ANSMANN BCV 12-15 START Handleiding

Categorie
Acculaders
Type
Handleiding


Automatische lood lader voor 12V lood (gel) accu’s met start functie

> Voor het automatisch opladen van 12V (gesloten) lood accu’s
> Instelbare laadstroom 15A / 3A
> Start functie (30A)
> Elektronisch beveiligd tegen kortsluiting en omgekeerde polariteit
> Elektronisch beveiligd tegen overlading
> Laden volgens WU curve (zie foto 10)
> Geschikt voor oat lading
> Druppellading

> Lees voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
> Bewaar uw lader op een droge plaats (alleen voor gebruik binnenshuis). Zorg ten allen tijde voor voldoende ventilatie.
> Gebruik het apparaat alleen binnen de aangegeven specicaties.
> Pas op met loszittende kleding of sieraden, om te voorkomen dat deze in contact komen met de accu of lader.
> Om het risico op brand en/of elektrische schok te voorkomen, moet de lader altijd beschermt worden tegen hoge luchtvochtigheid en
water.
> Gebruik de lader nooit nabij lichtontvlambare gassen of vloeistoen.
> Open de lader niet.
> Breng het apparaat in geval van defect terug bij een geautoriseerde vakhandel.
> Bij het schoonmaken van het apparaat dient de stekker uit het stopcontact te zijn verwijderd.
> Gebruik alleen een droge doek om het apparaat te reinigen.
> Na gebruik van het apparaat de stekker uit het stopcontact verwijderen.
> Gebruik het apparaat alleen in bijzijn van volwassene.
> Buiten bereik van kinderen houden.
Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot schade aan het apparaat of ernstige verwondingen .

6 x rode LED (1): Laad indicatoren
groene LED “POWER” (2): Klaar voor gebruik
oranje LED “TRICKLE ” (3): Einde laadproces/ druppellading
rode LED “NO START” (4): Start functie niet mogelijk

Alleen voor gebruik in combinatie met 12V lood of gesloten lood accu’s (6 cellen) te gebruiken. In geen geval andere typen
accu’s of batterijen (NiCd; NiMH; LiIon; etc.) met het apparaat verbinden. Gevaar voor explosie.

1. Verwijder de klemmen van de accu. Dit voorkomt evt. schade aan de lichtinstallatie. Haal de accu uit de auto en plaats hem op de
grond of op een werkbank in de nabijheid van een stopcontact. Wij reden aan om rubber handschoenen te dragen bij het
verwijderen van de accu, omdat de mogelijkheid bestaat, dat er accuzuur aan de buitenkant van de accu zit.
2. Verwijder de doppen van iedere cel en kijk of het vloeistofniveau is zoals aangegeven op de zijkant van de accu. Indien er cellen
zichtbaar zijn of boven het vloeistofniveau uitsteken, moet de accu gevuld worden met gedemineraliseerd of gedestilleerd water.
Gebruik in geen geval kraanwater. Plaats de doppen niet terug voordat de accu volledig is opgeladen. Indien u een volledig gesloten
accu heeft, hoeft u deze maatregelen niet uit te voeren.
3. Verbindt de rode krokodilklem met de pluspool (+) accu en de zwarte krokodilklem met de minpool (-) van de accu.
4. Voordat u de lader aansluit aan de netspanning moet u de laadstroom, via de schakelaar op het apparaat, in stellen. Dit gebeurt als
volgt:
a. 12 V accu van 6 Ah tot 20 Ah: “12 V/3A”, Start functie niet mogelijk
b. 12 V accu van 20 Ah: “12V/15A”, Start functie mogelijk
5. Na het selecteren van de laadstroom kunt u de lader aansluiten op het lichtnet. De lader is nu in bedrijf. De hoogte van de
laadstroom wordt aangegeven d.m.v. de LED’s (1) en is afhankelijk van de toestand van de accu en de ingestelde laadstroom. In het
begin van de laadproces zal de laadstroom snel opgebouwd worden. Naarmate dat de batterij voller geladen wordt zal de
laadstroom afnemen. Het eind van de cyclus wordt aangegeven middels de LED “TRICKLE” (3). Ook aan het eind van het laadproces
wordt de accu onderhouden met een geringe laadstroom, dit is de zogenaamde onderhoudslading.
6. Haal nu eerst de stekker uit het stopcontact.
7. Nu kunt u de klemmen van de accu (rood/zwart) van de accu halen.
8. Controleer nog éénmaal het vloeistofniveau en vul, indien nodig, bij. Plaats de doppen terug. Eventuele resten van accuzuur dient u
voorzichtig te verwijderen. Draag hierbij ten allen tijde rubber handschoenen.
9. Plaats de accu terug en maak hem vast.
10. Sluit de accu weer aan met de klemmen (Let op de polariteit).

De start functie op de lader geeft samen met de accu in de auto voldoende stroom om de auto te starten. Indien de accu
volledig ontladen is moet de accu 5-10 minuten opgeladen worden in de stand “12V/15A” voordat geprobeerd wordt de auto
te starten.
1. Controleer of de lader niet is aangesloten op het lichtnet.
2. Plaats de rode klem op de pluspool(+) en de zwarte klem op de minpool (-) Belangrijk!
3. Laadstroomschakelaar (5) instellen op stand “12V/3A” en schakelaar (6) in de stand “CHARGER” zetten.
4. Controleer nog éénmaal of de batterij goed is aangesloten, zoals aangegeven bij punt 2. (rode klem op pluspool en zwarte
klem op minpool)
5. Sluit de lader nu aan op het lichtnet d.m.v. de stekker (7). U kunt nu het laadniveau zien op de laadindicatoren.
6. Zet nu de schakelaar (5) in de stand “12V/15A”, en laadt de batterij 5-10 min. op.
7. Zet schakelaar (6) in de stand “STARTER”.
8. Start nu de motor.
9. wanneer de motor loopt, zet u schakelaar (5) in de stand “12V/3A” en schakelaar (6) in de stand “CHARGER”
10. Haal nu de stekker (7) uit het stopcontact.
11. Verwijder de krokodilklemmen (rood en zwart) van de accu.
12. Wanneer de motor niet start, stopt de lader na ca. 10 seconden, het lampje “NO START’ brandt. Na ongeveer 10 seconden
is mogelijk om het weer te proberen.
13. Wanneer de motor niet start na twee of drie pogingen, wacht dan 5-10 minuten met de lader (schakelaar (5) in stand
“12V/15A”, schakelaar (6) in stand “CHARGER”).
Begin opnieuw bij stap 7.

> Bij het laden van loodaccu’s kunnen explosieve gassen ontstaan. Voorkom open vuur en vonken
> In verband met de mogelijke aanwezigheid van explosieve gassen, mag de accu alleen aangesloten worden met de klemmen indien
de lader niet verbonden is met de netspanning.
> Vermijd direct contact van accuzuur met de huid of kleding. Dit kan branden. Indien u in aanraking komt met accuzuur dient u dit
met veel water te spoelen.
> Het is zeer belangrijk dat u de juiste klem met de juiste pool op de accu verbindt. De rode krokodillenklem positief (+) en moet
verboden worden met de pool op de accu, gemerkt met a +
> Voorkom dat de twee krokodillenklemmen tegen elkaar komen wanneer de lader is aangesloten op de netspanning, want hierdoor
ontstaat een vonk door de kortsluiting die ontstaat.

Documenttranscriptie

NL Gebruiksaanwijzing Gebruik van de lader Automatische lood lader voor 12V lood (gel) accu’s met start functie Functies > Voor het automatisch opladen van 12V (gesloten) lood accu’s > Instelbare laadstroom 15A / 3A > Start functie (30A) > Elektronisch beveiligd tegen kortsluiting en omgekeerde polariteit > Elektronisch beveiligd tegen overlading > Laden volgens WU curve (zie foto 10) > Geschikt voor float lading > Druppellading Veiligheidsvoorschriften > Lees voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. > Bewaar uw lader op een droge plaats (alleen voor gebruik binnenshuis). Zorg ten allen tijde voor voldoende ventilatie. > Gebruik het apparaat alleen binnen de aangegeven specificaties. > Pas op met loszittende kleding of sieraden, om te voorkomen dat deze in contact komen met de accu of lader. > Om het risico op brand en/of elektrische schok te voorkomen, moet de lader altijd beschermt worden tegen hoge luchtvochtigheid en water. > Gebruik de lader nooit nabij lichtontvlambare gassen of vloeistoffen. > Open de lader niet. > Breng het apparaat in geval van defect terug bij een geautoriseerde vakhandel. > Bij het schoonmaken van het apparaat dient de stekker uit het stopcontact te zijn verwijderd. > Gebruik alleen een droge doek om het apparaat te reinigen. > Na gebruik van het apparaat de stekker uit het stopcontact verwijderen. > Gebruik het apparaat alleen in bijzijn van volwassene. > Buiten bereik van kinderen houden. Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot schade aan het apparaat of ernstige verwondingen . DISPLAY 6 x rode LED (1): Laad indicatoren groene LED “POWER” (2): Klaar voor gebruik oranje LED “TRICKLE ” (3): Einde laadproces/ druppellading rode LED “NO START” (4): Start functie niet mogelijk ATTENTIE Alleen voor gebruik in combinatie met 12V lood of gesloten lood accu’s (6 cellen) te gebruiken. In geen geval andere typen accu’s of batterijen (NiCd; NiMH; LiIon; etc.) met het apparaat verbinden. Gevaar voor explosie. Extern laden van 12V loodaccu 1. Verwijder de klemmen van de accu. Dit voorkomt evt. schade aan de lichtinstallatie. Haal de accu uit de auto en plaats hem op de grond of op een werkbank in de nabijheid van een stopcontact. Wij reden aan om rubber handschoenen te dragen bij het verwijderen van de accu, omdat de mogelijkheid bestaat, dat er accuzuur aan de buitenkant van de accu zit. 2. Verwijder de doppen van iedere cel en kijk of het vloeistofniveau is zoals aangegeven op de zijkant van de accu. Indien er cellen zichtbaar zijn of boven het vloeistofniveau uitsteken, moet de accu gevuld worden met gedemineraliseerd of gedestilleerd water. Gebruik in geen geval kraanwater. Plaats de doppen niet terug voordat de accu volledig is opgeladen. Indien u een volledig gesloten accu heeft, hoeft u deze maatregelen niet uit te voeren. 3. Verbindt de rode krokodilklem met de pluspool (+) accu en de zwarte krokodilklem met de minpool (-) van de accu. 4. Voordat u de lader aansluit aan de netspanning moet u de laadstroom, via de schakelaar op het apparaat, in stellen. Dit gebeurt als volgt: a. 12 V accu van 6 Ah tot 20 Ah: “12 V/3A”, Start functie niet mogelijk b. 12 V accu van 20 Ah: “12V/15A”, Start functie mogelijk 5. Na het selecteren van de laadstroom kunt u de lader aansluiten op het lichtnet. De lader is nu in bedrijf. De hoogte van de laadstroom wordt aangegeven d.m.v. de LED’s (1) en is afhankelijk van de toestand van de accu en de ingestelde laadstroom. In het begin van de laadproces zal de laadstroom snel opgebouwd worden. Naarmate dat de batterij voller geladen wordt zal de laadstroom afnemen. Het eind van de cyclus wordt aangegeven middels de LED “TRICKLE” (3). Ook aan het eind van het laadproces wordt de accu onderhouden met een geringe laadstroom, dit is de zogenaamde onderhoudslading. 6. Haal nu eerst de stekker uit het stopcontact. 7. Nu kunt u de klemmen van de accu (rood/zwart) van de accu halen. 8. Controleer nog éénmaal het vloeistofniveau en vul, indien nodig, bij. Plaats de doppen terug. Eventuele resten van accuzuur dient u voorzichtig te verwijderen. Draag hierbij ten allen tijde rubber handschoenen. 9. Plaats de accu terug en maak hem vast. 10. Sluit de accu weer aan met de klemmen (Let op de polariteit). Gebruik van motor start functie De start functie op de lader geeft samen met de accu in de auto voldoende stroom om de auto te starten. Indien de accu volledig ontladen is moet de accu 5-10 minuten opgeladen worden in de stand “12V/15A” voordat geprobeerd wordt de auto te starten. 1. Controleer of de lader niet is aangesloten op het lichtnet. 2. Plaats de rode klem op de pluspool(+) en de zwarte klem op de minpool (-) Belangrijk! 3. Laadstroomschakelaar (5) instellen op stand “12V/3A” en schakelaar (6) in de stand “CHARGER” zetten. 4. Controleer nog éénmaal of de batterij goed is aangesloten, zoals aangegeven bij punt 2. (rode klem op pluspool en zwarte klem op minpool) 5. Sluit de lader nu aan op het lichtnet d.m.v. de stekker (7). U kunt nu het laadniveau zien op de laadindicatoren. 6. Zet nu de schakelaar (5) in de stand “12V/15A”, en laadt de batterij 5-10 min. op. 7. Zet schakelaar (6) in de stand “STARTER”. 8. Start nu de motor. 9. wanneer de motor loopt, zet u schakelaar (5) in de stand “12V/3A” en schakelaar (6) in de stand “CHARGER” 10. Haal nu de stekker (7) uit het stopcontact. 11. Verwijder de krokodilklemmen (rood en zwart) van de accu. 12. Wanneer de motor niet start, stopt de lader na ca. 10 seconden, het lampje “NO START’ brandt. Na ongeveer 10 seconden is mogelijk om het weer te proberen. 13. Wanneer de motor niet start na twee of drie pogingen, wacht dan 5-10 minuten met de lader (schakelaar (5) in stand “12V/15A”, schakelaar (6) in stand “CHARGER”). Begin opnieuw bij stap 7. WAARSCHUWING > Bij het laden van loodaccu’s kunnen explosieve gassen ontstaan. Voorkom open vuur en vonken > In verband met de mogelijke aanwezigheid van explosieve gassen, mag de accu alleen aangesloten worden met de klemmen indien de lader niet verbonden is met de netspanning. > Vermijd direct contact van accuzuur met de huid of kleding. Dit kan branden. Indien u in aanraking komt met accuzuur dient u dit met veel water te spoelen. > Het is zeer belangrijk dat u de juiste klem met de juiste pool op de accu verbindt. De rode krokodillenklem positief (+) en moet verboden worden met de pool op de accu, gemerkt met a + > Voorkom dat de twee krokodillenklemmen tegen elkaar komen wanneer de lader is aangesloten op de netspanning, want hierdoor ontstaat een vonk door de kortsluiting die ontstaat.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41

ANSMANN BCV 12-15 START Handleiding

Categorie
Acculaders
Type
Handleiding