IKEA RDW55 Handleiding

Type
Handleiding
Inhoud
Veiligheidsinformatie 66
Beschrijving van het product 68
Bedieningspaneel 69
Wasprogramma's 70
Bediening van het apparaat 71
De waterontharder instellen 72
Gebruik van zout voor de vaatwasser 73
Gebruik van glansspoelmiddel 73
De vaatwasser inruimen 74
Gebruik van vaatwasmiddelen 75
Een wasprogramma selecteren en starten
76
Onderhoud en reiniging 77
Problemen oplossen 79
Technische gegevens 81
Montage 81
Aansluiting aan de waterleiding 82
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 83
Milieubescherming 83
IKEA GARANTIE 83
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte
werking van het apparaat eerst deze
handleiding aandachtig door, alvorens het
apparaat te installeren. Bewaar deze instruc-
ties altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u
deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moe-
ten volledig op de hoogte zijn van de bedie-
ning en veiligheidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen om huishou-
delijk keukengerei dat geschikt is voor af-
wasmachines, schoon te maken.
Doe geen oplosmiddelen in het apparaat.
Pas op voor explosiegevaar.
Plaats de messen en alle voorwerpen met
scherpe punten met de punt naar beneden
in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze
dan horizontaal op het hoofdrek.
Gebruik alleen merkproducten voor afwas-
machines (afwasmiddel, zout, glansspoel-
middel).
Als u de deur opent als het apparaat in
werking is, kan er hete stoom ontsnappen.
Gevaar voor brandwonden.
Neem geen serviesgoed uit de afwasma-
chine voordat het afwasprogramma is af-
gelopen.
Haal, als het afwasprogramma is afgelo-
pen, de stekker uit het stopcontact en draai
de waterkraan dicht.
Alleen een bevoegde servicemonteur mag
dit apparaat repareren. Gebruik alleen ori-
ginele reserveonderdelen.
Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en
schade aan het apparaat te voorkomen.
Neem altijd contact op met de lokale klan-
tenservice.
Algemene veiligheid
Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan erva-
ring en kennis mogen dit apparaat niet ge-
bruiken. Zij moeten onder toezicht staan of
instructies krijgen over het gebruik van dit
apparaat van iemand die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Volg de veiligheidsinstructies van de afwas-
middelfabrikant op om brandwonden aan
ogen, mond en keel te voorkomen.
Drink geen water uit de afwasmachine. Er
kan afwasmiddel in uw apparaat achterge-
bleven zijn.
Sluit de deur altijd als u het apparaat niet
gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien
struikelt u zo niet over de deur.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
Alleen volwassenen mogen dit apparaat
gebruiken. Kinderen moeten in de gaten
gehouden worden om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
NEDERLANDS 66
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge
plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen
niet aanraken.
Houd kinderen uit de buurt van de afwas-
machine als de deur open staat.
Installatie
Controleer of het apparaat niet is bescha-
digd tijdens het vervoer. Sluit een bescha-
digd apparaat niet aan. Neem, indien no-
dig, contact op met de leverancier.
Verwijder de verpakking vóór de eerste in-
gebruikneming.
Een gekwalificeerd en bekwaam persoon
moet de elektrische installatie uitvoeren.
Een gekwalificeerd en bekwaam persoon
moet het loodgieterswerk uitvoeren.
Wijzig de specificaties van dit product niet
en verander dit product niet. Gevaar voor
letsel en schade aan het apparaat.
Gebruik het apparaat niet:
als de hoofdkabel of waterslangen be-
schadigd zijn,
als het bedieningspaneel, het werkblad
of de plint zodanig beschadigd zijn dat u
bij het inwendige van het apparaat kunt
komen.
Neem bij twijfel contact op met de Klanten-
service. Zie de lijst met adressen op het eind
van deze handleiding.
Boor niet in de zijkanten van het apparaat
om schade aan de hydraulische en elektri-
sche onderdelen te voorkomen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de
instructies op voor de elektrische en
wateraansluitingen.
NEDERLANDS 67
Beschrijving van het product
6
1
5
4
2
3
1 Sproeiarm
2 Microfilter
3 Afwasmiddeldoseerbakje
4 Glansmiddeldoseerbakje
5 Platte filter
6 Zoutreservoir
Het typeplaatje bevindt zich aan de rech-
terkant van de deur van het apparaat.
NEDERLANDS 68
Bedieningspaneel
1 3 42
5
ABC
1 Aan/Uit-toets
2 Programmakeuzetoetsen
3 Toets uitgestelde start
4 Indicatielampjes
5 Functietoetsen
Indicatielampjes
1)
Het indicatielampje gaat aan als er zout bij-
gevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik
van zout voor afwasmachines'.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren
aan, maar heeft geen ongewenst effect op de
werking van het apparaat.
1)
Het indicatielampje gaat aan als er glansmid-
del bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Ge-
bruik van glansmiddel'.
Het indicatielampje gaat aan wanneer het af-
wasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties:
Niveau van de waterontharder.
In-/uitschakelen van de geluidssignalen.
Er klinkt een geluidssignaal als het appa-
raat een storing heeft.
1) Het indicatielampje is uit als het programma loopt.
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om het star-
ten van het afwasprogramma met intervallen
van 3, 6 of 9 uur uit te stellen. Zie hoofdstuk
'Een afwasprogramma instellen en starten'.
Functietoetsen
Gebruik de functietoetsen voor deze hande-
lingen:
het instellen van de waterontharder. Zie
hoofdstuk 'De waterontharder instellen'.
NEDERLANDS 69
het in/uitschakelen van de geluidssignalen.
Zie hoofdstuk 'Geluidssignalen'.
het annuleren van het lopende afwaspro-
gramma of aftellende uitgestelde start. Zie
hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen
en starten'.
Geluidssignalen
U hoort een geluidssignaal:
aan het einde van het afwasprogramma.
tijdens het instellen van de waterontharder.
als het apparaat een storing heeft.
Het activeren van de geluidssignalen is in de
fabriek ingesteld.
Volg deze stappen om de geluidssignalen uit
te schakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd
deze vast totdat de indicatielampjes van
de functietoetsen A, B en C beginnen te
knipperen.
4. Druk op functietoets C.
De indicatielampjes van functietoetsen
A en B gaan uit.
Het indicatielampje van functietoets C
begint te knipperen.
Het indicatielampje Einde gaat aan.
De geluidssignalen zijn ingeschakeld.
5. Druk nogmaals op functietoets C.
Het indicatielampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
6. Schakel het apparaat uit om de bewerking
op te slaan.
Volg deze stappen om de geluidssignalen in
te schakelen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit
totdat het controlelampje Einde gaat bran-
den.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle
programma-indicatielampjes aan zijn.
Het apparaat moet in de instelmodus staan
voor deze bewerkingen:
het instellen van een afwasprogramma.
het instellen van het niveau van de water-
ontharder.
het in/uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programma-indicatielampje aan
gaat, annuleer dan het programma om naar
de instelmodus terug te keren. Zie hoofdstuk
'Een afwasprogramma instellen en starten'.
Wasprogramma's
Wasprogramma's
Programma
Mate van
vervuiling
Soort ser-
viesgoed
Beschrijving pro-
gramma
Intensief
Sterk vervuild Servies-
goed, be-
stek, potten
en pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoel-
gangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 65°C
1 tussentijdse spoel-
gang
Laatste spoelgang
Drogen
NEDERLANDS 70
Programma Mate van
vervuiling
Soort ser-
viesgoed
Beschrijving pro-
gramma
Zuinig
1)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 55°C
1 tussentijdse spoel-
gang
Laatste spoelgang
Drogen
Snel
Normaal of
licht vervuild
Serviesgoed
en bestek
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoel-
gang
Laatste spoelgang
Glas
Normaal of
licht vervuild
Teer aarde-
werk en
glaswerk
Hoofdwas tot 40°C
1 tussentijdse spoel-
gang
Laatste spoelgang
1) Testprogramma voor testinstanties. Dit is het zuinige afwasprogramma. Zie voor testgegevens het aparte
informatieblad. Alleen in 3 talen beschikbaar (Engels, Frans, Duits) voor testdoeleinden.
Verbruikswaarden (voor volledige afwascyslus)
Programma
Duur (minuten) Energie (kWh) Water (liter)
107 1,15 9
84 0,80 7
1)
149 0,63 7
36 0,40 6
31 0,35 6
1) De duur van dit wasprogramma is vooraf ingesteld (langer) dan de andere programma's door de langere
droog- en afwasfases.
De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid
serviesgoed kunnen deze waarden veranderen.
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van
de procedure:
1. Controleer of het niveau van de wateront-
harder juist is voor de waterhardheid in uw
omgeving. Stel, indien nodig, de wateront-
harder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwas-
machines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwas-
machine.
5. Stel het juiste programma in voor het type
lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de
juiste hoeveelheid afwasmiddel.
NEDERLANDS 71
7. Start het afwasprogramma. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie
hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en
zouten van de watertoevoer. Mineralen en
zouten kunnen een negatieve invloed hebben
op de werking van het apparaat.
De waterhardheid wordt gemeten in de vol-
gende gelijkwaardige schalen:
Duitse graden (dH°).
Franse graden (°TH).
mmol/l (millimol per liter - een internationa-
le eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhard-
heid in uw omgeving. Neem, indien nodig,
contact op met het lokale waterschap.
Waterhardheid
Instelling water-
hardheid
°dH mmol/l °TH Clarke
>24 >4.2 >40 > 28 5
18- 24 3.2- 4.2 32- 40 22- 28 4
12- 18 2.1- 3.2 19- 32 13- 22 3
4- 12 0.7- 2.1 7- 19 5 -13 2
< 4 < 0.7 < 7 < 5
1
1)
1) Geen zout nodig.
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld
op niveau 3.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd
deze vast totdat de indicatielampjes van
de functietoetsen A, B en C beginnen te
knipperen.
4. Laat de functietoetsen B en C los.
5. Druk op functietoets A.
Het indicatielampje van functietoets A
blijft knipperen.
De indicatielampjes van functietoetsen B
en C gaan uit.
Het indicatielampje einde begint te
knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
De instelfunctie van de waterontharder is
geactiveerd.
Het indicatielampje einde knippert en een
hoorbaar signaal geeft het niveau van de
waterontharder aan. De pauze tussen de
signalen is ongeveer 3 seconden.
Voorbeeld: 3 knipperingen / 3 onderbro-
ken geluidssignalen, onderbreking, 3 knip-
peringen / 3 onderbroken geluidssigna-
len, onderbreking = niveau 3
6. Druk nogmaals op functietoets A om het
niveau van de waterontharder met één
stap te verhogen.
7. Druk op de aan-/uit-toets om de bewer-
king op te slaan.
NEDERLANDS 72
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen zout voor
afwasmachines. Andere soorten zout die
niet geschikt zijn voor afwasmachines kunnen
schade toebrengen aan de waterontharder.
1
2
3
Vul het zoutreservoir
met 1 liter water (al-
leen de eerste keer).
4
Vul het zoutreservoir
met 1 kg zout. Ge-
bruik de bijgelever-
de zouttrechter.
5
Controleer of er geen
zoutkorrels buiten
het zoutreservoir zijn
gevallen.
6
Het is normaal dat water uit het zoutre-
servoir stroomt wanneer u dit vult met
zout.
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Volg deze stappen om het glansmiddeldo-
seerbakje te vullen:
1
2
3
max
4
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje
nooit met andere middelen (bijv.
afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar
afwasmiddel). Gevaar voor beschadiging van
het apparaat.
NEDERLANDS 73
De glansmiddeldosering afstellen
De glansmiddelkeu-
zeknop is in de fa-
briek ingesteld op
stand 1.
Om de dosering te
verhogen of te verla-
gen, raadpleegt u
"Problemen oplos-
sen"
De vaatwasser inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is
voor afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die
water kunnen opnemen (sponzen, huishoud-
doekjes, enz.) te reinigen.
Volg deze stappen voordat u serviesgoed
en bestek laadt:
Verwijder alle voedselresten en vuil.
– Laat aangebakken voedselresten eerst
inweken.
Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en
bestek laadt:
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, gla-
zen en pannen) met de opening naar be-
neden.
Zorg er voor dat het water niet in het re-
servoir of een diepe pan kan verzamelen.
Zorg er voor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar liggen.
Zorg er voor dat serviesgoed en bestek
elkaar niet overlappen.
Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden.
Voorwerpen van kunststof drogen niet zo
goed als porselein en stalen voorwerpen.
Leg lichte voorwerpen in het hoofdrek. Zorg
er voor dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen
vrij kunnen ronddraaien voordat u een
afwasprogramma start.
Hoofdrek
Plaats voorwerpen
op en onder de kop-
jesrekken. Klap de
kopjesrekken op
voor langere voor-
werpen.
Rangschik dekscha-
len en grote deksels
langs de rand van
het rek. Rangschik al-
le voorwerpen zo dat
het water er aan alle
kanten bij kan ko-
men.
Bestekmand
Waarschuwing! Zet geen lange mes-
sen rechtop in de bestekmand om letsel
te voorkomen.
Lang en/of scherp snijgereedschap moet
horizontaal in het hoofdrek worden gelegd.
Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen
zoals messen.
NEDERLANDS 74
Gebruik de bestek-
mand voor:
vorken en lepels
met het handvat
naar beneden.
messen met het
handvat omhoog.
Gebruik de beste-
kroosters. Als de af-
metingen van het be-
stek het gebruik van
de bestekroosters
voorkomen, verwij-
der ze dan.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder,
vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor
afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
dosering aanbevolen door de fabrikant.
aanbevelingen omtrent opslag.
De instructies op de verpakking verwijzen nor-
maliter naar grote afwasmachines (12 instel-
lingen).
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid
afwasmiddel om het milieu te sparen.
1
2
3
A
Vul het afwasmiddel-
bakje (A) met afwas-
middel.
4
B
Als u een waspro-
gramma gebruikt
met een voorwasfa-
se, doet u ook afwas-
middel in het voor-
wasdoseerbakje ( B).
5
A
6
NEDERLANDS 75
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmid-
deldoseerbakje ( A).
Afwasmiddeltabletten bevatten:
afwasmiddel
•glansmiddel
andere schoonmaakmiddelen.
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten
te gebruiken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten
geschikt zijn voor de waterhardheid in uw
omgeving. Zie de instructies van de fabri-
kant.
2. Stel het laagste niveau in voor de water-
hardheid en de glansmiddeldosering.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en
het glansmiddeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten
niet naar wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op
stand 2.
Volg deze stappen om opnieuw
afwasmiddelpoeder te gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste
niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder servies-
goed.
4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk
'De waterontharder instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel heb-
ben een ander oplostraject. Sommige af-
wasmiddeltabletten geven niet het beste rei-
nigingsresultaat tijdens korte wasprogram-
ma's. Gebruik lange wasprogramma's als u
afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwas-
middel volledig te verwijderen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Stel het afwasprogramma in met de deur
op een kier. Het afwasprogramma start
alleen nadat u de deur heeft gesloten. Tot dat
moment kunnen de instellingen nog worden
gewijzigd.
Volg deze stappen om een afwasprogramma
in te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Druk op een van de programmatoetsen.
Zie hoofdstuk 'Afwasprogramma's'.
Het programma-indicatielampje gaat
aan.
4. Sluit de deur.
Het afwasprogramma start.
Wanneer het afwasprogramma loopt,
kunt u het programma niet wijzigen. An-
nuleer het afwasprogramma.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een afwasprogramma alleen
als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan
hete stoom vrijkomen.
Een afwasprogramma annuleren
1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast
totdat alle programma-indicatielampjes
aan gaan.
2. Laat de functietoetsen B en C los om het
afwasprogramma te annuleren.
Op dit punt kunt u de volgende stappen uit-
voeren:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in .
Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwas-
middel voordat u een nieuw afwasprogramma
instelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
Het programma stopt.
Sluit de deur.
Het programma gaat verder vanaf het punt
dat het was onderbroken.
NEDERLANDS 76
Een afwasprogramma instellen en starten
met uitgestelde start
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. Een afwasprogramma instellen.
Het programma-indicatielampje gaat
aan.
3. Druk op de toets uitgestelde start totdat
het display de juiste duur van de uitgestel-
de start (3, 6 of 9 uur) toont.
4. Sluit de deur.
Het aftellen van de uitgestelde start be-
gint.
Het aftellen van de uitgestelde start telt
af in stappen van 3 uur.
Als het aftellen verstreken is, start het af-
wasprogramma automatisch.
Open de deur niet tijdens het aftellen om
het aftelproces niet te onderbreken. Als u
de deur weer sluit, gaat het aftellen verder
vanaf het punt van onderbreking.
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast
totdat alle programma-indicatielampjes
aan gaan.
Als u een uitgestelde start annuleert,
moet u ook het afwasprogramma annu-
leren.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende om-
standigheden uit:
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen voor het programma-
einde zijn hoorbaar.
1. Open de deur.
Het controlelampje Einde gaat branden.
Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasauto-
maat een paar minuten op een kier laat
staan voordat u het serviesgoed uit de ma-
chine haalt, bereikt u betere droogresulta-
ten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit
het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoe-
lig voor beschadigingen.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit voordat u de filters schoon maakt.
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder
filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn
geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt
slechte wasresultaten en schade aan het
apparaat.
1 2
B
A
Verwijder de filters A
en B in de bodem van
het apparaat.
NEDERLANDS 77
3
1
2
4
Maak de filters
schoon onder stro-
mend water.
5
1
2
Plaats de filters te-
rug. Draai het micro-
filter rechtsom om te
vergrendelen.
De sproeiarm schoonmaken
Bekijk de sproeiarm regelmatig. Verwijder
voedselresten van de openingen in de sproei-
arm.
Volg deze stappen om de sproeiarm te ver-
wijderen en terug te zetten:
1
2
3
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine
en het bedieningspaneel met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwas-
middelen. Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, tri-
chloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op
een plek waar de temperatuur onder de
0 °C komt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade door vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en
sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los
en verwijder het water in de watertoevoers-
lang.
Als de afwasmachine langere tijd niet wordt
gebruikt
Ga als volgt te werk als u het apparaat lan-
gere tijd niet gebruikt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de kraan dicht.
3. Laat de deur open om onaangename
geurtjes te voorkomen.
4. Houd de binnenkant van het apparaat
schoon (vooral de filters).
NEDERLANDS 78
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het probleem zelf
niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw leverancier of met de klantenservice.
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
Voortdurend
knipperen van
het controlelamp-
je programma
bezig.
Onderbroken ge-
luidssignaal.
1 keer knipperen
van het controle-
lampje Einde.
Storing:
De afwasmachine
wordt niet gevuld
met water.
De waterkraan is verstopt of aan-
gezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
Het filter in de watertoevoerslang
is geblokkeerd.
Maak het filter schoon.
De aansluiting van de watertoe-
voerslang is niet juist. De slang kan
geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist
is.
Voortdurend
knipperen van
het controlelamp-
je programma
bezig.
Onderbroken ge-
luidssignaal.
2 keer knipperen
van het controle-
lampje einde
programma.
Storing:
Het afwaswater
wordt niet afge-
voerd.
De gootsteenafvoer is geblok-
keerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De aansluiting van de wateraf-
voerslang is niet juist. De slang kan
geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist
is.
De afvoerpomp
werkt continu.
Alle indicatie-
lampjes op het
bedieningspa-
neel gaan uit.
Storing:
De anti-overstro-
mingsinrichting is
geactiveerd.
Draai de kraan dicht en neem contact op met de klantenservice.
NEDERLANDS 79
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Storing:
Het programma be-
gint niet.
De deur van het apparaat is niet
gesloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcon-
tact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering in de meterkast is
doorgebrand.
Vervang de zekering.
De uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om
het programma onmiddellijk te
starten.
Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was
onderbroken. Als de storing opnieuw verschijnt, neemt u contact op met de klantenservice.
Als de afwasresultaten slecht zijn:
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
De borden zijn
niet schoon
Het geselecteerde afwasprogramma
is niet geschikt voor het type lading
en mate van vervuiling.
Stel een ander afwasprogramma in.
Het hoofdrek is niet goed ingedeeld,
zodat het water er niet aan alle kan-
ten bij kan.
Vul het mandje op de juiste manier.
De sproeiarmen kunnen niet vrij
draaien als het serviesgoed niet juist
is geplaatst.
Zorg ervoor dat het bestek en het ser-
vies de sproeiarmen niet blokkeren.
De filters zijn vuil of niet juist ge-
plaatst.
Zorg ervoor dat de filters schoon zijn
en op de juiste manier geïnstalleerd.
Er is te weinig of geen afwasmiddel
gebruikt.
Zorg ervoor dat de hoeveelheid af-
wasmiddel in het afwasmiddelbakje
voldoende is.
Er zitten kalk-
resten op de
borden
Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout.
De waterontharder is ingesteld op
het verkeerde niveau.
Stel de waterontharder in.
De dop van het zoutreservoir zit niet
goed dicht.
Zorg ervoor dat het zoutreservoir
goed gesloten is.
Het servies-
goed is nat en
dof
Zorg ervoor dat het zoutreservoir
goed gesloten is.
Stel de glansmiddeldosering in.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
NEDERLANDS 80
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De glazen en
borden verto-
nen strepen,
melkachtige
vlekken of een
blauwzweem
Verkeerde dosering glansmiddel. Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde
waterdruppels
op de glazen
en de borden
Verkeerde dosering glansmiddel. Verhoog de dosering van het glans-
middel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak
zijn.
Gebruik een ander soort afwasmid-
del.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte (cm) 54,5
Hoogte (cm) 44,7
Diepte (cm) 49,4
Leidingwaterdruk
1)
Minimaal
Maximaal
0,8 bar (0,08 MPa)
10 bar (1,0 MPa)
Capaciteit (couverts) 6
Energieklasse A
Afwasklasse A
Droogklasse B
Geluid (dB(A)) 45
Gemiddeld jaarlijks energie-
verbruik (kWh)
2)
138,6
Gemiddeld jaarlijks water-
verbruik (liter)
2)
1540
1) Als de waterleidingsdruk in uw woonplaats hoger of lager is, neem dan contact op met de klantenservice.
2) De gegevens zijn gebaseerd op het afwasprogramma voor testinstanties, waarbij uitgegaan wordt van
220 cycli per jaar.
Informatie over de elektrische aansluiting, de spanning en het vermogen staat op het
typeplaatje op de binnenrand van de deur.
Montage
Let op! Zie de montage-instructies om
door te gaan met de installatie.
Waarschuwing! Zorg er voor dat de
stekker uit het stopcontact is gehaald tijdens
de installatie.
Installeer het apparaat op een plank in een
keukenkastje.
NEDERLANDS 81
Als reparatie noodzakelijk is, moet het appa-
raat gemakkelijk toegankelijk zijn voor de re-
parateur.
Zet het apparaat naast een waterkraan en
een afvoer.
Voor de ontluchting van de afwasmachine zijn
alleen openingen voor de watertoevoer, wa-
terafvoer en het netsnoer noodzakelijk.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Het apparaat heeft veiligheidsfuncties om te
voorkomen dat het water in het apparaat te-
rugstroomt naar het drinkwatersysteem.
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of
koude watertoevoer aan.
Gebruik een heet watertoevoer om het ener-
gieverbruik te verminderen, als het hete water
door alternatieve, milieuvriendelijkere ener-
giebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne-
of fotovoltaïsche panelen en wind).
Het is belangrijk een waterkraan of afsluit-
kraan dichtbij de afwasmachine te hebben.
Deze kranen moeten gemakkelijk toegankelijk
zijn.
Sluit de watertoevoerslang aan op een wa-
terkraan met een externe schroefdraad van
3/4".
Als de watertoevoerslang te kort is, vervang
de watertoevoerslang dan met een geschikte,
langere hogedrukslang. Sluit geen verlengde
slang aan.
Om de installatie te laten passen is het moge-
lijk het uiteinde van de slang die aan de af-
wasmachine is aangesloten, te draaien. Ga als
volgt te werk :
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de slang.
3. Draai de borgmoer vast.
Waarschuwing! Zorg er voor dat de
borgmoer en alle andere
bevestigingsmiddelen goed vast zitten
voordat u de afwasmachine op zijn plaats zet.
Waarschuwing! Gebruik altijd een
nieuwe watertoevoerslang. Gebruik
geen aansluitslangen van een oud apparaat.
Afvoerslang
Het apparaat heeft een waterbeveiligingssys-
teem om waterschade te voorkomen. Als er
een storing is, begint de afvoerpomp automa-
tisch het achtergebleven water uit de afwas-
machine te pompen.
Waarschuwing! Alleen als de
afwasmachine aan het lichtnet is
aangesloten, werkt het
waterbeveiligingssysteem als de
afwasmachine uit staat.
A
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de
waterafvoerslang aan een sifon onder de
gootsteen aansluit. Als u het membraan niet
verwijdert, kunnen voedselresten een verstop-
ping in de slang veroorzaken
NEDERLANDS 82
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! De fabrikant is niet
verantwoordelijk, als u deze
veiligheidsmaatregelen niet opvolgt.
Aard het apparaat volgens de veiligheids-
maatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en
het type stroom op het typeplaatje overeen-
komen met het voltage en stroomtype van uw
lokale stroomleverancier.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbe-
stendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitin-
gen en verlengsnoeren. Gevaar voor brand.
Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem con-
tact op met de klantenservice.
Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na
de installatie.
Trek niet aan de kabel om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf.
Dit apparaat voldoet aan de Europese richt-
lijnen.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product,
kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Verpakkingsmaterialen
De materialen met het symbool
zijn recy-
cleerbaar. Gooi de verpakking in de juiste af-
valcontainer voor recycling.
Voordat u het apparaat wegdoet
Waarschuwing! Volg deze stappen om
het apparaat weg te doen:
Trek het netsnoer uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder het slot van de deur. Hierdoor
voorkomt u dat kinderen zichzelf opsluiten
in het apparaat. Gevaar voor verstikking.
IKEA GARANTIE
Hoe lang is de garantie van IKEA geldig? Deze garantie is vijf (5) jaar geldig vanaf de
oorspronkelijke datum van aankoop van uw
apparaat bij IKEA, tenzij het apparaat van het
merk LAGAN is, dan geldt een garantieperio-
de van twee (2) jaar. De originele kassabon is
nodig als aankoopbewijs. Als er tijdens de ga-
rantieperiode werkzaamheden worden uitge-
voerd, wordt de garantie- periode van het
NEDERLANDS 83
apparaat niet verlengd, dat geldt ook voor de
nieuwe onderdelen.
Welke apparatuur valt niet onder de vijf (5)
jaar garantie van IKEA?
De apparaten van het merk LAGAN en alle
apparaten die gekocht zijn vóór 1 augustus
2007.
Wie zal de service uitvoeren?
De IKEA servicedienst zal de service uitvoeren
via het eigen bedrijf of het erkende service-
partnernetwerk.
Wat valt er onder de garantie?
De garantie dekt storingen van het apparaat,
die veroorzaakt zijn door verkeerde construc-
tie of materiaalfouten vanaf de aankoopda-
tum bij IKEA. Deze garantie is uitsluitend van
toepassing bij huishoudelijk gebruik. De uit-
zonderingen worden onder de hoofding “Wat
valt er niet onder deze garantie? gespecifi-
ceerd. Binnen de garantieperiode worden er
geen kosten om de storing te verhelpen aan-
gerekend, d.w.z. reparaties, onderdelen, ar-
beidsloon en transport, op voorwaarde dat
het apparaat toegankelijk is voor reparatie
zonder speciale kosten en dat het defect be-
trekking heeft op verkeerde constructie of ma-
teriaalfouten die onder de garantie vallen. Op
deze voorwaarden zijn de EG-richtlijnen (Nr.
99/44/EG) en de respectievelijke plaatselijke
voorschriften van toepassing. Vervangen on-
derdelen worden het eigendom van IKEA.
Wat zal IKEA doen om het probleem op te
lossen?
De door IKEA aangestelde servicedienst zal
het product onderzoeken en bepalen, dit uit-
sluitend ter eigen beoordeling, of het gedekt
wordt door deze garantie. Als het gedekt blijkt
te zijn, zal de IKEA servicedienst of de erkende
servicepartner dan via het eigen bedrijf, uit-
sluitend ter eigen beoordeling, ofwel het de-
fecte product repareren of het vervangen door
hetzelfde of een vergelijkbaar product.
Wat valt er niet onder deze garantie?
Normale slijtage.
Opzettelijk aangebrachte schade of schade
door verwaarlozing, schade veroorzaakt
door het niet opvolgen van de bedienings-
handleiding, onjuiste installatie of aanslui-
ting op een verkeerd voltage, schade ver-
oorzaakt door chemische of elektro-chemi-
sche reactie, roest, corrosie of waterschade,
maar niet beperkt tot schade veroorzaakt
door overmatig kalkgehalte van de water-
toevoer, schade veroor zaakt door abnor-
male omgevingsomstandigheden.
Verbruiksonderdelen, met inbegrip van
batterijen en lampjes.
Niet-functionele en decoratieve onderdelen
die niet van invloed zijn op het normale ge-
bruik van het apparaat, inclusief eventuele
krassen en mogelijke kleurverschillen.
Onvoorziene schade veroorzaakt door
vreemde voor-werpen of stoffen en het rei-
nigen of deblokkeren van filters, afvoersys-
temen of wasmiddellades.
Schade aan de volgende onderdelen: glas-
keramiek, accessoires, serviesgoed en be-
stekmandjes, toevoer- en afvoerpijpen, af-
dichtingen, lampen en lampenkapjes, scher-
men, knoppen, behuizingen en gedeeltes
van behuizingen, tenzij kan worden aange-
toond dat deze veroorzaakt zijn door fabri-
cagefouten.
Gevallen waarbij geen storing geconsta-
teerd kon worden tijdens het bezoek van
een technicus.
Reparaties die niet zijn uitgevoerd door on-
ze aange-stelde servicediensten en/of een
erkende contractuele servicepartner of
wanneer er niet-originele onderdelen ge-
bruikt zijn.
Reparaties die veroorzaakt zijn door instal-
latie die verkeerd of niet in overeenstem-
ming met de specificatie is uitgevoerd.
Gebruik van het apparaat in niet-huishou-
delijke omgeving d.w.z. professioneel ge-
bruik.
Transportschade.
Kosten voor de uitvoering van de installatie
van het IKEA apparaat, tenzij deze het ge-
volg is van een reparatie of de vervanging
van defecte onderdelen.
NEDERLANDS 84
Deze beperking is niet van toepassing op fout-
loze werkzaamheden uitgevoerd door een
gekwalificeerd specialist met gebruik van on-
ze originele onderdelen teneinde het appa-
raat aan te passen aan de technische veilig-
heidsspecificaties van een ander EU-land.
Hoe zijn de landelijke wetten van toepassing
De garantie van IKEA geeft u specifieke wet-
telijke rechten, die op zijn minst voldoen aan
alle plaatselijke wettelijke eisen die per land
verschillend zijn.
Gebied van geldigheid
Voor apparaten die in een EU-land zijn aan-
geschaft en meegenomen worden naar een
ander EU-land, zal de dienstverlening uitge-
voerd worden in het kader van de garantie-
voorwaarden die in het nieuwe land gebrui-
kelijk zijn. Een verplichting om diensten te ver-
lenen in het kader van de garantie bestaat
uitsluitend als:
het apparaat en de installatie ervan vol-
doen aan de technische specificaties van
het land waarin aanspraak gemaakt wordt
op de garantie;
het apparaat en de installatie ervan in over-
een-stemming zijn met de montage-instruc-
ties en de veiligheidsinformatie die in de
gebruikershandleiding staan.
De speciale SERVICE voor IKEA apparaten
Aarzel niet om contact op te nemen met de
speciale IKEA SERVICE om:
een beroep te doen op deze garantie;
uitleg te vragen over de installatie van het
IKEA appa-raat in het daarvoor bedoelde
keukenmeubel van IKEA. De service geeft u
geen uitleg met betrekking tot:
de volledige installatie van uw IKEA keu-
ken;
aansluitingen op het elektriciteitsnet (als
het appa-raat geleverd wordt zonder
stekker en kabel), op de water- en gas-
leiding, want dit moet gedaan worden
door een erkend installateur.
uitleg te vragen over de gebruikershandlei-
ding en de specificaties van het IKEA appa-
raat.
Om ervoor te zorgen dat wij u de beste service
verlenen, verzoeken wij u de montage-instruc-
ties en/of de gebrui- kershandleiding in dit
boekje zorgvuldig te lezen voordat u contact
met ons opneemt.
Hoe kunt u ons bereiken als u hulp nodig hebt
Op de laatste pagina van deze hand-leiding
vindt u de volledige lijst van door IKEA erken-
de Servicebedrijven met de bijbehorende na-
tionale tele-foonnummers.
Belangrijk! Om u sneller van dienst te kunnen
zijn, advi-seren wij u de specifieke
telefoonnummers te bellen die aan het eind
van deze handleiding vermeld zijn. Gebruik
altijd de telefoon-nummers die in het boekje
staan van het apparaat waarvoor u assistentie
nodig heeft. Zorg ervoor dat u het
artikelnummer (8 cijfers) van het IKEA
apparaat bij de hand hebt, voordat u ons belt
om assistentie te vragen.
Belangrijk! BEWAAR DE KASSABON!
Dit is uw aankoopbewijs en nodig om de ga-
rantie te doen gelden. Op de kassabon staat
ook de naam van het IKEA artikel en het num-
mer (8 cijfers) voor elk apparaat dat u gekocht
heeft.
Hebt u meer hulp nodig?
Bel voor alle andere vragen die u niet vindt in
de vorige paragraaf “De speciale SERVICE
voor IKEA apparaten”, niet de telefoonnum-
mers die op de laatste pagina van dit boekje
zijn vermeld, maar neem contact op met het
Call Center van de dichtstbijzijnde vestiging
van IKEA. Wij raden u aan de documentatie
van het apparaat zorgvuldig te lezen voordat
u contact met ons opneemt.
NEDERLANDS 85

Documenttranscriptie

NEDERLANDS 66 Inhoud Veiligheidsinformatie Beschrijving van het product Bedieningspaneel Wasprogramma's Bediening van het apparaat De waterontharder instellen Gebruik van zout voor de vaatwasser Gebruik van glansspoelmiddel De vaatwasser inruimen Gebruik van vaatwasmiddelen 66 68 69 70 71 72 73 73 74 75 Een wasprogramma selecteren en starten Onderhoud en reiniging Problemen oplossen Technische gegevens Montage Aansluiting aan de waterleiding Aansluiting aan het elektriciteitsnet Milieubescherming IKEA GARANTIE 76 77 79 81 81 82 83 83 83 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat. Gebruik conform de voorschriften • Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik. • Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor explosiegevaar. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het hoofdrek. • Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). • Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden. • Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen. • Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. • Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. • Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met de lokale klantenservice. Algemene veiligheid • Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Veiligheid van kinderen • Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen. NEDERLANDS • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat. Installatie • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier. • Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikneming. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren. 67 • Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. • Gebruik het apparaat niet: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, het werkblad of de plint zodanig beschadigd zijn dat u bij het inwendige van het apparaat kunt komen. Neem bij twijfel contact op met de Klantenservice. Zie de lijst met adressen op het eind van deze handleiding. • Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen. NEDERLANDS 68 Beschrijving van het product 1 2 3 4 5 6 1 6 2 5 3 4 Sproeiarm Microfilter Afwasmiddeldoseerbakje Glansmiddeldoseerbakje Platte filter Zoutreservoir Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterkant van de deur van het apparaat. NEDERLANDS 69 Bedieningspaneel 1 2 A B 3 4 C 5 1 2 3 4 5 Aan/Uit-toets Programmakeuzetoetsen Toets uitgestelde start Indicatielampjes Functietoetsen Indicatielampjes 1) 1) Het indicatielampje gaat aan als er zout bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor afwasmachines'. Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan, maar heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Het indicatielampje gaat aan als er glansmiddel bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van glansmiddel'. Het indicatielampje gaat aan wanneer het afwasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties: • Niveau van de waterontharder. • In-/uitschakelen van de geluidssignalen. • Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een storing heeft. 1) Het indicatielampje is uit als het programma loopt. Toets uitgestelde start Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het afwasprogramma met intervallen van 3, 6 of 9 uur uit te stellen. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Functietoetsen Gebruik de functietoetsen voor deze handelingen: • het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. NEDERLANDS 70 • het in/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie hoofdstuk 'Geluidssignalen'. • het annuleren van het lopende afwasprogramma of aftellende uitgestelde start. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Geluidssignalen U hoort een geluidssignaal: • aan het einde van het afwasprogramma. • tijdens het instellen van de waterontharder. • als het apparaat een storing heeft. Het activeren van de geluidssignalen is in de fabriek ingesteld. Volg deze stappen om de geluidssignalen uit te schakelen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen. 4. Druk op functietoets C. – De indicatielampjes van functietoetsen A en B gaan uit. – Het indicatielampje van functietoets C begint te knipperen. – Het indicatielampje Einde gaat aan. De geluidssignalen zijn ingeschakeld. 5. Druk nogmaals op functietoets C. – Het indicatielampje Einde gaat uit. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 6. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan. Volg deze stappen om de geluidssignalen in te schakelen: 1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het controlelampje Einde gaat branden. Instelmodus Het apparaat staat in de instelmodus als alle programma-indicatielampjes aan zijn. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor deze bewerkingen: – het instellen van een afwasprogramma. – het instellen van het niveau van de waterontharder. – het in/uitschakelen van de geluidssignalen. Als een programma-indicatielampje aan gaat, annuleer dan het programma om naar de instelmodus terug te keren. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Wasprogramma's Wasprogramma's Programma Intensief Normaal Mate van vervuiling Soort serviesgoed Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Beschrijving programma Voorwas Hoofdwas tot 70°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal ver- Serviesgoed Voorwas vuild en bestek Hoofdwas tot 65°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen NEDERLANDS 71 Programma Mate van vervuiling Soort serviesgoed Beschrijving programma Normaal ver- Serviesgoed Voorwas vuild en bestek Hoofdwas tot 55°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen Zuinig 1) Snel Glas Normaal of licht vervuild Serviesgoed Hoofdwas tot 50°C en bestek 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Normaal of licht vervuild Teer aardewerk en glaswerk Hoofdwas tot 40°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang 1) Testprogramma voor testinstanties. Dit is het zuinige afwasprogramma. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad. Alleen in 3 talen beschikbaar (Engels, Frans, Duits) voor testdoeleinden. Verbruikswaarden (voor volledige afwascyslus) Programma Duur (minuten) Energie (kWh) Water (liter) 107 1,15 9 84 0,80 7 149 0,63 7 36 0,40 6 31 0,35 6 1) 1) De duur van dit wasprogramma is vooraf ingesteld (langer) dan de andere programma's door de langere droog- en afwasfases. De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid serviesgoed kunnen deze waarden veranderen. Bediening van het apparaat Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure: 1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling. 6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. NEDERLANDS 72 7. Start het afwasprogramma. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'. De waterontharder instellen De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen: • Duitse graden (dH°). • Franse graden (°TH). • mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water). • Clarke. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap. Waterhardheid °dH mmol/l °TH Clarke Instelling waterhardheid >24 >4.2 >40 > 28 5 18- 24 3.2- 4.2 32- 40 22- 28 4 12- 18 2.1- 3.2 19- 32 13- 22 3 4- 12 0.7- 2.1 7- 19 5 -13 2 <4 < 0.7 <7 <5 1 1) 1) Geen zout nodig. Elektronische afstelling De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 3. 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen. 4. Laat de functietoetsen B en C los. 5. Druk op functietoets A. – Het indicatielampje van functietoets A blijft knipperen. – De indicatielampjes van functietoetsen B en C gaan uit. – Het indicatielampje einde begint te knipperen. – U hoort een geluidssignaal. De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd. Het indicatielampje einde knippert en een hoorbaar signaal geeft het niveau van de waterontharder aan. De pauze tussen de signalen is ongeveer 3 seconden. Voorbeeld: 3 knipperingen / 3 onderbroken geluidssignalen, onderbreking, 3 knipperingen / 3 onderbroken geluidssignalen, onderbreking = niveau 3 6. Druk nogmaals op functietoets A om het niveau van de waterontharder met één stap te verhogen. 7. Druk op de aan-/uit-toets om de bewerking op te slaan. NEDERLANDS 73 Gebruik van zout voor de vaatwasser Let op! Gebruik alleen zout voor afwasmachines. Andere soorten zout die niet geschikt zijn voor afwasmachines kunnen schade toebrengen aan de waterontharder. 1 6 5 2 Controleer of er geen zoutkorrels buiten het zoutreservoir zijn gevallen. 3 4 zout. Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met Vul het zoutreservoir Vul het zoutreservoir met 1 liter water (al- met 1 kg zout. Geleen de eerste keer). bruik de bijgeleverde zouttrechter. Gebruik van glansspoelmiddel Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te vullen: 1 3 4 max 2 Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Gevaar voor beschadiging van het apparaat. NEDERLANDS 74 De glansmiddeldosering afstellen De glansmiddelkeuzeknop is in de fabriek ingesteld op stand 1. Om de dosering te verhogen of te verlagen, raadpleegt u "Problemen oplossen" De vaatwasser inruimen Handige aanwijzingen en tips Let op! Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines. Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reinigen. • Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt: – Verwijder alle voedselresten en vuil. – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken. • Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt: – Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. – Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een diepe pan kan verzamelen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet overlappen. – Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden. • Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen. • Leg lichte voorwerpen in het hoofdrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven. Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. Hoofdrek Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het rek. Rangschik alle voorwerpen zo dat het water er aan alle kanten bij kan komen. Plaats voorwerpen op en onder de kopjesrekken. Klap de kopjesrekken op voor langere voorwerpen. Bestekmand Waarschuwing! Zet geen lange messen rechtop in de bestekmand om letsel te voorkomen. Lang en/of scherp snijgereedschap moet horizontaal in het hoofdrek worden gelegd. Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen zoals messen. NEDERLANDS Gebruik de bestekmand voor: • vorken en lepels met het handvat naar beneden. • messen met het handvat omhoog. 75 Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan. Gebruik van vaatwasmiddelen Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen. Volg de gegevens op de verpakking op: • dosering aanbevolen door de fabrikant. • aanbevelingen omtrent opslag. De instructies op de verpakking verwijzen normaliter naar grote afwasmachines (12 instellingen). Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te sparen. 1 2 4 3 B A Vul het afwasmiddel- Als u een wasprobakje (A) met afwas- gramma gebruikt middel. met een voorwasfase, doet u ook afwasmiddel in het voorwasdoseerbakje ( B). 5 6 A NEDERLANDS Gebruik van afwasmiddeltabletten Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje ( A). Afwasmiddeltabletten bevatten: • afwasmiddel • glansmiddel • andere schoonmaakmiddelen. Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebruiken: 1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de instructies van de fabrikant. 2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid en de glansmiddeldosering. Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje te vullen. Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn: 1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 76 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2. Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te gebruiken: 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. 2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau. 3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed. 4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. 5. Stel de glansmiddeldosering af. Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen. Een wasprogramma selecteren en starten Stel het afwasprogramma in met de deur op een kier. Het afwasprogramma start alleen nadat u de deur heeft gesloten. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd. Volg deze stappen om een afwasprogramma in te stellen en te starten: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op een van de programmatoetsen. Zie hoofdstuk 'Afwasprogramma's'. – Het programma-indicatielampje gaat aan. 4. Sluit de deur. – Het afwasprogramma start. Wanneer het afwasprogramma loopt, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwasprogramma. Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is. Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen. Een afwasprogramma annuleren 1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle programma-indicatielampjes aan gaan. 2. Laat de functietoetsen B en C los om het afwasprogramma te annuleren. Op dit punt kunt u de volgende stappen uitvoeren: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Stel een nieuw afwasprogramma in . Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt. Een afwasprogramma onderbreken Open de deur. • Het programma stopt. Sluit de deur. • Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. NEDERLANDS Een afwasprogramma instellen en starten met uitgestelde start 1. Druk op de aan/uit-toets. 2. Een afwasprogramma instellen. – Het programma-indicatielampje gaat aan. 3. Druk op de toets uitgestelde start totdat het display de juiste duur van de uitgestelde start (3, 6 of 9 uur) toont. 4. Sluit de deur. – Het aftellen van de uitgestelde start begint. – Het aftellen van de uitgestelde start telt af in stappen van 3 uur. Als het aftellen verstreken is, start het afwasprogramma automatisch. Open de deur niet tijdens het aftellen om het aftelproces niet te onderbreken. Als u de deur weer sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking. De uitgestelde start annuleren: 1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle programma-indicatielampjes aan gaan. 77 – Als u een uitgestelde start annuleert, moet u ook het afwasprogramma annuleren. 2. Stel een nieuw afwasprogramma in. Einde van het afwasprogramma Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden uit: • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen voor het programmaeinde zijn hoorbaar. 1. Open de deur. – Het controlelampje Einde gaat branden. – Het programmalampje blijft branden. 2. Druk op de Aan-/uittoets. 3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier laat staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere droogresultaten. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt. De filters reinigen Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het apparaat. 1 2 A B Verwijder de filters A en B in de bodem van het apparaat. NEDERLANDS 3 78 4 3 2 1 Maak de filters schoon onder stromend water. 5 1 2 Voorzorgsmaatregelen bij vorst Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst. Plaats de filters terug. Draai het microfilter rechtsom om te vergrendelen. De sproeiarm schoonmaken Bekijk de sproeiarm regelmatig. Verwijder voedselresten van de openingen in de sproeiarm. Volg deze stappen om de sproeiarm te verwijderen en terug te zetten: 1 Schoonmaken van de buitenkant Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz). 2 Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang. Als de afwasmachine langere tijd niet wordt gebruikt Ga als volgt te werk als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de kraan dicht. 3. Laat de deur open om onaangename geurtjes te voorkomen. 4. Houd de binnenkant van het apparaat schoon (vooral de filters). NEDERLANDS 79 Problemen oplossen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw leverancier of met de klantenservice. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig. • Onderbroken geluidssignaal. • 1 keer knipperen van het controlelampje Einde. Storing: De afwasmachine wordt niet gevuld met water. De waterkraan is verstopt of aan- Maak de waterkraan schoon. gezet met kalkaanslag. • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig. • Onderbroken geluidssignaal. • 2 keer knipperen van het controlelampje einde programma. Storing: Het afwaswater wordt niet afgevoerd. De gootsteenafvoer is geblok- Ontstop de gootsteenafvoer. keerd. De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. Het filter in de watertoevoerslang Maak het filter schoon. is geblokkeerd. De aansluiting van de watertoe- Zorg er voor dat de aansluiting juist voerslang is niet juist. De slang kan is. geknakt of ingedeukt zijn. De aansluiting van de wateraf- Zorg er voor dat de aansluiting juist voerslang is niet juist. De slang kan is. geknakt of ingedeukt zijn. • De afvoerpomp Draai de kraan dicht en neem contact op met de klantenservice. werkt continu. • Alle indicatielampjes op het bedieningspaneel gaan uit. Storing: De anti-overstromingsinrichting is geactiveerd. NEDERLANDS Probleem 80 Mogelijke oorzaak Oplossing Storing: De deur van het apparaat is niet Sluit de deur. Het programma be- gesloten. gint niet. De stekker zit niet in het stopcon- Steek de stekker in het stopcontact. tact. De zekering in de meterkast is Vervang de zekering. doorgebrand. De uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma onmiddellijk te starten. Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Als de storing opnieuw verschijnt, neemt u contact op met de klantenservice. Als de afwasresultaten slecht zijn: Probleem De borden zijn niet schoon Mogelijke oorzaak Oplossing Het geselecteerde afwasprogramma Stel een ander afwasprogramma in. is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. Het hoofdrek is niet goed ingedeeld, Vul het mandje op de juiste manier. zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. De sproeiarmen kunnen niet vrij Zorg ervoor dat het bestek en het serdraaien als het serviesgoed niet juist vies de sproeiarmen niet blokkeren. is geplaatst. De filters zijn vuil of niet juist ge- Zorg ervoor dat de filters schoon zijn plaatst. en op de juiste manier geïnstalleerd. Er is te weinig of geen afwasmiddel Zorg ervoor dat de hoeveelheid afgebruikt. wasmiddel in het afwasmiddelbakje voldoende is. Er zitten kalkresten op de borden Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout. De waterontharder is ingesteld op Stel de waterontharder in. het verkeerde niveau. De dop van het zoutreservoir zit niet Zorg ervoor dat het zoutreservoir goed dicht. goed gesloten is. Het serviesgoed is nat en dof Zorg ervoor dat het zoutreservoir Stel de glansmiddeldosering in. goed gesloten is. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Vul het glansmiddeldoseerbakje. NEDERLANDS Probleem 81 Mogelijke oorzaak Oplossing De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem Verkeerde dosering glansmiddel. Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden Verkeerde dosering glansmiddel. Verhoog de dosering van het glansmiddel. Het afwasmiddel kan de oorzaak Gebruik een ander soort afwasmidzijn. del. Technische gegevens Afmetingen Breedte (cm) 54,5 Hoogte (cm) 44,7 Diepte (cm) Leidingwaterdruk 1) Minimaal Maximaal Capaciteit (couverts) 6 Energieklasse A Afwasklasse A Droogklasse B Geluid (dB(A)) 45 Gemiddeld jaarlijks energieverbruik (kWh) 2) 138,6 Gemiddeld jaarlijks waterverbruik (liter) 2) 1540 49,4 0,8 bar (0,08 MPa) 10 bar (1,0 MPa) 1) Als de waterleidingsdruk in uw woonplaats hoger of lager is, neem dan contact op met de klantenservice. 2) De gegevens zijn gebaseerd op het afwasprogramma voor testinstanties, waarbij uitgegaan wordt van 220 cycli per jaar. Informatie over de elektrische aansluiting, de spanning en het vermogen staat op het typeplaatje op de binnenrand van de deur. Montage Let op! Zie de montage-instructies om door te gaan met de installatie. stekker uit het stopcontact is gehaald tijdens de installatie. Waarschuwing! Zorg er voor dat de Installeer het apparaat op een plank in een keukenkastje. NEDERLANDS Als reparatie noodzakelijk is, moet het apparaat gemakkelijk toegankelijk zijn voor de reparateur. Zet het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. 82 Voor de ontluchting van de afwasmachine zijn alleen openingen voor de watertoevoer, waterafvoer en het netsnoer noodzakelijk. Aansluiting aan de waterleiding Watertoevoerslang Het apparaat heeft veiligheidsfuncties om te voorkomen dat het water in het apparaat terugstroomt naar het drinkwatersysteem. Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude watertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonneof fotovoltaïsche panelen en wind). Het is belangrijk een waterkraan of afsluitkraan dichtbij de afwasmachine te hebben. Deze kranen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn. Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4". Als de watertoevoerslang te kort is, vervang de watertoevoerslang dan met een geschikte, langere hogedrukslang. Sluit geen verlengde slang aan. Om de installatie te laten passen is het mogelijk het uiteinde van de slang die aan de afwasmachine is aangesloten, te draaien. Ga als volgt te werk : 1. Draai de borgmoer los. 2. Draai de slang. 3. Draai de borgmoer vast. A Waarschuwing! Zorg er voor dat de borgmoer en alle andere bevestigingsmiddelen goed vast zitten voordat u de afwasmachine op zijn plaats zet. Waarschuwing! Gebruik altijd een nieuwe watertoevoerslang. Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat. Afvoerslang Het apparaat heeft een waterbeveiligingssysteem om waterschade te voorkomen. Als er een storing is, begint de afvoerpomp automatisch het achtergebleven water uit de afwasmachine te pompen. Waarschuwing! Alleen als de afwasmachine aan het lichtnet is aangesloten, werkt het waterbeveiligingssysteem als de afwasmachine uit staat. Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de waterafvoerslang aan een sifon onder de gootsteen aansluit. Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een verstopping in de slang veroorzaken NEDERLANDS 83 Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! De fabrikant is niet verantwoordelijk, als u deze veiligheidsmaatregelen niet opvolgt. Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen. Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en verlengsnoeren. Gevaar voor brand. Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de klantenservice. Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de installatie. Trek niet aan de kabel om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf. Dit apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen. Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Voordat u het apparaat wegdoet Waarschuwing! Volg deze stappen om het apparaat weg te doen: • Trek het netsnoer uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer door en gooi het weg. • Verwijder het slot van de deur. Hierdoor voorkomt u dat kinderen zichzelf opsluiten in het apparaat. Gevaar voor verstikking. Verpakkingsmaterialen De materialen met het symbool zijn recycleerbaar. Gooi de verpakking in de juiste afvalcontainer voor recycling. IKEA GARANTIE Hoe lang is de garantie van IKEA geldig? Deze garantie is vijf (5) jaar geldig vanaf de oorspronkelijke datum van aankoop van uw apparaat bij IKEA, tenzij het apparaat van het merk LAGAN is, dan geldt een garantieperiode van twee (2) jaar. De originele kassabon is nodig als aankoopbewijs. Als er tijdens de garantieperiode werkzaamheden worden uitgevoerd, wordt de garantie- periode van het NEDERLANDS apparaat niet verlengd, dat geldt ook voor de nieuwe onderdelen. Welke apparatuur valt niet onder de vijf (5) jaar garantie van IKEA? De apparaten van het merk LAGAN en alle apparaten die gekocht zijn vóór 1 augustus 2007. Wie zal de service uitvoeren? De IKEA servicedienst zal de service uitvoeren via het eigen bedrijf of het erkende servicepartnernetwerk. Wat valt er onder de garantie? De garantie dekt storingen van het apparaat, die veroorzaakt zijn door verkeerde constructie of materiaalfouten vanaf de aankoopdatum bij IKEA. Deze garantie is uitsluitend van toepassing bij huishoudelijk gebruik. De uitzonderingen worden onder de hoofding “Wat valt er niet onder deze garantie?” gespecificeerd. Binnen de garantieperiode worden er geen kosten om de storing te verhelpen aangerekend, d.w.z. reparaties, onderdelen, arbeidsloon en transport, op voorwaarde dat het apparaat toegankelijk is voor reparatie zonder speciale kosten en dat het defect betrekking heeft op verkeerde constructie of materiaalfouten die onder de garantie vallen. Op deze voorwaarden zijn de EG-richtlijnen (Nr. 99/44/EG) en de respectievelijke plaatselijke voorschriften van toepassing. Vervangen onderdelen worden het eigendom van IKEA. Wat zal IKEA doen om het probleem op te lossen? De door IKEA aangestelde servicedienst zal het product onderzoeken en bepalen, dit uitsluitend ter eigen beoordeling, of het gedekt wordt door deze garantie. Als het gedekt blijkt te zijn, zal de IKEA servicedienst of de erkende servicepartner dan via het eigen bedrijf, uitsluitend ter eigen beoordeling, ofwel het defecte product repareren of het vervangen door hetzelfde of een vergelijkbaar product. Wat valt er niet onder deze garantie? • Normale slijtage. 84 • Opzettelijk aangebrachte schade of schade door verwaarlozing, schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de bedieningshandleiding, onjuiste installatie of aansluiting op een verkeerd voltage, schade veroorzaakt door chemische of elektro-chemische reactie, roest, corrosie of waterschade, maar niet beperkt tot schade veroorzaakt door overmatig kalkgehalte van de watertoevoer, schade veroor zaakt door abnormale omgevingsomstandigheden. • Verbruiksonderdelen, met inbegrip van batterijen en lampjes. • Niet-functionele en decoratieve onderdelen die niet van invloed zijn op het normale gebruik van het apparaat, inclusief eventuele krassen en mogelijke kleurverschillen. • Onvoorziene schade veroorzaakt door vreemde voor-werpen of stoffen en het reinigen of deblokkeren van filters, afvoersystemen of wasmiddellades. • Schade aan de volgende onderdelen: glaskeramiek, accessoires, serviesgoed en bestekmandjes, toevoer- en afvoerpijpen, afdichtingen, lampen en lampenkapjes, schermen, knoppen, behuizingen en gedeeltes van behuizingen, tenzij kan worden aangetoond dat deze veroorzaakt zijn door fabricagefouten. • Gevallen waarbij geen storing geconstateerd kon worden tijdens het bezoek van een technicus. • Reparaties die niet zijn uitgevoerd door onze aange-stelde servicediensten en/of een erkende contractuele servicepartner of wanneer er niet-originele onderdelen gebruikt zijn. • Reparaties die veroorzaakt zijn door installatie die verkeerd of niet in overeenstemming met de specificatie is uitgevoerd. • Gebruik van het apparaat in niet-huishoudelijke omgeving d.w.z. professioneel gebruik. • Transportschade. • Kosten voor de uitvoering van de installatie van het IKEA apparaat, tenzij deze het gevolg is van een reparatie of de vervanging van defecte onderdelen. NEDERLANDS Deze beperking is niet van toepassing op foutloze werkzaamheden uitgevoerd door een gekwalificeerd specialist met gebruik van onze originele onderdelen teneinde het apparaat aan te passen aan de technische veiligheidsspecificaties van een ander EU-land. Hoe zijn de landelijke wetten van toepassing De garantie van IKEA geeft u specifieke wettelijke rechten, die op zijn minst voldoen aan alle plaatselijke wettelijke eisen die per land verschillend zijn. Gebied van geldigheid Voor apparaten die in een EU-land zijn aangeschaft en meegenomen worden naar een ander EU-land, zal de dienstverlening uitgevoerd worden in het kader van de garantievoorwaarden die in het nieuwe land gebruikelijk zijn. Een verplichting om diensten te verlenen in het kader van de garantie bestaat uitsluitend als: • het apparaat en de installatie ervan voldoen aan de technische specificaties van het land waarin aanspraak gemaakt wordt op de garantie; • het apparaat en de installatie ervan in overeen-stemming zijn met de montage-instructies en de veiligheidsinformatie die in de gebruikershandleiding staan. De speciale SERVICE voor IKEA apparaten Aarzel niet om contact op te nemen met de speciale IKEA SERVICE om: • een beroep te doen op deze garantie; • uitleg te vragen over de installatie van het IKEA appa-raat in het daarvoor bedoelde keukenmeubel van IKEA. De service geeft u geen uitleg met betrekking tot: – de volledige installatie van uw IKEA keuken; – aansluitingen op het elektriciteitsnet (als het appa-raat geleverd wordt zonder stekker en kabel), op de water- en gasleiding, want dit moet gedaan worden door een erkend installateur. • uitleg te vragen over de gebruikershandleiding en de specificaties van het IKEA apparaat. 85 Om ervoor te zorgen dat wij u de beste service verlenen, verzoeken wij u de montage-instructies en/of de gebrui- kershandleiding in dit boekje zorgvuldig te lezen voordat u contact met ons opneemt. Hoe kunt u ons bereiken als u hulp nodig hebt Op de laatste pagina van deze hand-leiding vindt u de volledige lijst van door IKEA erkende Servicebedrijven met de bijbehorende nationale tele-foonnummers. Belangrijk! Om u sneller van dienst te kunnen zijn, advi-seren wij u de specifieke telefoonnummers te bellen die aan het eind van deze handleiding vermeld zijn. Gebruik altijd de telefoon-nummers die in het boekje staan van het apparaat waarvoor u assistentie nodig heeft. Zorg ervoor dat u het artikelnummer (8 cijfers) van het IKEA apparaat bij de hand hebt, voordat u ons belt om assistentie te vragen. Belangrijk! BEWAAR DE KASSABON! Dit is uw aankoopbewijs en nodig om de garantie te doen gelden. Op de kassabon staat ook de naam van het IKEA artikel en het nummer (8 cijfers) voor elk apparaat dat u gekocht heeft. Hebt u meer hulp nodig? Bel voor alle andere vragen die u niet vindt in de vorige paragraaf “De speciale SERVICE voor IKEA apparaten”, niet de telefoonnummers die op de laatste pagina van dit boekje zijn vermeld, maar neem contact op met het Call Center van de dichtstbijzijnde vestiging van IKEA. Wij raden u aan de documentatie van het apparaat zorgvuldig te lezen voordat u contact met ons opneemt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

IKEA RDW55 Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen