Behringer 1002FX de handleiding

Categorie
Audiomixers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
1202 /1002
Premium 12/10-Input 2-Bus Mixers with XENYX Mic Preamps,
British EQs and Multi-FX Processor
2 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
Dank u
Hartelijk gefeliciteerd! Met de XENYX 1202FX/1002FX van BEHRINGER heeft u
een mengpaneel aangeschaft, dat ondanks de compacte afmetingen uiterst
veelzijdig is en tegelijk op uitstekende audio-eigenschappen kan bogen.
Het BEHRINGER XENYX mengpaneel heeft u hoogwaardige
microfoonvoorversterkers met optionele fantoomvoeding, symmetrische
Line-ingangen en verschillende aansluitingen voor eectapparatuur. Doorde
omvangrijke en slim doordachte routing-mogelijkheden is uw XENYX zowel live
als in de studio ronduit ideaal.
Inhoudsopgave
Dank u ............................................................................. 2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften .......................... 3
Wettelijke Ontkenning .................................................. 3
1. Inleiding ..................................................................... 4
1.1 Algemene functies van het mengpaneel................... 4
1.2 Het handboek ...................................................................... 4
1.3 Voordat u begint ................................................................. 5
1.3.1 Uitlevering ....................................................................... 5
1.3.2 Eerste gebruik ................................................................ 5
1.3.3 Online-registratie ......................................................... 5
2. Bedieningselementen enAansluitingen ................ 5
2.1 De monokanalen ................................................................ 5
2.2 Stereokanalen ...................................................................... 6
2.3 Het aansluitingenveld van de Main-sectie ................ 7
2.4 De Main-sectie ..................................................................... 7
2.5 Digitale eectprocessor ................................................... 8
3. Toepassingen ............................................................. 9
3.1 Opnamestudio ..................................................................... 9
3.2 Live geluidsweergave ..................................................... 10
4. Installatie ................................................................. 11
4.1 Netaansluiting .................................................................... 11
4.2 Audioverbindingen ......................................................... 11
5. Specicaties ............................................................. 12
3 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
WETTELIJKE ONTKENNING
Waarschuwing
Aansluitingen die gemerkt zijn met
het symbool voeren een zodanig hoge
spanning dat ze een risico vormen voor elektrische
schokken. Gebruik uitsluitend kwalitatief hoogwaardige,
in de handel verkrijgbare luidsprekerkabels die
voorzien zijn van ¼"TS stekkers. Laat uitsluitend
gekwali ceerd personeel alle overige installatie- of
modi catiehandelingen uitvoeren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke
bedienings - en onderhoudsvoorschriften
in de bijbehorende documenten.
Wijvragen u dringend de handleiding te lezen.
Attentie
Verwijder in geen geval de bovenste
afdekking (van het achterste gedeelte)
anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok.
Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen.
Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door
gekwali ceerd personeel uitgevoerd worden.
Attentie
Om het risico op brand of elektrische
schokken te beperken, dient u te
voorkomen dat dit apparaat wordt blootgesteld aan regen
en vocht. Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen geen
met water gevulde voorwerpen – zoals een vaas – op het
apparaat worden gezet.
Attentie
Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwali ceerd
onderhoudspersoneel. Omelektrische schokken te
voorkomen, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd
worden door gekwali ceerd onderhoudspersoneel.
1. Lees deze voorschriften.
2. Bewaar deze voorschriften.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle voorschriften op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7. Let erop geen van de ventilatie-openingen
te bedekken. Plaats en installeer het volgens de
voor- schriften van de fabrikant.
8. Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9. Maak de veiligheid waarin door de polarisatie-
of aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan.
Eenpolarisatiestekker heeft twee bladen, waarvaner
een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft
twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding.
Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor
uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw
stopcontact passen, laat het contact dan door een
elektricien vervangen.
10. Om beschadiging te voorkomen, moet de
stroomleiding zo gelegd worden dat er niet kan worden
over gelopen en dat ze beschermd is tegen scherpe
kanten. Zorg zeker voor voldoende bescherming aan de
stekkers, de verlengkabels en het punt waar het netsnoer
het apparaat verlaat.
11. Het toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
12. Wanneer de stekker van het hoofdnetwerk of een
apparaatstopcontact de functionele eenheid voor het
uitschakelen is, dient deze altijd toegankelijk te zijn.
13. Gebruik uitsluitend door de producent
gespeci- ceerd toebehoren c.q. onderdelen.
14. Gebruik het apparaat
uitsluitend in combinatie
met de wagen, hetstatief,
de driepoot, de beugel of
tafel die door de producent
is aangegeven, of die
in combinatie met het
apparaat wordt verkocht.
Bij gebruik van een wagen dient men voorzichtig te zijn bij
het verrijden van de combinatie wagen/apparaat en letsel
door vallen te voorkomen.
15. Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
16. Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerk-zaamheden
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is
geraakt, bijvoorbeeld als de hoofd-stroomkabel of -stekker
is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht
zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft
bloot-gestaan, niet normaal functioneert of wanneer het
is gevallen.
17. Correcte afvoer van dit
product: dit symbool geeft aan
dat u dit product op grond van
de AEEA-richtlijn (2002/96/ EG)
en de nationale wetgeving van
uw land niet met het gewone
huishoudelijke afval mag
weggooien. Dit product moet na a oop van de nuttige
levensduur naar een o ciële inzamelpost voor afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) worden
gebracht, zodat het kan worden gerecycleerd. Vanwege
de potentieel gevaarlijke sto en die in elektrische en
elektronische apparatuur kunnen voorkomen, kan een
onjuiste afvoer van afval van het onderhavige type
een negatieve invloed op het milieu en de menselijke
gezondheid hebben. Eenjuiste afvoer van dit product is
echter niet alleen beter voor het milieu en de gezondheid,
maar draagt tevens bij aan een doelmatiger gebruik
van de natuurlijke hulpbronnen. Voormeer informatie
over de plaatsen waar u uw afgedankte apparatuur kunt
inleveren, kunt u contact opnemen met uw gemeente of
de plaatselijkereinigingsdienst.
TECHNISCHE SPECIFICATIES EN UITERLIJK KUNNEN
ZONDER AANKONDIGING WORDEN GEWIJZIGD. DE
HIERIN VERVATTE INFORMATIE IS CORRECT BIJ HET
TER PERSE GAAN. ALLE HANDELSMERKEN ZIJN HET
EIGENDOM VAN HUN RESPECTIEVE EIGENAARS.
MUSICGROUP AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID
VOOR ENIG VERLIES DAT ENIG PERSOON ZOU
ONDERVINDEN, DIE GEHEEL OF GEDEELTELIJK
VERTROUWT OP ENIGE BESCHRIJVING, FOTOOF
UITSPRAAK DIE HIERIN IS OPGENOMEN. KLEURENEN
SPECIFICATIES KUNNEN TUSSEN PRODUCTEN
ONDERLING ENIGSZINS AFWIJKEN. PRODUCTEN VAN
MUSICGROUP WORDEN UITSLUITEND VERKOCHT
DOOR GEAUTORISEERDE DEALERS. DISTRIBUTEURSEN
DEALERS ZIJN GEEN AGENTEN VAN MUSICGROUP
EN HEBBEN ABSOLUUT GEEN AUTORITEIT OM
MUSICGROUP TE BINDEN DOOR MIDDEL VAN
ENIGE UITDRUKKELIJKE OF BESLOTEN ACTIE OF
VERTEGENWOORDIGING. DEZEHANDLEIDING IS
AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD. NIETS VAN DEZE
HANDLEIDING MAG WORDEN GEREPRODUCEERD
OF OVERGEDRAGEN IN ENIGE VORM OF OP
ENIGE WIJZE, ELEKTRONISCH OF MECHANISCH,
WAARONDER FOTOKOPIËREN EN OPNEMEN OP
ENIGERLEI WIJZE, VOOR ENIG DOEL, ZONDER DE
UITDRUKKELIJKE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN
MUSICGROUPIPLTD.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.
© 2013 MUSICGroupIPLtd.
Trident Chambers, Wickhams Cay, P.O. Box 146,
Road Town, Tortola, British Virgin Islands
4 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
1. Inleiding
De XENYX-serie is een mijlpaal in de ontwikkeling van de
mengpaneeltechnologie. Met de nieuw ontwikkelde XENYX-
microfoonvoorversterkers met optionele fantoomvoeding, symmetrische
Line-ingangen alsook een eectsectie met groot vermogen zijn de mengpanelen
van de XENYX-serie zowel voor Live- als voor studiosituaties uitstekend uitgerust.
Door de inzet van de modernste schakeltechnieken bereikt iedere XENYX-mixer
een onvergelijkbaar warme, analoge klank. Aangevuld met de nieuwste digitale
techniek worden de goede eigenschappen van analoge en digitale techniek in
mengpanelen van buiten gewoon goede kwaliteit verenigd.
De microfoonkanalen zijn voorzien van High-End XENYX Mic Preamps,
waarvande geluidskwaliteit en dynamiek te vergelijken zijn met die van dure
Outboard-voorversterkers en
• met 130 dB dynamiekomvang een ongelooijke mate aan headroom bieden
• met een bandbreedte van onder 10 Hz tot boven 200 kHz een kristalheldere
weergave van de jnste nuances mogelijk maken
• dankzij de extreem ruis- en vervormingvrije schakeling met
2SV888 transistors voor absoluut onvervalste klank en neutrale
signaalweergavezorgen
• voor iedere denkbare microfoon de ideale partner zijn (tot 60 dB versterking
en +48 V fantoomvoeding) en
• het voor u mogelijk maken de dynamiekomvang van uw 24-Bit/192 kHz
HD-recorder consequent tot het einde uit te proberen om de optimale
audiokwaliteit te krijgen
“British EQ
De equalizers van de XENYX-serie zijn gebaseerd op de legendarische
schakeltechniek van Britse edelconsoles, die wereldwijd voor hun ongelooijk
warm en muzikaal klankkarakter bekend zijn. Deze waarborgen zelfs bij extreme
versterkingen uitstekende klankeigenschappen.
Multi-eectprocessor
Bovendien biedt uw XENYX-mengpaneel als extra een met een 24-Bit A/D en
D/A convertor uitgeruste eectprocessor, waardoor u 100 presets met eersteklas
hall-, echo- en modulatie-eecten en veel multi-eecten in uitstekende
audiokwaliteit ter beschikking staan.
Let Op!
◊ Wir willen u erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes het gehoor
beschadigen en/of schade aan de koptelefoon c.q. luidspreker
kunnen toebrengen. Draait u de MAIN MIX-regelaar in de Main-sectie
alstublieft helemaal naar links, voordat u het apparaat inschakelt.
Let ten allen tijde op een bij de situatie passend geluidsvolume.
1.1 Algemene functies van het mengpaneel
Een mengpaneel vervult 3 wezenlijke functies:
• Signaalbewerking:
Voorversterking
De microfoons zetten de geluidsgolven in elektrische spanning om.
Deze spanning moet vier maal versterkt worden alvorens men deze
signaalspanning kan gebruiken om een luidspreker aan te drijven en om op
zijn beurt weer geluid te kunnen produceren. Door de ligreine constructie
van de microfoon kapsels is de uitgangs spanning zeer laag en daarmee ook
gevoelig voor storings - invloeden. Daarom wordt de signaal spanning van de
microfoon, bij de ingang van het mengpaneel, naar een storingsvrij niveau
verhoogd. Dit dient door een versterker van de hoogste kwaliteit te worden
gedaan, zodat het signaal zo onvervalst mogelijk naar een ongevoelig niveau
gebracht wordt. Deze taak wordt op perfecte wijze door de XENYX Mic
Preamp vervuld, zonder daarbij sporen achter te laten in de vorm van ruis
of geluids vervorming. Anders zouden de interferenties, die op deze plaats
de kwaliteit en de zuiverheid van het signaal zouden kunnen beïnvloeden,
bij het doorlopen van de versterkings stappen versterkt worden en bij
opname of bij opname weergave via een PA een nadrukkelijke onaangename
verschijning zijn.
Niveau-aanpassing
Signalen, die via een DI-Box (Direct Injection) of bijv. via een uitgang van een
geluidskaart of van een keyboard het mengpaneel bereiken, moeten vaak
aan het bewerkings niveau van het mengpaneel worden aangepast.
Correctie van de frequentiekarakteristiek
Met behulp van de op de kanalen aanwezige equalizer kan het geluid van
een signaal eenvoudig, snel en eectief worden veranderd.
• Signaalverdeling:
De bewerkte individuele signalen uit de individuele kanaal trajecten
worden via zogenaamde bussen verzameld en ter verdere bewerking naar
de Main-sectie geleid. Hier staan aansluitingen voor opnameapparatuur,
de versterker eindtrappen, een koptelefoon en de CD/tape-uitgangen ter
beschikking. Via een Aux-weg wordt de mix naar de interne eectprocessor
of naar buiten naar een externe eect processor geleid. Tevens kan een mix
voor de muzikant op het podium worden gerealiseerd (monitormix).
• Mix:
In deze “koningsdiscipline” van het mengpaneel komen alle andere
functies tezamen. Het opbouwen van een mix betekent voornamelijk het
geluidsniveau van de afzonder lijke instrumenten en stemmen op elkaar
af te stellen en tevens de zwaarte van de verschillende stemmen binnen
het totale frequentiespectrum te bepalen. Tevens is het van belang om
de afzonderlijke stemmen binnen het stereo panorama zinvol te verdelen.
Nadathet proces voltooid is kan het niveau van de totaalmix door
apparaten zoals bijv. een aangesloten recorder/crossover/eindversterker
wordenaangepast.
Het bedieningsvlak van de BEHRINGER mengpanelen is optimaal op deze taak
berekend en zo vormgegeven, dat de signaalweg gemakkelijk te volgen is.
1.2 Het handboek
Dit handboek is zo opgebouwd, dat u een overzicht over de bedieningselementen
krijgt en tegelijk gedetailleerd over de toepassing ervan wordt geïnformeerd.
Om de onderlinge samenhang inzichtelijk te maken, hebben we de bedienings-
elementen naar functies in groepen geordend. Mocht u behoefte hebben
aan gedetailleerdere uitleg over bepaalde onder werpen, bezoekt u dan eens
onze website onder http://behringer.com. Op de informatiebladen van onze
producten en de woordenlijst vind u nadere uitleg over vakbegrippen uit de
audiotechniek/geluidstechniek.
◊ Het meegeleverde blokschakelbeeld biedt een overzicht over de
verbindingen tussen de in- en uitgangen en de daartussen geplaatste
schakelaars en regelknoppen.
Probeert u bijvoorbeeld eens, de signaalweg van de microfooningang naar de
FX SEND-bus te vervolgen. Laat u niet door de overvloed aan mogelijkheden
afschrikken, het is gemakkelijker dan u denkt! Wanneer u gelijk ook het overzicht
over de bedieningselementen bekijkt, zult u uw mengpaneel snel leren kennen
en al gauw alle mogelijkheden volledig kunnen benutten.
5 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
1.3 Voordat u begint
1.3.1 Uitlevering
Teneinde een veilig transport te waarborgen werd uw mengpaneel in de fabriek
zorgvuldig verpakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u
dan direct, of de buitenkant van het apparaat beschadigt is geraakt.
◊ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons
terug, maar neemt u dringend eerst contact op met uw dealer en het
transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders
teniet kan worden gedaan.
◊ Om een optimale bescherming van je XENYX te garanderen raden we je
aan om tijdens gebruik en voor vervoer een koffer te gebruiken.
◊ Gebruik alsjeblieft de originele doos om schade bij opslag en
verzending te vermijden.
◊ Laat zonder toezicht geen kinderen met het apparaat of
verpakkingsmateriaal omgaan.
◊ Neem alsjeblieft de milieuvoorschriften in acht bij het weggooien van
het verpakkingsmateriaal.
1.3.2 Eerste gebruik
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en stelt u het mengpaneel
niet in de buurt van verwarmingen neer, om oververhitting van het apparaat
tevoorkomen.
◊ Sluit de XENYX nooit aan op de transformator, terwijl deze al op het
stopcontact is aangesloten! Eerst verbindt u het uitgeschakelde
paneel met de transformator en dan pas legt u de verbinding met de
hoofdstroom c.q. het stopcontact.
◊ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen te zijn.
Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de
apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
Het toestel met altijd met een intacte aarddraad aan het stroomnet
aangesloten zijn.
◊ Zorgt u er alstublieft voor dat het apparaat uitsluitend door ter zake
kundige personen aangesloten en bediend wordt. Tijdens en na het
aansluiten dient men altijd op voldoende aarding van de persoon die
met het apparaat bezig is te letten, elektrostatische ontladingen e.d.
kunnen de bedrijfseigenschappen anders nadelig beïn-vloeden.
1.3.3 Online-registratie
Registreer uw nieuw BEHRINGER-apparaat na aankoop zo snel mogelijk op onze
website http://behringer.com en lees de garantievoor-waarden aandachtig door.
Mocht uw product van BEHRINGER defect raken, willen wij het zo snel mogelijk
repareren. Neemt in dat geval direct contact op met de BEHRINGER-leverancier
waar u het apparaat gekocht heeft. Als uw BEHRINGER-leverancier niet bij u
in de buurt gevestigd is, kunt u ook direct contact opnemen met een van onze
vestigingen. Op de originele verpakking van het apparaat vindt u een lijst met
de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen (Global Contact Information/
European Contact Information). Als er voor uw land geen contactadres
vermeld is, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde importeur.
Onder het kopje Support op onze website http://behringer.com kunt u ook de
contactadressenvinden.
Als uw apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons geregistreerd is,
wordthet afhandelen van uw garantiea-anspraken aanmerkelijk eenvoudiger.
Hartelijk dank voor uw medewerking!
2. Bedieningselementen
enAansluitingen
In dit hoofstuk worden de verschillende bedieningselementen van uw
mengpaneel beschreven. Alle regelaars, schakelaars en aansluitingen komen
uitgebreid aan bod.
2.1 De monokanalen
Afb. 2.1: De aansluitingen en regelaars van de monokanalen
MIC
Ieder monoingangskanaal biedt u een symmetrische microfoon ingang via de
XLR-bus, waarbij door een druk op een knop ook een +48 V fantoomvoeding
voor de werking van condensator microfoons ter beschikking staat. DeXENYX
Preamps maken een onvervalste, ruisvrijeversterking mogelijk, zoals men
typisch genoeg alleen van dure Outboard-voorversterkerskent.
◊ Zet het weergavesysteem stil, voordat u de fantoomvoeding activeert.
Anders wordt er een inschakelgeluid via de meeluiserluidspreker
weergegeven. Zie verder de aanwijzingen in paragraaf 2.4
“De Main-sectie”.
LINE IN
Elke mono-ingang beschikt ook over een symmetrische Line-ingang, die als
6,3-mm klinkerbus is uitgevoerd. Op deze ingangen kunnen ook asymmetrisch
geschakelde stekkers (monoplug) worden aangesloten.
Denkt u er alstublieft aan, dat u altijd of de microfoon- of de line-ingang van een
kanaal mag gebruiken, maar nooit beidentegelijk!
6 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
TRIM
Met de TRIM-potmeter stelt u de ingangsversterking in. Altijd wanneer u een
signaalbron aan een van de ingangen aansluit of ervan af haalt, dient deze
regelaar helemaal naar links te zijn gedraaid.
De schaal geeft 2 verschillende waardebereiken aan: Het eerste waardebereik
+10tot +60 dB heeft betrekking op de MIC-ingang en geeft de versterking
van het daarop aangesloten signaal aan.
Het tweede waardebereik +10 tot -40 dBu heeft betrekking op de Line-
ingang en geeft de gevoeligheid van de ingang aan. Voor apparaten met
het gebruikelijke Line-uitgangsniveau (-10 dBV of +4 dBu) ziet de instelling
er als volgt uit: Sluit het apparaat met dicht gedraaide TRIM-regelaar aan en
stel dan het door de fabrikant van het desbetreende apparaat aangegeven
uitgangsniveau in. Als het externe apparaat over uitgangsniveau-weergave
beschikt, dient deze bij signaalpieken 0 dB aan te geven. Voor +4 dBu draait u de
regelaar een beetje open en voor -10 dBV nog iets verder open. De jninstelling
gebeurt, wanneer u een muzieksignaal invoert, met behulp van de CLIP-LED.
EQ
Alle mono-ingangskanalen beschikken over een 3-bands toonregeling.
Debanden kunnen elk maximaal met 15 dB worden verhoogd of verlaagd,
in de middelste stand is de equalizer neutraal.
De schakeltechniek van de Britse EQs berust op de in de meest gerenommeerde
edelconsoles gebruikte techniek, die een warme klankingreep zonder
ongewenste neveneecten mogelijk maakt. Het resultaat: uiterst muzikaal
klinkende equalizers, die zelfs bij sterke ingrepen van ±15 dB geen neveneecten
als faseverschuivingen of beperking van de bandbreedte tot gevolg hebben,
zoalsbij eenvoudige equalizers vaak het geval is.
De bovenste (HIGH) en onderste band (LOW) zijn shelving lters, die alle
frequenties boven resp. onder hun grens frequenties verhogen of verlagen.
Degrensfrequenties van de boven- en onderband liggen op 12 kHz en 80Hz.
Demiddenband (MID) is als peak-lter uitgevoerd en de desbetreende
middenfrequentie ligt op de 2,5 kHz. Anders dan bij een Shelvinglter,
bewerktde peak-lter een frequentiebereik, dat zich naar boven en beneden om
de middenfrequentie uitstrekt.
LOW CUT
De monokanalen beschikken bovendien over een steilankige LO CUT-lter
(18dB/oct, -3 dB bij 75 Hz), waarmee u ongewenste, laagfrequentesignaaldelen
kunt elimineren. Dit kunnen greepgeluiden van handmicrofoons,
contactgeluiden of explosieve geluiden bij gevoelige microfoons zijn.
FX
FX verzendwegen (of AUX verzendwegen) bieden u de mogelijkheid, om uit een
of meerdere kanalen signalen te ontkoppelen en via één bus te verzamelen.
Viaeen FX verzendbus kunt u het signaal oppikken en bijv. toespelen aan een
extern aectapparaat. Als afspeelweg dienen dan de stereokanalen. De FX
verzendweg is mono en biedt een versterking van max. +15 dB.
De FX-weg van de XENYX mengpanelen is – zoals al uit de naam blijkt – in zijn
schakelingen bedoeld voor de aansluiting van eectapparaten en postfaders.
D.w.z. dat de eect geluids sterkte in een kanaal bepaald wordt door de stand van
de kanaalfader. Was dat niet het geval, dan bleef het eectsignaal van het kanaal
ook dan hoorbaar, wanneer de fader volledig “dichtgetrokken” wordt. Bij de
XENYX-mengpanelen heet de kanaalfader LEVEL-regelaar.
Bij de 1002FX/1202FX is de FX-Send eveneens de directe weg naar de
ingebouwde eectprocessor. Om de eect processor een ingangssignaal te laten
ontvangen, mag de regelaar dus niet volledig tot aan de linkse aanslag (-∞)
gedraaid zijn.
PAN
Met de PAN-regelaar wordt de positie van het kanaalsignaal binnen het
stereoveld vastgelegd. Dit onderdeel biedt een constant-power-karakteristiek,
d.w.z.het signaal heeft onafhankelijk van de stand in het stereopanorama altijd
een gelijkvolume.
LEVEL
De LEVEL-regelaar bepaalt het geluidsniveau van het kanaalsignaal in de
MainMix.
◊ Let op: omdat de Aux-route voor de effect processor post-fader is
geschakeld moet de LEVEL-fader openstaan, zodat de effectprocessor
een signaal via dit kanaal kan ontvangen!
CLIP
De CLIP-LED‘s van de monokanalen lichten op, wanneer het ingangssignaal te
hoog is uitgestuurd. Zet u in dit geval de voorversterking met de TRIM-regelaar
lager, tot de LED uitgaat.
2.2 Stereokanalen
Afb. 2.2: De aansluitingen en regelaars van de stereokanalen
LINE IN
Ieder stereokanaal beschikt over twee symmetrische line-niveau-ingangen
op klinkerbussen voor het linker en het rechter kanaal. Wanneer uitsluitend
de met “L” gekenmerkte bus wordt gebruikt, werkt het kanaal in mono.
Destereokanalen zijn voor typische line-niveausignalen ontworpen.
Allebei de bussen kunnen ook met een asymmetrisch geschakelde stekker
worden gebruikt.
FX
Het FX Send traject van de stereokanalen functioneert precies zoals de
monokanalen. Omdat de FX-weg mono is, wordt het signaal op een
stereokanaal eerst tot een monosom gemengd, voordat het bij de FX-bus
(verzamelrail)terechtkomt.
7 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
BAL
Als een kanaal in stereo wordt gebruikt, bepaalt de BAL(ANCE)-regelaar het
relatieve aandeel tussen het linker en het rechter ingangssignaal, voordat beide
signalen naar de linker c.q. rechter Main Mix-bus worden gestuurd. Wordt een
kanaal via de linker line-ingang mono gebruikt, dan heeft deze regelaar dezelfde
functie als de PAN-regelaar van de monokanalen.
LEVEL
Net als bij de monokanalen bepaalt de LEVEL-regelaar in de stereokanalen het
niveau van de kanaalbediening in de Main Mix.
+4/-10
De stereo-ingangen hebben een schakelaar om het ingangs niveau aan te
passen, waarmee u de ingangs gevoeligheid tussen +4 dBu en -10 dBV kunt
omschakelen. Bij -10dBV (home recording-niveau) reageert de ingang gevoeliger
dan bij +4dBu(studio niveau).
2.3 Het aansluitingenveld van de Main-sectie
Afb.2.3: De aansluitingen van de Main-sectie
FX SEND
De FX SEND-bus voert het signaal dat u met de FX-regelaar uit de individuele
kanalen heeft losgekoppeld. Sluit hier de ingang van het externe eectapparaat
aan, waarmee u het somsignaal van de FX-verzamelrail wilt bewerken. Wordt er
een eectmix aangemaakt, dan kan het bewerkte signaal vanaf de uitgang van
het eectapparaat naar een stereokanaal worden teruggevoerd.
◊ Als het aangesloten effectapparaat geen ingangs signaal ontvangt dan
is het goed mogelijk dat de FX SEND-regelaar gesloten is. Dit geld ook
voor de ingebouwde effectprocessor.
◊ In dit geval moet het externe effectapparaat op 100% effectaandeel
worden ingesteld, daar het effect signaal parallel met “droge”
kanaalsignalen aan de Main Mix wordt toegevoegd.
◊ Bij deze toepassing dient de FX-regelknop van het betreffende
kanaal helemaal naar links gedraaid zijn, anders veroorzaakt u
terugkoppelingen!
PHONES/CONTROL ROOM OUT
De PHONES-aansluiting (boven in het aansluitingenveld) is uitgevoerd als stereo
stekkerbus. Hier kunt u een koptelefoon aansluiten. De CONTROL ROOMOUT
bussen (asymmetrisch bekabelde stekkerbussen) dienen ter controle van
de somsignalen (eectmix en main mix) en van de individuele signalen via
studiomonitoren. Via de PHONES/CONTROL ROOM-regelaar in de Main-sectie
bepaalt u de niveaus van beide uitgangen.
MAIN OUT
De MAIN OUT-bussen zijn asymmetrisch geschakeld en zijn uitgevoerd
als monoklinkerbussen. Hier komt het Main Mix-somsignaal met een
niveau van 0dBu binnen. Afhankelijk van hoe u het mengpaneel wenst te
gebruiken en van de apparatuur waarover u beschikt, kunt u hier de volgende
apparatenaansluiten:
Live-geluidsweergave:
Stereo dynamische processor (optioneel), stereo-equalizer (optioneel) en hierna
de stereo-eindversterker voor fullrange-boxen met een passieve crossover.
Wanneer u een luidsprekersysteem zonder geïntegreerde crossovers wilt
gebruiken moet u actieve crossovers en meerdere eindversterkers inzetten.
Dikwijls zijn daarin al dynamische begrenzers (limiter) ingebouwd (bijv. in de
BEHRINGER SUPER-X PRO CX2310 en ULTRADRIVE PRO DCX2496). De actieve
crossovers worden direct voor de versterkers ingezet en delen de frequentieband
in meerdere delen, die hierna, via de versterkers, naar het desbetreende
luidspreker systeem wordt doorgestuurd.
Opname:
Voor Mastering strekt een stereo-processor zoals bijv. de COMPOSER PRO-XL
MDX2600 tot aanbeveling, waarmee u de dynamiek van uw muzieksignaal op
maat kunt maken met de dynamiekomvang van uw opnamemedium. Van de
compressor gaat het signaal naar de recorder.
CD/TAPE INPUT
De CD/TAPE INPUT-bussen dienen voor het aansluiten van een externe
signaalbron (bijv. CD-speler, tapedeck enz.). U kunt ze ook als stereo-line-ingang
benutten, waarop ook het uit-gangssignaal van een tweede XENYX of van de
BEHRINGER ULTRALINK PRO MX882 kan worden aangesloten. Wanneer u de
Tape Input met een HiFi-versterker met bronselectie schakelaar verbindt, kuntu
heel eenvoudig extra bronnen beluisteren (bijv. cassetterecorder, MD-speler,
geluidskaart, etc.).
TAPE OUTPUT
Deze aansluitingen zijn uitgevoerd als RCA-bussen en parallel bekabeld
naar de MAIN OUT. Sluit hier de ingangen van een PC geluidskaart of van
opnameapparatuur aan. Het uitgangsniveau wordt ingesteld via de uiterst
precieze MAIN MIX-fader.
2.4 De Main-sectie
Afb. 2.4: De bedieningselementen van de Main-sectie
8 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
De rode “+48 V”-LED brandt, wanneer de fantoomvoeding ingeschakeld is.
Defantoomvoeding is noodzakelijk bij het gebruik van condensatormicrofoons en
wordt geactiveerd met de erboven geplaatste +48 V-schakelaar.
◊ Sluit alle benodigde microfoons aan, alvorens u overgaat tot het
inschakelen van de fantoom voeding. Sluit of koppel geen microfoon
aan of los van het mengpaneel, als de fantoomvoeding ingeschakeld
is. Bovendien dienen de monitor/PA-luidsprekers te worden
stilgeschakeld voordat u de fantoomvoeding in gebruik neemt.
Wacht na het inschakelen ca. één minuut, voordat u de ingangs-
versterking instelt, zodat het systeem eerst kan stabiliseren.
◊ Let op! Gebruik in geen geval asym metrisch geschakelde
XLR-verbindingen (PIN 1 en 3 verbon den) op de MIC-ingangsbussen,
wanneer u de fantoom voeding in gebruik wilt nemen.
POWER
De blauwe POWER-LED geeft aan, dat het apparaat ingeschakeld is.
NIVEAUINDICATIE
De zeer precieze 4-segments-niveau-indicatie geeft u steeds een precies
overzicht over de intensiteit van het weergegeven signaal.
Modulatie:
Om het niveau in te stellen dient u de LEVEL-regelaar van de ingangskanalen in
de middelste positie te brengen en met de TRIM-regelaar de ingangsversterking
zover te verhogen dat een niveau van maximaal 0 dB wordt weergegeven.
Bij de opname met digitale recorders dienen de Peak-meters van de recorder
niet hoger te komen dan 0 dB. Dat heeft daarmee te maken, dat in tegenstelling
tot de analoge opname reeds de kleinste oversturingen (die ook zeer plotseling
optreden) tot onprettige, digitale vervormingen leiden.
Bij analoge opnames dienen de VU-meters van het opname-apparaat tot ca.
+3dB bij laagfrequente signalen (bijv. Bass Drum) uitslaan. VU-meters hebben
bij frequenties boven 1kHz vanwege hun traagheid de neiging, het signaalniveau
te laag weer te geven. Bij instrumenten als een Hi-Hat is het daarom beter,
maartot -10 dB uit te sturen. SnareDrums stuurt u tot ca. 0 dB uit.
◊ De CLIP-LEDs van uw XENYX geven het niveau min of meer frequentie-
onafhankelijk weer. Raad zaam is een opnameniveau van 0 dB voor alle
soorten signalen.
MAIN MIX
Met de MAIN MIX-Fader kunt u de geluidssterkte van de Main Out.
PHONES/CONTROL ROOM
Via de PHONES/CONTROL ROOM-regelaar bepaalt u het niveau van de
CONTROLROOM en PHONES-uitgangen.
CD/TAPE TO MIX
Wanneer de CD/TAPE TO MIX schakelaar ingedrukt is, wordt de CD/Tape
ingang naar de Main Mix geschakeld is en hij dient dan als extra ingang voor
bandopnames, MIDI-instrumenten of andere signaalbronnen, die geen verdere
bewerking vereisen.
CD/TAPE TO CTRL
Druk op de schakelaar CD/TAPE TO CTRL, om de CD/Tape ingang ook naar
de monitoruitgang (CTRL ROOM OUT/PHONES) te schakelen. Een typische
studiotoepassing van deze functie is de opname van muziek in een Digital Audio
Workstation (DAW) bij gelijktijdige weergave.
Wanneer u via TAPE OUTPUT een signaal opneemt en dit tegelijk via CD/TAPE
INPUT wilt kunnen be-luisteren, dan mag de CD/TAPETOMIX-schakelaar niet
ingedrukt zijn. Op die manier zou er een lus ontstaan, aangezien dit signaal via de
Main Mix weer bij TAPE OUTPUT zou worden uitgevoerd. Bij deze toepassing moet
u het tape-signaal met behulp van CD/TAPE TO CTRL naar de monitorluidsprekers
of de koptelefoon verleggen. In tegenstelling tot de Main Mix worden deze
signalen niet naar TAPE OUTPUT uitgevoerd.
FX TO CONTROL
Wanneer u via uw koptelefoon of via de monitorluidsprekers alleen het
eectsignaal wilt beluisteren, dan drukt u op de FX TO CTRL schakelaar.
Het signaal van het eectapparaat kan dan apart worden beluisterd en het
Main Mix- of CD/Tape signaal is niet meer hoorbaar via de koptelefoon- en
ControlRoom-uitgangen.
2.5 Digitale eectprocessor
Afb. 2.5: De Eectsectie
100 EERSTEKLAS EFFECTEN
De XENYX 1002FX/1202FX beschikt over een ingebouwde digitale
stereo eectprocessor. Deze eect processor biedt u een breed scala van
standaardeecten zoals Nagalm, Chorus, Flanger, Delay en diverse combinatie-
eecten. Via de FX-regelaar in de kanalen kunt u de eectprocessor met
signalen voeden. De geïntegreerde eectmodule heeft het voordeel dat er geen
kabels hoeven te worden aangesloten. Daarmee wordt a priori het risico van
signaalbrom of ongelijk matig heden in de niveaus vermeden en het bedienings-
gemak verhoogd.
SIGNAL en CLIP LED
De SIGNAL LED op de eectmodule geeft een actief signaal aan met een niveau
dat hoog genoeg is. De LED dienst voortdurend te branden. Let er echter op
dat de CLIP LED alleen bij niveaupieken brandt. Brandt deze constant, dan is er
sprake van oversturing van de eectprocessor en er kunnen zich onaangename
vervormingen voordoen. Mocht dat het geval zijn, dan stelt u de FX-regelaar in de
kanalen iets lager in.
PROGRAM
De PROGRAM-regelaar heeft twee functies: door draaien van de PROGRAM-
regelaar selecteert u een eectnummer. Het display geeft knipperend het
nummer van de zojuist ingestelde preset aan. Om de gekozen preset te
bevestigen, drukt u op de PROGRAM-regelaar; het knipperen hoort op.
FX TO MAIN
Met de FX TO MAIN-regelaar wordt het eectsignaal in de Main Mix ingevoerd.
Als de regelaar linksom gedraaid is, is er géén eectsignaal te beluisteren.
Op het bijgevoegde extra sheet vindt u een overzicht van alle presets van de
multi-eectprocessor.
9 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
3. Toepassingen
3.1 Opnamestudio
GAIN GAIN
HPS3000
TRUTH B2030A
Electric guitar
XENYX 1002FX
V-AMP 3
B-2 PRO
UMX490 MIDI sound module
CD Player
MD Recorder
Digital Audio
Workstation
Afb. 3.1: de 1002FX in de opnamestudio
Ondanks het feit dat de meeste taken in een studio inmiddels met de computer
kunnen worden afgehandeld, vormt het mengpaneel nog steeds een onmisbaar
hulpmiddel dat u ondersteuning biedt bij het beheer van de audio in- en
uitgangen: microfoonsignalen moeten vóór de opname worden voorversterkt en
de klank moet worden bewerkt. De opname- en de weergavesignalen moeten
worden doorgegeven naar de daarvoor bedoelde aansluitingen of in de mix
worden geïntegreerd, de geluidssterkte van koptelefoons en studiomonitors
moet worden geregeld etc. De van uitgebreide mogelijkheden voorziene
Main-sectie van de XENYX-mengpanalen komen u daarbij uitstekend van pas.
Bekabeling:
Verbind uw geluidsbronnen met de Mic- of Line-ingangen van het mengpaneel.
Sluit uw masterapparaat (DAT-/MD-recorder) aan op de Main-uitgangen.
Uwweergaveluidsprekers worden verbonden met de Control Room-uitgangen
en de koptelefoon met de Phones-uitgang. Nu verbindt u de CD/Tape-uitgangen
met de ingangen van de geluidskaart van uw (DAW) (Digital Audio Workstation).
Sluitde uitgangen van de PC-geluidskaart aan op de CD/Tape-ingangen.
Opname en weergave:
Het opnamesignaal wordt in een mengpaneel voorversterkt, met de EQ bewerkt
en naar de Main-bus geleid. Bepaal het opname niveau met de LEVEL-regelaar.
Het totaalniveau richting computer worden ingesteld met de MAIN MIX-fader.
Om zeker te stellen dat het signaal daadwerkelijk wordt opgenomen, dient u
via de Phones- of de Control Room-bus nu niet het Main Mix-signaal (d.w.z.het
uitgangssignaal van het paneel, dus vóór de opname) te beluisteren, maarde
terugweg uit de geluidskaart, die op de CD/Tape-ingangen aangesloten
is. Zokrijgt u als het ware een achteraf plaatsvindende bandcontrole.
Drukdaartoe op de schakelaar CD/TAPE TO CTRL en regel het auistervolume
met de PHONES/CONTROL ROOM-regelaar. Op deze manier kunt u ook bij
een al opgenomen playback nog verdere sporen opnemen (zog. overdubs).
Gebruikdaarvoor de Direct Monitoring functie van uw DAW.
◊ Bij deze toepassing mag de schakelaar CD/TAPE TO MIX niet ingedrukt
zijn, anders zou het weergave signaal van de geluidskaartuitgangen
naar de computer worden terug geleid en mee worden opge nomen.
Dit is niet alleen ongewenst, maar leidt tevens tot een Feedbacklus.
10 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
3.2 Live geluidsweergave
FBQ3102
MDX2600
EP2000
HPS3000
Electric guitar
XENYX 1202FX
GMX212
Bass guitar
BB410
BX4500H
XM1800S
UMX490
CD Player
MD Recorder
Drum
Computer
REV2496
B1520 PRO
Abb. 3.2: 1202FX Live toepassing
Deze afbeelding toont een typische opbouw voor een Live weergave. Op de
monokanalen van de 1202FX worden twee zangmicrofoons en de uitgangen van
een gitaarversterker en een basversterker aangesloten. Een keyboard en een
drumcomputer worden aangesloten op de stereokanalen. De versterkereindtrap
van het geluids-systeem wordt aangesloten op de Main-uitgangen;
apparatenzoals compressoren, equalizers of frequentielters worden tussen het
mengpaneel en de versterkereindtrap geplaatst. Wanneer u een concertopname
wilt maken, kunt u uw opnameapparaat (hier een minidisc recorder) aansluiten
op de CD/Tape-uitgangen. Een CD-speler die tijdens ombouw- of speelpauzes
muziek weergeeft, wordt aangesloten via de CD/Tape-ingangen.
Wanneer u een gecombineerd opname- en afspeelapparaat (bijc. Een
cassetterecorder) wilt aansluiten, dan mag tijdens de opname de schakelaar
CD/Tape to Mix niet ingedrukt zijn, omdat op deze wijze het voor opname
bestemde signaal meteen weer naar het mengpaneel wordt geleid en vandaar
weer naar het opnameapparaat ... een terugkoppeling zou tot stand komen,
zodra u de opnametoets indrukt. Een luide, onaangename en zelfs pijnlijke
uittoon zou het gevolg zijn.
Wanneer u een extern eectapparaat gebruikt, moet u erop letten dat de
FXSEND-regelaar in kanaal 11/12 helemaal dichtgedraaid is (regelaar naar links
tot aan de aanslag), om ook hier een feedbacklus te vermijden.
11 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
4. Installatie
4.1 Netaansluiting
AC POWER IN
Het apparaat wordt via de 3-polige netaansluiting aan de achterkant van stroom
voorzien. Hier wordt de meegeleverde AC Adapter aangesloten. De netverbinding
voldoet aan de noodzakelijke veiligheidsbepalingen.
◊ Gebruikt u alstublieft uitsluitend de meegeleverde netvoeding, om het
apparaat aan te sluiten.
◊ Sluit de XENYX nooit aan op de netvoeding, terwijl deze laatste al is
aangesloten op het net! In plaats daarvan sluit u eerst het mengpaneel
aan op de netvoeding en gaat dan pas naar het stopcontact van
het net.
◊ Let u er alstublieft op, dat zowel de netvoeding als het mengpaneel bij
gebruik erg warm worden. Dit is volkomen normaal.
4.2 Audioverbindingen
Voor de verschillende toepassingen heeft u vele verschillende kabels nodig.
Devolgende afbeeldingen laten u zien, hoe deze kabels eruit dienen te zien.
Denkeraan, altijd hoogwaardige kabels te gebruiken.
Voor het gebruik van de CD/Tape-in- en uitgangen, neemt u alstublieft de in de
handel gebruikelijke RCA-kabels.
Natuurlijk kunnen er ook asymmetrisch geschakelde apparaten aan de
symmetrische in-/uitgangen worden aangesloten. Gebruik hetzij monoklinkers of
verbindt u de ring van de stereoklinkers met de schacht (oftewel Pin 1 met Pin 3
bij XLR-stekkers).
◊ Let op! Gebruik in geen geval asym metrisch geschakelde XLR-
verbindingen (PIN 1 en 3 ver-bonden) op de MIC-ingangsbussen,
wanneer u de fantoomvoeding in bedrijf wilt nemen.
output
For unbalanced use, pin 1 and pin 3
have to be bridged
1 = ground/shield
2 = hot (+ve)
3 = cold (-ve)
input
12
3
1
2
3
Balanced use with XLR connectors
Afb. 4.1: XLR-verbindingen
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
Unbalanced ¼" TS connector
tip
(signal)
Afb. 4.2: 6,3-mm-monoklinkerstekker
strain relief clamp
sleeve
ring
tip
sleeve
ground/shield
For connection of balanced and unbalanced plugs,
ring and sleeve have to be bridged at the stereo plug.
Balanced ¼" TRS connector
ring
cold (-ve)
tip
hot (+ve)
Afb. 4.3: 6,3-mm-stereoklinkerstekker
strain relief clamp
sleeve
ring
tip
sleeve
ground/shield
¼" TRS headphones connector
ring
right signal
tip
left signal
Afb. 4.4: Koptelefoon-stereoklinkerstekker
12 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
5. Specicaties
Mono-Ingängen
Microfooningangen
Type XLR, electr. gesymmetreerde,
discrete ingangsschakeling
Mic E.I.N. (20 Hz - 20 kHz)
@ 0 Ω bronweerstand -132,7 dB / 137 dB A-gewogen
@ 50 Ω bronweerstand -130 dB / 133,9 dB A-gewogen
@ 150 Ω bronweerstand -127,1 dB / 130,9 dB A-gewogen
Frequentiekarakteristiek <10 Hz - 200 kHz (-1 dB)
Versterkingsbereik +10 tot +60 dB
Max. ingangsniveau +12 dBu @ +10 dB Gain
Impedantie ca. 2,6 kΩ symmetrisch
Ruisafstand 107 dB / 111 dB A-gewogen
(0 dBu In @ +22 dB Gain)
Vervormingen (THD + N) 0,005% / 0,003% A-gewogen
Line-Ingang
Type 6,3 mm stereoklinker,
elektronisch gesymmetreerd
Impedantie ca. 20 kΩ symmetrisch
10 kΩ asymmetrisch
Versterkingsbereik -10 tot +40 dB
Max. ingangsniveau +20 dBu @ 0 dB Gain
Wegsterfdemping
1
(Overspreekdemping)
Main-fader gesloten 85 dB
Kanaal-fader gesloten 88 dB
Frequentiekarakteristiek
Microfooningang naar Main Out
<10 Hz - 80 kHz +0 dB / -1 dB
<10 Hz - 137 kHz +0 dB / -3 dB
Stereo-Ingangen
Type 6,3 mm stereoklinker,
elektronisch gesymmetreerd
Impedantie ca. 20 kΩ symmetrisch
10 kΩ asymmetrisch (+4 dBu)
ca. 20 kΩ symmetrisch
5 kΩ asymmetrisch (-10 dBV)
Max. ingangsniveau +22 dBu
EQ Monokanalen
Low 80 Hz / ±15 dB
Mid 2,5 kHz / ±15 dB
High 12 kHz / ±15 dB
Audio-Uitgangen
FX Sends
Type 6,3 mm stereoklinker, asymm.
Impedantie ca. 120 Ω
Max. uitgangsniveau +22 dBu
Main-Uitgangen
Type 6,3 mm stereoklinker, asymm.
Impedantie ca. 120 Ω
Max. uitgangsniveau +22 dBu
Control Room-Uitgangen
Type 6,3 mm stereoklinker, asymm.
Impedantie ca. 120 Ω
Max. uitgangsniveau +22 dBu
Koptelefoonuitgang
Type 6,3 mm stereoklinker, asymmetrisch
Max. uitgangsniveau +19 dBu / 150 Ω (+25 dBm)
Main Mix-Systeemgegevens
2
Ruis
Main Mix @ -, -105 dB / -108 dB A-gewogen
Kanaal-fader -∞
Main Mix @ 0 dB, -94 dB / -97 dB A-gewogen
Kanaal-fader -∞
Main Mix @ 0 dB, -83 dB / -85 dB A-gewogen
Kanaal-fader @ 0 dB
Effectsectie
Omzetter 24-Bit Sigma-Delta,
64/128-voudig oversampling
Aftastfrequentie 40 kHz
Netspanning
USA/Canada 120 V~, 60 Hz, Netvoeding MXUL6
U.K./Australia 240 V~, 50 Hz, Netvoeding MXUK6
Europe 230 V~, 50 Hz, Netvoeding MXEU6
China 220 V~, 50 Hz, Netvoeding MXCN6
Japan 100 V~, 60 Hz, Netvoeding MXJP6
Output 2 x 14,8 V~, 2 x 500 mA
13 XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
Afmetingen
1202FX
Afmetingen (H x B x D) ca. 47 x 220 x 242 mm
Gewicht (netto) ca. 2,1 kg
1002FX
Afmetingen (H x B x D) ca. 47 x 189 x 220 mm
Gewicht (netto) ca. 1,6 kg
Meetcondities:
bij 1: 1 kHz gerel. aan 0 dBu; 20 Hz - 20 kHz; Line ingang; Main uitgang; Gain @ Unity.
bij 2: 20 Hz - 20 kHz; gemeten aan de Main-uitgang. Kanalen 1 - 4 Gain @ Unity; toonregeling neutraal;
alle kanalen op Main Mix; kanalen 1/3 helemaal links, kanalen 2/4 helemaal rechts. Referentie = +6 dBu
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande
aankondiging door. Technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties
of van de afbeeldingen van het product afwijken.
We Hear You
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Behringer 1002FX de handleiding

Categorie
Audiomixers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor