANCED SETUP ....... 34
De instelling van de luidsprekerimpedantie
(SP IMP.) wijzigen .................................................. 34
De afstandsbedienings-id selecteren (REMOTE ID) .. 34
De standaardinstellingen herstellen (INIT) ................. 35
De firmware bijwerken (UPDATE)............................. 35
De versie van de firmware controleren (VERSION)... 35
Externe apparaten besturen met de
afstandsbediening..................................................36
De afstandsbedieningscode van een tv instellen.......... 36
De afstandsbedieningscodes
van weergaveapparaten registreren ......................... 37
De afstandsbedieningscodes opnieuw instellen........... 38
De firmware van het toestel bijwerken
via het netwerk ......................................................39
AANVULLENDE INFORMATIE
Foutopsporing............................................................40
Foutindicaties op het voorpaneel .............................45
Handelsmerken..........................................................46
Technische gegevens..................................................47
Index ...........................................................................48
(aan het einde van deze handleiding)
Informatie over software ........................................ i
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES ....... v
AANVULLENDE
INFORMATIE
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat...... 23
De systeeminstellingen configureren
(ADVANCED SETUP-menu) ..............................34
GEAVANCEERDE
BEDIENING
FM/AM afstemmen ..................................................... 17
Automatische voorkeuze-afstemming
(alleen FM -stations) ............................................... 18
Handmatige voorkeuze voor afstemming.................... 18
Een voorkeuzestation terugroepen............................... 19
Een voorkeuzestation wissen....................................... 19
Radio Data System afstemmen.................................... 20
Onderdelen van het menu SETUP............................... 31
Network Setup ............................................................. 32
Max Volume ................................................................ 33
Initial Volume.............................................................. 33
AutoPowerStdby.......................................................... 33
ECO Mode ................................................................... 33
DC OUT ...................................................................... 33
BASISBEDIENING
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten............. 10
De luidsprekers aansluiten........................................... 11
De FM- en AM-antennes aansluiten............................ 12
Op een netwerk aansluiten........................................... 13
Het netsnoer aansluiten................................................ 13
OPTION menu-items................................................... 30
VOORBEREIDINGEN
Afspeelinstellingen configureren voor verschillende
afspeelbronnen (menu OPTION).........................30
INLEIDING
Nuttige functies ........................................................... 2
Bijgeleverde accessoires ............................................. 3
Bedieningselementen en functies............................... 4
Weergave van iTunes/iPod-muziekinhoud.................. 28
Informatie wisselen op het display van het
voorpaneel ............................................................. 29
Nederlands
1 Nl
INLEIDING
Nuttige functies
Nuttige functies
Met dit toestel kunt u:
Muziek van uw iPod- en USB-apparaten afspelen
➡ p.21, 23
Muziek van netwerkbronnen (PC/NAS, AirPlay) afspelen
➡ p.25, 28
Naar netwerkstreaming diensten luisteren
➡ p.27
Naar FM- en AM-radiostations luisteren
➡ p.17
De lage tonen versterken door een subwoofer aan te sluiten
➡ p.10
Luidsprekerimpedantie configureren
➡ p.11
Andere componenten bedienen, zoals een cd-speler, een BD/dvdspeler of tv, met de afstandsbediening van dit toestel
➡ p.36
Dit toestel op eco-modus (energiebesparingsfunctie) gebruiken
➡ p.33
• y geeft een bedieningstip aan.
• In deze handleiding wordt de bediening met de meegeleverde afstandsbediening uitgelegd.
• In deze handleiding worden de “iPod”, “iPhone” en “iPad” allemaal aangeduid met “iPod”. “iPod” verwijst naar “iPod”, “iPhone”
en “iPad”, tenzij anderszins wordt aangegeven.
Eenvoudige bediening en draadloos muziek afspelen van iPhone of Androidapparaat
Met de app “NP-controller” voor smartphones/tablets kunt u het toestel bedienen vanaf een iPhone, iPad, iPod Touch of
Android-apparaten.
Functies
•
•
•
•
•
•
Basishandelingen zoals in-/uitschakelen en het volume afstellen
De signaalbron wisselen
Informatie van de FM-tuner weergeven
Nummers selecteren en afspelen starten/stoppen
Muziek van het iPhone- of Android-toestel afspelen
Om de applicatie te downloaden of de nieuwste informatie te zien, gaat u naar de App Store of Google Play en zoekt u naar
“NP-controller”.
Ga voor details naar de website van Yamaha.
2 Nl
Bijgeleverde accessoires
Bijgeleverde accessoires
Controleer of de volgende accessoires bij het product zijn geleverd.
AM-antenne
FM-antenne
Batterijen (x2)
(AAA, R03, UM-4)
INLEIDING
Afstandsbediening
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
PRESET
TUNING
FM
AM
MEMORY
SHUFFLE
REPEAT
MODE
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
VOLUME
RETURN
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
1
2
5
6
7
8
9
0
+10
3
ENT
4
TV
TV INPUT
TV VOL
TV CH
TV MUTE
■
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen:
– zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een bad
– zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis
– zeer koude plaatsen
– stoffige plaatsen
Plaats de batterijen in overeenstemming met de polariteitsmarkeringen (+ en -).
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt.
Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen.
Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet
aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en
raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen
de oude batterijen gaan lekken.
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Lees de verpakking aandachtig
omdat deze verschillende types batterijen dezelfde vorm en kleur kunnen hebben.
Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
Bewaar de batterijen op een locatie buiten bereik van kinderen. Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in zijn of haar mond
stopt.
Als de batterijen verouderen, zal het effectieve werkbereik van de afstandsbediening aanzienlijk verminderen. Als dit gebeurt, dient
u de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe vervangen.
Als u van plan bent het toestel niet te gebruiken gedurende een lange periode, dient u de batterijen uit het toestel te verwijderen.
Anders zullen de batterijen verslijten wat mogelijk resulteert in lekkage van batterijvloeistof waardoor het toestel beschadigd kan
raken.
De batterijen niet met algemeen huishoudelijk afval wegwerpen. Werp ze juist weg, volgens de lokale reguleringen.
Nederlands
3 Nl
Bedieningselementen en functies
Bedieningselementen en functies
Voorpaneel
12
3
C
D
4 5 6 7 8 9
E
F
G
H
1 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
Opmerking
In de stand-bymodus verbruikt dit toestel een kleine hoeveelheid
voeding om van de afstandsbediening infraroodsignalen te
ontvangen.
2 Aan/uitlampje
Brandt als volgt:
Helder brandend: toestel staat aan
Gedempt: stand-bymodus
3 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening.
Opmerking
Wissel het afstandsbedienings-id tussen ID1 en ID2 als u
meerdere ontvangers of versterkers van Yamaha gebruikt (p.34).
4 DIMMER
Wijzigt het helderheidsniveau van het voorpaneelscherm.
Kies de helderheid uit 5 niveaus door herhaaldelijk op
deze toets te drukken.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt.
5 DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel (p.29).
6 MEMORY
Slaat de huidige FM/AM-station als voorkeuze op als
TUNER als signaalbron wordt geselecteerd (p.18).
4 Nl
:
I
A
J
B
K
L
M
7 CLEAR
Wist een FM/AM-voorkeuzestation als TUNER als de
signaalbron is geselecteerd (p.19).
8 Voorpaneel
Geeft informatie weer over de bedrijfsstatus van het toestel.
9 PRESET j / i
Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation als TUNER als
de signaalbron is geselecteerd (p.19).
0 Toetsen FM en AM
Hiermee schakelt u tussen FM en AM (p.17).
A TUNING jj / ii
Selecteert de afstemmingsfrequentie als TUNER als de
signaalbron is geselecteerd (p.17).
B PURE DIRECT en -lampje
Hiermee kunt u met een zo zuiver mogelijk geluid naar
een bron luisteren (p.14). Het lampje erboven gaat
branden en het voorpaneelscherm gaat uit wanneer u deze
functie inschakelt.
C PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt
luisteren.
D SPEAKERS A/B
Schakelt, elke keer dat de overeenkomende toets wordt
ingedrukt, de luidsprekerset in of uit die is aangesloten op
de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het achterpaneel.
E USB-aansluiting
Om een USB-opslagapparaat (p.23) of een iPod aan te
sluiten (p.21).
Bedieningselementen en functies
F INPUT-keuzeknop
Hiermee kiest u de signaalbron waar u naar wilt luisteren.
INLEIDING
G BASS-regelaar
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. De
middelste stand levert een vlakke klank op (p.15)
H TREBLE-regelaar
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. De
middelste stand levert een vlakke klank op (p.15)
I BALANCE-regelaar
Stelt de geluidsbalans van de linker- en
rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te
compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van
de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar
er wordt geluisterd (p.15).
J LOUDNESS-regelaar
Behoudt het volledige klankspectrum bij alle
volumeniveaus, door het verlies aan gevoeligheid van het
menselijk oor voor hoge en lage frequenties bij een laag
volume te compenseren (p.15).
K SELECT/ENTER (stapgewijze keuzeknop)
Draai de keuzeknop om een numerieke waarde of
instelling te selecteren en druk vervolgens op de
keuzeknop om te bevestigen.
L RETURN
Keert terug naar de vorige indicatie op het
voorpaneelscherm.
M VOLUME-regelaar
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Nederlands
5 Nl
Bedieningselementen en functies
Voorpaneel
1
2
3
4
5
SLEEP
STEREO
TUNED
8
1 Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang en
naam van geluidsmodus).
U kunt de weergegeven informatie wisselen als u op
DISPLAY drukt (p.29).
2 STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
3 TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/AMstation ontvangt.
4 Luidsprekerindicators
“SP A” gaat branden als de SPEAKERS A uitgang is
ingeschakeld en “SP B” brandt als de SPEAKERS B
uitgang is ingeschakeld.
5 SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
6 MUTE
Knippert als de audio is gedempt.
7 Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
8 Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
y
U kunt het helderheidsniveau van het voorpaneel wijzigen door
op de afstandsbediening op DIMMER te drukken (p.8).
6 Nl
SP A
SP B
6
7
VOL.
MUTE
8
Bedieningselementen en
en functies
functies
Bedieningselementen
Achterpaneel
1
2 3
4
5
6
7
8
INLEIDING
9
:
A
B
1 PHONO-aansluitingen
Voor de aansluiting op een platenspeler (p.10).
2 OPTICAL 1-2 aansluitingen
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
optische digitale uitgangen zijn voorzien (p.10).
3 ANTENNA-aansluitingen
Voor de aansluiting op FM- en AM-antennes (p.12).
4 COAXIAL 1-2 aansluitingen
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
coaxiale digitale uitgangen zijn voorzien (p.10).
B REMOTE IN/OUT-aansluitingen
Als u een andere Yamaha-component hebt die externe
aansluiting ondersteunt, zoals dit toestel doet, dan is geen
infrarode zender nodig. U kunt externe signalen verzenden
door een infrarode ontvanger en de REMOTE INaansluiting van het andere component op de REMOTE
IN/OUT-aansluitingen van dit toestel aan te sluiten door
kabels met mono-ministekkers te gebruiken.
Er kunnen tot zes Yamaha-componenten (inclusief dit
toestel) worden aangesloten.
Achterpaneel van R-N500
5 SPEAKERS-aansluitingen
Gebruikt om luidsprekers aan te sluiten (p.11).
6 NETWORK-aansluiting
Voor het aansluiten op een netwerk (p.13).
7 DC OUT-aansluiting
Voor het voorzien van stroom van een Yamaha
AV accessoire. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
AV-accessoire voor meer informatie over aansluitingen.
8 Netsnoer
Voor de aansluiting op een stopcontact (p.13).
Infrarode ontvanger
REMOTE
IN
OUT
9 LINE 1-3 aansluitingen
Voor de aansluiting op analoge audiocomponenten (p.10).
0 CD-aansluitingen
Voor de aansluiting op een cd-speler (p.10).
Afstandsbediening
Yamaha-component
(tot zes componente,
inclusief dit toestel)
Nederlands
A SUBWOOFER PRE OUT-aansluiting
Voor de aansluiting op een subwoofer met ingebouwde
versterker (p.10).
7 Nl
Bedieningselementen en functies
Afstandsbediening
In dit gedeelte worden de functie van elke toets op de
afstandsbediening beschreven waarmee u het toestel of andere
componenten van Yamaha of andere fabrikanten bedient.
1
2
3
4
5
6
7
8
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
E
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
F
MEMORY
SHUFFLE
9
:
A
REPEAT
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
C
H
VOLUME
I
MUTE
J
RETURN
TOP
MENU
B
G
MODE
POP-UP
MENU
DISC SKIP
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
+10
ENT
TV
D
TV INPUT
TV VOL
TV CH
TV MUTE
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2 SLEEP
Stelt de slaaptimer in (p.16).
3 SOURCE A
Zet een extern apparaat aan/uit.
4 RECEIVER A
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
5 DIMMER
Wijzigt het helderheidsniveau van het voorpaneelscherm. Kies de
helderheid uit 5 niveaus door herhaaldelijk op deze toets te drukken.
6 ID
Verandert het afstandsbedienings-id (p.34).
8 Nl
7 Signaalkeuzetoetsen
Hiermee selecteert u een signaalbron voor weergave.
COAX 1-2
COAXIAL 1-2 aansluitingen
OPT 1-2
OPTICAL 1-2 aansluitingen
LINE 1-3
LINE 1-3 aansluitingen
PHONO
PHONO-aansluitingen
TUNER
FM/AM-tuner
CD
CD-aansluitingen
USB
USB-aansluiting
NET
NETWORK-aansluiting (druk hier herhaaldelijk
op om de gewenste netwerkbron te selecteren)
8 Radiotoetsen
De FM/AM-radio bedienen (p.17).
FM
Hiermee schakelt u naar FM-radio.
AM
Hiermee schakelt u naar AM-radio.
MEMORY
Hiermee stelt u FM/AM-radiostations in als
voorkeuzestations.
PRESET
Hiermee selecteert u een voorkeuzestation.
TUNING
Hiermee selecteert u de radiofrequentie.
9 Bevat bedieningstoetsen
SHUFFLE
Schakelt tussen de shufflemodi.
REPEAT
Schakelt tussen de herhalingsmodi.
HOME
Toont menu op topniveau op het voorpaneel.
NOW PLAYING Toont de afspeelinformatie op het voorpaneel.
0 SETUP
Geeft het menu “SETUP” weer (p.31).
A Menutoetsen
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
DISPLAY
Hiermee selecteert u een menu of parameter.
Hiermee bevestigt u een geselecteerd item.
Keert terug naar de vorige status.
Schakelt tussen informatie die op het voorpaneel
wordt getoond.
B Bedieningstoetsen voor extern apparaat
Hiermee kunt u menu´s weergeven en selecteren en andere
handelingen uitvoeren voor externe apparaten (p.37).
C Nummertoetsen
Hiermee kunt u numerieke waarden invoeren, zoals radiofrequenties.
D Bedieningstoetsen tv
Hiermee kunt u de tv-invoer en het volume selecteren en andere
tv-handelingen uitvoeren (p.36).
E CODE SET
Registreert afstandsbedieningscodes van externe apparaten op de
afstandsbediening (p.36).
F SPEAKERS A/B
Schakelt de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op de
aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het
achterpaneel van het toestel wanneer u op de betreffende toets drukt.
G MODE
Hiermee schakelt u tussen “Stereo” en “Mono” voor de ontvangst van
FM-radio (p.17). Schakelt tussen de iPod-bedieningsmodi (p.22).
H OPTION
Geeft het menu “OPTION” weer (p.30).
I VOLUME-toetsen
Hiermee past u het volume aan.
J MUTE
Dempt de audioweergave.
y
Als u externe apparaten wilt bedienen met de afstandsbediening,
moet u voor het gebruik de afstandsbedieningscode voor elk
apparaat instellen (p.36).
Bedieningselementen en functies
De afstandsbediening gebruiken
■ Batterijen plaatsen
INLEIDING
AAA-, R03-, UM-4-batterijen
■ Werkingsbereik
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
Zorg dat u de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van dit toestel
richt.
Ongeveer
6m
30°
30°
Afstandsbediening
Nederlands
9 Nl
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen
Aansluitingen
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten
LET OP
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijn voltooid.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) naar L, R (rechts) naar R, “+” naar “+” en “–” naar “–”. Als de
aansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidsprekeraansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor
kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Luidsprekers A
Platenspeler
Dvd-speler, enz.
Audio-uitgang
Audioingang
Audiouitgang
Cd-recorder, enz.
GND
O
Audio-uitgang
(digitaal optisch)
cd-speler, enz.
C
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal)
Audiouitgang
Cd-speler
Subwoofer
Luidsprekers B
y
• De PHONO-aansluitingen zijn bedoeld voor een platenspeler met MM-cassette.
• Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers hoort u juist
minder ruis zonder de GND-aansluiting.
Opnameapparaten aansluiten
U kunt audio-opnameapparaten met de LINE 2-3 (REC)-aansluitingen verbinden. Deze aansluiting voert analoge audiosignalen uit
die als de invoer zijn geselecteerd.
Opmerking
• Zorg dat de LINE 2-3 (REC)-aansluitingen alleen worden gebruikt om opnameapparatuur aan te sluiten.
• Als u LINE2 als de invoerbron selecteert, wordt de audio-uitgang van de LINE 2 (REC)-aansluitingen gedempt. Als u LINE3 als
de invoerbron selecteert, wordt de audio-uitgang van de LINE 3 (REC)-aansluitingen gedempt.
10 Nl
Aansluitingen
De luidsprekers aansluiten
■ De luidsprekerimpedantie instellen
Het toestel is standaard geconfigureerd voor luidsprekers
van 8 ohm. Als u luidsprekers van 4 tot 6-ohm aansluit, dient
u de luidsprekerimpedantie in te stellen op “4 MIN”.
Voordat u de luidsprekers aansluit, sluit u het
netsnoer aan op het stopcontact.
2
Houd RETURN op het voorpaneel ingedrukt
en druk op A (aan/uit).
A (aan/uit)
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer
(lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de
middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een
luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier
klemaansluitingen. Door twee sets van aansluitingen is de
luidsprekerkast in twee onafhankelijke delen gesplitst. Met
deze verbindingen wordt de reproductie van de midden- en
hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid en die van de
lage tonen via een andere set aansluitingen.
Dit toestel
VOORBEREIDINGEN
1
■ Dubbel bedrade aansluiting
Luidspreker
RETURN
SELECT/ENTER
3
Controleer of “SP IMP.” op het voorpaneel
wordt weergegeven.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere set aansluitingen.
Opmerking
SPIMP.8MIN
4
Druk op SELECT/ENTER om “4 MIN” te
selecteren.
5
Druk op A (aan/uit) om het toestel uit te schakelen
en verwijder het netsnoer uit het AC-stopcontact.
Nu kunt u de luidsprekers aansluiten.
Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen.
y
Om dubbel bedrade aansluitingen te gebruiken, drukt u op
SPEAKERS A en SPEAKERS B op het voorpaneel of op de
afstandsbediening zodat beide SP A en B op het voorpaneel
branden.
■ De luidsprekerkabels aansluiten
Luidsprekerkabels zijn voorzien van twee draadjes. Het
ene draadje dient voor de verbinding met de negatieve (-)
aansluiting van het toestel, het andere dient voor de
positieve (+) aansluiting. Als de draden zijn voorzien van
kleurmarkering om verwarring te voorkomen, verbindt u
het zwarte draden met de negatieve aansluiting en het
andere draden met de positieve aansluiting.
a Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van de uiteinden van de
luidsprekerkabel en draai de blootliggende draden van de kabel
stevig in elkaar.
b Maak de luidsprekeraansluiting los.
c Steek de blootliggende draadjes van de kabel in de opening aan de
zijkant (bovenaan rechts of onderaan links) van de aansluiting.
d Maak de aansluiting vast.
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
SPEAKERS A/B
10 mm
(3/8")
a
Nederlands
b
SPEAKERS A/B
c
d
11 Nl
Aansluitingen
De FM- en AM-antennes aansluiten
Bij dit toestel zijn antennes meegeleverd voor FM- en AM-uitzendingen. Over het algemeen zouden deze antennes
voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen.
Opmerking
Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-verkoper
of -servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM-antenne
(meegeleverd)
AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
geïsoleerd draad dat u uit een raam
naar buiten spant.
• De AM-antenne moet altijd
aangesloten blijven, zelfs als
er een AM-buitenantenne op
dit toestel is aangesloten.
• De AM-antenne meot van
dit toestel af worden
geplaatst.
■ De meegeleverde AM-antenne monteren
12 Nl
FM-antenne
(meegeleverd)
FM-buitenantenne
■ De draden van de AM-antenne
aansluiten
Aansluitingen
Op een netwerk aansluiten
U kunt op het toestel genieten van internetradio of muziekbestanden die zijn opgeslagen op mediaservers, zoals pc’s en
op netwerk aangesloten opslag (Network Attached Storage, NAS).
Sluit het toestel aan op de router met een in de handel verkrijgbare STP-netwerkkabel (rechte kabel van CAT-5 of hoger).
Network Attached Storage
(NAS)
Internet
WAN
LAN
VOORBEREIDINGEN
Modem
PC
Router
Netwerkkabel
Mobiel apparaat
(zoals iPhone)
Het toestel (achterzijde)
y
• Als u een router gebruikt die de DHCP-functie ondersteunt,
hoeft u geen netwerkinstellingen voor het toestel te
configureren, omdat de netwerkparameters (zoals het IP-adres)
er automatisch aan worden toegewezen. U hoeft de
netwerkinstellingen alleen te configureren als uw router geen
DHCP ondersteunt of als u de netwerkparameters handmatig
wilt configureren (p.32).
• In “Information” (p.32) in het menu “SETUP” kunt u
controleren of de netwerkparameters (zoals het IP-adres) goed
aan het toestel zijn toegewezen.
Het netsnoer aansluiten
Als u alle aansluitingen hebt uitgevoerd, sluit u het
netsnoer aan.
Op een
wandstopcontact
Opmerking
Nederlands
• Bepaalde beveiligingssoftware die op uw pc is geïnstalleerd of
de firewallinstellingen van netwerkapparaten (bijvoorbeeld een
router) kunnen de toegang van het toestel tot de
netwerkapparaten of internet blokkeren. In deze gevallen dient
u de instellingen van de beveiligingssoftware of firewall op de
juiste wijze te configureren.
• Elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnetwerk als
het toestel.
• Als u de service via internet wilt gebruiken, wordt een
breedbandverbinding ten zeerste aanbevolen.
13 Nl
BASISBEDIENING
Afspelen
Afspelen
LET OP
Let heel goed op wanneer u cd's afspeelt die zijn opgenomen met DTS.
Als u een cd afspeelt die is gecodeerd met DTS in een cd-speler die DTS niet ondersteunt, hoort u alleen ruis en deze ruis
kan uw luidsprekers beschadigen. Controleer of uw cd-speler cd's ondersteunt die zijn gecodeerd met DTS. Controleer
ook het geluidsniveau van uw cd-speler voordat u een cd gaat afspelen die is gecodeerd met DTS.
Opmerkingen
Een bron afspelen
• Als één luidsprekerset met dubbel bedrade verbindingen is
aangesloten, of als gelijktijdig twee luidsprekersets (A en B)
worden gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat op het voorpaneel
SP A en SP B worden weergegeven.
• Wanneer u luistert met een hoofdtelefoon, zet dan de
luidsprekers uit.
A (aan/uit)
SPEAKERS A/B
INPUT-keuzeknop
4
Speel de bron af.
5
Draai aan de VOLUME-regelaar op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau te regelen.
VOLUME
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
SLEEP
RECEIVER A
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
SPEAKERS A/B
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
HOME
AM
6
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
Signaalkeuzetoetsen
VOLUME
y
U kunt de geluidskwaliteit aanpassen met de regelaars BASS
(lage tonen), TREBLE (hoge tonen), BALANCE (balans) en
LOUDNESS (hoog/laagverhouding) of met de schakelaar PURE
DIRECT op het voorpaneel.
VOLUME
RETURN
Druk op het voorpaneel opnieuw op A (aan/
uit) (of op de afstandsbediening op
RECEIVER A) om het gebruik van dit toestel
te voltooien en het in stand-bymodus in te
stellen.
■ De PURE DIRECT-schakelaar gebruiken
1
Druk op A (aan/uit) op het voorpaneel (of
RECEIVER A op de afstandsbediening) om
dit toestel in te schakelen.
2
Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de ingangsbron te
kiezen waarnaar u wilt luisteren.
3
Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het voorpaneel of op de afstandsbediening
om luidsprekers A en/of B te kiezen.
Als luidsprekerset A of luidsprekerset B is
ingeschakeld,wordt overeenkomstig op het
voorpaneel SP A of SP B wergegeven (p.6).
14 Nl
Leidt ingangssignaal uit uw audiobronnen voorbij de
BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESSregelaars, waardoor het audiosignaal niet wordt beïnvloed
en het puurst mogelijke geluid wordt gecreëerd.
De PURE DIRECT-lamp gaat branden en het
voorpaneelscherm gaat na een paar seconden uit.
PURE DIRECT-schakelaar
Opmerkingen
• De regelaars BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
werken niet als de functie PURE DIRECT is ingeschakeld.
• Deze instelling blijft behouden, zelfs als u dit toestel
uitschakelt.
Afspelen
■ De regelaars voor BASS en TREBLE
afstellen
■ De LOUDNESS-regelaar afstellen
LOUDNESS
TREBLE
BASS
De regelaars BASS en TREBLE stellen de hoge en lage
frequentieresponses af.
De middelste stand levert een vlakke klank op.
NOW
PLAYING
OPTION
ENTER
DISPLAY
TOP
MENU
VOLUME
VOLUME +/–
RETURN
POP-UP
MENU
MUTE
Behoud het volledige klankspectrum bij alle
volumeniveaus, door het verlies van het menselijk oor aan
gevoeligheid voor hoge en lage frequenties bij een laag
volume te compenseren.
LET OP
TREBLE
Wanneer u vindt dat er niet genoeg hoog (geluid met hoge
frequenties) is, dan draait u de knop naar rechts. Wanneer
u vindt dat er te veel hoog is, dan draait u de knop naar
links.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 kHz)
Als de schakelaar PURE DIRECT is ingeschakeld terwijl de
LOUDNESS-regelaar op een bepaald niveau is ingesteld,
dan worden de invoersignalen niet langs de LOUDNESSregelaar geleid, wat in een plotselinge toename van het
geluidsuitvoerniveau resulteert. Om te voorkomen dat uw
gehoor of de luidsprekers worden beschadigd, dient u
ervoor te zorgen dat de schakelaar PURE DIRECT wordt
ingedrukt nadatu het geluidsuitvoerniveau hebt verlaagd of
nadat u hebt gecontroleerd dat de LOUDNESS-regelaar
juist is ingesteld.
■ De BALANCE-regelaar afstellen
1
Stel de LOUDNESS-regelaar in op de FLAT-stand.
2
Draai aan de VOLUME-regelaar op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/-op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau in te stellen op het
luidste niveau waarnaar u zou willen luisteren.
3
Draai aan de LOUDNESS-regelaar tot het
gewenste volume is bereikt.
BALANCE
Met de BALANCE-regelaar regelt u de geluidsbalans van
de linker en rechter luidsprekers om onevenwichtig geluid
te compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing
van de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer
waar er wordt geluisterd.
Nadat u de LOUDNESS-regelaar hebt ingesteld, kunt u genieten
van muziek op het volume naar uw keuze. Als het effect van de
instelling van de LOUDNESS-regelaar te sterk of te zwak is, stelt
u de LOUDNESS-regelaar opnieuw af.
15 Nl
Nederlands
y
BASISBEDIENING
BASS
Wanneer u vindt dat er niet genoeg bas (geluid met lage
frequenties) is, dan draait u de knop naar rechts. Wanneer
u vindt dat er te veel bas is, dan draait u de knop naar
links.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 Hz)
HOME
SETUP
VOLUME
Afspelen
De slaaptimer gebruiken
Gebruik deze functie om het toestel na een bepaalde
tijdsduur automatisch in stand-bymodus te zetten. De
slaaptimer is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel een
bron afspeelt of opneemt.
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
RECEIVER A
SLEEP
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
Opmerking
De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening worden
ingesteld.
1
Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur
in te stellen voordat het toestel in standbymodus gaat.
Elke keer dat u op SLEEP drukt, wijzigt het
voorpaneel zoals hieronder wordt getoond.
De SLEEP-lamp knippert terwijl u de tijdsduur voor
de slaaptimer instelt.
SLEEP
VOL.
SP A
Sleep120min.
SW
L
R
Als de slaaptimer is ingesteld, zal de SLEEP-lamp op
het voorpaneel branden.
y
• Selecteer “Sleep Off” om de slaaptimer uit te schakelen.
• De instelling van de slaaptimer kan ook worden geannuleerd
door op de afstandsbediening op RECEIVER A te drukken om
dit toestel in stand-bymodus in te stellen.
16 Nl
Luisteren naar FM/AM-radio
Luisteren naar FM/AM-radio
Opmerkingen
FM/AM afstemmen
TUNER
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
FM
AM
TUNING H / I
MEMORY
SHUFFLE
REPEAT
MODE
MODE
y
NOW
PLAYING
HOME
1
2
3
5
6
7
8
9
0
+10
ENT
Als de signaalontvangst voor een FM-radiozender niet stabiel is,
kan het helpen om over te schakelen naar Mono.
4
Nummertoetsen
TV INPUT
TV CH
Druk op TUNER om TUNER als de
signaalbron te selecteren.
1
2
Druk op FM of op AM om de ontvangstban
(FM of AM) te selecteren.
3
Houd TUNING H / I langer dan 1 seconde
ingedrukt om afstemmen te starten.
Druk op H om naar een hogere frequentie af te
stemmen.
Druk op I om naar een lagere frequentie af te
stemmen.
Druk herhaaldelijk op MODE om “Stereo”
(automatische stereomodus) of “Mono”
(mono-modus) te selecteren als dit toestel op
een FM-radiozender is afgestemd.
Wanneer u Mono selecteert, worden FMuitzendingen weergegeven in mono.
BASISBEDIENING
1
■ FM-ontvangst verbeteren
Als het signaal van het station zwak is en de
geluidskwaliteit is niet goed, stel dan de FM-radioontvangstmodus in op mono om de ontvangst te
verbeteren.
TV
TV VOL
• Wanneer u op de nummertoetsen op de afstandsbediening drukt
terwijl u op een voorkeuzestation afstemt, wordt een
voorkeuzenummer geselecteerd. Stel de afstemmingsmodus in
op frequentie-afstemmingsmodus met behulp
van TUNING H / I, voordat u op de nummertoetsen drukt.
• Als u een frequentie invoert die buien het ontvangbare bereik
ligt, dan wordt op het voorpaneel “Wrong Station!”
weergegeven. Let erop dat de ingevoerde frequentie correct is.
Opmerking
De STEREO-lamp gaat branden op het voorpaneel als u naar een
station in stereo luistert.
De frequentie van de ontvangen zender wordt op het
voorpaneel getoond.
Als een uitzending wordt ontvangen, brandt de
“TUNED”-lamp op het voorpaneel. Als een stereouitzending wordt ontvangen, brandt ook de
“STEREO”-lamp.
VOL.
STEREO
TUNED
SP A
FM98.50MHz
L
SL
SW
C
R
SR
Frequentie
Als de afstemmende zoekopdracht niet bij de
gewenste zender stopt omdat de signalen van de
zender te zwak zijn, gebruikt u de volgende toetsen
om een frequentie in te stellen.
TUNING H / I:
de frequentie verlagen/verhogen.
Nederlands
Nummertoetsen:
geef rechtstreeks een frequentie op. Om bijvoorbeeld
98.50 MHz te selecteren, drukt u op “9”, “8”, “5” en
“0” (of ENT).
17 Nl
Luisteren naar FM/AM-radio
Automatische voorkeuzeafstemming (alleen FM -stations)
U kunt de automatische voorkeuze-afstemfunctie
gebruiken om automatisch FM-stations als
voorkeuzestations te registreren. Met deze functie kan het
toestel automatisch afstemmen op FM-stations met een
sterk signaal en 40 van dergelijke stations in volgorde
opslaan. U kunt dan gemakkelijk zo'n voorkeuzestation
terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren.
Opmerkingen
• Als u een station naar een voorkeuzenummer registreert waarop
al een station is geregistreerd, wordt het eerder geregistreerde
station overgeschreven.
• Als het station dat u wilt opslaan een zwak signaal heeft,
probeer dan de handmatige voorkeuze-afstemmethode.
VOL.
SP A
01:FM87.50MHz
Voorkeuzenummer
Als het scannen is voltooid, wordt “FINISH”
weergegeven en daarna keert het display terug naar
de oorspronkelijke status.
Handmatige voorkeuze voor
afstemming
U kunt handmatig 40 FM/AM-stations registreren
(40 in totaal). U kunt dan gemakkelijk zo'n
voorkeuzestation terugroepen door het voorkeuzenummer
te selecteren.
y
• FM-stations die met de automatische voorkeuzeregistratie als
voorkeuzestations zijn geregistreerd, klinken in stereo.
• Alleen stations de met het Radio Data System worden
uitgezonden, worden automatisch door de functie Auto Preset
(automatische voorkeuze) opgeslagen.
TUNER
TUNER
CD
FM
AM
USB
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
MEMORY
MEMORY
PRESET
PRESET F / G
TUNING
MEMORY
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
PRESET F / G
NET
SHUFFLE
FM
AM
Frequentie
REPEAT
MODE
■ Een radiosetation handmatig registreren
Selecteer handmatig een radiostation en registreer deze als
een voorkeuzenummer.
OPTION
Cursortoetsen B / C
ENTER
ENTER
DISPLAY
VOLUME
1
Volg “FM/AM afstemmen” (p.17) om op het
gewenste radiostation af te stemmen.
2
Houd MEMORY langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Wanneer u voor het eerst een station registreert,
wordt het geselecteerde radiostation geregistreerd
met het voorkeuzenummer “01”. Daarna wordt elk
geregistreerd radiostation geregistreerd onder het
volgende lege voorkeuzenummer na het laatst
geregistreerde nummer.
RETURN
RETURN
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
1
Druk op TUNER om TUNER als de
signaalbron te selecteren.
2
Druk op de afstandsbediening op OPTION.
Het menu “OPTION” wordt weergegeven (p. 30).
3
Druk op B / C om “Auto Preset” te selecteren
en druk daarna op ENTER.
VOL.
STEREO
TUNED
01:FM98.50MHz
VOL.
SP A
AutoPreset
Het toestel zoekt ongeveer 5 seconden later de FMband af vanaf de laagste frequentie omhoog.
Om het scannen onmiddellijk te starten, houdt u de
toets ENTER ingedrukt.
18 Nl
SW
C
R
SR
Voorkeuzenummer
y
Om voor registratie een voorkeuzenummer te selecteren, drukt u
één keer op MEMORY nadat u op het gewenste radiostation hebt
afgestemd. Druk op PRESET F / G om een voorkeuzenummer
te selecteren en druk dan opnieuw op MEMORY.
y
• Voor dat het scannen start, kunt u het eerste voorkeuzenummer
aangeven dat moet worden gebruikt. Hiervoor drukt u op PRESET
F/G of op de cursortoets (B/C) op de afstandsbediening.
• Om het scannen te annuleren, drukt u op FM, AM of op
RETURN.
L
SL
VOL.
STEREO
TUNED
02:Empty
L
SL
SW
C
R
SR
“Empty” (niet in gebruik) of de huidig geregistreerde frequentie
Luisteren naar FM/AM-radio
Een voorkeuzestation terugroepen
U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn
geregistreerd met de automatische of de handmatige
voorkeuzemethode.
Een voorkeuzestation wissen
Wis radiostations die naar de voorkeuzenummers zijn
geregistreerd.
TUNER
LINE1
TUNER
LINE2
TUNER
CD
FM
AM
LINE3
USB
TUNER
CD
FM
AM
USB
NET
PRESET
TUNING
PHONO
NET
MEMORY
PRESET
TUNING
MEMORY
PRESET F / G
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
OPTION
SHUFFLE
REPEAT
Cursortoetsen B / C
ENTER
MODE
NOW
PLAYING
HOME
ENTER
DISPLAY
TOP
MENU
1
2
3
5
6
7
8
9
0
+10
ENT
TV VOL
TV CH
VOLUME
RETURN
POP-UP
MENU
MUTE
4
Nummertoetsen
TV
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
1
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
2
Druk op OPTION.
2
Druk op PRESET F / G om een
voorkeuzenummer te selecteren.
3
Gebruik de cursortoetsen om “Clear Preset”
te selecteren en druk op ENTER.
VOL.
y
• Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn geregistreerd,
worden overgeslagen.
• “No Presets” wordt weergegeven als geen setations zijn
geregistreerd.
• U kunt een voorkeuzenummer rechtstreeks selecteren door
tijdens het terugroepen van een voorkeuzestation op de
nummertoetsen op de afstandsbediening te drukken. “Empty”
wordt weergegeven op het display als u een voorkeuzenummer
invoert waarop geen station is geregistreerd. “Wrong Num.”
wordt weergegeven als u een ongeldig nummer invoert.
• Wanneer u op de nummertoetsen op de afstandsbediening drukt
tijdens normaal afstemmen, wordt een frequentie ingevoerd.
Stel met PRESETF / G de afstemmingsmodus in op de vooraf
ingestelde afstemmingsmodus voordat u op nummertoetsen
drukt.
BASISBEDIENING
1
TV INPUT
ClearPreset
4
Gerbuik de cursortoetsen (B / C) om een
voorkeuzestation te selecteren die moet
worden gewist en druk op ENTER.
CLEAR
VOL.
STEREO
TUNED
SP A
01:FM98.50MHz
SW
C
L
SL
R
SR
Voorkeurstation die u wilt wissen
Als het voorkeuzestation is gewist, wordt “Cleared”
weergegeven en wordt het volgende gebruikte
voorkeuzenummer weergegeven.
CLEAR
VOL.
SP A
01:Cleared
SW
C
L
SL
5
Herhaal stap 4 tot alle gewenste
voorkeuzestations zijn gewist.
6
Druk op OPTION om het menu te sluiten.
R
SR
y
a Druk op het voorpaneel op CLEAR.
b Draai SELECT/ENTER om het voorkeuzestation te selecteren die u
wilt wissen.
c Druk op SELECT/ENTER of op CLEAR om het voorkeuzestation
te wissen.
19 Nl
Nederlands
U kunt vanaf het voorpaneel een voorkeuzestation wissen.
Luisteren naar FM/AM-radio
Radio Data System afstemmen
Radio Data System is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot
aantal landen wordt gebruikt. Het toestel kan diverse
soorten Radio Data System-gegevens ontvangen, zoals
“Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en
“Clock Time” wanneer het toestel is afgestemd op een
Radio Data System-zender.
■ De Radio Data System-informatie
weergeven
■ Automatisch verkeersinformatie
ontvangen
Als “TUNER” als signaalbron is geselecteerd, ontvangt
het toestel automatisch verkeersinformatie. Als u deze
functie wilt inschakelen, volgt u de procedure hieronder
om het station met verkeersinformatie in te stellen.
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
OPTION
Cursortoetsen B / C
ENTER
ENTER
DISPLAY
RETURN
TOP
MENU
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
VOLUME
RETURN
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
VOLUME
1
Als “TUNER” als de signaalbron is
geselecteerd, drukt u op OPTION.
2
Gebruik de cursortoetsen om
“TrafficProgram” te selecteren en druk op
ENTER.
Het zoeken naar het station met verkeersinformatie
begint na ongeveer 5 seconden. Druk nogmaals op
ENTER als u direct met zoeken wilt beginnen.
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systemzender.
y
Wij raden u aan om “Auto Preset” te gebruiken om af te stemmen
op de Radio Data System-zenders (p.18).
2
Druk op DISPLAY.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt een ander
onderdeel weergegeven.
INFO
VOL.
STEREO
TUNED
SP A
ProgramType
Na 3 seconden wordt de bijbehorende informatie
voor het weergegeven onderdeel weergegeven.
VOL.
STEREO
TUNED
SP A
TPFM101.30MHz
Station met verkeersinformatie (frequentie)
VOL.
STEREO
TUNED
SP A
CLASSICS
Informatie
Program Service
Naam programmaservice
Program Type
Type van het huidige programma
Radio Text
Informatie over het huidige programma
Clock Time
Huidige tijd
Frequency
Frequentie
Opmerking
“Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock
Time” worden niet weergegeven als het radiostation de Radio
Data System-service niet verstrekt.
20 Nl
Het volgende scherm wordt ongeveer 3 seconden
weergegeven als het zoeken is voltooid.
FINISH
Naam onderdeel
9850
y
• Als u omhoog/omlaag wilt zoeken vanaf de huidige frequentie
drukt u op de cursortoetsen (q/w) terwijl “READY” wordt
weergegeven.
• Druk op RETURN als u het zoeken wilt annuleren.
• Met tekst tussen haakjes worden indicators op het display op het
voorpaneel aangegeven.
Opmerking
“TP Not Found” wordt gedurende ongeveer 3 seconden
weergegeven als er geen stations met verkeersinformatie zijn
gevonden.
iPod-muziek weergeven
iPod-muziek weergeven
U kunt iPod-muziek op het toestel weergeven met een USB-kabel die bij de iPod is geleverd.
Opmerking
Afhankelijk van het model of de softwareversie van een iPod is
het mogelijk dat een iPod niet wordt gedetecteerd door het toestel
of dat sommige functies niet compatibel zijn.
Afspelen van iPod-inhoud
Volg de procedure hieronder om de inhoud van de iPod te
bedienen en de weergave te starten.
Gemaakt voor
Opmerking
• iPod touch (1ste, 2de, 3de, 4de en 5de generatie)
• iPod nano (2de, 3de, 4de, 5de, 6de en 7de generatie)
• iPhone 5, iPhone 4S, iPhone 4, iPhone 3GS, iPhone 3G,
iPhone
• iPad (4de generatie), iPad mini, iPad (3de generatie),
iPad 2, iPad
(vanaf augustus 2013)
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
USB
MEMORY
SHUFFLE
Sluit uw iPod op het toestel aan met de USB-kabel die bij
de iPod is geleverd.
1
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
Sluit de USB-kabel aan op de iPod.
DISPLAY
2
REPEAT
SHUFFLE
REPEAT
MODE
MODE
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
HOME
NOW PLAYING
VOLUME
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
Sluit de USB-kabel aan op de USBaansluiting.
1
Het toestel (voorzijde)
1
BASISBEDIENING
Een iPod aansluiten
Bedieningstoetsen
voor extern apparaat
2
3
4
Druk op USB om “USB” als de signaalbron te
selecteren.
VOL.
SP A
SW
Music
2
USB
VOL.
SP A
Connected
L
SL
SW
C
R
SR
Opmerking
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
VOL.
SP A
Track#1
y
De iPod wordt opgeladen terwijl deze op het toestel is
aangesloten. Als u het toestel in de stand-bymodus zet terwijl de
iPod wordt opgeladen, gaat het opladen van de iPod maximaal 4
uur gewoon door.
Als “NET Standby” (p.32) in het menu “SETUP” is ingesteld op
“On”, gaat het zonder limiet door met veranderen.
R
L
SW
L
R
y
• Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt, kunt u op het
voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p.29).
• Als u de iPod handmatig wilt bedienen om inhoud te selecteren
of het weergeven te bedienen, schakelt u naar de modus voor
eenvoudig afspelen (p.22).
Nederlands
Koppel de iPod los van de USB-aansluiting wanneer de iPod niet
wordt gebruikt.
21 Nl
iPod-muziek weergeven
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
de weergave te besturen.
Bedieningstoetsen
voor extern
apparaat
Function
p
Hervat het afspelen na het pauzeren.
s
Stopt het afspelen.
e
Stopt het weergeven tijdelijk.
b
Gaat vooruit/terug.
a
w
HOME
Geeft het hoofdmenu van de iPod weer.
NOW PLAYING
Geeft informatie weer of het nummer dat
wordt afgespeeld.
Druk op MODE om naar de modus voor
eenvoudig afspelen te schakelen.
Tussen de modus voor eenvoudig afspelen wordt op
het voorpaneel alleen de ingangsnaam weergegeven.
Als u de afspeelinformatie bevestigt, dient u het iPodscherm te raadplegen.
y
Als u de modus voor eenvoudig afspelen wilt afsluiten, drukt u
opnieuw op MODE.
Bedien de iPod zelf of de afstandsbediening
om het afspelen te starten.
Beschikbare
afstandsbedienings
toetsen
Functie
Cursortoetsen
Hiermee kunt u een item selecteren.
ENTER
Bevestigt de selectie.
RETURN
Keert terug naar de vorige status.
p
e
Bedienings
toetsen
voor extern
apparaat
s
b
a
w
f
22 Nl
1
Als de invoerbron “USB” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of op SHUFFLE om
de afspeelmethode te selecteren.
Item
Repeat
■ De iPod zelf bedienen of met de
afstandsbediening (eenvoudig afspelen)
2
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle van uw iPod
configureren.
Zoekt voorwaarts/achterwaarts (ingedrukt
houden).
f
1
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
Start of stopt het afspelen tijdelijk.
Stopt het afspelen.
Gaat vooruit/terug.
Zoekt voorwaarts/achterwaarts
(ingedrukt houden).
Shuffle
Instelling
Functie
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in willekeurige
volgorde uit.
Songs
Speelt nummers in willekeurige
volgorde af.
Albums
Speelt albums in willekeurige
volgorde af.
y
• Herhalen/shuffle kan ook in het menu “OPTION” worden
aangegeven (p. 30).
• De handeling of weergave van herhalen/shuffle kan verschillen.
Dit hangt af van het gebruikte type of de versie software van
iPod.
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
U kunt muziekbestanden die zijn opgeslagen op een USB-opslagapparaat weergeven op het toestel. Raadpleeg de
handleidingen bij het USB-opslagapparaat voor meer informatie.
Het toestel ondersteunt USB-apparaten voor massaopslag (FAT16- of FAT32-indeling).
Opmerkingen
• Het toestel ondersteunt WAV (alleen PCM-indeling), MP3-, WMA-, MPEG-4 AAC- en FLAC-bestanden (audio voor maar 1- of 2kanalen).
• Het toestel is compatibel met samplefrequenties tot 192 kHz voor WAV- en FLAC-bestanden en 48 kHz voor andere bestanden.
• Afhankelijk van het model of de fabrikant van het USB-opslagapparaat is het mogelijk dat sommige functies niet compatibel zijn.
• DRM-inhoud (Digital Rights Management) kan niet worden afgespeeld.
Een USB-opslagapparaat
aansluiten
1
Weergeven van de inhoud van een USBopslagapparaat
Volg de procedure hieronder om de inhoud van het USBopslagapparaat te bedienen en het afspelen te starten.
Opmerking
Het toestel (voorzijde)
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
USB
BASISBEDIENING
Sluit het USB-opslagapparaat aan op de
USB-aansluiting.
MEMORY
SHUFFLE
USB-opslagapparaat
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
USB
VOL.
DISPLAY
SP A
Connected
L
SL
SW
C
SETUP
OPTION
ENTER
HOME
NOW PLAYING
VOLUME
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
1
y
1
POP-UP
MENU
MUTE
Bedieningstoetsen
voor extern apparaat
2
3
4
Druk op USB om “USB” als de signaalbron te
selecteren.
Opmerkingen
• Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-aansluiting
wanneer het niet wordt gebruikt.
• Stop weergave van het USB-opslagapparaat voordat u het
loskoppelt van de USB-aansluiting.
• U kunt de pc niet aansluiten op de USB-aansluiting van het
toestel.
SHUFFLE
REPEAT
MODE
NOW
PLAYING
DISC SKIP
R
SR
Als een USB-opslagapparaat veel gegevensbestanden bevat, kan
het laden ervan lang duren. In dit geval wordt “Loading...” op de
display op het voorpaneel weergegeven.
REPEAT
HOME
VOL.
SP A
SW
Blues
2
R
L
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
Track#3
SW
L
R
23 Nl
Nederlands
VOL.
SP A
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
y
• Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt, kunt u op het
voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p.29).
• Als u een bestand selecteert dat niet door dit toestel wordt
ondersteund, verschijnt boven de bestandsnaam.
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
de weergave te besturen.
Bedieningstoetsen
voor extern
apparaat
Function
p
Hervat het afspelen na het pauzeren.
s
Stopt het afspelen.
e
Stopt het weergeven tijdelijk.
b
Gaat vooruit/terug.
a
HOME
NOW PLAYING
Geeft het hoofdmenu van het USB-apparaat
weer.
Geeft informatie weer of het nummer dat
wordt afgespeeld.
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle voor afspelen
van de inhoud van een USB-opslagapparaat configureren.
1
Als de invoerbron “USB” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of op SHUFFLE om
de afspeelmethode te selecteren.
Item
Repeat
Instelling
Functie
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers in het huidige
album (map) herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in willekeurige
volgorde uit.
On
Speelt nummers in het huidige album
(map) in willekeurige volgorde af.
Shuffle
y
Herhalen/shuffle kan ook in het menu “OPTION” worden
aangegeven (p. 30).
24 Nl
Muziek afspelen van mediaservers (pc’s/NAS)
Muziek afspelen van mediaservers (pc’s/NAS)
U kunt muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw pc of met DLNA compatibele NAS afspelen op het toestel.
Opmerkingen
• Om deze functie te gebruiken, moeten het toestel en uw pc op dezelfde router zijn aangesloten (p.13). In “Information” (p.32) in het
menu “SETUP” kunt u controleren of de netwerkparameters (zoals het IP-adres) goed aan het toestel zijn toegewezen.
• Het toestel ondersteunt het afspelen van WAV- (alleen PCM-indeling), MP3-, WMA-, MPEG-4 AAC- en FLAC-bestanden.
• Het toestel is compatibel met samplefrequenties tot 192 kHz voor WAV- en FLAC-bestanden en 48 kHz voor andere bestanden.
• Als u FLAC-bestanden wilt afspelen, moet u serversoftware op uw pc installeren die het delen van FLAC-bestanden via DLNA
ondersteunt of een NAS gebruiken die FLAC-bestanden ondersteunt.
Het delen van muziekbestanden
via media instellen
4
Selecteer “Toegestaan” van de
vervolgkeuzelijst naast “R-N500”.
5
Klik op “OK” om af te sluiten.
1
Start Windows Media Player 12 op uw pc.
2
Selecteer “Streamen” en daarna
“Mediastreaming inschakelen.”
Het venster van configuratiescherm van uw pc wordt
getoond.
BASISBEDIENING
Om met dit toestel muziekbestanden in uw computer af te
spelen, moet u tussen het toestel en de computer delen van
media instellen (WIndows Media Player 11 of later). Hier
wordt het instellen van Windows Media Player in
Windows 7 as voorbeeld genomen.
(voorbeeld van Engelse versie)
y
Raadpleeg Help van Windows Media Player voor details over
instellingen voor delen van media.
• Voor Windows Media Player 11
a Start de Windows Media Player 11 op uw pc.
b Selecteer “Mediabibliotheek” en daarna “Media delen.”
c Schakel het vak “Mijn media delen met” in, selecteer het
pictogram “R-N500” en klik daarna op “Toestaan”.
3
Klik op “Mediastreaming inschakelen.”
d Klik op “OK” om af te sluiten.
• Voor een pc of een NAS waarop andere
DLNA-serversoftware is geïnstalleerd
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparaat of de
software en configureer de instellingen voor delen van media.
Nederlands
25 Nl
Muziek afspelen van mediaservers (pc’s/NAS)
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
de weergave te besturen.
Afspelen van PC-muziekinhoud
Volg de procedure hieronder om de muziek inhoud van de
pc te bedienen en het afspelen te starten.
Bedieningstoetsen
voor extern
apparaat
Opmerking
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
p
Hervat het afspelen na het pauzeren.
s
Stopt het afspelen.
e
Stopt het afspelen tijdelijk.
b
NET
Functie
Gaat vooruit/terug.
a
MEMORY
SHUFFLE
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
DISPLAY
REPEAT
MODE
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
HOME
NOW PLAYING
TOP
MENU
POP-UP
MENU
1
Bedieningstoetsen
voor extern apparaat
2
3
NOW PLAYING
Geeft informatie weer of het nummer dat
wordt afgespeeld.
U kunt ook een DLNA compatibele Digital Media Controller
(DMC) gebruiken voor het bedienen van het afspelen. Zie “DMC
Control” (p.32) voor details.
MUTE
DISC SKIP
1
Geeft de hoofdmap van de muziekserver
weer.
y
OPTION
VOLUME
RETURN
DISPLAY
HOME
SHUFFLE
REPEAT
4
Druk herhaaldelijk op NET om “SERVER” als
signaalbron te selecteren.
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle voor het
afspelen van de muziekinhoud van de pc configureren.
1
VOL.
Als de signaalbron “SERVER” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of SHUFFLE om de
afspeelmethode te selecteren.
SP A
SW
NASA
Item
R
L
Instelling
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers in het huidige
album (map) herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in willekeurige
volgorde uit.
On
Speelt nummers in het huidige album
(map) in willekeurige volgorde af.
Naam muziekserver
y
Repeat
Als er op uw pc een muziekbestand wordt afgespeeld dat vanaf
het toestel is geselecteerd, wordt de afspeelinformatie
weergegeven.
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
muziekserver te selecteren en druk op
ENTER.
Functie
Shuffle
y
3
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
VOL.
SP A
Song01
SW
L
y
• Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt, kunt u op het
voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p.29).
• Als u een bestand selecteert dat niet door dit toestel wordt
ondersteund, verschijnt boven de bestandsnaam.
26 Nl
R
Herhalen/shuffle kan ook in het menu “OPTION” worden
aangegeven (p. 30).
Luisteren naar internetradio
Luisteren naar internetradio
U kunt luisteren naar internetradiozenders uit de hele wereld.
y
Opmerkingen
• Om deze functie te gebruiken, moet het toestel verbinding
hebben met internet (p.13). In “Information” (p.32) in het menu
“SETUP” kunt u controleren of de netwerkparameters (zoals
het IP-adres) goed aan het toestel zijn toegewezen.
• U kunt sommige internetradiozenders mogelijk niet ontvangen.
• Het toestel gebruikt de vTuner-databaseservice voor
internetradiozenders.
• Deze service kan zonder kennisgeving worden gestopt.
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
TUNER
CD
USB
NET
FM
AM
PRESET
TUNING
NET
http://yradio.vtuner.com/
MEMORY
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
DISPLAY
REPEAT
MODE
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
HOME
NOW PLAYING
VOLUME
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
1
1
• Gebruik de bedieningstoets voor externe apparaten (s) om het
afspelen te stoppen.
• Sommige informatie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijke
van de zender.
BASISBEDIENING
SHUFFLE
• Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt, kunt u op het
voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p.29).
• Door de volgende website vanaf de webbrowser van uw
computer te openen, kunt u uw favoriete internetradiozenders in
de map Bladwijzers registreren.
– Voordat u een internetradiozender registreert, speelt u op dit
toestel een willekeurige internetradiozender af.
– Om de account aan te maken die voor registratie wordt
vereist, hebt u het vTuner-id van dit toestel (het MAC-adres
van dit toestel) en een e-mailadres nodig. U kunt het vTunerid van dit toestel bevestigen in “Information” van het menu
“Network Setup (SETUP)” (p. 32).
Bedieningstoetsen
voor extern apparaat
2
3
4
Druk herhaaldelijk op NET om “NET RADIO”
als signaalbron te selecteren.
De zenderlijst verschijnt op het voorpaneel.
VOL.
SP A
SW
Bookmarks
2
R
L
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een internetradiozender is geselecteerd, wordt
de weergave gestart en wordt de afspeelinformatie
weergegeven.
VOL.
SP A
JazzST
SW
L
R
Als u tijdens afspelen de zenderlijst wilt weergeven,
drukt u op HOME. Om naar de afspeelinformatie
terug te keren, drukt u op NOW PLAYING.
Nederlands
27 Nl
Afspelen van iTunes/iPod-muziek via een netwerk (AirPlay)
Afspelen van iTunes/iPod-muziek via een netwerk (AirPlay)
Met de functie AirPlay kunt u iTunes/iPod-muziek via het
netwerk weergeven op het toestel.
PC
iTunes
3
Selecteer een nummer en start de weergave.
Het toestel selecteert automatisch “AirPlay” als de
signaalbron en start de weergave. De afspeelinformatie
wordt op het voorpaneel weergegeven.
y
Het toestel
Start weergave
op iTunes
of iPod
Router
De weergave wordt
gestart
iPod
Opmerking
Om deze functie te gebruiken, moeten het toestel en uw pc of iPod
op dezelfde router zijn aangesloten (p.13). In “Information” (p.32)
in het menu “SETUP” kunt u controleren of de netwerkparameters
(zoals het IP-adres) goed aan het toestel zijn toegewezen.
AirPlay werkt met iPhone, iPad en iPod touch met iOS 4.3.3
of later, Mac met OS X Mountain Lion en Mac en pc met
iTunes 10.2.2 of later.
(vanaf augustus 2013)
Weergave van iTunes/iPod-muziekinhoud
Volg de procedure hieronder om iTunes/iPodmuziekinhoud weer te geven op het toestel.
1
Schakel het toestel in en start iTunes op de pc
of geef het weergavescherm weer op de iPod.
Als de iTunes/iPod het toestel herkent, wordt het
pictogram AirPlay (
) weergegeven.
iTunes (voorbeeld)
iPod (voorbeeld)
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt, kunt u op het
voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p.29).
• U kunt het toestel automatisch inschakelen bij het starten van
het afspelen op iTunes of iPod door “NET Standby” (p.32) in
het menu SETUP in te stellen op “On”.
• U kunt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die op iTunes/iPod wordt weergegeven bewerken in
“Network Name” (p.33) in het menu “SETUP”.
• Als u de andere signaalbron op het toestel selecteert tijdens de
weergave, stopt de weergave op de iTunes/iPod automatisch.
• U kunt het volume van het toestel tijdens het afspelen aanpassen
vanaf de iTunes/iPod. Om de volumeregelaars vanaf iTunes/
iPod uit te schakelen, stelt u “Vol.Interlock” (p.30) in menu
“OPTION” in op “Off”.
Let op
• Als u de iTunes/iPod-toetsen gebruikt om het volume te
regelen, kan het volume onverwachts hard klinken. Hierdoor
kunnen het toestel of de luidsprekers beschadigd raken. Als het
volume plotseling toeneemt tijdens weergave, stopt u
onmiddellijk de weergave op de iTunes/iPod.
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
de weergave te besturen.
Bedieningstoetsen
voor extern
apparaat
p
Hervat het afspelen na het pauzeren.
s
Stopt het afspelen.
e
Stopt het afspelen tijdelijk.
b
a
Gaat vooruit/terug.
Herhalen
Wijzigt de instellingen voor Herhalen
Shuffle
Wijzigt de Shuffle-instellingen
Opmerking
Als u de iTunes-weergave wilt bedienen met de
afstandsbediening van het toestel, moet u vooraf de iTunesvoorkeuren zodanig configureren dat iTunes-besturing vanaf
externe luidsprekers is ingeschakeld.
Opmerking
Als het pictogram niet wordt weergegeven, controleert u of het
toestel en pc/iPod goed op de router zijn aangesloten.
2
iTunes (voorbeeld van Engelse versie)
Klik (tik) op de iTunes/iPod op het pictogram
AirPlay en selecteer het toestel (netwerknaam
van het toestel) als het audioweergaveapparaat.
iTunes (voorbeeld)
iPod (voorbeeld)
Schakel dit
vakje in
Netwerknaam van het toestel
28 Nl
Informatie wisselen op het display van het voorpaneel
Informatie wisselen op het display van het voorpaneel
Als u USB of een netwerkbron als de invoerbron selecteert, kunt u op het voorpaneel ook afspeelinformatie wisselen.
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
VOLUME
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
1
POP-UP
MENU
MUTE
Druk op DISPLAY.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt een ander
onderdeel weergegeven.
VOL.
SP A
Song
BASISBEDIENING
Naam onderdeel
Na 3 seconden wordt de bijbehorende informatie
voor het weergegeven onderdeel weergegeven.
VOL.
SP A
Track#1
Informatie
Invoerbron
Item
USB (iPod)
SERVER
AirPlay
Song (titel van nummer), Artist (naam
artiest), Album (naam album), Time
NET RADIO
Song (titel nummer), Album (naam album),
Station (naam zender), Time
Nederlands
29 Nl
GEAVANCEERDE BEDIENING
Afspeelinstellingen configureren voor verschillende afspeelbronnen (menu OPTION)
Afspeelinstellingen configureren voor verschillende
afspeelbronnen (menu OPTION)
U kunt afzonderlijke afspeelinstellingen configureren voor verschillende afspeelbronnen. Met dit menu kunt u tijdens het
afspelen gemakkelijk instellingen configureren.
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
TOP
MENU
■ Volume Trim
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als
u hinder ondervindt van volumeverschillen bij het
schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie
om dat te corrigeren.
OPTION
VOLUME
RETURN
POP-UP
MENU
y
MUTE
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
1
Instelbereik
-10,0 dB tot +10,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Druk op OPTION.
VOL.
SP A
Standaard
0,0 dB
VolumeTrim
2
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
y
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren
naar de vorige status.
3
4
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om een
instelling te selecteren.
Druk op OPTION om het menu te sluiten.
FORMAT
De audio-indeling van het ingangssignaal.
CHAN
Als andere dan twee-kanalige audio wordt
ingevoerd, is de indicatie “---”.
SAMPL
Het aantal samples per seconde van het digitale
ingangssignaal.
■ Vol.Interlock
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod via
AirPlay.
Welke onderdelen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
geselecteerde signaalbron.
Pagina
Volume Trim
Corrigeert volumeverschillen tussen
signaalbronnen.
30
Signal Info
Geeft informatie weer over het
audiosignaal.
30
Auto Preset
Registreert automatisch FMradiostations met sterke signalen als
voorkeuzestations.
18
Clear Preset
Wist radiostations die naar
voorkeuzenummers zijn geregistreerd.
19
TrafficProgram
Zoekt automatisch naar een station met
verkeersinformatie.
20
Repeat
Configureert de herhaalinstelling voor de
22, 24,
iPod, het USB-opslagapparaat of de
26
mediaserver.
Shuffle
Configureert de shuffle-instelling voor de
22, 24,
iPod, het USB-opslagapparaat of de
26
mediaserver.
Vol.Interlock
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf
iTunes/iPod via AirPlay.
30 Nl
Keuzes
Druk herhaaldelijk op de cursortoetsen (B/C) om de informatie
op het display op het voorpaneel te wisselen.
y
Functie
Geeft informatie weer over audiosignalen.
y
OPTION menu-items
Item
■ Signal Info
30
Instellingen
Off
Schakelt volumeknoppen uit vanaf iTunes/iPod.
Ltd
(standaard)
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod
binnen het beperkte bereik (-80,0 dB tot 0,0 dB en
gedempt).
Full
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod
binnen het volledige bereik (-80,0 dB tot +16,5 dB
en gedempt).
Verschillende functies configureren (menu SETUP)
Verschillende functies configureren (menu SETUP)
U kunt de verschillende functies van het toestel configureren.
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
Onderdelen van het menu SETUP
SETUP
Cursortoetsen
ENTER
RETURN
ENTER
DISPLAY
TOP
MENU
1
Menu-item
VOLUME
Geeft de netwerkinformatie
van het toestel weer.
32
IP Address
Configureert de
netwerkparameters
(zoals IP-adres).
32
MAC Filter
Stelt het MAC-adresfilter in
om te verhinderen dat andere
netwerkapparaten toegang
krijgen tot het toestel.
32
DMC Control
Bepaalt of een DLNAcompatibele Digital Media
Controller (DMC) het
afspelen mag besturen.
32
NET Standby
Bepaalt of de functie die het
toestel inschakelt vanaf
andere netwerkapparaten
moet worden ingeschakeld/
uitgeschakeld.
32
MUTE
Druk op SETUP.
VOL.
SP A
NetworkSetup
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
menu te selecteren.
Network
Setup
VOL.
SP A
InitialVolume
3
33
Werkt de firmware bij via het
netwerk.
33
Max Volume
Stelt het maximale volume in
om een extreem
geluidsvolume te voorkomen.
33
Initial Volume
Stelt het eerste volume in op
het moment dat het toestel
wordt ingeschakeld.
33
AutoPowerStdby
Stelt de hoeveelheid tijd in
voor de automatische standbyfunctie.
33
ECO Mode
Schakelt de eco-modus
(energiebesparingsmodus) in
of uit.
33
DC OUT
Bepaalt hoe er stroom wordt
toegevoerd via de DC OUTaansluiting.
33
VOL.
IniVol.+16.5dB
Update
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om een
instelling te selecteren en druk op ENTER.
y
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren
naar de vorige status.
5
Sluit af vanuit het menu door op SETUP te
drukken.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Bewerkt de netwerknaam (de
naam van het toestel op het
Network Name netwerk) die andere
netwerkapparaten wordt
weergegeven.
Druk op ENTER.
SP A
4
Pagina
Information
RETURN
POP-UP
MENU
Functie
Nederlands
31 Nl
Verschillende functies configureren (menu SETUP)
Network Setup
4
Gebruik de cursortoetsen (B / C) of
nummertoetsen om een waarde te wijzigen.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Configureert de netwerkinstellingen.
■ Information
Geeft de netwerkinformatie van het toestel weer.
NewFwAvailable
Verschijnt als voor de firmware van dit
toestel een updat beschikbaar is (p.39).
STATUS
De verbindingsstatus van de NETWORKaansluiting
MAC
MAC address (MAC-adres)
IP
IP address (IP-adres)
SUBNET
Subnet mask (subnetmasker)
GTWY
Het IP-adres van de standaardgateway
DNS P
Het IP-adres van de primaire DNS-server
DNS S
Het IP-adres van de secundaire DNS-server
VTUNER
Het id van de internetradio (vTuner)
■ MAC Filter
Stelt het MAC-adresfilter in om te verhinderen dat andere
netwerkapparaten toegang krijgen tot het toestel.
Filter
Schakelt het MAC-adresfilter in/uit.
Off
(standaard)
Schakelt het MAC-adresfilter uit.
On
Schakelt het MAC-adresfilter in. Geef in “MAC
Address 01–10” het MAC-adres aan van de
netwerkapparaten die toestemming hebben voor
toegang tot het toestel.
Filterinstellingen MAC-adres
■ IP Address
Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres).
1
Stel “Filter” in op “On”.
DHCP
Bepaalt of een DHCP-server wordt gebruikt.
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
MAC-adresnummer (01 tot 10) te selecteren.
3
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de
cursortoetsen (B / C) om een waarde te selecteren.
4
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Off
Er wordt geen DHCP-server gebruikt. U moet de
netwerkparameters handmatig configureren. Zie
“Handmatige netwerkinstellingen” voor meer
informatie.
On
(standaard)
Er wordt een DHCP-server gebruikt om de
netwerkparameters (zoals IP-adres) van het toestel
automatisch te bepalen.
Handmatige netwerkinstellingen
y
1
Stel “DHCP” in op “Off”.
Als u “AirPlay” (p.28) en “DMC Control” (p.32) gebruikt, kunt
u, ondanks de MAC-adresfilter, niet de toegang beperken van
netwerkapparaten.
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
parametertype te selecteren.
■ DMC Control
Bepaalt of een DLNA-compatibele Digital Media
Controller (DMC) het afspelen mag besturen.
Address
Hierin kunt u een IP-adres opgeven.
Subnet
Mask
Hierin kunt u een subnetmasker opgeven.
Disable
Weergave kan niet worden bediend met DMC’s.
Default
Gateway
Geeft het IP-adres aan van de standaardgateway.
Enable
(standaard)
Weergave kan worden bediend met DMC’s.
DNS
Server(P)
Hierin kunt u het IP-adres van de primaire DNSserver opgeven.
DNS
Server(S)
Hierin kunt u het IP-adres van de secundaire
DNS-server opgeven.
3
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om de
bewerkingspositie te selecteren.
y
Een Digital Media Controller (DMC) is een apparaat dat via het
netwerk andere netwerkapparaten kan bedienen. Als deze functie
is ingeschakeld, kunt u het afspelen van het toestel bedienen met
DMC’s (zoals Windiow Media Player 12) op hetzelfde netwerk.
■ NET Standby
Bepaalt of het toestel kan worden ingeschakeld vanaf
andere apparaten in het netwerk (netwerk stand-by).
VOL.
SP A
Address1192
Off
(standaard)
Schakelt de netwerk stand-byfunctie uit.
On
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in. (Het
toestel verbruikt meer stroom dan wanneer “Off”
is geselecteerd.)
(Voorbeeld: IP-adresinstelling)
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om tussen segmenten
(Adres1, Adres2...) van het adres te schakelen.
32 Nl
Verschillende functies configureren (menu SETUP)
■ Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die andere netwerkapparaten wordt
weergegeven.
1
Selecteer “Network Name”.
Initial Volume
Stelt het eerste volume in wanneer de ontvanger wordt
ingeschakeld.
Off (standaard)
Stelt het volume in op het niveau dat was
ingesteld op het moment dat dit toestel in de
stand-bymodus werd gezet.
Mute
Stelt het toestel zo in dat de audioweergave
wordt gedempt.
-80,0 dB tot
+16,5 dB
(stappen van 0,5 dB)
Stelt het niveau in op een opgegeven
volumeniveau.
VOL.
SP A
NetworkName
2
Druk op ENTER om de weergave voor
naambewerking te openen.
AutoPowerStdby
VOL.
SP A
Stelt de hoeveelheid tijd in voor de automatische stand-byfunctie.
Als u het toestel niet gebruikt gedurende een opgegeven tijd,
wordt het toestel automatisch in de stand-bymodus gezet.
R-N500XXXXXX
Network name (naam netwerk)
3
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de
cursortoetsen (B / C) om een teken te
selecteren.
VOL.
SP A
Het toestel wordt niet automatisch in de standbymodus gezet.
2 hours,
4 hours,
8 hours
(standaard),
12 hours
Het toestel wordt in de stand-bymodus gezet als u
het toestel niet bedient gedurende de opgegeven
tijd. Als bijvoorbeeld “2 hours” is geselecteerd,
schakelt het toestel over naar de stand-bymodus
als u het twee uur niet hebt gebruikt.
y
Net voordat de stand-bymodus op het toestel wordt geactiveerd,
wordt “AutoPowerStdby” weergegeven en begint het aftellen op
de display van het voorpaneel.
ECO Mode
4
Druk op ENTER om de nieuwe naam te
bevestigen.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
■ Update
Schakelt de eco-modus (energiebesparingsmodus) in of uit.
Als de eco-modus is ingeschakeld, kunt u het
stroomverbruik van het toestel verminderen.
Off (standaard)
Schakelt de eco-modus uit.
On
Schakelt de eco-modus in.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
R-N500XXXXXX
Off
Werkt de firmware bij via het netwerk.
Perform
Update
Start het proces voor het bijwerken van de
firmware van het toestel. Zie “De firmware van
het toestel bijwerken via het netwerk” (p.39) voor
details.
Version
Geeft de versie weer van de firmware die op het
toestel is geïnstalleerd.
ID
Geeft het systeem-id-nummer weer.
Opmerkingen
• Zorg dat u op ENTER drukt om het toestel opnieuw te starten
nadat u een instelling hebt geselecteerd. De nieuwe instelling
wordt van kracht nadat het toestel opnieuw is gestart.
• Als “ECO Mode” is ingesteld op “On”, kan het display van het
voorpaneel donker worden.
• Als u audio met een hoog volume wilt afspelen, stelt u “ECO
Mode” in op “Off”.
DC OUT
Max Volume
Stelt het maximale volume in om een extreem
geluidsvolume te voorkomen.
Standaard
+16,5 dB
Power Mode
Bepaalt hoe voeding naar de Yamaha AV-accessoire wordt
geleverd die metde DC OUT-aansluiting is verbonden.
Cont
(standaard)
Levert continu voeding via de DC OUTaansluiting, ongeacht de vermogenstatus (aan/
stand-by) van het toestel.
Sync
Levert alleen voeding via de DC OUT-aansluiting
als het toestel is ingeschakeld.
33 Nl
Nederlands
Instelbereik
-30,0 dB tot +15,0 dB (stappen van 5,0 dB), +16,5 dB
Configueert de DC OUT aansluiting.
De systeeminstellingen configureren (ADVANCED SETUP-menu)
De systeeminstellingen configureren (ADVANCED SETUP-menu)
Configureer de systeeminstellingen van het toestel via het display op het voorpaneel.
1
Schakel het toestel uit.
2
Houd RETURN op het voorpaneel ingedrukt en
druk op A (aan/uit).
A (aan/uit)
De instelling van de
luidsprekerimpedantie (SP IMP.)
wijzigen
RETURN
SPIMP.8MIN
Wijzig de instellingen van de luidsprekerimpedantie van
het toestel overeenkomstig de impedantie van de
aangesloten luidsprekers.
Instellingen
SELECT/ENTER
4
Selecteer deze optie als u luidsprekers van 4 ohm
wilt aansluiten op het toestel.
Selecteer deze optie als u luidsprekers van 8 ohm
wilt aansluiten op het toestel.
3
Draai SELECT/ENTER om een onderdeel te
selecteren.
8
(standaard)
4
Druk op SELECT/ENTER om een instelling te
selecteren.
De afstandsbedienings-id
selecteren (REMOTE ID)
5
Druk op A (aan/uit) om het toestel uit te
schakelen en daarna weer in te schakelen.
De nieuwe instellingen worden van kracht.
Onderdelen van het menu
ADVANCED SETUP
Item
Functie
Pagina
SP IMP.
Wijzigt de instelling van de
luidsprekerimpedantie.
34
REMOTE ID
Selecteert de afstandsbedienings-id
van het toestel.
34
INIT
Herstelt de standaardinstellingen.
35
UPDATE
Werkt de firmware bij.
35
VERSION
Controleert de versie van de firmware
die momenteel is geïnstalleerd op het
toestel.
35
REMOTEIDID2
Wijzig de afstandsbedienings-ID van het toestel zodat deze
overeenstemt met de ID van de afstandsbediening (standaard:
ID2). Bij het gebruik van meerdere Yamaha AV-receivers
kunt u elke afstandsbediening instellen met een unieke
afstandsbedienings-ID voor de bijbehorende ontvanger.
Instellingen
ID1, ID2 (standaard)
■ De afstandsbedienings-ID van de
afstandsbediening wijzigen
1
Om ID1 te selecteren, houdt u nummertoets
“1” langer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl
u de ID ingedrukt houdt.
Om ID2 te selecteren, houdt u nummertoets
“2” langer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl
u de ID ingedrukt houdt.
Zodra de afstandsbedieningscode succesvol is
geregistreerd, verschijnt op het display van het
voorpaneel “Rem: Success”.
Als “Rem: Fail” op het display van het voorpaneel
verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal vanaf stap 1.
y
De geregistreerde afstandsbedieningscodes (p.36) worden niet
gewist als u de afstandsbedienings-ID wijzigt.
34 Nl
De systeeminstellingen configureren (ADVANCED SETUP-menu)
De standaardinstellingen
herstellen (INIT)
De versie van de firmware
controleren (VERSION)
INITCANCEL
Herstelt de standaardinstellingen van het toestel.
Keuzes
ALL
Herstelt de standaardinstellingen van het toestel.
CANCEL
Er wordt geen initialisatie uitgevoerd.
VERSIONxx.xx
Controleer de versie van de firmware die momenteel is
geïnstalleerd op het toestel.
y
• U kunt de versie van de firmware eveneens controleren in
“Update” (p.33) in het menu “SETUP”.
• Het kan enige tijd duren voordat de firmwareversie wordt
weergegeven.
De firmware bijwerken (UPDATE)
UPDATEUSB
Wanneer dit nodig, is verschijnt er nieuwe firmware die
extra eigenschappen of productverbeteringen bevat.
Updates kunnen worden gedownload van onze website.
Als het toestel is aangesloten op het internet, kunt u de
firmware bijwerken via het netwerk. Raadpleeg de
bijbehorende informatie bij de updates voor details.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Firmware updateprocedure
Voer deze procedure niet uit tenzij een update van de
firmware noodzakelijk is. Lees de bijbehorende informatie
bij de updates voordat u de firmware bijwerkt.
1
Druk herhaaldelijk op SELECT/ENTER om
“USB” of “NETWORK” te selecteren en druk
op DISPLAY om de update van de firmware te
starten.
Keuzes
USB
De firmware bijwerken met een USBgeheugenapparaat.
NETWORK
De firmware bijwerken via het netwerk.
y
Als het toestel via het netwerk nieuwere firmware detecteert,
verschijnt “NewFwAvailable” als het “Information” menu-item
in “Network Setup”. In dit geval kunt u ook de firmware van het
toestel bijwerken door de procedure te volgen in “De firmware
van het toestel bijwerken via het netwerk” (p.39).
Nederlands
35 Nl
Externe apparaten besturen met de afstandsbediening
Externe apparaten besturen met de afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening van het toestel gebruiken voor het bedienen van externe apparaten (zoals cd-spelers), als u
de afstandsbedieningscode van het externe apparaat hebt geregistreerd.
Opmerkingen
• Externe apparaten die niet zijn voorzien van een afstandsbedieningssensor kunnen niet bediend worden.
• Controleer of de afstandsbedienings-id van het externe apparaat is ingesteld op “ID1”. Als er een andere id is geselecteerd, werken de
afstandsbedieningsfuncties mogelijk niet goed.
• Als de afstandsbediening van het toestel langer dan 2 minuten geen batterijen bevat, kunnen de geregistreerde codes worden gewist.
Als dit gebeurt, plaatst u nieuwe batterijen en registreert u de codes opnieuw.
De afstandsbedieningscode van
een tv instellen
U kunt de afstandsbediening van het toestel gebruiken om
een tv te bedienen als u de afstandsbedieningscode van de
tv hebt geregistreerd.
y
U kunt de afstandsbedieningscode van uw tv ook toewijzen aan
de signaalkeuzetoetsen van het toestel (p.37). In dat geval kunt u
de tv bedienen met de cursortoetsen of de nummertoetsen (deze
functie is mogelijk niet op alle tv-modellen beschikbaar).
CODE SET
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
+10
ENT
Nummertoetsen
TV
TV INPUT
TV VOL
TV MUTE
1
TV CH
Bedieningstoetsen tv
TV A
Raadpleeg Refer to “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” (einde van
deze handleiding) om de code van de
afstandbediening van uw tv te zoeken.
y
Als er meerdere afstandsbedieningscodes zijn, registreert u de
eerste code in de lijst. Als dat niet werkt, probeert u de andere
codes.
2
Druk op CODE SET. Gebruik hiervoor een
puntig voorwerp, zoals de punt van een
balpen.
Voer elk van de volgende stappen binnen 1 minuut
uit. Anders wordt het instellen geannuleerd. Als dit
gebeurt, herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
36 Nl
3
Druk op TV A.
4
Gebruik de nummertoetsen om de 4cijferige
afstandsbedieningscode in te voeren.
Zodra de afstandsbedieningscode succesvol is
geregistreerd, verschijnt op het display van het
voorpaneel “Rem: Success”.
Als “Rem: Fail” op het display van het voorpaneel
verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal vanaf
stap 2.
■ De tv bedienen
Als u de afstandsbedieningscode van de tv hebt
geregistreerd, kunt u de tv bedienen met de
bedieningstoetsen voor de tv ongeacht de signaalbron die
u hebt geselecteerd op het toestel.
Bedieningstoetsen
tv
INPUT
Schakelt tussen de videosignaalbronnen
voor de tv.
MUTE
Dempt de audioweergave van de tv.
TV VOL
Regelt het volume van de tv.
TV CH
Schakelt tussen tv-zenders
TV A
Zet de tv aan/uit.
Externe apparaten besturen met de afstandsbediening
De afstandsbedieningscodes van
weergaveapparaten registreren
U kunt de afstandsbediening van het toestel gebruiken om
een weergaveapparaten te bedienen als u de
afstandsbedieningscodes van de apparaten hebt
geregistreerd. U kunt ook de signaalkeuzetoetsen gebruiken
om te bepalen welk weergaveapparaat wordt bediend met de
afstandsbediening, omdat de afstandsbedieningscodes van
de apparaten zijn toegewezen aan de signaalkeuzetoetsen.
CODE SET
SOURCE
■ Een weergaveapparaat bedienen
Als u de afstandsbedieningscode van het
weergaveapparaat hebt ingesteld, kunt u het apparaat
bedienen met de volgende toetsen nadat u de signaalbron
of scene hebt geselecteerd.
CODE SET
SOURCE
SOURCE A
RECEIVER
SLEEP
SPEAKERS
CODE SET
RECEIVER
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
SLEEP
Menutoetsen
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
B
COAX1
COAX2
OPT1
OPT2
LINE1
LINE2
LINE3
PHONO
ENTER
VOLUME
RETURN
DISPLAY
DISPLAY
TOP
MENU
Signaalkeuzetoetsen
POP-UP
MENU
MUTE
Bedieningstoetsen
voor extern apparaat
DISC SKIP
TUNER
CD
FM
AM
USB
NET
PRESET
TUNING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
+10
ENT
Nummertoetsen
1
2
3
5
6
7
4
8
9
0
+10
ENT
TV VOL
TV CH
Nummertoetsen
TV
TV INPUT
TV MUTE
TV
Bedieningstoetsen
tv
TV INPUT
TV VOL
TV CH
TV MUTE
1
Raadpleeg “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” (einde van
deze handleiding) om de code van de
afstandsbediening voor uw afspeelapparaat
te zoeken.
Menutoetsen
Als er meerdere afstandsbedieningscodes zijn, registreert u de eerste
code in de lijst. Als dat niet werkt, probeert u de andere codes.
3
4
Druk op CODE SET. Gebruik hiervoor een
puntig voorwerp, zoals de punt van een balpen.
Voer elk van de volgende stappen binnen 1 minuut
uit. Anders wordt het instellen geannuleerd. Als dit
gebeurt, herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Hiermee kunt u een item
selecteren.
ENTER
Hiermee bevestigt u een
geselecteerd item.
RETURN
Keert terug naar de vorige status.
Schakelt tussen de informatie op
het display.
DISPLAY
y
2
Cursortoetsen
Bedieningstoetsen voor
extern
apparaat
TOP MENU
Geeft het hoofdmenu weer.
POP-UP
MENU
Geeft het pop-upmenu weer.
s
Stopt het afspelen.
e
Stopt het afspelen tijdelijk.
h
Start het afspelen van het
geselecteerde nummer of de
geselecteerde video.
w
Druk op de signaalkeuzetoets.
Druk bijvoorbeeld op cd om de afstandsbedieningscode
in te stellen van het weergaveapparaat dat is
aangesloten op de cd-aansluiting.
b
a
Zoekt voorwaarts/achterwaarts
(ingedrukt houden).
Gaat vooruit/terug.
Nummertoetsen
Hiermee kunt u numerieke
waarden invoeren.
Bedieningstoetsen tv
Hiermee kunt u de tv bedienen
(p.36).
Opmerking
Deze toetsen werken alleen als de overeenkomstige functie
beschikbaar is op het weergaveapparaat en het apparaat kan
worden bediend met een infrarood afstandsbediening.
37 Nl
Nederlands
Gebruik de nummertoetsen om de 4cijferige
afstandsbedieningscode in te voeren.
Zodra de afstandsbedieningscode succesvol is
geregistreerd, verschijnt op het display van het
voorpaneel “Rem: Success”.
Als “Rem: Fail” op het display van het voorpaneel
verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal vanaf
stap 2.
f
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zet het weergaveapparaat aan/uit.
SOURCE A
Externe apparaten besturen met de afstandsbediening
De afstandsbedieningscodes
opnieuw instellen
U kunt de afstandsbedieningscodes die aan elke
signaalkeuzetoets zijn toegewezen naar de
fabriekswaarden resetten.
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
CODE SET
SLEEP
SPEAKERS
ID
DIMMER
A
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
B
SETUP
ENTER
VOLUME
RETURN
DISPLAY
TOP
MENU
POP-UP
MENU
MUTE
DISC SKIP
1
2
3
5
6
7
4
8
9
0
+10
ENT
TV VOL
TV CH
Numemrtoetsen
TV
TV INPUT
TV MUTE
1
Druk op CODE SET. Gebruik hiervoor een
puntig voorwerp, zoals de punt van een
balpen.
Voer elk van de volgende stappen binnen 1 minuut
uit. Anders wordt het instellen geannuleerd. Als dit
gebeurt, herhaalt u de procedure vanaf stap 1.
2
Druk op SETUP.
3
Gebruik de nummertoetsen om “9981” in te
voeren.
Zodra de afstandsbedieningscode succesvol is
geregistreerd, verschijnt op het display van het
voorpaneel “Rem: Success”.
Als “Rem: Fail” op het display van het voorpaneel
verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal vanaf
stap 1.
38 Nl
De firmware van het toestel bijwerken via het netwerk
De firmware van het toestel bijwerken via het netwerk
Wanneer dit nodig, is verschijnt er nieuwe firmware die extra eigenschappen of productverbeteringen bevat. Als het
toestel is aangesloten op het internet, kunt u de firmware downloaden en bijwerken via het netwerk.
Opmerkingen
• Gebruik het toestel niet en koppel het netsnoer en de netwerkkabel niet los wanneer de firmware wordt bijgewerkt. Het bijwerken
van de firmware duurt ongeveer 20 minuten of meer (afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding).
• Als het toestel via een draadloze netwerkadapter is aangesloten op het draadloze netwerk, kunnen netwerkupdates mogelijk niet
worden uitgevoerd, afhankelijk van de kwaliteit van de draadloze verbinding. Werd de firmware in dat geval bij met het USBgeheugenapparaat (p.35).
y
U kunt de firmware eveneens bijwerken met behulp van een
USB-geheugenapparaat via het menu “ADVANCED SETUP”
(p.35).
HOME
NOW
PLAYING
SETUP
OPTION
ENTER
DISPLAY
TOP
MENU
Druk op ENTER om de update van de
firmware te starten.
Het toestel start opnieuw en de update van de
firmware start.
y
SETUP
Cursortoetsen B / C
ENTER
6
Als u de bewerking wilt annuleren zonder de firmware bij te
werken, drukt u op SETUP.
VOLUME
RETURN
POP-UP
MENU
7
MUTE
1
Druk op SETUP.
2
Gebruik de cursortoetsen om “Network
Setup” te selecteren en druk op ENTER.
3
Gebruik de cursortoetsen om “Information”
te selecteren en druk op ENTER.
Als nieuwe firmware beschikbaar is, verschijnt
“NewFwAvailable” op het display van het
voorpaneel.
Als “UPDATE SUCCESS” wordt weergegeven
op het display op het voorpaneel, drukt u op
A (aan/uit) op het voorpaneel.
De update van de firmware is voltooid.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
VOL.
SP A
NewFwAvailable
4
Druk op RETURN om naar de vorige status
terug te keren.
5
Gebruik de cursortoetsen om “Update” te
selecteren en druk op ENTER.
VOL.
SP A
PerformUpdate
Nederlands
39 Nl
AANVULLENDE INFORMATIE
Foutopsporing
Foutopsporing
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem dat u ervaart, niet
hieronder in de lijst voorkomt, of als de instructies hieronder neit helpen, stelt u dit toestel in op de stand-bymodus,
verwijdert u het netsnoer en neemt u contact op met de dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
■ Algemeen
Oorzaak
Het toestel kan niet
worden ingeschakeld.
Het veiligheidscircuit werd 3 keer achter
elkaar geactiveerd. Als het toestel zich in
deze toestand bevindt, knippert de standbyindicator op het toestel als u probeert
het toestel in te schakelen.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de stroom van dit
toestel niet worden ingeschakeld. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De impedantie is verkeerd ingesteld.
Stel de impedantie in overeenstemming met uw
luidsprekers in.
11
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
10
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Stel dit toestel in de stand-bymodus, verwijder het
netsnoer en steek het na 30 seconden weer in en
gebruik het daarna zoals gewoonlijk.
Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
10
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte ingangsbron met de INPUTkeuzeknop op het voorpaneel (of een van de
invoerkeuzetoetsen op de afstandbediening).
14
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet
correct ingesteld.
Zet de overeenkomende SPEAKERS A of
SPEAKERS B aan.
14
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
Uitvoer is uitgeschakeld.
Schakel de dempen uit.
De instelling voor maximaal volume of
initieel volume is te laag ingesteld.
Stel de instelling in op een hogere waarde.
Het component die overeenkomt met de
geselecteerde signaalbron is
uitgeschakeldof speelt niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.
De audio-uitgang van een apparaat dat op
een digitale audio-ingang (COAXIAL 12/OPTICAL 1-2-aansluitingen) is
aangesloten, is op iets anders dan PCM
ingesteld.
Stel de audio-uitgang van het aangesloten apparaat in
op PCM,
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Stel de luidsprekerimpedantie in in overeenstemming
met de luidsprekers.
11
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
10
Het toestel is te warm geworden.
Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet
worden geblokkeerd.
—
De functie voor automatische stand-by
heeft dit toestel uitgeschakeld.
WIjzig de automatische stand-by (“AutoPowerStdby”
in het menu “SETUP”) naar een langere instelling of
schakel het uit.
34
Geen geluid
Het geluid valt
plotseling weg.
40 Nl
Oplossing
Zie
pagina
Probleem
—
—
—
10
8
33
—
—
Foutopsporing
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
De BALANCE-regelaar is verkeerd
ingesteld.
Stel de BALANCE-regelaar in op de geschikte stand.
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is
sfeerloos.
De plus- en min-kabels (+ en –) zijn
verkeer om aangesloten op de versterker
of de luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase + en –.
Er wordt een
“zoemend” geluid
gehoord.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekkers stevig aan. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
10
De platenspeler is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Verbind de platenspeler met de GND-aansluiting van
dit toestel.
10
Het volumeniveau is
laag bij het afspelen
van een plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
platenspeler met een MC-cassette.
De platenspeler moet aangesloten zijn op dit toestel
via de MC-voorversterker.
Het geluid is van
mindere kwaliteit
wanneer u luistert
met een
hoofdtelefoon
verbonden met de cdspeler of het
cassettedeck die op
dit toestel zijn
aangesloten.
De stroom van het toestel is uitgeschakeld
of het toestel is in de stand-bymodus
ingesteld.
Schakel het toestel in.
Het geluidsniveau is
laag.
De volumeregelaarfunctie staat aan.
Er komt slechts aan
één kant geluid uit de
luidspreker.
10
15
10
—
14
Draai het volume omlaag, stel de LOUDNESSregelaar in op de FLAT-positie en stel dan opnieuw
het volume af.
15
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
41 Nl
Foutopsporing
■ Tuner
Probleem
FM/
AM
AM
42 Nl
Oplossing
De bijzondere eigenschppen van de
ontvangen FM-stereo-uitzendingen kan
dit probleem veroorzaken als de zender te
ver af staat of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FMantenne te gebruiken.
Er is
vervorming en
ook een betere
FM-antenne
zorgt niet voor
een betere
ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren wordt ontvangen.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van
deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
het gewenste
station.
Het signaal is te zwak.
NO PRESETS
wordt
weergegeven.
Er zijn geen voorkeuzestations
geregistreerd.
Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als
voorkeuzestations.
WRONG
STATION wordt
weergegeven.
Er wordt een ongeldige FM/AMfrequentie ingevoerd.
Voer een frequentie in die kan worden ontvangen.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
het gewenste
station.
Het signaal is te zwak of de antenneaansluitingen zitten los.
Zet de AM-antenne-aansluitingen vast en richt het
zodat het de beste ontvangst levert.
Er is veel ruis
in de FM
stereoontvangst.
FM
Oorzaak
Schakel over op mono.
Zie
pagina
12
17
—
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FMantenne te gebruiken.
12
Stem handmatig af.
17
18
17
—
Stem handmatig af.
17
Automatische
Automatische voorkeuzestations zijn niet
voorkeuzestation beschikbaar voor AM.
werkt niet.
Gebruik handmatige voorkeuzestations.
18
U hoort
doorlopend
gekraak en
gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van
bliksem, tl-verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Probeer een buitenantenne en een goede aarding te
gebruiken.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort
gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een tv
gebruikt.
Zet het toestel verder bij de tv vandaan.
—
—
Foutopsporing
■ USB en netwerk
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
Het USB-apparaat is niet goed
aangesloten op de USB-aansluiting.
Zet het toestel uit, sluit het USB-apparaat opnieuw
aan en zet het toestel weer aan.
—
Het bestandssysteem van het USBapparaat is niet FAT16 of FAT32.
Gebruik een USB-apparaat met de FAT16- of FAT32indeling.
—
Mappen en bestanden
op het USB-apparaat
kunnen niet worden
weergegeven.
De gegevens op het USB-apparaat zijn
beveiligd met de codering.
Gebruik een USB-apparaat zonder coderingsfunctie.
De netwerkfunctie
werkt niet.
De netwerkparameters (IP-adres) zijn niet
correct verkregen.
Schakel de DHCP-serverfunctie in op uw router en
stel “DHCP” in het menu “SETUP” in op “Aan” op
het toestel. Als u de netwerkparameters handmatig
wilt configureren, gebruik dan een IP-adres dat niet
wordt gebruikt door andere netwerkapparaten in het
netwerk.
32
De instelling voor het delen van media is
onjuist.
Configureer de instelling voor delen en selecteer het
toestel als een apparaat waarmee muziekinhoud
wordt gedeeld.
—
Bepaalde beveiligingssoftware op uw pc
blokkeert de toegang van het toestel tot de
pc.
Controleer de instellingen van de
beveiligingssoftware op uw pc.
Het toestel en de pc bevinden zich niet in
hetzelfde netwerk.
Controleer de netwerkverbindingen en de instellingen
van uw router en verbind vervolgens het toestel en de
pc met hetzelfde netwerk.
13
Het MAC-adresfilter is ingeschakeld op
het toestel.
Schakel in “MAC Filter” in het menu “SETUP” de
MAC-adresfilter uit of geef het MAC-adres van uw
pc aan om het toegang tot het toestel te geven.
32
De bestanden op de
pc kunnen niet
worden weergegeven
of geopend.
De bestanden worden niet ondersteund
door het toestel of de mediaserver.
Gebruik een bestandsindeling die wordt ondersteund
door het toestel en de mediaserver. Raadpleeg
“Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)”
voor meer informatie over de bestandsindelingen die
door het toestel worden ondersteund.
25
De internetradio kan
niet worden
afgespeeld.
Het geselecteerde internetradiostation is
tijdelijk niet beschikbaar.
Het radiostation kan een netwerkprobleem hebben of
de service kan zijn gestopt. Probeer het station later
opnieuw of selecteer een ander station.
—
Het geselecteerde internetradiostation
zendt momenteel stilte uit.
Sommige internetradiostations zenden op bepaalde
tijdstippen stilte uit. Probeer het station later opnieuw
of selecteer een ander station.
—
De toegang tot het netwerk wordt
verhinderd door de firewallinstellingen
van uw netwerkapparaten (zoals de
router).
Controleer de firewallinstellingen van de
netwerkapparaten. De internetradio kan alleen
worden afgespeeld als het de poort passeert waarop
het is aangewezen door elk radiostation. Het
poortnummer varieert afhankelijk van het
radiostation.
—
Het MAC-adresfilter is ingeschakeld op
het toestel.
Schakel in “MAC Filter” in het menu “Network
Setup” de MAC-adresfilter uit of geef het MAC-adres
van uw smartphone/tablet aan om het toegang tot het
toestel te geven.
32
Het toestel en de smartphone/tablet
bevinden zich niet in hetzelfde netwerk.
Controleer de netwerkverbindingen en de instellingen
van uw router en verbind vervolgens het toestel en de
smartphone/tablet met hetzelfde netwerk.
—
Afhankelijk van de toestand van het
netwerk, is het misschien niet mogelijk.
Werk de firmware opnieuw via het netwerk bij of
gebruik een USB-geheugenapparaat.
Het toestel detecteert
het USB-apparaat
niet.
Het toestel detecteert
de pc niet.
35
43 Nl
Nederlands
De update van de
firmware via het
netwerk is mislukt.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
De applicatie voor
smartphone/tablet
“NP Controller”
detecteert het toestel
niet.
—
Foutopsporing
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet correct.
44 Nl
Oorzaak
Verkeerde afstand of hoek.
Oplossing
Zie
pagina
De afstandbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting (van
fluorescentielampen met een
voorschakelapparaat, enz.) valt op de
afstandsbedieningssensor van dit toestel.
Verplaats het toestel.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
—
De afstandsbedienings-id en de id van het
toestel komen niet overeen.
Wissel de afstandsbedienings-id of het id van dit
toestel.
34
De afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Probeer een andere code van dezelfde fabrikant en
gebruik hiervoor “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het einde
van deze handleiding.
—
Zelfs als u de afstandsbedieningscode juist
hebt ingesteld, zijn er modellen die niet
reageren op de afstandsbediening.
Gebruik de afstandsbediening die is meegeleverd met
het component.
U hebt niet op de invoerkeuzetoets
gedrukt die hoort bij het component dat u
wilt bedienen.
Druk op de invoerkeuzeknop die overeenkomt met
het component dat u probeert te bedienen en druk
daarna op de gewenste toets(en) van de
afstandsbediening.
—
—
—
Foutindicaties op het voorpaneel
Foutindicaties op het voorpaneel
Bericht
Oorzaak
Oplossing
Access denied
Toegang tot de pc is niet toegestaan.
Configureer de instelling voor delen en selecteer het toestel als een
apparaat waarmee muziekinhoud wordt gedeeld (p.25)
Access error
Het toestel heeft geen toegang tot het
USB-apparaat.
Zet het toestel uit en sluit het USB-apparaat opnieuw aan. Als het
probleem aanhoudt, probeer dan een ander USB-apparaat.
Het toestel heeft geen toegang tot de iPod.
Schakel de iPod uit en opnieuw in.
De aangesloten iPod wordt niet
ondersteund door het toestel.
Gebruik een iPod die door het toestel wordt ondersteund (p.21).
Er is een probleem met het signaalpad van
het netwerk naar het toestel.
Controleer of de router en modem zijn ingeschakeld.
Check SP Wires
De luidsprekerkabels geven kortsluiting.
Draai de blootliggende draden van de kabels stevig in elkaar en
sluit ze correct aan op het toestel en de luidsprekers.
No content
De geselecteerde map bevat geen
afspeelbare bestanden.
Selecteer een map met bestanden die door het toestel worden
ondersteund.
No device
Het toestel kan het USB-apparaat niet
detecteren.
Zet het toestel uit en sluit het USB-apparaat opnieuw aan. Als het
probleem aanhoudt, probeer dan een ander USB-apparaat.
Het toestel kan de iPod niet detecteren.
Schakel de iPod uit en opnieuw in.
Please wait
Het toestel bereidt zich voor op
verbinding met het netwerk.
Wacht tot het bericht verdwijnt. Als het bericht langer dan 3
minuten blijft, schakelt u het toestel uit en weer in.
RemID Mismatch
De afstandsbedienings-ID van het toestel
komt niet overeen met die van de
afstandsbediening.
Wijzig de afstandsbedienings-ID van het toestel of van de
afstandsbediening (p.34).
Unable to play
Het toestel kan om onbekende reden de op
uw iPod opgeslagen nummers niet
weergeven.
Controleer de nummergegevens. Als de nummergegevens niet
kunnen worden weergegeven op de iPod, is het mogelijk dat de
nummergegevens of de opslagplaats defect zijn.
Het toestel kan om bepaalde redenen de
nummers die op de pc zijn opgeslagen niet
afspelen.
Controleer of de bestandsindeling van de bestanden die u probeert
af te spelen door het toestel wordt ondersteund. Zie “Muziek
afspelen van mediaservers (pc’s/NAS)” (p.25) voor informatie
over de indelingen die door het toestel worden ondersteund. Als
het toestel de bestandsindeling ondersteunt maar er toch helemaal
geen bestanden kunnen worden afgespeeld, is het mogelijk dat het
netwerk overbelast is door zwaar verkeer.
Update firmware is mislukt.
Werk de firmware opnieuw bij.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Version error
Controleer de verbinding tussen het toestel en de router (of hub)
(p.13).
Nederlands
45 Nl
Handelsmerken
Handelsmerken
“Made for iPod”, “Made for iPhone” en “Made for iPad” betekenen dat een elektronisch accessoire specifiek is
ontwikkeld voor aansluiting op respectievelijk iPod, iPhone of iPad en door de ontwikkelaar is gecertificeerd en voldoet
aan de prestatienormen van Apple.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat of voor het voldoen aan veiligheidseisen en wettelijke
normen.
Het gebruik van dit accessoire met iPod, iPhone of iPad kan de prestatie van draadloze functies beïnvloeden.
AirPlay, iPad, iPhone, iPod, iPod nano en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie gelicentieerd van Fraunhofer IIS en Thomson.
DLNA™ en DLNA CERTIFIED™ zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Digital Living Network
Alliance. Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd gebruik is streng verboden.
Windows™
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. en andere landen.
Internet Explorer, Windows Media Audio en Windows Media Player zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Android™
Android is een handelsmerk van Google Inc.
Deze ontvanger ondersteunt netwerkverbindingen.
46 Nl
Technische gegevens
Technische gegevens
AUDIOGEDEELTE
FM-GEDEELTE
• Minimaal RMS-uitvoervermogen
(20 Hz tot 20 kHz, 0,04% THD, 8 ) ........................80W + 80W
• Dynamisch vermogen per kanaal (IHF)
(8/6/4/2 ) .......................................................105/125/150/178 W
• Maximaal vermogen per kanaal [alleen Europees model]
(1 kHz, 0,7% THD, 4 ) ......................................................105 W
• IEC-vermogen [alleen Europees model]
(1 kHz, 0,04% THD, 8 ) .........................................................84 W
• Vermogenbandbreedte
(0,06% THD, 40W, 8 ) ..................................... 10 Hz tot 50 kHz
• Dempfactor (SPEAKERS A)
1 kHz, 8 .................................................................... 150 of meer
• Maximaal effectief uitgangsvermogen (JEITA)
[Uitsluitend Azië en de algemene modellen]
(1 kHz, 10% THD, 8 ) ................................................... 115 W
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO (MM) ........................................................ 3,5 mV/47 k
Cd, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
• Maximaal ingangssignaal
PHONO (MM) (1 kHz, 0,003% THD) .................. 60 mV of meer
Cd, enz. (1 kHz, 0,5% THD) .................................. 2,2 V of meer
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
Cd, enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV)
REC OUT ........................................................... 200 mV/1,0 k
Subwoofer OUT ......................................................4,0 V/1,2 k
Frequentiebegrenzing ......................................................... 90 Hz
Cd enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV, 8 )
PHONES ............................................................. 410 mV/470
• Frequentierespons
Cd, enz. (20 Hz tot 20 kHz) .......................................... 0 ± 0,5 dB
Cd, enz., PURE DIRECT op (10 Hz tot 100 kHz) ........0 ± 1,0 dB
• RIAA-egalisatie-afwijking
PHONO (MM) ..................................................................± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO (MM) tot REC
(20 Hz tot 20 kHz, 3 V) ..................................0,025% of minder
Cd, enz. tot SPEAKERS
(20 Hz tot 20 kHz, 40,0 W, 8 ) .....................0,015% of minder
• Signaal-ruisverhouding (IHF-A-netwerk)
PHONO (MM) (5 mV ingang kortgesloten) ...........87 dB of meer
Cd, enz., PURE DIRECT op
(200 mV ingang kortgesloten) ............................100 dB of meer
• Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ..................................... 30 µV
• Kanaalscheiding
Cd, enz.
(5,1 k ingang kortgesloten, 1/10 kHz) ..........65/50 dB of meer
• Toonregelingskarakteristieken
BASS
Versterken/verzwakken (20 Hz) .....................................± 10 dB
Wisselfrequentie .............................................................. 350 Hz
TREBLE
Versterken/verzwakken (20 kHz) ...................................± 10 dB
Wisselfrequentie ............................................................. 3,5 kHz
• Continue loudness-regeling
Demping (1 kHz) ................................................................ –30 dB
• Versterkingsvolgfout (+16,5 tot -80 dB) ................ 0,5 dB of minder
• Digitale ingang
OPTICAL
COAXIAL
Ondersteunt steekproeftempo ............................. 32 kHz tot 192 kHz
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................87,5 tot 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.................................................87,5/87,50 tot 108,0/108,00 MHz
[Modellen voor V.K., Europa, Korea, Australië]
...................................................................87,50 tot 108,00 MHz
• 50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.)
Mono ................................................................ 3,0 µV (20,8 dBf)
• Signaal-ruisverhouding (IHF)
Mono/stereo ............................................................... 71 dB/69 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/stereo ................................................................. 0,3%/0,5%
Antenne-aansluiting ........................................75 onevenwichtig
AM-GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 530 tot 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.......................................................... 530/531 tot 1710/1611 kHz
[Modellen voor V.K., Europa, Korea, Australië]
.......................................................................... 531 tot 1611 kHz
ALGEMEEN
• Voeding
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemeen model]
............................... 110-120/220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
[Modellen voor Korea]............................................ AC220V 60Hz
[Modellen voor Australië].................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa] ... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië]............................. AC 220-240 V, 50/60 Hz
• Stroomverbruik ....................................................................... 190 W
• Stroomgebruik tijdens stand-by ............................. 0,1 W of minder
Netwerkstand-by op .................................................... meestal 2,0 W
• Maximaal stroomgebruik
[Alleen algemeen model] ........................................................ 380 W
• Afmetingen (B H D) ................................. 435 151 387 mm
• Gewichtt ................................................................................... 9,8 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
47 Nl
Index
Index
A
Dubbele draad (Luidsprekeraansluiting) ....................... 11
Aan/uit-lampje (voorpaneel) ........................................... 4
Aansluiting afspeelapparaat........................................... 10
Aansluiting audioapparaten ........................................... 10
Aansluiting netsnoer...................................................... 13
Aansluiting opnameapparaat ......................................... 10
Aansluiting USB-opslagapparaat .................................. 23
Achterpaneel (namen en functies van onderdelen) ......... 7
ADVANCED SETUP-menu ......................................... 34
Afspelen van inhoud van USB-opslagapparaat............. 23
Afspelen van iPod-inhoud ............................................. 21
Afspeling van NAS-inhoud ........................................... 25
Afspeling van pc-inhoud ............................................... 25
Afstandsbediening
(namen en functies van onderdelen) ............................ 8
Afstemming van Radio Data System ............................ 20
AirPlay........................................................................... 28
AM-antenne-aansluiting ................................................ 12
AUDIO-aansluiting ................................................... 7, 10
Audiobestandsindeling (pc/NAS).................................. 25
Audiobestandsindeling (USB-opslagapparaat) ............. 23
Auto Power Standby (SETUP-menu)............................ 33
Auto Preset (FM-radio, OPTION-menu) ...................... 18
Automatisch voorkeuzestation (FM-radio) ................... 18
AutoPowerStdby (SETUP-menu) ................................. 33
E
B
BALANCE (toonregelaar)............................................. 15
Basishandeling voor afspelen ........................................ 14
BASS (toonregelaar) ..................................................... 15
Batterijen ......................................................................... 9
Bereik van afstandsbediening.......................................... 9
Bi-Amp (luidsprekeraansluiting)................................... 11
C
CAT-5-kabel.................................................................. 13
CHAN (Signal Info, OPTION-menu) ........................... 30
Clear Preset (FM/AM-radio, OPTION-menu) .............. 19
Clock Time (Radio Data System).................................. 20
COAXIAL-aansluiting .............................................. 7, 10
Coderegistratie afstandsbediening (afspeelapparaat) .... 36
Controle firmwareversie.......................................... 33, 35
D
DC OUT (SETUP-menu) .............................................. 33
DC OUT-aansluiting ....................................................... 7
Default Gateway (Information, SETUP-menu)............. 32
Default Gateway (IP Address, SETUP-menu) .............. 32
DHCP (IP Address, SETUP-menu)............................... 32
Digital Media Controller (DMC)................................... 32
Dimmer (voorpaneel) ...................................................... 6
DISPLAY-toets ..................................................... 4, 8, 29
DLNA ............................................................................ 25
DMC Control (Network Setup, SETUP-menu)............. 32
DNS Server (Information, SETUP-menu) .................... 32
DNS Server (IP Address, SETUP-menu)...................... 32
48 Nl
ECO Mode (SETUP-menu) ........................................... 33
Eenvoudig afspelen (iPod)............................................. 22
F
Filter (MAC Filter, SETUP-menu)................................ 32
Firmware bijwerken (netwerk) ................................ 35, 39
Firmware bijwerken (USB) ........................................... 35
Firmware-update............................................................ 39
FM/AM-radio afstemmen .............................................. 17
FM-antenne-aansluiting ................................................. 12
FORMAT (Signal Info, OPTION-menu) ...................... 30
Foutindicatie .................................................................. 45
G
Gateway ......................................................................... 32
H
Handmatig voorkeuzestation (FM/AM-radio)............... 18
Herhalen (iPod).............................................................. 22
Herhalen (pc/NAS) ........................................................ 26
Herhalen (USB-opslagapparaat) .................................... 24
Hernoemen (naam netwerk)........................................... 33
HOME-toets (internetradio)........................................... 27
HOME-toets (iPod)........................................................ 21
HOME-toets (pc/NAS) .................................................. 26
HOME-toets (USB-opslagapparaat) .............................. 23
Hoofdtelefoon .................................................................. 4
I
ID (Network Setup, SETUP-menu) ............................... 33
In.Trim (Volume Trim, OPTION-menu)....................... 30
Indicator (onderdeelnamen en functies) .......................... 6
Informatie wisselen (voorpaneel) .................................. 29
Informatieweergave (voorpaneel).................................... 6
Information (Network Setup, SETUP-menu) ................ 32
INIT (ADVANCED SETUP-menu).............................. 35
Initial Volume (SETUP-menu)...................................... 33
Input Trim (Volume Trim, OPTION-menu).................. 30
Instellingen voor het delen van media ........................... 25
IP Address (Information, SETUP-menu)....................... 32
IP Address (Network Setup, SETUP-menu).................. 32
iPod laden ...................................................................... 21
iPod-aansluiting ............................................................. 21
iPod-inhoud afspelen (AirPlay) ..................................... 28
iTunes-inhoud afspelen (AirPlay).................................. 28
L
LOUDNESS (toonregelaar)........................................... 15
Luidsprekerimpedantie ............................................ 11, 34
Luidsprekerindicator (voorpaneel) .................................. 6
Luidsprekerkabelverbinding .......................................... 11
Luisteren naar AM-radio ............................................... 17
Luisteren naar FM-radio ................................................ 17
Luisteren naar internetradio ........................................... 27
Index
M
MAC Address (Information, SETUP-menu) ................. 32
MAC Address (MAC Filter, SETUP-menu) ................. 32
MAC Filter (Network Setup, SETUP-menu) ................ 32
Max Volume (SETUP-menu) ........................................ 33
MODE-toets..................................................................... 8
Mono-ontvangst (FM-radio).......................................... 17
MUTE-toets ..................................................................... 8
N
NAS (Network Attached Storage)-aansluiting .............. 13
NET Standby (Network Setup, SETUP-menu) ............. 32
Netwerkinformatie ......................................................... 32
Netwerkkabel ................................................................. 13
Netwerkverbinding ........................................................ 13
Network Name (Network Setup, SETUP-menu)........... 33
Network Setup (SETUP-menu) ..................................... 32
Network Update (Network Setup, SETUP-menu)......... 33
NewFwAvailable ........................................................... 39
NOW PLAYING-toets (internetradio) .......................... 27
NOW PLAYING-toets (iPod) ....................................... 21
NOW PLAYING-toets (pc/NAS).................................. 26
NOW PLAYING-toets (USB-opslagapparaat).............. 23
Nummertoets.................................................................... 8
O
OPTICAL-aansluiting...................................................... 7
OPTION-menu .............................................................. 30
OPTION-toets.................................................................. 8
P
T
TONE CONTROL ......................................................... 15
TP (Traffic Program) ..................................................... 20
Traffic Program (FM-radio, OPTION-menu) ................ 20
TREBLE (toonregelaar) ................................................. 15
U
UPDATE (ADVANCED SETUP-menu) ...................... 35
Update (Network Setup, OPTION-menu) ..................... 33
USB-aansluiting ............................................................... 4
USB-klasse voor massaopslag ....................................... 23
V
Verkeersinformatie (Radio Data System) ...................... 20
VERSION (ADVANCED SETUP-menu)..................... 35
Version (Network Setup, SETUP-menu)....................... 33
Vol.Interlock (OPTION-menu)...................................... 30
Volume Interlock (OPTION-menu)............................... 30
Volume Trim (OPTION-menu) ..................................... 30
Voorkeurstation (FM/AM-radio) ................................... 18
Voorkeuzestation selecteren (FM/AM-radio) ................ 19
vTuner ID (Information, SETUP-menu)........................ 32
W
Weergaveapparaat bedienen (afstandsbediening) .......... 36
AANVULLENDE
INFORMATIE
Pc-aansluiting ................................................................ 13
Perform Update (Network Setup, SETUP-menu) ......... 33
PHONES-aansluiting ....................................................... 4
Power Mode (DC OUT, SETUP-menu) ........................ 33
Program Service (Radio Data System) .......................... 20
Program Type (Radio Data System).............................. 20
PURE DIRECT.............................................................. 14
Signaalzender van afstandsbediening
(afstandsbediening) ...................................................... 8
Signal Info (OPTION-menu) ......................................... 30
Slaaptimer ...................................................................... 16
SLEEP-toets ................................................................... 16
SP IMP. (ADVANCED SETUP-menu)......................... 34
Status (Information, SETUP-menu)............................... 32
STP-netwerkkabel .......................................................... 13
Subnet Mask (Information, SETUP-menu) ................... 32
Subnet Mask (IP Address, SETUP-menu) ..................... 32
R
Radio Data System (FM-radio) .....................................
Radio Data System-informatie ......................................
Radio Text (Radio Data System) ...................................
REC (REC OUT)-aansluiting ........................................
Rechtstreeks afspelen.....................................................
REMOTE ID (ADVANCED SETUP-menu) ................
Reset (afstandsbediening) ..............................................
Routeraansluiting...........................................................
20
20
20
10
14
34
38
13
S
Nederlands
SAMPL (Signal Info, OPTION-menu).......................... 30
SETUP-menu ................................................................. 31
SETUP-toets .................................................................... 8
Shuffle (iPod)................................................................. 22
Shuffle (pc/NAS) ........................................................... 26
Shuffle (USB-opslagapparaat)....................................... 24
Signaalinformatie........................................................... 30
Signaalkeuzetoets ............................................................ 8
49 Nl
Informazioni per gli utenti sulla raccolta e lo
smaltimento di vecchia attrezzatura e batterie
usate
Questi simboli sui prodotti, sull’imballaggio, e/o sui
documenti che li accompagnano significano che i
prodotti e le batterie elettriche e elettroniche non
dovrebbero essere mischiati con i rifiuti domestici
generici.
Per il trattamento, recupero e riciclaggio appropriati di
vecchi prodotti e batterie usate, li porti, prego, ai punti
di raccolta appropriati, in accordo con la Sua
legislazione nazionale e le direttive 2002/96/CE e
2006/66/CE.
Smaltendo correttamente questi prodotti e batterie, Lei
aiuterà a salvare risorse preziose e a prevenire alcuni
potenziali effetti negativi sulla salute umana e
l’ambiente, che altrimenti potrebbero sorgere dal
trattamento improprio dei rifiuti.
Per ulteriori informazioni sulla raccolta e il riciclaggio
di vecchi prodotti e batterie, prego contatti la Sua
amministrazione comunale locale, il Suo servizio di
smaltimento dei rifiuti o il punto vendita dove Lei ha
acquistato gli articoli.
[Informazioni sullo smaltimento negli altri
Paesi al di fuori dell’Unione europea]
Questi simboli sono validi solamente nell’Unione
europea. Se Lei desidera disfarsi di questi articoli,
prego contatti le Sue autorità locali o il rivenditore e
richieda la corretta modalità di smaltimento.
Noti per il simbolo della batteria (sul fondo
due esempi di simbolo):
È probabile che questo simbolo sia usato in
combinazione con un simbolo chimico. In questo caso
è conforme al requisito stabilito dalla direttiva per gli
elementi chimici contenuti.
Información para usuarios sobre recolección y
disposición de equipamiento viejo y baterías
usadas
Estos símbolos en los productos, embalaje, y/o
documentación que se acompañe significan que los
productos electrónicos y eléctricos usados y las
baterías usadas no deben ser mezclados con desechos
domésticos corrientes.
Para el tratamiento, recuperación y reciclado
apropiado de los productos viejos y las baterías
usadas, por favor llévelos a puntos de recolección
aplicables, de acuerdo a su legislación nacional y las
directivas 2002/96/EC y 2006/66/EC.
Al disponer de estos productos y baterías
correctamente, ayudará a ahorrar recursos valiosos y a
prevenir cualquier potencial efecto negativo sobre la
salud humana y el medio ambiente, el cual podría
surgir de un inapropiado manejo de los desechos.
Para más información sobre recolección y reciclado de
productos viejos y baterías, por favor contacte a su
municipio local, su servicio de gestión de residuos o el
punto de venta en el cual usted adquirió los artículos.
[Información sobre la disposición en otros
países fuera de la Unión Europea]
Estos símbolos sólo son válidos en la Unión Europea.
Si desea deshacerse de estos artículos, por favor
contacte a sus autoridades locales y pregunte por el
método correcto de disposición.
Nota sobre el símbolo de la batería (ejemplos
de dos símbolos de la parte inferior):
Este símbolo podría ser utilizado en combinación con
un símbolo químico. En este caso el mismo obedece a
un requerimiento dispuesto por la Directiva para el
elemento químico involucrado.
ii EEA
Informatie voor gebruikers over inzameling en
verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of
bijgaande documenten betekenen dat gebruikte elektrische
en elektronische producten en batterijen niet mogen
worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling,
herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde
verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale
wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen,
helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de
menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en
hergebruik van oude producten en batterijen kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het
verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere
landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie.
Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft
contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of
dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste
twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met
een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het
betreffende chemisch product.
Информация для пользователей по сбору
иутилизации старой аппаратуры и
использованных батареек
Эти знаки на аппаратуре, упаковках и в
сопроводительных документах указывают на то,
что подержанные электрические и электронные
приборы и батарейки не должны выбрасываться
вместе с обычным домашним мусором.
Для правильной обработки, хранения и
утилизации старой аппаратуры и использованных
батареек, пожалуйста сдавайте их в
соответствующие сборные пункты, согласно
вашему национальному законодательству и
директив 2002/96/EC и 2006/66/ EC.
При надлежащей утилизации этих товаров и
батареек, вы помогаете сохранять ценные ресурсы
и предотвращать вредное влияние на здоровье
людей и окружающую среду, которое может
возникнуть из-за несоответствующего обращения
с отходами.
За более подробной информацией о сборе и
утилизации старых товаров и батареек,
пожалуйста обращайтесь в вашу локальную
администрацию, в ваш приёмный пункт или в
магазин где вы приобрели эти товары.
[Информация по утилизации в других
странах за пределами Европейского Союза]
Эти знаки действительны только на территории
Европейского Союза. Если вы хотите избавиться
от этих предметов, пожалуйста обратитесь в вашу
локальную администрацию или продавцу и
спросите о правильном способе утилизации.
Обратите внимание на знак для батареек
(два знака на задней стороне):
Этот знак может использоваться в комбинации со
знаком указывающим о содержании химикалий. В
этом случае это удовлетворяет требованиям
установленными Директивой по использованию
химикалий.