21
NL
staat vermeld. Accessoires die sneller worden
aangedreven dan hun nominale toerental
toestaat, kunnen breken en in het rond vliegen.
e) De buitendiameter en dikte van uw
accessoire moeten binnen de nominale
capaciteit van uw powertool vallen.
Accessoires van een onjuiste grootte kunnen
niet voldoende worden beschermd of
geregeld.
f) Inzetgereedschappen met
schroefdraadinzetstuk moeten nauwkeurig
op de schroefdraad van de uitgaande as
passen. De gatdiameter van met een flens
gemonteerde inzetgereedschappen moet
passen bij de opnamediameter van de flens.
Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig
op het elektrische gereedschap bevestigd
worden, draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot verlies van de controle leiden.
g) Gebruik geen beschadigde accessoires.
Controleer vóór elk gebruik accessoires
zoals slijpschijven op afbrokkelingen en
scheuren, steunschijven op scheuren,
inkepingen en overmatige slijtage,
staalborstels op losse of gescheurde
draden. Als de powertool of het
accessoire valt, inspecteer deze dan op
schade of monteer een onbeschadigd
accessoire. Nadat u het accessoire hebt
geïnspecteerd en gemonteerd, moet u
uzelf en omstanders uit de lijn van het
roterende accessoire plaatsen en de
powertool gedurende één minuut onbelast
met een maximaal toerental laten draaien.
Beschadigde accessoires zullen normaliter
breken tijdens deze testduur.
h) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gebruik, afhankelijk van de toepassing,
een gelaatscherm of veiligheidsbril.
Draag al naargelang de omstandigheden
een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en een werkplaatsschort
dat alle kleine slijp- en werkstukfragmenten
kan tegenhouden. De oogbescherming
moet bescherming kunnen bieden tegen
rondvliegende rommel die door diverse
werkzaamheden ontstaat. Het stofmasker
of ademtoestel moet in staat om deeltjes te
filtreren die ontstaan door uw werkzaamheden.
Langdurige blootstelling aan hard geluid kan
uw gehoor beschadigen.
i) Houd omstanders op veilige afstand
van het werkgebied. Iedereen die het
werkgebied betreedt, moet persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen. Fragmenten
van een werkstuk of een gebroken accessoire
kunnen uit het werkgebied wegvliegen en letsel
veroorzaken.
j) Houd de powertool alleen vast aan de
geïsoleerde handgrepen, omdat het
snijhulpstuk in contact kan komen met niet
zichtbare bedrading of met het netsnoer
van de machine.
Wanneer het snijhulpstuk een onder spanning
staande kabel raakt, kunnen de metalen delen
van de machine onder spanning komen te
staan, waardoor de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van
het draaiende accessoire. Als u de
controle verliest, wordt het snoer mogelijk
doorgesneden of scheurt het, of raakt
het verstrikt en kan uw hand of arm in het
draaiende accessoire worden getrokken.
l) Leg de powertool nooit neer voordat
het accessoire volledig tot stilstand is
gekomen. Als u dit nalaat, kan het draaiende
accessoire het oppervlak aangrijpen waardoor
u de controle verliest over de powertool.
m) Laat de powertool niet ingeschakeld terwijl
u deze aan uw zijde draagt. Als u per ongeluk
contact maakt met het draaiende accessoire,
kan het verstrikt raken in uw kleding, waardoor
het accessoire in uw lichaam wordt getrokken.
n) Reinig de luchtgaten van de powertool
regelmatig. De ventilator van de motor trekt
de stof tot in de behuizing en bovenmatige
opeenhoping van metaalpoeder kan
elektrische gevaren veroorzaken.