Documenttranscriptie
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding
Bedieningspaneel
Beschrijving
4
5
6
Waar u op moet letten
Aansluiten en reparatie
Tijdens gebruik
Temperatuurbeveiliging
Kookduurbegrenzing
7
7
7
9
9
Veiligheid
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen
Inductiekoken
Werking inductie
Inductiegeluiden
Pannen
10
10
11
11
12
Inschakelen en vermogen instellen
Restwarmte-indicatie
Boost
Twee achter elkaar liggende kookzones
Bridgen van de Adaptive inductiezones
Uitschakelen
Stand-by modus
Eco stand-by modus
Kinderslot
Pauze
Herkennen van een modus
Timer / Kookwekker
Geluidssignaal in- en uitschakelen
Automatische kookprogramma’s
Gezond koken
Kookstanden
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
20
22
23
27
28
Reinigen
29
Algemeen
Storingstabel
30
30
Waar u op moet letten
Elektrische aansluiting
Inbouwen
Technische gegevens
32
36
37
38
Afvoeren toestel en verpakking
39
Bediening
Onderhoud
Storingen
Installatie
Milieuaspecten
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte
op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt
gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft
welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over
de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en
onderhoudstips opgenomen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
23 22
21
20
19
16
17 18
1
2
3
4
5
6
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
7
8 9
10 11 12 13 14 15
Pauze-indicatie
Pauzetoets
Kinderslot-/Eco stand-by toets
Kinderslot-indicatie/Eco stand-by indicatie
Standen-indicatie in blokjes
Aan-/uittoets
Vermogen versneld verlagen
Vermogen verlagen
Kookzone-aanduiding
Vermogen ophogen
Vermogen versneld ophogen
Boost
Timer-/kookwekkertoets
Kookwekkerindicatie
Timerindicatie
Bridge functie (koppelt twee kookzones aan elkaar tot één grote
zone die met één slider te bedienen is)
Tijd verlagen toets
Tijd ophogen toets
‘Minuten achter de punt’ indicatie
Timer/kookwekker
Menufuncties (zie pagina 23-27; ‘Automatische kookprogramma’s’)
Menutoets
Standen-indicatie
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
Hi1683g
1
1
Hi1983g
2
1
1. Adaptive zone 180 x 220 mm 3,7kW (koppelbare zones)
2. Kookzone Ø260 5,5 kW (dubbel ring)
NL 6
1
VEILIGHEID
Waar u op moet letten
• Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met diverse
beveiligingen zoals restwarmte-signalering en kookduurbegrenzing.
Toch is er net als bij elk toestel een aantal zaken waar u op moet letten.
• ASKO is niet verantwoordelijk voor mogelijke schade ten gevolge van
onjuist, verkeerd en onverstandig gebruik van het apparaat.
Aansluiten en reparatie
• Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.
• Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een servicetechnicus
mag het toestel openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de
meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
Tijdens gebruik
• WAARSCHUWING: dit apparaat en de toegankelijke delen worden
heet tijdens het gebruik. Zorg dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er
voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder,
alsmede personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale
vermogens of met ontbrekende ervaring en kennis, mits zij onder
toezicht staan of instructies krijgen in veilig gebruik van het apparaat
en begrijpen wat de betreffende gevaren zijn. Kinderen mogen niet
spelen met het apparaat. Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of
onderhouden als zij niet onder toezicht staan.
• WAARSCHUWING: koken met vet of olie op een kookplaat zonder
toezicht kan gevaarlijk zijn en kan brand tot gevolg hebben. Probeer
NOOIT de brand te blussen met water, maar zet het apparaat uit
en dek de vlammen daarna af met bijvoorbeeld een deksel of een
blusdeken.
• WAARSCHUWING: brandgevaar: laat niets op de kookplaat staan.
• WAARSCHUWING: als het oppervlak is gebarsten, schakelt u het
apparaat uit om het risico van een elektrische schok te vermijden.
• Plaats metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels
niet op het oppervlak van de kookplaat, omdat ze heet kunnen worden.
• Schakel het kookplaatelement na gebruik uit met de knop en
vertrouw niet alleen op de pandetector.
NL 7
VEILIGHEID
• Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
• Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik
het alleen voor het bereiden van gerechten.
• Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Door te ventileren
verdwijnt de geur vanzelf.
• Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere
standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge
stand heeft ingesteld.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke
ventilatieopeningen open.
• Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is beveiligd
tegen oververhitting, de pan wordt echter zeer heet en kan
beschadigd raken. Schade door droogkoken valt buiten de garantie.
• Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
• Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de onderkant van de
kookplaat en de inhoud van een lade.
• Leg geen brandbare voorwerpen in een lade onder de kookplaat.
• Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een
mixer, niet in aanraking komen met de hete kookzone.
• De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik
ook een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en
vlak na het koken.
• Flambeer nooit onder de afzuigkap. Door de hoge vlammen kan
brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.
• De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp
op valt, kan er een breuk ontstaan.
• Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels,
deksels van pannen of bestek, op de kookplaat. Deze kunnen zeer
snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Houd tijdens het gebruik magnetiseerbare voorwerpen (creditcards,
bankpasjes e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren
pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor het
reinigen van de kookplaat.
• Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch
de kookactiviteit. Wen uzelf er echter aan altijd de kookplaat of
zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te
voorkomen.
NL 8
VEILIGHEID
• Een klein voorwerp, zoals een te kleine kookpan (kleiner dan
12 cm), een vork of een lepel, wordt door de kookplaat niet als een
kookpan gedetecteerd. De display van de zone knippert met de
ingestelde stand en de kookzone wordt niet ingeschakeld.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden bediend door middel
van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge
temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat automatisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand
1 en 2
3, 4 en 5
6, 7 en 8
9
10
11 en 12
De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
9 uur
5 uur
4 uur
3 uur
2 uur
1 uur
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
Kookstand
boost
De kookzone wordt automatisch
naar stand 12 geschakeld na:
10 minuten
NL 9
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vingertoppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te
drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Geen warmteverlies en de
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
NL 10
GEBRUIK
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt.
Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen
ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom
wekt warmte op in de panbodem.
De spoel (1) in de kookplaat
(2) wekt een magnetisch
veld (3) op. Door een pan
met een ijzeren bodem (4)
op de spoel te plaatsen
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
ontstaat in de panbodem
een inductiestroom.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken op
een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Inductiegeluiden
U kunt een fluitend geluid horen als er zones gekoppeld zijn of als de
booster function is ingeschakeld.
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling
van de voorste en de achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan een
zacht tikkend geluid optreden.
NL 11
GEBRUIK
Pan maakt geluid
• De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de
kookplaat.
• Als de panbodem uit lagen van verschillend materiaal is
opgebouwd (sanwichbodem), kunt u een ruisend geluid horen.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt
de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u
het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷ een vlakke bodem.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt
Speciale roestvrijstalen pannen
Class Induction
Solide geëmailleerde pannen
Geëmailleerde gietijzeren pannen
NL 12
Ongeschikt
Aardewerk
Roestvrijstaal
Porselein
Koper
Kunststof
Aluminium
GEBRUIK
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale diameter van de panbodem bedraagt 12 cm. Het beste
resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de
kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De
kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk
komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
NL 13
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 12 standen. Daarnaast is er nog een
‘boost’ stand.
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de sleuteltoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
3. Druk op de aan-/uittoets van de gewenste kookzone.
In de display verschijnt een knipperende ‘-’ en er klinkt een enkel
geluidssignaal. Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt
de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
4. Stel met de + of - toets, of de << of >> toets de gewenste stand in.
De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand (als er een
pan gedetecteerd wordt).
▷ Drukt u de eerste keer op de + of - toets, dan verschijnt stand 6.
▷ Drukt u de eerste keer op de >> toets dan verschijnt stand 12 +
‘boost’. Dit is de ‘boost’ stand en deze kunt u gebruiken om een
korte tijd op heel hoog vermogen te koken (zie pagina 15).
▷ Drukt u de eerste keer op de << toets dan verschijnt stand 1.
Tips
• Met de + of - toets kunt u de stand stapsgewijs ophogen of
verlagen. Drukt u op de << of de >> toets, dan kunt u de stand
versneld ophogen of verlagen.
• U kunt de << , - , + of >> toets ingedrukt houden om sneller het
gewenste vermogen in te stellen.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen
(ijzerhoudende) pan detecteert, zal het display blijven knipperen en de
kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut geen (ijzerhoudende)
pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit (zie ook
pagina 12 en 13; “Pannen”).
Restwarmte-indicatie
Na gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog een tijd heet
blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een ‘H’ in de display staan.
NL 14
BEDIENING
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd
(maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het
verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd
naar stand 12.
Boost inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone en schakel de kookzone in.
2. Druk direct na inschakeling een keer op de >> toets.
In de display verschijnt stand 12 en ‘boost’.
• Staat een zone al ingesteld op een bepaalde stand en wilt u deze
op de ‘boost’ stand zetten, dan kunt u dit doen door meerdere
keren op de >> toets of de + toets te drukken.
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is stand 12 en ‘boost’
zichtbaar.
1. Druk op de << of - toets.
In de display verschijnt een lagere stand.
Of:
2. Druk op de aan-/uittoets van de kookzone die u wilt uitschakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft. De kookzone
is nu helemaal uit.
Twee achter elkaar liggende kookzones
• Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar.
Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het
vermogen automatisch verdeeld. De eerst ingestelde kookzone
houdt te allen tijde de ingestelde stand. De stand die maximaal
ingesteld kan worden voor de voor- of achterliggende kookzone die
later wordt bijgeschakeld, hangt dus af van de stand van de eerste
kookzone. Wanneer u de maximale combinatie van kookstanden
heeft bereikt, gaat de laatst ingestelde stand knipperen en wordt
automatisch verlaagd naar de hoogst mogelijke stand.
• Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet.
U kunt beide kookzones op een hoge stand instellen.
• Indien de Adaptive zones gebridged zijn kunnen deze niet op boost
gezet worden en kunnen de menufuncties niet gebruikt worden.
NL 15
BEDIENING
Bridgen van de Adaptive inductiezones
De Adaptive inductiezones kunnen aan elkaar gebridged (gekoppeld)
worden. Hierdoor ontstaat 1 grote zone die gebruikt kan worden voor bijv.
een grote vispan.
• Indien de Adaptive zones gebridged zijn kunnen deze niet op boost
gezet worden en kunnen de menufuncties niet gebruikt worden.
Gebruik een (vis)pan die ten minste een van de vario zones in het midden
bedekt.
Bridge functie inschakelen
1. Zet de grote pan op beide kookzones zodat deze beide goed bedekt
zijn.
2. Schakel de voorste kookzone in.
3. Houd (gedurende een aantal seconden) twee toetsen gelijktijdig
ingedrukt: druk eerst de << toets van de achterste Adaptive zone in en
druk meteen daarna de >> toets van de voorste Adaptive zone erbij in.
‘BR’ verschijnt in de display van de achterste zone. Daarna kunt u met
de voorste zone bediening voor beide zones een kookstand instellen.
4. Stel met de + of - toets, of de << of >> toets van de voorste zone de
gewenste stand in. Beide zones worden verhit in de ingestelde stand.
Bridge functie uitschakelen
1. Tip gelijktijdig op de >> toets van de voorste Adaptive zone en de
<< toets van de achterste Adaptive zone om de stand ‘bridge’ uit te
schakelen.
De voorste zone gaat verder op de in bridge functie ingestelde stand.
Of:
2. Druk op de aan-/uittoets van de kookzone die u wilt uitschakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft. De kookzone is nu
helemaal uit.
Uitschakelen
Eén kookzone uitschakelen
Druk op de aan-/uittoets van de kookzone die u wilt uitschakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft.
• Indien alle kookzones op deze manier uitgeschakeld zijn staat de
kookplaat automatisch in stand-by modus (zie ook ‘stand-by modus’).
NL 16
BEDIENING
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
Druk kort op de sleuteltoets om alle kookzones gelijktijdig uit te
schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Naast de sleuteltoets blijft een rood
lampje langzaam aan en uit gaan.
• De kookplaat staat nu in de eco stand-by modus (zie ook ‘eco
stand-by modus’).
Stand-by modus
In stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld. U kunt naar de
stand-by modus schakelen vanuit eco stand-by modus, of door alle
afzonderlijke kookzones uit te schakelen.
Vanuit de stand-by modus kunt u direct beginnen met koken door op
de aan-/uittoets van de gewenste kookzone te drukken.
De kookplaat vanuit eco stand-by modus naar stand-by modus
schakelen
Het rode lampje naast de sleuteltoets blijft langzaam aan en uit gaan.
• Druk kort op de sleuteltoets om naar stand-by modus te schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle lampjes op de kookplaat zijn
uit.
Eco stand-by modus
In eco stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld en verbruikt de
kookplaat het minste energie.
De kookplaat kan naar eco stand-by modus geschakeld worden vanuit
de stand-by modus en wanneer er nog kookzones actief zijn.
Wist u dat
De kookplaat in eco stand-by modus minder dan 0,5 W verbruikt.
Dit is nog minder dan in de stand-by modus van de kookplaat.
De kookplaat naar eco stand-by modus schakelen
• Druk kort op de sleuteltoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De eco stand-by modus is actief,
het rode lampje naast de sleuteltoets blijft langzaam aan en uit
gaan.
NL 17
BEDIENING
Vanuit de eco stand-by modus kunt u niet meteen beginnen met koken.
Hiervoor moet de kookplaat eerst naar stand-by modus geschakeld
worden.
Wist u dat
Na 30 minuten in de stand-by modus schakelt de kookplaat
automatisch naar eco stand-by modus om onnodig energieverbruik
te voorkomen.
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld
inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
De kookplaat naar kinderslot schakelen
1. Druk gedurende 2 seconden op de sleuteltoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal. Alle toesten zijn nu inactief
behalve de sleuteltoets. De kookplaat schakelt eerst naar eco standby modus en dan door naar de kinderslot modus. Het rode lampje
brandt constant.
2. Druk nogmaals 2 seconden op de sleuteltoets om de kookplaat van
het kinderslot te halen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De kookplaat is nu in stand-by
modus. Het rode lampje naast de sleuteltoets is uit.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat gaat
reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
Wist u dat
Wanneer de kookplaat op het kinderslot staat, deze net zo weinig
energie verbruikt als in de eco stand-by modus.
Pauze
Met de pauze functie kunt u de gehele kookplaat tijdens het koken
gedurende 5 minuten ‘op pauze’ zetten. U kunt de kookplaat zo
gedurende een korte tijd, op een veilige manier alleen laten of
schoonmaken, zonder instellingen te verliezen.
NL 18
BEDIENING
De kookplaat naar pauze modus schakelen
• Druk éénmaal op de pauzetoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de kookzones gaan uit en het
rode lampje naast de pauzetoets knippert.
▷ Eventueel ingestelde timers/kookwekkers staan stil.
▷ Alle kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
▷ Alle toetsen zijn inactief behalve de sleuteltoets en de
pauzetoets. Ook de aan-/uittoetsen van de afzonderlijke
kookzones blijven actief, echter deze reageren met een
vertraging van twee seconden zodat u het bedieningspaneel
kunt schoonmaken.
• Indien u binnen 5 minuten nogmaals op de pauzetoets drukt, zullen
de gepauzeerde kookprocessen hervatten.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de kookplaat hervat de
instellingen zoals deze voor de pauze ingesteld zijn.
• Indien u binnen 5 minuten geen verdere actie onderneemt:
Worden alle actieve kookzones automatisch uitgeschakeld. Daarna
blijft de pauzetoets nog 25 minuten knipperen om aan te geven
dat de kookprocessen door de pauze modus zijn beëindigd. Na
25 minuten schakelt de kookplaat automatisch van pauze modus
naar eco stand-by modus.
Herkennen van een modus
De stand-by modus
Er brandt geen enkel lampje.
De eco stand-by modus
Het rode lampje naast de sleuteltoets
blijft langzaam aan en uit gaan.
De kinderslot modus
Het rode lampje naast de sleuteltoets
brandt constant.
De pauze modus
Het rode lampje naast de pauzetoets
knippert.
NL 19
BEDIENING
Timer / Kookwekker
De timer-/kookwekkertoets van elke kookzone heeft twee functies:
De timerfunctie
De kookwekkerfunctie
Deze functie is te herkennen aan
het rode pijltje naar boven.
Deze functie is te herkennen aan
het rode pijltje naar beneden.
In de timerfunctie loopt de tijd op. In de kookwekkerfunctie telt de
tijd af.
De timer is niet te koppelen aan
een kookzone.
De kookwekker is te koppelen aan
een kookzone. Dit houdt in dat
de kookzone uitschakelt als de
ingestelde tijd afgelopen is.
De timerfunctie schakelt na
het drukken op de timer-/
kookwekkertoets na 3 seconden
vanzelf in als u niets doet.
De kookwekkerfunctie is te
bereiken vanuit de timerfunctie
door op de rode + of - toets te
drukken.
Let op
• Per set van twee kookzones (voor en achter) is één timer/
kookwekker beschikbaar. In geval van een eventuele 5e kookzone,
heeft de 5e kookzone een eigen timer/kookwekker.
• De timer/kookwekker kan per set van twee kookzones slechts aan
één van beide kookzones gekoppeld worden.
• De timer-/kookwekkerfunctie kan ook gebruikt worden zonder een
bijbehorende kookzone te activeren.
De timer inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
De display van de timer licht op en u ziet drie nullen knipperen. Daar
onder verschijnt een + en -.
• Als u geen tijd instelt met de + of - toets gaat na 3 seconden
automatisch de timer lopen. De timer loopt tot maximaal 9 uur en
59 minuten.
Het rode pijltje naar boven licht op en de tijd loopt op.
2. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets om deze uit te
schakelen.
NL 20
BEDIENING
De kookwekker inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
2. Druk op de + of - toets om van de timerfunctie naar de
kookwekkerfunctie te schakelen. Daarna kunt met de + toets de
gewenste kookduur instellen. Vervolgens kunt u met de - toets de
ingestelde tijd aanpassen.
Het rode pijltje naar beneden licht op. De tijd telt af.
3. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets om deze weer uit te
schakelen.
Let op
• De kookwekker is gekoppeld aan de kookzone indien de
bijbehorende kookzone ingeschakeld is.
• Indien de kookwekker gekoppeld is aan een kookzone zal de
kookzone uitschakelen nadat de ingestelde tijd verstreken is.
Het kookwekkeralarm gaat af en geeft gedurende een kwartier
in afnemende mate een geluidssignaal, terwijl ‘0.00’ en het rode
pijltje naar beneden blijven knipperen. Druk nogmaals op de timer-/
kookwekkertoets van de kookzone waarvan het rode pijltje naar
beneden knippert, om het kookwekkeralarm weer uit te schakelen.
De kookduur instellen
• Schakel de kookwekker in.
Toets
Stappen van x per
toetsaanraking
Tijdsduur
+
x = 1 minuut
0.00 tot ...
-
x = 10 seconden
5.00 - 0.00
-
x = 30 seconden
9.00 - 5.00
-
x = 1 minuut
... tot 9.00
Na 9 minuten en 0 seconden (‘9.00’) verschijnt boven het display het
woord “.min” en tellen de minuten verder op achter de punt.
Tip
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
kookduur in te stellen.
NL 21
BEDIENING
Geluidssignaal in- en uitschakelen
1. Druk tweemaal op de meest linker aan-/uittoets.
2. Houd daarna tegelijkertijd de << toets en de + toets ingedrukt
totdat u een geluidssignaal hoort.
Het geluidssignaal is nu uitgeschakeld voor alle toetsbedieningen,
behalve bij de pauzetoets en de sleuteltoets. Let wel: het
kookwekker alarm en het geluidssignaal bij foutmeldingen zijn niet
uit te schakelen.
3. Gebruik dezelfde toetscombinatie om het geluid weer in te
schakelen.
NL 22
BEDIENING
Automatische kookprogramma’s
Uw kookplaat is voorzien van 6 automatische kookprogramma’s.
De eventuele eindtijd van een automatisch kookprogramma kunt u
zelf instellen met behulp van de kookwekkerfunctie (zie pagina 21).
De kookprogramma’s zijn gebaseerd op gangbare hoeveelheden.
De tabellen zijn bedoeld als richtlijn, door de ruime marges kunt u
het gerecht naar uw eigen wensen aanpassen.
Een automatisch kookprogramma instellen
De kookzone is ingeschakeld.
• Druk op de menutoets.
Een reeks van 6 iconen licht op, waarvan 1 icoon feller dan de
anderen.
• Druk nogmaals op de menutoets, of houd de menutoets ingedrukt
om naar de volgende menufunctie te gaan.
Het gekozen kookprogramma start automatisch na 3 seconden.
Een ‘A’ van ‘automatisch’ verschijnt in de display.
Indien er een automatisch kookprogramma actief is, kunt u met de
volgende toetsen terugkeren naar het handmatige kookproces:
<< , + , - , >> .
Let op
De kookprogramma’s zijn niet werkzaam indien de zones
gebridged zijn.
NL 23
BEDIENING
(Aan)kookfunctie*
Brengt de inhoud van de pan aan de kook (100 °C) en houdt deze aan
de kook. Er klinkt een geluidssignaal als de inhoud aan de kook is of als
het gerecht moet worden toegevoegd. Deze functie werkt alleen met
deksel op de pan.
Gerecht
Aantal
Hoeveelheid
Pan
Zone
De pan vullen tot:
1-3
200 - 500 g
Steelpan (Ø 200)
Ø 145
1,0 l incl. aardappelen
3-5
500 - 800 g
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l incl. aardappelen
3-5
500 - 800 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l incl. aardappelen
6-8
1000 - 1400 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 210 /
Adaptive
2,5 l incl. aardappelen
9 - 15
1500 - 2200 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
3,5 l incl. aardappelen
Ø 260
dubbel
3,5 l incl. aardappelen
personen
Gekookte
aardappelen
Gekookte
(harde)
groenten
Eieren
Rijst
Pasta
(begin kookproces)
9 - 15
1500 - 2200 g
Grote pan (Ø 240)
1-3
150 - 250 g
Steelpan (Ø 200)
Ø 145
1,0 l incl. groenten
3-4
300 - 500 g
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l incl. groenten
3-4
300 - 500 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l incl. groenten
2,5 l incl. groenten
4-6
500 - 750 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 210 /
Adaptive
6-8
750 - 900 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
3,5 l incl. groenten
Ø 260
dubbel
3,5 l incl. groenten
6-8
750 - 900 g
Grote pan (Ø 240)
2-6
2 - 6 eieren
Steelpan (Ø 200)
Ø 145
1,0 l incl. eieren
8 - 12
8 - 12 eieren
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l incl. eieren
1
100 g
Steelpan (Ø 200)
Ø 145
1,0 l alleen water 1)
2-4
200 - 400 g
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l alleen water 1)
2-4
200 - 400 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l alleen water 1)
4-5
400 - 500 g
Hoge pan (Ø 240)
Ø 210 /
Adaptive
2,0 l alleen water 1)
1-2
100 - 200 g
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,0 l alleen water 1)
2-3
200 - 300 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 210 /
Adaptive
2,0 l alleen water 1)
4-6
400 - 600 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
3,0 l alleen water 1)
4-6
400 - 600 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
dubbel
3,5 l alleen water 1)
1) Na het geluidssignaal kan de rijst of pasta worden toevoegd.
* Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het
begin van het kookproces.
NL 24
BEDIENING
Sudderfunctie
De temperatuur van het gerecht wordt constant tegen het kookpunt
(90 °C - 95 °C) aangehouden. De sudderstand werkt het beste met
een deksel op de pan. Dikkere gerechten moeten elke 15 minuten
omgeroerd worden. De maximale suddertijd is 8 uur, tenzij er met
behulp van een timer een kortere tijd ingesteld is.
Gerecht
Saus of soep
Hoeveelheid +/-
Pan
Zone
1l
Lage pan (Ø 200)
Ø 145
1l
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
1,5 l
Hoge pan (Ø 200)
Ø 180
1l
Lage pan (Ø 200)
Ø 210 / Adaptive
1,5 l
Hoge pan (Ø 200)
Ø 210 / Adaptive
2,5 l
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
2.5 l
Grote pan (Ø 240)
Ø 260 dubbel
Warmhoudfunctie
De temperatuur van het gerecht wordt automatisch op een constante
temperatuur van 70 °C - 75 °C gehouden. De warmhoudstand werkt
het beste met een deksel op de pan. Grotere hoeveelheden en dikkere
gerechten moeten af en toe geroerd worden. De maximale warmhoudtijd
is 8 uur, tenzij er met behulp van een timer een kortere tijd ingesteld is.
Gerecht
Aantal
Hoeveelheid Pan
personen
+/-
1
1000 g
Steelpan (Ø 200)
2-3
1500 g
Lage pan (Ø 200)
Ø 180
4
2000 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 180
4
2000 g
Hoge pan (Ø 200)
Ø 210 /
Adaptive
8
4000 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260
8
4000 g
Grote pan (Ø 240)
Ø 260 dubbel
Alle gerechten
Zone
Ø 145
NL 25
BEDIENING
Wokfunctie*
De wokstand zorgt voor een optimale woktemperatuur, zowel voor
de olie als voor het wokken. Na het geluidssignaal is de pan op
temperatuur, de olie kan in de pan en daarna het gerecht.
Gerecht
Vlees, vis,
groenten
Aantal
Maximale hoeveelheid Pan
personen
vlees of vis / groente
Zone
1-2
300 g / 300 g
Wokpan
Ø 145
1-2
300 g / 300 g
Wokpan
Ø 180
3-4
600 g / 600 g
Wokpan
Ø 210 /
Adaptive
3-4
600 g / 600 g
Wokpan
Ø 260
1-2
300 g / 300 g
Wokpan
Ø 260 dubbel
Braadfunctie*
De braadstand zorgt voor een optimale braadtemperatuur.
Na het geluidssignaal is de pan op temperatuur. De olie of boter kan in
de pan en daarna het gerecht.
Gerecht
Aantal
Hoeveelheid
Pan
Zone
1-2
150 - 200 g
Koekenpan
Ø 145
2-3
200 - 400 g
Koekenpan
Ø 180
4-5
400 - 500 g
Koekenpan
Ø 210 /
Adaptive
5-6
500 - 600 g
Koekenpan
Ø 260
5-6
500 - 600 g
Koekenpan
Ø 260 dubbel
personen
Vlees, vis
* Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het
begin van het kookproces.
NL 26
BEDIENING
Grillfunctie*
De grillstand zorgt voor een optimale grilltemperatuur. Er klinkt een
geluidssignaal als de pan op temperatuur is.
Gerecht
Aantal
Hoeveelheid Pan
Zone
1-2
100 - 200 g
Grill pan / plaat
Ø 145
2-3
200 - 300 g
Grill pan / plaat
Ø 180
3-4
300 - 400 g
Grill pan / plaat
Ø 210 /
Adaptive
4-6
400 - 600 g
Grill pan / plaat
Ø 260
4-6
400 - 600 g
Grill pan / plaat
Ø 260 dubbel
personen
Vlees, vis,
groenten
Gezond koken
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert Asko om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij
giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten
van verschillende oliesoorten.
Olie
Extra vierge olijfolie
Boter
Kokosolie
Raapzaadolie
Vierge olijfolie
Zonnebloemolie
Maisolie
Arachideolie
Olijfolie
Rijstolie
Rookpunt °C
160 °C
177 °C
177 °C
204 °C
216 °C
227 °C
232 °C
232 °C
242 °C
255 °C
* Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het
begin van het kookproces.
NL 27
BEDIENING
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 12 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 11 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 10 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 8 en 9 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 7 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 28
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
NL 29
STORINGEN
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op
nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat
betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk
geval de volgende punten in onderstaande tabel.
NL 30
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Bij het in werking stellen
verschijnen er tekens in de
displays.
Dit is de standaard
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat.
Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel.
Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken. Ventileer
de keuken.
U hoort een licht tikkend
geluid op uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de
voorste en de achterste zone.
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Normale werking.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 12 cm.
Gebruik een goede pan (zie
pagina 12 en 13).
STORINGEN
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Een kookzone stopt
plotseling met de werking en
er klinkt een signaal.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Schakel het signaal uit door
op de - of + toets van de
timer te drukken.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij een
toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
In display verschijnt ‘br’ en de
bediening reageert niet.
De bridge functie is
ingeschakeld.
Schakel de bridge functie uit
(zie pagina 16).
Foutcode F00.
Het bedieningspaneel is
vervuild of er ligt water op.
Bedieningspaneel
schoonmaken.
Foutcode F0 t/m F6 en FC.
De generator is defect.
Neem contact op met de
servicedienst.
Foutcode F7.
De omgevingstemperatuur is
niet goed.
Zet alle warmtebronnen in de
omgeving van de kookplaat
uit.
Foutcode F8 en F08.
Toestel oververhit.
Het toestel laten afkoelen en
opnieuw beginnen met koken.
Foutcode F9 en/of continu
geluidssignaal.
Spanning te hoog en/of niet
goed aangesloten.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Foutcode F99.
U hebt 2 of meerdere toetsen
tegelijk bediend.
Bedien maar 1 toets tegelijk.
Foutcode FA.
Spanning te laag.
Neem contact op met uw
energiebedrijf.
Foutcode FAN.
Luchtcirculatie niet goed.
Zorg dat de beluchtingsgaten
onderin de kookplaat open
zijn.
Overige foutcodes.
De generator is defect.
Neem contact op met de
servicedienst.
NL 31
INSTALLATIE
Waar u op moet letten
Veiligheidsvoorschriften installatie
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
• Het toestel moet altijd geaard zijn.
• Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel
aansluiten.
• Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel (bijvoorbeeld
type HO7RR) met de juiste kabel diameters, behorend bij de
aansluiting. De kabel ommanteling moet van rubber zijn.
• De aansluitkabel moet vrij hangen en mag niet door een lade
worden aangestoten.
• Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een
omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm
in de toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet vlak zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten minimaal
tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet
warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of
vervormen.
• Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of
verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven.
• Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met
delen van het apparaat die heet kunnen worden.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik
van het apparaat niet worden gewaarborgd.
• Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend uitvoeren door vakmensen die door de fabrikant zijn
geautoriseerd, anders vervalt de garantie.
• Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij gemaakt worden. Het apparaat is alleen
spanningsvrij als:
▷ de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, of
▷ de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid, of
▷ de stekker uit het stopcontact is getrokken.
NL 32
INSTALLATIE
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele
Asko onderdelen. Alleen van die onderdelen kan Asko garanderen
dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Benodigde vrije ruimte rondom
Voor een veilig gebruik is voldoende ruimte romdom de kookplaat
noodzakelijk. Controleer of deze ruimte aanwezig is.
* HI1683g: min. 65 cm
HI1983g: min. 90 cm
NL 33
INSTALLATIE
Inbouwmaten
In de volgende illustraties zijn de afmetingen van de uitsparingen
aangegeven.
900
640
520
520
46
46
484
484
854
554
min.40
min.40
860
560
490
490
Hi1683g
Hi1983g
Wanneer de kookplaat breder is dan het kastje, met een werkblad met
een dikte van minder dan 46 mm, moet u een uitsparing aan beide
zijden in het kastje zagen, zodat het toestel vrij ligt van het kastje.
Y
Inbouwmaten in corpus
X
x<46 mm: y = 46 mm - x
Y
x>= 46 mm: y = 0 mm
600
NL 34
INSTALLATIE
B
C
A
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Het toestel schakelt
na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Aan de
onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatie-openingen. Door
deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de
voorzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen.
Inbouwen boven een oven, lade of vaste blende
Beluchting vindt plaats via plint (A) en achterzijde kast (B). Zaag de
beluchtingsopeningen (min. 100 cm2) uit. Luchtaanvoer A is overbodig
wanneer er, samen met opening B, ergens anders een opening is waar
lucht aangezogen kan worden.
Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert.
Schaaf of zaag de traverselat C zonodig schuin af.
Zorg voor voldoende toevoer en afvoer van lucht.
• Maak een ventilatieopening aan de voorzijde van het keukenmeubel
van minimaal de toestelbreedte en met een hoogte van minimaal
3 mm als het toestel boven een lade of plank wordt ingebouwd.
Zorg voor een afstand van minimaal 20 mm tussen lade of plank ‘D’
en de kookplaat.
• Zorg voor een afstand van minimaal 60 mm tussen de lade of plank
en de kookplaat als de ventilatieopening niet mogelijk is.
20 mm
NL 35
INSTALLATIE
Elektrische aansluiting
Veel voorkomende aansluitingen:
• 3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N, 400 V ~ / 50 Hz):
▷ De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ~. Tussen
de fasen staat een spanning van 400 V ~. Breng een
verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5. Fase 3 wordt
niet belast. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal
16 A (3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van
minimaal 2,5 mm².
• 2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2N, 230V ~ / 50 Hz):
▷ De spanning tussen de fasen en de nullen is 230 V ~. Uw groep
moet afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel
moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm².
Speciale aansluitingen:
• 1 fase aansluiting (1 1N, 230 V ~ / 50 Hz):
▷ De spanning tussen de fase en de nul is 230 V ~. Breng
verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 1-2 en 4-5.
Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal
6 mm².
Aansluiting voor de kookplaat Hi1983g:
• 3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N, 400 V ~ / 50 Hz):
▷ De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ~. Tussen
de fasen staat een spanning van 400 V ~. Breng een
verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5.
Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x).
De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal
2,5 mm².
Met de op het aansluitblok aanwezige bruggen kunt u de vereiste
doorverbindingen maken, zoals in deze illustraties staat aangegeven.
Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het deksel.
Aansluitpunt, wandcontactdoos en stekker moeten te allen tijde
bereikbaar blijven.
NL 36
INSTALLATIE
Inbouwen
Controleer of het keukenmeubel en de uitsparing voldoen aan de
gestelde eisen ten aanzien van afmetingen en ventilatie.
Behandel van kunststof of houten werkbladen de kopse kanten met
eventueel afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te
voorkomen.
Leg het toestel omgekeerd op het aanrechtblad.
Monteer de aansluitkabel aan het toestel conform de gestelde eisen
(zie pagina 36).
Verwijder de beschermfolie van het afdichtband en plak het band in
de groef van de aluminium profielen of op de rand van de glasplaat.
Plak het afdichtband niet door de hoek, maar knip 4 stukken die goed
aansluiten in de hoek.
Keer het toestel om en leg het in de uitsparing.
Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet. Het toestel is nu
gebruiksklaar.
Controleer de werking. Indien het toestel fout is aangesloten, zal het
een geluidssignaal geven of een foutcode in de displays laten zien.
NL 37
INSTALLATIE
Technische gegevens
Deze toestellen voldoen aan alle relevante CE richtlijnen.
NL 38
Kookplaattype
Inductie
Aansluiting
Aantal fasen
Max. vermogen
kookzones
Linksmidden
Linksvoor
Linksachter
Rechtsachter
Rechtsvoor
Aansluitwaarde
L1
L2
L3
Totale aansluitwaarde
(Inbouw)maten
Toestel
breedte x diepte
Inbouwhoogte vanaf bovenkant werkblad
Hi1683g
x
230V - 50Hz
2
Hi1983g
x
230V - 50Hz
3
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
5,5 kW (Ø260)
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
3,7 kW (180x220)
43 mm
43 mm
Zaagmaat breedte x diepte
560 x 490 mm
860 x 490 mm
Minimale afstand zaagmaat tot achterwand
Minimale afstand zaagmaat tot zijwand
40 mm
40 mm
40 mm
40 mm
3,7 kW
3,7 kW
7400 W
3,7 kW
3,7 kW
3,7 kW
11000 W
640 x 520 mm
900 x 520 mm
MILIEUASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover
informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 39