Amica FY408.3DFX Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
44
Ditapparaatcombineertuitzonderlijkgebruiksgemakmetperfecteefciëntie.Elkproductwordt
voordathetdefabriekverlaatzorgvuldiggecontroleerdopveiligheidenfunctionaliteit.
Wijvragenudezegebruiksaanwijzingzorgvuldigdoortelezenvoordatuhetapparaat
inschakelt.
GeachteKlant!
GEFELICITEERD MET UW KEUZE VOOR EEN PRODUCT VAN AMICA
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De producent behoudt zich het recht voor
om wijzigingen aan te brengen die het
gebruik van het apparaat niet beïnvloeden.
i
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwij-
zing hebben een informatief karakter. De
volledige uitrusting van het apparaat vindt
u in het desbetreffende hoofdstuk.
NL
45
AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK
NL
Sommige opmerkingen in deze gebruiksaanwijzing zijn
hetzelfde voor de verschillende typen koelapparatuur,
(voor koelkasten, koel-vrieskasten of diepvriezers). U
vindt informatie over het type van uw apparaat op de
productkaart die is meegeleverd met het product.
Producent steelt zich niet verantwoordelijk voor de
schade die uit het niet nagaan van de aanwijzingen van
deze gebruiksaanwijzing voortvloeit.
Wij adviseren deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig te
bewaren om te kunnen raadplegen in de toekomst of
doorgeven aan de volgende gebruiker.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door perso-
nen met een beperkte fysieke, somatische of psychi-
sche vaardigheden (waaronder kinderen) en personen
die geen ervaring ermee of kennis ervan hebben, ten-
zij dit onder toezicht of volgens gebruiksaanwijzing ge-
beurt, die door personen die voor de veiligheid veran-
twoordelijk zijn doorgegeven wordt.
Wees u bijzonder attent op het zelfstandig gebruik van
het apparaat door kinderen. Het apparaat is geen spe-
elgoed. Het is verboden om op de uitschuifbare ele-
menten te zitten en aan de deur hangen.
De koelvries combinatie werkt correct in de omgeving-
stemperatuur welke aangegeven staat op de tabel met
technische gegevens. Plaats het apparaat niet in een
kelder, een gang of een niet verwarmde chalet in de
herfst en in de winter.
Tijdens het opstellen, schuiven en optillen is het ver-
boden om aan de deurhandgrepen te grijpen, aan de
gleuf aan de achterkant van de koelkast te trekken of
compressor aan te rakken.
Tijdens het transport, het optillen of opstellen dient de
koel-vriescombinatie zich niet meer dan 40° van de ver-
ticale positie bevinden. Indien dit wel plaatshad, kan het
apparaat pas na 2 uur na de opstelling aangezet wor-
den (tek. 2).
Voordat u aan onderhoudswerkzaamheden begint haal
altijd de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het
netsnoer, maar aan de stekker.
46
AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK
De ongewone of sterkere geluiden ontstaan door het
uitbreiden en verkleinen van de onderdelen door de
temperatuurwijzigingen.
Vanwege de veiligheid is het niet aangeraden om het
apparaat zelf te herstellen. De herstellingswerkzaam-
heden, die door niet bevoegde personen zijn uitgevo-
erd, kunnen gevaarlijk voor de gebruikers van het ap-
paraat zijn.
Ingeval van storing van het koelsysteem is het aangera-
den om de ruimte, waarin het apparaat geplaatst werd
door enkele minuten te ventileren (deze ruimte dient ten
minste 4 m
3
hebben; voor het product met isobutaan/
R600a)
Gedeeltelijk ontdooide producten dient u niet nog een
keer in te vriezen.
Bewaar dranken in blikken en essen, in het bijzonder
koolzuurhoudende dranken, niet in de diepvriezer. Blik-
ken en essen kunnen barsten.
Plaats geen pas van de diepvriezer genomen produc-
ten direct in de mond (ijs, ijsblokken, ezv.), hun lage
temperatuur kan ernstige letsels veroorzaken.
Let op om het koelsysteem niet te beschadigen, bv.
door het prikken in de kanalen van de koelvloeistof in
de verdamper, het breken van pijpen. Het ingespoten
koelvloeistof is brandbaar. Ingeval van contact met het
oog, dient u het met schoon water afspoelen en onmid-
dellijk met arts contacteren.
Als de voedingskabel beschadigd raakt, dan moet deze
vervangen worden bij een specialistische service.
Het apparaat is bestemd voor het bewaren van voeding-
smiddelen. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Koppel het apparaat volledig los van het lichtnet (door
de stekker uit het stopcontact te trekken) tijdens werk-
zaamheden als schoonmaken, onderhoud of verplaat-
sen.
NL
47
AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK
Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen van
8 jaar en ouder, door personen met een lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke beperkingen en personen
zonder ervaring of kennis van het apparaat wanneer op
hen gelet wordt of ze geïnstrueerd zijn over het veilig
gebruik van het apparaat en ze de gevaren kennen in
verband met het gebruik van het apparaat. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en on-
derhoud mogen niet door kinderen gedaan worden ten-
zij ze 8 jaar zijn of ouder en er toezicht wordt gehouden
door een juiste persoon.
Anti-bacteria System (toegepast afhankelijk van het
model. Bij aanwezigheid is een sticker aangebracht in
de binnenruimte van het apparaat) - We hebben een
speciaal antibacterieel middel toegevoegd aan het ma-
teriaal waarvan de binnenzijde van de koelkast is ge-
maakt. Dit beschermt de producten tegen schimmels,
bacteriën en micro-organismen en voorkomt het ont-
staan van onaangename geurtjes. Hierdoor blijven de
producten langer vers.
Om meer ruimte te creëren in de diepvriezer, kunt u de
laden verwijderen en de producten direct op de legplan-
ken plaatsen. Dit heeft geen invloed op de thermische
en mechanische eigenschappen van het apparaat. De
opgegeven inhoud van de diepvriezer is berekend bij
afwezigheid van de laden.
NL
48
IINSTALLATIE EN WERKOMSTANDIGHEDEN VAN HET APPARAAT
Installatievoordeeersteingebruik-
name
l Pak het product uit en verwijder de veili-
gheidsbanden van de deur en uitrusting
(Tek. 4). De restanten van het lijm kunt
u met een zacht reinigingsmiddel verwij-
deren.
l Gooi de piepschuim elementen van de
verpakking niet weg. Ingeval van een
toekomstig transport, dient de koel-vrie-
scombinatie nog een keer met behulp
van piepschuim elementen, folie en
plakband beveiligt te worden.
l Was de binnenkant van de koelkast en
de diepvriezer met een zacht warm water
met een afwasmiddel en daarna droog
het met een doek en wacht tot het droog
wordt.
l Plaats de koel-vriescombinatie op een
ondergrond, die vlak, waterpas en
stabiel is, in een droge en regelmatig
ventileerde ruimte, niet in direct zonlicht
of naast andere warmtebronnen, zoals
een gasfornuis, CV-radiator, CV-buis of
warme water installatie ezv.
l Op de buiten oppervlakken van het pro-
duct kan zich beschermende folie bevin-
den welke verwijderd dient te worden.
l Het apparaat moet waterpas geplaatst
zijn, wat kunt u bereiken door op een
juiste manier 2 voorvoetjes op te schuiven
(tek. 3).
l Om de deur vrijuit te kunnen openen,
dient de afstand tussen de zijwand van
het product (aan de kant van de deur-
scharnieren) en de muur in overeenstem-
ming te zijn met afbeelding 5*.
l De ruimte dient regelmatig geventileerd te
worden en het lucht dient onbelemmerd
van alle zijden van het apparaat circule-
ren (tek. 6*).
Minimaleafstandenvanwarmtebronnen:
- van elektrische fornuizen, gasfornuizen
en andere fornuizen - 30 mm,
- van olie- of steenkoolkachels - 300 mm,
- van ingebouwde fornuizen - 50 mm
Indien het behouden van deze afstanden
niet mogelijk is, dient u een juiste isola-
tieplaat te gebruiken.
l De achterwand van de koelkast en in
het bijzonder de condensor en andere
elementen van het koelingssysteem
mogen de andere elementen niet aan
te rakken, in het bijzonder elementen die
defecten kunnen veroorzaken (CV-buis
en wateraanvoerbuis).
l Het is verboden om aan de onderdelen
van het aggregaat te manipuleren. In het
bijzonder mag het capillair niet defect
te zijn, die u bij de compressor ziet. Het
capillair mag niet gevouwen, getrokken
nog gerold worden.
l Het beschadigen van het capillair door
de gebruiker maakt de garantie ongeldig
(tek. 8).
l In geselecteerde modellen bevindt zich
de deurhendel aan de binnenkant van
het product en dient het vastgeschroeft
te worden met een schroevendraaier.
Aansluitenophetelectriciteitsnet
l Zet de temperatuurregelaar in de positie
„OFF” of een andere positie die het ap-
paraat uitschakelt (zie de pagina met de
beschrijving van de besturing) voordat u
het aansluit.
l Suit het apparaat op het electriciteitsnet
met wisselstroom 230V, 50 Hz aan, met
gebruik van een correct geïnstalleerd
stopcontactdoos, die geaard is en over
een zekering van 10A beschikt.
l De aansluiting op het electriciteitsnet
met een aarding moet volgens de wet-
telijke voorschriften uitgevoerd zijn. De
producent stelt zich niet verantwoordelijk
voor de schade, die door de personen
of voorwerpen geleden kan worden als
gevolg van het niet nagaan van de ver-
plichting van dit voorschrift.
l Het is verboden om verloopstekkers,
verdeelstekkers en verlengsnoeren te
gebruiken. Indien u wel een verleng-
snoer moet gebruiken, het dient over
een beschermring te beschikken, alleen
één contactdoos hebben en over een
veiligheidsatest VDE/GS te beschikken.
l Ingeval van het gebruik van een verleng-
snoer (met een beschermring en veili-
gheidsmarkering), moet zijn nest zich
in een veilige afstand van waterbakken
bevinden en kan niet het gevaar oplopen
om met het water en ander afvalwater in
aanraking te komen..
l De gegevens staan op de typeplaatje, dat
zich beneden aan de binnenwand van de
koelkast bevindt**.
Uitschakelen
l Het apparaat dient in elk moment van
het electriciteitsnet te kunnen worden
uitgeschakeld door de stekker eruit te
halen of de dubbelpolige schakelaar uit
te zetten (tek. 9).
* Geldt niet voor inbouwapparatuur
**Toegepast afhankelijk van het model
NL
49
BEDIENING EN FUNCTIES
Hetbedieningspaneelbestaatuitdevolgende
elementen:
1. - Activeer de Eco-functie om de temperatuur
in de koelruimte automatisch in te stellen op 4
O
C
en in de vriesruimte op -18
O
C. U schakelt deze
functie uit door de tiptoets eco opnieuw aan te
raken. De functie wordt ook uitgeschakeld wan-
neer u de vakantiefunctie inschakelt, de koelkast
uitschakelt of de temperatuurinstelling van de koel-
of vriesruimte wijzigt.
2. - Activeert de snelvriesfunctie die helpt om
snel grote hoeveelheden verse producten te koe-
len. Als de functie actief is, verschijnt het symbool
SF op de display. Deze functie schakelt automa-
tisch uit, wanneer na de inschakeling 26 uur is
verstreken, wanneer u de Eco-functie inschakelt of
de temperatuurinstelling van de diepvriezer wijzigt
met tiptoets .
3. - Kies met deze tiptoets de gewenste functie
van het apparaat. Beschikbare functies:
- temperatuur koelruimte
- temperatuur diepvriesruimte
- vakantiefunctie
- uitschakelen koelruimte
4. - Met deze tiptoets bevestigt u de functie-
keuze.
5. - u kunt met de tiptoetsen bijvoorbeeld de
gewenste temperatuur instellen nadat u met de
tiptoets een functie heeft gekozen.
Instellingvandetemperatuurindeverschil-
lenderuimten:
1. Temperatuurinstelling van de koelruimte - Het
temperatuurbereik van de koelruimte loopt van
2
O
C tot 8
O
C. Om de temperatuur van de koel-
ruimte in te stellen, raakt u de tiptoets aan,
totdat op de display de binnentemperatuur van
de koelruimte begint te knipperen. Gebruik ver-
volgens de tiptoetsen om de gewenste
temperatuur in te stellen. Beëindig de instelling
met de tiptoets .
1. Temperatuurinstelling van de vriesruimte - Het
temperatuurbereik van de vriesruimte loopt
van -24
O
C tot -16
O
C. Om de temperatuur van
de vriesruimte in te stellen, raakt u de tiptoets
aan, totdat op de display de binnentempe-
ratuur van de vriesruimte begint te knipperen.
Gebruik vervolgens de tiptoetsen om de
gewenste temperatuur in te stellen. Beëindig
de instelling met de tiptoets .
Vakantiefunctie
Raak de tiptoets driemaal aan en kies de va-
kantiefunctie, op de display verschijnt het icoontje
, bevestig uw keuze met tiptoets . Deze functie
wordt aanbevolen wanneer u het apparaat langere
tijd niet gaat gebruiken (bijvoorbeeld wanneer u op
vakantie gaat). Dankzij deze functie werkt het ap-
paraat zuiniger. Na uitschakeling van deze functie
keert de temperatuur in beide ruimten terug naar
de eerder ingestelde waarden.
Attentie: Haal alle producten die snel bederven
uit de koelruimte voordat u de vakantiefunctie
inschakelt en sluit de deur. Haal geen producten
uit de vriesruimte. Deze functie werkt alleen voor
de koelruimte en heeft geen invloed op de diepge-
vroren producten. Wanneer de snelkoelfunctie is
ingeschakeld, kan de vakantiefunctie niet worden
geactiveerd. Schakel eerst de snelkoelfunctie uit.
Uitschakelenkoelruimte
Raak de tiptoets viermaal aan en kies de functie
uitschakelen koelruimte, op de display verschijnt
het icoontje off, bevestig uw keuze met tiptoets .
Alarm
Alarm geopende deur. Het apparaat waarschuwt
met een geluidssignaal wanneer de deur van de
koelruimte langer dan 3 minuten openstaat. Indien
de deur open blijft staan, wordt het geluidssignaal
elke 2 minuten herhaald. Raak een willekeurige
tiptoets aan om het alarm uit te schakelen. Indien
de deur langer dan 10 minuten blijft openstaan,
schakelt de display automatisch uit.
Wanneer de temperatuur in de vriesruimte hoger
is dan -10
O
C, blijft het symbool op de display
knipperen zolang de temperatuur in de vriesruimte
hoger is dan -10
O
C.
Instandhoudingvanhetgeheugen
Het apparaat is uitgerust met een systeem dat het
geheugen in stand houdt. De instellingen van het
apparaat gaan daarom niet verloren als u het ap-
paraat loskoppelt van het lichtnet. Wanneer u het
apparaat opnieuw aansluit op het lichtnet, zal het
werken volgens de eerdere instellingen.
Foutcodes
Een koelkast die is uitgerust met een display op
de deur kan storingen melden. Naast de eerder
genoemde symbolen uit de beschrijving van de
bediening van het apparaat, kunnen ook de vol-
gende symbolen verschijnen: E0, E1, E2. Neem in
dat geval contact op met de geautoriseerde ser-
vice van de producent. Storingen van het apparaat
worden ook gesignaleerd met een geluidssignaal.
Hetmakenvanijsblokjes
De koelkast is uitgerust met een systeem voor het
maken van ijsblokjes (Afb. 17). Om ijsblokjes te
maken, trekt u de lade met de houders voor het
maken van ijsblokjes naar buiten. Vul de ijsblokjes
houders met de benodigde hoeveelheid water met
een kannetje en schuif de lade terug. 24 uur na
het vullen van de houders zijn de ijsblokjes klaar.
Draai aan de draaiknop zodat de blokjes zelf in
de bak vallen die is aangeduid met (**). Indien
de blokjes niet uit de houder vallen, draai dan
opnieuw aan de draaiknop en laat hem schieten.
De veer trekt de houder terug in de uitgangspositie
en zorgt er zo voor dat de ijsblokjes direct uit de
houder in de bak vallen. Herhaal deze handeling
een paar keer.
Opgelet, plaats geen voedingsmiddelen in de bak
voor ijsblokjes. De ruimte in de bak is bedoeld
voor het bewaren van ijsblokjes en heeft de aan-
duiding (**).
