30
Reiniging en stalling
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje.
2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele
machine verwijderen, met name van de motor. Vuil en
kaf van de buitenkant van de cilinder, de koelribben van
de cilinderkop en het ventilatorhuis verwijderen.
Belangrijk U kunt de machine met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit
met een hogedrukreiniger. Hierdoor kan het elektrische
systeem worden beschadigd of het noodzakelijke vet bij
wrijvingspunten worden weggespoeld. Gebruik niet te veel
water in de buurt van het bedieningspaneel, de verlichting,
de motor en de accu.
3. Rem controleren; zie Onderhoud van de rem, blz. 23.
4. Luchtfilter onderhoudsbeurt geven; zie Onderhoud van
het luchtfilter, blz. 24.
5. Chassis doorsmeren; zie Smeren, blz. 24.
6. Olie en filter van het carter vervangen; zie
Motoroliepeil controleren, blz. 20.
7. Wanneer de tractor langer dan 30 dagen niet wordt
gebruikt, moet deze als volgt worden voorbereid op
stalling.
A. Voeg een stabilizer/conditioner op aardoliebasis toe
aan de brandstof in de tank. Volg de instructies voor
het mengen van de fabrikant van de stabilizer op
(7,82 ml/l). Gebruik geen stabilizer op
alcoholbasis (ethanol of methanol).
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als
het met verse benzine wordt vermengd en altijd wordt
gebruikt.
B. Laat de motor vijf minuten lopen om de
stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te
verspreiden.
C. Zet de motor af, laat deze afkoelen en tap de benzine
af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de
brandstoftank, blz. 26.
D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze
afslaat.
E. Bedien de choke of hulpstarter.
F. Start de motor totdat deze niet meer start. Bedien de
hulpstarter, indien aanwezig, diverse malen om er
zeker van te zijn dat er zich geen brandstof meer in
de hulpstarter bevindt.
G. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Verwerk deze overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften.
Belangrijk Benzine met toegevoegde stabilizer/
conditioner niet langer dan 90 dagen bewaren.
8. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand ervan;
zie Onderhoud van de bougie, blz. 25. Nadat de
bougie(s) uit de cilinder zijn verwijderd, giet u twee
eetlepels motorolie in het gat van de cilinder. Gebruik
de startmotor om de motor te laten draaien en zo de olie
over de cilinderwand te verspreiden. Monteer de
bougie(s), zie Onderhoud van de bougie, blz. 25. De
bougiekabel niet op de bougie(s) drukken.
9. Maak de minkabel van de accu los. Reinig de accu en
de accupolen. Controleer het accuzuurpeil en laad de
accu volledig op; zie Onderhoud van de accu, blz. 21.
Laat de minkabel loszitten tijdens de stalling.
Belangrijk De accu moet volledig opgeladen zijn, om
te voorkomen dat deze bevriest en beschadigd raakt bij
temperaturen beneden 0°C. Een volledig opgeladen accu
kan de gehele winter worden opgeslagen zonder dat deze
tussentijds hoeft te worden opgeladen.
10.Bandenspanning controleren; zie Bandenspanning
controleren, blz. 26.
11. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en indien
nodig aandraaien. Versleten of beschadigde delen
repareren of vervangen.
12.Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service
Dealer.
13.Machine in een schone, droge garage of opslagruimte
stallen. Verwijder het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje uit de machine en bewaar ze op
een gemakkelijk te onthouden plaats. Machine afdekken
om hem te beschermen en schoon te houden.