NL - 40 A-6910
Druk de batterij naar binnen totdat de tweede connector vastklikt in de groef. De installatie is voltooid.
3. Verwijder de batterij door beide vrijgaveknoppen op de batterij in te drukken en de batterij uit het apparaat te trekken
(afbeelding A).
4. Het voedingslampje gaat groen branden als het apparaat wordt ingeschakeld (afbeelding B).
5. Het lampje voor de batterijstatus gaat rood branden als de batterij bijna leeg is tijdens de werking met de batterij
(afbeelding B).
GEVAAR
De draagbare compressor/vernevelaar moet worden gebruikt in combinatie met de aangegeven voedingsbron om
het risico van elektrische schokken en schade aan de compressor te vermijden.
1. Was uw handen.
2. Sluit het ene uiteinde van de slang van de vernevelaar aan op de luchtuitlaatconnector van de compressor
(afbeelding 1).
OPMERKING– Bij zeer vochtig weer, kan er condensatie (watervorming) optreden in de slangen van de vernevelaar. Als
dat gebeurt, zet u na de behandeling het apparaat aan met aangesloten slangen maar zonder vernevelaar zodat de
slangen kunnen opdrogen.
3. Monteer de schone onderdelen van de vernevelaar door de bafe in de medicijnbeker te plaatsen. Doe de
voorgeschreven medicijnen in de medicijnbeker (afbeelding 2) Houd de beker goed stil en schroef de dop op de
vernevelaar (afbeelding 3).
4. Monteer het mondstuk en het T-stuk (indien van toepassing) en schuif deze boven in het kapje van de vernevelaar.
Schuif bij gebruik van een aërosolmasker het onderste deel van het masker direct boven in het kapje van de
vernevelaar.
5. Sluit de slangen aan op de luchtinlaatconnector van de vernevelaar (afbeelding 4).
6. Zet de aan/uit-schakelaar op “ON” om de compressor te starten.
7. Begin met de behandeling door het mondstuk tussen de tanden te plaatsen. Adem diep en langzaam in door de
mond totdat de aërosol begint te stromen en adem vervolgens langzaam uit door het mondstuk (afbeelding 5). Als
de behandeling moet worden onderbroken, zet u simpelweg de aan/uit-knop op “Off” en plaatst u de vernevelaar of
slang in de houder (afbeelding B).
OPMERKING– Sommige artsen adviseren u mogelijk een speciek ademhalingspatroon te gebruiken tijdens de
behandeling. Houd u aan deze aanbeveling als dat het geval is
8. Als een aërosolmasker wordt gebruikt, plaatst u het masker over mond en neus (afbeelding 6). Adem diep en
langzaam in door de mond als de aërosol begint te stromen, en adem daarna langzaam uit.
9. Als de behandeling is voltooid, schakelt u het apparaat uit door op de aan/uit-schakelaar te drukken. Verwijder het
netsnoer uit het stopcontact bij gebruik van de wisselstroomadapter.
DE BATTERIJ OPLADEN
1. Het batterijlampje gaat rood branden als de batterij bijna leeg is tijdens de werking met de batterij.
2. Laad de batterij opnieuw op door de wisselstroom- of gelijkstroomadapter in de voedingsaansluiting van het
apparaat te steken terwijl de batterij is geplaatst (afbeelding A). De oplaadtijd bedraagt 4-12 uur. Het batterijlampje
brandt oranje tijdens het opladen en wordt groen als de batterij volledig is opgeladen (afbeelding B). De normale
levensduur van de batterij bedraagt ongeveer 250 volledige oplaad-/ontlaadcycli onder normale condities en bij het
juiste onderhoud.
OPMERKING– Het opladen van een nieuwe oplaadbare batterij neemt minimaal 24 uur in beslag.
OPMERKING– De batterij wordt niet opgeladen als het apparaat in gebruik is. Het
continu opladen van de batterij tussen behandelingen wordt aanbevolen.
ATTENTIE– Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
sleutels, munten of andere metalen voorwerpen waardoor de batterijpolen kunnen
worden kortgesloten.
Juiste verzorging van oplaadbare batterij
1. De batterij moet altijd VOLLEDIG OPGELADEN worden opgeslagen op een
koele, droge plek.
2. Laad de batterij continu op zodat deze altijd helemaal vol is.
3. Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet de batterij minimaal één keer per drie maanden
opnieuw worden opgeladen. Het kan tot 3 oplaad-/ontlaadcycli duren voordat de maximale capaciteit van de batterij
weer wordt bereikt.
OPMERKING– Als het apparaat niet in gebruik is, haalt u de batterij uit het hoofdsysteem om de oplaadbare batterij te
sparen. Als de oplaadbare batterij gedurende langere tijd niet opnieuw wordt opgeladen, verliest deze langzaam zijn lading.
Lampje voor batterijstatus
Red - Batterij bijna leeg. Zo snel
mogelijk opnieuw opladen.
Groen - Batterij volledig opgeladen.
Oranje - Batterij wordt opgeladen.