32
Het gebruik is alleen toegeaan onder de volgende twee
voorwaarden:
● Het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en
● het apparaat moet elke vorm van interferentie
accepteren, met inbegrip van interferentie die
ongewene werking kan veroorzaken.
Deze apparatuur werd gete en voldoet aan de
grenswaarden voor een Klasse B-digitaal apparaat,
krachtens Deel 15 van de FCC-regels. Deze grenzen zijn
bedoeld om een aanvaardbare bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving.
Dit apparaat produceert, gebruikt en kan radiofrequente
energie uitralen en kan schadelijke interferentie op
radiocommunicatie veroorzaken indien het niet in
overeenemming met de inructies wordt geïnalleerd
en gebruikt. Er is echter geen garantie dat zich geen
interferentie in een bepaalde inallatie zal voordoen.
Als dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt
aan radio of televisie, wat kan worden bepaald door de
apparatuur in en uit te schakelen, wordt de gebruiker
aangemoedigd de interferentie te proberen te verhelpen
met een of meer van de volgende maatregelen:
● Richt de antenne opnieuw of zet deze op een andere
plaats.
● Vergroot de afand tussen het apparaat en de
ontvanger.