Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V2_0315_02/VTP
Tips en aanwijzingen
a) Algemeen
• Op de cd vindt u de Engelstalige handleiding van de fabrikant.
• Koppel tijdens bedrijf nooit de USB-aansluiting tussen het dockingstation en computer los, om-
dat de gegevens anders verloren kunnen gaan.
• Gebruik het dockingsation nooit zonder de meegeleverde netvoedingadapter.
b) HDMI-, DVI- of VGA-monitor aansluiten
• Sluit uw monitor aan op de betreffende videouitgang van het dockingstation.
Een VGA-monitor kan via de meegeleverde DVI-/VGA-adapter op de DVI-uitgang van
het dockingstation worden aangesloten.
U kunt ook twee monitors op het dockingstation aansluiten (een monitor met HDMI-
aansluiting en een monitor met DVI-aansluiting of VGA-aansluiting via de meegele-
verde adapter).
• Na de installatie van het stuurprogramma en de aansluiting op de computer moet het bestu-
ringssysteem de tweede monitor automatisch herkennen. De muisaanwijzer kan bij Windows
bijvoorbeeld van de ene monitor naar de tweede worden verplaatst. Vensters uit de eerste mo-
nitor kunnen naar de tweede monitor worden gesleept.
Afhankelijk van de modus die in de scherminstellingen van de software van het stuurprogramma
is ingesteld kan een tweede monitor als uitbreiding van de eerste monitor worden gebruikt, of de
monitors tonen dezelfde scherminhoud.
Bij het starten/opstarten van de computer verschijnt nog geen beeld op de monitor, die
op het dockingstation is aangesloten, omdat op dat moment het stuurprogramma nog
niet is geladen.
Er verschijnt pas een beeld, nadat het starten van het besturingssysteem is afgesloten
en het stuurprogramma is geladen.
• Om de indelingen van de beeldschermen te wijzigen, kunt u de grafische instellingen van Win-
dows bewerken (bijv. bij Windows 7 met de rechtermuistoets op een ongebruikt deel van de
desktop klikken en de beeldschermresolutie selecteren) of ook de instelmogelijkheden van de
software van het dockingstation (displaylink-functies) gebruiken.
De positie van de tweede monitor kan bijvoorbeeld worden gewijzigd (of deze links of rechts van
de eerste monitor is geplaatst), en u kunt de gewenste resolutie instellen.
• Omdat de beeldinhoud via USB3.0 wordt overgedragen, kunnen bij snelle wijzigingen in de beel-
dinhoud vertragingen in de weergave ontstaan. Hier dient in het bijzonder op te worden gelet,
wanneer zeer hoge resoluties zijn ingesteld of videos worden afgespeeld.
• De grafische uitgang van het dockingstation kan niet voor spelletjes worden gebruikt, zij is niet
geschikt voor 3D-werking.
Aangezien alle gegevens tussen de computer en het dockingstation via een USB3.0-poort
worden overgedragen, beïnvloedt het gebruik van een grafische uitgang, netwerkaansluiting,
externe geluidskaart en USB3.0/USB2.0-hub zich tegengesteld. Indien u echter grote hoeveel-
heden gegevens via de netwerkaansluiting of USB3.0-hub overdraagt, neemt de snelheid van de
grafische uitgang af (bijv. pictogrammen op de desktop verschuiven gaat langzamer e.d.).
• Stel nooit een hogere resolutie/beeldherhaalfrequentie (resp. een combinatie van beide waar-
den) in, dan de monitor ondersteunt. Zie hiervoor het handboek van de monitor.
• Wordt een analoge VGA-monitor op het dockingstation gebruikt, dan geldt: Hoe hoger de re-
solutie die u voor de grafische uitgang van het dockingstation instelt is, des te hoogwaardiger
(en korter) de gebruikte VGA-kabel dient te zijn. Anders kan er schaduwvorming ontstaan op de
verticale zijden, of de zijkanten van vensters of teksten worden onduidelijk.
Let erop, dat de beeldkwaliteit via een analoge VGA-uitgang in principe van slechtere kwaliteit
is dan bij een digitale monitoraansluiting.
Gebruik daarom indien mogelijk bij voorkeur een DVI- of HDMI-verbinding met de monitor.
c) Netwerkaansluiting
• Indien u voor uw netwerk beschikt over een eigen netwerk- of systeembeheerder (bijv. in een
groter bedrijf), dan dient u het de aansluiting en configuratie te laten uitvoeren.
• De RJ45-netwerkpoort op het dockingstation dient door middel van een 1:1-verbonden en vol-
ledig bedrade netwerkkabel aan bijv. uw router of netwerkswitch te worden aangesloten.
• De aangegeven maximale gegevensoverdrachtsnelheid van 1000Mbit (gigabit-LAN), dus onge-
veer 125MByte/s, wordt in de praktijk nooit bereikt. Dit is afhankelijk van de gebruikte over-
drachttechniek, van fouten bij de overdracht, van de aanwezigheid van andere apparaten in het
netwerk etc. en ook van de maximale overdrachtsnelheid van de USB3.0-poort (de gegevens
voor de grafische aansluiting worden via dezelfde USB-poort overgedragen, net als voor de
externe geluidskaart en de USB-hub in het dockingstation).
• Bij Windows kan het even duren voordat de computers in het netwerk zichtbaar zijn.
Indien u de computer ingeschakeld hebt en Windows op alle computers na een paar seconden
is opgestart, kunt u in de regel niet direct toegang krijgen tot een andere computer.
Als u na meerdere minuten nog steeds geen toegang krijgt, dient u de instellingen van de fire-
wall of de virusscanner te controleren.
Ook dienen de toegangsrechten natuurlijk overeenkomstig te worden ingesteld, voor het geval
u besturingssystemen met dergelijke kenmerken gebruikt.
Bij de toegang tot een netwerkprinter of andere apparaten in het netwerk dient u de gebruiks-
aanwijzing daarvan in acht te nemen.
Er bestaan tal van oorzaken waardoor er geen netwerkverbinding tot stand komt. Lees de be-
treffende vakliteratuur of raadpleeg een vakman.
• Wanneer u geen eigen DHCP-server gebruikt (bijv. in alle DSL-routers geïntegreerd), dient u
iedere computer een eigen vast IP-adres toe te kennen.
Stel bij de eerste computer bv. 192.168.1.1 in, bij de tweede 192.168.1.2, enz. De eerste drie getal-
len moeten bij alle computers gelijk zijn, het laatste getal mag een waarde tussen 1 en 254 zijn.
Het „Subnet-Mask“ dient op alle computers en apparaten in het netwerk op 255.255.255.0 inge-
steld te worden.
Let u er beslist op dat een IP-adres (dus bijv. 192.168.1.1) maar eenmaal in het netwerk gebruikt
wordt. Als u uw router op het vaste IP-adres 192.168.1.1 ingesteld hebt, mag geen ander appa-
raat in het netwerk dit IP-adres gebruiken!
d) USB3.0- en USB2.0-hub
• De 2 USB3.0-poorten en de 4 USB2.0-poorten van de geïntegreerde USB-hubs staan voor wil-
lekeurige USB-apparaten ter beschikking, bijv. een USB-webcam, een USB-muis of USB-toet-
senbord.
De USB3.0-poorten zijn compatibel met USB2.0/1.1, er kunnen ook langzame apparaten worden
aangesloten.
• De met een bliksemschicht aangeduide USB3.0-poort is bestemd als laadpoort. Dit betekent dat
u hier bijv. een smartphone kunt opladen. De uitgangstroom bedraagt max. 1,5 A.
Hiertoe moet echter de USB-verbinding tussen pc en dockingstation gescheiden zijn (of de pc
moet uitgeschakeld zijn), zodat de smartphone (of een ander mobiel toestel, bijv. een tablet) een
aanwezige, conventionele USB-verbinding accepteert en zo de laadstroom minder wordt).
e) Externe geluidskaart
Een stereo-plugbus dient als hoofdtelefoonuitgang, de andere als microfoonaansluiting. Let op
de pictogrammen naast de bussen. Verwissel de aansluitingen niet, anders functioneert noch de
koptelefoon, noch de microfoon.
Als de computer die op het dockingstation wordt aangesloten, al over een geluidskaart
beschikt, worden normaalgesproken automatisch de aansluiting van het dockingsta-
tion door Windows geactiveerd, als deze op de computer wordt aangesloten en wordt
ingeschakeld.
In de audio-eigenschappen van de systeembesturing van Windows kan de gebruikte
audio-ingang/microfooningang en audio-uitgang worden gekozen, zodat er kan worden
geschakeld tussen interne en externe geluidskaart.
Onderhouden en schoonmaken
Het product is voor u onderhoudsvrij. Laat het product uitsluitend door een vakman repareren en
onderhouden.
Maak het schoon met een schone, droge, zachte doek. U kunt stof zeer gemakkelijk met een scho-
ne en zachte kwast en een stofzuiger verwijderen.
Gebruik geen agressieve, chemische of schurende reinigingsmiddelen, want deze kunnen ver-
kleuringen of zelfs materiaalveranderingen van het oppervlak veroorzaken.
Afvoer
Het product hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Het product dient aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke
voorschriften te worden verwijderd. Lever het bijv. in bij het betreffende inzamelpunt.
Technische gegevens
a) Dockingstation
Bedrijfsspanning ......................................12 V/DC
USB-standaard .........................................USB3.0
Aantal USB3.0-poorten ........................... 2x USB3.0 (daarvan één als USB-laadpoort te gebruiken,
uitgangsstroom max. 1,5 A), 4x USB2.0
Videouitgangen ........................................1x HDMI
..................................................................... 1x DVI (per meegeleverde DVI-/VGA-adapter kan ook een
analoge VGA-monitor worden aangesloten)
Resolutie voor videouitgangen ..............max. 2048 x 1152
Audioaansluitingen ..................................1x audiouitgang (3,5 mm-klinkstekker)
.....................................................................1x microfooningang (3,5 mm-klinkstekker)
Netwerkpoort............................................1x gigabit (10/100/1000 MBit)
Omgevingsvoorwaarden......................... temperatuur 0 °C tot +40 °C, relatieve luchtvochtigheid 10%
tot 90%, niet condenserend
Afmetingen (b x h x d)..............................222 x 86 x 31,5 mm
Gewicht......................................................249 g
b) Netvoedingadapter
Bedrijfsspanning ......................................100 - 240 V/AC, 50/60 Hz
Uitgang.......................................................12 V/DC, 2 A