POWX480 NL
Copyright © 2021 VARO P a g e | 6 www.varo.com
Kijk nooit met onbeschermde ogen in de lichtboog ! (Alleen met een lasbril met
voorgeschreven veiligheidsglas. De lichtboog geeft behalve licht- en warmtestralen, die
verblinding respectievelijk verbranding veroorzaken, ook UV-stralen af. Deze onzichtbare
ultraviolette straling veroorzaakt bij onvoldoende bescherming een uiterst pijnlijke
bindvliesontsteking die pas enkele uren later wordt gevoeld. Bovenden heeft de UV-
straling op onbeschermde lichaamsdelen schadelijke zonnebrandeffecten tot gevolg).
Bovenstaand geld ook voor omstaanders of helpers die zich in de buurt van de lichtboog
bevinden.
Bij het lassen moet, en vooral in kleine ruimtes, voor voldoende toevoer van verse lucht
worden gezorgd, daar rook en schadelijke gassen ontstaan.
Aan vaten waarin gassen, brandstoffen, minerale dien of dergelijke worden bewaard,
mogen - ook als ze al lange tijd leeg zijn - geen las werkzaamheden worden uitgevoerd,
daar mogelijke resten voor explosiegevaar zorgen.
In ruimtes met brand en/of explosiegevaar gelden bijzondere voorschriften.
Lasverbindingen die aan grote belastingen worden blootgesteld en of aan speciale
veiligheidsvereisten moeten voldoen, mogen uitsluitend door speciaal opgeleidde
gediplomeerde lassers worden uitgevoerd.
Opmerkingen : verbind de aardgeleider altijd aan een correcte aarding. Doet U dit niet dan
kan dit ernstige schade veroorzaken aan de aarding of aan het toestel zelf (De hoge
lasstroom kan ertoe leiden dat de aardgeleider doorsmelt !)
Stopcontacten moeten met de juiste automatische zekeringen beveiligd worden.
(standaard geaarde stopcontacten zijn normaal afgezekerd met 16A zekeringen). Een
hogere/te sterke zekering kan brand in de leidingen veroorzaken en brand in het gebouw
tot gevolg hebben.
6.2 Enge en vochtige ruimtes
Bij werkzaamheden in enge, vochtige of hete ruimtes moet gebruik worden gemaakt van
isolerende onderlagen en tussenlagen, kaphandschoenen van leer of een ander slecht
geleidend materiaal, om het lichaam te isoleren ten opzichte van vloeren, muren, geleidende
apparaatonderdelen en dergelijke. In extreme omstandigheden mag de uitgangsspanning
zelfs niet meer dan 48V bedragen.
6.3 Beschermende kleding
Tijdens het werk moet de lasser over het volledige lichaam tegen stralingen (verbranding)
beschermd worden door middel van kleding en gezichtsbescherming.
Aan beide handen moeten kaphandschoenen van een geschikte stof (leer) worden
gedragen. Deze moeten zich in een onberispelijke toestand bevinden.
Om kleding/huid tegen rondvliegende vonken en verbranding te beschermen, moeten
geschikte schorten worden gedragen. Als de aard van de werkzaamheden, bv.
bovenhands lassen, dat vereist moet een beschermingspak en eventueel ook een
veiligheidshelm worden gedragen.
6.4 Bescherming tegen straling en verbranding door :
Signalisatie op de werkplek, waarschuwen tegen het gevaar voor de ogen door een
uithangbord "Voorzichtig, niet in de vlammen kijken”'. De werkplek moet zo goed mogelijk
worden afgeschermd, zodat de personen die zich in de buurt bevinden voldoende
beschermd zijn. Onbevoegde personen moeten uit de buurt van de laswerkzaamheden
worden gehouden.
In de onmiddellijke buurt van vaste lasplaatsen mogen de muren niet lichtgekleurd of
glanzend zijn, vensters moeten ten minste tot op ooghoogte tegen het doorlaten en
weerkaatsen van stralen behandeld worden, bv. door een geschikte verflaag.