Raadpleeg ook de tekeningen uit de eerste bladzijden met de alfabetische
verwijzingen uit de toelichtende tekst.
Zich strikt aan de aanwijzingen uit deze tekst houden.
Iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade of brand aan het apparaat
veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen in deze
handleiding weergegeven wordt afgewezen.
Gebruik: De afzuigkap is voorzien van een boven luchtafvoer A met
verbindingsring B, op de ring moet een afvoerbuis gemonteerd worden
(niet bijgesloten) voor de rookafvoer naar buiten ( Zuigversie).
In het geval dat het niet mogelijk is dampen en rook naar buiten af te
voeren, kan de afzuigkap in de filterversie gebruikt worden door de
montage van een koolstoffilter. Op de verbindingsring B moet, onder de
bovenkant van het hangvakje, een afvoerbuis gemonteerd worden voor
de afvoer van dampen.
De modellen zonder zuigmotor werken alleen in de zuigversie en moeten
aan een afgelegen zuigeenheid aangesloten worden (niet bijgesloten).
Installatie: De afzuigkap moet op een minimale afstand van de kookplaat
gehangen worden van 65 cm in geval van elektrische fornuizen en van 75
cm in geval van gasfornuizen of gemengde fornuizen. Indien in de
installatie-aanwijzing van het gaskooktoestel een grotere afstand wordt
aangegeven moet hiermee rekening worden gehouden.
Dit apparaat moet in een kast of in een andere houder gemonteerd
worden.
Ter bevestiging van de afzuigkap als volgt te werk gaan:
Een opening aan de onderkant van het hangvakje maken om de
afzuigkap in te voegen, een opening aan de bovenkant van het hangvakje
maken voor de afvoerbuis, de afzuigkap op een buitenbuis aansluiten, de
elektrische aansluiting uitvoeren, het rooster of vetfilter verwijderen,
indien voorzien lijst C verwijderen door op de twee loskoppelingen te
drukken D(naargelang het model in Uw bezit kan de loskoppeling D
binnen of buiten de afzuigkap liggen onder vetfilter/rooster), de afzuigkap
in de opening plaatsten (indien voorzien, nadat de kap in de opening
geplaatst is, de zij- verbindingsveren E vastmaken door de
sluitingsschroeven F aan te draaien), tenslotte de kap aan het hangvakje
bevestigen door middel van alle bijgesloten houtschroeven G. Lijst C
(indien voorzien)en het zuigrooster H weer monteren.
Elektrische aansluiting: de netspanning moet overeenstemmen met
de spanning weergegeven op het eigenschappen plaatje binnen de kap.
Indien van stekker voorzien de afzuigkap aansluiten aan een stopcontact
conform de van kracht zijnde normen in een bereikbare plaats. Indien
geen stekker aanwezig is (directe aansluiting aan de netvoeding) een
tweepolen schakelaar, volgens de norm, toepassen met een
openingsafstand tussen de contacten niet kleiner dan 3 mm (bereikbaar).
Waarschuwing: De afzuigkap nooit gebruiken als het rooster niet goed
gemonteerd is! De gezogen lucht mag niet afgevoerd worden in een
leiding die gebruikt wordt voor de afvoer van rook van apparaten met een
andere voeding als de elektrische energiebron. Altijd voor een goede
ventilatie van de ruimte zorgen als de afzuigkap en de apparaten met
andere energiebron gebruikt worden. Het is streng verboden met open
vlammen onder de afzuigkap te koken. Het gebruik van open vlammen
is schadelijk voor de filters en kan brand veroorzaken, daarom moet het
in ieder geval vermeden worden. Het frituren moet geschieden met
voortdurende controle om te voorkomen dat verhit vet in brand raakt. Wat
betreft technische en veiligheidsmaatregelen voor de rookafvoer zich
strikt houden aan de regelingen voorzien door de plaatselijke bevoegde
autoriteiten.
Werking
Het bedieningspaneel is voorzien van een schakelaar voor de selectie
van de zuigkracht en voor het aan- en uitschakelen van het licht op het
werkvlak.
Het bevindt zich aan de zijkant van het zuigrooster H.
In geval van bijzondere dampconcentraties in de keuken een sterkere
zuigkracht gebruiken. We raden aan de afzuigkap 5 minuten voordat men
begint te koken aan te doen en deze nog voor ongeveer 15 minuten nadat
men beëindigt heeft aan te laten.
Onderhoud:Voor ieder onderhoud eerst de afzuigkap van de stroom
loskoppelen.
Vetfilter
Indien binnen een steunrooster geplaatst dan kan deze een van de
volgende types zijn:
papieren filter deze moet een keer in de maand vervangen worden of
wanneer de bovenkant ervan van kleur verandert, als de kleur uit het
rooster zichtbaar is.
sponzen filter deze moet met warm zeepwater een keer in de maand
gewassen worden en om de 5/6 wasbeurten vervangen worden.
metalen filter deze moet een keer in de maand gereinigd worden met
niet agressieve schoonmaakmiddelen, met de hand of in de
vaatwasmachine met lage wastemperatuur en een korte wascyclus.
Om de vetfilter J te bereiken het zuigrooster H openen door middel van
de haken L en uit de sluitingen K vrijmaken.
Sommige modellen zijn voorzien van metalen filter M zonder
steunrooster, deze moeten gereinigd worden op de boven omschreven
wijze en moeten verwijderd worden door de hendels N naar beneden te
drukken.
Koolstoffilter (alleen voor de filterversie)
De koolstoffilter mag niet gewassen of opnieuw gebruikt worden. Deze
houdt de lastige kookgeuren vast. De filter moet binnen de afzuigkap
gemonteerd worden ter bedekking van het rooster van de motor. Om de
vier maanden moet de filter vervangen worden deze kan van de
volgende types zijn:
Rechthoekige: de filter P ter bedekking van het rooster van de motor
plaatsen en de hendel met de klok meedraaien tot de sluiting, voor de
demontage in de tegengestelde richting draaien.
Ronde bajonetverbinding de filter in het midden plaatsen (in enkele
gevallen de haken Z gebruiken voor het centreren van de filter) ter
bedekking van het rooster van de motor controleren dat het verwijspunt
X op de filter overeenkomt met punt Y op de kap, daarna met de kok
meedraaien; voor de demontage in de tegengestelde richting draaien.
Schoonmaak: De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten.
Voor de schoonmaak een doek met neutrale reinigingsmiddelen gebruiken.
Geen schuurmiddelen gebruiken. Het niet in acht nemen van de
reinigingsnormen van de afzuigkap en van de vervanging en reiniging van
de filters kan brandgevaar veroorzaken.
Lamp vervanging: Het steunrooster van de vetfilter o de vetfilter zelf
verwijderen om de lamphouder te bereiken. Het kapotte lampje verwijderen
en deze met een ovaal witgloeiend lampje max. 40W E14 vervangen. In
het geval van model met halogene lampen moeten deze vervangen
worden met halogene lampjes van 20W (GU5.3 - Ø50 mm).
MONTAGEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIIZING
NL