NL
50
BEDIENING EN FUNCTIES
Hetbewarenvanproductenindekoelkast
Tijdenshetbewarenvanlevensmiddelenin
hetapparaathandelvolgensdeonderstaande
aanwijzingen.
l Bewaar de producten op borden, in dozen of in
voedselfolie verpakt. Plaats ze gelijkmatig op de
oppervlakte van de platen.
l Levensmiddelen mogen niet met de achterwand
in aanraking komen, indien het wel gebeurt kun-
nen ze verrijpen of vochtig worden.
l Het is verboden om warme voedsel in de koel-
kast te plaatsen.
l Producten, die makkelijk geuren opnemen, bv.
boter, melk, kwark en producten die een sterk
geur hebben, bv. vlees, vissen en kazen dienen
verpakt met folie of in goed gesloten dozen ge-
plaatst worden.
l Groenten die rijk aan water zijn, veroorzaken
verdamping over de groentelade; dit verstoort
de correcte werking van de koelkast niet.
l Droog de groenten voor het plaatsen ervan in de
koelkast.
l Te grote hoeveelheid vocht verkort de tijd van
het bewaren, in het bijzonder met betrekking tot
groenten met bladeren.
l Bewaar de groenten zonder wassen. Het was-
sen verwijderd hun beschermingslaag, daarom
is het aangeraden om ze net voor het eten te
wassen.
l De producten in korven (laden) 1, 2, 3* plaats
(zie tek. 11).**
1. verpakte producten
2. Verdamper plank / kast
3. Normaal laadniveau
4. (*/***)
l Het is toegestaan om producten op de draadro-
osters van de verdamper van de diepvriezer te
plaatsen*
l Het is toegestaan dat producten 20-30 mm vo-
orbij de natuurlijke laadgrens worden gescho-
ven.**
l U kunt de onderste mand verwijderen om meer
laadruimte te creëren. U stapelt de producten op
de bodem van de diepvriezer tot de maximale
hoogte.*
Hetinvriezenvanproducten**
l Bijna alle levensmiddelen kunnen worden inge-
vroren, met uitzondering van groenten die rauw
worden gegeten, bv. sla.
l Alleen producten van uitstekende kwaliteit kun-
nen worden ingevroren, verpakt in afgemeten
porties die op een keer kunnen worden gebruikt.
l Gebruik materialen zonder geur om producten te
verpakken, die geen lucht nog vocht toelaten en
vet niet doorlaten. Het meest geschikt zijn: zakjes,
platen van polyetheenfolie, aluminiumfolie.
l De verpakking dient goed worden gesloten en
bij het product passen. Glazen verpakkingen zijn
verboden.
l Breng verse en warme levensmiddelen (in de
omgevingstemperatuur) die gaan worden in-
gevroren, niet in contact met reeds ingevroren
producten.
l Aanbevolen wordt om per etmaal eenmalig niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid verse
levensmiddelen in de diepvriezer te plaatsen die
staat vermeld in de technische specicatie van
het apparaat.
l Om de goede kwaliteit van de ingevroren pro-
ducten te garanderen, is het aangeraden om de
reeds ingevroren producten te verplaatsen opdat
ze niet in contact met verse producten komen.
l De ingevroren producten dienen op de ene kant
van de diepvriezer geplaatst worden en de verse
producten aan de andere kant, zo dicht mogelijk
bij de achter- en zijwand.
l Gebruik voor het invriezen van producten de
ruimte die is aangeduid met (*/***).
l De temperatuur in de koelkast wordt onder an-
dere bepaald door: omgevingstemperatuur, het
aantal geplaatste levensmiddelen, frequentie van
deuropening, de hoeveelheid rijp, de stand van
de thermostaat
l Indien na het sluiten van de koelkast de deur niet
direct opnieuw opengaat, wacht 1 tot 2 minuten,
zodat de ontstane onder druk gecompreseerd
wordt.
De bewaartijd van ingevroren producten is afhan-
kelijk van hun kwaliteit voor het invriezen en de
bewaringstemperatuur. Bij een bewaringstempe-
ratuur van -18°C zijn de volgende bewaartijden
aanbevolen:
Producten Manden
Rundvlees 6-8
Kalfsvlees 3-6
Inwendige organen 1-2
Varkensvlees 3-6
Kippenvlees 6-8
Eieren 3-6
Vissen 3-6
Groenten 10-12
Fruit 10-12
De ruimte voor snelkoeling is niet geschikt voor
het bewaren van bevroren voedsel. In deze ruimte
kunt u ijsblokjes maken en bewaren.***
* Betreft apparaten met een vriesruimte in het
onderste gedeelte van het apparaat
** Betreft apparaten met een vriesruimte (*/***)
*** Geldt niet voor apparaten met een vriesruimte
met de aanduiding (*/***)
NL
51
HOEKANDEKOELKASTECONOMISCHGEBRUIKTWORDEN?
Praktischetips
l Plaats de koelkast of de vrieskast niet in de
nabijheid van radiatoren, ovens en stel ze niet
rechtstreeks bloot aan zonnestralen.
l Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
bedekt zijn. Ze moeten een- tot tweemaal per
jaar gereinigd en ontstoft worden.
l De gepaste temperatuur kiezen: een tempera-
tuur van 6 tot 8 °C in de koelkast en -18 °C in
de vrieskast is voldoende.
l Als u op vakantie vertrekt, dient u de temperatuur
in de koelkast te verhogen.
l Open de deur van de koelkast of de vrieskast
enkel als dit noodzakelijk is. Het is goed om te
weten welke levensmiddelen er in de koelkast
bewaard worden en waar ze zich precies be-
vinden. Ongebruikte levensmiddelen dienen zo
snel mogelijk terug in de koelkast of de vrieskast
geplaatst worden, voordat ze opwarmen.
l Reinig de binnenkant van de koelkast regelmatig
met een doekje met zacht detergent. Toestellen
zonder automatische ontdooifunctie dienen
regelmatig ontdooid te worden. Vermijd dat er
een rijmlaag van meer dan 10 mm dik gevormd
wordt.
l De afdichting rond de deur moet rein gehouden
worden. Anders zal de deur niet meer volledig
sluiten. Een beschadigde afdichting moet altijd
vervangen worden.
Watbetekenendesterretjes?
* Een temperatuur van niet meer dan -6 °C
volstaat om ingevroren levensmiddelen gedu-
rende ongeveer een week te bewaren. Lades
of vakken die aangeduid zijn met één sterretje
vindt men (meestal) in goedkopere koelkasten.
** Bij een temperatuur van minder dan -12 °C kan
men gedurende één tot twee weken levensmid-
delen bewaren zonder dat ze hun smaak verlie-
zen. Dit is niet voldoende om levensmiddelen
in te vriezen.
*** Hoofdzakelijk gebruikt om levensmiddelen in
te vriezen bij een temperatuur van minder dan
-18 °C. Laat toe om verse levensmiddelen met
een gewicht tot 1 kg in te vriezen.
**** Zo’n toestel laat toe om levensmiddelen bij een
temperatuur van minder dan -18 °C te bewaren
en grotere hoeveelheden levensmiddelen in te
vriezen.
Zonesindekoelkast
l Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in het
koelvak verschillende temperatuurzones.
l De koudste zone bevindt zich rechtstreeks boven de
groentelades. In deze zone dienen delicate en snel
bederfbare levensmiddelen bewaard te worden zoals
- vis, vlees, gevogelte,
- vleeswaren, kant-en-klare maaltijden,
- gerechten of gebak met eieren of room,
- vers deeg, cakemengsels,
- verpakte groenten en andere verse levensmiddelen
waarvan het etiket een bewaartemperatuur van onge-
veer 4 °C aangeeft.
l De warmste zone bevindt zich bovenaan in de deur.
Hier dient boter en kaas bewaard te worden.
Levensmiddelendienietindekoelkastbe-
waardmogenworden
l Niet alle levensmiddelen mogen in de koelkast
bewaard worden. Dit zijn onder andere:
- groenten en fruit die gevoelig zijn voor lage
temperaturen, bijvoorbeeld bananen, avocado,
papaja, passievrucht, aubergine, paprika, tomaat
en komkommer.
- Onrijpe vruchten,
- Aardappelen
Voorbeeldvanproductenplaatsinginhetapparaat
(Tek.12).
NL
52
ONTDOOIEN,WASSENENONDERHOUD
Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve, schu-
rende schoonmaakmiddelen (bv. schuurpoeders of
reinigingsmelk) voor het schoonmaken van de be-
huizing en de plastic onderdelen van het product!
Gebruik alleen milde vloeibare schoonmaakmidde-
len en een zacht doekje. Gebruik geen sponsjes.
Ontdooienvandekoelkast***
l Aan de achterwand van de koelkast ontstaat rijp,
die automatisch ontdooit. Tijdens het ontdooien
van de rijp, tezamen met de druppeltjes kunnen
ook ontreinigingen door de opening voortvloeien.
Dit kan het verstoppen van de opening veroorza-
ken. In zo’n geval moet de opening met plunjer
gereinigd worden (tek. 13).
l Het apparaat werkt in cyclusfazen: eerst koelen
(aan de achterwand ontstaat rijp) en daarna ontdo-
oien van de rijp (druppeltjes aan de achterwand).
Voor hetbeginnen met reinigen dient
hetapparaat vanhet electriciteitsnet
uitgeschakeldworden,doordestekker
eruitte halen,uitschakeling oflosdra-
aienvandezekering.Hetwatermagniet
incontactmethetbedieningspaneelof
verlichtingkomen.
l Gebruik bij het ontdooien geen ontdooisprays.
Ze kunnen explosieve mengsels vormen en
oplossers bevatten die de kunststof onderdelen
van het apparaat beschadigen en zelfs voor de
gezondheid schadelijk zijn.
l Het water die bij het wassen gebruikt wordt mag
niet door de opening naar de verdamper vloeien.
l Was het apparaat met een zachte detergent,
behoudens de dichting in de deur. De dichting
in de deur was met schoon water en droog met
een doek.
l Reinig nauwkeurig alle elementen van de uitru-
sting (groentevakken, rekken, glazen platen
ezv.).
Ontdooienvandediepvriezer**
l Het is aangeraden om het ontdooien van de
diepvriezer tezamen met het wassen van het
product uit te voeren.
l Grote hoeveelheid ijs op de vriesoppervlakten
verstoort de werking van het apparaat en ver-
groot het energieverbruik.
l Het is aangeraden om het apparaat ten minste
een of twee keer per jaar te ontdooien. Wanneer
er veel ijs ontstaat, moet u het apparaat vaker
ontdooien.
l Indien in de diepvriezer bevinden zich ingevroren
levensmiddelen, stel de draaiknop op max. ong.
4 uur voor het geplande ontdooien in. Daardoor
gaat het mogelijk zijn om de ingevroren produc-
ten in de kamertemperatuur te bewaren.
l Plaats de ingevroren producten in een kan,
omgevouwen met krantenpapier en deken en
houd ze in een koele plek.
l Het ontdooien van de diepvriezer dient zo snel
mogelijk uitgevoerd worden. Het te lange bewa-
ren van de producten in de kamertemperatuur
verkort hun houdbaarheid.
Omdevriesruimteteontdooienhandeltuals
volgt:**
l Schakel het apparaat uit met behulp van het
bedieningspaneel en trek vervolgens de stek-
ker uit het stopcontact.
l Open de deur en haal de producten eruit.
l Afhankelijk van het model trekt u het afvoer-
kanaaltje naar buiten dat zich in het onderste
gedeelte van de diepvries in de basis van het
apparaat bevindt.
l Laat de deur openstaan, hierdoor versnelt u het
ontdooiproces. U kunt ook een schaal met heet
(geen kokend) water in de vriesruimte plaatsen.
l Maak de binnenkant van de diepvriezer schoon
en droog hem af.
l Schakel het apparaat in volgens de gebruiksa-
anwijzing.
Uithaleneninzettenvandelegplateaus
Til het legplateau op en schuif het uit, schuif het
daarna in totdat u niet meer verder kunt en de slu-
iting van het legplateau zich in de geleider bevindt
(Afb. 15).
Uithaleneninzettenvanderekjes
Uithalen en inzetten van de rekjes
Automatischontdooienvandekoelkast****
De koelkast werd in de functie van automatisch
ontdooien voorzien. Toch kan het aan de ach-
terwand van de koelkast rijp verzamelen. Deze
ontstaat als veel verse producten in de koelkast
bewaard worden.
Automatischontdooienvandediepvriezer****
De diepvriezer werd in de functie van automatisch
ontdooien voorzien (no-frost). Voedsel wordt met
gebruik van koud, circelend lucht ingevroren en de
vocht van de diepvriezer wordt naar buiten afgevo-
erd. Daardoor in de diepvriezer ontstaan er geen
grote hoeveelheden ijs en rijp en de producten
vriezen niet samen.
Handwassenvandekoelkastendiepvriezer****
Het wordt aangeraden om de koelkast en diepvrie-
zer ten minste een keer per jaar te wassen.
Het voorkomt het ontstaan van bacteriën en
onprettige geuren. Schakel het apparaat met de
knop (1) uit, maak het leeg van producten en was
met water met zachte detergent. Daarna droog
met een doek.
Tenalletijdeishetverbodenom
dediepvriezermetgebruikvaneen
electrischeradiatorofhaardrogerte
ontdooien.
** Betreft apparaten met een vriesruimte (*/***).
Geldt niet voor apparaten met een Antirijpsy-
steem
*** Betreft apparaten met een koelruimte. Geldt
niet voor apparaten met een Antirijpsysteem
**** Betreft apparaten met een Antirijpsysteem
NL
53
STORINGEN VINDEN EN VERHELPEN
Verschijnselen Mogelijkeredenen Herstellingswijze
Het apparaat werkt
niet
Onderbreking in de electrische installatie
- controleer of de stekker goed in het stopcontact zit
- controleer of de spanningskabel niet beschadigt is
- controleer of er spanning op het stopcontact staat
door bv. een ander toestel aan te sluiten bv. een
nachtlamp
- controleer of het apparaat aan staat door de
thermostaat op meer dan 0 te zetten
Binnenverlichting
werkt niet
De gloeilamp is los of doorgebrand ( In
apparaten met gloeilampen verlichting).
- Controleer het vorige punt „Het apparaat werkt niet”-
draai de gloeilamp aan of vervang de doorgebrande (In
apparaten met gloeilampen verlichting).
Vries-/koeltempe-
ratuur is niet laag
genoeg
Slechte instelling van de temperatuurre-
gelaar
- draai de draaiknop op een hogere positie
De omgevingstemperatuur is hoger of lager
dan de temperatuur welke aangegeven
staat op de tabel met technische gegevens
van het apparaat.
Het apparaat is bestemd voor werking in een
temperatuur welke aangegeven is op de tabel met
technische gegevens van het apparaat.
Het apparaat staat in de zon of te dicht bij
een warmtebron
- verander de opstelling van het apparaat volgens
de gebruiksaanwijzing
In het apparaat werd te grote hoeveelhe-
id warme levensmiddelen per een keer
gelegd
- 72 uur wachten tot de producten gekoeld (inge-
vroren) worden en de temperatuur terug naar het
gewenste niveau gaat
De ventilatie binnen de cel is belemmerd
- controleer of de levensmiddelen en dozen de
achterwand van de koelkast niet aanraken
De ventilatie aan de achterkant van het
apparaat is belemmerd
- van de wand schuiven voor de afstand van min.
30 mm
De deur van de koelkast/vriezer wordt te
vaak geopend of blijft te lang open staan
- de deur minder vaak openen en/of de tijd van
open staan verkorten
De deur is niet goed gesloten
- levensmiddelen en vakken zo leggen, dat ze het
sluiten van de deur niet belemmeren
De compressor werkt niet vaak genoeg
- controleer of de omgevingstemperatuur niet lager
is dan het bereik van de klimaatklasse.
De dichting van de deur zit los - dichting vastmaken
Het apparaat werkt
continue
Slechte instelling van de temperatuurre-
gelaar
- temperatuur met de draaiknop naar beneden
draaien
Andere redenen in het punt „Vries-/koel-
temperatuur is niet laag genoeg”
- controleren volgens punt „Vries-/koeltemperatuur
is niet laag genoeg”
Er ontstaat water
in de onderste deel
van de koelkast
De waterafvoeropening is verstopt
- maak de verstopte opening schoon (zie hoofdstuk
- „Ontdooien van de koelkast”)
De ventilatie binnen de cel is belemmerd
- controleer of de levensmiddelen en dozen de
achterwand van de koelkast niet aanraken
Ongewone of ster-
kere geluiden
Het apparaat staat niet waterpas en stabiel - het apparaat waterpas opstellen
Het apparaat raakt aan wanden, meubels
of andere elementen
- het apparaat zo opstellen, dat er geen andere
elementen aanraakt en zelfstandig staat
Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen
enkele invloed hebben op de correcte werking van de koelkast.
Geluidendiegemakkelijkverholpenkunnenworden:
l Lawaai doordat de koelkast niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de regelvo-
etjes vooraan. Leg eventueel zacht materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een
tegelvloer.
l Wrijving tegen de aanpalende meubelen – verschuif de koelkast.
l Knarsen van schuiven of schappen – neem de schuif of het schap weg en plaats het daarna terug.
l Geluid van tegen elkaar stotende essen – plaats de essen uit elkaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de
werking van de thermostaat, de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het
materiaal onder invloed van temperatuurverschillen en doorstroom van koelvloeistof).
NL
54
MILIEUBESCHERMING
Beschermingvandeozonlaag
Voor de productie van ons
product zijn materialen
gebruikt, die 100% vrij van
FCKW en FKW zijn, wat
voordelig voor de bescher-
ming van de ozonlaag en
vermindering van broeika-
seffect is. De moderne tech-
nologie en milieuvriendelijke
isolatie zorgt voor klein energieverbruik.
Recyclingvandeverpakking
Onze verpakkingen bestaan
uit milieuvriendelijk, recycleer-
baar materiaal:
l Buiten verpakking van golfkarton / folie
l Gevormde delen van geschuimd polystyreen
(PS), zonder FCKW
l Folies en zaken van polyetheen (PE)
LIQUIDATIE / AFDANKEN VAN HET AP-
PARAAT
Indien u van het product
geen gebruik meer wenst
te maken, voor het afdan-
ken snijd het netsnoer
door. Tevens verwijder
of zet de sluiting buiten
werking zodat kinderen
zich niet in het oude
apparaat kunnen opsluiten. Het apparaat
wordt voorzien van het symbool volgens
de Europese Richtlijn 2002/96/EC. Deze
symbolen wijzen erop dat dit product na de
periode van gebruik niet als huisafval mag
worden behandeld. De gebruiker moet het
echter naar een plaats brengenwaar elek-
trische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Voor meer details in verband
met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke
instanties, bedrijven of winkels, die met
het verzamelen van afgedankte apparaten
belast zijn.
Als u ervoor zorgt dat afgedankte electro-
nische en electrische apparaten op de cor-
recte manier worden verwijderd, voorkomt
u mogelijke voor mens en milieu nega-
tieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van aanwezigheid van
gevaarlijke onderdelen en het verkeerd
bewaren en afvalbehandeling.
KLIMAATKLASSE
Klimaatklasse Toegelatenomgeving-
stemperaturen
SN van +10°C tot +32°C
N van +16°C tot +32°C
ST van +16°C tot +38°C
T van +16°C tot +43°C
Informatie over de klimaatklasse staat op de typeplaatje. Deze geeft aan in welke omgevingstemperatuur (dwz. ruimte,
waarin hij staat) het product optimaal (correct) werkt.
Verklaringvandeproducent
Hierbij verklaart de producent, dat het product aan de eisen van de onderstaande Europese richtlijnen
voldoet:
l Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC,
l Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC,
l Richtlijn 2009/125/EC.
en over de certicering en de conformiteitsverklaring voor organen die toezicht op de markt houden
beschikt.
NL
55
GARANTIE,SERVICE
Garantie
De garantieverplichtingen blijken uit het garantiebewijs.
De producent is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van het product.
NL

Documenttranscriptie

GEFELICITEERD MET UW KEUZE VOOR EEN PRODUCT VAN AMICA Geachte Klant! Dit apparaat combineert uitzonderlijk gebruiksgemak met perfecte efficiëntie. Elk product wordt voordat het de fabriek verlaat zorgvuldig gecontroleerd op veiligheid en functionaliteit. Wij vragen u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen voordat u het apparaat inschakelt. NL i Het apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. De producent behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen die het gebruik van het apparaat niet beïnvloeden. 44 De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing hebben een informatief karakter. De volledige uitrusting van het apparaat vindt u in het desbetreffende hoofdstuk. Sommige opmerkingen in deze gebruiksaanwijzing zijn hetzelfde voor de verschillende typen koelapparatuur, (voor koelkasten, koel-vrieskasten of diepvriezers). U vindt informatie over het type van uw apparaat op de productkaart die is meegeleverd met het product. Producent steelt zich niet verantwoordelijk voor de schade die uit het niet nagaan van de aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing voortvloeit. Wij adviseren deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig te bewaren om te kunnen raadplegen in de toekomst of doorgeven aan de volgende gebruiker. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen met een beperkte fysieke, somatische of psychische vaardigheden (waaronder kinderen) en personen die geen ervaring ermee of kennis ervan hebben, tenzij dit onder toezicht of volgens gebruiksaanwijzing gebeurt, die door personen die voor de veiligheid verantwoordelijk zijn doorgegeven wordt. Wees u bijzonder attent op het zelfstandig gebruik van het apparaat door kinderen. Het apparaat is geen speelgoed. Het is verboden om op de uitschuifbare elementen te zitten en aan de deur hangen. De koelvries combinatie werkt correct in de omgevingstemperatuur welke aangegeven staat op de tabel met technische gegevens. Plaats het apparaat niet in een kelder, een gang of een niet verwarmde chalet in de herfst en in de winter. Tijdens het opstellen, schuiven en optillen is het verboden om aan de deurhandgrepen te grijpen, aan de gleuf aan de achterkant van de koelkast te trekken of compressor aan te rakken. Tijdens het transport, het optillen of opstellen dient de koel-vriescombinatie zich niet meer dan 40° van de verticale positie bevinden. Indien dit wel plaatshad, kan het apparaat pas na 2 uur na de opstelling aangezet worden (tek. 2). Voordat u aan onderhoudswerkzaamheden begint haal altijd de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het netsnoer, maar aan de stekker. 45 NL AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK NL De ongewone of sterkere geluiden ontstaan door het uitbreiden en verkleinen van de onderdelen door de temperatuurwijzigingen. Vanwege de veiligheid is het niet aangeraden om het apparaat zelf te herstellen. De herstellingswerkzaamheden, die door niet bevoegde personen zijn uitgevoerd, kunnen gevaarlijk voor de gebruikers van het apparaat zijn. Ingeval van storing van het koelsysteem is het aangeraden om de ruimte, waarin het apparaat geplaatst werd door enkele minuten te ventileren (deze ruimte dient ten minste 4 m3 hebben; voor het product met isobutaan/ R600a) Gedeeltelijk ontdooide producten dient u niet nog een keer in te vriezen. Bewaar dranken in blikken en flessen, in het bijzonder koolzuurhoudende dranken, niet in de diepvriezer. Blikken en flessen kunnen barsten. Plaats geen pas van de diepvriezer genomen producten direct in de mond (ijs, ijsblokken, ezv.), hun lage temperatuur kan ernstige letsels veroorzaken. Let op om het koelsysteem niet te beschadigen, bv. door het prikken in de kanalen van de koelvloeistof in de verdamper, het breken van pijpen. Het ingespoten koelvloeistof is brandbaar. Ingeval van contact met het oog, dient u het met schoon water afspoelen en onmiddellijk met arts contacteren. Als de voedingskabel beschadigd raakt, dan moet deze vervangen worden bij een specialistische service. Het apparaat is bestemd voor het bewaren van voedingsmiddelen. Gebruik het niet voor andere doeleinden. Koppel het apparaat volledig los van het lichtnet (door de stekker uit het stopcontact te trekken) tijdens werkzaamheden als schoonmaken, onderhoud of verplaatsen. 46 Dit apparaat mag gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen en personen zonder ervaring of kennis van het apparaat wanneer op hen gelet wordt of ze geïnstrueerd zijn over het veilig gebruik van het apparaat en ze de gevaren kennen in verband met het gebruik van het apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet door kinderen gedaan worden tenzij ze 8 jaar zijn of ouder en er toezicht wordt gehouden door een juiste persoon. Anti-bacteria System (toegepast afhankelijk van het model. Bij aanwezigheid is een sticker aangebracht in de binnenruimte van het apparaat) - We hebben een speciaal antibacterieel middel toegevoegd aan het materiaal waarvan de binnenzijde van de koelkast is gemaakt. Dit beschermt de producten tegen schimmels, bacteriën en micro-organismen en voorkomt het ontstaan van onaangename geurtjes. Hierdoor blijven de producten langer vers. Om meer ruimte te creëren in de diepvriezer, kunt u de laden verwijderen en de producten direct op de legplanken plaatsen. Dit heeft geen invloed op de thermische en mechanische eigenschappen van het apparaat. De opgegeven inhoud van de diepvriezer is berekend bij afwezigheid van de laden. 47 NL AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VAN GEBRUIK IINSTALLATIE EN WERKOMSTANDIGHEDEN VAN HET APPARAAT Installatie voor de eerste ingebruikname NL l Pak het product uit en verwijder de veiligheidsbanden van de deur en uitrusting (Tek. 4). De restanten van het lijm kunt u met een zacht reinigingsmiddel verwijderen. l Gooi de piepschuim elementen van de verpakking niet weg. Ingeval van een toekomstig transport, dient de koel-vriescombinatie nog een keer met behulp van piepschuim elementen, folie en plakband beveiligt te worden. l Was de binnenkant van de koelkast en de diepvriezer met een zacht warm water met een afwasmiddel en daarna droog het met een doek en wacht tot het droog wordt. l Plaats de koel-vriescombinatie op een ondergrond, die vlak, waterpas en stabiel is, in een droge en regelmatig ventileerde ruimte, niet in direct zonlicht of naast andere warmtebronnen, zoals een gasfornuis, CV-radiator, CV-buis of warme water installatie ezv. l Op de buiten oppervlakken van het product kan zich beschermende folie bevinden welke verwijderd dient te worden. l Het apparaat moet waterpas geplaatst zijn, wat kunt u bereiken door op een juiste manier 2 voorvoetjes op te schuiven (tek. 3). l Om de deur vrijuit te kunnen openen, dient de afstand tussen de zijwand van het product (aan de kant van de deurscharnieren) en de muur in overeenstemming te zijn met afbeelding 5*. l De ruimte dient regelmatig geventileerd te worden en het lucht dient onbelemmerd van alle zijden van het apparaat circuleren (tek. 6*). Minimale afstanden van warmtebronnen: - van elektrische fornuizen, gasfornuizen en andere fornuizen - 30 mm, - van olie- of steenkoolkachels - 300 mm, - van ingebouwde fornuizen - 50 mm Indien het behouden van deze afstanden niet mogelijk is, dient u een juiste isolatieplaat te gebruiken. l De achterwand van de koelkast en in het bijzonder de condensor en andere elementen van het koelingssysteem mogen de andere elementen niet aan te rakken, in het bijzonder elementen die defecten kunnen veroorzaken (CV-buis en wateraanvoerbuis). l Het is verboden om aan de onderdelen van het aggregaat te manipuleren. In het bijzonder mag het capillair niet defect te zijn, die u bij de compressor ziet. Het capillair mag niet gevouwen, getrokken nog gerold worden. 48 l Het beschadigen van het capillair door de gebruiker maakt de garantie ongeldig (tek. 8). l In geselecteerde modellen bevindt zich de deurhendel aan de binnenkant van het product en dient het vastgeschroeft te worden met een schroevendraaier. Aansluiten op het electriciteitsnet l Zet de temperatuurregelaar in de positie „OFF” of een andere positie die het apparaat uitschakelt (zie de pagina met de beschrijving van de besturing) voordat u het aansluit. l Suit het apparaat op het electriciteitsnet met wisselstroom 230V, 50 Hz aan, met gebruik van een correct geïnstalleerd stopcontactdoos, die geaard is en over een zekering van 10A beschikt. l De aansluiting op het electriciteitsnet met een aarding moet volgens de wettelijke voorschriften uitgevoerd zijn. De producent stelt zich niet verantwoordelijk voor de schade, die door de personen of voorwerpen geleden kan worden als gevolg van het niet nagaan van de verplichting van dit voorschrift. l Het is verboden om verloopstekkers, verdeelstekkers en verlengsnoeren te gebruiken. Indien u wel een verlengsnoer moet gebruiken, het dient over een beschermring te beschikken, alleen één contactdoos hebben en over een veiligheidsatest VDE/GS te beschikken. l Ingeval van het gebruik van een verlengsnoer (met een beschermring en veiligheidsmarkering), moet zijn nest zich in een veilige afstand van waterbakken bevinden en kan niet het gevaar oplopen om met het water en ander afvalwater in aanraking te komen.. l De gegevens staan op de typeplaatje, dat zich beneden aan de binnenwand van de koelkast bevindt**. Uitschakelen l Het apparaat dient in elk moment van het electriciteitsnet te kunnen worden uitgeschakeld door de stekker eruit te halen of de dubbelpolige schakelaar uit te zetten (tek. 9). * Geldt niet voor inbouwapparatuur **Toegepast afhankelijk van het model BEDIENING EN FUNCTIES 2. - Activeert de snelvriesfunctie die helpt om snel grote hoeveelheden verse producten te koelen. Als de functie actief is, verschijnt het symbool SF op de display. Deze functie schakelt automatisch uit, wanneer na de inschakeling 26 uur is verstreken, wanneer u de Eco-functie inschakelt of de temperatuurinstelling van de diepvriezer wijzigt met tiptoets . 3. - Kies met deze tiptoets de gewenste functie van het apparaat. Beschikbare functies: - temperatuur koelruimte - temperatuur diepvriesruimte - vakantiefunctie - uitschakelen koelruimte uit de koelruimte voordat u de vakantiefunctie inschakelt en sluit de deur. Haal geen producten uit de vriesruimte. Deze functie werkt alleen voor de koelruimte en heeft geen invloed op de diepgevroren producten. Wanneer de snelkoelfunctie is ingeschakeld, kan de vakantiefunctie niet worden geactiveerd. Schakel eerst de snelkoelfunctie uit. Uitschakelen koelruimte Raak de tiptoets viermaal aan en kies de functie uitschakelen koelruimte, op de display verschijnt het icoontje off, bevestig uw keuze met tiptoets . Alarm Alarm geopende deur. Het apparaat waarschuwt met een geluidssignaal wanneer de deur van de koelruimte langer dan 3 minuten openstaat. Indien de deur open blijft staan, wordt het geluidssignaal elke 2 minuten herhaald. Raak een willekeurige tiptoets aan om het alarm uit te schakelen. Indien de deur langer dan 10 minuten blijft openstaan, schakelt de display automatisch uit. Wanneer de temperatuur in de vriesruimte hoger is dan -10OC, blijft het symbool op de display knipperen zolang de temperatuur in de vriesruimte hoger is dan -10OC. 4. - Met deze tiptoets bevestigt u de functiekeuze. 5. - u kunt met de tiptoetsen bijvoorbeeld de gewenste temperatuur instellen nadat u met de tiptoets een functie heeft gekozen. Instelling van de temperatuur in de verschillende ruimten: 1. Temperatuurinstelling van de koelruimte - Het temperatuurbereik van de koelruimte loopt van 2OC tot 8OC. Om de temperatuur van de koelruimte in te stellen, raakt u de tiptoets aan, totdat op de display de binnentemperatuur van de koelruimte begint te knipperen. Gebruik vervolgens de tiptoetsen om de gewenste temperatuur in te stellen. Beëindig de instelling met de tiptoets . 1. Temperatuurinstelling van de vriesruimte - Het temperatuurbereik van de vriesruimte loopt van -24OC tot -16OC. Om de temperatuur van de vriesruimte in te stellen, raakt u de tiptoets aan, totdat op de display de binnentemperatuur van de vriesruimte begint te knipperen. Gebruik vervolgens de tiptoetsen om de gewenste temperatuur in te stellen. Beëindig de instelling met de tiptoets . Vakantiefunctie Raak de tiptoets driemaal aan en kies de vakantiefunctie, op de display verschijnt het icoontje , bevestig uw keuze met tiptoets . Deze functie wordt aanbevolen wanneer u het apparaat langere tijd niet gaat gebruiken (bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat). Dankzij deze functie werkt het apparaat zuiniger. Na uitschakeling van deze functie keert de temperatuur in beide ruimten terug naar de eerder ingestelde waarden. Attentie: Haal alle producten die snel bederven Instandhouding van het geheugen Het apparaat is uitgerust met een systeem dat het geheugen in stand houdt. De instellingen van het apparaat gaan daarom niet verloren als u het apparaat loskoppelt van het lichtnet. Wanneer u het apparaat opnieuw aansluit op het lichtnet, zal het werken volgens de eerdere instellingen. Foutcodes Een koelkast die is uitgerust met een display op de deur kan storingen melden. Naast de eerder genoemde symbolen uit de beschrijving van de bediening van het apparaat, kunnen ook de volgende symbolen verschijnen: E0, E1, E2. Neem in dat geval contact op met de geautoriseerde service van de producent. Storingen van het apparaat worden ook gesignaleerd met een geluidssignaal. Het maken van ijsblokjes De koelkast is uitgerust met een systeem voor het maken van ijsblokjes (Afb. 17). Om ijsblokjes te maken, trekt u de lade met de houders voor het maken van ijsblokjes naar buiten. Vul de ijsblokjes houders met de benodigde hoeveelheid water met een kannetje en schuif de lade terug. 24 uur na het vullen van de houders zijn de ijsblokjes klaar. Draai aan de draaiknop zodat de blokjes zelf in de bak vallen die is aangeduid met (**). Indien de blokjes niet uit de houder vallen, draai dan opnieuw aan de draaiknop en laat hem schieten. De veer trekt de houder terug in de uitgangspositie en zorgt er zo voor dat de ijsblokjes direct uit de houder in de bak vallen. Herhaal deze handeling een paar keer. Opgelet, plaats geen voedingsmiddelen in de bak voor ijsblokjes. De ruimte in de bak is bedoeld voor het bewaren van ijsblokjes en heeft de aanduiding (**). 49 NL Het bedieningspaneel bestaat uit de volgende elementen: 1. - Activeer de Eco-functie om de temperatuur in de koelruimte automatisch in te stellen op 4OC en in de vriesruimte op -18OC. U schakelt deze functie uit door de tiptoets eco opnieuw aan te raken. De functie wordt ook uitgeschakeld wanneer u de vakantiefunctie inschakelt, de koelkast uitschakelt of de temperatuurinstelling van de koelof vriesruimte wijzigt. BEDIENING EN FUNCTIES Het bewaren van producten in de koelkast Tijdens het bewaren van levensmiddelen in het apparaat handel volgens de onderstaande aanwijzingen. l NL l Bewaar de producten op borden, in dozen of in voedselfolie verpakt. Plaats ze gelijkmatig op de oppervlakte van de platen. l Levensmiddelen mogen niet met de achterwand in aanraking komen, indien het wel gebeurt kunnen ze verrijpen of vochtig worden. l Het is verboden om warme voedsel in de koelkast te plaatsen. l Producten, die makkelijk geuren opnemen, bv. boter, melk, kwark en producten die een sterk geur hebben, bv. vlees, vissen en kazen dienen verpakt met folie of in goed gesloten dozen geplaatst worden. l Groenten die rijk aan water zijn, veroorzaken verdamping over de groentelade; dit verstoort de correcte werking van de koelkast niet. l Droog de groenten voor het plaatsen ervan in de koelkast. l Te grote hoeveelheid vocht verkort de tijd van het bewaren, in het bijzonder met betrekking tot groenten met bladeren. l Bewaar de groenten zonder wassen. Het wassen verwijderd hun beschermingslaag, daarom is het aangeraden om ze net voor het eten te wassen. l De producten in korven (laden) 1, 2, 3* plaats (zie tek. 11).** l l l l l De bewaartijd van ingevroren producten is afhankelijk van hun kwaliteit voor het invriezen en de bewaringstemperatuur. Bij een bewaringstemperatuur van -18°C zijn de volgende bewaartijden aanbevolen: 1. verpakte producten 2. Verdamper plank / kast 3. Normaal laadniveau 4. (*/***) l Het is toegestaan om producten op de draadroosters van de verdamper van de diepvriezer te plaatsen* l Het is toegestaan dat producten 20-30 mm voorbij de natuurlijke laadgrens worden geschoven.** l U kunt de onderste mand verwijderen om meer laadruimte te creëren. U stapelt de producten op de bodem van de diepvriezer tot de maximale hoogte.* Het invriezen van producten** l Bijna alle levensmiddelen kunnen worden ingevroren, met uitzondering van groenten die rauw worden gegeten, bv. sla. l Alleen producten van uitstekende kwaliteit kunnen worden ingevroren, verpakt in afgemeten porties die op een keer kunnen worden gebruikt. l Gebruik materialen zonder geur om producten te verpakken, die geen lucht nog vocht toelaten en vet niet doorlaten. Het meest geschikt zijn: zakjes, platen van polyetheenfolie, aluminiumfolie. l De verpakking dient goed worden gesloten en bij het product passen. Glazen verpakkingen zijn verboden. l Breng verse en warme levensmiddelen (in de omgevingstemperatuur) die gaan worden in- gevroren, niet in contact met reeds ingevroren producten. Aanbevolen wordt om per etmaal eenmalig niet meer dan de aanbevolen hoeveelheid verse levensmiddelen in de diepvriezer te plaatsen die staat vermeld in de technische specificatie van het apparaat. Om de goede kwaliteit van de ingevroren producten te garanderen, is het aangeraden om de reeds ingevroren producten te verplaatsen opdat ze niet in contact met verse producten komen. De ingevroren producten dienen op de ene kant van de diepvriezer geplaatst worden en de verse producten aan de andere kant, zo dicht mogelijk bij de achter- en zijwand. Gebruik voor het invriezen van producten de ruimte die is aangeduid met (*/***). De temperatuur in de koelkast wordt onder andere bepaald door: omgevingstemperatuur, het aantal geplaatste levensmiddelen, frequentie van deuropening, de hoeveelheid rijp, de stand van de thermostaat Indien na het sluiten van de koelkast de deur niet direct opnieuw opengaat, wacht 1 tot 2 minuten, zodat de ontstane onder druk gecompreseerd wordt. Producten Manden Rundvlees 6-8 Kalfsvlees 3-6 Inwendige organen 1-2 Varkensvlees 3-6 Kippenvlees 6-8 Eieren 3-6 Vissen 3-6 Groenten 10-12 Fruit 10-12 De ruimte voor snelkoeling is niet geschikt voor het bewaren van bevroren voedsel. In deze ruimte kunt u ijsblokjes maken en bewaren.*** * Betreft apparaten met een vriesruimte in het onderste gedeelte van het apparaat ** Betreft apparaten met een vriesruimte (*/***) *** Geldt niet voor apparaten met een vriesruimte met de aanduiding (*/***) 50 HOE KAN DE KOELKAST ECONOMISCH GEBRUIKT WORDEN? Praktische tips Zones in de koelkast l Plaats de koelkast of de vrieskast niet in de nabijheid van radiatoren, ovens en stel ze niet rechtstreeks bloot aan zonnestralen. l Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet bedekt zijn. Ze moeten een- tot tweemaal per jaar gereinigd en ontstoft worden. l De gepaste temperatuur kiezen: een temperatuur van 6 tot 8 °C in de koelkast en -18 °C in de vrieskast is voldoende. l Als u op vakantie vertrekt, dient u de temperatuur in de koelkast te verhogen. l Open de deur van de koelkast of de vrieskast enkel als dit noodzakelijk is. Het is goed om te weten welke levensmiddelen er in de koelkast bewaard worden en waar ze zich precies bevinden. Ongebruikte levensmiddelen dienen zo snel mogelijk terug in de koelkast of de vrieskast geplaatst worden, voordat ze opwarmen. l Reinig de binnenkant van de koelkast regelmatig met een doekje met zacht detergent. Toestellen zonder automatische ontdooifunctie dienen regelmatig ontdooid te worden. Vermijd dat er een rijmlaag van meer dan 10 mm dik gevormd wordt. l De afdichting rond de deur moet rein gehouden worden. Anders zal de deur niet meer volledig sluiten. Een beschadigde afdichting moet altijd vervangen worden. l Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in het NL koelvak verschillende temperatuurzones. l De koudste zone bevindt zich rechtstreeks boven de groentelades. In deze zone dienen delicate en snel bederfbare levensmiddelen bewaard te worden zoals - vis, vlees, gevogelte, - vleeswaren, kant-en-klare maaltijden, - gerechten of gebak met eieren of room, - vers deeg, cakemengsels, - verpakte groenten en andere verse levensmiddelen waarvan het etiket een bewaartemperatuur van ongeveer 4 °C aangeeft. l De warmste zone bevindt zich bovenaan in de deur. Hier dient boter en kaas bewaard te worden. Levensmiddelen die niet in de koelkast bewaard mogen worden l Niet alle levensmiddelen mogen in de koelkast bewaard worden. Dit zijn onder andere: - groenten en fruit die gevoelig zijn voor lage temperaturen, bijvoorbeeld bananen, avocado, papaja, passievrucht, aubergine, paprika, tomaat en komkommer. - Onrijpe vruchten, - Aardappelen Voorbeeld van producten plaatsing in het apparaat (Tek. 12). Wat betekenen de sterretjes? * Een temperatuur van niet meer dan -6 °C volstaat om ingevroren levensmiddelen gedurende ongeveer een week te bewaren. Lades of vakken die aangeduid zijn met één sterretje vindt men (meestal) in goedkopere koelkasten. ** Bij een temperatuur van minder dan -12 °C kan men gedurende één tot twee weken levensmiddelen bewaren zonder dat ze hun smaak verliezen. Dit is niet voldoende om levensmiddelen in te vriezen. *** Hoofdzakelijk gebruikt om levensmiddelen in te vriezen bij een temperatuur van minder dan -18 °C. Laat toe om verse levensmiddelen met een gewicht tot 1 kg in te vriezen. **** Zo’n toestel laat toe om levensmiddelen bij een temperatuur van minder dan -18 °C te bewaren en grotere hoeveelheden levensmiddelen in te vriezen. 51 ONTDOOIEN, WASSEN EN ONDERHOUD Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve, schurende schoonmaakmiddelen (bv. schuurpoeders of reinigingsmelk) voor het schoonmaken van de behuizing en de plastic onderdelen van het product! Gebruik alleen milde vloeibare schoonmaakmiddelen en een zacht doekje. Gebruik geen sponsjes. Ontdooien van de koelkast*** l l NL Aan de achterwand van de koelkast ontstaat rijp, die automatisch ontdooit. Tijdens het ontdooien van de rijp, tezamen met de druppeltjes kunnen ook ontreinigingen door de opening voortvloeien. Dit kan het verstoppen van de opening veroorzaken. In zo’n geval moet de opening met plunjer gereinigd worden (tek. 13). Het apparaat werkt in cyclusfazen: eerst koelen (aan de achterwand ontstaat rijp) en daarna ontdooien van de rijp (druppeltjes aan de achterwand). Voor het beginnen met reinigen dient het apparaat van het electriciteitsnet uitgeschakeld worden, door de stekker eruit te halen, uitschakeling of losdraaien van de zekering. Het water mag niet in contact met het bedieningspaneel of verlichting komen. l Gebruik bij het ontdooien geen ontdooisprays. Ze kunnen explosieve mengsels vormen en oplossers bevatten die de kunststof onderdelen van het apparaat beschadigen en zelfs voor de gezondheid schadelijk zijn. l Het water die bij het wassen gebruikt wordt mag niet door de opening naar de verdamper vloeien. l Was het apparaat met een zachte detergent, behoudens de dichting in de deur. De dichting in de deur was met schoon water en droog met een doek. l Reinig nauwkeurig alle elementen van de uitrusting (groentevakken, rekken, glazen platen ezv.). Ontdooien van de diepvriezer** l Het is aangeraden om het ontdooien van de diepvriezer tezamen met het wassen van het product uit te voeren. l Grote hoeveelheid ijs op de vriesoppervlakten verstoort de werking van het apparaat en vergroot het energieverbruik. l Het is aangeraden om het apparaat ten minste een of twee keer per jaar te ontdooien. Wanneer er veel ijs ontstaat, moet u het apparaat vaker ontdooien. l Indien in de diepvriezer bevinden zich ingevroren levensmiddelen, stel de draaiknop op max. ong. 4 uur voor het geplande ontdooien in. Daardoor gaat het mogelijk zijn om de ingevroren producten in de kamertemperatuur te bewaren. l Plaats de ingevroren producten in een kan, omgevouwen met krantenpapier en deken en houd ze in een koele plek. l Het ontdooien van de diepvriezer dient zo snel mogelijk uitgevoerd worden. Het te lange bewaren van de producten in de kamertemperatuur verkort hun houdbaarheid. Om de vriesruimte te ontdooien handelt u als volgt:** l Schakel het apparaat uit met behulp van het l l l l l bedieningspaneel en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact. Open de deur en haal de producten eruit. Afhankelijk van het model trekt u het afvoerkanaaltje naar buiten dat zich in het onderste gedeelte van de diepvries in de basis van het apparaat bevindt. Laat de deur openstaan, hierdoor versnelt u het ontdooiproces. U kunt ook een schaal met heet (geen kokend) water in de vriesruimte plaatsen. Maak de binnenkant van de diepvriezer schoon en droog hem af. Schakel het apparaat in volgens de gebruiksaanwijzing. Uithalen en inzetten van de legplateaus Til het legplateau op en schuif het uit, schuif het daarna in totdat u niet meer verder kunt en de sluiting van het legplateau zich in de geleider bevindt (Afb. 15). Uithalen en inzetten van de rekjes Uithalen en inzetten van de rekjes Automatisch ontdooien van de koelkast**** De koelkast werd in de functie van automatisch ontdooien voorzien. Toch kan het aan de achterwand van de koelkast rijp verzamelen. Deze ontstaat als veel verse producten in de koelkast bewaard worden. Automatisch ontdooien van de diepvriezer**** De diepvriezer werd in de functie van automatisch ontdooien voorzien (no-frost). Voedsel wordt met gebruik van koud, circelend lucht ingevroren en de vocht van de diepvriezer wordt naar buiten afgevoerd. Daardoor in de diepvriezer ontstaan er geen grote hoeveelheden ijs en rijp en de producten vriezen niet samen. Handwassen van de koelkast en diepvriezer**** Het wordt aangeraden om de koelkast en diepvriezer ten minste een keer per jaar te wassen. Het voorkomt het ontstaan van bacteriën en onprettige geuren. Schakel het apparaat met de knop (1) uit, maak het leeg van producten en was met water met zachte detergent. Daarna droog met een doek. Ten alle tijde is het verboden om de diepvriezer met gebruik van een electrische radiator of haardroger te ontdooien. ** Betreft apparaten met een vriesruimte (*/***). Geldt niet voor apparaten met een Antirijpsysteem *** Betreft apparaten met een koelruimte. Geldt niet voor apparaten met een Antirijpsysteem **** Betreft apparaten met een Antirijpsysteem 52 STORINGEN VINDEN EN VERHELPEN Mogelijke redenen Herstellingswijze Het apparaat werkt niet Onderbreking in de electrische installatie Binnenverlichting werkt niet De gloeilamp is los of doorgebrand ( In apparaten met gloeilampen verlichting). Vries-/koeltemperatuur is niet laag genoeg Slechte instelling van de temperatuurregelaar De omgevingstemperatuur is hoger of lager dan de temperatuur welke aangegeven staat op de tabel met technische gegevens van het apparaat. Het apparaat staat in de zon of te dicht bij een warmtebron In het apparaat werd te grote hoeveelheid warme levensmiddelen per een keer gelegd De ventilatie binnen de cel is belemmerd De ventilatie aan de achterkant van het apparaat is belemmerd De deur van de koelkast/vriezer wordt te vaak geopend of blijft te lang open staan De deur is niet goed gesloten De compressor werkt niet vaak genoeg Het apparaat werkt continue De dichting van de deur zit los Slechte instelling van de temperatuurregelaar Andere redenen in het punt „Vries-/koeltemperatuur is niet laag genoeg” De waterafvoeropening is verstopt Er ontstaat water in de onderste deel van de koelkast De ventilatie binnen de cel is belemmerd Ongewone of sterkere geluiden - controleer of de stekker goed in het stopcontact zit - controleer of de spanningskabel niet beschadigt is - controleer of er spanning op het stopcontact staat door bv. een ander toestel aan te sluiten bv. een nachtlamp - controleer of het apparaat aan staat door de thermostaat op meer dan 0 te zetten - Controleer het vorige punt „Het apparaat werkt niet”draai de gloeilamp aan of vervang de doorgebrande (In apparaten met gloeilampen verlichting). - draai de draaiknop op een hogere positie Het apparaat is bestemd voor werking in een temperatuur welke aangegeven is op de tabel met technische gegevens van het apparaat. - verander de opstelling van het apparaat volgens de gebruiksaanwijzing - 72 uur wachten tot de producten gekoeld (ingevroren) worden en de temperatuur terug naar het gewenste niveau gaat - controleer of de levensmiddelen en dozen de achterwand van de koelkast niet aanraken - van de wand schuiven voor de afstand van min. 30 mm - de deur minder vaak openen en/of de tijd van open staan verkorten - levensmiddelen en vakken zo leggen, dat ze het sluiten van de deur niet belemmeren - controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan het bereik van de klimaatklasse. - dichting vastmaken - temperatuur met de draaiknop naar beneden draaien - controleren volgens punt „Vries-/koeltemperatuur is niet laag genoeg” - maak de verstopte opening schoon (zie hoofdstuk - „Ontdooien van de koelkast”) - controleer of de levensmiddelen en dozen de achterwand van de koelkast niet aanraken Het apparaat staat niet waterpas en stabiel - het apparaat waterpas opstellen Het apparaat raakt aan wanden, meubels - het apparaat zo opstellen, dat er geen andere of andere elementen elementen aanraakt en zelfstandig staat Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed hebben op de correcte werking van de koelkast. Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden: l Lawaai doordat de koelkast niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de regelvoetjes vooraan. Leg eventueel zacht materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer. l Wrijving tegen de aanpalende meubelen – verschuif de koelkast. l Knarsen van schuiven of schappen – neem de schuif of het schap weg en plaats het daarna terug. l Geluid van tegen elkaar stotende flessen – plaats de flessen uit elkaar. Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de werking van de thermostaat, de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal onder invloed van temperatuurverschillen en doorstroom van koelvloeistof). 53 NL Verschijnselen MILIEUBESCHERMING Bescherming van de ozonlaag Voor de productie van ons product zijn materialen gebruikt, die 100% vrij van FCKW en FKW zijn, wat voordelig voor de bescherming van de ozonlaag en vermindering van broeikaseffect is. De moderne technologie en milieuvriendelijke isolatie zorgt voor klein energieverbruik. Recycling van de verpakking NL Onze verpakkingen bestaan uit milieuvriendelijk, recycleerbaar materiaal: l Buiten verpakking van golfkarton / folie l Gevormde delen van geschuimd polystyreen (PS), zonder FCKW l Folies en zaken van polyetheen (PE) LIQUIDATIE / AFDANKEN VAN HET APPARAAT Indien u van het product geen gebruik meer wenst te maken, voor het afdanken snijd het netsnoer door. Tevens verwijder of zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet in het oude apparaat kunnen opsluiten. Het apparaat wordt voorzien van het symbool volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EC. Deze symbolen wijzen erop dat dit product na de periode van gebruik niet als huisafval mag worden behandeld. De gebruiker moet het echter naar een plaats brengenwaar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, bedrijven of winkels, die met het verzamelen van afgedankte apparaten belast zijn. Als u ervoor zorgt dat afgedankte electronische en electrische apparaten op de correcte manier worden verwijderd, voorkomt u mogelijke voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van aanwezigheid van gevaarlijke onderdelen en het verkeerd bewaren en afvalbehandeling. KLIMAATKLASSE Informatie over de klimaatklasse staat op de typeplaatje. Deze geeft aan in welke omgevingstemperatuur (dwz. ruimte, waarin hij staat) het product optimaal (correct) werkt. Klimaatklasse Toegelaten omgevingstemperaturen SN van +10°C tot +32°C N van +16°C tot +32°C ST van +16°C tot +38°C T van +16°C tot +43°C Verklaring van de producent Hierbij verklaart de producent, dat het product aan de eisen van de onderstaande Europese richtlijnen voldoet: l Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, l Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC, l Richtlijn 2009/125/EC. en over de certificering en de conformiteitsverklaring voor organen die toezicht op de markt houden beschikt. 54 GARANTIE, SERVICE Garantie NL De garantieverplichtingen blijken uit het garantiebewijs. De producent is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van het product. 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Amica FY408.3DFX Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding