Shindaiwa T243XS Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1Dekse l
NEDERLANDS
(Oorspronkelijke instructies)
BEDIENINGSHANDLEIDING
GRASTRIMMER/BOSMAAIER
T243XS
C243S
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE RE-
GELS VOOR VEILIG GEBRUIK.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS
KAN ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2
Belangrijke informatie
2Belangr ijke infor matie
Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.
Juist gebruik van dit product
Shindaiwa grastrimmers/bosmaaiers zijn krachtige lichtgewichtmachines met een benzinemotor, ontworpen om op
moeilijk bereikbare plaatsen onkruid te verwijderen, gras te maaien en kreupelhout te zagen.
Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
Gebruikers van het product
U dient dit product niet te gebruiken voordat u de bedieningshandleiding goed hebt gelezen en de inhoud ervan hebt
begrepen.
Dit product mag niet door iemand worden gebruikt die de bedieningshandleiding niet goed heeft gelezen, die een ver-
koudheid heeft, vermoeid is of anderszins in een slechte fysieke conditie is. Ook kinderen mogen dit product niet ge-
bruiken.
Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of
hun eigendommen.
Over uw bedieningshandleiding
In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de montage, de bediening en het onderhoud van uw product.
Lees deze aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar aan
bij uw shindaiwa-dealer.
De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus-
sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorgt u er dan voor dat de per-
soon die het product leent en ermee zal werken ook de handleiding ontvangt. Indien u dit product overhandigt aan een
derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Vragen
Neem contact met uw shindaiwa-dealer voor meer informatie over het product, de aankoop van verbruiksmaterialen,
reparaties en andere soortgelijke vragen.
Kennisgevingen
Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving zijn
voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelijken.
Dit product vereist de montage van enkele onderdelen.
Raadpleeg uw shindaiwa-dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.
Fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
Geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa:
Atlantic Bridge Limited
Atlantic House, PO Box 4800, Earley, Reading RG5 4GB, Verenigd Koninkrijk
3
Contents
Veilig gebruik van uw product.............................................................................................4
Waarschuwingsmededelingen.......................................................................................4
Overige aanduidingen ...................................................................................................4
Symbolen.......................................................................................................................4
Plaats waar een veiligheidssticker is bevestigd.............................................................6
Omgaan met brandstof..................................................................................................6
Gebruik van de motor....................................................................................................7
Omgaan met het product...............................................................................................8
Paklijst ..............................................................................................................................13
Beschrijving ......................................................................................................................14
Voordat u begint ...............................................................................................................15
Montage.......................................................................................................................15
Uitbalanceren ..............................................................................................................18
Brandstof voorbereiden ...............................................................................................19
Motorbediening.................................................................................................................21
De motor starten..........................................................................................................21
De motor stoppen........................................................................................................22
Maaien..............................................................................................................................23
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop.......................................................23
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad......................................................25
Voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de werkzaamheden27
Onderhoud........................................................................................................................28
Dagelijks onderhoud....................................................................................................28
Onderhoud na 10 uur ..................................................................................................28
Onderhoud na 10/15 uur .............................................................................................28
Onderhoud na 50 uur ..................................................................................................28
Onderhoud na 135 uur ................................................................................................29
Afstelling van de carburateur.......................................................................................29
Het snijblad controleren...............................................................................................30
Nylon draad plaatsen...................................................................................................31
Langdurige opslag.......................................................................................................31
Richtlijnen voor problemen oplossen...........................................................................32
Specificaties......................................................................................................................36
Conformiteitsverklaring.....................................................................................................37
4
Veilig gebruik van uw product
Veilig gebruik van uw product
Lees dit hoofdstuk nauwkeurig voordat u het product gaat gebruiken.
De voorzorgsmaatregelen die in dit hoofdstuk beschreven worden, bevatten belangrijke veiligheidsinformatie. Neem
deze in acht.
U dient ook de voorzorgsmaatregelen te lezen die in de handleiding zelf staan.
Tekst gevolgd door een [diamond mark] beschrijft de mogelijk consequenties van het niet naleven van de voorzorgsmaatregelen.
Waarschuwingsmededelingen
Situaties waarbij er een risico voor fysiek letsel voor de gebruiker en andere personen bestaat, worden in deze handleiding en op
het product zelf door de volgende waarschuwingsmededelingen aangeduid. Lees en volg zorgvuldig de regels voor een veilig ge-
bruik.
Overige aanduidingen
Naast waarschuwingsmededelingen worden in deze handleiding de volgende verklarende symbolen gebruikt:
Symbolen
In deze handleiding en op het product zelf worden diverse verklarende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u volledig begrijpt wat
elk symbool betekent.
GEVAAR WAARSCHU-
WING
LET OP!
Dit symbool in combinatie met het
woord "GEVAAR" vestigt de aan-
dacht op handelingen of omstandig-
heden die ernstig lichamelijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
Dit symbool in combinatie met het
woord "WAARSCHUWING" vestigt
de aandacht op handelingen of om-
standigheden die ernstig lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg kunnen
hebben.
"LET OP" geeft aan dat er een poten-
tieel gevaarlijke situatie is, die wan-
neer die niet wordt vermeden, licht tot
matig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Het pictogram met een
cirkel en een schuine
streep geeft aan dat
hetgeen wordt ge-
toond, verboden is.
OPMERKING BELANGRIJK
Deze ingesloten boodschap bevat
tips voor gebruik, verzorging en on-
derhoud van het product.
Omkaderde tekst met het woord "
BELANGRIJK"bevat belangrijke in-
formatie over het gebruik, de contro-
le, het onderhoud en de opslag van
het product dat beschreven staat in
deze handleiding.
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toepas-
sing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toepas-
sing
Lees de bedieningshandlei-
ding aandachtig door
De maximumsnelheid van de
as van het maaiaccessoire in
t/min
Draag oog-, gehoor- en hoofd-
bescherming
Bewaar een afstand van 15
meter ten opzichte van om-
standers
Draag voetbescherming en
handschoenen
Benzine- en oliemengsel
Noodstop Opvoerpomp (starten)
5
Veilig gebruik van uw product
Waarschuwing! Gelanceerde
voorwerpen!
Carburateurafstelling - Laag-
toerentalmengsel
Waarschuwing, zwenkt zij-
waarts uit
Carburateurafstelling - Hoog-
toerentalmengsel
Gebruik zonder beschermkap
niet toegestaan.
Carburateurafstelling - Statio-
nair toerental
Gebruik van metalen snijbla-
den is niet toegestaan.
U-handgreep
Gebruik van een nylondraad-
kop is niet toegestaan
Rondhandgreep
Gebruik het product niet op
plaatsen met een slechte ven-
tilatie
Pas op voor plaatsen met
hoge temperatuur
Pas op voor vuur
Gegarandeerd geluidsvermo-
genniveau
Positie "Koude start" van
chokehendel (choke dicht)
Positie "In bedrijf" van choke-
hendel (choke open)
Pas op voor elektrische
schokken
Motor starten
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toepas-
sing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toepas-
sing
6
Veilig gebruik van uw product
Plaats waar een veiligheidssticker is bevestigd
De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg
ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.
Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een
vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg
ervoor dat de sticker altijd leesbaar is.
Omgaan met brandstof
1. Veiligheidssticker (onderdeelnummer 890617-43130)
2. Veiligheidssticker (onderdeelnummer X505-002310)
GEVAAR
Blijf altijd uit de buurt van vuur als u brandstof bijvult.
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden. Wees uiterst
voorzichtig bij het mengen, opslaan of omgaan met brandstof, om ernstig letsel te voorkomen. Neem
de volgende instructies in acht.
Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.
Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.
Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.
Het reservoir en de vulplaats
Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan. Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat het druk-
verschil geleidelijk wordt opgeheven.
VUL GEEN brandstof bij in een afgesloten ruimte. Vul de brandstoftank ALTIJD in de buitenlucht en op onbegroeide
grond.
7
Veilig gebruik van uw product
Gebruik van de motor
Gemorste brandstof kan brand veroorzaken
Neem bij het bijvullen van brandstof de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
Vul de tank niet tot aan de vulopening. Houd de brandstof op het voorge-
schreven niveau (tot aan de onderzijde van de vulhals van de brandstof-
tank).
Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.
Draai de brandstofdop na het vullen goed dicht.
Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzaken als deze ont-
brandt.
Start de motor niet op de plaats waar u brandstof hebt bijgevuld
Start de motor niet op de plaats waar u het bijvullen van de brandstof hebt uitgevoerd. Ga ten
minste 3 meter van de plaats staan waar u de brandstof hebt bijgevuld voordat u de motor
start.
Brandstof die tijdens het bijvullen is gemorst, kan brand veroorzaken indien deze ontbrandt.
Gelekte brandstof kan brand veroorzaken
Controleer of er geen lekkages zijn rondom de brandstofvulbuis, het rubber of de dop nadat brand-
stof is bijgevuld.
Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmiddellijk met het gebruik van het
product te stoppen en contact op te nemen met uw dealer om de machine te laten repareren.
Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.
GEVAAR
WAARSCHUWING
De motor starten
Neem bij het starten van de motor extra aandachtig de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Controleer de machine op loszittende moeren en bouten
Controleer of er geen brandstoflekken zijn
Plaats het product op een vlakke, goed geventileerde plaats
Zorg voor genoeg ruimte rondom het product en laat geen personen of dieren toe in de buurt van het product
Start de motor met de handgastrekker in de stationairstand
Houd het product stevig tegen de grond als u de motor start
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
Als de motor is gestart, dient u te controleren of er abnormale trillingen of geluiden zijn
Controleer of er abnormale trillingen of geluiden zijn als de motor is gestart. Gebruik het product niet als u abnormale
trillingen of geluiden waarneemt. Neem contact op met uw dealer om de machine te laten repareren.
Ongevallen waarbij onderdelen losraken en vallen, kunnen verwondingen of ernstig letsel veroorzaken.
Geen hete onderdelen of onderdelen die onder hoge spanning staan aanraken wanneer het pro-
duct in bedrijf is
Raak de volgende hete onderdelen of onderdelen die onder hoge spanning staan niet aan terwijl het pro-
duct in bedrijf is of kort nadat het product is gestopt.
Geluiddemper, bougie, haakse overbrenging en andere hete onderdelen
U kunt zich branden als u een heet onderdeel aanraakt.
Bougie, bougiekabel en andere onderdelen onder hoge spanning
U kunt een elektrische schok krijgen als u onderdelen die onder hoge spanning staan, aanraakt terwijl het pro-
duct in bedrijf is.
Veiligheid heeft de hoogste prioriteit in geval van vuur of rookontwikkeling
Indien er vuur uit de motor komt of uit een andere plaats dan de uitlaatopening, breng dan altijd eerst
uzelf in veiligheid.
Werp met een schop zand of gelijksoortig materiaal op het vuur om te voorkomen dat het zich ver-
spreidt, of blus het met een brandblusser.
Een paniekreactie kan ertoe leiden dat de brand zich uitbreidt en er grotere schade ontstaat.
8
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met het product
Algemene voorzorgsmaatregelen
Uitlaatdampen zijn giftig
De uitlaatdampen van de motor bevatten giftige gassen. Gebruik dit product niet in afgesloten of andere
slecht geventileerde ruimtes.
De uitlaatdampen kunnen vergiftiging veroorzaken.
Schakel de motor uit als u het product controleert of onderhoudt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u het product controleert of onderhoudt na gebruik:
Schakel de motor uit en probeer niet het product te controleren of te onderhouden voordat de motor is afgekoeld
U kunt zich branden.
Verwijder de bougiekap voordat u controle- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert
Als het product onverwacht start, kan dit een ongeval veroorzaken.
Bougie controleren
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de bougie controleert.
Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de keramiek barsten vertoont,
vervang deze dan door nieuwe onderdelen.
De vonktest (om te controleren of de bougie voor ontsteking zorgt) moet door uw dea-
ler worden uitgevoerd.
De vonktest mag niet in de buurt van het bougiegat worden uitgevoerd.
De vonktest mag niet worden uitgevoerd op plaatsen waar brandstof gemorst is of zich ontvlambare gassen bevin-
den.
U mag de metalen delen van de bougie niet aanraken
De bougie kan brand veroorzaken of u een elektrische schok geven.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Lees aandachtig de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken om er zeker van te
zijn dat u het product correct bedient.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Gebruik dit product niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
U mag het product niet gebruiken voor doeleinden anders dan die beschreven in de bedieningshandleiding.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden.
Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan
U mag het product niet wijzigen.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het product
worden niet gedekt door de garantie van de fabrikant.
Gebruik het product niet zonder dat het is gecontroleerd en onderhouden.
U dient het product niet te onderhouden wanneer het niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd voor dat
het product regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de persoon
die het product leent ook de handleiding ontvangt.
Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Voorbereid zijn in geval van een verwonding
Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke geval van een on-
geval of verwonding
EHBO-doos
Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te stoppen)
Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)
Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van anderen kunt vragen kan
de verwonding verslechteren.
9
Veilig gebruik van uw product
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
GEVAAR
Het product niet gebruiken wanneer het snijblad op het stationaire toerental draait
U dient het product niet te gebruiken wanneer het snijblad draait en de handgastrekker van de grastrimmer in de
stand voor stationair toerental staat.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden.
De beschermkap niet verwijderen
Gebruik het product niet wanneer de beschermkap niet is aangebracht.
Objecten die kunnen afketsen van het snijblad, kunnen tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone. Neem bij gebruik
van het product de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Laat geen kinderen en andere personen of dieren in de gevarenzone toe.
Wanneer een andere persoon binnen de gevarenzone komt, schakel dan de
motor uit om de rotatie van het snijblad te stoppen.
Wanneer u de gebruiker benadert, waarschuw hem dan door van buiten de ge-
varenzone twijgjes in zijn richting te werpen en overtuig u ervan dat de motor
is uitgeschakeld en dat het snijblad niet langer draait.
Als er meerdere personen met het product werken, moet bepaald worden hoe
zij met elkaar moeten communiceren en moeten zij op een afstand van ten
minste 15 m van elkaar werken
Objecten die van het snijblad afketsen, en aanraking van het snijblad kunnen blindheid of een dodelijk ongeval veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruikers van het product
Het product mag niet gebruikt worden door:
vermoeide mensen
mensen die alcohol hebben gedronken
mensen die medicijnen gebruiken
zwangere vrouwen
mensen met een slechte fysieke conditie
mensen die de bedieningshandleiding niet hebben gelezen
kinderen
Niet opvolgen van deze instructies kan een ongeval tot gevolg hebben.
Het ontstekingssysteem van dit product genereert elektromagnetische velden tijdens het bedienen ervan. Magneti-
sche velden kunnen invloed hebben op pacemakers of pacemakers ontregelen. Om gezondheidsrisico's te vermin-
deren, bevelen we aan dat dragers van pacemakers hun arts en pacemakerfabrikant raadplegen alvorens dit product
te bedienen.
Omgeving voor gebruik en bediening
Gebruik het product niet op plaatsen waar u gemakkelijk kunt vallen, zoals op steile hellingen of ondergrond na re-
genval.
Gebruik het product niet 's avonds of op donkere plaatsen met een slecht zicht.
Wanneer u het product op een licht hellend terrein gebruikt, werk dan met vlakke bewegingen en volg de contour
van het terrein.
Als u valt of uitglijdt, of het product niet correct bedient, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voor uw eigen gezondheid en voor een veilige en comfortabele werkprocedure, dient u de machine te gebruiken bin-
nen een temperatuurbereik van de buitenlucht van -5oC tot 40oC.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
Motor uitschakelen als u zich verplaatst
Wanneer u zich in de onderstaande situaties verplaatst, schakel dan de motor uit en overtuig u ervan dat het snijblad
niet langer draait, breng vervolgens de snijbladbescherming aan en draai de geluiddemper in een richting van u af.
Verplaatsen naar de plaats waar u de werkzaamheden wilt verrichten
Verplaatsen naar een andere locatie tijdens het verrichten van de werkzaamheden
De plaats verlaten waar u de werkzaamheden hebt verricht
Het niet opvolgen van deze instructies kan brandwonden of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien u het product met de auto transporteert, maak dan de brandstoftank leeg, breng de snijbladbescherming aan
en zet het product stevig vast om verschuiven te voorkomen.
Rijden met de auto terwijl de brandstoftank van de grastrimmer is gevuld, kan brand tot gevolg hebben.
10
Veilig gebruik van uw product
Trillingen en kou
Het vermoeden bestaat dat een aandoening genaamd Fenomeen van Raynaud, die van invloed is op de vingers van
bepaalde personen, wordt veroorzaakt door blootstelling aan trillingen en kou. Blootstelling aan trillingen en kou kan
een tintelend en branderig gevoel veroorzaken, waardoor de vingers bleek en gevoelloos worden. De volgende voor-
zorgsmaatregelen worden ten zeerste aangeraden omdat niet bekend is bij welke mate van blootstelling de verschijn-
selen optreden.
Houd uw lichaam warm; met name hoofd en nek, voeten en enkels, en handen en polsen.
Zorg voor een goede doorbloeding door tijdens regelmatige werkonderbrekingen krachtige armbewegingen te ma-
ken en door niet te roken.
Beperk het aantal uren dat u met de machine werkt. Probeer elke dag een aantal werkzaamheden te verrichten waar-
bij u niet hoeft te werken met de trimmer of andere handbediende apparatuur.
Hebt u last van pijnlijke, rode en opgezwollen vingers, gevolgd door verbleken en gevoelloosheid van de vingers,
raadpleeg dan een arts alvorens u zich opnieuw blootstelt aan kou en trillingen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
RSI-aandoeningen (herhalingsoverbelasting)
Het vermoeden bestaat dat overbelasting van de spieren en pezen in de vingers, handen, armen en schouders kan lei-
den tot irritatie, zwellingen, gevoelloosheid, slapheid en extreme pijn in de zojuist genoemde lichaamsdelen. Bepaalde
herhalende handbewegingen zorgen voor een hoger risico van het ontwikkelen van herhalingsoverbelasting (RSI). Doe
het volgende om de kans op RSI te verkleinen:
Vermijd het gebruik van uw pols in gebogen, uitgestrekte of verdraaide positie.
Neem regelmatig een pauze om herhaling tot een minimum te beperken en om de handen te laten rusten. Verminder
de snelheid en de kracht waarmee u herhalingsbewegingen maakt.
Doe oefeningen om de hand- en armspieren te verstevigen.
Raadpleeg een arts indien u last hebt van een tintelend gevoel, gevoelloosheid of pijn in vingers, handen, polsen en
armen. Hoe eerder RSI wordt vastgesteld, des te beter kunnen permanente zenuw- en spierbeschadigingen worden
voorkomen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Juiste instructie
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies en een veiligheidsuitrusting
Zorg dat u precies weet hoe de machine wordt bediend en gebruikt.
Weet hoe u de machine moet stoppen en de motor moet afzetten.
Zorg dat u weet hoe een machine snel van het harnas kan worden losgemaakt.
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies.
WAARSCHUWING
Vreemde voorwerpen en obstakels van het terrein verwijderen voordat u met
het product gaat werken
Controleer, voordat u met de werkzaamheden begint, het terrein waar u gaat werken
en verwijder eventuele steentjes en lege blikjes die van het maaiaccessoire kunnen
afketsen, alsmede stukjes touw of draad die zich om het maaiaccessoire kunnen wik-
kelen.
Er kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaakt worden als vreemde voorwerpen van het
maaiaccessoire afketsen of als draad of ander materiaal dat zich om het product gewonden
heeft, weggeslingerd wordt.
Het maaiaccessoire niet omhooghouden wanneer u met het product werkt
Houd het maaiaccessoire niet omhoog wanneer u met het product werkt. U moet niet werken met het maaiaccessoire
hoger dan kniehoogte geheven.
Wanneer het maaiaccessoire hoger dan kniehoogte wordt geheven, bevindt het rotatievlak zich dichter bij het gelaat en ieder
voorwerp dat van het maaiaccessoire wordt weggeslingerd, kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaken.
De motor onmiddellijk uitschakelen als er iets verkeerd gaat
Schakel in de volgende situaties de motor onmiddellijk uit en overtuig u ervan dat het maaiaccessoire gestopt is, voor-
dat u onderdelen van het product gaat controleren. Vervang alle beschadigde onderdelen.
Wanneer het maaiaccessoire tijdens het werk een steen, boom, paal of ander soortgelijk obstakel raakt.
Wanneer het product plotseling abnormaal begint te trillen.
Het blijven gebruiken van defecte onderdelen kan een ongeval of ernstig letsel tot gevolg hebben.
11
Veilig gebruik van uw product
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het maaiaccessoire
1.Bij een metalen snijblad
Terugslag
Het fenomeen dat optreedt wanneer het snijblad in contact komt
met een boom, paal, steen of ander hard object terwijl het met hoge
snelheid draait en reageert door krachtig en bliksemsnel terug te
springen, wordt terugslag genoemd.
Terugslag kan ertoe leiden dat u de controle over het product ver-
liest en is bijzonder gevaarlijk.
Met name wanneer het snijbladkwart rechtsvoor (B) een struik of
soortgelijk object raakt, zal het snijblad de machine plotseling
acherwaarts naar rechts laten schieten.
Maai niet van links naar rechts, om terugslag te voorkomen. Let er
goed op dat het snijblad geen harde objecten raakt.
Zorg er tijdens het maaien voor dat het object dat u maait niet ver-
der reikt dan 1/3 van de linker voorzijde het snijblad (A).
Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.
WAARSCHUWING
GEVAAR
Stop de motor altijd indien het maaiaccessoire geblokkeerd raakt. Probeer het voorwerp dat de blokkering veroorzaakt
niet te verwijderen terwijl de motor loopt. Wanneer een blokkering wordt verholpen en het maaiaccessoire plotseling
start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
De juiste snijbladen gebruiken
Onjuist gebruik van de snijbladen kan leiden tot ernstig letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in deze handlei-
ding worden beschreven en volg ze op.
Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen door YAMABIKO CORPORATION.
Het type snijblad dat gebruikt wordt moet overeenkomen met het type en de grootte van het materiaal dat u wilt maai-
en. Een ongeschikt of bot snijblad kan zeer ernstig letsel veroorzaken. Snijbladen moeten scherp zijn. Botte snijbla-
den verhogen de kans op terugslag en letsel aan uzelf en omstanders.
Plastic/nylon gras/onkruidsnijbladen mogen gebruikt worden daar waar de nylondraadkop wordt gebruikt. Ge-
bruik dit snijblad niet voor zwaar onkruid of kreupelhout.
Het snijblad met 3 snijvlakken is speciaal ontworpen voor het maaien van onkruid en gras. Vermijd letsel als ge-
volg van een terugslag of bladbreuk en gebruik het snijblad met 3 snijvlakken niet voor struiken of bomen.
8-tands onkruid/grassnijblad is ontworpen voor gras, tuinafval en dichtbegroeid onkruid. Gebruik dit snijblad niet
voor keupelhout of zware, houtachtige begroeiing, 19 mm diameter of groter.
80-tands bosmaaiblad is ontworpen voor het snijden van kreupelhout en houtachtige begroeiing tot aan 13 mm
diameter.
22-tands rooiblad is ontworpen voor dicht struikgewas en jonge boompjes tot een diameter van 64 mm.
Beschadigde of gebarsten snijbladen kunnen ongevallen en ernstig letsel veroorzaken.
Snijblad vóór gebruik inspecteren
Tijdens werkzaamheden kunnen delen van een gebarsten metalen snijblad wegschieten. Inspecteer metalen snijbladen
vóór elk gebruik op barsten. Verwijder gebarsten snijbladen, ongeacht de grootte van de barst. Gebarsten snijbladen
kunnen het gevolg zijn van verkeerd gebruik of onjuist slijpen.
Beschadigde of gebarsten snijbladen kunnen ongevallen en ernstig letsel veroorzaken.
Reactiekrachten
Zorg dat u de duwende en trekkende reactiekrachten en de in deze handleiding beschreven terugslag begrijpt en hoe
deze krachten het evenwicht tijdens het werken met een machine kunnen beïnvloeden.
Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.
12
Veilig gebruik van uw product
2.Met nylondraadkop
Beschermende uitrusting
WAARSCHUWING
Gebruik het juiste maaiaccessoire
Onjuist gebruik van het maaiaccessoire kan leiden tot ernstig letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in deze hand-
leiding worden beschreven en volg ze op.
Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen door YAMABIKO CORPORATION.
Gebruik alleen een nylondraadkop. Gebruik nooit een metalen snijblad.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Wanneer er zich na het afstellen van de lengte van de nylondraad te veel nylondraad achter het afsnijmes bevindt,
kan het draad eraf schieten zodra de nylondraadkop begint te roteren.
Dit kan een ongeval of letsel veroorzaken.
Niet in de buurt van auto's of voetgangers maaien
Wees uitermate voorzichtig wanneer u op open plekken en gravel maait, omdat de draad kleine steentjes met hoge snel-
heden kan wegschieten. De beschermkap op de machine kan geen voorwerpen tegenhouden die tegen harde opper-
vlakken schieten of afketsen.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Vermijd draden
Trim nooit in gebieden waar het omheiningsdraad kapot is. Verwijder het kapotte draad of neem ruim afstand van het
gebied. Draag een geschikte veiligheidsuitrusting. Vermijd maaihandelingen wanneer u niet kunt zien wat er door het
maaiaccessoire wordt gemaaid.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
LET OP!
Gebruik alleen flexibel, niet-metalen draad dat door de YAMABIKO CORPORATION wordt aanbevolen.
WAARSCHUWING
Beschermende uitrusting dragen
Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wanneer u met de grastrimmer
werkt.
1. Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd
2. Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor
3. Veiligheidsbril: Beschermt de ogen
4. Gelaatsscherm: Beschermt het gelaat
5. Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen kou en trillingen
6. Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek): Beschermt het lichaam
7. Stevige antisliplaarzen (met veiligheidsneus) of antislipschoenen (met veilig-
heidsneus): Beschermen de voeten
8. Scheenbescherming: Beschermt de benen
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik indien nodig de onderstaand vermelde veiligheidsuitrusting.
Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen
Bijennet: Beschermt tegen aanvallen van bijen
Beschermende kleding dragen
Draag geen stropdassen, sieraden of losse kleding die door de machine kunnen worden
gegrepen. Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, sandalen etc.), loop niet bloots-
voets of met blote benen. In bepaalde situaties kan de totale bescherming van gezicht en
hoofd noodzakelijk zijn. Voor zwaar bosmaaien met een metalen snijblad dient u het ge-
bruik van een zaagbroek of beenkappen met ingebouwde bescherming te overwegen.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander ernstig
letsel tot gevolg hebben.
13
Paklijst
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
1. Motor en asbuis
2. Beschermkap
3. Onderkap
4. Hendel
5. Schouderharnas
6. Nylondraadkop
7. Snijbladbescherming
8. Gereedschapsset
Bout
L-sleutel
Dopsleutel
Bovenste klem
Afstandhouder
Schraper
9. Veiligheidsbril
10. Bedieningshandleiding
1. Motor en asbuis
2. Bescherming
3. Beschermkap
4. Onderkap
5. Hendel
6. Nylondraadkop
7. Schouderharnas
8. Snijbladbescherming
9. Gereedschapsset
Bout
L-sleutel
Dopsleutel
Bovenste klem
Afstandhouder
Schraper
10. Veiligheidsbril
11. Bedieningshandleiding
14
Beschrijving
Beschrijving
1. Haakse overbrenging Voorzien van twee tandwielen
om de hoek van de roterende as te veranderen.
2. Maaiaccessoire
3. Beschermkap Voorziening waarmee de gebruiker
wordt beschermd tegen onvoorzien contact met de snij-
kop en gelanceerde voorwerpen.
4. Asbuis Deel van de machine dat de behuizing voor de
krachtoverbrengingsas vormt.
5. Rondhandgreep Lichtgewicht, geschikt voor de trim-
mer met nylondraad.
6. U-vormige handgreep Heeft dezelfde configuratie als
een fietsstuur om de kracht die nodig is voor het werken
met de machine te verminderen in vergelijking met een
rondhandgreep.
7. Ophangpunt Voorziening waaraan het harnas kan wor-
den vastgehaakt.
8. Schouderharnas Verstelbare riemen om de machine
aan op te hangen.
9. Handgastrekker Wordt door de vinger van de gebrui-
ker geactiveerd om het motortoerental te regelen.
10. Ontstekingsschakelaar
11. Handgastrekkerblokkering Blokkeert de handgas-
trekker in de stationaire stand totdat u met uw rechter-
hand een stevige grip hebt om de handgreep.
12. Luchtfilterdeksel Dekt het luchtfilter af.
13. Brandstoftankdop Voor het afsluiten van de brandstof-
tank.
14. Brandstoftank Bevat brandstof en een brandstoffilter.
15
Voordat u begint
Voordat u begint
Montage
Montage van de handgreep
Versie met rondhandgreep
1. Plaats de 4 vierkante moeren in het frame van de afscher-
ming.
2. Breng de handgreep en de afscherming aan over de buiten-
ste buis en draai de 4 bouten vast.
3. Positioneer de handgreep circa 250 mm vóór het uiteinde
van het gasbedieningshuis.
4. Bevestig de handgreep door de vier bouten beurtelings dia-
gonaal of "kruiselings" vast te draaien.
U-handgreep
1. Gebruik de L-sleutel van 4 mm om de bevestigingsschroe-
ven van de onderste kap van de stuurbeugel los te draaien.
2. Plaats de handgreep op de buitenste buis vóór het stuurpo-
sitioneringslabel, zoals in de afbeelding wordt getoond.
Monteer de onderste kap weer op de stuurbeugel, in de om-
gekeerde volgorde van demontage.
3. Plaats de handgreep zodanig dat optimaal bedieningsge-
mak is gewaarborgd.
4. Draai de twee bevestigingsschroeven van de onderste kap
stevig vast.
5. Breng de beschermingshuls aan op de buitenste buis.
Vrije spelling gashendel afstellen
De speling van de gashendel dient ongeveer 4-6 mm te bedra-
gen. Controleer of de gashendel soepel werkt zonder dat hij vast-
loopt. Als de speling moet worden aangepast, volg dan de
onderstaande procedures en illustraties.
WAARSCHUWING
Lees de bedieningshandleiding aandachtig door om ervoor te zorgen dat u het product correct
monteert.
Gebruik van een product dat niet correct is gemonteerd, kan tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
LET OP!
Monteer de handgreep zodanig dat er geen veiligheidsstickers worden afgedekt.
1. Vierkante moer
2. Afscherming
3. Hendel
4. Circa 250 mm
5. Bout
1. Asbuis
2. Bevestigingsschroef
onderste kap
3. Onderste kap
4. Stuur
5. Schouderharnas
6. Stuurpositioneringsla-
bel
7. Beschermingshuls
16
Voordat u begint
1. Draai de knoppen van het luchtfilterdeksel los en verwijder
het luchtfilterdeksel.
2. Draai de borgmoer op de kabelafsteller los.
3. Draai de kabelafsteller losser of vaster om de benodigde
speling van 4-6 mm te verkrijgen.
4. Haal de borgmoer aan.
5. Plaats het luchtfilterdeksel terug.
Montage beschermkap maaiaccessoire
Beschermkap maaiaccessoire
1. Plaats de beschermkap voor het maaiaccessoire tussen de
buitenste buis en de montageplaat voor de beschermkap
van het maaiaccessoire.
2. Breng de twee vulringen en de beugel aan over de buitenste
buis en draai de vier inbusschroeven er losjes in.
3. Zet de beschermkap voor het maaiaccessoire vast door de
vier inbusschroeven vast te draaien.
Onderkap (wanneer een trimmerkop wordt gebruikt)
(raadpleeg uw dealer).
1. Bevestig het verlengstuk van de beschermkap aan de be-
schermkap van het maaiaccessoire.
1. Kabelafsteller 2. Borgmoer
1. Inbusschroef
2. Beugel
3. Vulring
4. Klemschroef
5. Buitenste buis
6. Beschermkap maai-
accessoire
7. Vulring
8. Montageplaat be-
schermkap maaiac-
cessoire
9. Bevestigingsmoer
OPMERKING
Mogelijk moeten de bevestigingsmoer en klemschroef worden
losgedraaid om de montageplaat voor de beschermkap van
het maaiaccessoire af te stellen.
LET OP!
Zorg ervoor dat de klemschroef en bevestigingsmoer ste-
vig vastgedraaid zijn voordat u de vier inbusschroeven
vastdraait.
1. Beschermkap maaiac-
cessoire
2. Haakopname
3. Onderkap
4. Haak
WAARSCHUWING
Gebruik dit product nooit zonder onderkap wanneer u een
trimmerkop gebruikt.
LET OP!
Zorg ervoor dat de onderkap volledig aan de haakopname
is gehaakt.
17
Voordat u begint
Trimmerkop monteren
1. Draai met de uitgaande as naar boven wijzend de uitgaande
as en houder A totdat het gat in houder A in lijn ligt met het
corresponderende gat in de flens van de tandwielkast. Blok-
keer vervolgens de houder aan de tandwielkast door het lan-
ge uiteinde van de L-sleutel door beide gaten te steken.
2. Verwijder met behulp van de dopsleutel de asbout, boutaf-
scherming en houder B. (De boutafscherming en asbout
worden niet gebruikt met een trimmerkop.)
3. Breng houder B aan op de as van de tandwielkast. Het ge-
groefde gat in houder B moet om de as van de tandwielkast
aangrijpen.
4. Houd met de L-sleutel houder A vast, breng de trimmerkop
aan en draai deze met de hand vast (linksom voor montage).
5. Verwijder de L-sleutel van de tandwielkast en houder.
Snijblad monteren
1. Asbout (niet gebruikt)
2. Boutafscherming (niet
gebruikt)
3. Houder B
4. Houder A
5. As van tandwielkast
OPMERKING
Dit product wordt geleverd met houder A, houder B, asbout en
boutafscherming gemonteerd. De asbout heeft LINKSE
schroefdraad. Verwijderen door RECHTSOM te draaien!
1. L-sleutel
WAARSCHUWING
Probeer het snijblad nooit met één hand of zonder de dopsleutel te monteren. Monteer het snijblad zorgvuldig met
behulp van de meegeleverde dopsleutel en zet het blad stevig vast.
De trimmer mag niet worden gebruikt als het blad trilt of loszit.
Draag altijd stevige handschoenen wanneer u aan het snijblad werkt. Wanneer u het snijblad tijdens het maaien ver-
vangt, zorg er dan eerst voor dat de motor uitgeschakeld is en dat het blad niet meer beweegt.
Gebruik geen ander gereedschap om het mes vast te draaien dan de meegeleverde dopsleutel; pneumatisch of elek-
trisch gereedschap kan het mes vaster draaien dan noodzakelijk waardoor de moer of de uitgaande as defectraken.
Als u het product omdraait om het snijblad te vervangen, controleer dan eerst of de brandstoftankdop stevig geslo-
ten is.
Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg zijn.
18
Voordat u begint
1. Draai het product op zijn kop zodat de uitgaande as van de
tandwielkast OMHOOG wijst en verwijder de asbout, boutaf-
scherming en houder B van de as van de tandwielkast.
2. Breng het gat in bladhouder A in lijn met het corresponde-
rende gat in de flens van de tandwielkast en blokkeer de uit-
gaande as tijdelijk door een L-sleutel door beide gaten te
steken.
3. Breng het blad aan over de flens van houder A.
4. Breng bladhouder B aan op de uitgaande as. De uitsparing
in de houder moet nauw tegen het blad passen.
5. Monteer de boutafscherming en vervolgens de bevesti-
gingsbout van het blad. Draai de bout stevig linksom vast
met behulp van de dopsleutel.
6. Verwijder de L-sleutel.
Uitbalanceren
Schouderharnas verstellen
1. Bevestig de harnashaak aan de ophanging op de buitenste
buis.
2. Draag het schouderharnas op zo'n manier dat de haak aan
uw rechterzijde blijft.
3. Stel de lengte van het schouderharnas zodanig af dat u de
machine comfortabel kunt vasthouden en bedienen.
1. Asbout
2. Boutafscherming
3. Houder B
4. Uitgaande as
5. Houder A
6. L-sleutel
LET OP!
Breng het blad zodanig aan dat het bedrukte oppervlak
zichtbaar is voor de gebruiker wanneer de bosmaaier
zich in de normale werkstand bevindt.
WAARSCHUWING
Het blad moet vlak tegen de houderflens passen. De
montageopening van het blad moet worden gecen-
treerd over de verhoogde kraag op bladhouder A.
1. Houder B
2. Uitgaande as
3. Boutafscherming
4. L-sleutel (blad voor de
duidelijkheid niet weer-
gegeven)
WAARSCHUWING
Dit product is ontworpen voor verschillende lichaamsgrootten, maar voor zeer lange personen kan de machine moge-
lijk niet worden afgesteld.
Gebruik de machine niet indien uw voeten het maaiaccessoire kunnen raken wanneer de machine aan het harnas is
bevestigd.
BELANGRIJK
Het uitbalanceren kan worden beïnvloed door de lichaamsgrootte van een persoon. Tevens is het mogelijk dat bij sommige ma-
chines de uitbalanceringsprocedure bij sommige personen niet werkt. Indien het schouderharnas niet past of niet goed kan wor-
den versteld, neem dan contact op met uw dealer.
1. Schouderharnas
BELANGRIJK
Stel het schouderharnas zodanig af dat de schoudersteun
comfortabel op uw andere schouder rust en de maaibaan van
het maaiaccessoire parallel loopt met de grond. Controleer of
alle haken en afstellingsmechanismen zijn vergrendeld.
19
Voordat u begint
Brandstof voorbereiden
Brandstof
Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale benzi-
ne met motorolie voor luchtgekoelde tweetakt motoren van
een gerenommeerd merk. Loodvrije benzine met een octaan-
getal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen brand-
stof die methylalcohol of meer dan 10 % ethylalcohol bevat.
Aanbevolen mengverhouding: 50 : 1 (2%) voor ISO-L-EGD
(ISO/CD 13738), JASO FC, FD en Shindaiwa One 50 : 1 olie.
- Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
- Voorkom dat brandstof of olie wordt gemorst. Veeg ge-
morste brandstof altijd op.
- Ga altijd voorzichtig met brandstof om; brandstof is bijzon-
der ontvlambaar.
- Bewaar brandstof altijd in een geschikt reservoir.
WAARSCHUWING
Draag altijd een schouderharnas als u dit product met
een blad gebruikt.
OPMERKING
Wanneer u een schouderharnas gebruikt met een bosmaaier
heeft u goede controle over het product en raakt u minder snel
vermoeid bij langdurige werkzaamheden.
GEVAAR
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden.
Neem de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk van deze handleiding onder de titel "Veilig
gebruik van uw product" zorgvuldig in acht.
Controleer, nadat brandstof is bijgevuld, of de brandstoftankdop goed vast zit en vergeet
niet te controleren of er brandstof wordt gelekt of wegloopt rondom de brandstofvulbuis,
het rubber of de dop. Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmid-
dellijk met het gebruik van het product te stoppen en contact op te nemen met uw dealer
om de machine te laten repareren.
Als de brandstof ontbrandt, kan dit brandwonden en brand veroorzaken
LET OP
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buitenlucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandstof-
tankdop langzaam open te draaien om het drukverschil geleidelijk op te heffen.
Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.
OPMERKING
Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u in dertig (30) dagen nodig denkt te
hebben. Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
20
Voordat u begint
Brandstofvoorraad
Altijd bijvullen in een goed geventileerde ruimte. Vul geen
brandstof bij in een afgesloten ruimte.
Plaats het product en de bijvultank op de grond als u gaat bij-
vullen. Vul het product niet bij op een laadplatform van een
vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
Wanneer u de brandstof bijvult, dient de brandstof onder het
schouderniveau aan de onderzijde van de vulhals van de
brandstoftank te blijven.
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buiten-
lucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandstof-
tankdop langzaam open te draaien om het drukverschil
geleidelijk op te heffen.
Veeg gemorste brandstof altijd op.
Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brand-
stof hebt bijgevuld, voordat u de motor aanzet.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veili-
ge afstand van vuur.
1. Brandstoftank 2. Onderzijde vulhals
21
Motorbediening
Motorbediening
De motor starten
Starten van een koude motor
(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is
geweest)
De startprocedure is verschillend voor een koude of warme mo-
tor. Een koude motor wordt als volgt gestart.
1. Verwijder de snijbladbescherming en controleer het snijblad.
Als er iets niet in orde is, door een nieuw exemplaar vervan-
gen.
2. Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun
het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer
of het snijblad niet in aanraking komt met het grondopper-
vlak of een andere hindernis.
3. Controleer of er geen lekkages zijn.
4. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
5. Controleer of de handgastrekker in de stationairstand staat.
6. Zet de chokehendel in de stand Dicht.
7. Druk beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los
totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
8. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast zoals in de afbeel-
ding wordt getoond, en trek enkele malen aan de starter-
greep.
9. Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt,
de chokehendel in de stand Open en blijf aan de starter-
greep trekken om de motor te starten.
10. Als de motor direct start wanneer u de instructies in boven-
genoemde stap 8 uitvoert, beweegt u de chokehendel lang-
zaam weer naar de stand Open.
11. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.
WAARSCHUWING
Als u de motor start, neem dan de voorzorgsmaatregelen in acht die zijn beschreven vanaf pagina 4in het hoofdstuk
"Veilig gebruik van uw product" om zeker te zijn dat u het product correct bedient.
Als het maaiaccessoire ook roteert wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stationairstand
staat, stel dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
OPMERKING
Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.
Laat de startergreep niet los als deze terugveert.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokke-
ring
1. Opvoerpomp
2. Chokehendel
3. Koude start (DICHT)
4. Werkstand (OPEN)
5. Starthendel
22
Motorbediening
Opwarmen van de motor
1. Laat de motor zodra deze is gestart gedurende 2 tot 3 minu-
ten warmdraaien in de stationaire stand (d.w.z. laag toeren-
tal).
2. Het warmdraaien van de motor helpt bij een betere smering
van de inwendige onderdelen. Laat de motor volledig opwar-
men, vooral als het koud is.
3. Laat de motor nooit draaien zonder dat het maaiaccessoire
is aangebracht.
Starten van een warme motor
1. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
2. Controleer of de handgastrekker in de stationairstand staat.
3. Controleer of de chokehendel in de stand Open staat.
4. Is er geen brandstof te zien in de opvoerpomp, druk dan
beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los totdat
er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
5. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast en trek aan de star-
tergreep om de motor te starten.
De motor stoppen
1. Zet de handgastrekker in de stand voor stationair toerental
en laat de motor gedurende circa 2 minuten stationair (met
laag toerental) draaien.
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Stop.
3. Stop de motor in een noodsituatie onmiddellijk met behulp
van de ontstekingsschakelaar.
4. Als de motor niet stopt, zet de chokehendel dan in de stand
"Koude start". De motor zal dan afslaan en tot stilstand ko-
men (noodstop).
Wanneer de motor niet stopt nadat de ontstekingsschakelaar
is bediend, moet de ontstekingsschakelaar door uw dealer ge-
controleerd en gerepareerd worden voordat u het product
weer mag gebruiken.
Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie om er zeker van
te zijn dat de motor niet kan starten voordat u met de machine
werkt of deze onbewaakt achterlaat.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokke-
ring
1. Ontstekingsschakelaar 2. Handgastrekker
23
Maaien
Maaien
Gebruik het product nooit met één hand.
Klem de handgrepen stevig vast tussen uw duim en overige
vingers.
Bevestig de trimmer altijd op de juiste manier met het schou-
derharnas.
Het schouderharnas kan in noodgevallen snel worden losge-
koppeld. Trek in geval van nood krachtig aan het lipje voor
noodgevallen bij de haak. De machine wordt dan ontgrendeld
van de band.
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop
Bedrijfstoerentallen motor
Voer de grasmaaiwerkzaamheden met volgas uit.
De basismaaihandelingen
De basismaaihandelingen die zijn afgebeeld, zijn:
Trimmen, afmaaien, aftoppen en kanten van gazons maaien.
Deze handelingen omvatten het volgende:
Maaien
Dit houdt in dat u de trimmer voorzichtig bij het materiaal brengt
dat u wilt maaien. Kantel de kop licht zodat de afvaldeeltjes van
u vandaan worden geleid. Indien u materiaal maait dat zich tegen
een barrière bevindt, zoals een hek, muur of boom, gebruik dan
een hoek waarbij afvaldeeltjes die tegen de barrière aankomen,
van u vandaan worden geleid.
Verplaats de nylondraadkop langzaam totdat het gras tot aan de
barrière wordt gemaaid, maar vermijd contact tussen de draad en
de barrière. Wanneer u gras maait in de buurt van draadgaas of
harmonicagaas, maai dan slechts tot aan het gaas. Indien u te
ver gaat, knapt de draad af op het gaas.
GEVAAR
Stop de motor altijd indien het maaiaccessoire geblokkeerd raakt. Probeer het voorwerp dat de blokkering veroorzaakt
niet te verwijderen terwijl de motor loopt. Wanneer een blokkering wordt verholpen en het maaiaccessoire plotseling
start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
1. Lipje voor noodgevallen
LET OP!
Als de trimmer zonder beschermkap voor het maaiac-
cessoire en met overmatige draadlengte wordt ge-
bruikt, kan de koppeling voortijdig defect raken.
Bij gebruik met lage toerentallen kan de koppeling voor-
tijdig defect raken.
1. Hoek met muur
2. Afvaldeeltjes
3. Meszijde omhoog ge-
richt
4. Hoek met grond
24
Maaien
Trimmen is bedoeld om de stengels van onkruid een voor een te
maaien. Houd de nylondraadkop onderaan tegen het onkruid,
nooit hoger, anders kan het onkruid heen en weer bewegen en in
de draad blijven haken. In plaats van het onkruid in één keer door
te snijden, gebruikt u het uiterste uiteinde van de draad om lang-
zaam door de stengel te snijden.
Afmaaien
Dit houdt het maaien van grote grasvlakten in door de trimmer in
een horizontale boog te zwaaien. Maak een vloeiende, gemakke-
lijke beweging. Probeer het gras niet te af te hakken. Kantel de
nylondraadkop zodat de afvaldeeltjes tijdens de maaibeweging
van u vandaan worden weggeworpen. Ga vervolgens zonder
gras te maaien terug voor een volgende maaibeweging. Indien u
goed bent beschermd en het niet erg vindt als afvaldeeltjes in uw
richting worden geslingerd, kunt u in beide richtingen maaien.
Aftoppen en kanten maaien
Deze beide handelingen worden verricht met een onder een stei-
le hoek gekantelde nylondraadkop. Aftoppen betekent dat de bo-
venste begroeide laag wordt verwijderd, waardoor de kale grond
overblijft. Kanten maaien houdt in dat het gras wordt gemaaid op
plekken waar het over een stoep of oprit hangt. Tijdens zowel
kanten maaien als aftoppen, dient de machine onder een steile
hoek te worden gehouden, zodat afvaldeeltjes en losgeraakt
zand en stenen, niet in uw richting komen, zelfs als ze van de har-
de ondergrond worden afgeketst.
Hoewel de afbeelding laat zien hoe u kanten moet maaien en
moet aftoppen, dient elke gebruiker zelf te bepalen wat voor zijn
lichaamsgrootte en maaisituatie de ideale hoeken zijn.
Voor bijna alle maaihandelingen geldt dat u de nylondraadkop
het beste zo kunt kantelen dat er contact wordt gemaakt aan de
zijde van de draadcirkel waar de draad van u en de beschermkap
vandaan beweegt (zie de bijbehorende afbeelding). Hierdoor
worden de afvaldeeltjes van u vandaan weggeworpen.
Indien de kop naar de verkeerde zijde wordt gekanteld, zullen de
afvaldeeltjes uw kant uitschieten. Indien de nylondraadkop plat
tegen de grond wordt gehouden zodat het gras over de gehele
lengte van de draad wordt gemaaid, schieten de afvaldeeltjes uw
kant op, wordt de motor door de weerstand afgeremd en wordt er
veel draad verbruikt.
Draag altijd geschikte oogbescherming tegen gelanceerde voor-
werpen. Voorwerpen kunnen tegen u op schieten vanaf de grond
onder de beschermkap, of afketsen tegen een nabijgelegen hard
oppervlak.
Maai niet met hoge snelheid nabij wegen wanneer er verkeer op
rijdt, of op plaatsen met voetgangers. Indien u nabij personen
dient te werken die zich in de risicozone bevinden, dient u een
veel lagere of verminderde snelheid te gebruiken door de trekker
op een passende manier in te stellen. Zet het handgas niet volle-
dig open.
A: Aftoppen B: Kanten maaien
Nylondraadkop draait linksom. De snijdraad be-
vindt zich aan de linkerzijde van de beschermkap.
1. Afvaldeeltjes
2. Maai aan deze zijde
Maai niet in de buurt van auto's of voetgangers.
25
Maaien
Duw de draad niet in stug onkruid, bomen of gaashekken.
Door de draad in kippengaas, harmonicagaas of dichte beplan-
ting te duwen, kunnen afgeknapte draaduiteinden naar de ge-
bruiker worden geslingerd. De beste methode is om tot aan een
barrière, zoals hierboven beschreven, te maaien, maar zorg dat
de draad nooit in of door het obstakel komt. Maai niet dicht bij een
obstakel of barrière.
Zorg dat de nylondraad geen contact kan maken met kapotte
draadomheiningen. Draaddelen die door de trimmer zijn afgebro-
ken, kunnen met hoge snelheden worden weggeslingerd.
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad
Bedrijfstoerentallen motor
Voer de maaiwerkzaamheden met volgas uit. Het laagste brand-
stofverbruik wordt verkregen wanneer het gas wordt losgelaten
bij het terugzwaaien na een maaibeweging.
Laat de trimmer of bosmaaier niet onbelast met hoog toerental
draaien, om mogelijke motorschade te voorkomen.
Voorkom dat het accessoire met lage toerentallen draait. Dit
kan leiden tot snelle koppelingsslijtage. Bovendien heeft gras
en afvalmateriaal de neiging zich bij lage toerentallen rond het
maaiaccessoire te wikkelen.
Draad dat in omheiningen terechtkomt, zal afknap-
pen.
Vermijd draden
WAARSCHUWING
Neem bij het maaien de volgende instructies in acht.
Zorg dat het snijblad niet in aanraking komt met harde obstakels zoals steen, metaal of beton.
Als het snijblad een obstakel raakt, schakel dan onmiddellijk de motor uit en overtuig u ervan
dat het snijblad gestopt is, voordat u het snijblad en de beschermkap op beschadiging contro-
leert.
Gebruik nooit gebarsten snijbladen, omdat deze tijdens het werk van de machine kunnen weg-
schieten.
Controleer of het snijblad stevig op zijn plaats is bevestigd.
Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten vertoont.
Vervang de moer van het snijblad als deze versleten raakt.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
26
Maaien
Het juiste snijblad gebruiken
Gebruik altijd het snijblad dat geschikt is voor de te verrichten
taak.
Zorg dat het snijblad niet in aanraking komt met harde obsta-
kels zoals steen, beton of metaal.
Snijd met het snijblad niet in de grond.
Als het snijblad een obstakel raakt, schakel dan onmiddellijk
de motor uit en overtuig u ervan dat het snijblad niet meer
draait, voordat u het snijblad en de beschermkap op bescha-
diging controleert.
Gebruik de machine niet als het snijblad bot, verbogen, gebro-
ken of verkleurd is en als de moer versleten of beschadigd is.
Gebruik nooit een gebarsten snijblad, omdat dit eraf kan
schieten terwijl u werkt.
Laat de motor niet onbelast op volle snelheid draaien.
Verwijder alle vreemde voorwerpen uit het te bewerken ge-
bied.
Gebruik de bosmaaier altijd met een schouderharnas en een
beschermkap.
Onkruid afmaaien
Dit houdt het maaien in door het maaiaccessoire in een horizon-
tale boog te zwaaien. Op deze manier kunnen grote oppervlak-
ken gras en onkruid worden gemaaid. Afmaaien is geen
geschikte manier om dik, stug onkruid of houtachtige begroeiing
te zagen.
Wanneer het maaiaccessoire in een jonge boom of een struik
vast komt te zitten, gebruik het maaiaccessoire dan niet als een
hefboom om dit op te lossen. Hierdoor raakt het maaiaccessoire
beschadigd.
Zet in plaats daarvan de motor af en duw de jonge boom of de
struik weg om de snijbladen vrij te maken.
Gebruik nooit een gebarsten of beschadigd snijblad.
Reactiekrachten
Duwen.
De gebruiker kan ervaren dat de machine naar hem toe wordt ge-
duwd wanneer hij het materiaal aan de rechterzijde probeert te
maaien. Wanneer hij niet in staat is het snijblad op de gemaaide
plaats te houden, kan er een terugslag optreden wanneer het
snijblad naar de plaats wordt gedrukt waar de zaagtanden die
zich het verst van de gebruiker af bevinden, maaien. Het snijblad
krijgt een zijwaartse terugslag.
Trekken.
Het tegengestelde van duwen. Wanneer het materiaal zich aan
de linkerzijde bevindt, kan de gebruiker ervaren dat de machine
van hem af wordt getrokken. Hoewel door deze trekkende maai-
beweging maaisel naar de gebruiker kan worden gelanceerd,
wordt dit toch aangeraden om grote hoeveelheden kreupelhout
af te maaien, omdat het maaien op deze manier soepeler en sta-
bieler verloopt dan bij een duwende maaibeweging.
Inspecteer snijbladen vóór gebruik
Draden kunnen blijven haken en aan het snijblad
rondslingeren
Rotatie linksom 1. Duwen 2. Trekken
27
Maaien
Terugslag.
Als u met de rechter voorzijde van het snijblad een hard voorwerp
raakt, zoals bij het maaien in beide richtingen, zal het snijblad ab-
rupt naar rechts schieten. Dit fenomeen staat bekend als "terug-
slag" en kan een ernstig ongeluk veroorzaken omdat de
gebruiker de controle over het product verliest. Let er vooral goed
op dat u geen hard object met de rechter voorzijde van het snij-
blad raakt.
Voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de werkzaamheden
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone.
Ga na of er geen kinderen, omstanders of dieren in deze zone
aanwezig zijn. Wanneer iemand tot dichter dan 15 m nadert,
dient u de motor onmiddellijk uit te schakelen om de rotatie
van het snijblad te stoppen.
Wanneer iemand u bij het werk assisteert, of als u samen met
iemand werkt, bepaal dan hoe u met elkaar communiceert en
werk op een afstand van ten minste 15 m van elkaar. Wij raden
u aan een fluitje bij u te dragen voor het geval dat u onder het
werk met iemand moet communiceren.
Schakel de motor onmiddellijk uit als het product opeens ab-
normaal begint te trillen. Plotselinge trillingen kunnen veroor-
zaakt worden door een probleem met een bepaald onderdeel,
zoals het vliegwiel, de koppeling of het snijblad, door een los-
geraakte schroef of iets dergelijks. Gebruik het product niet
verder totdat u de oorzaak van het probleem hebt opgespoord
en de reparatie is uitgevoerd.
Het snijblad kan van de trimmer wegschieten als het niet goed
is vastgeschroefd. Controleer daarom of het goed vastzit.
Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten
vertoont.
Als de haakse overbrenging tijdens het werk in aanraking
komt met het grondoppervlak, kunnen de moer van het snij-
blad en de afdichtmanchet snel slijten. Vervang ze door nieu-
we onderdelen als dit gebeurt.
Wanneer u de motor uitschakelt, controleer dan of het snijblad
niet langer roteert voordat u het product op de grond legt. Zelfs
nadat de motor is uitgeschakeld, kan het snijblad tijdens het
uitlopen nog letsel veroorzaken.
De geluiddemper blijft nog enige tijd heet nadat de motor is uit-
geschakeld. Draag het product met de geluiddemper van u af-
gekeerd, om te voorkomen dat uw lichaam daarmee in
aanraking kan komen.
Schakel altijd de motor uit als u het product draagt en breng
de snijbladbescherming aan op het snijblad.
Terugslag
28
Onderhoud
Onderhou d
Dagelijks onderhoud
Vóór het begin van elke werkdag dienen de volgende hande-
lingen te worden uitgevoerd:
Verwijder vuil en los afvalmateriaal uit de motor, controleer
of de koelribben en het luchtfilter niet verstopt zijn en reinig
ze, indien nodig.
Verwijder eventueel opgehoopt vuil of los afvalmateriaal uit
de geluiddemper en brandstoftank. Controleer het koel-
luchtinlaatgedeelte onderaan het motorcarter. Verwijder al
het losse afvalmateriaal. Opeengehoopt vuil in deze ge-
deeltes kan leiden tot oververhitting, brand of voortijdige
slijtage van de motor.
Verwijder afvalmateriaal en stof uit het maaiaccessoire.
Controleer of er geen bouten of componenten loszitten of
ontbreken. Zorg ervoor dat het maaiaccessoire stevig vast-
zit.
Controleer of er brandstof of olie uit de machine lekt.
Onderhoud na 10 uur
(vaker bij gebruik onder stoffige omstandigheden)
Verwijder het luchtfilterdeksel door het bevestigingsmiddel los
te draaien en op te lichten.
Verwijder het luchtfilterelement.
Reinigen of vervangen indien nodig.
Reinig het element grondig met zeep en water.
Laat het element drogen voordat u het opnieuw plaatst.
Vervang het luchtfilterdeksel.
Onderhoud na 10/15 uur
Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
Controleer de elektrode op slijtage.
Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
Vervang de bougie als dat nodig is en draai deze vast met een
koppel van 15 N·m - 17 N·m (150 kgf·cm tot 170 kgf·cm).
Onderhoud na 50 uur
Machine reinigen en smeren
WAARSCHUWING
Voordat u onderhouds-, reparatie of reinigingswerkzaamheden aan uw machine uitvoert, dient u ervoor te zorgen
dat de machine en het maaiaccessoire volledig stilstaan. Ontkoppel de bougiekabel voordat u service- of onder-
houdswerkzaamheden uitvoert.
Repareer nooit een beschadigd blad door het te lassen, recht te buigen of de vorm ervan te veranderen. Een gewij-
zigd blad kan tijdens gebruik breken, wat tot ernstig letsel kan leiden.
1. Koelribben van de cilin-
der
2. Luchtinlaat
1. Bevestigingsmiddel los-
draaien
2. Luchtfilterelement
LET OP!
Bedien de machine nooit indien het luchtfilter bescha-
digd is of ontbreekt.
a: 0,6 - 0,7 mm
29
Onderhoud
Reinig de cilinderkap en verwijder gras en vuil uit de koelrib-
ben van de cilinder.
Verwijder het maaiaccessoire, de houder van het maaiacces-
soire en de kraag van de as van de tandwielkast. Verwijder de
vulplug van de zijde van de tandwielkast en pers nieuw smeer-
vet in de tandwielkast totdat er oud vet naar buiten treedt. Ge-
bruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.
Smeer de groeven van de hoofdas.
Onderhoud van brandstoffilter
Verwijder met een draad met aan het uiteinde een gebogen haak
het brandstoffilter uit de brandstoftank. Verwijder het filterele-
ment en vervang het. Controleer de toestand van de brandstof-
leiding voordat u het filter weer aanbrengt. In geval van
beschadiging of slijtage mag de machine niet meer worden ge-
bruikt, totdat u een erkende onderhoudsdealer kunt raadplegen.
Onderhoud na 135 uur
Koolafzetting in de demper zal leiden tot een lager motorver-
mogen en oververhitting. Vonkvangerscherm moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van de ge-
luiddemper.
Afstelling van de carburateur
1. Nieuw smeervet
2. Oud smeervet
3. Kraag uitgaande as
1. Brandstoffilter 2. Draad met gebogen
haak
LET OP!
Zorg ervoor dat u niet met het uiteinde van de draad met
gebogen haak door de brandstofleiding steekt. De leiding
is kwetsbaar en raakt gemakkelijk beschadigd.
WAARSCHUWING
Bedien de machine nooit met een beschadigde of ontbre-
kende geluiddemper of vonkenvanger! Bediening van de
machine met ontbrekende of beschadigde vonkenvanger
veroorzaakt brandgevaar en kan schade toebrengen aan
uw gehoor.
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
WAARSCHUWING
U MAG HET STATIONAIR TOERENTAL ALLEEN AANPASSEN door te draaien aan de stelschroef van het stationair
toerental (T).
Tijdens het afstellen van de carburateur kan het maaiaccessoire bewegen. Wees zeer voorzichtig en let op het maai-
accessoire, zodat u zich niet verwondt aan het bewegende snijblad.
Wanneer de carburateur is afgesteld, dient het maaiaccessoire niet te bewegen bij een stationair toerental, anders
kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
Behalve het stationair toerental, mag u GEEN andere carburateur-gerelateerde afstellingen uitvoeren. Alle andere af-
stellingen MOETEN worden uitgevoerd door een bevoegde service dealer, anders kan dit leiden tot ernstig lichame-
lijk letsel vanwege een defecte motor.
30
Onderhoud
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
De motor moet terugkeren naar het stationair toerental zodra de
gashendel wordt losgelaten. Het stationair toerental is instelbaar
en moet laag genoeg zijn om het maaiaccessoire uit te laten
schakelen door de motorkoppeling.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
1. Plaats het apparaat op de grond en start de motor. Laat het
2-3 minuten stationair draaien totdat het warm is.
2. Als het accessoire beweegt bij stationair motortoerental, ver-
laagt u dit door linksom aan de stelschroef van het stationair
toerental (T) te draaien.
3. Herhaal de procedure van accelereren naar volgas en terug-
keren naar stationair enkele keren. Controleer of het maai-
accessoire stopt met bewegen bij stationair toerental.
4. Indien er een toerenteller beschikbaar is, dient het stationai-
re motortoerental te worden afgesteld volgens de aanbevo-
len instellingen in het hoofdstuk Specificaties.
Het snijblad controleren
Gebruik alleen het snijblad dat door de fabrikant voor dit model
wordt aanbevolen.
Wanneer er een barst in het snijblad zit, gebruik dit dan niet en
vervang het door een nieuw snijblad.
Zorg dat het snijblad op de juiste manier is aangebracht in
overeenstemming met de instructies.
Het snijblad kan worden omgedraaid als het na enige tijd bot
is geworden door slijtage.
Trillingen zullen toenemen wanneer het blad beschadigd of
verbogen is. Vervang het blad door een nieuw blad.
Indien u het snijblad wilt bijvijlen, vijl dan de 3 snijvlakken ge-
lijkmatig met behulp van een platte vijl zoals in de afbeelding
wordt getoond. Als u dit niet doet, wordt de balans verstoord
en zullen de trillingen toenemen.
LET OP
Neem bij problemen met de carburateur contact op met een bevoegde service dealer.
T: Stationair toerental afstellen
OPMERKING
Indien de carburateur niet naar behoren kan worden afgesteld
met de stelschroef van het stationair toerental (T), dient u con-
tact op te nemen met een bevoegde service dealer.
31
Onderhoud
Nylon draad plaatsen
1. Snijd een stuk draad op de aanbevolen lengte.
2,4 mm dia. - 3 m
2. Zorg dat de pijlen bovenop uitlijnen met de openingen in de
oogjes.
3. Steek een uiteinde van de nylon draad in een oogje, en duw
de draad een gelijke lengte door de snijkop met nylon draad.
4. Houd de snijkop met nylon draad vast en draai de knop
rechtsom om de draad op te spoel te winden totdat van elke
draad ongeveer 13 cm uitsteekt.
Langdurige opslag
Maak de machine volgens de onderstaande procedure gereed
voor opslag als u de machine minimaal 30 dagen niet gebruikt.
Reinig de uitwendige delen grondig en breng een dunne laag
olie aan op alle metalen oppervlakken.
Tap alle brandstof af uit de carburateur en de brandstoftank.
Ga als volgt te werk om de resterende brandstof uit de brandstof-
leidingen en carburateur te verwijderen wanneer de brandstof uit
de brandstoftank is afgetapt.
1. Bedien de opvoerpomp totdat er geen brandstof meer door-
stroomt.
2. Start de motor en laat deze draaien totdat hij stopt.
3. Herhaal stap 1 en 2 totdat de motor niet meer kan worden
gestart.
Verwijder de bougie en giet circa 7 gram tweetakt-motorolie
via de bougieopening in de cilinder. Plaats een schone doek
over de bougieopening. Trek 2 tot 3 keer langzaam aan de
trekstarter om een gelijkmatige oliefilm binnen in de motor aan
te brengen. Breng de bougie opnieuw aan. (Sluit de bougiekap
1. Slijtage-indicatoren
BELANGRIJK
Als de slijtage-indicatoren die zich aan de onderkant van de
snijkop met nylon draad bevinden, glad gesleten zijn, moet de
afdekkap of de gehele snijkop met nylon draad worden vervan-
gen.
OPMERKING
Alle opgeslagen brandstof moet worden gestabiliseerd met
een brandstofstabilisator, bijv. STA-BIL®.
Wanneer er gedurende lange tijd benzine in de carburateur
blijft, kan dit leiden tot moeilijk starten en hogere service- en
onderhoudskosten.
32
Onderhoud
niet aan. )
Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen
voordat de machine wordt opgeslagen.
Verwijder het luchtfilterelement uit de carburateur en reinig het
grondig met water en zeep. Laat het element drogen en breng
het weer aan.
Sla de machine op in een schone en stofvrije ruimte.
Richtlijnen voor problemen oplossen
De motor start niet
Diagnose Oorzaak Oplossing
Draait de motor rond?
NEE
Defecte trekstarter.
Vloeistof in de krukkast.
Inwendige schade.
Raadpleeg uw dealer
JA
Goede compressie?
NEE
Losse bougie. Vastzetten en opnieuw controle-
ren.
Overmatige slijtage van cilin-
der, zuiger, zuigerveren.
Raadpleeg uw dealer
JA
Bevat de tank verse brandstof van de
juiste soort?
NEE
Brandstof onjuist, oud of ver-
ontreinigd; mengsel onjuist.
Verversen door verse, schone on-
gelode benzine met een octaange-
tal van 89 of hoger, gemengd met
mengolie voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren die minstens vol-
doet aan ISO-L-EGD en/of JASO
FC, FD-geclassificeerde oliën met
een verhouding van 50:1 benzine/
olie.
JA
Is er brandstof in de retourleiding aanwe-
zig en beweegt deze tijdens het pompen?
NEE
Controleer op verstopping van
brandstoffilter en/of ontluch-
ting.
Vervang brandstoffilter of ontluch-
ting indien nodig. Start opnieuw.
Opvoerpomp werkt niet goed. Raadpleeg uw dealer
JA
Is er een vonk bij de aansluiting van de
bougiekabel?
NEE
De ontstekingsschakelaar
staat in de stand Stop.
In de Start-stand zetten.
Massasluiting ontsteking.
Defecte ontstekingseenheid.
Raadpleeg uw dealer
JA
Controleer de bougie.
NEE
Als de bougie nat is, kan zich te
veel brandstof in de cilinder be-
vinden.
Laat de motor draaien met verwij-
derde bougie, monteer de bougie
weer en start opnieuw.
De bougie is vervuild of heeft
een onjuiste elektrodenaf-
stand.
Reinig de bougie en stel de elek-
trodenafstand opnieuw in op 0,6
mm. Start opnieuw.
De bougie is inwendig bescha-
digd of van het verkeerde type.
Vervangen
33
Onderhoud
Laag vermogen
Diagnose Oorzaak Oplossing
Wordt de motor te warm? Machine overbelast door ge-
bruiker.
Verkort de trimmerdraad. Maai
langzamer.
Mengsel carburateur is te arm. Raadpleeg uw dealer
Onjuiste brandstofverhouding. Verversen door verse, schone on-
gelode benzine met een octaange-
tal van 89 of hoger, gemengd met
mengolie voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren die minstens vol-
doet aan ISO-L-EGD en/of JASO
FC, FD-geclassificeerde oliën met
een verhouding van 50:1 benzine/
olie.
Ventilator, ventilatordeksel, ci-
linderkoelribben vervuild of be-
schadigd.
Reinigen, repareren of vervangen
indien nodig.
Koolafzetting op de zuiger of in
de geluiddemper.
Raadpleeg uw dealer
Motor draait rauw bij alle toerentallen.
Mogelijk ook zwarte rook en/of onver-
brande brandstof in de uitlaat aanwezig.
Verstopt luchtfilterelement. Voer onderhoud uit aan het lucht-
filterelement.
Losse of beschadigde bougie. Vastzetten of vervangen.
Luchtlekkage of verstopte
brandstofleiding.
Repareer of vervang brandstoffil-
ter en/of brandstofleiding.
Water in de brandstof. Ververs de brandstof.
Zuiger vastgelopen.
Defecte carburateur en/of de-
fect membraan.
Raadpleeg uw dealer
Motor pingelt. Oververhitting. Zie boven.
Onjuiste brandstof. Controleer het octaangetal van de
brandstof; controleer of de brand-
stof alcohol bevat. Brandstof ver-
versen indien nodig.
Koolafzetting in de verbran-
dingskamer.
Raadpleeg uw dealer
34
Onderhoud
Andere problemen
Diagnose Oorzaak Oplossing
Slechte acceleratie. Verstopt luchtfilter. Reinig het luchtfilter.
Verstopt brandstoffilter. Vervang het brandstoffilter.
Arm brandstof-/luchtmengsel. Raadpleeg uw dealer
Stationair toerental te laag in-
gesteld.
Afstellen.
Motor stopt abrupt. Schakelaar uitgeschakeld. Reset de schakelaar en start op-
nieuw.
Brandstoftank leeg. Brandstof bijvullen.
Verstopt brandstoffilter. Vervang het brandstoffilter.
Water in de brandstof. Aftappen; verversen door schone
brandstof.
Kortgesloten bougie of losse
aansluiting.
Reinig of vervang de bougie; be-
vestig de aansluiting.
Defecte ontsteking. Raadpleeg uw dealer
Zuiger vastgelopen. Raadpleeg uw dealer
Motor slaat moeilijk af.
Massadraad (voor stoppen) is
losgekoppeld of schakelaar is
defect.
Controleren en indien nodig ver-
vangen.
Oververhitting door onjuiste
bougie.
Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld. Reinig de
bougie en stel de elektrodenaf-
stand opnieuw in op 0,6 mm. Bou-
gie corrigeren.
Motor oververhit. Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld.
Maaiaccessoire draait bij stationair draai-
ende motor.
Stationair motortoerental te
hoog.
Afstellen.
Gebroken koppelingsveer of
uitgeslagen veerkraag.
Vervang veer/schoenen indien no-
dig; controleer stationair toerental.
Accessoirehouder los. Houders controleren en goed vast-
zetten.
Motor keert niet terug naar stationair toerental. Stationair motortoerental te
hoog ingesteld.
Afstellen
Motor heeft luchtlekkage. Raadpleeg uw dealer
Overmatige trillingen.
Kromgetrokken of beschadigd
maaiaccessoire.
Inspecteer het accessoire en ver-
vang het indien nodig.
Tandwielkast los. Draai de tandwielkast stevig vast.
Verbogen hoofdas / versleten
of beschadigde bussen.
Inspecteren en indien nodig ver-
vangen.
Trimmerdraad niet goed op de
spoel gewikkeld.
Wikkel de trimmerdraad opnieuw.
Maaiaccessoire draait niet. As niet goed aangebracht in
krachtbron of tandwielkast.
Inspecteren en indien nodig op-
nieuw monteren.
Aandrijfas gebroken. Raadpleeg uw dealer
Tandwielkast beschadigd. Raadpleeg uw dealer
35
Onderhoud
Vakkennis is vereist bij de controle en het onderhoud. Indien u de controle en het onderhoud van het product niet zelf kunt
uitvoeren of een fout niet zelf kunt oplossen, raadpleeg dan uw dealer. Probeer niet het product te demonteren.
Raadpleeg uw dealer in het geval van een probleem dat niet wordt behandeld in bovenstaande tabel.
Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten. Het
gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.
36
Specificaties
Specificaties
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
T243XS C243S
Buitenafmetingen:
Lengte × Breedte × Hoogte 1725 × 379 × 323 mm 1727 × 577 × 493 mm
Massa:
Machine zonder brandstof, maaiaccessoire en beschermkap
(ISO11806)
Machine met brandstof, gespecificeerd maaiaccessoire, beschermkap
en harnas
5,1 kg
6,7 kg
5,3 kg
6,9 kg
Inhoud: Brandstoftank 0,69 L
Maaiaccessoire
Type met nylon-maaidraad
Diameter nylondraad
Lengte nylondraad
Schroefdraad
Speed Feed 375
2,4 mm
3 m
Links M7×1,0
Overbrengingsverhouding: Overbrengingsverhouding en smering Reductie 1,36 en lithiumvet van goede kwaliteit
Rotatierichting van de uitgaande as gezien van boven: Linksom
Motor:Type Luchtgekoelde tweetakt-ééncilinder
Cilinderinhoud
Maximale asremkracht, gemeten overeenkomstig ISO 8893
Toerental bij maximaal motorvermogen
Aanbevolen maximumtoerental (met STD-accessoire)
Aanbevolen stationair toerental motor
23,9 ml (cm3)
0,8 kW
8000 omw/min
10300 omw/min
3000 omw/min
Carburateur
Ontsteking
Bougie
Starter
Koppeling
Membraantype
Vliegwielmagneet, CDI-systeem
NGK BPMR8Y
Trekstarter
Automatische centrifugaalkoppeling
Brandstof:
Olie
Verhouding
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
Specifiek brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
Normale benzine. Loodvrije benzine met een octaange-
tal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen
brandstof die methylalcohol of meer dan 10% ethylalco-
hol bevat.
Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. ISO-L-
EGD (ISO/CD 13738), JASO FC,FD en Shindaiwa One
olie.
50:1 (2%)
0,58 l/u
575 g/(kW•h)
Trillingsniveaus: (ISO 22867)ahv,eq Voorste handgreep
8,8 m/s2
Achterste handgreep
7,2 m/s2
Onzekerheid 1,2 m/s2
Rechterhandgreep
4,7 m/s2
Linkerhandgreep 4,9 m/s2
Onzekerheid 1,2 m/s2
Geluidsdrukniveau: (ISO 22868) LpAeq
Onzekerheid : (KpA)
96,0 dB(A)
1,5 dB(A)
94,1 dB(A)
1,5 dB(A)
Geluidsvermogenniveau:(ISO 22868) LWAd (= LWARa + KWA) 110,3 dB(A) 108,9 dB(A)
37
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
De hierna genoemde fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME
OHME ; TOKIO 198-8760
JAPAN
verklaart dat de hierna gespecificeerde nieuwe machine:
GRASTRIMMER/BOSMAAIER
Merk: shindaiwa
Type: T243XS, C243S
voldoet aan:
* de vereisten van Richtlijn 2006/42/EC (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 11806-1))
* de vereisten van Richtlijn 2004/108/EG (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 14982)
* de vereisten van Richtlijn 2010/26/EU
* de vereisten van Richtlijn 2000/14/EG
Conformiteitbeoordelingsprocedure volgens ANNEX V
T243XS C243S
Gemeten geluidsvermogenni-
veau
dB(A) 108 107
Gegarandeerd geluidsvermo-
genniveau
dB(A) 111 110
Serienummer 37100001 en hoger
Tokio, 1 februari 2013
YAMABIKO CORPORATION
De geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa die bevoegd
is het technisch dossier samen te stellen.
Bedrijf: Atlantic Bridge Limited
Adres: Atlantic House, PO Box 4800, Earley, Reading RG5
4GB, Verenigd Koninkrijk
Yasuo Katsumata Hr. Philip Wicks
General Manager
38
X750-022210
X750280-4100
2013
1Opmerkingen en achteromslag
MEMORANDUM
39
X750-022210
X750280-4100
2013
MEMORANDUM
40
X750-022210
X750280-4100
2013
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145.
Gedrukt in Japan
0x0xxxx zzzz ES
©
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Shindaiwa T243XS Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor