Medeli SP3000 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding
11:19:00
Stagepiano
Gebruiksaanwijzing
Medeli SP3000
11:20:03
WAARSCHUWING FCC-VOORSCHRIFTEN (VOOR DE VS)
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
beperkingen van een Class B digitaal apparaat, volgens
Part 15 van de FCC-reglementen.
De beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke storingen bij
huishoudelijk gebruik. Deze apparatuur genereert en
gebruikt radiofrequenties en kan, indien niet geïnstalleerd
en gebruikt volgens de aanwijzingen, schadelijk interfereren
met radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er
zich in bepaalde situaties geen interferenties voordoen.
Wanneer deze apparatuur schadelijke storingen bij tv- en
radio-ontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld
door het apparaat uit en aan te schakelen, is het raadzaam
om de storing op te heffen door de volgende maatregelen te
nemen:
Roteer of verplaats de ontvangende antenne
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de
ontvanger
Sluit de apparatuur aan op een andere
wandcontactdoos die zich niet in dezelfde groep
als die van de ontvanger bevindt
Vraag een wederverkoper of een ervaren radio- of
tv-technicus om hulp.
Ongeoorloofde veranderingen of modifificaties aan de
apparatuur kunnen leiden tot het vervallen van het recht op
het gebruik van de apparatuur.
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES AANDACHTIG ALVORENS VERDER TE GAAN
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor
toekomstige naslag.
Voeding
Sluit de bijbehorende lichtnetadapter aan op een stopcontact
met het juiste voltage.
Sluit het niet aan op een stopcontact met een ander voltage dan
waarvoor het apparaat bedoeld is.
Ontkoppel de lichtnetadapter wanneer het apparaat niet in
gebruik is of in het geval zich onweer voordoet.
Aansluitingen
Alvorens het instrument op andere apparatuur aan te sluiten,
schakel alle betreffende apparaten eerst uit.
Plaatsing
Stel het apparaat niet bloot aan omstandigheden die
vervorming, verkleuring of nog ernstiger schade veroorzaken:
• Direct zonlicht
• Extreme temperaturen of vochtigheid
• Overmatig stof en vuil
• Sterke trillingen of schokken
• In de nabijheid van magnetische velden
Storingen op andere elektrische apparaten
Radio’s en tv’s die dicht bij het apparaat staan kunnen storende
signalen ontvangen. Gebruik het apparaat op een geschikte
afstand van radio’s en tv’s.
Reiniging
Reinig uitsluitend met een zachte, droge doek.
Gebruik geen verfverdunner, oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of met chemische middelen
geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Behandeling
Gebruik geen overmatige kracht bij de bediening van
schakelaars en knoppen.
Zorg dat er geen papieren, metalen of andersoortige
voorwerpen in het apparaat terechtkomen. Ontkoppel de
lichtnetadapter als dit toch gebeurt. Laat vervolgens het
apparaat inspecteren door geschoold servicepersoneel.
Ontkoppel alle kabels alvorens het apparaat te verplaatsen.
02
VEILIGHEIDSINFORMATIE!
VOORZICHTIG
Sterke magnetische velden kunnen het normaal
functioneren van het apparaat verhinderen. Volg dan
de resetprocedure zoals beschreven in de
handleiding. Als dat niet helpt, gebruik het apparaat
dan op een andere locatie.
11:20:03
Inhoudsgopgave
Beschrijving bedieningspaneel
Frontpaneel .................................................................4
Achterpaneel ...............................................................5
Voorbereiding
Muziekstandaard plaatsen ..........................................6
Voeding .......................................................................6
Aansluitingen
Hoofdtelefoons aansluiten...........................................7
Audio-apparatuur aansluiten .......................................7
Een mp3- of cd-speler aansluiten ...............................7
Een computer of een MIDI-apparaat aansluiten .........7
Voetschakelaar aansluiten ..........................................8
Een pedalen-unit aansluiten........................................8
Snelstart
Power-schakelaar en mastervolume...........................9
Demosongs afspelen...................................................9
Geluiden bespelen ........................................................9
Styles gebruiken..........................................................9
Songs afspelen..........................................................10
Opnemen...................................................................10
Gevorderd gebruik
Spelen met geluiden ...................................................11
Kies en gebruik de Upper Voice. ................................ 11
Spelen met twee geluiden tegelijkertijd..................... 11
Spelen met voor elke hand een ander geluid............ 11
De geluidendemo afspelen .......................................12
Aanslaggevoeligheid...................................................12
Transponeren .............................................................12
Stemming .....................................................................13
Pedaalresonantie ......................................................13
Metronoom ................................................................13
Begeleiding afspelen
Een style kiezen. .......................................................14
Een style afspelen en beëindigen .............................14
Fill- i n A/B.................................................................. 14
Begeleidingsvolume ................................................... 14
Tempo .............................................................................15
DSP-effect
Reverb.......................................................................16
Chorus.......................................................................16
EQ. ............................................................................16
Songs beluisteren
Songs afspelen ......................................................... 17
Songs beëindigen. .................................................... 17
Songs instuderen. ..................................................... 17
Opnemen
Opname voorbereiden .............................................. 18
Opname starten ........................................................ 18
Opname beëindigen ................................................. 18
Gebruikerssong afspelen.......................................... 18
Gebruikerssong verwijderen ..................................... 19
Duet ......................................................................... 19
Harmoniseren ....................................................... 20
Toonladder ............................................................ 21
TWINOVA ....................................................................21
Pieptoon........................................................................22
MIDI-functie
Wat is MIDI? ............................................................. 22
MIDI-aansluitingen ......................................................22
MIDI-controller .......................................................... 22
Controller-instellingen ............................................... 22
Controller-output ....................................................... 24
Fabrieksinstellingen herstellen........................ 24
Probleemoplossing ...................................................
25
Specificaties.......................................................... 25
Appendix
Geluidenlijst ............................................................... 26
Style-lijst ................................................................... 27
Song-lijst................................................................... 28
Demo-lijst.................................................................. 29
MIDI-implementatiekaart...........................................
30
Verstemmen van de toonladder....................... 31
03
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:03
METRONOME
01 GrandPno 03 E.Piano 05 E.Piano 3 07 Clavi 09 PercOrgn
VOLUME
02 GrandPn 2 04 E.Piano 2 06 Harpsi 08 Vibra 10 DrawOrgn
11
ChurOrgn 13 RockOrgn 15 Harmnic 17 CleanGtr 19 Strings
MIN MAX
12
ReedOrgn 14 Acordion 16 NylonGtr 18 FngrBass 20 SynStrs
1
GrandPno 03 E.Piano 05 E.Piano 3 07 Clavi 09 Perc
2
GrandPn 2 04 E.Piano 2 06 Harpsi 08 Vibra 10 Draw
11 ChurOrgn 13 RockOrgn 15 Harmnic 17 CleanGtr 19 Strin
BEEP
PEDAL
RESONANCE
SCAL
E
REVERB
CHORU
S
EQ DUET
HARMONY MELODY OFF METRONOME ACCOMP
TEMP
O
STYLE
SONG
MID
I
TYP
E
ROO
T
ON/OF
F
ON/OF
F
OFF L R VOCAL TAP 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2
3 4 5 6 7
8 9
0 1 2 3 4 5 6
7 8 9
0 1 2 3 4 5 6
7 8
9
2
1
2
0
VOLUME
3
4
METRONOME
5 6
Orgn
1
1
1
2
1
3
1
4
1
5
Orgn
gs
1
MIN MAX
2
7
8
9
1
0
1
6
1
7
1
8
1
9
12 ReedOrgn 14 Acordion 16 NylonGtr 18 FngrBass 20 SynStrs
In de MIDI-controllermodus Buiten de MIDI-controllermodus
4. [TEMPO -] toets 4. [COMMAND] toets
Verlaagt het afspeeltempo. Schakelt naar commandobewerking,
4
7
4
8
5. [TEMPO +] Button
Increase the tempo
value.
5. [DATA] Button
Switch to value edit
mode.
Beschrijving bedieningspaneel
Frontpaneel
1. [POWER] toets
Aan- en uitschakelen.
2. [VOLUME] knop
Regelt het geluidsniveau.
3. [DEMO]/[MIDI MODE] toets
Start/Stop de demo.
Houd [shift] ingedrukt, druk op
[MIDI MODE] om de MIDI MODE
aan of uit te schakelen.
11. Het NIXIE TUBE display
Toont alle parameters en
waardes m.b.t. de huidige
status en modus van de piano.
6. [METRONOME] toets
Schakelt de metronoom aan of uit.
7. [START/STOP] toets
Start/stopt song of style afspelen.
8. [FILL A/B] toets
Fill-in variatie A/B-sectie.
9. [RECORD] toets
Activeer de opnamemodus.
10. [PLAY/STOP] toets
Start/stopt afspelen opgenomen
song.
6. [CHANNEL] toets
Schakelt naar kanaalbewerking.
7. [MIDI EDIT] toets
Activeert MIDI-controllerbewerking.
