AEG FSB52917Z Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 28
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 30
3. PRODUCTBESCHRIJVING................................................................................32
4. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................34
5. PROGRAMMAKEUZE........................................................................................ 35
6. BASISINSTELLINGEN .......................................................................................37
7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT........... 41
8. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 42
9. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................44
10. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................46
11. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................50
12. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................54
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.aeg.com28
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen; personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
NEDERLANDS 29
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa)
Volg het maximale aantal 14 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Leg het bestek in de besteklade met de scherpe
randen naar beneden of leg ze horizontaal in de
besteklade met de scherpe randen naar beneden.
Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet
onbeheerd achter met open deur.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen
in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met
bijv. een vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur
onder de 0 °C komt.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
www.aeg.com30
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A
stekker. Als de zekering van de
stekker vervangen moet worden,
moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt
(uitsluitend VK en Ierland).
2.3 Aansluiting aan de
waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel
met een hoofdkabel aan de
binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd
is, sluit dan onmiddellijk de
waterkraan en haal de stekker uit het
stopcontact. Neem contact op met de
service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
2.4 Gebruik
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Speel niet met het water van het
apparaat en drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het
apparaat als het programma is
voltooid. Er kan wat wasmiddel op de
vaat achterblijven.
Bewaar geen voorwerpen en oefen
geen druk uit op de open deur van het
apparaat.
Het apparaat kan hete stoom laten
ontsnappen als u de deur opent terwijl
er een programma wordt uitgevoerd.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
NEDERLANDS 31
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: motor,
circulatie- en afvoerpomp,
verwarmingstoestellen en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, structurele en interne
onderdelen met betrekking tot
deurconstructies, printplaten,
elektronische displays,
drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware,
inclusief resetsoftware. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
De volgende reserveonderdelen
zullen beschikbaar zijn gedurende 10
jaar nadat het model is stopgezet:
deurscharnieren en -afdichtingen,
andere afdichtingen, spuitarmen,
afvoerfilters, binnenrekken en plastic
randapparatuur zoals manden en
deksels.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. PRODUCTBESCHRIJVING
De afbeeldingen hieronder
geven alleen een algemeen
productoverzicht. Raadpleeg
voor meer gedetailleerde
informatie andere
hoofdstukken en/of
documenten die bij het
apparaat zijn meegeleverd.
www.aeg.com32
5
4
89
10
67
11
12
2
3
1
1
Plafondsproeiarm
2
Bovenste sproeiarm
3
Onderste sproeiarm
4
Filters
5
Typeplaatje
6
Zoutreservoir
7
Ventilatie
8
Glansmiddeldoseerbakje
9
Vaatwasmiddeldoseerbakje
10
Onderste korf
11
Bovenste korf
12
Besteklade
3.1 Beam-on-Floor
De Beam-on-Floor is een lichtstraal die
op de vloer onder de deur van het
apparaat verschijnt.
Wanneer het programma start, gaat
de rode lichtstraal aan. De lichtstraal
blijft gedurende het volledige
programma zichtbaar.
Wanneer het programma is voltooid,
gaat het groene lampje branden.
Als er een storing in het apparaat
optreedt, gaat het rode licht
knipperen.
De Beam-on-Floor gaat uit
wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld.
Als AirDry tijdens de
droogfase wordt
geactiveerd, is de projectie
op de vloer mogelijk niet
volledig zichtbaar.
Controleer het
bedieningspaneel om te zien
of de cyclus beëindigd is.
NEDERLANDS 33
4. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
4 5 6
1
Aan/uit-knop
2
Delay Start toets
3
Display
4
MY TIME keuzebalk
5
EXTRAS toetsen
6
AUTO Sense toets
4.1 Scherm
A
CB B
A. ECOMETER
B. Indicatielampjes
C. Weergave tijd
4.2 ECOMETER
De ECOMETER geeft aan hoe de
programmakeuze het stroom- en
waterverbruik beïnvloedt. Hoe meer
balken er aanstaan, hoe lager het
verbruik is.
geeft de milieuvriendelijkste
programmakeuze aan voor een normaal
bevuilde lading.
4.3 Indicatielampjes
Indicatielamp‐
je
Beschrijving
Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bij‐
gevuld dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname".
Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te wor‐
den. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname".
Machine Care -indicatielampje. Dit is aan als het apparaat interne reini‐
ging nodig heeft met het programmaMachine Care. Raadpleeg "Onder‐
houd en reiniging".
Droogfase-indicatielampje. Dit is aan als een programma met droogfase is
gekozen. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt. Raadpleeg
"Programmaselectie".
www.aeg.com34
5. PROGRAMMAKEUZE
5.1 MY TIME
Met gebruik van de keuzebalk MY TIME
kunt u een geschikte wascyclus kiezen
gebaseerd op programmaduur, tussen
de 30 minuten en vier uur.
CA B D E
A. Quick is het kortste programma
(30min) geschikt voor het wassen
van een lading met niet-aangekoekt
en weinig vuil.
B. 1h is een programma dat geschikt is
voor het wassen van een lading met
niet-aangekoekt of weinig
aangekoekt vuil.
C. 1h 30min is een programma dat
geschikt is voor het wassen en
drogen van zwaarbevuilde vaat.
D. 2h 40min is een programma dat
geschikt is voor het wassen en
drogen van zwaarbevuilde vaat.
E. ECO is het langste programma (4h)
en biedt het meest efficiënte water-
en energieverbruik voor normaal
vervuild serviesgoed en bestek. Dit is
het standaard programma voor
testinstituten.
1)
5.2 EXTRAS
U kunt de programmakeuze aanpassen
aan uw behoefte door EXTRAS te
activeren.
ExtraPower
ExtraPower verbetert de
wasresultaten van het geselecteerde
programma. De optie verhoogt de
wastemperatuur en verlengt de duur.
GlassCare
GlassCare geeft speciale verzorging
aan een fijne lading. De optie voorkomt
snelle wijzigingen in de wastemperatuur
van het gekozen programma en verlaagt
het naar 45 °C. Dit behoedt in het
bijzonder glaswerk tegen beschadiging.
5.3 AUTO Sense
Het programma AUTO Sense past de
wascyclus automatisch aan aan de type
lading.
Het apparaat detecteert de vuilgraad en
de hoeveelheid serviesgoed in de
korven. De temperatuur, de hoeveelheid
water en de programmaduur worden
aangepast.
5.4 Programmaoverzicht
Program‐
ma
Type lading Mate van ver‐
vuiling
Programmafasen EXTRAS
Quick Vaatwerk
Bestek
Fris Wassen 50 °C
Tussentijdse spoel‐
gang
Laatste spoeling
45 °C
AirDry
ExtraPower
GlassCare
1)
Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie
inzake ecologisch ontwerp te beoordelen.
NEDERLANDS 35
Program‐
ma
Type lading Mate van ver‐
vuiling
Programmafasen EXTRAS
1h Vaatwerk
Bestek
Fris
Licht aan‐
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoeling
50 °C
AirDry
ExtraPower
GlassCare
1h 30min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan‐
gekoekt
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
2h 40min Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
tot zwaar
aange‐
koekt
Voorspoelen
Wassen 60 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
ECO Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Normaal
Licht aan‐
gekoekt
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoeling
55 °C
Drogen
AirDry
ExtraPower
GlassCare
AUTO
Sense
Vaatwerk
Bestek
Potten
Pannen
Het program‐
ma past zich
aan aan de
vuilgraad.
Voorspoelen
Wassen 50 - 60 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoeling
60 °C
Drogen
AirDry
EXTRAS zijn niet
van toepassing op
dit programma.
Machine
Care
Geen la‐
ding
Het program‐
ma reinigt de
binnenkant
van het appa‐
raat.
Wassen 70 °C
Tussentijdse spoe‐
ling
Laatste spoelgang
AirDry
EXTRAS zijn niet
van toepassing op
dit programma.
www.aeg.com36
Verbruikswaarden
Programma
1)
Water (l) Energie (kWh) Duur (min.)
Quick 9.9 -12.1 0.56 - 0.69 30
1h 10.4 - 12.7 0.83 - 0.96 60
1h 30min 10.3 - 12.6 0.96 - 1.09 90
2h 40min 9.8 - 12.0 1.05 - 1.18 160
ECO 10.5
0.935
2)
/0.950
3)
240
2)
/240
3)
AUTO Sense 8.7 - 12.0 0.75 - 1.18 120 - 170
Machine Care 8.9 - 10.9 0.60 - 0.72 60
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid
vaat kan de verbruikswaarden veranderen.
2)
Conform verordening 1016/2010
3)
Conform verordening 2019/2022
Aanwijzingen voor
testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen
over het uitvoeren van prestatietesten
(bijv. volgens EN60436) stuurt u een e-
mail naar:
Vermeld in uw verzoek de
productnummercode (PNC) dat u op het
typeplaatje aantreft.
Raadpleeg voor andere vragen
betreffende uw vaatwasmachine het
serviceboekje dat met uw apparaat is
meegeleverd.
6. BASISINSTELLINGEN
U kunt het apparaat configureren door de
basisinstellingen naar uw behoefte te
wijzigen.
Aantal Instellingen Waarden
Omschrijving
1)
1 Waterhardheid Van niveau 1L
tot niveau 10L
(standaard: 5L)
Aanpassen van het niveau van de water‐
verzachter afgestemd op de hardheid van
het water in uw omgeving.
2 Melding dat het
glansmiddelre‐
servoir leeg is
On (standaard)
Off
Activeer of deactiveer het indicatielampje
van het glansmiddelreservoir.
3 Eindsignaal On
Off (standaard)
Het geluidssignaal aan het eind van een
programma in- of uitschakelen.
4 Automatische
deur opening
On (standaard)
Off
Activeer of deactiveer de AirDry.
NEDERLANDS 37
Aantal Instellingen Waarden
Omschrijving
1)
5 Toetstonen On (standaard)
Off
Activeren of deactiveren van het geluid van
de knoppen als u ze indrukt.
6 Laatste pro‐
grammakeuze
On
Off (standaard)
In- of uitschakelen van de automatische
keuze van het laatst gebruikte programma
en de opties.
1)
Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details.
U kunt de basisinstelling in de
instellingsmodus wijzigen.
Als het apparaat in de instellingenstand
staat, vertegenwoordigen de balken van
de ECOMETER de beschikbare
instellingen. Voor iedere instelling
knippert een aangewezen balk van de
ECOMETER.
De volgorde van de basisinstellingen die
in de tabel worden weergegeven, is
dezelfde volgorde van de instellingen op
de ECOMETER:
1 2 3 4 5 6
6.1 De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden
afgesteld op de hardheid van het water
in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van
het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor
de waterontharder in te stellen voor
goede wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l Clarke-hard‐
heid
Wateronthardingsni‐
veau
47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2
www.aeg.com38
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l Clarke-hard‐
heid
Wateronthardingsni‐
veau
<4 <7 <0,7 < 5
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort
wasmiddel het juiste
waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd
te houden.
Multivaatwastabletten die
zout bevatten zijn niet
effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
Voor de juiste werking van de
waterontharder moet de hars van de
ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch
en maakt deel uit van de normale
vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven
hoeveelheid water (zie waarden in de
tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de
laatste spoeling en het einde van het
programma.
Wateronthardingsni‐
veau
Hoeveelheid water
(l)
1 250
2 100
3 62
4 47
5 25
6 17
7 10
8 5
9 3
10 3
In het geval van de hoge
wateronthardersinstelling kan dit ook in
het midden van het programma
gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal
tijdens een programma). De start van de
regeneratie heeft geen invloed op de
cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het
midden van een programma of aan het
einde van een programma met een korte
droogfase. In dat geval verlengt de
regeneratie de totale duur van een
programma met nog eens 5 minuten.
Vervolgens kan het spoelen van de
waterontharder wat 5 minuten duurt,
beginnen in dezelfde cyclus of aan het
begin van het volgende programma.
Deze activiteit verhoogt het totale
waterverbruik van een programma met 4
liter en het totale energieverbruik van
een programma met 2 Wh. Het spoelen
van de waterontharder eindigt met een
volledige afvoer.
Elke uitgevoerde waterontharderspoeling
(mogelijk meer dan één in dezelfde
cyclus) kan de programmaduur met nog
eens 5 minuten verlengen wanneer deze
op enig moment aan het begin of in het
midden van een programma plaatsvindt.
Alle in deze paragraaf
genoemde verbruikswaarden
worden bepaald volgens de
huidige geldende norm in
laboratoriumomstandigheden
met waterhardheid 2,5
mmol/l volgens de
verordening 2019/2022
(waterontharder: niveau 3).
De druk en de temperatuur
van het water en de variaties
van de netvoeding kunnen
de waarden veranderen.
NEDERLANDS 39
6.2 De aanduiding van leeg
glansmiddelreservoir
Met glansmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd. Het
wordt automatisch vrijgegeven tijdens de
warme spoelfase.
Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat
de glansmiddelindicator branden om aan
te geven dat u glansmiddel moet
bijvullen. Als u tevreden bent met de
droogresultaten bij het gebruik van alleen
multitabletten, kunt u de aanduiding voor
het bijvullen van glansmiddel
deactiveren. Voor de beste
droogprestaties dient u echter altijd
glansmiddel te gebruiken.
Schakel de aanduiding in om de
glansmiddelindicator actief te houden als
u standaard wasmiddel of multitabletten
zonder glansmiddel bevat.
6.3 Eindsignaal
U kunt een geluidssignaal activeren dat
klinkt bij het beëindigen van het
programma.
Er klinken ook
geluidssignalen als er zich in
het apparaat een storing
voordoet. Het is niet mogelijk
deze geluidssignalen uit te
schakelen.
6.4 AirDry
AirDry verbetert de droogresultaten.
Tijdens de droogfase opent de deur van
het apparaat automatisch en blijft op een
kier staan.
AirDry wordt bij alle programma's
automatisch geactiveerd.
LET OP!
Probeer de deur van het
apparaat niet binnen 2
minuten na automatisch
openen te sluiten. Dit kan
het apparaat beschadigen.
LET OP!
Als kinderen toegang tot het
apparaat hebben, adviseren
we AirDry te deactiveren.
Het automatisch openen van
de deur kan een gevaar
vormen.
Als AirDry de deur opent, is
Beam-on-Floor mogelijk niet
volledig zichtbaar. Kijk naar
het bedieningspaneel om te
zien of het programma is
voltooid.
6.5 Geluiden
De knoppen op het bedieningspaneel
maken een klikgeluid als u ze indrukt. U
kunt dit geluid uitschakelen.
6.6 Laatste programmakeuze
U kunt de automatische keuze van het
laatst gebruikte programma en de opties
instellen.
Het laatste programma dat werd voltooid
voordat het apparaat uitging, wordt
opgeslagen. Het wordt automatisch
gekozen nadat u het apparaat activeert.
Als de laatste programmakeuze wordt
uitgeschakeld, wordt het standaard
programma ECO.
6.7 Setting mode
Navigeren in de
instellingenmodus
U kunt met gebruik van de keuzebalk
MY TIME in de instellingenmodus
navigeren.
www.aeg.com40
BA C
A. Vorige toets
B. OK toets
C. Volgende toets
Gebruik Vorige en Volgende om te
schakelen tussen de basisinstellingen en
om hun waarde te wijzigen.
Gebruik OK om in de gekozen instelling
te gaan en de gewijzigde waarde te
bevestigen.
Instellingenmodus ingaan
U kunt de instellingenmodus ingaan
voordat een programma start. U kunt de
instelllingenmodus niet ingaan als er een
programma draait.
Om de de instellingenmodus in te gaan,
drukt u tegelijkertijd op en
en houdt u deze ongeveer 3 seconden
vast.
De lampjes van de Vorige, OK en
Volgende zijn aan.
Een instelling wijzigen
Zorg dat het apparaat in de
instellingsmodus staat.
1. Gebruik Vorige of Volgende om de
balk van de ECOMETER die bij de
gewenste instelling hoort te kiezen.
De balk van de ECOMETER die
bij de gekozen instelling hoort,
knippert.
Het display toont de huidige
instelling.
2. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
De balk van de ECOMETER die
bij de gekozen instelling hoort,
gaat branden. De andere balken
zijn uit.
De huidige instelling knippert.
3. Druk op Vorige of Volgende om de
instelling te veranderen.
4. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
De nieuwe instelling is
opgeslagen.
Het apparaat keert terug naar de
basisinstellingenlijst.
5. Druk tegelijkertijd op en
en houd ze ongeveer 3
seconden ingedrukt om de
instellingsmodus te verlaten.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Opgeslagen instellingen blijven geldig
totdat u ze opnieuw wijzigt.
7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
Indien niet, stel dan de stand van
de waterontharder juist in.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het
glansspoelmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start het programma Quick om
eventuele resten uit het
fabricageproces te verwijderen.
Gebruik geen afwasmiddel en plaats
geen vaat in de korven.
Na het starten van het programma laadt
het apparaat de hars in de
waterverzachter maximaal 5 minuten op.
De wasfase start pas nadat deze
procedure voltooid is. De procedure
wordt regelmatig herhaald.
NEDERLANDS 41
7.1 Het zoutreservoir
LET OP!
Gebruik uitsluitend grof zout
dat voor vaatwassers is
gemaakt. Fijn zout verhoogt
het risico op corrosie.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor
goede wasresultaten voor dagelijks
gebruik.
Het zoutreservoir vullen
1. Draai de dop linksom om het
zoutreservoir te openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir
(alleen de eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout
(totdat het vol is).
4. Schud de trechter voorzichtig bij het
handvat om de laatste korrels erin te
krijgen.
5. Verwijder het zout rond de opening
van het zoutreservoir.
6. Draai de dop van het zoutreservoir
rechtsom om het zoutreservoir te
sluiten.
LET OP!
Water en zout kunnen uit het
zoutreservoir stromen als u
het bijvult. Start na het
bijvullen van het
zoutreservoir onmiddellijk
een programma om corrosie
te voorkomen.
7.2 Het vullen van het
glansmiddeldoseerbakje
M
A
X
1
2
3
4
+
-
A B
D
C
LET OP!
Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor
vaatwassers.
1. Druk op de ontgrendelknop (D) om
het deksel te openen (C).
2. Giet het glansmiddel in het
doseervakje (A) tot de vloeistof het
niveau 'max' heeft bereikt.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met
een absorberend doekje om te
voorkomen dat er te veel schuim
ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
U kunt het schuifje voor de
vrij te geven hoeveelheid (B)
instellen tussen stand 1
(laagste hoeveelheid) en
stand 4 of 6 (hoogste
hoeveelheid).
8. DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Houd ingedrukt totdat het
apparaat wordt geactiveerd.
www.aeg.com42
3. Vul het zoutreservoir bij als het leeg
is.
4. Vul het glansspoelmiddelreservoir bij
als het leeg is.
5. Ruim de korven in.
6. Voeg vaatwasmiddel toe.
7. Een programma selecteren en
starten
8. Sluit de waterkraan als het
programma voltooid is.
8.1 Vaatwasmiddel gebruiken
B
C
A
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om
de deksel te openen (C).
2. Doe de vaatwastablet of het poeder
in het doseerbakje (A).
3. Plaats een kleine hoeveelheid van
het vaatwasmiddel in de binnenkant
van de deur van het apparaat als het
programma een voorwasfase heeft.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
8.2 Hoe een programma te
selecteren en starten met
gebruik van de keuzebalk
MY TIME
1. Schuif met uw vinger over de
keuzebalk MY TIME om een geschikt
programma te kiezen.
Het lampje van het gekozen
programma gaat aan.
De ECOMETER geeft het niveau
van stroom- en waterverbruik aan.
Op het display wordt de
programmaduur weergegeven.
2. Activeer van toepassing zijnde
EXTRAS indien gewenst.
3. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
8.3 activeren EXTRAS
1. Kies een programma met gebruik
van de keuzebalk MY TIME.
2. Druk op de toets van het
desbetreffende programma dat u wilt
activeren.
Het lampje van de knop gaat aan.
Het display geeft de bijgewerkte
programmaduur weer.
De ECOMETER geeft het
bijgewerkte niveau van stroom-
en waterverbruik aan.
Standaard moeten opties
elke keer u een programma
start worden geactiveerd.
Indien de laatste
programmakeuze wordt
ingeschakeld, worden de
opgeslagen opties
automatisch met het
programma geactiveerd.
De opties kunnen niet
worden in- of uitgeschakeld
als een programma eenmaal
in werking is.
Niet alle opties kunnen met
elkaar worden
gecombineerd.
Het activeren van opties kan
het water- en
energieverbruik verhogen en
de programmaduur
verlengen.
8.4 Hoe ga ik te werk om het
programma AUTO Sense te
starten?
1. Druk op .
Het lampje van de knop gaat aan.
Het display geeft de langst
mogelijke programmaduur weer.
MY TIME en EXTRAS zijn
niet van toepassing op dit
programma.
2. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
Het apparaat neemt het type lading waar
en past aan naar een geschikte
NEDERLANDS 43
wascyclus. Tijdens de cyclus werken de
sensoren verschillende keren en de
aanvankelijke programmaduur kan
verminderen.
8.5 De start van een
programma uitstellen
1. Selecteer een programma.
2. Blijf op drukken tot het display de
uitgestelde tijd toont die u wilt
instellen (van 1 tot 24 uur).
Het lampje van de knop gaat aan.
3. Sluit de deur van het apparaat om
het aftellen te starten.
Tijdens het aftellen is het niet mogelijk de
uitsteltijd en de programmakeuze te
wijzigen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het programma gestart.
8.6 De uitgestelde start
annuleren tijdens het aftellen
Houd ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Als u de uitgestelde start
annuleert, moet u het
programma opnieuw
instellen.
8.7 Het annuleren van een
actief programma
Houd ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
Controleer of er
vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddelbakje
aanwezig is voordat u een
nieuw programma start.
8.8 De deur openen als het
apparaat in werking is
Als u de deur opent terwijl een
programma loopt, stopt het apparaat. Dit
kan het energieverbruik en de
programmaduur beïnvloeden. Als u de
deur weer sluit, gaat het apparaat verder
vanaf het moment van onderbreking.
Als de deur tijdens de
droogfase langer dan 30
seconden wordt geopend,
stopt het lopende
programma. Dit gebeurt niet
als de deur wordt geopend
door de functie AirDry.
8.9 De Auto Off-functie
Deze functie bespaart energie door het
apparaat uit te schakelen als het niet in
werking is.
De functie gaat automatisch aan:
Als het programma is voltooid.
Als er na 5 minuten nog geen
programma is gestart.
8.10 Einde van het
programma
Nadat het programma is voltooid,
verschijnt 0:00 op het display.
De functie Auto Off schakelt het apparaat
automatisch uit.
Alle knoppen zijn inactief behalve de
aan/uit knop.
9. AANWIJZINGEN EN TIPS
9.1 Algemeen
Volg de onderstaande tips om te zorgen
voor optimale schoonmaak- en
droogresultaten en ook het milieu te
helpen beschermen.
Het afwassen in de vaatwasser
volgens de instructies in de
www.aeg.com44
gebruikershandleiding verbruikt
meestal minder water en energie dan
het afwassen met de hand.
Laad de vaatwasser volledig in om
water en energie te besparen. Voor
de beste reinigingsresultaten plaatst u
items in de korven volgens de
instructies in de
gebruikershandleiding en overbelast u
de korven niet.
Spoel de vaat niet eerst af. Het
verhoogt het water- en
energieverbruik. Kies indien nodig
een programma met voorwasfase.
Verwijder grotere voedselresten van
de borden en lege bekers en glazen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Week kookgerei met stevig
vastgekookt of vastgebakken voedsel
of poets het lichtjes voordat u het in
het apparaat wast.
Zorg ervoor dat de vaat in de manden
elkaar niet raakt of overlapt. Alleen
dan kan het water de vaat volledig
bereiken en wassen.
U kunt apart vaatwasmiddel,
glansmiddel en zout gebruiken of
kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg
de instructies op de verpakking.
Kies een programma op basis van het
type lading en de mate van bevuiling.
ECO biedt het meest efficiënte
gebruik van water en energieverbruik.
Om kalkaanslag in het apparaat te
voorkomen:
Vul de zoutcontainer indien nodig
bij.
Gebruik de aanbevolen dosering
van het wasmiddel en
spoelglansmiddel.
Controleer of het ingestelde stand
van de waterontharder juist is
voor de waterhardheid in uw
omgeving.
Volg de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
9.2 Gebruik van zout,
glansmiddel en
vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor vaatwassers.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg
hard water raden we het gebruik aan
van standaard vaatwasmiddel
(poeder, gel, tabletten zonder extra
middelen), met afzonderlijk
glansmiddel en zout voor optimale
reinigings- en droogresultaten.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij
korte programma's niet geheel op.
Om te voorkomen dat
vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om
tabletten enkel bij lange programma's
te gebruiken.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
wasmiddel. Onvoldoende dosering
van het wasmiddel kan leiden tot
slechte reinigingsresultaten en
hardwaterfilmen of vlekken op de
voorwerpen. Het gebruik van te veel
wasmiddel met zacht of verzacht
water resulteert in wasmiddelresten
op de borden. Pas de hoeveelheid
wasmiddel aan op basis van de
waterhardheid. Zie de instructies van
de vaatwasmiddelfabrikant.
Gebruik altijd de juiste hoeveelheid
spoelglansmiddel. Onvoldoende
dosering van spoelglansmiddel
vermindert de droogresultaten. Het
gebruik van te veel spoelglansmiddel
resulteert in blauwachtige lagen op de
items.
Controleer of het
wateronthardersniveau correct is. Als
het niveau te hoog is, kan de
verhoogde hoeveelheid zout in het
water leiden tot roest op bestek.
9.3 Wat moet u doen als u
wilt stoppen met het gebruik
van multitabletten
Volg de volgende stappen voordat u
begint met het gebruiken van apart
wasmiddel, zout en glansspoelmiddel:
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld
zijn.
NEDERLANDS 45
3. Start het Quick-programma. Voeg
geen afwasmiddel toe en plaats vaat
in de korven.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt
u de waterontharder in de
waterhardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid
glansspoelmiddel in.
9.4 Voor het starten van een
programma
Zorg er, voordat u het gekozen
programma start, voor dat:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
Het programma geschikt is voor het
type lading en de mate van bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
9.5 De korven inruimen
Gebruik altijd de hele ruimte van de
mandjes.
Gebruik het apparaat uitsluitend om
afwasmachinebestendige voorwerpen
af te wassen.
Was in het apparaat geen items
gemaakt van hout, hoorn, aluminium,
tin en koper, omdat ze kunnen
barsten, kromtrekken, verkleuren of
putjes kunnen krijgen.
Reinig geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen
absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
Zorg er voor dat glazen elkaar niet
aanraken.
Leg lichte voorwerpen in het
bovenrek. Zorg ervoor dat de
voorwerpen niet kunnen verschuiven.
Doe bestek en kleine items in de
besteklade.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
9.6 De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
Na voltooiing van het
programma kan er zich aan
de binnenkant van het
apparaat nog water
bevinden.
10. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen
verricht (met uitzondering
van het uitvoeren van het
programma Machine Care).
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen hebben een
negatief effect op de
wasresultaten. Controleer
deze onderdelen regelmatig
en reinig ze zo nodig.
10.1 Machine Care
Machine Care is een programma dat is
ontworpen om de binnenkant van het
apparaat met optimale resultaten te
reinigen. Het verwijderd kalkaanslag en
vetresten.
Als het apparaat reiniging nodig acht,
gaat het lampje
aan. Start het
programma Machine Care om de
binnenkant van het apparaat te reinigen.
www.aeg.com46
Hoe ga ik te werk om het
programma Machine Care te
starten?
Reinig voordat u het
programma Machine Care
start, de filters en
sproeiarmen.
1. Gebruik een ontkalker of
schoonmaakproduct dat specifiek is
bestemd voor vaatwassers. Volg de
instructies op de verpakking. Doe
geen vaat in het manden.
2. Druk tegelijkertijd op en en
houd ze ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
De indicatoren en knipperen.Het
display toont de programmaduur.
3. Sluit de deur van de afwasmachine
om het programma te starten.
Wanneer het programma is voltooid, is
de indicator uit.
10.2 De binnenkant van de
machine reinigen
Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van
de deur, met een zachte, vochtige
doek.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, scherpe voorwerpen,
sterke chemicaliën, pannensponsjes
of oplosmiddelen.
Gebruik om de prestaties van uw
apparaat te onderhouden minstens
elke twee maanden een
reinigingsproduct dat specifiek is
ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de
instructies op de verpakking van de
producten zorgvuldig op.
Start voor optimale
schoonmaakresultaten het
programma Machine Care.
10.3 Verwijderen van
vreemde voorwerpen
Controleer de filters en de opvangbak na
elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde
voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic,
botten of tandenstokers, enz.)
verminderen de reinigingsprestaties en
kunnen schade aan de afvoerpomp
veroorzaken.
1. Demonteer het filtersysteem volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder alle vreemde voorwerpen
met de hand.
LET OP!
Als u de voorwerpen niet
kunt verwijderen, neem
dan contact op met een
erkend servicecentrum.
3. Monteer de filters opnieuw volgens
de instructies in dit hoofdstuk.
10.4 Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
10.5 De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
1. Draai de filter (B) linksom en
verwijder het.
NEDERLANDS 47
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten
of vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg
ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte
filter (A). Rechtsom draaien tot het
vastzit.
LET OP!
Een onjuiste plaatsing van
de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
10.6 De onderste sproeiarm
schoonmaken
We raden u aan om de onderste
sproeiarm regelmatig schoon te maken
om te voorkomen dat vuil de gaten
verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
1. Trek de onderste sproeiarm naar
boven om deze te verwijderen.
2. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen.
www.aeg.com48
3. Duw de sproeiarm naar beneden om
deze weer terug te plaatsen.
10.7 Reinigen van de
plafondsproeiarm
We raden u aan om de plafondsproeiarm
regelmatig schoon te maken om te
voorkomen dat vuil de gaten verstopt.
Verstopte gaten kunnen onbevredigende
wasresultaten opleveren.
De plafondsproeiarm wordt geplaatst op
het plafond van het toestel. De sproeiarm
(C) is geïnstalleerd in de toevoerleiding
(A) met het montage-element (B).
C
B
A
1. Maak de stoppen los aan de
zijkanten van de geleidestang van de
besteklade en trek de lade naar
buiten.
1
2
2. Beweeg de bovenmand naar het
onderste niveau om beter bij de
sproeiarm te kunnen.
3. Draai om de sproeiarm (C) van de
toevoerleiding (A) los te koppelen het
bevestigingselement (B) naar links
en trek de sproeiarm naar beneden.
4. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen. Laat water door de
gaten lopen om vuildeeltjes uit de
binnenkant weg te spoelen.
5. Steek om de sproeiarm(C) terug te
plaatsen het bevestigingselement (B)
in de sproeiarm en bevestig deze in
de toevoerleiding (A) door deze naar
rechts te draaien. Zorg ervoor dat het
bevestigingselement op zijn plek
dicht klikt.
6. Plaats de besteklade op de
geleidestang en blokkeer de stoppen.
NEDERLANDS 49
11. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Onjuiste reparatie van het
apparaat kan een gevaar
voor de veiligheid van de
gebruiker vormen. Alle
reparaties moeten worden
uitgevoerd door bevoegd
personeel.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Zie de onderstaande tabel voor
informatie over mogelijke problemen.
Bij sommige problemen wordt er op de
display een alarmcode weergegeven.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet ac‐
tiveren.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stop‐
contact.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is door‐
gebrand.
Het programma start niet. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot het einde van het aftellen.
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De
duur van de procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat wordt niet ge‐
vuld met water.
Het display toont i10 of i11.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw
plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt
is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen
water weg.
Op het display verschijnt
i20.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt
is.
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of
bochten heeft.
Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in
werking getreden.
Op het display verschijnt
i30.
Draai de waterkraan dicht.
Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de in‐
structies in de gebruikershandleiding.
Storing van de waterniveau‐
detectiesensor.
Op het display verschijnt i41
- i44.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Schakel het apparaat uit en aan.
www.aeg.com50
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Storing van de waspomp of
de afvoerpomp.
Het display toont i51 - i59 of
i5A - i5F.
Schakel het apparaat uit en aan.
De temperatuur van het wa‐
ter in het apparaat is te hoog
of er is een storing in de
temperatuursensor opgetre‐
den.
Het display toont i61 of i69.
Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater niet
hoger is dan 60° C.
Schakel het apparaat uit en aan.
Technische storing van het
apparaat.
Het display toont iC0 of iC3.
Schakel het apparaat uit en aan.
Het niveau van het water in
het apparaat is te hoog.
Op het display verschijnt
iF1.
Schakel het apparaat uit en aan.
Zorg dat de filters schoon zijn.
Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte bo‐
ven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-
instructies.
Het apparaat stopt en start
meerdere keren tijdens de
werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresul‐
taten en energiebesparing.
Het programma duurt te
lang.
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de
uitgestelde start of wacht u tot het aftellen voorbij is.
Het activeren van deze optie kan de duur van het pro‐
gramma verlengen.
De resterende duur in de
display wordt verlengd en
schakelt bijna naar het eind
van de programmaduur.
Dit is geen storing. Het apparaat werkt goed.
Kleine lekkage uit de deur
van het apparaat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip.
Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
De deur van het apparaat
sluit moeilijk.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende of kloppende ge‐
luiden vanuit het apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt.
Raadpleeg de folder voor het laden van de korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraai‐
en.
NEDERLANDS 51
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat maakt kortslui‐
ting.
De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk wer‐
kende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de
stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op
de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten
uit.
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem con‐
tact op met een erkend servicecentrum.
Schakel het apparaat na controle aan en
uit. Als het probleem opnieuw optreedt,
neemt u contact op met onze
klantenservice of een servicecentrum.
Voor alarmcodes die niet in de tabel
vermeld zijn, neemt u contact op met de
service-afdeling.
WAARSCHUWING!
We raden u aan het
apparaat niet te gebruiken,
totdat het probleem volledig
is opgelost. Haal de stekker
uit het stopcontact en sluit
het apparaat pas weer aan
als u zeker weet dat het
correct werkt.
11.1 De productnummercode
(PNC)
Als je contact opneemt met een erkend
servicecemtrum, dient u de
productnummercode van uw apparaat te
geven.
De PNC treft u aan op het typeplaatje
van de apparaatdeur. U kunt ook de
PNC bekijken op het bedieningspaneel.
Zorg er voordat u op de PNC kijkt, het
apparaat in de programmakeuze staat.
1. Druk tegelijkertijd op en en
houd ze ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Het display toont de PNC van uw
apparaat.
2. Om de weergave van de PNC te
verlaten, drukt u tegelijkertijd op
en en houdt u deze ongeveer 3
seconden vast.
Het apparaat keert terug naar de
programmakeuze.
11.2 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en
tips" en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik een intensiever wasprogramma.
Activeer de optie ExtraPower om de wasresultaten
van een geselecteerd programma te verbeteren.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter
schoon. Zie "Onderhoud en reiniging".
www.aeg.com52
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐
staan. Activeer AirDry om het automatisch openen van
de deur in te stellen en de droogprestatie te verbete‐
ren.
Het glansspoelmiddel is op of de dosering van glans‐
spoelmiddel is niet voldoende. Vul het glansspoelmid‐
deldoseerbakje of zet de glansspoelmiddelstand ho‐
ger.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
We raden aan altijd glansspoelmiddel te gebruiken,
zelfs in combinatie met wastabletten.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek
worden afgedroogd.
Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg
"Programmaoverzicht".
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en servies‐
goed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde wa‐
tervlekken op glazen en ser‐
vies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
laag. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een hogere stand.
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
De binnenkant van het appa‐
raat is nat.
Dit is geen storing van het apparaat. Vochtige lucht
condenseert op de wanden van het apparaat.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn
bedoeld voor gebruik in vaatwassers.
Het glansspoelmiddeldoseerbakje is lek. Neem con‐
tact op met de klantenservice.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen te veel zout in het water ge‐
bruikt. Zie 'De waterontharder instellen'.
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst.
Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij
elkaar.
Er bevinden zich aan het ein‐
de van het programma resten
van vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddeldoseerbakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldo‐
seerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld
door het water.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwas‐
middeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de
sproeiarmen niet geblokkeerd of verstopt zijn.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het
klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen
belemmeren.
NEDERLANDS 53
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Start het programma Machine Care met een ontkalker
of een reinigingsproduct bestemd voor vaatwassers.
Kalkresten op het servies‐
goed, op de kuip en aan de
binnenkant van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder in‐
stellen'.
Gebruik zout en stel zelfs bij gebruik van multitabletten
de waterontharder in. Zie 'De waterontharder instel‐
len'.
Start het programma Machine Care met een ontkalker
bestemd voor vaatwassers.
Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het appa‐
raat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn
bestemd.
Probeer een ander wasmiddel.
Neem contact op met de wasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwer‐
pen in het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder
voor het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Activeer de optie GlassCare om te zorgen voor speci‐
ale verzorging voor glaswerk en fijne items.
Raadpleeg "Voor het
eerste gebruik", "Dagelijks
gebruik" of "Hints en tips"
voor mogelijke oorzaken.
12. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
596 / 818 - 898 / 550
Elektrische aansluiting
1)
Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer Koud water of warm wa‐
ter
2)
max. 60 °C
Inhoud Couverts 14
www.aeg.com54
Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Uit-modus (W) 0.50
1)
Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2)
Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv.
zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
12.1 Link naar de EU-EPREL-
databank
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de registratie van dit
apparaat in de EU-EPREL-database.
Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit
apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om informatie
gerelateerd aan de prestaties van het
product in de EU-EPREL-databank te
vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en
het productnummer kunt u vinden op het
typeplaatje van het apparaat. Zie het
hoofdstuk ‘Productbeschrijving’.
Kijk voor meer informatie over het
energielabel op www.theenergylabel.eu
13. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 55

Documenttranscriptie

28 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 28 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 30 3. PRODUCTBESCHRIJVING................................................................................32 4. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................34 5. PROGRAMMAKEUZE........................................................................................ 35 6. BASISINSTELLINGEN .......................................................................................37 7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT........... 41 8. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 42 9. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 44 10. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................46 11. PROBLEEMOPLOSSING................................................................................. 50 12. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................54 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is NEDERLANDS 29 niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. 1.2 Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere woonomgevingen. De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. 30 www.aeg.com • • • • • • • • • De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (MPa) Volg het maximale aantal 14 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Leg het bestek in de besteklade met de scherpe randen naar beneden of leg ze horizontaal in de besteklade met de scherpe randen naar beneden. Laat om ongelukken te voorkomen het apparaat niet onbeheerd achter met open deur. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de basis, mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een vloerkleed. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik • • altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet. 2.2 Elektrische aansluiting WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. NEDERLANDS • • • • • • • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat is voorzien van een 13 A stekker. Als de zekering van de stekker vervangen moet worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering van 13-ampère worden gebruikt (uitsluitend VK en Ierland). 2.3 Aansluiting aan de waterleiding • • • • Beschadig de waterslangen niet. Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. • 31 WAARSCHUWING! Gevaarlijke spanning. Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan en haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. 2.4 Gebruik • • • • • • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan wat wasmiddel op de vaat achterblijven. Bewaar geen voorwerpen en oefen geen druk uit op de open deur van het apparaat. Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. 2.5 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel. • • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. Neem contact op met het servicecentrum om de binnenverlichting te vervangen. 32 www.aeg.com 2.6 Service • • • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: motor, circulatie- en afvoerpomp, verwarmingstoestellen en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, structurele en interne onderdelen met betrekking tot deurconstructies, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware, inclusief resetsoftware. Houd er 3. PRODUCTBESCHRIJVING De afbeeldingen hieronder geven alleen een algemeen productoverzicht. Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie andere hoofdstukken en/of documenten die bij het apparaat zijn meegeleverd. • rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. De volgende reserveonderdelen zullen beschikbaar zijn gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: deurscharnieren en -afdichtingen, andere afdichtingen, spuitarmen, afvoerfilters, binnenrekken en plastic randapparatuur zoals manden en deksels. 2.7 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. NEDERLANDS 1 2 3 12 11 10 1 2 3 4 5 6 7 9 8 Plafondsproeiarm Bovenste sproeiarm Onderste sproeiarm Filters Typeplaatje Zoutreservoir Ventilatie 3.1 Beam-on-Floor De Beam-on-Floor is een lichtstraal die op de vloer onder de deur van het apparaat verschijnt. • • • Wanneer het programma start, gaat de rode lichtstraal aan. De lichtstraal blijft gedurende het volledige programma zichtbaar. Wanneer het programma is voltooid, gaat het groene lampje branden. Als er een storing in het apparaat optreedt, gaat het rode licht knipperen. 7 6 8 9 10 11 12 5 4 Glansmiddeldoseerbakje Vaatwasmiddeldoseerbakje Onderste korf Bovenste korf Besteklade De Beam-on-Floor gaat uit wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Als AirDry tijdens de droogfase wordt geactiveerd, is de projectie op de vloer mogelijk niet volledig zichtbaar. Controleer het bedieningspaneel om te zien of de cyclus beëindigd is. 33 34 www.aeg.com 4. BEDIENINGSPANEEL 1 1 2 3 4 2 4 3 Aan/uit-knop Delay Start toets Display MY TIME keuzebalk 5 6 5 EXTRAS toetsen 6 AUTO Sense toets 4.1 Scherm 4.2 ECOMETER A B C A. ECOMETER B. Indicatielampjes C. Weergave tijd B De ECOMETER geeft aan hoe de programmakeuze het stroom- en waterverbruik beïnvloedt. Hoe meer balken er aanstaan, hoe lager het verbruik is. geeft de milieuvriendelijkste programmakeuze aan voor een normaal bevuilde lading. 4.3 Indicatielampjes Indicatielamp‐ Beschrijving je Glansmiddelindicatielampje. Dit is aan als het glansmiddeldoseerbakje bij‐ gevuld dient te worden. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname". Zoutindicatielampje. Dit is aan als het zoutreservoir bijgevuld dient te wor‐ den. Raadpleeg "Voor eerste ingebruikname". Machine Care -indicatielampje. Dit is aan als het apparaat interne reini‐ ging nodig heeft met het programmaMachine Care. Raadpleeg "Onder‐ houd en reiniging". Droogfase-indicatielampje. Dit is aan als een programma met droogfase is gekozen. Het gaat knipperen wanneer de droogfase loopt. Raadpleeg "Programmaselectie". NEDERLANDS 35 5. PROGRAMMAKEUZE 5.1 MY TIME 5.2 EXTRAS Met gebruik van de keuzebalk MY TIME kunt u een geschikte wascyclus kiezen gebaseerd op programmaduur, tussen de 30 minuten en vier uur. U kunt de programmakeuze aanpassen aan uw behoefte door EXTRAS te activeren. ExtraPower ExtraPower verbetert de wasresultaten van het geselecteerde programma. De optie verhoogt de wastemperatuur en verlengt de duur. A B C D GlassCare E GlassCare geeft speciale verzorging aan een fijne lading. De optie voorkomt snelle wijzigingen in de wastemperatuur van het gekozen programma en verlaagt het naar 45 °C. Dit behoedt in het bijzonder glaswerk tegen beschadiging. A. Quick is het kortste programma (30min) geschikt voor het wassen van een lading met niet-aangekoekt en weinig vuil. B. 1h is een programma dat geschikt is voor het wassen van een lading met niet-aangekoekt of weinig aangekoekt vuil. C. 1h 30min is een programma dat geschikt is voor het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat. D. 2h 40min is een programma dat geschikt is voor het wassen en drogen van zwaarbevuilde vaat. E. ECO is het langste programma (4h) en biedt het meest efficiënte wateren energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. Dit is het standaard programma voor testinstituten. 1) 5.3 AUTO Sense Het programma AUTO Sense past de wascyclus automatisch aan aan de type lading. Het apparaat detecteert de vuilgraad en de hoeveelheid serviesgoed in de korven. De temperatuur, de hoeveelheid water en de programmaduur worden aangepast. 5.4 Programmaoverzicht Program‐ ma Type lading Mate van ver‐ vuiling Programmafasen Quick • • • • • Vaatwerk Bestek Fris • • EXTRAS Wassen 50 °C • Tussentijdse spoel‐ • gang Laatste spoeling 45 °C AirDry ExtraPower GlassCare 1) Dit programma wordt gebruikt om de naleving van Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie inzake ecologisch ontwerp te beoordelen. 36 www.aeg.com Program‐ ma Type lading Mate van ver‐ vuiling Programmafasen EXTRAS 1h • • • • • • Wassen 60 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoeling 50 °C AirDry • • ExtraPower GlassCare Wassen 60 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoeling 55 °C Drogen AirDry • • ExtraPower GlassCare Voorspoelen Wassen 60 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry • • ExtraPower GlassCare Voorspoelen Wassen 50 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoeling 55 °C Drogen AirDry • • ExtraPower GlassCare Voorspoelen Wassen 50 - 60 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoeling 60 °C Drogen AirDry EXTRAS zijn niet van toepassing op dit programma. Wassen 70 °C Tussentijdse spoe‐ ling Laatste spoelgang AirDry EXTRAS zijn niet van toepassing op dit programma. Vaatwerk Bestek Fris Licht aan‐ gekoekt • • 1h 30min • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal Licht aan‐ gekoekt • • • • • 2h 40min • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal tot zwaar aange‐ koekt • • • • • • ECO • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen • • Normaal Licht aan‐ gekoekt • • • • • • AUTO Sense • • • • Vaatwerk Bestek Potten Pannen Het program‐ ma past zich aan aan de vuilgraad. • • • • • • Machine Care • Geen la‐ ding Het program‐ ma reinigt de binnenkant van het appa‐ raat. • • • • NEDERLANDS 37 Verbruikswaarden Programma 1) Water (l) Energie (kWh) Duur (min.) Quick 9.9 -12.1 0.56 - 0.69 30 1h 10.4 - 12.7 0.83 - 0.96 60 1h 30min 10.3 - 12.6 0.96 - 1.09 90 2h 40min 9.8 - 12.0 1.05 - 1.18 160 10.5 0.9352)/0.9503) 2402)/2403) AUTO Sense 8.7 - 12.0 0.75 - 1.18 120 - 170 Machine Care 8.9 - 10.9 0.60 - 0.72 60 ECO 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen. 2) Conform verordening 1016/2010 3) Conform verordening 2019/2022 Aanwijzingen voor testinstituten Om de nodige informatie te ontvangen over het uitvoeren van prestatietesten (bijv. volgens EN60436) stuurt u een email naar: [email protected] Vermeld in uw verzoek de productnummercode (PNC) dat u op het typeplaatje aantreft. Raadpleeg voor andere vragen betreffende uw vaatwasmachine het serviceboekje dat met uw apparaat is meegeleverd. 6. BASISINSTELLINGEN U kunt het apparaat configureren door de basisinstellingen naar uw behoefte te wijzigen. Aantal Instellingen Waarden Omschrijving1) 1 Waterhardheid Van niveau 1L tot niveau 10L (standaard: 5L) Aanpassen van het niveau van de water‐ verzachter afgestemd op de hardheid van het water in uw omgeving. 2 Melding dat het glansmiddelre‐ servoir leeg is On (standaard) Off Activeer of deactiveer het indicatielampje van het glansmiddelreservoir. 3 Eindsignaal On Off (standaard) Het geluidssignaal aan het eind van een programma in- of uitschakelen. 4 Automatische deur opening On (standaard) Off Activeer of deactiveer de AirDry. 38 www.aeg.com Aantal Instellingen Waarden Omschrijving1) 5 Toetstonen On (standaard) Off Activeren of deactiveren van het geluid van de knoppen als u ze indrukt. 6 Laatste pro‐ grammakeuze On Off (standaard) In- of uitschakelen van de automatische keuze van het laatst gebruikte programma en de opties. 1) Raadpleeg de informatie in dit hoofdstuk voor meer details. 6.1 De waterontharder U kunt de basisinstelling in de instellingsmodus wijzigen. De waterontharder verwijdert mineralen van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. Als het apparaat in de instellingenstand staat, vertegenwoordigen de balken van de ECOMETER de beschikbare instellingen. Voor iedere instelling knippert een aangewezen balk van de ECOMETER. De volgorde van de basisinstellingen die in de tabel worden weergegeven, is dezelfde volgorde van de instellingen op de ECOMETER: 1 2 Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. 3 4 5 6 Waterhardheid Duitse hardheid Franse hardheid (°dH) (°fH) mmol/l Clarke-hard‐ Wateronthardingsni‐ heid veau 47 - 50 84 - 90 8,4 - 9,0 58 - 63 10 43 - 46 76 - 83 7,6 - 8,3 53 - 57 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 5 1) 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 2 NEDERLANDS Duitse hardheid Franse hardheid (°dH) (°fH) <4 <7 mmol/l <0,7 39 Clarke-hard‐ Wateronthardingsni‐ heid veau <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel het juiste waterhardheidniveau in om de bijvulindicator voor zout geactiveerd te houden. Multivaatwastabletten die zout bevatten zijn niet effectief genoeg als waterontharder. Regeneratieproces Voor de juiste werking van de waterontharder moet de hars van de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt deel uit van de normale vaatwasmachinewerking. Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige regeneratieproces, wordt een nieuw regeneratieproces gestart tussen de laatste spoeling en het einde van het programma. Wateronthardingsni‐ veau Hoeveelheid water (l) 1 250 2 100 3 62 4 47 5 25 6 17 7 10 8 5 9 3 10 3 In het geval van de hoge wateronthardersinstelling kan dit ook in het midden van het programma gebeuren, vóór het spoelen (tweemaal tijdens een programma). De start van de regeneratie heeft geen invloed op de cyclusduur, tenzij deze plaatsvindt in het midden van een programma of aan het einde van een programma met een korte droogfase. In dat geval verlengt de regeneratie de totale duur van een programma met nog eens 5 minuten. Vervolgens kan het spoelen van de waterontharder wat 5 minuten duurt, beginnen in dezelfde cyclus of aan het begin van het volgende programma. Deze activiteit verhoogt het totale waterverbruik van een programma met 4 liter en het totale energieverbruik van een programma met 2 Wh. Het spoelen van de waterontharder eindigt met een volledige afvoer. Elke uitgevoerde waterontharderspoeling (mogelijk meer dan één in dezelfde cyclus) kan de programmaduur met nog eens 5 minuten verlengen wanneer deze op enig moment aan het begin of in het midden van een programma plaatsvindt. Alle in deze paragraaf genoemde verbruikswaarden worden bepaald volgens de huidige geldende norm in laboratoriumomstandigheden met waterhardheid 2,5 mmol/l volgens de verordening 2019/2022 (waterontharder: niveau 3). De druk en de temperatuur van het water en de variaties van de netvoeding kunnen de waarden veranderen. 40 www.aeg.com 6.2 De aanduiding van leeg glansmiddelreservoir Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Als het glansmiddelreservoir leeg is, gaat de glansmiddelindicator branden om aan te geven dat u glansmiddel moet bijvullen. Als u tevreden bent met de droogresultaten bij het gebruik van alleen multitabletten, kunt u de aanduiding voor het bijvullen van glansmiddel deactiveren. Voor de beste droogprestaties dient u echter altijd glansmiddel te gebruiken. Schakel de aanduiding in om de glansmiddelindicator actief te houden als u standaard wasmiddel of multitabletten zonder glansmiddel bevat. 6.3 Eindsignaal U kunt een geluidssignaal activeren dat klinkt bij het beëindigen van het programma. Er klinken ook geluidssignalen als er zich in het apparaat een storing voordoet. Het is niet mogelijk deze geluidssignalen uit te schakelen. 6.4 AirDry AirDry verbetert de droogresultaten. Tijdens de droogfase opent de deur van het apparaat automatisch en blijft op een kier staan. AirDry wordt bij alle programma's automatisch geactiveerd. LET OP! Probeer de deur van het apparaat niet binnen 2 minuten na automatisch openen te sluiten. Dit kan het apparaat beschadigen. LET OP! Als kinderen toegang tot het apparaat hebben, adviseren we AirDry te deactiveren. Het automatisch openen van de deur kan een gevaar vormen. Als AirDry de deur opent, is Beam-on-Floor mogelijk niet volledig zichtbaar. Kijk naar het bedieningspaneel om te zien of het programma is voltooid. 6.5 Geluiden De knoppen op het bedieningspaneel maken een klikgeluid als u ze indrukt. U kunt dit geluid uitschakelen. 6.6 Laatste programmakeuze U kunt de automatische keuze van het laatst gebruikte programma en de opties instellen. Het laatste programma dat werd voltooid voordat het apparaat uitging, wordt opgeslagen. Het wordt automatisch gekozen nadat u het apparaat activeert. Als de laatste programmakeuze wordt uitgeschakeld, wordt het standaard programma ECO. 6.7 Setting mode Navigeren in de instellingenmodus U kunt met gebruik van de keuzebalk MY TIME in de instellingenmodus navigeren. NEDERLANDS A B C A. Vorige toets B. OK toets C. Volgende toets Gebruik Vorige en Volgende om te schakelen tussen de basisinstellingen en om hun waarde te wijzigen. Gebruik OK om in de gekozen instelling te gaan en de gewijzigde waarde te bevestigen. Instellingenmodus ingaan U kunt de instellingenmodus ingaan voordat een programma start. U kunt de instelllingenmodus niet ingaan als er een programma draait. Om de de instellingenmodus in te gaan, drukt u tegelijkertijd op en en houdt u deze ongeveer 3 seconden vast. De lampjes van de Vorige, OK en Volgende zijn aan. 41 1. Gebruik Vorige of Volgende om de balk van de ECOMETER die bij de gewenste instelling hoort te kiezen. • De balk van de ECOMETER die bij de gekozen instelling hoort, knippert. • Het display toont de huidige instelling. 2. Druk op OK om de instelling te bevestigen. • De balk van de ECOMETER die bij de gekozen instelling hoort, gaat branden. De andere balken zijn uit. • De huidige instelling knippert. 3. Druk op Vorige of Volgende om de instelling te veranderen. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen. • De nieuwe instelling is opgeslagen. • Het apparaat keert terug naar de basisinstellingenlijst. 5. Druk tegelijkertijd op en en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt om de instellingsmodus te verlaten. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Opgeslagen instellingen blijven geldig totdat u ze opnieuw wijzigt. Een instelling wijzigen Zorg dat het apparaat in de instellingsmodus staat. 7. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Indien niet, stel dan de stand van de waterontharder juist in. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansspoelmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start het programma Quick om eventuele resten uit het fabricageproces te verwijderen. Gebruik geen afwasmiddel en plaats geen vaat in de korven. Na het starten van het programma laadt het apparaat de hars in de waterverzachter maximaal 5 minuten op. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt regelmatig herhaald. www.aeg.com 7.1 Het zoutreservoir LET OP! Gebruik uitsluitend grof zout dat voor vaatwassers is gemaakt. Fijn zout verhoogt het risico op corrosie. Het zout wordt gebruikt om de hars in de waterontharder te herladen en voor goede wasresultaten voor dagelijks gebruik. Het zoutreservoir vullen 7.2 Het vullen van het glansmiddeldoseerbakje A B M AX 3 2 + 1 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 3. Vul het zoutreservoir met 1 kg zout (totdat het vol is). LET OP! Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Start na het bijvullen van het zoutreservoir onmiddellijk een programma om corrosie te voorkomen. 4 42 - C D LET OP! Gebruik alleen glansspoelmiddel voor vaatwassers. 4. Schud de trechter voorzichtig bij het handvat om de laatste korrels erin te krijgen. 5. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 6. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. 1. Druk op de ontgrendelknop (D) om het deksel te openen (C). 2. Giet het glansmiddel in het doseervakje (A) tot de vloeistof het niveau 'max' heeft bereikt. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. U kunt het schuifje voor de vrij te geven hoeveelheid (B) instellen tussen stand 1 (laagste hoeveelheid) en stand 4 of 6 (hoogste hoeveelheid). 8. DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Houd ingedrukt totdat het apparaat wordt geactiveerd. NEDERLANDS 3. Vul het zoutreservoir bij als het leeg is. 4. Vul het glansspoelmiddelreservoir bij als het leeg is. 5. Ruim de korven in. 6. Voeg vaatwasmiddel toe. 7. Een programma selecteren en starten 8. Sluit de waterkraan als het programma voltooid is. 8.1 Vaatwasmiddel gebruiken A B C 1. Druk op de ontgrendelknop (B) om de deksel te openen (C). 2. Doe de vaatwastablet of het poeder in het doseerbakje (A). 3. Plaats een kleine hoeveelheid van het vaatwasmiddel in de binnenkant van de deur van het apparaat als het programma een voorwasfase heeft. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. 8.2 Hoe een programma te selecteren en starten met gebruik van de keuzebalk MY TIME 1. Schuif met uw vinger over de keuzebalk MY TIME om een geschikt programma te kiezen. • Het lampje van het gekozen programma gaat aan. • De ECOMETER geeft het niveau van stroom- en waterverbruik aan. • Op het display wordt de programmaduur weergegeven. 2. Activeer van toepassing zijnde EXTRAS indien gewenst. 3. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. 43 8.3 activeren EXTRAS 1. Kies een programma met gebruik van de keuzebalk MY TIME. 2. Druk op de toets van het desbetreffende programma dat u wilt activeren. • Het lampje van de knop gaat aan. • Het display geeft de bijgewerkte programmaduur weer. • De ECOMETER geeft het bijgewerkte niveau van stroomen waterverbruik aan. Standaard moeten opties elke keer u een programma start worden geactiveerd. Indien de laatste programmakeuze wordt ingeschakeld, worden de opgeslagen opties automatisch met het programma geactiveerd. De opties kunnen niet worden in- of uitgeschakeld als een programma eenmaal in werking is. Niet alle opties kunnen met elkaar worden gecombineerd. Het activeren van opties kan het water- en energieverbruik verhogen en de programmaduur verlengen. 8.4 Hoe ga ik te werk om het programma AUTO Sense te starten? 1. Druk op . • Het lampje van de knop gaat aan. • Het display geeft de langst mogelijke programmaduur weer. MY TIME en EXTRAS zijn niet van toepassing op dit programma. 2. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. Het apparaat neemt het type lading waar en past aan naar een geschikte 44 www.aeg.com wascyclus. Tijdens de cyclus werken de sensoren verschillende keren en de aanvankelijke programmaduur kan verminderen. 8.5 De start van een programma uitstellen 1. Selecteer een programma. 2. Blijf op drukken tot het display de uitgestelde tijd toont die u wilt instellen (van 1 tot 24 uur). Het lampje van de knop gaat aan. 3. Sluit de deur van het apparaat om het aftellen te starten. Tijdens het aftellen is het niet mogelijk de uitsteltijd en de programmakeuze te wijzigen. Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart. 8.6 De uitgestelde start annuleren tijdens het aftellen Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Als u de uitgestelde start annuleert, moet u het programma opnieuw instellen. 8.7 Het annuleren van een actief programma 8.8 De deur openen als het apparaat in werking is Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het moment van onderbreking. Als de deur tijdens de droogfase langer dan 30 seconden wordt geopend, stopt het lopende programma. Dit gebeurt niet als de deur wordt geopend door de functie AirDry. 8.9 De Auto Off-functie Deze functie bespaart energie door het apparaat uit te schakelen als het niet in werking is. De functie gaat automatisch aan: • Als het programma is voltooid. • Als er na 5 minuten nog geen programma is gestart. 8.10 Einde van het programma Nadat het programma is voltooid, verschijnt 0:00 op het display. De functie Auto Off schakelt het apparaat automatisch uit. Alle knoppen zijn inactief behalve de aan/uit knop. Houd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Controleer of er vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. 9. AANWIJZINGEN EN TIPS 9.1 Algemeen Volg de onderstaande tips om te zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en ook het milieu te helpen beschermen. • Het afwassen in de vaatwasser volgens de instructies in de NEDERLANDS • • • • • • • • gebruikershandleiding verbruikt meestal minder water en energie dan het afwassen met de hand. Laad de vaatwasser volledig in om water en energie te besparen. Voor de beste reinigingsresultaten plaatst u items in de korven volgens de instructies in de gebruikershandleiding en overbelast u de korven niet. Spoel de vaat niet eerst af. Het verhoogt het water- en energieverbruik. Kies indien nodig een programma met voorwasfase. Verwijder grotere voedselresten van de borden en lege bekers en glazen voordat u ze in het apparaat plaatst. Week kookgerei met stevig vastgekookt of vastgebakken voedsel of poets het lichtjes voordat u het in het apparaat wast. Zorg ervoor dat de vaat in de manden elkaar niet raakt of overlapt. Alleen dan kan het water de vaat volledig bereiken en wassen. U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''alles-in-1''). Volg de instructies op de verpakking. Kies een programma op basis van het type lading en de mate van bevuiling. ECO biedt het meest efficiënte gebruik van water en energieverbruik. Om kalkaanslag in het apparaat te voorkomen: – Vul de zoutcontainer indien nodig bij. – Gebruik de aanbevolen dosering van het wasmiddel en spoelglansmiddel. – Controleer of het ingestelde stand van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. – Volg de instructies in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". 9.2 Gebruik van zout, glansmiddel en vaatwasmiddel • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor vaatwassers. • • • • • 45 Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van standaard vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en zout voor optimale reinigings- en droogresultaten. Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. Gebruik altijd de juiste hoeveelheid wasmiddel. Onvoldoende dosering van het wasmiddel kan leiden tot slechte reinigingsresultaten en hardwaterfilmen of vlekken op de voorwerpen. Het gebruik van te veel wasmiddel met zacht of verzacht water resulteert in wasmiddelresten op de borden. Pas de hoeveelheid wasmiddel aan op basis van de waterhardheid. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. Gebruik altijd de juiste hoeveelheid spoelglansmiddel. Onvoldoende dosering van spoelglansmiddel vermindert de droogresultaten. Het gebruik van te veel spoelglansmiddel resulteert in blauwachtige lagen op de items. Controleer of het wateronthardersniveau correct is. Als het niveau te hoog is, kan de verhoogde hoeveelheid zout in het water leiden tot roest op bestek. 9.3 Wat moet u doen als u wilt stoppen met het gebruik van multitabletten Volg de volgende stappen voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansspoelmiddel: 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansspoelmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 46 www.aeg.com 3. Start het Quick-programma. Voeg geen afwasmiddel toe en plaats vaat in de korven. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in. • 9.4 Voor het starten van een programma • Zorg er, voordat u het gekozen programma start, voor dat: • • • • • • • • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. De sproeiarmen niet zijn verstopt. Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). De positie van de items in de mandjes correct is. Het programma geschikt is voor het type lading en de mate van bevuiling. De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. 9.5 De korven inruimen • • • • • • Was in het apparaat geen items gemaakt van hout, hoorn, aluminium, tin en koper, omdat ze kunnen barsten, kromtrekken, verkleuren of putjes kunnen krijgen. Reinig geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. Zorg er voor dat glazen elkaar niet aanraken. Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet kunnen verschuiven. Doe bestek en kleine items in de besteklade. Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. 9.6 De rekken uitruimen 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. Gebruik het apparaat uitsluitend om afwasmachinebestendige voorwerpen af te wassen. Na voltooiing van het programma kan er zich aan de binnenkant van het apparaat nog water bevinden. 10. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht (met uitzondering van het uitvoeren van het programma Machine Care). Vuile filters en verstopte sproeiarmen hebben een negatief effect op de wasresultaten. Controleer deze onderdelen regelmatig en reinig ze zo nodig. 10.1 Machine Care Machine Care is een programma dat is ontworpen om de binnenkant van het apparaat met optimale resultaten te reinigen. Het verwijderd kalkaanslag en vetresten. Als het apparaat reiniging nodig acht, aan. Start het gaat het lampje programma Machine Care om de binnenkant van het apparaat te reinigen. NEDERLANDS Hoe ga ik te werk om het programma Machine Care te starten? Reinig voordat u het programma Machine Care start, de filters en sproeiarmen. 1. Gebruik een ontkalker of schoonmaakproduct dat specifiek is bestemd voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking. Doe geen vaat in het manden. 2. Druk tegelijkertijd op en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt. en De indicatoren en knipperen.Het display toont de programmaduur. 3. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. Wanneer het programma is voltooid, is de indicator uit. 10.2 De binnenkant van de machine reinigen • • • • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, scherpe voorwerpen, sterke chemicaliën, pannensponsjes of oplosmiddelen. Gebruik om de prestaties van uw apparaat te onderhouden minstens elke twee maanden een reinigingsproduct dat specifiek is ontwikkeld voor vaatwassers. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. Start voor optimale schoonmaakresultaten het programma Machine Care. 10.3 Verwijderen van vreemde voorwerpen Controleer de filters en de opvangbak na elk gebruik van de vaatwasser. Vreemde voorwerpen (bijv. stukken glas, plastic, botten of tandenstokers, enz.) verminderen de reinigingsprestaties en 47 kunnen schade aan de afvoerpomp veroorzaken. 1. Demonteer het filtersysteem volgens de instructies in dit hoofdstuk. 2. Verwijder alle vreemde voorwerpen met de hand. LET OP! Als u de voorwerpen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. 3. Monteer de filters opnieuw volgens de instructies in dit hoofdstuk. 10.4 Buitenkant reinigen • • • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. 10.5 De filters reinigen Het filtersystem bestaat uit 3 delen. C B A 1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het. 48 www.aeg.com 8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A). Rechtsom draaien tot het vastzit. 2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B). 3. Verwijder de platte filter (A). 4. Was de filters. LET OP! Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. 10.6 De onderste sproeiarm schoonmaken We raden u aan om de onderste sproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. 1. Trek de onderste sproeiarm naar boven om deze te verwijderen. 5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. 6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. 2. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. 7. Plaats de filters (B) en (C) terug. NEDERLANDS 49 1. Maak de stoppen los aan de zijkanten van de geleidestang van de besteklade en trek de lade naar buiten. 1 3. Duw de sproeiarm naar beneden om deze weer terug te plaatsen. 2 2. Beweeg de bovenmand naar het onderste niveau om beter bij de sproeiarm te kunnen. 3. Draai om de sproeiarm (C) van de toevoerleiding (A) los te koppelen het bevestigingselement (B) naar links en trek de sproeiarm naar beneden. 4. Reinig de sproeiarm onder stromend water. Gebruik een smal en puntig gereedschap, bijv. een tandenstoker, om de vuildeeltjes uit de gaten te verwijderen. Laat water door de gaten lopen om vuildeeltjes uit de binnenkant weg te spoelen. 10.7 Reinigen van de plafondsproeiarm We raden u aan om de plafondsproeiarm regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat vuil de gaten verstopt. Verstopte gaten kunnen onbevredigende wasresultaten opleveren. De plafondsproeiarm wordt geplaatst op het plafond van het toestel. De sproeiarm (C) is geïnstalleerd in de toevoerleiding (A) met het montage-element (B). C B A 5. Steek om de sproeiarm(C) terug te plaatsen het bevestigingselement (B) in de sproeiarm en bevestig deze in de toevoerleiding (A) door deze naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat het bevestigingselement op zijn plek dicht klikt. 6. Plaats de besteklade op de geleidestang en blokkeer de stoppen. 50 www.aeg.com 11. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Onjuiste reparatie van het apparaat kan een gevaar voor de veiligheid van de gebruiker vormen. Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel. zonder contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Zie de onderstaande tabel voor informatie over mogelijke problemen. Bij sommige problemen wordt er op de display een alarmcode weergegeven. Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing U kunt het apparaat niet ac‐ tiveren. • Het programma start niet. • • • • Het apparaat wordt niet ge‐ vuld met water. Het display toont i10 of i11. • • • • • Het apparaat pompt geen water weg. Op het display verschijnt i20. Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is in werking getreden. Op het display verschijnt i30. • • • • • • Storing van de waterniveau‐ • detectiesensor. • Op het display verschijnt i41 - i44. Controleer of de netstekker is aangesloten op het stop‐ contact. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is door‐ gebrand. Controleer of de deur van het apparaat gesloten is. Als startuitstel is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot het einde van het aftellen. Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe‐ voerslang aanwezig zijn. Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Draai de waterkraan dicht. Zorg ervoor dat het apparaat correct geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de korven zijn geladen volgens de in‐ structies in de gebruikershandleiding. Zorg dat de filters schoon zijn. Schakel het apparaat uit en aan. NEDERLANDS Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing Storing van de waspomp of de afvoerpomp. Het display toont i51 - i59 of i5A - i5F. • 51 Schakel het apparaat uit en aan. De temperatuur van het wa‐ • ter in het apparaat is te hoog of er is een storing in de • temperatuursensor opgetre‐ den. Het display toont i61 of i69. Zorg ervoor dat de temperatuur van het inlaatwater niet hoger is dan 60° C. Schakel het apparaat uit en aan. Technische storing van het apparaat. Het display toont iC0 of iC3. • Schakel het apparaat uit en aan. Het niveau van het water in het apparaat is te hoog. Op het display verschijnt iF1. • • • Schakel het apparaat uit en aan. Zorg dat de filters schoon zijn. Zorg ervoor dat de uitlaatslang op de juiste hoogte bo‐ ven de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatieinstructies. Het apparaat stopt en start meerdere keren tijdens de werking. • Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresul‐ taten en energiebesparing. Het programma duurt te lang. • Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de uitgestelde start of wacht u tot het aftellen voorbij is. Het activeren van deze optie kan de duur van het pro‐ gramma verlengen. De resterende duur in de display wordt verlengd en schakelt bijna naar het eind van de programmaduur. • Dit is geen storing. Het apparaat werkt goed. Kleine lekkage uit de deur van het apparaat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐ bare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing). De deur van het apparaat sluit moeilijk. Ratelende of kloppende ge‐ luiden vanuit het apparaat. • • • • • • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐ bare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraai‐ en. 52 www.aeg.com Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing Het apparaat maakt kortslui‐ • ting. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk wer‐ kende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem con‐ tact op met een erkend servicecentrum. • Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze klantenservice of een servicecentrum. Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt u contact op met de service-afdeling. WAARSCHUWING! We raden u aan het apparaat niet te gebruiken, totdat het probleem volledig is opgelost. Haal de stekker uit het stopcontact en sluit het apparaat pas weer aan als u zeker weet dat het correct werkt. 11.1 De productnummercode (PNC) productnummercode van uw apparaat te geven. De PNC treft u aan op het typeplaatje van de apparaatdeur. U kunt ook de PNC bekijken op het bedieningspaneel. Zorg er voordat u op de PNC kijkt, het apparaat in de programmakeuze staat. 1. Druk tegelijkertijd op en en houd ze ongeveer 3 seconden ingedrukt. Het display toont de PNC van uw apparaat. 2. Om de weergave van de PNC te verlaten, drukt u tegelijkertijd op en en houdt u deze ongeveer 3 seconden vast. Het apparaat keert terug naar de programmakeuze. Als je contact opneemt met een erkend servicecemtrum, dient u de 11.2 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Storing Mogelijke oorzaak en oplossing Slechte wasresultaten. • • • • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korf. Gebruik een intensiever wasprogramma. Activeer de optie ExtraPower om de wasresultaten van een geselecteerd programma te verbeteren. Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Zie "Onderhoud en reiniging". NEDERLANDS Storing Mogelijke oorzaak en oplossing Slechte droogresultaten. • • • • • • Witte strepen of een blauwe waas op glazen en servies‐ goed. • • 53 Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐ staan. Activeer AirDry om het automatisch openen van de deur in te stellen en de droogprestatie te verbete‐ ren. Het glansspoelmiddel is op of de dosering van glans‐ spoelmiddel is niet voldoende. Vul het glansspoelmid‐ deldoseerbakje of zet de glansspoelmiddelstand ho‐ ger. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. We raden aan altijd glansspoelmiddel te gebruiken, zelfs in combinatie met wastabletten. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden afgedroogd. Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg "Programmaoverzicht". De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een lagere stand. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. Vlekken en opgedroogde wa‐ tervlekken op glazen en ser‐ vies. • De binnenkant van het appa‐ raat is nat. • Dit is geen storing van het apparaat. Vochtige lucht condenseert op de wanden van het apparaat. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in vaatwassers. Het glansspoelmiddeldoseerbakje is lek. Neem con‐ tact op met de klantenservice. Roestresten op bestek. • • • • Er bevinden zich aan het ein‐ de van het programma resten van vaatwasmiddel in het vaatwasmiddeldoseerbakje. • • • De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te laag. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak zijn. Er wordt voor het wassen te veel zout in het water ge‐ bruikt. Zie 'De waterontharder instellen'. Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar. De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldo‐ seerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het water. Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwas‐ middeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de sproeiarmen niet geblokkeerd of verstopt zijn. Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren. 54 www.aeg.com Storing Mogelijke oorzaak en oplossing Geuren in het apparaat. • • Raadpleeg "Reiniging binnenkant". Start het programma Machine Care met een ontkalker of een reinigingsproduct bestemd voor vaatwassers. Kalkresten op het servies‐ goed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • • • Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding. De dop van het zoutreservoir zit los. U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder in‐ stellen'. Gebruik zout en stel zelfs bij gebruik van multitabletten de waterontharder in. Zie 'De waterontharder instel‐ len'. Start het programma Machine Care met een ontkalker bestemd voor vaatwassers. Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het appa‐ raat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd. Probeer een ander wasmiddel. Neem contact op met de wasmiddelfabrikant. • • • • • Dof, ontkleurd of afgeschilverd • serviesgoed. • • • Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwer‐ pen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Leg tere voorwerpen in de bovenkorf. Activeer de optie GlassCare om te zorgen voor speci‐ ale verzorging voor glaswerk en fijne items. Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik" of "Hints en tips" voor mogelijke oorzaken. 12. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818 - 898 / 550 Elektrische aansluiting 1) Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8) Watertoevoer Koud water of warm wa‐ max. 60 °C ter 2) Inhoud Couverts 14 NEDERLANDS Stroomverbruik Modus aan laten (W) 5.0 Uit-modus (W) 0.50 55 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door een alternatieve, milieuvriendelijkere energiebron geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. 12.1 Link naar de EU-EPRELdatabank De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de registratie van dit apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. product in de EU-EPREL-databank te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer kunt u vinden op het typeplaatje van het apparaat. Zie het hoofdstuk ‘Productbeschrijving’. Kijk voor meer informatie over het energielabel op www.theenergylabel.eu Het is ook mogelijk om informatie gerelateerd aan de prestaties van het 13. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het apparaten gemarkeerd met het symbool symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. *
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

AEG FSB52917Z Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen