27
nl
5. Veiligheidsinstructies
5.1 Fundamentele veiligheidsmaatregelen
Naast de veiligheidstechnische instructies in de afzon-
derlijke hoofdstukken van deze handleiding moeten de
volgende bepalingen altijd strikt worden opgevolgd.
Voor gebruik met elektrisch gereedschap dienen de vei-
ligheidsinstructies in de handleiding van het betreffen-
de elektrische gereedschap te worden opgevolgd.
5.2 Correcte inrichting van de werkomgeving
● Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied.
● Zorg voor een goede ventilatie van de werkomgeving.
● Houd uw werkgebied in orde. Houd de werkomgeving
vrij van voorwerpen waaraan u zich kunt verwonden.
Ongeordendheid in uw werkgebied kan leiden tot onge-
vallen.
● Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een
bankschroef om het werk vast te zetten. Op deze manier
zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft
u beide handen vrij om het apparaat te bedienen.
● Draag een veiligheidsbril.
● Draag geschikte werkkleding. Draag geen wijde kle-
ding of sieraden, deze kunnen verstrikt raken in bewe-
gende delen. Draag een haarnet als u lang haar heeft.
● Voor werkzaamheden buiten worden rubberen hand-
schoenen en niet-slippend schoeisel aanbevolen.
● Houd kinderen uit de buurt. Zorg ervoor dat andere
personen het elektrische gereedschap of het verleng-
snoer niet aanraken. Houd andere personen uit de
buurt van het werkgebied.
● Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg
ervoor dat u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
● Leid bij het werken het netsnoer en het verlengsnoer
altijd naar achteren van het apparaat weg.
● Verborgen elektrische leidingen en gas- en waterlei-
dingen kunnen zeer gevaarlijk zijn als ze bij het wer-
ken beschadigd worden. Controleer daarom vooraf
het werkgebied (let op de bouwplannen).
5.3 Algemene veiligheidsmaatregelen
● Gebruik het juiste apparaat. Gebruik het apparaat niet
voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is, maar
alleen op de juiste wijze en in correcte toestand.
● Raak geen roterende delen aan.
● Gebruik alleen originele toebehoren of hulpapparaten
die in de handleiding vermeld staan. Het gebruik van
andere toebehoren en hulpapparaten dan die welke in
de handleiding worden aanbevolen kan tot gevolg heb-
ben dat u letsel oploopt.
● Houd rekening met omgevingsinvloeden. Stel het
apparaat met het elektrische gereedschap niet bloot
aan neerslag, gebruik het apparaat met het elektrische
gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving.
Gebruik het apparaat met het elektrische gereedschap
niet in een omgeving waar brand- of explosiegevaar
bestaat.
● Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie
en vet.
● Houd het apparaat altijd vast aan de handgrepen.
● Overbelast het apparaat niet.
● Apparaten die niet worden gebruikt, dienen op een
droge, hoog gelegen of afgesloten plaats, buiten bereik
van kinderen bewaard te worden.
● Verzorg uw gereedschap zorgvuldig. Houd het gereed-
schap schoon, om beter en veiliger te kunnen werken.
● Controleer of de bewegende delen foutloos functio-
neren en niet klemmen en of er delen beschadigd zijn.
Alle delen moeten correct gemonteerd zijn en aan alle
voorwaarden voldoen om het optimaal functioneren
van het apparaat te garanderen.
● Controleer het apparaat op eventuele beschadigingen.
Voordat het apparaat weer wordt gebruikt, dienen licht
beschadigde onderdelen zorgvuldig te worden gecon-
troleerd om na te gaan of ze correct en volgens de
regels functioneren. Beschadigde veiligheidsinrich-
tingen en onderdelen dienen vakkundig in een erken-
de werkplaats te worden gerepareerd of vervangen,
tenzij anders vermeld in de handleiding.
● Zorg ervoor dat alle onderdelen van het apparaat tij-
dens het transport goed gezekerd zijn. Controleer alle
vergrendelingsmechanismen.
5.3.1 Mechanisch
● Het apparaat kan terugspringen wanneer het plotseling
wordt losgelaten als het onder spanning staat (naar
beneden gedrukt). Dit kan letsel (met name kneuzin-
gen) tot gevolg hebben. Laat het apparaat los op een
beheerste manier.
● Wees voorzichtig wanneer de punt onder spanning
staat en het apparaat omgekeerd is. Houd voldoende
afstand tot de punt van het apparaat. De punt van het
apparaat kan plotseling terugspringen, hetgeen een
aanzienlijk gevaar van letsel inhoudt.
● Neem de instructies voor de verzorging en het onder-
houd in acht.
● Controleer of het gereedschap het bij het apparaat
passende opnamesysteem heeft en correct in de gereed-
schapopname vergrendeld is.