8. [CTRL 1] toets
Verzendt data van controller 1 of schakelt de
bewerkingsmodus daarvan in.
9. [CTRL 2] toets
Verzendt data van controller 2 of schakelt de
bewerkingsmodus daarvan in.
10. [CTRL 3] toets
Verzendt data van controller 3 of schakelt de
bewerkingsmodus daarvan in.
15. [DUET] toets
Zonder [SHIFT] toets Met [SHIFT] toets ingedrukt
Zet de Duet-functie aan of uit.
19. [SHIFT] toets
Houd [SHIFT] ingedrukt en
druk op een toets om
alternatieve commando’s uit te
voeren.
20. VOICE DIRECT SELECT toetsen
Snelselectie van presetgeluiden.
21. [PITCH BEND] wiel
Draai ophoog of omlaag om de
toonhoogte te verhogen of te
verlagen.
47~48. PHONE 1 en PHONE 2
Sluit stereo hoofdtelefoons aan
d.m.v. een ¼-jack stereoplug.
04
12. [VOICE] toets
Activeert de geluidenmodus.
13. [STYLE] toets
Activeert de style-modus.
14. [SONG] toets
Activeert de songmodus.
16. [-/NO] toets
Verlaagt de waarde van een
parameter of voert “NO” in.
17. [+/YES] toets
Verhoogt de waarde van een
parameter of voert “YES” in.
18. [TRANSPOSE] toets
Activeert transponeren.Enter the
transpose setting.
12. [VOICE DEMO] toets
Start/stopt afspelen van de geluidendemo
13. [DUAL] toets
Schakelt de dual-function aan of uit.
14. [LOWER] toets
Schakelt de lower-functie aan of uit.
16. [TWINOVA] toets
Schakelt de TWINOVA-functie aan of uit.
17. [SCALE] toets
Schakelt de toonladderfunctie aan of uit.
18. [HARMONY] toets
Schakelt de harmoniseerfunctie aan of uit.
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:4
METRONOME
01 GrandPno 03 E.Piano 05 E.Piano 3 07 Clavi 09 DeDraOrg
VOLUME
02 GrandPn 2 04 E.Piano 2 06 Harpsi 08 Vibra 10 DrawOrgn
11
ChurOrgn 13 RockOrgn 15 Harmnic 17 CleanGtr 19 Strings
MIN MAX
12
ReedOrgn 14 Acordion 16 NylonGtr 18 AcoBass 20 SynStrs
CHORUS
30
EQ
31
DUET
32
HARMO
3
NY
3
ON/OFF
MELODY OF
3
F
4
OFF L R
METRONO
3
ME
5
VOCAL
ACCOMP
36
BEEP
PEDAL
RESONANCE
TOUC
H
TUNE
OCTAVE
SCALE REVERB
TYPE ROOT ON/OFF
CHORUS EQ DUET
HARMONY MELODY OFF METRONOME ACCOMP
OFF L R VOCAL
TEMP
O
STYLE
SONG
MID
I
ON/OF
F
TAP 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1
2
3 4 5 6 7
8 9
0 1 2 3 4 5 6
7 8 9
0 1 2 3 4 5 6
7 8 9
TEMPO
37
4
5
STYLE
38
4 5
SONG
39
5 6
MIDI
3
6
4
3
40
4
5
BEEP
22
PEDAL
RESONANCE
2
3
TOUCH
24
TUNE
25
OCTAVE
26
27
TYPE
SCALE
28
ROOT
ON/OFF
REVERB
29
Beschrijving bedieningspaneel
Met [SHIFT] toets ingedrukt
22. [BEEP] toets
Schakelt het aandachtssignaal aan of uit.
23. [PEDAL RESONANCE] toets
Schakelt de pedaalresonantie aan of uit.
24. [TOUCH] toetsen
Stelt de gewenste aanslaggevoeligheid in.
25. [TUNE] toetsen
Stellen de verstemming in.
26. [OCTAVE] toetsen
Bepalen het octaaf In TWINOVA-modus.
27. [SCALE TYPE] toetsen
Kiezen de toonladders in SCALE-modus.
28. [SCALE ROOT] toetsen
Kiezen de grondtoon in de SCALE-modus.
29. [REVERB] toetsen
Schakelen het reverb-effect aan of uit en
selecteren het type reverb.
30. [CHORUS] toetsen
Schakelen het chorus-effect aan of uit en
slecteren het type chorus.
31. [EQ] toetsen
Selecteren het gewenste type EQ.
Zonder [SHIFT] toets
35. [METRONOME] toetsen
Selecteert het type metronoom.
36. [ACCOMP VOLUME] toetsen
Stellen het begeleidingsvolume in.
37. [TEMPO] toetsen
Stellen de waarde voor het tempo in.
38. [STYLE] toetsen
Selecteren de gewenste style.
39. [SONG] toetsen
Selecteren de gewenste song.
Bij bewerking van de MIDI-controllers:
40. [MIDI] toetsen
Stellen de parameterwaardes in bij de
bewerkingsmodus voor MIDI-controllers.
Achterpaneel
32. [DUET] toetsen
Selecteren het gewenste type duet-effect.
33. [HARMONY] toetsen
Selecteren het gewenste type harmoniseer-
effect.
34. [MELODY OFF] toetsen
In de SONG-modus, druk “L”/”R” om de
partij voor de linker- of de rechterhand
onafhankelijk te oefenen.
41. USB-aansluiting
Aansluiting voor een
computer.
42. MIDI OUT-aansluiting
Sluit aan op de MIDI-in van
een extern apparaat.
43. SUSTAIN-aansluiting
Verbind met een
sustainpedaal.
44. AUX IN-aansluiting
Verbind met een externe
audiobron zoals een mp3-of
cd-speler.
45. AUX OUT-aansluiting
Vebrind met audio-apparatuur.
46. DC 12V
Verbind met een 12V netadapter.
05
USB
MIDI OUT
SUSTAIN
AUX IN
AUX OUT
41
42
43
44
45
46
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:5
Voorbereiding
Deze sectie behandelt het opzetten van het instrument en de
voorbereidingen alvorens te gaan spelen. Lees deze sectie
aandachtig door voordat het apparaat wordt ingeschakeld.
Muziekstandaard plaatsen
Volg de afbeedling rechts en plaats de lessenaar correct.
Deze muziekstandaard wordt bij het keyboard geleverd. Je kunt deze
gemakkelijk monteren door hem in te brengen in de montagegaten aan
de achterzijde.
Voeding
1. Zorg ervoor dat de piano is uitgeschakeld. Zet eerst het volume
van de piano of van aangesloten audio-apparatuur laag voordat
je de piano aan- of uitzet.
2. Verbind de AC-netadapter met de voedingsingang van de piano.
3. Steek de AC-netadapter in een stopcontact.
4. Druk op de POWER-toets, het NIXIE TUBE-disply toont
“0.01”, wat aangeeft dat de piano is ingeschakeld.
5. Als je de piano wilt uitschakelen, houd dan de POWER-toets
langdurig ingedrukt.
Opmerking
1. Om energie te besparen hebben we de piano voorzien van
“Automatic Shutdown”. Door middel van deze functie schakelt
het keyboard zichzelf uit na 30 minuten niet te zijn gebruikt. Als
je deze functie niet wilt gebruiken, druk dan tijdens het
inschakelen op de toets A0 (de laagste toets) op het klavier.
2. Ontkoppel de voeding wanneer de piano niet wordt gebruikt
of gedurende onweer om vieligheidsredenen.
06
USB
MIDI OUT
SUSTAIN
AUX IN AUX OUT
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:6
Aansluitingen
Hoofdtelefoons aansluiten
Een standaard hoofdtelefoon kan worden aangesloten ten behoeve
van bijvoorbeeld oefenen zonder anderen te storen en gebruik in de
late uurtjes.
Phone1: Als er een hoofdtelefoon wordt ingeplugd in PHONE 1
wordt het geluid weergegeven door de hoofdtelefoon en de
luidsprekers van het instrument.
Phone2: Als er een hoofdtelefoon wordt ingeplugd in PHONE 2
wordt het geluid van de interne luidsprekers automatisch
uitgeschakeld. Het wordt dan alleen weergegeven via de
hoofdtelefoons.
Opmerking:
Luister met de hoofdtelefoon niet gedurende langere tijd op
een hoog geluidsniveau. Dit kan gehoorverlies veroorzaken.
Audio-apparatuur aansluiten
De Aux Out-aansluiting op het achterpaneel is een uitgang voor
het aansluiten van een keyboardversterker, een stereo
geluidssysteem, een mengtafel of een recorder.
Gebruik een audiokabel waarvan het ene uiteinde wordt
aangesloten op de Aux Out-uitgang op het achterpaneel en het
andere uiteinde op de Aux In-ingang van de versterker.
Opmerking:
Om te voorkomen dat de luidsprekers worden beschadigd, zorg ervoor dat
het volume is ingesteld op het minimum niveau alvorens de netvoeding en
andere apparaten aan te sluiten.
Een mp3- of cd-speler aansluiten
Verbind de audio-uitgang van een mp3- of cd-speler, of een andere
geluidsbron met de stereo Aux In-ingang op het achterpaneel. Het
ingangssignaal wordt gemengd met het signaal van het instrument,
zodat je kunt meespelen.
Een computer of een MIDI-aparaat
aansluiten
MIDI OUT-aansluiting
Verbind de MIDI OUT-aansluiting van het instrument met de MIDI
IN van het externe MIDI-apparaat d.m.v. MIDI-kabels. MIDI-
commando’s gegenereerd door het instrument worden dan
verzonden naar het andere MIDI-apparaat. De piano wordt nu
gebruikt als MIDI-controller.
USB-aansluiting
Door een computer via de USB-aansluiting te verbinden kunnen data
tussen het instrument en de computer worden uitgewisseld.
Je kunt bijvoorbeeld uitvoeringsdata op de computer bewaren of MIDI-
files vanuit de computer via de piano afspelen.
Opmerking:
Stel USB-audio in de computersoftware niet in als in- en uitgang
tegelijkertijd, omdat geluiden dan dubbel kunnen klinken wanneer
je een noot speelt.
07
USB
MIDI OUT
SUSTAIN AUX IN AUX OUT
MIDI IN
MIDI OUT
USB MIDI OUT SUSTAIN AUX IN AUX OUT
USB MIDI OUT SUSTAIN AUX IN AUX OUT
11:20:06
Aansluitingen
Voetschakelaar aansluiten
In de SUSTAIN-ingang kan een optionele voetschakelaar worden
ingeplugd, die kan worden gebruikt om de sustain aan en uit te
zetten. Door het sustain-pedaal in te drukken, krijg je een
natuurlijke uitklank wanneer je speelt.
Opmerking:
1. Dit instrument ondersteunt niet alleen de voetschakelaar die
wij leveren, maar ook die van andere merken.
2. Zorg ervoor dat het instrument is uitgeschakeld wanneer er een
voetschakelaar van een ander merk wordt aangesloten, omdat
anders de werking van het pedaal wel eens omgekeerd kan zijn.
Pedalen-unit aansluiten
Om een echte piano na te bootsen kan een pedalen-unit worden
aangesloten op de hiervoor bestemde ingang op de onderplaat van
de behuizing. Dit levert drie pedaalfuncties op: Sustain, Sostenuto,
Soft.
Sustainpedaal
Wanneer het sustain-pedaal is ingedrukt, klinken noten langer door.
Bij het loslaten worden alle doorklinkende noten onmiddellijk
afgebroken. De ingang ondersteunt ook half-indukken, wat het
sustaineffect soepeler en levensechter maakt tijdens het spelen.
Sostenuto-pedaal
Wanneer het sostenuto-pedaal wordt ingedrukt, klinken alleen de
noten door die vóór het indrukken werden gespeeld. De daarna
gespeelde noten krijgen geen sustain-effect.
Soft-pedaal
Wanneer het soft-pedaal wordt ingedrukt, klinken alle gespeelde
noten zachter.
Opmerking:
De pedalen-unit moet apart worden aangeschaft.
08
USB
MIDI OUT
SUSTAIN AUX IN AUX OUT
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:06
Power-schakelaar en mastervolume
Aan- en uitzetten
1. Zorg er eerst voor dat de juiste aansluitingen zijn gemaakt zoals beschreven in
de voorgaande instructies.
2. Druk op de POWER-toets, het Nixie Tube-scherm licht op en toont “0.01”, wat
aangeeft dat het instrument is ingeschakeld.
Opmerking:
Als het Nixie Tube-scherm niet verschijnt na het indrukken van de POWER-toets,
check dan of de aansluitingen van de netadapter correct zijn gemaakt.
Pas het mastervolume aan
Draai de [VOLUME]-knop met de klok mee om het volume te verhogen en vice versa.
Opmerking:
Wanneer het keyboard geen geluid produceert, kan dat betekenen dat het volume
is ingesteld op het minimumniveau of dat er een hoofdtelefoon is aangesloten.
Demosongs afspelen
Dit instrument is voorzien van twee voortreffelijke demosongs. Zie de
demolijst voor details.
1. Druk op de [DEMO]-toets, het Nixie Tube-venster toont “d-1”
vervolgens worden de demosongs achter elkaar in een loop
weergegeven.
2. Druk op de [+/YES]/[-/NO]-toetsen om de gewenste song te selecteren.
3. Druk op de [DEMO]- of de [START/STOP]-toets om te beëindigen
en de demo-modus te verlaten.
Geluiden bespelen
Dit instrument is voorzien van twintig buitengewoon realistische
geluiden. Zie de geluidenlijst voor details.
1. Druk op de [VOICE]-toets.
Toegang tot de geluidenmodus. Het Nixie Tube-scherm toont het
huidige geluidsnummer, zoals bijvoorbeeld “0.01”.
2. Kies een geluid.
Druk op de [+/YES]/ [-/NO]-toetsen om het geluid te kiezen dat je
wilt bespelen. Je kunt hiervoor ook de voice direct-toets gebruiken.
3. Bespeel het geluid.
Tijdens het bespelen van het klavier kun je luisteren naar het uitmuntende geluid.
Styles gebruiken
Dit instrument is voorzien van vijftig piano styles in verschillende muzikale
genres. Probeer verschillende styles (zie de style-lijst) en speel mee met de
automatische begeleiding.
1. Druk op de [STYLE]-toets.
Toegang tot de style-modus. Het Nixie Tube-venster toont het huidige style-
nummer, zoals “0.01”.
2. Kies een style.
Druk op de [+/YES]/[-/NO]-toetsen om een style waarmee je wilt spelen te
kiezen. Je kun took de [SHIFT]-toets ingedrukt houden en tegelijkertijd een
van de STYLE 0-9-toetsen op het klavier indrukken om de gewenste style te
kiezen.
09
Snelstart
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:07
Snelstart
3. Speel de style.
Druk op de [START/STOP]-toets an de betreffende led-indicators
knipperen rood en groen. Zodra je het klavier bespeelt met je linkerhand
start de begeleiding (piano-style) automatisch.
Opmerking:
Als je de klaviertoetsen STYLE 0-9 gebruikt om een style te kiezen, houd
dan de [shift]toets ingedrukt om vervolgens twee cijfers in te voeren.
Bijvoorbeeld: door 0 en vervolgens 8 in te drukken, kies je style nummer 08.
Songs afspelen
Dit instrument is voorzien van zestig preset songs, zie hiervoor de song-lijst.
1. Druk op de [SONG]-toets.
Toegang tot de song-keuzemodus. Het Nixie Tube-venster toont het
huidige song-nummer en alle songs worden achter elkaar in een
loop afgespeeld.
2. Kies een song.
Druk op de [+/ YES]/[-/ NO]-toetsen om een song te kiezen die je
wilt afspelen. Je kunt ook de [SHIFT]-toets ingedrukt houden en
vervolgens de klaviertoetsen SONG 0-9 gebruiken.
3. Speel de song af.
Druk op de [START/ STOP]-toets om de gekozen song in een loop
af te spelen.
4. Wanneer je het afspelen wilt beëindigen, druk dan op de
[VOICE] / [STYLE]-toets om de song-modus te verlaten.
Opmerking:
Als je de klaviertoetsen SONG 0-9 gebruikt om een song te kiezen,
houd dan de [shift]toets ingedrukt om vervolgens twee cijfers in te
voeren. Bijvoorbeeld: door 0 en vervolgens 8 in te drukken, kies je
song nummer 08.
Opnemen
Deze stagepiano kan vijf gebruikerssongs opnemen.
1. Druk op de [RECORD]-toets om toegang tot de gebruikers-songkeuze
te krijgen, het Nixie Tube-venster toont het nummer van de huidige
gebruikerssong. Druk op de [+/ YES]/[-/ NO]-toetsen om het gewenste
gebruikersgeheuegen te kiezen om de song in op te slaan.
2. Druk nogmaals op de [RECORD]-toets: opname-standby, de led-
indicator van de [START/ STOP]-toets knippert. Kies nu voor het geluid,
style of een andere parameter die je wilt gebruiken om de opname voor
te bereiden.
3. Druk op de [START/STOP]-toets of bespeel het klavier om de opname te
starten. De led-indicator van de [RECORD]-toets is verlicht.
4. Druk nogmaals op de [RECORD]-toets om de opnamemodus te
verlaten. De led-indicator van de [RECORD]-toets gaat uit.
5. Als je de gebruikerssong wilt afspelen, druk dan op de [PLAY/STOP]-
toets om de keuze-modus te activeren. Druk dan op de [+/ YES]/[-/ NO]-
toetsen om de gebruikerssong te kiezen en daarna op de [PLAY/STOP]-
toets om die af te spelen.
6. Tijdens het afspelen kun je de [PLAY/STOP]-toets gebruiken om de
mdous te verlaten.
7. In de modus voor keuze van de gebruikerssong, druk op de [RECORD]-
toets, het Nixie Tube-venster toont “dEL”, wat betekent dat je songs
kunt wissen. Druk dan op [+/ YES] om het wissen van de betreffende
gebruikerssong te bevestigen of op [-/ NO] om dit af te breken en terug
te gaan naar de voorgaande modus.
10
STYLE
0
1
2
3
4
5
6 7 8
9
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:07
Gevorderd gebruik
Spelen met geluiden
Dit instrument is voorzien van twintig buitengewoon realistische
geluiden. Zie de geluidenlijst voor details. De standaardinstelling voor
de Upper Voice (bovenhandgeluid) is 001.
01 GrandPno 03 E.Piano 05 E.Piano 3 07 Clavi 09 PercOrgn
02 GrandPn 2 04 E.Piano 2 06 Harpsi 08 Vibra 10 DrawOrgn
Kies en gebruik de Upper Voice
1. Druk op de [VOICE]-toets of op een voice direct-toets om het geluid
te kiezen. Het “VOICE”-ikoon in de Nixie Tube licht op, het huidige
Upper Voice-nummer wordt getoond, b.v. “0.01”.
2. Kies een geluid.
Druk op de [+/ YES]/[-/ NO]-toetsen of die van voice direct om het
geluid van je keuze te selecteren.
3. Speel het geluid.
Bespeel het klavier en luister naar het geweldige geluid.
Opmerking:
Wanneer de dual- of de lower-funcie is geactiveerd, druk herhaaldelijk
op de [VOICE]-toets om de wisselen tussen UPPER- en
DUAL/LOWER-geluid. De Nixie Tube geeft het huidige nummer aan.
Spelen met twee geluiden tegelijkertijd.
Deze stagepiano heeft een dual voice-functie. Die maakt het
mogelijk twee geluiden te stapelen voor een meer complex geluid.
De standaardinstelling is geluid “d.19”.
1. Kies het Upper Voice-geluid dat je wilt bespelen.
2. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [DUAL]-toets om
de dual-functie te activeren. De led-indicator bij de [DUAL]-toets
licht op, de Nixie Tube toont het dual voice-nummer: “d.19”.
3. Druk op de [+/ YES]/[-/ NO]- of voice direct-toets om het tweede
geluid te kiezen.
4. Bespeel het klavier en je hoort twee verschillende geluiden
gestapeld. Het lijt alsof er twee instrumenten tegelijkertijd spelen.
5. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [DUAL]-toets op
de dual-functie uit te schakelen.
Opmerking:
Als het klavier in twee zones is gesplit, reageert alleen de rechterzone
op de dual voice. De linker kan dit niet.
Spelen met voor elke hand een ander geluid
De lower-functie splitst het klavier in rechter- en linkerzones voor twee
verschillende geluiden. De linkerzone is de lower voice. Je kunt zelf het
splitpunt op het klavier aangeven. De standaardinstelling voor het lower
voice-nummer is L.19.
1. Kies de upper voice die je wilt bespelen aan de rechterkant van het
splitpunt.
2. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [LOWER]-toets om
de lower-functie te activeren. De led-indicator bij [LOWER]-toets
licht op, de Nixie Tube toont het lower voice-nummer: “L.19”.
3. Druk op de toetsen [+/YES]/[-/NO] of voice direct om het geluid
voor de lower voice te kiezen.
4. Bespeel het klavier.
Je kunt nu verschillende geluiden horen in de zones voor de rechter- en
de linkerhand.
5. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [LOWER]-toets om
de lower-functie uit te schakelen.
11
ChurOrgn
13 RockOrgn 15 Harmnic 17 CleanGtr 19 Strings
12
ReedOrgn 14 Acordion 16 NylonGtr 18 FngrBass
11
20 SynStrs
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:07
Gevorderd gebruik
Splitpunt
De plaats op het klavier waar de UPPER of DUAL voice en
A0
LOWER voice worden gescheiden heet “splitpunt”.
De standaardinstelling voor het splitpunt is: F#334.
1. Houd de [LOWER]-toets ingedrukt en druk op een willekeurige
toets op het klavier om het splitpunt vast te stellen.
2. Laat de [LOWER]-toets los om het instellen van het splitpunt te
verlaten.
De geluiden demo afspelen
1. In de geluidenmodus, houd de [SHIFT]-toets in gedrukt en druk op
de [VOICE DEMO]-toets om de geluidendemo te starten. doe
hetzelfde nogmaals om de geluidendemo te verlaten.
2. Druk op de [START/ STOP]-toets om het afspelen te beëindigen.
Aanslaggevoeligheid
Het keyboard is voorzien van aanslaggevoeligheid waarmee je
dynamisch en expressief het level van geluid met de kracht waarmee
je speelt kunt beïnvloeden net als bij een akoestisch instrument.
Dat betekent dat hoe harder je speelt, des te hoger het volume uit de
luidsprekers. Uitschakelen hiervan resulteert in een gefixeerde respons;
geen niveauverandering, hoe hard of zacht je ook speelt. Er zijn drie in
stellingen mogelijk voor de aanslaggevoeligheid (Off, 1-3), de
standaardinstelling is: “2”.
Bediening:
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
bijbehorende klaviertoets die gemarkeerd is als +/- om het gewenste
niveau te kiezen.
Parameters
Beschrijving
OFF
Vast
1
Zacht
2
Medium
3
Hard
Transponeren
Met deze functie kun je de algehele toonhoogte van het instrument
omhoog of omlaag transponeren binnen een bereik van een octaaf in
stappen van een halve toon.
Als je bijvoorbeeld niet zo bekend bent met de toonaard G, kun je het
klavier -5 of +7 stappen transponeren en het stuk gewoon in C
spelen.
Bediening:
1. Druk op de [TRANSPOSE]-toets, De Nixie Tube toont de huidige
transpositiewaarde, zoals bv. “07”. Druk op de [+/YES]/[-/ NO]-
toetsen om de nieuwe waarde in de geven. De toonhoogte van
het volledige klavier verandert.
2. Druk tegelijkertijd op de [+/YES]- en [-/NO]-toetsen om de
standaardwaarde “0” terug te krijgen.
Default Split PointF#3
Parameters
Beschrijving
Transpose +
Verhoog de toonhoogte in halve-toonsstappen
Transpose -
Verlaag de toonhoogte in halve-toonsstappen
12
TOUCH
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:08
Gevorderd gebruik
Stemming
De totale toonhoogte van het instrument kan omhoog en omlaag
worden verstemd tot een maximum van 100 cents in stappen van 1
cent. (100 cents = 1 halve toon).
Bediening:
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen
gemarkeerd met TUNE +/- om de waarde in te geven. De Nixie
Tube toont de huidige waarde.
2. Druk gelijktijdig op de [TUNE +]- en [TUNE -]-klaviertoetsen om
de standaardwaarde “00” terug te krijgen.
Pedaalresonantie
Pedaalresonantie is een functie die de resonantie/galm van snaren nabootst
wanneer het sustain-pedaal op een piano wordt ingedrukt. Pedaalresonantie
reproduceert de rijke harmonischen en unieke geluidskenmerken van een
daadwerkelijke vleugel bij het gebruik van het sustainpedaal.
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de
[PEDAL RESONANCE]-klaviertoets om dee functie
te activeren.
2. De standaardinstelling van pedaalresonantie is “off”. Zet deze
naar believen aan.
Opmerking:
1. De harmoniseer-functie wordt automatisch uitgeschakeld als de
pedaalresonantie wordt ingeschakeld.
2. Er kan een korte vertraging in het geluid en bijgeluiden optreden
wanneer de pedaalresonantie tijdens het spelen wordt ingeschakeld.
Dit is een normaal fenomeen het het omschakelen van deze functie.
Metronoom
De metronoom-functie zorgt voor een strakke maataanduiding als hulp
bij het studeren van spelen in een consistent tempo.
1. Zet de metronoom aan en uit
Druk op de [METRONOME]-toets om de metronoomfunctie aan en
uit te schakelen. Tijdens het gebruik knippert de led-indicator bij
[START/ STOP] in het huidige tempo. Rood voor de eerste tel, groen
voor de andere. Het tempo van de metronoom kan vrijelijk worden
ingesteld. Zie het hoodfstuk TEMPO voor details.
2. Verander de maatsoort van de metronoom
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen
gemarkeerd als METRONOME +/- om de maatsoort in te stellen. De
Nixie Tube toont de huidige maatsoort als het aantal tellen per maat,
zoals:“4”. Er zijn negen maatsoorten: 0, 2-9.
3. Kies het metronoomgeluid
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als VOCAL om het metronoomgeluid te veranderen:
normal geluid of menselijke stem.
Opmerking:
De metronoom-functie is niet beschikbaar in de song-modus.
13
Parameters
Beschrijving
Tune +
Verhoogt het klavier met 1 stap
Tune -
Verlaagt het klavier met 1 stap
TUNE
PEDAL
RESONANCE
METRONOME
VOCAL
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:08
Begeleiding afspelen
Deze stagepiano is voorzien van vijftig pianobegeleidingen. Zie de
style-lijst voor details. Het standaard style-nummer is: “00.1”
Een style kiezen
1. Druk op de [STYLE]-toets voor de style-modus.
De Nixie Tube toont het huidige style-nummer, zoals “00.1”.
2. Druk op de [+/YES]/[-/NO]-toetsen om de gewenste style te
kiezen of houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op een van de
klaviertoetsen gemarkeerd als 0-9.
Opmerking:
Als je de klaviertoetsen STYLE 0-9 gebruikt om een style te kiezen,
houd dan de [shift]toets ingedrukt om vervolgens twee cijfers in te
voeren. Bijvoorbeeld: door 0 en vervolgens 8 in te drukken, kies je
style nummer 08.
Een style starten en beëindigen
1. In de style-modus, druk op de [START/ STOP]-toets voor de
standby-modus, de “auto bass chord”(A.B.C)-functie is
automatisch geactiveerd, de indicators (rood & groen) knipperen.
are flashing. Zodra je akkoorden speelt in de zone voor de
linkerhand, start de style onmiddellijk.
2. Druk nogmaals op de [START/ STOP]-toets om het afspelen te
beëindigen. Tegelijkertijd wordt de A.B.C. automatisch
uitgeschakeld.
Fill-in A/B
1. Standaard staat de gekozen begeleiding ingesteld op de main A-sectie van
de muziek (de led-indicator licht op), dus bij het gebruik van de
begeleidingsfunctie resulteert het drukken op de [FILL A/B]-toets in een
passend fill-in-patroon om het ritme op te vrolijken (de led-indicator
knippert). Het einde van de fill-in gaat vloeiend over in de main B-sectie en
de led-indicator gaat uit.
,
2. Als de main B-sectie wordt afgespeeld, resulteert het drukken op de [FILL
A/B]-toets in een passend fill-in-patroon om het ritme op te vrolijken (de led-
indicator knippert). Het einde van de fill-in gaat vloeiend over in de main A-
sectie en de led-indicator gaat aan.
3. Wanneer je de [FILL A/ B]-toets ingedrukt houdt, wordt het fill-in-patroon
continu gespeeld. De led-indicator blijft knipperen.
Begeleidingsvolume
Deze functie wordt gebruikt om het volume van alle
begeleidingspartijen aan te passen om een goede balans te krijgen
tussen de begeleiding en de klaviergeluiden.
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en gebruik de klaviertoetsen
[ACCOMP +] en [ACCOMP -] om het begeleidingsvolume in te
stellen binnen een bereik van 0~127.
2. Druk gelijktijdig op de klaviertoetsen [ACCOMP +] en [ACCOMP -] om
het begeleidingsvolume uit te zetten, de Nixie Tube toont “OFF”. Druk
nogmaals gelijktijdig op de [ACCOMP +]- en [ACCOMP -]-toetsen om
het begeleidingsvolume weer aan te zetten.
14
ACCOMP
STYLE
0 1 2 3
4
5 6 7 8
9
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:09
Begeleiding afspelen
Tempo
Elke style, song, metronoom of duet in dit instrument heeft een
standaardinstelling voor het tempo. Dit kan echter worden veranderd
met de tempo-toets. Bereik: 30~280.
Bediening:
1. Druk op de [TEMPO +]/ [TEMPO -]-toetsen om het
gewenste tempo in te stellen, de Nixie Tube toont het
huidige tempo.
2. Druk gelijktijdig op de [TEMPO +]- en [TEMPO -]-toetsen om
het standaardtempo te herstellen voor de betreffende style of
song.
3. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen
TEMPO 0-9 om het tempo in te stellen. Bv.: druk achtereenvolgens op 2, 1, 4
TEMPO
wat resulteert in een tempo van 214bpm.
TAP
0
1
2
3
4
5
4. Gedurende het afspelen van een style of song, houd de [SHIFT]-
toets ingedrukt en tik twee in het gewenste tempo op de
klaviertoets gemarkeerd met TAP.
Opmerking:
1. Wanneer je de klaviertoetsen gemarkeerd als TEMPO 0-9 gebruikt
om het tempo in te stellen, houd dan de [SHIFT]-toets ingedrukt
gevolgd door drie cijfers. Door achtereenvolgens de toetsen 0,6,4,
in te drukken krijg je het tempo 64bpm.
2. Wanneer de style is gestopt en het aantal keren dat je op de
[TAP]-toets tikt, komt overeen met dat van het metronoomtype,
dan zet het systeem automatisch de metronoom aan op het
tempo van de laatste twee tikken.
15
Parameters
Beschrijving
TAP
Snel het gewenste tempo instellen
TEMPO +/-
Verhoog/verlaag het tempo met 1 stap
0 ~ 9
Voer direct de gewenste waarde in
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:09
DSP-effect
Het DSP-effect is een technologische methode om geluid na te booten
zoals het klinkt in een echte omgeving. Met het DSP-effect kun je op
verschillende manieren ambiance en diepte aan je muziek toevoegen.
Er zijn vijf galmeffecten (reverb), vijf chorus-effecten en vijf EQ-
effecten in dit instrument ingebouwd.
Reverb
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als ON/OFF in de REVERB-sectie om het reverb-
effect aan of uit te schakelen. Druk op de klaviertoets gemarkeerd
als REVERB +/-, naast de ON/OFF-toets, om het reverb-type te
kiezen.
Standaard staat de reverb aan op type 2 Hall.
Chorus
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als ON/OFF in de CHORUS-sectie om het chorus-
effect aan of uit te schakelen. Druk op de klaviertoets gemarkeerd
als CHORUS +/-, naast de ON/OFF-toets, om het chorus-type te
kiezen.
Standaard staat chorus aan op type 1 Chorus 1.
Parameter
Chorus-type
1
Chorus 1
2
Chorus 2
3
Chorus 3
4
Flanger
5
Rotary
EQ
De EQ-functie bedient de gain op verschillende frequentiebanden.
Verschillende gain-instellingen werken al seen sort toonregeling.
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als EQ +/- om het type EQ te kiezen. De
standaardinstelling is 1 Standard.
Parameter
EQ-type
1
Standard
2
Modern
3
Rock
4
Classic
5
Jazz
16
Parameter
Reverb-type
1
Room
2
Hall
3
Church
4
Delay
5
Pan Delay
REVERB
ON/OFF
EQ
11:20:10
Songs beluisteren
Songs afspelen
Dit instrument is voorzien van 60 preset songs om van te genieten.
Zie de song-lijst voor deatils.
Songs afspelen in een grote cyclus
Druk op de [SONG]-toets; toegang tot de song-afspeelmodus. Het
systeem speeelt alle songs af in een grote, continue loop. De Nixie
Tube toont het huidige song-nummer en het “SONG”-ikoon licht op.
Songs afspelen in een korte cyclus.
Terwijl de song wordt afgespeeld, druk op de [START/STOP]-toets om
uitsluitend díé song in een loop af te spelen.
Tempo-indicators
Terwijl de song wordt afgespeeld, knipperen de led-indicators bij
[START/STOP] in het ingestelde tempo: roof voor de eerste tel,
groen voor de resterende.
Een song kiezen
Druk op de [+/YES]/[-/NO]-toetsen om een song te kiezen of houd de
[SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen gemarkeerd als
SONG 0-9 om een song direct te selecteren.
Note:
Als je de klaviertoetsen gemarkeerd als SONG 0-9 gebruikt om een
song te kiezen, houd de [shift]-toets ingedrukt en voer twee twee
cijfers in. Bv.: achtereenvolgens drukken op 0 en 8 selecteert song
08.
Songs beëindigen
Terwijl de song wordt afgespeeld, druk op de toetsen [START/STOP] of
[SONG] om het afspelen te beëindigen.
Songs instuderen
Alle preset songs kennen een geprogrammeerde les-modus.
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als [L] in de MELODY OFF-sectie. Hierdoor wordt de
linkerhandpartij van de gekozen song uitgeschakeld, waardoor je
die zelf kunt oefenen ten opzichte van de rechterhandpartij van de
melodie.
2. Op dezelfde wijze druk je op de klaviertoets gemarkeerd als
[R] om de rechterhandpartij uit te schakelen en díé in te
studeren.
3. Druk op de klaviertoets gemarkeerd als [OFF] om de les-modus te
verlaten. De song keert terug naar de normale afspeelmodus.
17
SONG
0 1 2 3
4
5 6 7 8
9
MELODY OFF
OFF L
R
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:10
Opnemen
Met de gebruiksvriendelijke mogelijkheden voor songopname kun je eigen spel opnemen as een gebruikerssong. Deze
piano kan 5 gebruikerssongs opnemen en opslaan in het interne geheugen.
Opname voorbereiden
1. Kies, alvorens op te nemen, een gebruikerssong om de opname in
op te slaan. Druk op de [RECORD]-toets, toegang tot de keuze-
interface, de Nixie Tube toont het huidige song-nummer. Als de
Nixie Tube “r-*” toont, betekent dit dat hierin al een gebruikerssong
is opgeslagen. Toont de Nixie Tube “nF*”, dan is dit
gebruikersgeheugen vrij. Druk op de toetsen [+/YES] of [-/ NO] om
de betreffende geheugenplaats te gebruiken of niet.
2. Druk nogmaals op de [RECORD]-toets voor de voorbereidingsstatus
van de opname, de led-indicator van de [START/ STOP]-toets blijft
knipperen. Kies vervolgens de gewenste instellingen voor geluid, style,
tempo en andere parameters…..
Opmerking:
De LOWER-functie is automatisch uitgeschakeld.
Opname starten
1. De opname start zodra je een noot op het klavier spelt. De led-
indicator van de [RECORD]-toets blijft knipperen.
2. Druk gedurende de voorbereidingsstatus op de toets
[START/STOP] en de “auto bass chord”(A.B.C)-modus wordt
automatisch geactiveerd, maar de begeleiding en de synchrone
opname starten pas als er een noot in de linkerhandzone wordt
gespeeld.
Opmerking:
Als je voorafgaand aan de opname gekozen hebt voor “r-*” (wat
betekent dat er een song is opgeslagen in deze geheugenplaats)
which means there is a user song in this file), wordt de
oorspronkelijke gebruikerssong overschreven door de nieuwe.
Opname beëindigen
1. Druk gedurende de opname nogmaals op [RECORD] om deze
onmiddellijk te beëindigen. again while recording can stop this
action immediately. De Nixie Tube toont “- - -” en het systeem slaat
de opgenomen data automatisch op in het interne geheugen. De
indicator gaat uit na de bewaarprocedure.
2. Als tijdens de opname het geheugen vol raakt, stopt de opname
automatisch en wordt het gespeelde in het interne geheugen
opgeslagen. De Nixie Tube toont “FUL”, de opname-indicator gaat
na het opslaan uit.
Gebruikerssong afspelen
1. Druk op de [PLAY/STOP]-toets, toegang de opname-afspeelmodus.
Als de gekozen song geen data bevat, toont de Nixie Tube “nF*”,
bv. “nF3”; bevat de gebruikerssong wel data dan toont de Nixie
Tube het song-nummer “P-*”, bv. “P-2”.
2. Druk op de toetsen [+/YES] of [-/NO] om de song te kiezen.
3. Druk op de [PLAY/ STOP]-toets om de gekozen song af te spelen.
De led-indicator van de [PLAY/ STOP]-toets licht op.
4. In de afspeelmodus, druk nogmaals op de [PLAY/ STOP]-toets om
te eindigen. De led-indicator gaat uit.
A0
Chord Section
F#3
18
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:10
Record
Gebruikerssong verwijderen
1. Houd de toetsen [RECORD] en [PLAY/ STOP] tegelijkertijd
ingedrukt en zet vervolgens het apparaat aan om alle
gebruikerssongs te verwijderen.
2. Druk op de [PLAY/ STOP]-toets, toegang tot de selectie van
gebruikerssongs. Druk op de [RECORD]-toets om de betreffende
song te wissen. De Nixie Tube toont “dEL”. Druk op [+/YES] om de
handeling te bevestigen; op [-/ NO] om die aft e breken en terug te
keren naar de selectie-modus.
Opmerking:
We hebben uitschakelbescherming geprogrammeerd, waardoor
geen van de data van de gebruikerssongs worden gewist bij het
uitschakelen.
Duet is een functionele eigenschap die de dynamische elementen van
een professioneel klinkend arrangement kan toevoegen aan je spel. Je
kunt deze functie alleen toepassen wanneer je met je linkerhand een
van de beschikbare akkoorden speelt, waarna het systeem
automatisch een preset patroon speelt om een prachtige melodie te
creëren.
DUET aan/uit
1. Druk op de [DUET]-toets, de led-indicator van DUET licht op en de
Nixie Tube toont het huidige Duet-type: “d**”, bv. “d01” gedurende 2
seconde alvorens terug te keren naar de normale weergave.
2. Voor het uitschakelen van de Duet-functie, druk nogmaal op de
[DUET]-toets. De Nixie Tube toont “oFF” en de led-indicator bij
DUET gaat uit.
Kies een Duet-type
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen gemarkeerd als
DUET +/- om het gewenste Duet-type te kiezen. De Nixie Tube toont het huidige
nummer, bv. “d01”.
Er zijn 32 Duet-types ingebouwd en de standaardinstelling is 01.
Opmerking:
Deze piano is geprogrammeerd met een passend type Duet bij elk
geluid. Het Duet-type kan dus ook worden veranderd door andere
geluidsinstellingen.
Duet
Duet-splitpunt
Bij gebruik van de Duet-functie is het klavier automatisch verdeeld in twee
secties: akkoordensectie in de linkerhandzone en de melodie in die van de
rechterhand.Dit splitpunt is gerelateerd aan de instellingen van het lower
voice-splitpunt. De standaardinstelling is F#3 (34).
A0
Bediening:
Houd de [LOWER]-toets ingedrukt en bespeel een willekeurige toets
om het splitpunt te bepalen. Het systeem verlaat deze modus
automatisch na het loslaten van de [LOWER]-toets.
Default Split PointF#3
19
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:10
Harmoniseren
Met de Harmony-functie voegt het systeem automatisch een
harmoniseer-effect toe aan je spel.
Bediening:
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [HARMONY]-
toets om deze functie aan of uit te zetten. Standaard is die uit.
2. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als HARMONY +/- voor de gewenste type harmonie.
De Nixie Tube toont het huidge harmony-type, bv. “H-1”. Er zijn
drie types harmonie-effect. De standaardinstelling is 1, 1+5.
Toonladder
Gelijkzwevende stemming (slechts één stemmethode voor alle
grondtonen, geschikt voor klavierinstrumenten) wordt doorgaans in
moderne muziek gebruikt. Gebruik deze voor je eigen composities en
spel. Het gebruik van gelijkzwevende stemming, met name voor
piano, is wijd verbreid en is een veilige keuze. Er werden echter
verschillende andere toonladders gebruikt voor compositie en
uitvoeringen voordat men de gelijkzwevende stemming invoerde.
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [SCALE]-toets
voor de toonladder-modus. De Nixie Tube toont “on”. Er zijn 6
toonladders ingebouwd en de standaardinstelling is 1,
Pythagoriaans.
2. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [SCALE]-toets
om de toonladder-modus uit te schakelen. De Nixie Tube toont
“oFF”.
3. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen
gemarkeerd als SCALE TYPE +/- voor de gewenste toonladders.
De Nixie Tube toont het toonladdernummer.
4. Houd [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoetsen
gemarkeerd als SCALE ROOT +/- om de gewenste grondtoon in
te stellen. De Nixie Tube toont de naam van de huidge
grondtoon.
20
SCALE
TYPE
ROOT
Parameter
Harmony-type
1
1+5
2
Octaaf 1
3
Octaaf 2
HARMONY
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:11
Toonladder
Bijvoorbeeld:
Je kiest voor de mineurtoonladder met de grondtoon “C#”.
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [SCALE]-toets
voor de toonladder-modus.
2. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
die gemarkeerd is SCALE TYPE +/- om3 Minor-toonladder
te kiezen, de Nixie Tube toont “3”.
3. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als SCALE ROOT +/- om de grondtoon “C#” te
selecteren. De Nixie Tube toont “Cu”.
TWINOVA
In de TWINOVA-modus wordt het klavier verdeeld in twee zones
met elk hetzelfde toonhoogtebereik en geluid.
1. TWINOVA aan- en uitschakelen.
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [TWINOVA]-toets,
toegang tot de TWINOVA-modus. De Nixie Tube toont “on”.
Herhaal de bovenstaande handeling om de TWINOVA-modus te
verlaten. De Nixie Tube toont “oFF”. In de TWINOVA-modus zijn
DUAL en SPLIT niet beschikbaar en het standard splitpunt is E3
(32).
2. Kies een geluid.
In de TWINOVA-modus is het geluid dat je gebruikt het geluid dat je voor
de upper voice hebt ingesteld voorafgaand aan de TWINNOVA-modus.
Druk op een voice direct-toets of de [+/YES]- en [-/NO]-toetsen om
een geluid te kiezen.
3. Bepaal het splitpunt.
Houd in de TWINOVA-modus mode de [LOWER]-toets ingedrukt
en speel een willekeurige toets C3~C6 op het klavier om het
splitpunt te bepalen. Laat de [LOWER]-toets los om de
splitpuntinstelling te verlaten.
4. Bepaal het octaaf.
Houd in de TWINOVA-modus de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk
op de klaviertoetsen gemarkeerd als OCTAVE +/- om de waarde
voor het octaaf aan te geven. De Nixie Tube toont de huidige
waarde, bv. “1”.
Opmerking:
Tijdens het afspelen van songs is TWINOVA niet beschikbaar.
Default Split PointE332
21
Parameter
Toonladder
1
Pythagoriaans
2
Puur majeur
3
Puur mineur
4
Meantone
5
Werkmeister
6
Kirnberger
OCTAVE
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:11
Pieptoon
Deze funcie is bedoeld om de aandachtstoon aan en uit te zetten. De
basisinstelling is “aan”.
Bediening:
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de klaviertoets
gemarkeerd als BEEP om de pieptoon aan of uit te zetten.
MIDI-functie
Wat is MIDI?
MIDI is de afkorting voor Musical Instrument Digital Interface” en
maakt het voor elektronische muziekinstrumenten, computers en
andere gelijksoortige apparaten mogelijk om met elkaar te verbinden
en te communiceren. MIDI bevat commando’s met betrekking tot
notatie, toonhoogte, dynamiek, stuursignalen voor volume, vibrato,
panorama en wisselen van geluid.
MIDI-aansluitingen
Dit instrument is voorzien van twee MIDI-aabsluitingen: 1x USB en
1x MIDI-out.
Aansluitregels
Bij MIDI-aansluitingen heb je te maken met een “master” en een
“slave”. Verbind de MIDI-out van de master met de MIDI-in van de
slave. MIDI-aansluitingen van hetzelfde apparaat kunnen niet met
elkaar worden verbonden. Ook kunnen dezelfde MIDI-in of uitgangen
van apparaten niet met elkaar worden verbonden.
MIDI OUT
Verbind de MIDI-out van het instrument door middel van een standard
MIDI-kabel met de MIDI-in van een computer of extern MIDI-apparaat.
Aldus kunnen MIDI-data vanuit de MIDI-out naar een ander MIDI-
apparaat worden gestuurd wanneer je het klavier bespeelt of een
andere MIDI-stuurfunctie gebruikt. Bv.: noot aan/uit, geluidskeuze,
besturingsdata etc. Zie de MIDI-implementatiekaart voor details.
MIDI-controller
Dit instrument heft 3 onafhankelijke MIDI-controllers, die elk kunnen
worden gebruikt om een ander MIDI-appparaat te besturen. Zie
hiervoor de gedetailleerde procedures hieronder.
Controller-instellingen
1. Toegang tot de MIDI-controller-modus
Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en op de [MIDI MODE]-toets,
toegang tot de MIDI-controller-modus. De led-indicator van
[MIDI MODE] licht op.
22
BEEP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:12
MIDI-functie
2. Toegang tot de bewerkingsmodus
Druk op de [MIDI EDIT]-toets voor toegang tot de
bewerkingsmodus van de controllers. De betreffende MIDI EDIT-
indicator licht op.
3. Controller-keuze
In de bewerkimngsmodus, druk op een van de toetsen [CTRL 1] tot
[CTRL 3] om de betreffende controller te kiezen. Bv.: druk op [CTRL
1] om controller 1 te bewerken. De bijbehorendee indicator licht op
en de Nixie Tube toont de commandowaarde; je kunt nu de
parameters voor controller 1 bewerken.
4. Commando-instellingen
In de bewerkingsmodus voor de MIDI-controller, druk op de
[COMMAND]-toets en de Nixie Tube toont het huidige
commandonummer. Het “VOICE”-ikoon licht op. Nu kun je het
gewenste commandonummer ingeven door de corresponderende,
numerieke klaviertoetsen in de MIDI-sectie in te drukken. Er zijn in
het totaal 131 MIDI controller-commando’s (000-130) en de
basisinstelling is 001.
Opmerking:
Wanneer je de numerieke toetsen gebruikt om het commandonummer
in te geven, houd de [shift]-toets ingedrukt en geef vervolgens drie
cijfers in. Bv.: achter elkaar 0,6,4 resulteert in commando 64.
5. Data-instellingen
In de bewerkingsmodus voor de MIDI-controller, druk op de [DATA]-
toets en de Nixie Tube toont de datawaarde van de betreffende
controller. Het “STYLE”-ikoon licht op. Nu kun je de datawaarde voor
de betreffende controller ingeven door de numerieke klaviertoetsen
in de MIDI-sectie te gebruiken. Bereik: 000-127.
Opmerking:
Wanneer je de numerieke toetsen gebruikt om de datawaarde in te
geven, houd de [shift]-toets ingedrukt en geef vervolgens drie cijfers
in. Bv.: achter elkaar 0,6,4 resulteert in commando 64.
6. Kanaal-instelling
In de bewerkingsmodus voor de MIDI-controller, druk op de
[CHANNEL]-toets. De Nixie Tube toont het huidige MIDI-kanaal en
het “SONG”-ikoon licht op. Nu kun je direct het MIDI-
kanaalnummer ingeven door de numerieke klaviertoetsen in de
MIDI-sectie te gebruiken. Bereik: 01-16.
Opmerking:
Wanneer je de numerieke toetsen gebruikt om het kanaalnummer in te
geven, houd de [shift]-toets ingedrukt en geef vervolgens twee cijfers
in. Bv.: achter elkaar 0,1 resulteert in MIDI-kanaalnummer 1.
23
Nummer
Display
Commando
000~127
0.00~1.27
Standard MIDI controlBn
128
.Cn
Program changeCn
129
.dn
Channel aftertouchDn
130
.En
Pitch bendEn
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
MIDI
11:20:12
MIDI-functie
Zie de procedure 3-6 hierboven voor de volledige parameterinstellingen voor
controllers 1/2/3. Druk op de [MIDI EDIT]-toets om de bewerkinsmodus
voor de MIDI-controllers te verlaten. De betreffende indicator gaat uit.
Opmerking:
1) De commandowaarde is DATA 1 van Bn als die binnen het bereik van 0-127
dat je instelt ligt. De waarde van DATA 2 kan worden ingesteld door op de
toets [DATA] te drukken.
2) Als het nummer dat je instelt 128 is, kan het commando Cn zijn. De
datawaarde kan worden ingesteld door de [DATA]-toets in te drukken.
3) Als het nummer dat je instelt 129 is, kan het commando Dn zijn. De
datawaarde kan worden ingesteld door de [DATA]-toets in te drukken.
4) Als het nummer dat je instelt 130 is, kan het commando En zijn. De waarde
van DATA 2 kan worden ingesteld door de [DATA]-toets in te drukken, DATA
1 wordt automatisch door DATA 2 gegenereerd:
Als Data2 = 0~126, dan Data1=0;
Als Data2 = 127, dan Data1=127;
Aanvulling:
Als Data1=Data2=0, wat betekent dat pitchbend op het laagste niveau is;
Als Data1=0Data2=64, wat betekent dat pitchbend in de middenstand is;
Als Data1=127Data2=127, wat betekent dat pitchbend op hoogste niveau is.
Controller-output
1. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [MIDI
MODE]-toets. De led-indicator van [MIDI MODE] licht op.
2. Druk op de toets [CTRL 1], de led-indicator van [CTRL 1]
knippert kortstondig, dat toont dat het systeem MIDI-informatie
van controller 1 verstuurt. De betreffende MIDI-indicator licht op
wanneer dit process is beëindigd. Als je nogmaals op de [CTRL
1]-drukt, wordt de MDI-informatie herhaaldelijki verzonden.
3. Op dezelfde manier, als je toetsen [CTRL 2] en [CTRL 3] indrukt
wordt de MIDI-informatie van de betreffende controller verstuurd
via MIDI OUT.
4. In de MIDI-controller-modus, als je die wilt verlaten, houd de
[SHIFT]-toets ingedrukt en druk op de [MIDI MODE]-toets.
Fabrieksinstellingen herstellen
Houd, wanneer het toestel is uitgeschakeld, de toetsen [+/YES] en [-
/NO] tegelijkertijd ingedrukt en schakel de piano in. Het systeem zal de
fabrieksinstellingen terug zetten en alle opgenomen data wissen. De
Nixie Tube toont ---”. Na beëindiging van het herstelproces zal de piano
automatisch worden aangezet. Wees voorzichtig hiermee.
24
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:12
Probleemoplossing
Specificaties
Keyboard
88 Keys with Touch Response
Polyphony
64
Voice
20 Voices
Style
50 Styles
Song
60 Songs
Demo
2 Demos
Tempo
30 280
Control Button
Power switch, Volume, Demo (MIDI Mode),
Tempo- (Command), Tempo+ (Value), Metronome (Channel),
Start/Stop (MIDI Edit), Fill A/B (CTRL 1), Record (CTRL 2),
Play/Stop (CTRL 3), Voice (Voice Demo), Style (Dual),
Song (Lower), Duet, -/No (TWINOVA), +/Yes (Scale),
Transpose (Harmony), Shift, 10 Voice direct buttons.
Control Key
Beep, Pedal Resonance Switch, Touch -/+, Tune -/+,
Octave-/+, Scale setting, Reverb Setting, Chorus Setting,
EQ -/+, Duet -/+, Harmony -/+, Melody Off, Metronome
setting, ACCMP Volume -/+, Tempo setting, Style Select,
Song Select, MIDI Controller Parameters setting.
Connectors
DC IN, PHONES (2 standard. ¼” phone), AUX IN, AUX OUT,
USB, SUSTAIN, MIDI OUT, UNIT PEDALS (Soft, Sostenuto,
Sustain).
Power Supply
DC IN 12V/2000mA
Speaker
4ohm 10W x 2
8ohm 20W x 2
Dimensions
1365(W) x 366(D) x 137(H) mm
Weight
10.7Kg
* All specifications and appearances are subject to change
without notice.
25
Probleem
Mogelijke oorzaak en oplossing
De luidsprekers produceren een tikgeluid
telkens als het apparaat wordt in- of
uitgeschakeld.
Dit is normal en het kan geen kwaad.
Het apparaat staat aan, maar er komt
geen geluid als het klavier wordt
bespeeld.
1. Check of het volume op een passend niveau staat.
2. Controlleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten op PHONES 2-uitgang.
Er wordt geruis/gekraak geproduceerd bij
het gebruik van een mobiele telefoon.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van het instrument kan storing
veroorzaken. Schakel de telefoon uit of gebruik ‘m verder van het instrument verwijderd.
Bepaalde noten klinken op een
foutieve toonhoogte.
Zorg ervoor dat de waarde van de stemming staat ingesteld op “0”. Houd de toetsen
[+/Yes] en [-/No] tegelijkertijd ingedrukt en schakel het toestel in om alle
standaardinstellingen van het instrument terug te krijgen.
De piano wordt niet herkend bij het
aansluiten op een computer.
Check of de USB-kabel stevig is verbonden of probeer een andere USB-poort van de
computer. Er hoeft geen driver te worden geïnstalleerd.
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:12
Geluidenlijst
26
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
NO.
Name
Piano
1
Grand Piano
2
Grand Piano 2
3
Ele. Piano
4
Ele. Piano 2
5
Ele. Piano 3
6
Harpsichord
Chromatic Percussion
7
Clavi
8
Vibraphone
Organ
9
Percussive Organ
10
Drawbar Organ
11
Church Organ
12
Reed Organ
13
Rock Organ
14
Accordion
15
Harmonica
Guitar
16
Acoustic Guitar (nylon)
17
Electric Guitar (clean)
Bass
18
Electric Bass (finger)
Strings & Orchestral Instruments
19
String Ensembles
20
Synth Strings
11:20:12
Style-lijst
27
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
NO.
English Name
1
Romantic 8beat
2
Pop 8Beat
3
Slow Rock
4
Lyric 3Beat
5
Pop Waltz
6
Slow Waltz
7
Waltz 1
8
Waltz 2
9
Waltz 3
10
Vienna Waltz
11
March 1
12
March 2
13
Polka
14
Italian Polka
15
Jazz Pub
16
Jazz 1
17
Jazz 2
18
Jazz 3
19
Jazz 4
20
Jazz 5
21
Boogie
22
Jive
23
Dixland
24
Latin
25
Tango
26
Lambada
27
Samba
28
ChaCha
29
Beguine
30
Salas
31
Pop Bossa
32
Blues 1
33
Blues 2
34
Blues 3
35
Jazz Bluse
36
Piano Beat
37
Piano Bar
38
Pop 1
39
Pop 2
40
Pop 3
41
Pop 4
42
Pop Country
43
Pianist 1
44
Pianist 2
45
Ballad 1
46
Ballad 2
47
Ballad 3
48
Ballad 4
49
6/8 Ballad
50
6/8 Ballad 2
11:20:13
Song-lijst
28
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
NO.
English Name
1
Waltz in A Flat Op.39, No.15
2
The Happy Farmer
3
Etude
4
Dance Of The Four Swans From "Swan Lake"
5
Carmen Suite No.2 Habanera
6
A Little Polish Dance
7
Jesus Saviour Pilot Me
8
Old Macdonald Had A Farm
9
O Sole Mio
10
Wedding March From "Lohengrin"
11
2-Part Invention No.13 In A Minor BWV 784
12
Turkish March
13
Italian Polka
14
Musette
15
Bourree
16
To A Wild Rose
17
Away In A Manger
18
Fur Elise
19
Marriage Of Figaro
20
Angels We Have Heard On High
21
Waltz
22
America The Beautiful
23
Did You Ever See A Lassie
24
Arabesque
25
Old France
26
Santa Claus Is Coming To Town
27
Music Box Dancer
28
Symphony No.9 In E Minor Large From "The New World"
29
Larghetto
30
French Suites
31
Mazurka
32
Minuet 1
33
Minuet 2
34
Minuet 3
35
Minuet In G
36
Neapolitan Song
37
Prelude
38
Salut D' Amour
39
Pizzicato Polka
40
Piano Sonata No.11 in A major K331 I. Andante grazioso
41
Songs Without Words Op30 No .6 F sharp minor Venetian Gondola Song
42
Duke Aria From “The Rigoletto”
43
Burgmuller Op.100 No.15 - Ballade
44
Spinning Song
45
In The Theatre
46
Alfredo and Violetta Column Tower Duet
47
Come Back To Sorrento
48
Piano Sonatina In F Major
49
Tchaikovsky Waltz
50
Military March No.1 In D Major
51
Als Die Alte Mutter Mich Noch lehrte Singen
52
Etude on Leger Lines 1
53
Etude on Leger Lines 2
54
At the Ball
55
Dancing Raindrops
56
From a Story Book
57
Comin' 'Round the Mountain
58
Song of the Brook
59
Puck
60
Cotton-pickin' Fingers
11:20:13
Demo-lijst
No.
English Name
1
Fantasia
2
Chpn_op25_no1
29
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:13
30
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
Verstemmen van de toonladder
Een stemmingssysteem wordt gebruikt om vast te stellen welke tonen of toonhoogtes er worden gebruikt bij het
spelen van muziek. Anders gezegd: het is een keuze met betrekking tot de welke frequenties er worden gebruikt
en de onderlinge afstand daarvan. Gelijkzwevende stemming (slechts één stemmethode voor alle grondtonen,
geschikt voor klavierinstrumenten) is tegenwoordig de meest gebruikte stemming voor piano’s en andere
instrumenten met een min of meer vaste stemming. Een van de voordelen van gelijkzwevende stemming is dat
die hetzelfde is voor elke toonaard, zodat composities vrijelijk omlaag en omhoog kunnen worden getransponeerd
zonder dat de intervallen veranderen. Het gebruik van gelijkzwevende stemming, met name voor piano, is wijd
verbreid en is een veilige keuze. Er werden echter verschillende andere toonladders gebruikt voor composities en
uitvoeringen voordat men de gelijkzwevende stemming invoerde. Deze piano is voorzien van zes stemsystemen,
die je kunt kiezen afhankelijk van welke akkoorden en melodieën je op dat moment nodig hebt.
Eigenschappen van de verschillende stemmingen
Pythagoriaans
De pythagoriaanse stemming, genoemd naar de wiskundige en filosoof Pythagoras uit de oudheid, is gebaseerd
op het stapelen van inetrvallen genaamd reine kwinten. Deze is specifiek geschikt voor muziek waarin de kwinten
worden behandeld als consonant zijn en de tertsen als dissonant.
Puur majeur & puur mineur
Pure intonatie (soms afgekort als JI, just intonation) is een muzikale stemming waarin de frequenties van de
noten zijn gerelateerd aan de verhouding tussen kleine, gehele getallen. Elk interval dat op deze wijze is gestemd
noemt men puur of juist En een majeurtoonaard, die bestaat uit pure intonaties, met name de drieklanken
bestaand uit de grondtoon, de terts en de kwint, klinkt extreme harmonieus. Pure intonantie is waarschijnlijk de
meest natuurlijk klinkende stemming.
Meantone
Het Meantone-systeem lijkt erg op pure intonatie. Het werd in de 16de eeuw gebruikt voor het stemmen van
pijporgels. Deze muzikale toonaarden, gebaseerd op het pythagoriaans systeem, maar de kwint met een kwart
komma verkleind, benaderen pure intonatie in hoge mate. Dit systeem creëert dan ook prachtige, puur klinkende
toonladders; net al seen perfecte drieklank.
Werckmeister
The Werkmeister is genoemd naar Andreas Werckmeister, en werd gecreëerd al seen verbetering ten opzichte
van de pythagoriaanse toonladder. Deze stemming brengt de comma maxima, bedacht door Pythagoras, terug
tot vier reine kwinten en de rest van de kwinten behouden hun pythagoriaans toonladderkarakteristiek.
Werkmeister-stemming kan een toonladder stemmen van harmonisch naar melodisch door het toongetal te vergroten,
waardoor elke tonaliteit kenmerkend klinkt. Dit maakt het essentieel voor classicistische en romantische, tonale muziek
om de toonaard te benoemen.
Kirnberger
Kirnberger-stemming is een ongewone stemming ontwikkeld in de tweede helft van de 18de eeuw door Johann
Kirnberger en wordt beschouwd als een verbeterde versie van het Meantone-systeem. Hij maakt het mogelijk
tijdens een opvoering vrijelijk van stukken te wisselen.
Twaalftoons gelijkzwevende stemming
Bij twaalftoons gelijkzwevende stemming wordt het octaaf verdeeld in 12 gelijke delen. Een afstand van een
halve toon, oftewel de frequentieverhouding van een interval van twee naastliggende tonen, is de
twaalfdemachtswortel uit 2. Er is een minimaal verschil van steeds dezelfde hoeveelheid tussen twee intervallen.
31
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
11:20:13
SP3000_G04
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Medeli SP3000 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding