GTK-N1BT (NL) 4-471-163-52 (1)
Het systeem gebruiken als een acculader
Wanneer het systeem is ingeschakeld kunt
u het systeem als acculader gebruiken voor
USB-apparaten die zijn uitgerust met een
oplaadfunctie.
Druk op USB FUNCTION
op de
afstandsbediening of druk herhaaldelijk op
FUNCTION
op het apparaat totdat "USB" op
het display
verschijnt.
Het opladen start wanneer het USB-apparaat is
verbonden met de USB-poort
. De laadstatus
wordt afgebeeld op het display van het USB-
apparaat. Voor meer informatie leest u de
gebruiksaanwijzing van uw USB-apparaat.
Weergeven met de iPod/iPhone
1 Druk op USB FUNCTION
op de
afstandsbediening of druk herhaaldelijk op
FUNCTION
op het apparaat totdat "USB" op
het display
verschijnt.
2 Verbind de iPod/iPhone met de USB-poort
op het apparaat met gebruik van de bij de
iPod/iPhone geleverde USB-kabel.
"USB" op het display
verandert naar "iPod".
Indien het display niet naar "iPod" verandert,
moet u de iPod/iPhone even ontkoppelen en
vervolgens weer aansluiten.
3 Druk op
op de afstandsbediening of op
op het apparaat om de weergave te
starten.
De iPod/iPhone bedienen
Actie Drukt u op
Afspelen
pauzeren
Druk op
op de
afstandsbediening of op
op het apparaat.
Afspelen
stoppen
(stop)
.
Een track of
hoofdstuk van
het gesproken
boek of de
podcast te
selecteren
(achterwaarts)/
(voorwaarts)
.
Een punt in
een track of
hoofdstuk van
het gesproken
boek of de
podcast te
zoeken
Houd (terug)/ (snel
voorwaarts)
(/
op het apparaat) tijdens
weergave even ingedrukt
en laat de toets los op het
gewenste punt.
Het systeem gebruiken als een acculader
U kunt het systeem gebruiken als een acculader
(batterijlader) voor een iPod/iPhone, ongeacht of
het systeem is in- of uitgeschakeld.
Druk op USB FUNCTION
op de
afstandsbediening of druk herhaaldelijk op
FUNCTION
op het apparaat totdat "USB" op
het display
verschijnt.
Verbind de iPod/iPhone met de USB-poort
wanneer de weergave van de iPod/iPhone is
gestopt en de batterij wordt opgeladen. De
laadstatus wordt afgebeeld op het display van
de iPod/iPhone.
Voor meer informatie leest u de
gebruiksaanwijzing van uw iPod/iPhone.
Het opladen van een iPod/iPhone stoppen
Haal de iPod/iPhone van het apparaat af.
Opmerkingen over het opladen van een iPod/iPhone
U kunt de iPod/iPhone niet opladen wanneer het systeem
is uitgeschakeld. Bepaalde iPod/iPhone modellen worden
mogelijk niet opgeladen vanwege hun kenmerken.
Opmerkingen
ˎSchakel de functie "Schud voor shuffle" uit op de iPod/
iPhone om te voorkomen dat tracks onverwachts wisselen
tijdens het luisteren naar muziek op een hoog volume.
ˎAls de batterij van de iPod/iPhone leeg is, kan het systeem
hem mogelijk niet herkennen. In dat geval, laadt u hem op
met behulp van een computer, enz., en sluit u hem daarna
aan op dit systeem.
ˎDe prestaties van het systeem kunnen variëren afhankelijk
van de specificaties van uw iPod/iPhone.
ˎHoud /
even ingedrukt voor het snel
achterwaarts (of snel voorwaarts) spoelen tijdens
videoweergave indien /
niet functioneert.
ˎDruk op VOLUME +/
op de afstandsbediening of
verdraai de volumeschijf
op het apparaat om het
volume in te stellen. Het volumeniveau verandert niet
wanneer u dit instelt op de iPod/iPhone.
ˎVoor het bedienen van de iPod/iPhone raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de iPod/iPhone.
ˎSony kan geen aansprakelijkheid accepteren in het geval
gegevens opgenomen op de iPod/iPhone verloren gaan
of beschadigd raken bij gebruik van een iPod/iPhone met
dit systeem.
Luisteren naar de radio
1 Druk op TUNER FUNCTION
op de
afstandsbediening of druk herhaaldelijk op
FUNCTION
op het apparaat totdat "FM" op
het display
verschijnt.
2 Stem af op een zender.
Voor automatisch scannen
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" wordt getoond en druk
vervolgens op TUNING +/
. Het scannen
stopt automatisch, waarna "ST" (alleen voor
stereoprogramma’s) op het display
oplicht
wanneer een zender is gevonden.
Indien het scannen niet stopt, drukt u op
om het te stoppen en handmatig af te
stemmen (zie hieronder).
Wanneer u afstemt op een FM-zender
met RDS-diensten, wordt informatie
zoals de servicenaam en de zendernaam
meegezonden met het zendsignaal.
Voor handmatig afstemmen
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat
"MANUAL" wordt getoond en druk vervolgens
herhaaldelijk op TUNING +/
om op de
gewenste zender af te stemmen.
Tip
Om statische ruis bij een zwakke FM-stereozender te
verminderen, drukt u herhaaldelijk op FM MODE
totdat
"MONO" verschijnt om de stereo-ontvangst uit te schakelen.
U verliest het stereo-effect, maar de ontvangst is beter.
Radiozenders vooraf instellen
1 Stem af op de gewenste zender.
2 Druk op TUNER MEMORY
om de
tunergeheugenfunctie te selecteren.
Voorkeurnummer
3 Druk herhaaldelijk op TUNING +/
of /
om het gewenste voorkeurnummer te
kiezen.
Als er al een andere zender is toegewezen
aan het geselecteerde voorkeurnummer,
wordt deze zender vervangen door de nieuwe
zender.
4 Druk op
om de zender op te slaan.
5 Herhaal stap 1 t/m 4 om andere zenders vast
te leggen.
U kunt maximaal 20 FM-zenders opslaan.
Afstemmen op een vooraf ingestelde
radiozender
Indien u een radiozender heeft vastgelegd onder
voorkeurnummer 1 t/m 6, wordt op deze zender
afgestemd door een druk op TUNER MEMORY
NUMBER (1 t/m 6)
wanneer FM als bron is
gekozen.
Indien u eenradiozender heeft vastgelegd
onder voorkeurnummer 7 of hoger, moet u
herhaaldelijk op TUNING MODE
drukken
totdat "PRESET" wordt getoond en drukt u
daarna herhaaldelijk op TUNING +/
om het
gewenste voorkeurnummer te selecteren.
Optionele audiocomponenten
gebruiken
1 Bereid de geluidsbron voor.
Verbind het extra audiocomponent met de
AUDIO IN-aansluiting
op het apparaat
middels een analoog audiosnoer (niet
bijgeleverd).
2 Stel het volumeniveau in op het minimum.
Druk herhaaldelijk op VOLUME
op de
afstandsbediening of draai de volumeschijf
op het apparaat linksom totdat "VOL MIN" op
het display
verschijnt.
3 Druk op AUDIO IN FUNCTION
op de
afstandsbediening of druk herhaaldelijk op
FUNCTION
op het apparaat totdat "AUDIO
IN" op het display
verschijnt.
4 Start de weergave.
Begin met het weergeven van de aangesloten
component en stel het volumeniveau in.
Opmerking
De stand-bystand van het systeem wordt mogelijk
automatisch geactiveerd als het volumeniveau van de
aangesloten component te laag is. Stel het volume van
de component in. Zie "De automatische stand-byfunctie
instellen".
De toetsen op het apparaat
vergrendelen (kinderslot)
U kunt de toetsen op het apparaat vergrendelen
(uitgezonderd ) om ongewenste
bediening, door bijvoorbeeld kinderen, te
voorkomen.
Houd
op het apparaat langer dan
5seconden ingedrukt. "CHILD" en "LOCK
ON" verschijnen op het display . U kunt
het systeem nu alleen met de toetsen op de
afstandsbediening bedienen.
Houd
op het apparaat weer langer dan
5 seconden ingedrukt totdat "CHILD" en "LOCK
OFF" op het display verschijnen om de
vergrendeling te annuleren.
Opmerking
Het kinderslot wordt geannuleerd wanneer het netsnoer
wordt ontkoppeld.
Het geluid aanpassen
Actie Drukt u op
Het
volumeniveau
instellen
VOLUME +/
(of draait u
de volumeschijf
op het
apparaat).
Een
geluidseffect
instellen
Herhaaldelijk op EQ
.
Tip
Dit systeem is uitgerust met de DSEE-functie om duidelijke
hoge tonen te reproduceren, ongeacht de afname van de
geluidskwaliteit als gevolg van compressie. De DSEE-
functie wordt gewoonlijk automatisch geactiveerd door
de geluidsbron te herkennen, maar wordt mogelijk niet
geactiveerd afhankelijk van de gebruikte functie.
Het luidsprekerlamppatroon
instellen
U kunt een luidsprekerlamppatroon selecteren
uit een reeks verlichtingspatronen. Het
luidsprekerlamppatroon zorgt voor een
verlichtingseffect op het ritme van de
muziekbron.
Druk herhaaldelijk op LED SPEAKER
.
Bij iedere druk op deze toets, verandert het
patroon.
Het luidsprekerlamppatroon
uitschakelen
Druk herhaaldelijk op LED SPEAKER
totdat
"LED OFF" verschijnt.
Het display wijzigen
Actie Drukt u op
Veranderen van
informatie op
het display
1)
DISPLAY
herhaaldelijk terwijl
het systeem ingeschakeld is.
De
displayfunctie
veranderen (zie
hieronder.)
DISPLAY
herhaaldelijk terwijl
het systeem is uitgeschakeld.
2)
1)
U kunt de volgende informatie zien:
Verstreken weergavetijd, bestandsnaam en mapnaam.
Titel, artiest en albuminformatie.
2)
De STANDBY-aanduiding
op het apparaat is opgelicht
wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Het systeem kent de volgende displayfuncties.
Displayfunctie Bij uitgeschakeld systeem
1)
Demonstratie De demonstratie is
ingeschakeld.
Energiebesparings-
stand
2)
Het display is uitgeschakeld om
energie te besparen. De timer
en de klok blijven werken.
Klok
3)
De klok wordt afgebeeld.
1)
De STANDBY-aanduiding
op het apparaat is opgelicht
wanneer het systeem is uitgeschakeld.
2)
U kunt de klok niet instellen in de energiebesparingsstand.
3)
De klokweergave verandert automatisch na 8 seconden
naar de energiebesparingsstand.
Opmerkingen over de displayinformatie
ˎTekens die niet kunnen worden weergegeven, verschijnen
als "_".
ˎDe totale weergaveduur van een USB-apparaat wordt niet
afgebeeld.
ˎDe volgende gegevens worden niet juist afgebeeld:
De verstreken weergavetijd van een MP3-bestand dat
gecodeerd is met VBR (variabele overdrachtsnelheid).
Namen van mappen en bestanden die niet voldoen
aan de norm ISO9660 niveau 1, niveau 2 of Joliet in het
expansieformaat.
ˎDe ID3-taginformatie voor MP3-bestanden wordt
afgebeeld wanneer ID3-tags van versie 1 en
versie 2 worden gebruikt (de weergave van ID3
versie2-taginformatie heeft voorrang wanneer ID3-tags
van zowel versie 1 als versie 2 worden gebruikt voor
hetzelfde MP3-bestand).
De timers gebruiken
Het systeem heeft 2 timerfuncties. Bij gebruik
van beide timers, heeft de slaaptimer voorrang.
Slaaptimer:
U kunt met muziek in slaap vallen. De functie
werkt zelfs als de tijd nog niet is ingesteld.
Druk herhaaldelijk op SLEEP
om de gewenste
tijd te kiezen.
Druk om de slaaptimer te annuleren
herhaaldelijk op SLEEP
totdat "OFF" verschijnt.
Weergavetimer:
U kunt op een vooraf ingesteld tijdstip worden
gewekt door muziek van een FM-zender of USB-
apparaat. Zorg ervoor dat de tijd is ingesteld.
1 Bereid de geluidsbron voor.
Bereid de geluidsbron voor en druk
vervolgens op VOLUME +/
op de
afstandsbediening of draai de volumeschijf
op het apparaat om het volume in te stellen.
2 Selecteer de timerinstelfunctie.
Druk op TIMER MENU
.
3 Stel de weergavetimer in.
Druk herhaaldelijk op /
om "PLAY SET"
te selecteren en druk vervolgens op
.
4 Stel de starttijd voor de weergave in.
Druk herhaaldelijk op /
om het uur in te
stellen en druk vervolgens op
. Stel via
dezelfde procedure de minuten in.
5 Volg dezelfde procedure als in stap 4 om de
stoptijd voor de weergave in te stellen.
6 Selecteer de geluidsbron voor.
Druk herhaaldelijk op /
totdat de
gewenste geluidsbron wordt getoond en druk
vervolgens op
.
7 Schakel het systeem uit.
Druk op
. Het systeem wordt
automatisch ingeschakeld vóór het ingesteld
tijdstip.
Als het systeem reeds is ingeschakeld op de
ingestelde begintijd, zal de weergavetimer
niet in werking treden. Bedien het systeem
niet vanaf het moment waarop het systeem
wordt ingeschakeld tot het moment waarop
het weergeven begint.
Controleren van de instelling
1 Druk op TIMER MENU
.
2 Druk herhaaldelijk op /
om "SELECT" te
selecteren en druk vervolgens op
.
3 Druk herhaaldelijk op /
om "PLAY SEL"
te selecteren en druk vervolgens op
.
De timer annuleren
Herhaal dezelfde procedure als hierboven
tot "OFF" in stap 3 wordt getoond en druk
vervolgens op
.
Veranderen van de instelling
Begin opnieuw bij stap 1 van "De timers
gebruiken".
Opmerking
Als u een USB-apparaat selecteert als weergavebron en er
veel bestanden of mappen op dat apparaat staan, duurt
het lezen ervan enige tijd waardoor een kleine vertraging
optreedt voordat de weegave begint nadat de timer is
verstreken.
Opmerkingen voor de iPod/iPhone-gebruiker
ˎZorg ervoor dat de iPod/iPhone niet weergeeft tijdens het
gebruik van de weergavetimer.
ˎDe weergavetimer wordt mogelijk niet geactiveerd,
afhankelijk van de status van de aangesloten iPod/iPhone.
Tip
De instelling van de weergavetimer blijft behouden zo lang
deze niet handmatig wordt geannuleerd.
De automatische stand-
byfunctie instellen
Met de automatische stand-byfunctie
wordt het systeem na ongeveer 15 minuten
automatisch stand-by geschakeld als er geen
bewerking wordt uitgevoerd of er geen audio-
uitgangssignaal is. "AUTO:STBY" verschijnt op
het display
2 minuten voor het systeem
stand-by wordt geschakeld. Standaard is de
automatische stand-byfunctie ingeschakeld.
Druk op de toetsen op het apparaat om de
automatische stand-byfunctie uit te schakelen.
Houd ingedrukt terwijl het systeem is
ingeschakeld totdat "AUTO:STBY OFF" verschijnt.
Houd om de functie weer te activeren
ingedrukt totdat "AUTO:STBY ON" verschijnt.
Opmerkingen
ˎDe automatische stand-byfunctie werkt niet in de
tunerfunctie (FM), ook niet wanneer hij is ingeschakeld.
ˎMogelijk wordt het systeem niet automatisch in de
standby-functie gezet in de volgende gevallen:
wanneer een audiosignaal wordt gedetecteerd.
als een USB-apparaat is aangesloten.
tijdens weergave van audiobestanden.
terwijl de vooraf ingestelde weergavetimer of slaaptimer
in werking is.
ˎHet systeem telt de tijd weer af totdat het stand-by
wordt geschakeld, ook wanneer de automatische stand-
byfunctie is geactiveerd in de volgende gevallen:
als een USB-apparaat is aangesloten.
wanneer op een toets van de afstandsbediening of het
apparaat wordt gedrukt.
Problemen oplossen
1 Controleer of het netsnoer op de juiste wijze
en stevig is aangesloten.
2 Zoek uw probleem op in de onderstaande lijst
en neem de aangegeven maatregel.
Als het probleem blijft optreden, neemt u
contact op met de dichtstbijzijnde Sony-
leverancier.
Indien de STANDBY-aanduiding
knippert
Trek onmiddellijk de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact en controleer de
onderstaande punten.
ˎW
orden de ventilatieopeningen van het
systeem door iets geblokkeerd?
ˎMaak
t de USB-poort
kortsluiting?
Nadat de STANDBY-aanduiding
stopt te
knipperen, sluit u het netsnoer weer aan
en schakelt u het systeem weer in. Als het
probleem blijft optreden, neemt u contact op
met de dichtstbijzijnde Sony-leverancier.
Algemeen
De demonstratie verschijnt op het display
wanneer u de stekker van het netsnoer
in het stopcontact steekt terwijl het
systeem niet is ingeschakeld.
ˎDruk éénmaal op DISPLAY
terwijl het
systeem is uitgeschakeld. De demonstratie
verdwijnt.
ˎS
tel de klok in. Zie "De klok instellen".
Het systeem wordt niet ingeschakeld.
ˎIs het netsnoer aangesloten?
Het systeem is onverwacht in de standby-
stand gezet.
ˎDit is geen storing. Het systeem wordt
automatisch in de standby-stand gezet
wanneer gedurende 15 minuten geen
bediening plaatsvindt of geluidssignaal wordt
uitgevoerd. Zie "De automatische stand-
byfunctie instellen".
De klokinstelling of de werking van de
afspeeltimer is onverwacht geannuleerd.
ˎAls er ongeveer een minuut verstrijkt zonder
dat u een bewerking uitvoert, wordt de
klokinstelling of de afspeeltimer automatisch
geannuleerd. Voer de bewerking opnieuw uit
vanaf het begin.
Er is geen geluid.
ˎWorden de ventilatieopeningen van het
systeem door iets geblokkeerd?
ˎEr zijn mogelijk tijdelijk geen uitzendingen op
de opgegeven zender.
Zware brom of ruis.
ˎZet het systeem uit de buurt van ruisbronnen.
ˎSluit he
t systeem aan op een ander
stopcontact.
ˎMont
eer een ruisfilter (niet bijgeleverd) aan het
netsnoer.
De afstandsbediening werkt niet.
ˎVerwijder obstakels tussen
de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor
op het apparaat
en plaats het apparaat uit de buurt van
neonverlichting.
ˎRicht de afst
andsbediening op de
afstandsbedieningssensor
van het systeem.
ˎHoud de afst
andsbediening dichterbij het
systeem.
ˎDe ba
tterijen van de afstandsbediening kunnen
leeg zijn. Vervang de batterijen (R6/AA-
formaat) door nieuwe.
De STANDBY-aanduiding
blijft opgelicht
nadat de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact is getrokken.
ˎDe STANDBY-aanduiding
dooft mogelijk niet
direct wanneer de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact wordt getrokken. De indicator
gaat na ongeveer 40 seconden uit. Dit is geen
storing.
BLUETOOTH-apparaat
Koppelen onmogelijk.
ˎPlaats het BLUETOOTH-apparaat dichterbij het
systeem.
ˎKoppelen is misschien onmogelijk indien er
andere BLUETOOTH-apparaten in de buurt
van het systeem zijn. Schakel in dat geval de
andere BLUETOOTH-apparaten uit.
ˎVoer het wachtwoord dat op het BLUETOOTH-
apparaat was ingevoerd juist in.
Verbinden is niet mogelijk.
ˎHet BLUETOOTH-apparaat dat u probeert
te verbinden, ondersteunt niet het A2DP-
profiel en kan niet met het systeem worden
verbonden.
ˎActiveer de BLUETOOTH-functie van het
BLUETOOTH-apparaat.
ˎMaak een BLUETOOTH-verbinding met het
BLUETOOTH-apparaat.
ˎDe geregistreerde informatie van het koppelen
werd gewist. Voer het koppelen opnieuw uit.
ˎDit systeem wordt niet herkend terwijl het met
een BLUETOOTH-apparaat is verbonden en er
kan geen verbinding worden gemaakt met een
ander BLUETOOTH-apparaat dat nog nooit is
gekoppeld.
ˎWis de ger
egistreerde informatie van het
koppelen van een BLUETOOTH-apparaat en
voer het koppelen opnieuw uit.
Het geluid slaat over of fluctueert of de
verbinding wordt verbroken.
ˎHet systeem en het BLUETOOTH-apparaat zijn
te ver van elkaar.
ˎVerwijder of vermijd de obstakels indien
er obstakels tussen het systeem en uw
BLUETOOTH-apparaat zijn.
ˎIndien er appar
aten in de buurt zijn die
elektromagnetische straling opwekken,
bijvoorbeeld draadloos LAN, een ander
BLUETOOTH-apparaat of een magnetronoven,
moet u deze verder weg plaatsen.
Het geluid van uw "App Remote" kan niet op
dit systeem worden gehoord.
ˎVerhoog het volume op uw BLUETOOTH-
apparaat en stel vervolgens het volume in met
VOLUME +/–
op de afstandsbediening of de
volumeschijf
op het apparaat.
Er is een harde bromtoon of ruis hoorbaar
of het geluid is vervormd.
ˎVerwijder of vermijd de obstakels indien
er obstakels tussen het systeem en uw
BLUETOOTH-apparaat zijn.
ˎIndien er appar
aten in de buurt zijn die
elektromagnetische straling opwekken,
bijvoorbeeld draadloos LAN, een ander
BLUETOOTH-apparaat of een magnetronoven,
moet u deze verder weg plaatsen.
ˎVerlaag het volume van het aangesloten
BLUETOOTH-apparaat.
De naam van de toepassing komt niet
overeen met de werkelijke toepassing in
"App Remote".
ˎStart de toepassing opnieuw vanaf de "App
Remote" toepassing.
Wanneer de "App Remote" werkt
via BLUETOOTH, schakelt het display
automatisch naar "BT AUDIO".
ˎDe "App Remote" toepassing of BLUETOOTH-
functie werkt niet. Start de toepassing opnieuw.
USB-apparaat
Gebruikt u een ondersteund USB-
apparaat?
ˎAls u een niet-ondersteund USB-apparaat
aansluit, kunnen de volgende problemen
optreden. Controleer de informatie op de
websites over compatibele USB-apparaten aan
de hand van de URL's vermeldt onder "Een
bestand vanaf het USB-apparaat weergeven".
Het USB-apparaat wordt niet herkend.
Bestands- of mapnamen worden niet
getoond.
Afspelen is onmogelijk.
He
t geluid slaat over.
Er is ruis.
He
t geluid wordt vervormd.
"OVER CURRENT" verschijnt.
ˎEr is een probleem met het niveau van de
elektrische stroom van de USB-poort
.
Schakel het systeem uit en koppel het USB-
apparaat los van de USB-poort
. Verzeker u
ervan dat er geen probleem is met het USB-
apparaat. Als de aanduiding op het display
afgebeeld blijft, neemt u contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Er is geen geluid.
ˎHet USB-apparaat is niet juist aangesloten.
Schakel het systeem uit en sluit het USB-
apparaat weer aan.
Er is ruis, het geluid slaat over of is
vervormd.
ˎSchakel het systeem uit en sluit het USB-
apparaat weer aan.
ˎDe muziekgegevens zelf bevatten ruis,
of het geluid is vervormd. Er is mogelijk
ruis opgenomen tijdens het maken van
muziekgegevens als gevolg van de
omstandigheden van de computer. Maak de
audiodata opnieuw aan.
ˎVoor het coderen van de bestanden werd een
lage bitsnelheid gebruikt. Stuur bestanden
gecodeerd met hogere bitsnelheden naar het
USB-apparaat.
"READING" wordt langdurig weergegeven,
of het duurt erg lang voordat het afspelen
start.
ˎHet leesproces kan lang duren in de volgende
gevallen.
Er staan veel bestanden of mappen op het
USB-apparaat.
De bestandsstructuur is uitermate complex.
De geheugenc
apaciteit is extreem.
Het interne geheugen is gefragmenteerd.
Foutief display
ˎZend de muziekgegevens opnieuw naar het
USB-apparaat omdat de gegevens die nu op
het USB-apparaat zijn opgeslagen mogelijk
vervormd zijn.
ˎDe tekens die op het display van dit apparaat
kunnen worden afgebeeld zijn alleen letters
en cijfers. Overige tekens worden niet juist
afgebeeld.
Het USB-apparaat wordt niet herkend.
ˎSchakel het systeem uit en vervolgens weer
in. Verbind vervolgens het USB-apparaat weer
nadat u de "USB" functie heeft gekozen.
ˎC
ontroleer de informatie op de websites over
compatibele USB-apparaten aan de hand van
de URL's vermeldt onder "Een bestand vanaf
het USB-apparaat weergeven".
Het USB-apparaat werkt niet goed.
ˎRaadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
USB-apparaat voor informatie over hoe u dit
probleem kunt oplossen.
Het afspelen start niet.
ˎSchakel het systeem uit, sluit het USB-apparaat
weer aan en schakel vervolgens het systeem in
ˎControleer de informatie op de websites over
compatibele USB-apparaten aan de hand van
de URL’s vermeldt onder "Een bestand vanaf
het USB-apparaat weergeven".
ˎDruk op
op de afstandsbediening of op
op het apparaat om de weergave te
starten.
Het afspelen start niet vanaf de eerste
track.
ˎStel de afspeelmodus in op de normale
weergavefunctie.
De bestanden kunnen niet worden
weergegeven.
ˎHet audiobestand heeft niet de extensie
".mp3", ".wma", ".m4a" of ".wav".
ˎDe gegevens zijn niet aangemaakt in het MP3/
WMA/AAC/WAV-formaat.
ˎUSB-apparaten die zijn geformatteerd in een
ander bestandssysteem dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
ˎAls u e
en USB-apparaat met partities gebruikt,
kunnen alleen de bestanden op de eerste
partitie worden weergegeven.
ˎBestanden die zijn gecodeerd, met een
wachtwoord beveiligd, enz., kunnen niet
worden weergegeven.
* Dit systeem ondersteunt de bestandssystemen FAT16 en
FAT32, maar sommige USB-apparaten ondersteunen niet
al deze FAT-bestandssystemen. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruiksaanwijzing van ieder USB-apparaat
of neem contact op met de fabrikant.
Het aflezen duurt lang.
ˎVerlaag het aantal mappen of bestanden.
iPod/iPhone
Er is geen geluid.
ˎControleer of de iPod/iPhone op de juiste wijze
is aangesloten.
ˎZorg ervoor dat de iPod/iPhone muziek
weergeeft.
ˎControleer of de iPod/iPhone is bijgewerkt
met de meest recente softwareversie. Zo niet,
update de iPod/iPhone voordat u deze met het
systeem gebruikt.
ˎStel het volumeniveau in.
Het geluid is vervormd.
ˎControleer of de iPod/iPhone op de juiste wijze
is aangesloten.
ˎVerlaag het volumeniveau.
ˎS
tel de "EQ"-instelling van de iPod/iPhone in
op "Off" of "Flat".
Tijdens weergave verandert de track
onverwacht.
ˎSchakel de functie "Schud voor shuffle" (tracks
wisselen door de iPod/iPhone te schudden)
op de iPod/iPhone uit tijdens het luisteren
naar muziek op de iPod/iPhone op een hoog
volume. Als deze functie is ingeschakeld,
kunnen tracks onverwacht wisselen als gevolg
van de trillingen die worden veroorzaakt door
de geluidsdruk van het systeem.
De iPod/iPhone werkt niet.
ˎAls de batterij van de iPod/iPhone leeg is,
werkt deze mogelijk niet met dit systeem. In
dat geval, laadt u hem op met behulp van een
computer, enz., en sluit u hem daarna aan op
dit systeem.
ˎSluit alle dr
aaiende toepassingen af op uw
iPod of iPhone voordat u hem met dit systeem
gebruikt. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de iPod/iPhone.
ˎC
ontroleer of de iPod/iPhone op de juiste wijze
is aangesloten.
ˎC
ontroleer of de iPod/iPhone is bijgewerkt
met de meest recente softwareversie. Zo niet,
update de iPod/iPhone voordat u deze met het
systeem gebruikt.
ˎOmda
t de bediening van het systeem
anders is dan die van de iPod/iPhone, kunt
u de iPod/iPhone niet bedienen met behulp
van de toetsen van de afstandsbediening
of het apparaat. Gebruik in dit geval de
bedieningselementen van de iPod/iPhone.
De iPod/iPhone kan niet worden
opgeladen.
ˎAls de batterij van de iPod/iPhone leeg is, kan
het systeem hem mogelijk niet opladen, zelfs
niet als u hem aansluit op het systeem. In dat
geval, laadt u hem op met behulp van een
computer, enz., en sluit u hem daarna aan op
dit systeem.
ˎControleer of de iPod/iPhone op de juiste wijze
is aangesloten.
De iPod/iPhone wordt niet herkend.
ˎOntkoppel het netsnoer en sluit het weer aan
nadat de STANDBY-aanduiding is gedoofd.
Schakel het systeem vervolgens weer in.
Het volumeniveau van de beltoon van de
iPhone verandert niet.
ˎStel het volumeniveau van de beltoon af op de
iPhone.
Tuner
Zware brom of ruis, of ontvangst van
radiozenders is niet mogelijk. ("ST"
knippert op het display
.)
ˎSluit de antenne op de juiste wijze aan.
ˎP
robeer de antenne op een andere plaats of in
een andere richting te plaatsen voor een betere
signaalontvangst.
ˎHoud de antennes uit de buurt van het
netsnoer om te voorkomen dat ruis wordt
opgevangen.
ˎSchak
el alle dichtbij geplaatste elektrische
apparatuur uit.
Het systeem terugzetten op de
fabrieksinstellingen
Als het systeem nog steeds niet goed werkt, zet
u het systeem terug op de fabrieksinstellingen.
Gebruik de toetsen op het apparaat
om het systeem terug te stellen op de
fabrieksinstellingen.
1 Ontkoppel het netsnoer en sluit het weer aan
nadat de STANDBY-aanduiding
is gedoofd.
Schakel het systeem vervolgens in.
2 Houd
ingedrukt en druk tegelijk op
.
Houd de twee toetsen tegelijk ingedrukt
totdat "RESET" op het display
verschijnt.
Alle door de gebruiker geconfigureerde
instellingen, zoals de vooraf ingestelde
radiozenders, de timer en de klok worden
verwijderd.
Berichten
CHILD LOCK : De kinderbeveiligingsfunctie
is ingeschakeld. Om het kinderslot uit te
schakelen, houdt u op het apparaat
ingedrukt totdat "CHILD" en "LOCK OFF" op het
display worden getoond.
ERROR : Het USB-apparaat kon niet worden
herkend of een onbekend apparaat is
aangesloten.
NoDEVICE : Er is geen USB-apparaat
aangesloten of het aangesloten USB-apparaat
is verwijderd.
NoMEMORY : Het geheugenmedium is niet in
het USB-apparaat gestoken.
NO TRACK : Het afspeelbare bestand op het
USB-apparaat is niet in het systeem geladen.
NOT USED : U probeerde een bepaalde
bediening uit te voeren onder omstandigheden
waarin die bediening niet mogelijk is.
NO SUPPORT : Een niet-ondersteund USB-
apparaat of niet-ondersteunde iPod/iPhone is
aangesloten, of de batterij van de aangesloten
iPod/iPhone is leeg.
TIME NG : De starttijd en eindtijd van de
afspeeltimer zijn ingesteld op dezelfde tijd.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
ˎTrek het netsnoer uit het stopcontact als het
systeem langere tijd niet gebruikt wordt. Als
u de stekker uit het stopcontact trekt, moet u
altijd de stekker vastpakken. Trek nooit aan het
netsnoer.
ˎW
anneer er een voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomt, verwijdert u het netsnoer
uit het stopcontact en moet u het toestel door
gekwalificeerd personeel laten controleren
voordat u het weer in gebruik neemt.
ˎHet netsnoer mag alleen worden vervangen
door een gekwalificeerde serviceleverancier.
Opstelling
ˎPlaats het systeem niet op een hellende
ondergrond of in extreem warme, koude,
stoffige, vuile of vochtige ruimtes, ruimtes
die niet goed kunnen worden geventileerd of
ruimtes waarin het toestel wordt blootgesteld
aan trillingen, direct zonlicht of fel licht.
ˎWanneer u het systeem installeert op
oppervlakken die zijn behandeld met een
speciale afwerking (bijvoorbeeld met was, olie
of poetsmiddelen), kan dit resulteren in vlekken
op of verkleuring van het oppervlak.
ˎC
ondensatie kan optreden op het
buitenoppervlak of binnenin en een storing in
het systeem veroorzaken wanneer het systeem
plotseling wordt verplaatst van een koude naar
een warme plaats. Als condens is gevormd,
schakelt u het systeem uit en laat u het
systeem uitgeschakeld staan tot de condens is
verdampt. Gebruik het systeem niet totdat de
condens volledig is verdampt.
Ophoping van warmte
ˎHet is normaal dat het toestel tijdens gebruik
warmer wordt.
ˎRaak de ombouw niet aan als het toestel
continu op een hoog volume is gebruikt, want
deze kan heet worden.
ˎBlokk
eer de ventilatieopeningen niet.
Het luidsprekersysteem
Het ingebouwde luidsprekersysteem is niet
magnetisch afgeschermd waardoor het beeld
op een televisie die in de buurt staat magnetisch
vervormd kan raken. Zet in dat geval de tv uit,
wacht 15 tot 30 minuten en zet de tv weer aan.
Als geen verbetering optreedt, stelt u het
systeem verder van de televisie op.
De kast reinigen
Reinig dit systeem met een zachte doek die
licht is bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes,
schuurpoeder of oplosmiddelen, zoals thinner,
benzine of alcohol.
BLUETOOTH draadloze
technologie
BLUETOOTH draadloze technologie is een
draadloze technologie voor de korte afstand
voor het verbinden van digitale apparatuur, zoals
personal computers en digitale fotocamera's.
Met de BLUETOOTH draadloze technologie kunt
u de betreffende apparaten binnen een bereik
van ongeveer 10 meter bedienen.
De BLUETOOTH draadloze technologie wordt
gewoonlijk tussen twee apparaten gebruikt,
maar één apparaat kan op meerdere apparaten
zijn aangesloten.
U hebt geen snoeren voor de aansluiting
nodig, zoals bij een USB-aansluiting, en u hoeft
apparaten niet naar elkaar toe te richten zoals
bij draadloze infraroodtechnologie. U kunt de
technologie gebruiken met één BLUETOOTH-
apparaat in uw tas of zak.
BLUETOOTH draadloze technologie is een
wereldwijde norm die door duizenden bedrijven
wordt ondersteund. Deze bedrijven produceren
producten die aan de wereldwijde norm
voldoen.
Ondersteunde BLUETOOTH-versies
en -profielen
Met een profiel wordt een standaardset
capaciteiten voor diverse BLUETOOTH-
productcapaciteiten bedoeld. Zie "Technische
gegevens" voor details aangaande de
ondersteunde BLUETOOTH-versie en -profielen.
Opmerkingen
ˎAls u een BLUETOOTH-apparaat wilt gebruiken dat op
dit systeem aangesloten is, moet het apparaat hetzelfde
profiel ondersteunen als dit systeem. De functies van het
BLUETOOTH-apparaat kunnen verschillen, afhankelijk van
de specificaties van het apparaat, zelfs als het hetzelfde
profiel heeft als dit systeem.
ˎVanwege de eigenschappen van draadloze BLUETOOTH-
technologie is het afspelen op dit systeem enigszins
vertraagd vergeleken met het afspelen van audio op het
verzendende apparaat.
Effectief communicatiebereik
BLUETOOTH-apparaten dienen te worden
gebruikt binnen ongeveer 10 meter
(onbelemmerde afstand) van elkaar. Het
effectieve communicatiebereik kan onder de
volgende omstandigheden korter worden.
W
anneer een persoon, metalen voorwerp,
muur of andere blokkade tussen de
apparaten met een BLUETOOTH-verbinding
zit
L
ocaties waar een draadloos LAN is
geïnstalleerd
In de buur
t van magnetrons die in gebruik
zijn
L
ocaties met andere elektromagnetische
golven
Effecten van andere apparaten
BLUETOOTH-apparaten en draadloze
LAN's (IEEE 802.11b/g) gebruiken dezelfde
frequentieband (2,4 GHz). Wanneer u uw
BLUETOOTH-apparaat gebruikt in de buurt van
een apparaat met draadloze LAN-capaciteit,
kan elektromagnetische interferentie
plaatsvinden. Dit zou kunnen leiden tot lagere
gegevensoverdrachtssnelheden, ruis of
onmogelijkheid tot verbinden. Probeer in dit
geval de volgende oplossingen:
P
robeer een verbinding te maken tussen
dit systeem en een BLUETOOTH mobiele
telefoon of een BLUETOOTH-apparaat
wanneer u op ten minste 10 meter afstand
van de draadloze LAN-apparatuur bent.
Schakel de stroom naar de draadloze LAN-
apparatuur uit wanneer u uw BLUETOOTH-
apparaat binnen 10 meter gebruikt.
Effecten op andere apparaten
De radiogolven die worden uitgezonden
door dit systeem, kunnen de werking van
bepaalde medische apparatuur belemmeren.
Aangezien deze interferentie tot storingen
kan leiden, dient u altijd de stroom van dit
systeem, de BLUETOOTH mobiele telefoon en
het BLUETOOTH-apparaat uit te schakelen in de
volgende locaties:
in ziek
enhuizen, treinen en vliegtuigen
bij automatische deuren of brandalarms
Opmerkingen
ˎDit systeem ondersteunt beveiligingsfuncties die voldoen
aan de BLUETOOTH-specificatie als een manier om de
beveiliging te garanderen tijdens communicatie met
BLUETOOTH-technologie. Deze beveiliging kan echter
onvoldoende zijn, afhankelijk van de inhoud en andere
factoren van de instelling, dus ga altijd zorgvuldig te werk
wanneer u de communicatie uitvoert met BLUETOOTH-
technologie.
ˎSony kan in geen geval aansprakelijk worden
gehouden voor schade of andere verliezen als gevolg
van informatielekken tijdens de communicatie met
BLUETOOTH-technologie.
ˎBLUETOOTH-communicatie wordt niet noodzakelijk
gegarandeerd met alle BLUETOOTH-apparaten die
hetzelfde profiel hebben als dit systeem.
ˎBLUETOOTH-apparaten die op dit systeem aangesloten
zijn, moeten voldoen aan de BLUETOOTH-specificatie
die wordt voorgeschreven door BLUETOOTH SIG, Inc. en
er moet worden gecertificeerd dat ze daaraan voldoen.
Zelfs wanneer een apparaat aan de BLUETOOTH-
specificatie voldoet, kunnen er echter gevallen zijn waar
de kenmerken of specificaties van het BLUETOOTH-
apparaat het onmogelijk maken een verbinding te maken
of tot andere bedieningsmethoden, weergave of werking
kunnen leiden.
ˎEr kan sprake zijn van ruis of het geluid kan
worden onderbroken, afhankelijk van het
BLUETOOTH-apparaat dat op dit systeem is
aangesloten, de communicatieomgeving of de
omgevingsomstandigheden.
Het BLUETOOTH-signaal in- en
uitschakelen
Wanneer het BLUETOOTH-signaal van het
systeem is ingeschakeld, kunt u in alle functies
een verbinding met het systeem tot stand
brengen vanaf een gepaard BLUETOOTH-
apparaat. Het BLUETOOTH-signaal is standaard
ingeschakeld.
Gebruik de toetsen op het paneel voor het
uitvoeren van deze bediening.
Houd
en BLUETOOTH
op het apparaat
ongeveer 3 seconden ingedrukt.
"BT ON" of "BT OFF" wordt op het display
afgebeeld.
Opmerkingen
ˎU kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren wanneer
het BLUETOOTH-signaal is uitgeschakeld:
— Paren met een BLUETOOTH-apparaat
— De paringsinformatie wissen
— Gebruik van "App Remote" via BLUETOOTH
— De BLUETOOTH-stand-bystatus op "ON" stellen
— De BT AAC ON/OFF-instelling veranderen
ˎWanneer het BLUETOOTH-signaal is uitgeschakeld,
kan dit systeem niet worden gedetecteerd en kan
geen verbinding tot stand worden gebracht vanaf een
BLUETOOTH-apparaat.
ˎIndien u de N-Mark op het paneel aanraakt met een NFC-
compatibele smartphone, wordt het BLUETOOTH-signaal
automatisch ingeschakeld.
ˎWanneer de stroom wordt uitgeschakeld met de
-
toets, blijft de BLUETOOTH ON/OFF-instelling bewaard.
Wanneer het netsnoer wordt ontkoppeld en vervolgens
weer wordt aangesloten, wordt de BLUETOOTH-instelling
ingeschakeld.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen (nominaal):
Linker-/rechterkanaal: 16 W + 16 W (bij 8 , 1 kHz, 1% THV)
Uitgangsvermogen (referentiewaarde):
Linker-/rechterkanaal: 20 W + 20 W (per kanaal bij 8 , 1 kHz)
Subwoofer: 60 W (bij 3 , 100 Hz)
Luidsprekergedeelte
Luidsprekersysteem: Full range luidspreker + subwoofer
Nominale impedantie:
Links/rechts: 8
Subwoofer: 3
In-/uitgangen
AUDIO IN (stereo-mini-aansluiting):
Gevoeligheid 800mV, impedantie 47k
USB-gedeelte
Ondersteunde bitsnelheid:
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32 kbps – 320 kbps, variabele
bitsnelheid
WMA: 48 kbps – 192 kbps, variabele bitsnelheid
AAC: 48 kbps – 320 kbps
WAV: 16 bit PCM
Samplingfrequenties:
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32/44,1/48kHz
WMA: 44,1 kHz
AAC: 44,1 kHz
WAV: 8kHz – 48kHz
USB-poort: Type A, 5V DC 1,0 A
iPod/iPhone-gedeelte
Compatibele iPod/iPhone-modellen
iPhone 5
iPhone 4S
iPhone 4
iPhone 3GS
iPod touch (5e generatie)
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (3e generatie)
iPod classic
iPod nano (7e generatie)
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
iPod nano (4e generatie)
De aanduidingen "Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen
dat een elektronisch accessoire specifiek ontworpen is voor
aansluiting op een iPod of iPhone en volgens de certificering van
de ontwikkelaar voldoet aan de prestatienormen van Apple. Apple
is niet verantwoordelijk voor het functioneren van dit apparaat of
de naleving van veiligheidsnormen en wettelijke voorschriften.
Houd er rekening mee dat het gebruik van dit accessoire met een
iPod of iPhone invloed kan hebben op draadloze prestaties.
Tunergedeelte
FM-stereo, superheterodyne FM-tuner
Antenne: FM-draadantenne
Afstembereik: 87,5MHz 108,0MHz (stappen van 50kHz)
BLUETOOTH-sectie
Communicatiesysteem:
BLUETOOTH-standaardversie 3.0
Uitgang:
BLUETOOTH-standaardvermogensklasse 2
Maximaal communicatiebereik:
Zichtveld ongeveer 10 m
*1
Frequentieband:
2,4 GHz band (2,4000 GHz - 2,4835 GHz)
Modulatiemethode:
FHSS
Compatibele BLUETOOTH-profielen
*2
:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile)
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile)
Ondersteunde contentbeschermingsmethode:
SCMS-T-methode
Ondersteunde codering:
SBC (Sub Band Codec), AAC, aptX
Transmissiebandbreedte:
20Hz – 20.000Hz (bij 44,1kHz sampling)
*1
Het werkelijke bereik varieert, afhankelijk van factoren zoals
obstakels tussen apparaten, magnetische velden rond een
magnetron, statische elektriciteit, ontvangstgevoeligheid,
antenneprestaties, besturingssysteem, softwaretoepassing
enzovoort.
*2
BLUETOOTH-standaardprofielen geven het doel van
BLUETOOTH-communicatie tussen apparaten aan.
Algemeen
Stroomvereisten:
220V - 240V wisselstroom, 50Hz/60 Hz
Stroomverbruik:
38 W
Afmetingen (b/h/d):
Ca. 554 mm × 213 mm × 280 mm
Gewicht:
Ca. 9,0kg
Bijgeleverde accessoires: Afstandsbediening (1), Batterijen R6
(AA-formaat) (2), FM-draadantenne (1), Garantie (1),
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) (1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Stroomverbruik in stand-by (in energiebesparingsstand):
0,5 W (met BLUETOOTH-stand-bystatus uitgeschakeld)
6 W (met BLUETOOTH-stand-bystatus ingeschakeld)
(BLUETOOTH-stand-bystatus – alle aansluitingen en
netwerken verbonden): 6,0 W