Shindaiwa T225S_C225S Handleiding

Type
Handleiding
1Dekse l
NEDERLANDS
(Oorspronkelijke instructies)
BEDIENINGSHANDLEIDING
T225S
C225S
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE
REGELS VOOR VEILIG GEBRUIK.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS
KAN ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2
Belangrijke informatie
2Belangr ijke infor matie
Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.
Juist gebruik van dit product
Shindaiwa grastrimmers/bosmaaiers zijn krachtige lichtgewichtmachines met een benzinemotor, ontworpen om op
moeilijk bereikbare plaatsen onkruid te verwijderen, gras te maaien en kreupelhout te zagen.
Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
Gebruikers van het product
U dient dit product niet te gebruiken voordat u de bedieningshandleiding goed hebt gelezen en de inhoud ervan hebt
begrepen.
Dit product mag niet door iemand worden gebruikt die de bedieningshandleiding niet goed heeft gelezen, die een verk-
oudheid heeft, vermoeid is of anderszins in een slechte fysieke conditie is. Ook kinderen mogen dit product niet ge-
bruiken.
Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of
hun eigendommen.
Over uw bedieningshandleiding
In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de montage, de bediening en het onderhoud van uw product.
Lees deze aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar aan
bij uw shindaiwa-dealer.
De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus-
sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorgt u er dan voor dat de per-
soon die het product leent en ermee zal werken ook de handleiding ontvangt. Indien u dit product overhandigt aan een
derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Vragen
Neem contact met uw shindaiwa-dealer voor meer informatie over het product, de aankoop van verbruiksmaterialen,
reparaties en andere soortgelijke vragen.
Kennisgevingen
Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving zijn
voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelijken.
Dit product vereist de montage van enkele onderdelen.
Raadpleeg uw shindaiwa-dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.
Fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
Geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa:
Atlantic Bridge Limited
Atlantic House, PO Box 4800, Earley, Reading RG5 4GB, Verenigd Koninkrijk
3
Contents
Veilig gebruik van uw product............................................................................................. 4
Waarschuwingsmededelingen....................................................................................... 4
Overige aanduidingen ................................................................................................... 4
Symbolen....................................................................................................................... 4
Plaats waar een veiligheidssticker is bevestigd............................................................. 6
Omgaan met brandstof .................................................................................................. 7
Gebruik van de motor .................................................................................................... 8
Omgaan met het product............................................................................................... 9
Paklijst .............................................................................................................................. 15
Beschrijving ...................................................................................................................... 17
Voordat u begint ............................................................................................................... 19
Montage....................................................................................................................... 19
Uitbalanceren .............................................................................................................. 25
Brandstof voorbereiden ............................................................................................... 26
Motorbediening ................................................................................................................. 27
De motor starten.......................................................................................................... 27
De motor stoppen ........................................................................................................ 28
Maaien .............................................................................................................................. 30
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop....................................................... 30
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad ...................................................... 32
Voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de werkzaamheden34
Onderhoud en verzorging ................................................................................................. 36
Onderhoudsrichtlijnen.................................................................................................. 36
Onderhoud en verzorging ............................................................................................ 36
Opslag .............................................................................................................................. 42
Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen) .................................. 42
Specificaties...................................................................................................................... 43
Conformiteitsverklaring ..................................................................................................... 44
4
Veilig gebruik van uw product
Veilig geb ruik van uw product
Lees dit hoofdstuk nauwkeurig voordat u het product gaat gebruiken.
De voorzorgsmaatregelen die in dit hoofdstuk beschreven worden, bevatten belangrijke veiligheidsinformatie. Neem
deze in acht.
U dient ook de voorzorgsmaatregelen te lezen die in de handleiding zelf staan.
Tekst gevolgd door een [diamond mark] beschrijft de mogelijk consequenties van het niet naleven van de voorzorgsmaatregelen.
Waarschuwingsmededelingen
Situaties waarbij er een risico voor fysiek letsel voor de gebruiker en andere personen bestaat, worden in deze handleiding en op
het product zelf door de volgende waarschuwingsmededelingen aangeduid. Lees en volg zorgvuldig de regels voor een veilig ge-
bruik.
Overige aanduidingen
Naast waarschuwingsmededelingen worden in deze handleiding de volgende verklarende symbolen gebruikt:
Symbolen
In deze handleiding en op het product zelf worden diverse verklarende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u volledig begrijpt wat
elk symbool betekent.
GEVAAR WAARSCHU-
WING
LET OP!
Dit symbool in combinatie met het
woord "GEVAAR" vestigt de aan-
dacht op handelingen of omstandigh-
eden die ernstig lichamelijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
Dit symbool in combinatie met het
woord "WAARSCHUWING" vestigt
de aandacht op handelingen of om-
standigheden die ernstig lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg kunnen
hebben.
"LET OP" geeft aan dat er een poten-
tieel gevaarlijke situatie is, die wan-
neer die niet wordt vermeden, licht tot
matig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Het pictogram met een
cirkel en een schuine
streep geeft aan dat
hetgeen wordt get-
oond, verboden is.
OPMERKING BELANGRIJK
Deze ingesloten boodschap bevat
tips voor gebruik, verzorging en
onderhoud van het product.
Omkaderde tekst met het woord "
BELANGRIJK"bevat belangrijke in-
formatie over het gebruik, de con-
trole, het onderhoud en de opslag van
het product dat beschreven staat in
deze handleiding.
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Lees de bedieningshandlei-
ding aandachtig door
De maximumsnelheid van de
as van het maaiaccessoire in
t/min
Draag oog-, gehoor- en hoofd-
bescherming
Bewaar een afstand van 15
meter ten opzichte van om-
standers
Draag voetbescherming en
handschoenen
Benzine- en oliemengsel
Noodstop Opvoerpomp (starten)
5
Veilig gebruik van uw product
Waarschuwing! Gelanceerde
voorwerpen!
Carburateurafstelling - Laag-
toerentalmengsel
Waarschuwing, zwenkt zi-
jwaarts uit
Carburateurafstelling - Hoog-
toerentalmengsel
Gebruik zonder beschermkap
niet toegestaan.
Carburateurafstelling - Sta-
tionair toerental
Gebruik van metalen snijblad-
en is niet toegestaan.
U-handgreep
Gebruik van een nylondraad-
kop is niet toegestaan
Rondhandgreep
Gebruik het product niet op
plaatsen met een slechte ven-
tilatie
Pas op voor plaatsen met
hoge temperatuur
Pas op voor vuur
Gegarandeerd geluidsver-
mogenniveau
Positie "Koude start" van
chokehendel (choke dicht)
Positie "In bedrijf" van choke-
hendel (choke open)
Pas op voor elektrische
schokken
Motor starten
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
6
Veilig gebruik van uw product
Plaats waar een veiligheidssticker is bevestigd
De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg
ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.
Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een
vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg
ervoor dat de sticker altijd leesbaar is.
1. Veiligheidssticker (onderdeelnummer 890617-43130)
2. Veiligheidssticker (onderdeelnummer X505-002310)
7
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met brandstof
GEVAAR
Blijf altijd uit de buurt van vuur als u brandstof bijvult.
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden. Wees uiterst voorzichtig bij
het mengen, opslaan of omgaan met brandstof, om ernstig letsel te voorkomen. Neem de volgende instructies in acht.
Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.
Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.
Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.
Het reservoir en de vulplaats
Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan.
Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat
het drukverschil geleidelijk wordt opgeheven.
VUL GEEN brandstof bij in een afgesloten ruimte. Vul de
brandstoftank ALTIJD in de buitenlucht en op onbe-
groeide grond.
Gemorste brandstof kan brand veroorzaken
Neem bij het bijvullen van brandstof de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht:
Vul de tank niet tot aan de vulopening. Houd de brand-
stof op het voorgeschreven niveau (tot aan de onderzi-
jde van de vulhals van de brandstoftank).
Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.
Draai de brandstofdop na het vullen goed dicht.
Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzak-
en als deze ontbrandt.
1. Brandstoftank
2. Onderzijde vulhals
Start de motor niet op de plaats waar u brandstof
hebt bijgevuld
Start de motor niet op de plaats waar u het bijvullen van
de brandstof hebt uitgevoerd. Ga ten minste 3 meter van
de plaats staan waar u de brandstof hebt bijgevuld voor-
dat u de motor start.
Brandstof die tijdens het bijvullen
is gemorst, kan brand veroorzak-
en indien deze ontbrandt.
Gelekte brandstof kan brand
veroorzaken
Controleer of er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvul-
buis, het rubber of de dop nadat brandstof is bijgevuld.
Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt,
dient u onmiddellijk met het gebruik van het product te
stoppen en contact op te nemen met uw dealer om de
machine te laten repareren.
Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.
8
Veilig gebruik van uw product
Gebruik van de motor
WAARSCHUWING
De motor starten
Neem bij het starten van de motor extra aandachtig de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht:
Controleer de machine op loszittende moeren en
bouten
Controleer of er geen brandstoflekken zijn
Plaats het product op een vlakke, goed geventileerde
plaats
Zorg voor genoeg ruimte rondom het product en laat
geen personen of dieren toe in de buurt van het product
Start de motor met de handgastrekker in de stationair-
stand
Houd het product stevig tegen de grond als u de motor
start
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval
of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
Als de motor is gestart, dient u te controleren of er
abnormale trillingen of geluiden zijn
Controleer of er abnormale trillingen of geluiden zijn als
de motor is gestart. Gebruik het product niet als u ab-
normale trillingen of geluiden waarneemt. Neem contact
op met uw dealer om de machine te laten repareren.
Ongevallen waarbij onderdelen losraken en vallen, kunnen
verwondingen of ernstig letsel veroorzaken.
Geen hete onderdelen of onderdelen die onder hoge
spanning staan aanraken wanneer het product in
bedrijf is
Raak de volgende hete onderdelen of onderdelen die
onder hoge spanning staan niet aan terwijl het product in
bedrijf is of kort nadat het product is gestopt.
Geluiddemper, bougie, haakse overbreng-
ing en andere hete onderdelen
U kunt zich branden als u een heet onderdeel
aanraakt.
Bougie, bougiekabel en andere onder-
delen onder hoge spanning
U kunt een elektrische schok krijgen als u
onderdelen die onder hoge spanning
staan, aanraakt terwijl het product in bedr-
ijf is.
Veiligheid heeft de hoogste prioriteit in geval van
vuur of rookontwikkeling
Indien er vuur uit de motor komt of uit een andere plaats
dan de uitlaatopening, breng dan altijd eerst uzelf in vei-
ligheid.
Werp met een schop zand of gelijksoortig
materiaal op het vuur om te voorkomen dat
het zich verspreidt, of blus het met een
brandblusser.
Een paniekreactie kan ertoe leiden dat de
brand zich uitbreidt en er grotere schade ontstaat.
Uitlaatdampen zijn giftig
De uitlaatdampen van de motor bevatten giftige gassen.
Gebruik dit product niet in afgesloten of andere slecht
geventileerde ruimtes.
De uitlaatdampen kunnen vergiftiging veroorzaken.
Schakel de motor uit als u het product controleert of
onderhoudt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u het
product controleert of onderhoudt na gebruik:
Schakel de motor uit en probeer niet het product te con-
troleren of te onderhouden voordat de motor is afgekoe-
ld
U kunt zich branden.
Verwijder de bougiekap voordat u controle- of onder-
houdswerkzaamheden uitvoert
Als het product onverwacht start, kan dit een ongeval
veroorzaken.
Bougie controleren
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer
u de bougie controleert.
Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de
keramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieu-
we onderdelen.
De vonktest (om te controleren of de bougie voor
ontsteking zorgt) moet door uw dealer worden uit-
gevoerd.
De vonktest mag niet in de buurt van het bougiegat
worden uitgevoerd.
De vonktest mag niet worden uitgevoerd op plaatsen
waar brandstof gemorst is of zich ontvlambare gassen
bevinden.
U mag de metalen delen
van de bougie niet aan-
raken
De bougie kan brand
veroorzaken of u een elek-
trische schok geven.
9
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met het product
Algemene voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Lees aandachtig de bedieningshandlei-
ding voordat u het product gaat gebruik-
en om er zeker van te zijn dat u het
product correct bedient.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het
gevolg zijn.
Gebruik dit product niet voor andere dan de hiervoor
genoemde doeleinden.
U mag het product niet gebruiken voor doeleinden an-
ders dan die beschreven in de bedieningshandleiding.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den.
Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan
U mag het product niet wijzigen.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het
product worden niet gedekt door de garantie van de fabri-
kant.
Gebruik het product niet zonder dat het is gecontro-
leerd en onderhouden.
U dient het product niet te onderhouden wanneer het
niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd
voor dat het product regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze han-
dleiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de
persoon die het product leent ook de handleiding
ontvangt.
Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er
dan de bedieningshandleiding bij.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Voorbereid zijn in geval van een verwonding
Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke
geval van een ongeval of verwonding
EHBO-doos
Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te
stoppen)
Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)
Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van ander-
en kunt vragen kan de verwonding verslechteren.
10
Veilig gebruik van uw product
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
GEVAAR
Het product niet gebruiken wanneer het snijblad op
het stationaire toerental draait
U dient het product niet te gebruiken wanneer het snij-
blad draait en de handgastrekker van de grastrimmer in
de stand voor stationair toerental staat.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den.
De beschermkap niet verwijderen
Gebruik het product niet wanneer de beschermkap niet
is aangebracht.
Objecten die kunnen afketsen van het snijblad, kunnen tot
een ongeval of ernstig letsel leiden.
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als ge-
varenzone
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevaren-
zone. Neem bij gebruik van het product de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Laat geen kinderen en andere personen of dieren in de
gevarenzone toe.
Wanneer een andere persoon binnen de gevarenzone
komt, schakel dan de motor uit om de rotatie van het sn-
ijblad te stoppen.
Wanneer u de gebruiker benadert, waarschuw hem dan
door van buiten de gevarenzone twijgjes in zijn richting
te werpen en overtuig u ervan dat de motor is uitge-
schakeld en dat het snijblad niet langer draait.
Als er meerdere personen met het product werken,
moet bepaald worden hoe zij met elkaar moeten com-
municeren en moeten zij op een afstand van ten minste
15 m van elkaar werken
Objecten die van het snijblad afketsen, en aanraking van het
snijblad kunnen blindheid of een dodelijk ongeval veroorza-
ken.
11
Veilig gebruik van uw product
WAARSCHUWING
Gebruikers van het product
Het product mag niet gebruikt worden door:
vermoeide mensen
mensen die alcohol hebben gedronken
mensen die medicijnen gebruiken
zwangere vrouwen
mensen met een slechte fysieke
conditie
mensen die de bedieningshan-
dleiding niet hebben gelezen
kinderen
Niet opvolgen van deze instructies
kan een ongeval tot gevolg hebben.
Omgeving voor gebruik en bediening
Gebruik het product niet op plaatsen waar u gemakkeli-
jk kunt vallen, zoals op steile hellingen of ondergrond
na regenval.
Gebruik het product niet 's avonds of op donkere plaat-
sen met een slecht zicht.
Wanneer u het product op een licht hellend terrein ge-
bruikt, werk dan met vlakke bewegingen en volg de con-
tour van het terrein.
Als u valt of uitglijdt, of het product niet correct bedient, kan
dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voor uw eigen gezondheid en voor een veilige en com-
fortabele werkprocedure, dient u de machine te gebruik-
en binnen een temperatuurbereik van de buitenlucht
van -5
o
C tot 40
o
C.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de ge-
zondheid tot gevolg hebben.
Motor uitschakelen als u zich verplaatst
Wanneer u zich in de onderstaande situaties verplaatst,
schakel dan de motor uit en overtuig u ervan dat het snij-
blad niet langer draait, breng vervolgens de snijbladbe-
scherming aan en draai de geluiddemper in een richting
van u af.
Verplaatsen naar de plaats waar u de werkzaamheden
wilt verrichten
Verplaatsen naar een andere locatie tijdens het verrich-
ten van de werkzaamheden
De plaats verlaten waar u de werkzaamheden hebt ver-
richt
Het niet opvolgen van deze instructies kan brandwonden of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien u het product met de auto transporteert, maak
dan de brandstoftank leeg, breng de snijbladbescherm-
ing aan en zet het product stevig vast om verschuiven
te voorkomen.
Rijden met de auto terwijl de brandstoftank van de grastrim-
mer is gevuld, kan brand tot gevolg hebben.
Trillingen en kou
Het vermoeden bestaat dat een aandoening genaamd
Fenomeen van Raynaud, die van invloed is op de vingers
van bepaalde personen, wordt veroorzaakt door blootstel-
ling aan trillingen en kou. Blootstelling aan trillingen en
kou kan een tintelend en branderig gevoel veroorzaken,
waardoor de vingers bleek en gevoelloos worden. De vol-
gende voorzorgsmaatregelen worden ten zeerste
aangeraden omdat niet bekend is bij welke mate van bloot-
stelling de verschijnselen optreden.
Houd uw lichaam warm; met name hoofd en nek, voeten
en enkels, en handen en polsen.
Zorg voor een goede doorbloeding door tijdens regel-
matige werkonderbrekingen krachtige armbewegingen
te maken en door niet te roken.
Beperk het aantal uren dat u met de machine werkt.
Probeer elke dag een aantal werkzaamheden te verrich-
ten waarbij u niet hoeft te werken met de trimmer of an-
dere handbediende apparatuur.
Hebt u last van pijnlijke, rode en opgezwollen vingers,
gevolgd door verbleken en gevoelloosheid van de
vingers, raadpleeg dan een arts alvorens u zich op-
nieuw blootstelt aan kou en trillingen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de ge-
zondheid tot gevolg hebben.
RSI-aandoeningen (herhalingsoverbelasting)
Het vermoeden bestaat dat overbelasting van de spieren
en pezen in de vingers, handen, armen en schouders kan
leiden tot irritatie, zwellingen, gevoelloosheid, slapheid en
extreme pijn in de zojuist genoemde lichaamsdelen.
Bepaalde herhalende handbewegingen zorgen voor een
hoger risico van het ontwikkelen van herhalingsoverbe-
lasting (RSI). Doe het volgende om de kans op RSI te
verkleinen:
Vermijd het gebruik van uw pols in gebogen, uit-
gestrekte of verdraaide positie.
Neem regelmatig een pauze om herhaling tot een mini-
mum te beperken en om de handen te laten rusten. Ver-
minder de snelheid en de kracht waarmee u
herhalingsbewegingen maakt.
Doe oefeningen om de hand- en armspieren te verstevi-
gen.
Raadpleeg een arts indien u last hebt van een tintelend
gevoel, gevoelloosheid of pijn in vingers, handen,
polsen en armen. Hoe eerder RSI wordt vastgesteld, des
te beter kunnen permanente zenuw- en spierbeschadig-
ingen worden voorkomen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de ge-
zondheid tot gevolg hebben.
Juiste instructie
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies en een veiligheidsuitrusting
Zorg dat u precies weet hoe de machine wordt bediend en gebruikt.
Weet hoe u de machine moet stoppen en de motor moet afzetten.
Zorg dat u weet hoe een machine snel van het harnas kan worden losgemaakt.
Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies.
12
Veilig gebruik van uw product
WAARSCHUWING
Vreemde voorwerpen en obstakels van het terrein verwijderen
voordat u met het product gaat werken
Controleer, voordat u met de werkzaamheden begint, het terrein waar u
gaat werken en verwijder eventuele steentjes en lege blikjes die van het
maaiaccessoire kunnen afketsen, alsmede stukjes touw of draad die
zich om het maaiaccessoire kunnen wikkelen.
Er kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaakt worden als vreemde voorw-
erpen van het maaiaccessoire afketsen of als draad of ander materiaal dat
zich om het product gewonden heeft, weggeslingerd wordt.
Het maaiaccessoire niet omhooghouden wanneer u met het product werkt
Houd het maaiaccessoire niet omhoog wanneer u met het product werkt. U moet niet werken met het maaiaccessoire
hoger dan kniehoogte geheven.
Wanneer het maaiaccessoire hoger dan kniehoogte wordt geheven, bevindt het rotatievlak zich dichter bij het gelaat en ieder
voorwerp dat van het maaiaccessoire wordt weggeslingerd, kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaken.
De motor onmiddellijk uitschakelen als er iets verkeerd gaat
Schakel in de volgende situaties de motor onmiddellijk uit en overtuig u ervan dat het maaiaccessoire gestopt is, voor-
dat u onderdelen van het product gaat controleren. Vervang alle beschadigde onderdelen.
Wanneer het maaiaccessoire tijdens het werk een steen, boom, paal of ander soortgelijk obstakel raakt.
Wanneer het product plotseling abnormaal begint te trillen.
Het blijven gebruiken van defecte onderdelen kan een ongeval of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Terugslag
Het fenomeen dat optreedt wanneer het snijblad in con-
tact komt met een boom, paal, steen of ander hard ob-
ject terwijl het met hoge snelheid draait en reageert
door krachtig en bliksemsnel terug te springen, wordt
terugslag genoemd.
Terugslag kan ertoe leiden dat u de controle over het
product verliest en is bijzonder gevaarlijk.
Met name wanneer het snijbladkwart rechtsvoor (B) een
struik of soortgelijk object raakt, zal het snijblad de ma-
chine plotseling acherwaarts naar rechts laten schieten.
Maai niet van links naar rechts, om terugslag te
voorkomen. Let er goed op dat het snijblad geen harde
objecten raakt.
Zorg er tijdens het maaien voor dat het object dat u
maait niet verder reikt dan 1/3 van de linker voorzijde
het snijblad (A).
Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.
13
Veilig gebruik van uw product
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het maaiaccessoire
1.Bij een metalen snijblad
2.Met nylondraadkop
GEVAAR
Stop de motor altijd indien het maaiaccessoire geblokkeerd raakt. Probeer het voorwerp dat de blokkering veroorzaakt
niet te verwijderen terwijl de motor loopt. Wanneer een blokkering wordt verholpen en het maaiaccessoire plotseling
start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
De juiste snijbladen gebruiken
Onjuist gebruik van de snijbladen kan leiden tot ernstig
letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in deze han-
dleiding worden beschreven en volg ze op.
Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen
door YAMABIKO CORPORATION.
Het type snijblad dat gebruikt wordt moet over-
eenkomen met het type en de grootte van het materiaal
dat u wilt maaien. Een ongeschikt of bot snijblad kan
zeer ernstig letsel veroorzaken. Snijbladen moeten
scherp zijn. Botte snijbladen verhogen de kans op ter-
ugslag en letsel aan uzelf en omstanders.
Plastic/nylon gras/onkruidsnijbladen mogen ge-
bruikt worden daar waar de nylondraadkop wordt ge-
bruikt. Gebruik dit snijblad niet voor zwaar onkruid of
kreupelhout.
Het snijblad met 3 snijvlakken is speciaal ontworpen
voor het maaien van onkruid en gras. Vermijd letsel
als gevolg van een terugslag of bladbreuk en gebruik
het snijblad met 3 snijvlakken niet voor struiken of
bomen.
8-tands onkruid/grassnijblad is ontworpen voor gras,
tuinafval en dichtbegroeid onkruid. Gebruik dit snij-
blad niet voor keupelhout of zware, houtachtige be-
groeiing, 19 mm diameter of groter.
80-tands bosmaaiblad is ontworpen voor het snijden
van kreupelhout en houtachtige begroeiing tot aan 13
mm diameter.
22-tands rooiblad is ontworpen voor dicht struikge-
was en jonge boompjes tot een diameter van 64 mm.
Snijblad vóór gebruik inspecteren
Tijdens werkzaamheden kunnen delen van een gebarsten
metalen snijblad wegschieten. Inspecteer metalen snijb-
laden vóór elk gebruik op barsten. Verwijder gebarsten sn-
ijbladen, ongeacht de grootte van de barst. Gebarsten
snijbladen kunnen het gevolg zijn van verkeerd gebruik of
onjuist slijpen.
Beschadigde of gebarsten snijbladen kunnen ongevallen en
ernstig letsel veroorzaken.
Reactiekrachten
Zorg dat u de duwende en trekkende reactiekrachten en de
in deze handleiding beschreven terugslag begrijpt en hoe
deze krachten het evenwicht tijdens het werken met een
machine kunnen beïnvloeden.
Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.
WAARSCHUWING
Gebruik het juiste maaiaccessoire
Onjuist gebruik van het maaiaccessoire kan leiden tot
ernstig letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in
deze handleiding worden beschreven en volg ze op.
Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen
door YAMABIKO CORPORATION.
Gebruik alleen een nylondraadkop. Gebruik nooit een
metalen snijblad.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Wanneer er zich na het afstellen van de lengte van de
nylondraad te veel nylondraad achter het afsnijmes
bevindt, kan het draad eraf schieten zodra de ny-
londraadkop begint te roteren.
Dit kan een ongeval of letsel veroorzaken.
Niet in de buurt van auto's of voetgangers maaien
Wees uitermate voorzichtig wanneer u op open plekken en
gravel maait, omdat de draad kleine steentjes met hoge
snelheden kan wegschieten. De beschermkap op de ma-
chine kan geen voorwerpen tegenhouden die tegen harde
oppervlakken schieten of afketsen.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Vermijd draden
Trim nooit in gebieden waar het omheiningsdraad kapot is.
Verwijder het kapotte draad of neem ruim afstand van het
gebied. Draag een geschikte veiligheidsuitrusting. Vermijd
maaihandelingen wanneer u niet kunt zien wat er door het
maaiaccessoire wordt gemaaid.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
14
Veilig gebruik van uw product
Beschermende uitrusting
LET OP!
Gebruik alleen flexibel, niet-metalen draad dat door de YAMABIKO CORPORATION wordt aanbevolen.
WAARSCHUWING
Beschermende uitrusting dragen
Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wan-
neer u met de grastrimmer werkt.
a Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd
b Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor
c Veiligheidsbril: Beschermt de ogen
d Gelaatsscherm: Beschermt het gelaat
e Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen
kou en trillingen
f Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek):
Beschermt het lichaam
g Stevige antisliplaarzen (met veiligheidsneus) of anti-
slipschoenen (met veiligheidsneus): Beschermen de
voeten
h Scheenbescherming: Beschermt de benen
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of ge-
hoorbeschadiging of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik indien nodig de onderstaand vermelde veilig-
heidsuitrusting.
Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen
Bijennet: Beschermt tegen aanvallen van bijen
Beschermende kleding dragen
Draag geen stropdassen, sieraden of losse kleding die door de machine kun-
nen worden gegrepen. Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, san-
dalen etc.), loop niet blootsvoets of met blote benen. In bepaalde situaties
kan de totale bescherming van gezicht en hoofd noodzakelijk zijn. Voor
zwaar bosmaaien met een metalen snijblad dient u het gebruik van een zaag-
broek of beenkappen met ingebouwde bescherming te overwegen.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of
ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
15
Paklijst
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
Nummer Onderdeelnaam Aantal Nummer Onderdeelnaam Aantal
(1) Motor en asbuis 1 (7) Waarschuwingslabel 1
(2) Beschermkap (voor nylondraadkop) 1 (8) Rondhandgreep 1
(3) Schouderharnas 1 (9) Borgpen 1
(4) Nylondraadkop 1 (10) Dopsleutel 1
(5) Bedieningshandleiding 1 (11) Inbussleutel 1
(6) Veiligheidsbril (conform ANSI Z 87.1) 1
16
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
Nummer Onderdeelnaam Aantal Nummer Onderdeelnaam Aantal
(1) Motor en asbuis 1 (10) Bedieningshandleiding 1
(2) Onderste snijbladklem 1 (11) Veiligheidsbril (conform ANSI Z 87.1) 1
(3) Afdichtmanchet 1 (12) Waarschuwingslabel 1
(4) Moer 1 (13) Borgpen 1
(5) Draadklem 2 (14) Dopsleutel 1
(6) Beschermkap (voor metalen snijblad) 1 (15) Inbussleutel 1
(7) Schouderharnas 1 (16) U-handgreep 1
(8) Snijblad met 3 snijvlakken 1 (17) Draadklem 1
(9) Snijbladbescherming 1
17
Beschrijving
Beschrijving
1. Haakse overbrenging Voorzien van twee tandwielen om
de hoek van de roterende as te veranderen.
2. Maaiaccessoire Nylondraadkop voor het maaien van
gras en onkruid.
3. Beschermkap Voorziening waarmee de gebruiker wordt
beschermd tegen onvoorzien contact met de snijkop en
gelanceerde voorwerpen.
4. Afsnijmes Snij hiermee de nylondraad door om de
draadlengte aan te passen aan het desbetreffende
zwad.
5. Asbuis Deel van de machine dat de behuizing voor de
krachtoverbrengingsas vormt.
6. Rondhandgreep Lichtgewicht, geschikt voor de trimmer
met nylondraad.
7. Ophangpunt Voorziening waaraan het harnas kan
worden vastgehaakt.
8. Ontstekingsschakelaar "Schuifschakelaar" aan de
bovenzijde van de behuizing van de handgastrekker;
schuif de schakelaar naar voren in de RUN-stand en
naar achteren in de STOP-stand.
9. Handgastrekker Wordt door de vinger van de gebruiker
geactiveerd om het motortoerental te regelen.
10. Handgastrekkerblokkering Blokkeert de handgast-
rekker in de stationaire stand totdat u met uw rechter-
hand een stevige grip hebt om de handgreep.
11. Luchtfilterdeksel Dekt het luchtfilter af.
12. Brandstoftankdop Voor het afsluiten van de brandstof-
tank.
13. Brandstoftank Bevat brandstof en een brandstoffilter.
14. Starthendel Trek aan de hendel om de motor te starten.
15. Geluiddemperkap Dekt de geluiddemper af, zodat de
gebruiker het hete oppervlak van de geluiddemper niet
kan aanraken.
16. Bougie
17. Schouderharnas Verstelbare riemen om de machine
aan op te hangen.
18. Veiligheidssticker
18
Beschrijving
1. Haakse overbrenging Voorzien van twee tandwielen
om de hoek van de roterende as te veranderen.
2. Maaiaccessoire Snijblad met 3 snijvlakken voor het
maaien van gras, tuinafval en onkruid.
3. Beschermkap Voorziening waarmee de gebruiker
wordt beschermd tegen onvoorzien contact met de sn-
ijkop en gelanceerde voorwerpen.
4. Asbuis Deel van de machine dat de behuizing voor de
krachtoverbrengingsas vormt.
5. U-vormige handgreep Heeft dezelfde configuratie als
een fietsstuur om de kracht die nodig is voor het werken
met de machine te verminderen in vergelijking met een
rondhandgreep.
6. Ophangpunt Voorziening waaraan het harnas kan
worden vastgehaakt.
7. Ontstekingsschakelaar "Schuifschakelaar" aan de
bovenzijde van de behuizing van de handgastrekker;
schuif de schakelaar omhoog in de RUN-stand en om-
laag in de STOP-stand.
8. Handgastrekker Wordt door de vinger van de gebruik-
er geactiveerd om het motortoerental te regelen.
9. Handgastrekkerblokkering Blokkeert de handgast-
rekker in de stationaire stand totdat u met uw rechter-
hand een stevige grip hebt om de handgreep.
10. Luchtfilterdeksel Dekt het luchtfilter af.
11. Brandstoftankdop Voor het afsluiten van de brandstof-
tank.
12. Brandstoftank Bevat brandstof en een brandstoffilter.
13. Starthendel Trek aan de hendel om de motor te start-
en.
14. Geluiddemperkap Dekt de geluiddemper af, zodat de
gebruiker het hete oppervlak van de geluiddemper niet
kan aanraken.
15. Bougie
16. Onderste snijbladklem
17. Afdichtmanchet
18. Moer
19. Schouderharnas Verstelbare riemen om de machine
aan op te hangen.
20. Heupsteun Om de heupen/benen en kleding te besch-
ermen.
21. Snijbladbescherming Gebruik tijdens het vervoeren
van de machine de juiste beschermkap voor het met-
alen snijblad.
22. Veiligheidssticker
19
Voordat u begint
Voordat u beg int
Montage
Versie met rondhandgreep
Rondhandgreep
Monteer de rondhandgreep en de beugel op de aandrijfas-een-
heid.
Plaats de handgreep in een comfortabele werkhouding en draai
de schroeven (M5×35) vast.
Beschermkap monteren
Plaats beschermkap op het bevestigingsdeel van de haakse
overbrenging en draai 4 bouten vast.
Nylondraadkop monteren
Plaats de borgpen in een gat aan de rechterzijde van de haakse
overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer krachtig naar
links. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf van de
snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.
WAARSCHUWING
Lees de bedieningshandleiding aandachtig door om ervoor te zorgen dat u het product correct
monteert.
Gebruik van een product dat niet correct is gemonteerd, kan tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
1. Rondhandgreep
2. Schroef M5×35
3. Beugel rondhandgreep
4. Moer
5. Naar motor
LET OP!
Monteer de handgreep zodanig dat er geen veiligheids-
stickers worden afgedekt.
1. Beschermkap 2. Bout
1. Bevestigingsgleuf voor
snijbladklem
2. Snijbladklem
3. Nylondraadkop
LET OP!
Gebruik alleen flexibel, niet-metalen draad dat door de
YAMABIKO CORPORATION wordt aanbevolen.
Draai de uitgaande as stevig vast met daartoe geschikt
gereedschap om te voorkomen dat de uitgaande as
gaat roteren wanneer de nylondraadkop wordt beves-
tigd.
20
Voordat u begint
Schroef de nylondraadkop (linksom) op de as tot de kop stevig
vastzit.
Verwijder de borgpen.
Nylondraadkop
Type: G138
Schroefdraad: Linkse schroefdraad M10 x spoed 1,25
Nylondraad afstellen
Verzeker u ervan dat er binnen een straal van 15 m geen om-
standers zijn en let goed op voorwerpen in de omgeving voor
u de machine in werking stelt.
Laat de nylondraadkop niet sneller roteren dan 10000 t/min.
Zorg dat de nylondraadkop geen harde vreemde voorwerpen
raakt zoals stenen, beton, boomstronken en flessen, etc.
Druk de drukknop van de spoel licht tegen het grondoppervlak
bij een rotatiesnelheid van minder dan 4500 t/min wanneer u
het nylondraad vrij laat komen.
Het afsnijmes op de beschermkap stelt het snijzwad automa-
tisch in door de nylondraden in gelijke stukken te snijden zodra
het accessoire begint te roteren.
Wanneer u met een kleiner snijzwad werkt dan de maximum-
lengte, snijdt u twee nylondraden in gelijke lengtes door.
Nylondraad vervangen
1. Borgpen 2. Nylondraadkop
1. Drukknop
2. Tik zacht met de knop
op het grondopperv-
lak
3. De nylondraad komt
naar buiten
GEVAAR
Schakel de motor van de trimmer helemaal uit en overtuig
u ervan dat de nylondraadkop niet meer roteert, voordat u
de vervangingsprocedure begint.
21
Voordat u begint
1. Druk de klempallen (op twee plaatsen) naar binnen en ver-
wijder het deksel.
Het is eenvoudiger om ze één voor één te verwijderen.
2. Verwijder de spoel.
3. Als de hoeveelheid nylondraad op de spoel bijna op is, ver-
wijder dan de resterende draad van de spoel en wikkel aan
de hand van de stappen (4) en volgende de nieuwe draad op
de spoel.
Wanneer de draad op de spoel gesmolten is en vastzit, ver-
wijder dan de gehele draad terwijl u het gesmolten en vastz-
ittende deel eraf haalt. Wikkel de verwijderde draad opnieuw
op de spoel volgens de stappen (4) en volgende.
4. Buig de draad op 10 cm vanaf het midden van de gehele
lengte en haak het gebogen gedeelte in de inkeping van de
tussenafscheiding.
5. Wikkel de draad stevig in de groef van de spoel en volg daar-
bij de wikkelrichting van de draad L.
6. Wanneer de draad tot aan het einde is opgewikkeld, haakt u
beide uiteinden in de betreffende inkeping in de spoel om de
draad voorzichtig vast te zetten. Zorg dat er ongeveer 10 cm
draad per inkeping blijft uitsteken.
7. Breng de inkepingen voor de draad in de spoel op één lijn
met de groeven van de openingen en plaats de spoel in het
deksel.
8. Trek de draad uit het deksel.
(A) Verwijder de draad uit de betreffende inkeping in de
spoel, en (B) haal de draad door de groef van de betreffende
opening.
9. Bevestig het deksel op de behuizing.
(C) Lijn de openingen van het deksel uit met de uitsparingen
van de behuizing, en (D) druk de pallen van de behuizing in
de betreffende vensters van het deksel totdat de pallen ste-
vig in de vensters passen.
1. Behuizing
2. Deksel
3. Spoel
1. Tussenafscheiding
2. Gebogen deel
3. Inkeping nylondraad
4. Wikkelrichting voor de
draad
5. Is de draad te los
opgewikkeld, dan kan
deze losraken.
6. Wikkel de draad stevig
in de daarvoor bedoel-
de groef.
22
Voordat u begint
Versie met U-vormige handgreep
U-handgreep
Maak de bouten van de handgreepsteun los.
Plaats de handgreep in een comfortabele werkhouding en draai
de 4 bouten (M5×25) vast.
Om te voorkomen dat de handgaskabel losraakt, dient u deze
met klemmen aan de asbuis (op 2 plaatsen) en aan de rechter U-
handgreep (op 1 plaats) vast te zetten.
GEVAAR
Zorg dat alle buitenste randen van de behuizingspallen
zich bijna volledig naar de buitenste randen van het re-
spectieve venster van het deksel uitspreiden.
Worden de pallen te los bevestigd, dan kunnen onderde-
len van het deksel of de machine wegschieten als de sn-
ijkop wordt gedraaid. Dit is gevaarlijk.
1. Bout M5×25 2. Handgreepsteun
LET OP!
Monteer de handgreep zodanig dat er geen veiligheids-
stickers worden afgedekt.
1. Draadklemmen
2. Asbuis
3. Handgaskabel
23
Voordat u begint
Beschermkap monteren
Plaats beschermkap op het bevestigingsdeel van de haakse
overbrenging en draai 4 bouten vast.
Snijblad monteren
Inspecteer snijbladen voordat ze worden gemonteerd. Controleer
de scherpte. Botte snijbladen vergroten het risico op terugslagre-
acties van het snijblad. Kleine barsten kunnen leiden tot breuken,
waardoor snijbladdelen tijdens werkzaamheden kunnen weg-
schieten.
Verwijder gebarsten snijbladen, ongeacht de grootte van de
barst.
Snijbladklem, snijblad, onderste snijbladklem, afdichtmanchet en
moer handvast aanhalen.
1. Draadeinde
2. Moeren
3. Carburateur
LET OP!
Stel de speling van het draadeinde aan de carburateurzijde
na montage af op 1 mm - 2 mm.
1. Beschermkap 2. Bout
1. Bevestigingsgleuf voor
snijbladklem
2. Snijbladklem
3. Snijblad
4. Onderste snijbladklem
5. Afdichtmanchet
6. Moer
GEVAAR
Wanneer u een versleten moer en afdichtmanchet voor het
snijblad gebruikt, kan het snijblad losraken. Vervang ze
door een nieuwe.
24
Voordat u begint
Plaats de borgpen in een gat aan de rechterzijde van de haakse
overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer krachtig naar
links. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf van de
snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.
Draai de moer (linksom) vast met een dopsleutel.
Draai de moer nooit vast wanneer u er met uw gewicht op steunt.
Hierdoor kan de moerdraad afbreken.
Vervang de moer en de afdichtmanchet ongeacht de mate van sl-
ijtage.
WAARSCHUWING
Probeer het snijblad nooit met één hand of zonder de
dopsleutel te monteren. Monteer het snijblad zorg-
vuldig met behulp van de meegeleverde dopsleutel en
zet het blad stevig vast.
De trimmer mag niet worden gebruikt als het blad trilt of
loszit.
Draag altijd stevige handschoenen wanneer u aan het
snijblad werkt. Wanneer u het snijblad tijdens het maa-
ien vervangt, zorg er dan eerst voor dat de motor uitge-
schakeld is en dat het blad niet meer beweegt.
Gebruik geen ander gereedschap om het mes vast te
draaien dan de meegeleverde dopsleutel; pneumatisch
of elektrisch gereedschap kan het mes vaster draaien
dan noodzakelijk waardoor de moer of de uitgaande as
defectraken.
Als u het product omdraait om het snijblad te vervan-
gen, controleer dan eerst of de brandstoftankdop stevig
gesloten is.
Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg
zijn.
1. Snijblad 2. Borgpen
LET OP!
Zet de uitgaande as met de borgpen vast om te voorkomen
dat de uitgaande as gaat draaien zodra het snijblad wordt
bevestigd. Gaat de as draaien, dan kan de moer waarmee
het snijblad wordt vastzet, niet goed worden vastgedraaid.
1. Dopsleutel 2. Snijblad
25
Voordat u begint
Uitbalanceren
Schouderharnas verstellen
Het meegeleverde schouderharnas is geschikt voor volwassen
personen met een normale lichaamsbouw en een lengte van 150
cm - 195 cm en een taille van 60 cm - 120 cm.
Gebruik een schouderharnas indien dat is bijgeleverd of wanneer
dat in deze handleiding wordt aanbevolen. Stel het harnas en het
ophangpunt van de machine zo af dat het maaiaccessoire enkele
centimeters boven de grond hangt. Het maaiaccessoire en de
beschermkap dienen in alle richtingen horizontaal te blijven.
Bevestig de machine aan de rechterkant van het harnas, zoals
afgebeeld.
a) Schuif het ophangpunt op en neer om het juiste evenwicht te
vinden. Verdraai de klem voor het nivelleren van het maaiac-
cessoire en de beschermkap. Zet het geheel in de goede pos-
itie vast. Indien het ophangpunt van een vrij roterend type is,
heeft de machine de neiging zijwaarts te kantelen. U dient
echter toch het maaiaccessoire en de beschermkap in de rich-
ting van de voor-achteras te nivelleren.
b) Voor het uitbalanceren en nivelleren, zoals hiervoor werd om-
schreven, dient de klem mogelijk te worden verplaatst en di-
enen de harnasbanden mogelijk opnieuw te worden versteld.
Bovendien kan het nodig zijn om elk soort maaiaccessoire en
elk soort beschermkap op de machine uit te balanceren.
WAARSCHUWING
Dit product is ontworpen voor verschillende lichaamsgrootten, maar voor zeer lange personen kan de machine mogel-
ijk niet worden afgesteld.
Gebruik de machine niet indien uw voeten het maaiaccessoire kunnen raken wanneer de machine aan het harnas is
bevestigd.
BELANGRIJK
Het uitbalanceren kan worden beïnvloed door de lichaamsgrootte van een persoon. Tevens is het mogelijk dat bij sommige ma-
chines de uitbalanceringsprocedure bij sommige personen niet werkt. Indien het schouderharnas niet past of niet goed kan
worden versteld, neem dan contact op met uw dealer.
De machine uitbalanceren voor horizontale snijkopro-
tatie
1. Snelloskoppelingspin
harnas
2. Ophangpunt
3. Grondniveau
LET OP!
Monteer het ophangpunt niet verder van u af dan de pi-
jlmarkering ( ).
26
Voordat u begint
Brandstof voorbereiden
Brandstof
Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale ben-
zine met motorolie voor luchtgekoelde tweetakt motoren van
een gerenommeerd merk. Loodvrije benzine met een oc-
taangetal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen
brandstof die methylalcohol of meer dan 10 % ethylalcohol be-
vat.
Aanbevolen mengverhouding: 50 : 1 (2%) voor ISO-L-EGD
(ISO/CD 13738), JASO FC, FD en Shindaiwa One 50 : 1 olie.
- Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
- Voorkom dat brandstof of olie wordt gemorst. Veeg
gemorste brandstof altijd op.
- Ga altijd voorzichtig met brandstof om; brandstof is bij-
zonder ontvlambaar.
- Bewaar brandstof altijd in een geschikt reservoir.
Brandstofvoorraad
Altijd bijvullen in een goed geventileerde ruimte. Vul geen
brandstof bij in een afgesloten ruimte.
Plaats het product en de bijvultank op de grond als u gaat bij-
vullen. Vul het product niet bij op een laadplatform van een
vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
Wanneer u de brandstof bijvult, dient de brandstof onder het
schouderniveau aan de onderzijde van de vulhals van de
brandstoftank te blijven.
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buiten-
lucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandstof-
tankdop langzaam open te draaien om het drukverschil
geleidelijk op te heffen.
Veeg gemorste brandstof altijd op.
Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brand-
stof hebt bijgevuld, voordat u de motor aanzet.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veil-
ige afstand van vuur.
GEVAAR
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden.
Neem de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk van deze handleiding onder de titel "Veilig
gebruik van uw product" zorgvuldig in acht.
Controleer, nadat brandstof is bijgevuld, of de brandstoftankdop goed vast zit en vergeet
niet te controleren of er brandstof wordt gelekt of wegloopt rondom de brandstofvulbuis,
het rubber of de dop. Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmid-
dellijk met het gebruik van het product te stoppen en contact op te nemen met uw dealer
om de machine te laten repareren.
Als de brandstof ontbrandt, kan dit brandwonden en brand veroorzaken
LET OP!
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buitenlucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brands-
toftankdop langzaam open te draaien om het drukverschil geleidelijk op te heffen.
Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.
OPMERKING
Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u in dertig (30) dagen nodig denkt te
hebben. Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
1. Brandstoftank 2. Onderzijde vulhals
27
Motorbediening
Motorbedieni ng
De motor starten
Starten van een koude motor
(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is
geweest)
De startprocedure is verschillend voor een koude of warme mo-
tor. Een koude motor wordt als volgt gestart.
1. Verwijder de snijbladbescherming en controleer het snijblad.
Als er iets niet in orde is, door een nieuw exemplaar vervan-
gen.
2. Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun
het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer
of het snijblad niet in aanraking komt met het grondopperv-
lak of een andere hindernis.
3. Controleer of er geen lekkages zijn.
4. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
5. Controleer of de handgastrekker in de stand voor stationair
toerental staat.
6. Zet de chokehendel in de stand Dicht.
7. Druk beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los
totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
8. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast zoals in de afbee-
lding wordt getoond, en trek enkele malen aan de starter-
greep.
9. Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt,
de chokehendel in de stand Open en blijf aan de starter-
greep trekken om de motor te starten.
10. Als de motor direct start wanneer u de instructies in boveng-
enoemde stap 8 uitvoert, beweegt u de chokehendel lang-
zaam weer naar de stand Open.
11. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.
WAARSCHUWING
Als u de motor start, neem dan de voorzorgsmaatregelen in acht die zijn beschreven op pagina 4 in het hoofdstuk
"Veilig gebruik van uw product" om zeker te zijn dat u het product correct bedient.
Als het snijblad ook roteert wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stand voor stationair toe-
rental staat, stel dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
OPMERKING
Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.
Laat de startergreep niet los als deze terugveert.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokker-
ing
1. Opvoerpomp
2. Chokehendel
3. Brandstofretourleiding
4. Starthendel
28
Motorbediening
Opwarmen van de motor
1. Laat de motor zodra deze is gestart gedurende 2 tot 3 mi-
nuten warmdraaien in de stationaire stand (d.w.z. laag toer-
ental).
2. Het warmdraaien van de motor helpt bij een betere smering
van de inwendige onderdelen. Laat de motor volledig opwar-
men, vooral als het koud is.
3. Laat de motor nooit draaien zonder dat het maaiaccessoire
is aangebracht.
Starten van een warme motor
1. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
2. Controleer of de handgastrekker in de stand voor stationair
toerental staat.
3. Controleer of de chokehendel in de stand Open staat.
4. Trek, als de brandstoftank gevuld is, aan de starterhand-
greep om de motor te starten.
5. Is er geen brandstof te zien in de opvoerpomp, druk dan
beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los totdat
er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
6. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer
zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast zoals in de afbee-
lding wordt getoond, en trek aan de startergreep om de mo-
tor te starten.
De motor stoppen
1. Zet de handgastrekker in de stand voor stationair toerental
en stel de motor in op stationair (laag toerental).
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Stop.
3. Stop de motor in een noodsituatie onmiddellijk met behulp
van de ontstekingsschakelaar.
4. Als de motor niet stopt, zet de chokehendel dan in de stand
"Koude start". De motor zal dan afslaan en tot stilstand
komen (noodstop).
Wanneer de motor niet stopt nadat de ontstekingsschakelaar
is bediend, moet de ontstekingsschakelaar door uw dealer ge-
controleerd en gerepareerd worden voordat u het product
weer mag gebruiken.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokker-
ing
1. Brandstofopvoerpomp
2. Chokehendel
3. Brandstofretourleiding
4. Starterhandgreep
1. Ontstekingsschakelaar 2. Handgastrekker
29
Motorbediening
Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie om er zeker van
te zijn dat de motor niet kan starten voordat u met de machine
werkt of deze onbewaakt achterlaat.
1. Bougiekabel 2. Bougie
30
Maaien
Maaien
Gebruik het product nooit met één hand.
Klem de handgrepen stevig vast tussen uw duim en overige
vingers.
Bevestig de trimmer altijd op de juiste manier met het schoud-
erharnas.
Het schouderharnas kan in noodgevallen snel worden losge-
koppeld. Trek bij brand of andere noodgevallen aan de snel-
loskoppelingspin om het product los te maken van uw lichaam.
Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop
Gebruik van het schouderharnas
Gesp de gordel vast. De gordel dient strak te zitten.
Bevestig het product aan het harnas.
Controleer of de machine goed is bevestigd door het maaiacces-
soire over de grond te bewegen.
Verander, indien nodig, de positie van het ophangpunt.
De basismaaihandelingen
De basismaaihandelingen die zijn afgebeeld, zijn:
Trimmen, afmaaien, aftoppen en kanten van gazons maaien.
Deze handelingen omvatten het volgende:
GEVAAR
Stop de motor altijd indien het maaiaccessoire geblokkeerd raakt. Probeer het voorwerp dat de blokkering veroorzaakt
niet te verwijderen terwijl de motor loopt. Wanneer een blokkering wordt verholpen en het maaiaccessoire plotseling
start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
1. Snelloskoppelingspin
2. Uittrekken
3. Asbuis
Doe het schouderharnas over de linkerschouder en
stel de banden zodanig af dat de snelloskoppeling-
spin zich net onder uw middel bevindt.
31
Maaien
Maaien
Dit houdt in dat u de trimmer voorzichtig bij het materiaal brengt
dat u wilt maaien. Kantel de kop licht zodat de afvaldeeltjes van
u vandaan worden geleid. Indien u materiaal maait dat zich tegen
een barrière bevindt, zoals een hek, muur of boom, gebruik dan
een hoek waarbij afvaldeeltjes die tegen de barrière aankomen,
van u vandaan worden geleid.
Verplaats de nylondraadkop langzaam totdat het gras tot aan de
barrière wordt gemaaid, maar vermijd contact tussen de draad en
de barrière. Wanneer u gras maait in de buurt van draadgaas of
harmonicagaas, maai dan slechts tot aan het gaas. Indien u te
ver gaat, knapt de draad af op het gaas.
Trimmen is bedoeld om de stengels van onkruid een voor een te
maaien. Houd de nylondraadkop onderaan tegen het onkruid,
nooit hoger, anders kan het onkruid heen en weer bewegen en in
de draad blijven haken. In plaats van het onkruid in één keer door
te snijden, gebruikt u het uiterste uiteinde van de draad om lang-
zaam door de stengel te snijden.
Afmaaien
Dit houdt het maaien van grote grasvlakten in door de trimmer in
een horizontale boog te zwaaien. Maak een vloeiende, ge-
makkelijke beweging. Probeer het gras niet te af te hakken. Kan-
tel de nylondraadkop zodat de afvaldeeltjes tijdens de
maaibeweging van u vandaan worden weggeworpen. Ga vervol-
gens zonder gras te maaien terug voor een volgende maaibe-
weging. Indien u goed bent beschermd en het niet erg vindt als
afvaldeeltjes in uw richting worden geslingerd, kunt u in beide
richtingen maaien.
Aftoppen en kanten maaien
Deze beide handelingen worden verricht met een onder een
steile hoek gekantelde nylondraadkop. Aftoppen betekent dat de
bovenste begroeide laag wordt verwijderd, waardoor de kale
grond overblijft. Kanten maaien houdt in dat het gras wordt ge-
maaid op plekken waar het over een stoep of oprit hangt. Tijdens
zowel kanten maaien als aftoppen, dient de machine onder een
steile hoek te worden gehouden, zodat afvaldeeltjes en losger-
aakt zand en stenen, niet in uw richting komen, zelfs als ze van
de harde ondergrond worden afgeketst.
Hoewel de afbeelding laat zien hoe u kanten moet maaien en
moet aftoppen, dient elke gebruiker zelf te bepalen wat voor zijn
lichaamsgrootte en maaisituatie de ideale hoeken zijn.
Voor bijna alle maaihandelingen geldt dat u de nylondraadkop
het beste zo kunt kantelen dat er contact wordt gemaakt aan de
zijde van de draadcirkel waar de draad van u en de beschermkap
vandaan beweegt (zie de bijbehorende afbeelding). Hierdoor
worden de afvaldeeltjes van u vandaan weggeworpen.
Indien de kop naar de verkeerde zijde wordt gekanteld, zullen de
afvaldeeltjes uw kant uitschieten. Indien de nylondraadkop plat
tegen de grond wordt gehouden zodat het gras over de gehele
lengte van de draad wordt gemaaid, schieten de afvaldeeltjes uw
kant op, wordt de motor door de weerstand afgeremd en wordt er
veel draad verbruikt.
1. Hoek met muur
2. Afvaldeeltjes
3. Meszijde omhoog
gericht
4. Hoek met grond
A: Aftoppen B: Kanten maaien
Nylondraadkop draait linksom. De snijdraad bev-
indt zich aan de linkerzijde van de beschermkap.
1. Afvaldeeltjes
2. Maai aan deze zijde
1
2
32
Maaien
Draag altijd geschikte oogbescherming tegen gelanceerde voor-
werpen. Voorwerpen kunnen tegen u op schieten vanaf de grond
onder de beschermkap, of afketsen tegen een nabijgelegen hard
oppervlak.
Maai niet met hoge snelheid nabij wegen wanneer er verkeer op
rijdt, of op plaatsen met voetgangers. Indien u nabij personen di-
ent te werken die zich in de risicozone bevinden, dient u een veel
lagere of verminderde snelheid te gebruiken door de trekker op
een passende manier in te stellen. Zet het handgas niet volledig
open.
Duw de draad niet in stug onkruid, bomen of gaashekken.
Door de draad in kippengaas, harmonicagaas of dichte beplant-
ing te duwen, kunnen afgeknapte draaduiteinden naar de ge-
bruiker worden geslingerd. De beste methode is om tot aan een
barrière, zoals hierboven beschreven, te maaien, maar zorg dat
de draad nooit in of door het obstakel komt. Maai niet dicht bij een
obstakel of barrière.
Zorg dat de nylondraad geen contact kan maken met kapotte
draadomheiningen. Draaddelen die door de trimmer zijn afgebro-
ken, kunnen met hoge snelheden worden weggeslingerd.
Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad
Maai niet in de buurt van auto's of voetgangers.
Draad dat in omheiningen terechtkomt, zal afknap-
pen.
Vermijd draden
WAARSCHUWING
Neem bij het maaien de volgende instructies in acht.
Zorg dat het snijblad niet in aanraking komt met harde obstakels zoals steen, metaal of beton.
Als het snijblad een obstakel raakt, schakel dan onmiddellijk de motor uit en overtuig u ervan
dat het snijblad gestopt is, voordat u het snijblad en de beschermkap op beschadiging contro-
leert.
Gebruik nooit gebarsten snijbladen, omdat deze tijdens het werk van de machine kunnen weg-
schieten.
Controleer of het snijblad stevig op zijn plaats is bevestigd.
Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten vertoont.
Vervang de moer van het snijblad als deze versleten raakt.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
33
Maaien
Gebruik van het schouderharnas
Gesp de gordel vast. De gordel dient strak te zitten.
Bevestig de grastrimmer/bosmaaier aan het harnas.
Controleer of de machine goed is bevestigd door het maaiacces-
soire over de grond te bewegen.
Verander, indien nodig, de positie van het ophangpunt.
Het juiste snijblad gebruiken
Gebruik altijd het snijblad dat geschikt is voor de te verrichten
taak.
Zorg dat het snijblad niet in aanraking komt met harde ob-
stakels zoals steen, beton of metaal.
Snijd met het snijblad niet in de grond.
Als het snijblad een obstakel raakt, schakel dan onmiddellijk
de motor uit en overtuig u ervan dat het snijblad niet meer
draait, voordat u het snijblad en de beschermkap op bescha-
diging controleert.
Gebruik de machine niet als het snijblad bot, verbogen, gebro-
ken of verkleurd is en als de moer versleten of beschadigd is.
Gebruik nooit een gebarsten snijblad, omdat dit eraf kan schi-
eten terwijl u werkt.
Laat de motor niet onbelast op volle snelheid draaien.
Verwijder alle vreemde voorwerpen uit het te bewerken ge-
bied.
Gebruik de bosmaaier altijd met een schouderharnas en een
beschermkap.
Onkruid afmaaien
Dit houdt het maaien in door het maaiaccessoire in een horizon-
tale boog te zwaaien. Op deze manier kunnen grote opperv-
lakken gras en onkruid worden gemaaid. Afmaaien is geen
geschikte manier om dik, stug onkruid of houtachtige begroeiing
te zagen.
Wanneer het maaiaccessoire in een jonge boom of een struik
vast komt te zitten, gebruik het maaiaccessoire dan niet als een
hefboom om dit op te lossen. Hierdoor raakt het maaiaccessoire
beschadigd.
Zet in plaats daarvan de motor af en duw de jonge boom of de
struik weg om de snijbladen vrij te maken.
Gebruik nooit een gebarsten of beschadigd snijblad.
Plaats het schouderharnas over de schouder en
stel de banden af zodat het aansluitpunt zoals afge-
beeld zit.
Inspecteer snijbladen vóór gebruik
Draden kunnen blijven haken en aan het snijblad
rondslingeren
34
Maaien
Reactiekrachten
Duwen.
De gebruiker kan ervaren dat de machine naar hem toe wordt
geduwd wanneer hij het materiaal aan de rechterzijde probeert te
maaien. Wanneer hij niet in staat is het snijblad op de gemaaide
plaats te houden, kan er een terugslag optreden wanneer het sn-
ijblad naar de plaats wordt gedrukt waar de zaagtanden die zich
het verst van de gebruiker af bevinden, maaien. Het snijblad krijgt
een zijwaartse terugslag.
Trekken.
Het tegengestelde van duwen. Wanneer het materiaal zich aan
de linkerzijde bevindt, kan de gebruiker ervaren dat de machine
van hem af wordt getrokken. Hoewel door deze trekkende
maaibeweging maaisel naar de gebruiker kan worden gelan-
ceerd, wordt dit toch aangeraden om grote hoeveelheden kreu-
pelhout af te maaien, omdat het maaien op deze manier soepeler
en stabieler verloopt dan bij een duwende maaibeweging.
Terugslag.
Als u met de rechter voorzijde van het snijblad een hard voorwerp
raakt, zoals bij het maaien in beide richtingen, zal het snijblad
abrupt naar rechts schieten. Dit fenomeen staat bekend als "ter-
ugslag" en kan een ernstig ongeluk veroorzaken omdat de ge-
bruiker de controle over het product verliest. Let er vooral goed
op dat u geen hard object met de rechter voorzijde van het snij-
blad raakt.
Voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de werkzaamheden
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone.
Ga na of er geen kinderen, omstanders of dieren in deze zone
aanwezig zijn. Wanneer iemand tot dichter dan 15 m nadert,
dient u de motor onmiddellijk uit te schakelen om de rotatie
van het snijblad te stoppen.
Wanneer iemand u bij het werk assisteert, of als u samen met
iemand werkt, bepaal dan hoe u met elkaar communiceert en
werk op een afstand van ten minste 15 m van elkaar. Wij raden
u aan een fluitje bij u te dragen voor het geval dat u onder het
werk met iemand moet communiceren.
Schakel de motor onmiddellijk uit als het product opeens ab-
normaal begint te trillen. Plotselinge trillingen kunnen veroor-
zaakt worden door een probleem met een bepaald onderdeel,
zoals het vliegwiel, de koppeling of het snijblad, door een los-
geraakte schroef of iets dergelijks. Gebruik het product niet
verder totdat u de oorzaak van het probleem hebt opgespoord
en de reparatie is uitgevoerd.
Het snijblad kan van de trimmer wegschieten als het niet goed
is vastgeschroefd. Controleer daarom of het goed vastzit.
Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten
vertoont.
Als de haakse overbrenging tijdens het werk in aanraking
komt met het grondoppervlak, kunnen de moer van het snij-
blad en de afdichtmanchet snel slijten. Vervang ze door nieu-
we onderdelen als dit gebeurt.
Rotatie linksom 1. Duwen 2. Trekken
Terugslag
35
Maaien
Wanneer u de motor uitschakelt, controleer dan of het snijblad
niet langer roteert voordat u het product op de grond legt. Zelfs
nadat de motor is uitgeschakeld, kan het snijblad tijdens het
uitlopen nog letsel veroorzaken.
De geluiddemper blijft nog enige tijd heet nadat de motor is uit-
geschakeld. Draag het product met de geluiddemper van u af-
gekeerd, om te voorkomen dat uw lichaam daarmee in
aanraking kan komen.
Schakel altijd de motor uit als u het product draagt en breng
de snijbladbescherming aan op het snijblad.
36
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en ver zorging
Onderhoudsrichtlijnen
Onderhoud en verzorging
Luchtfilter reinigen
Sluit de choke. Draai de vleugelmoer los en verwijder het
luchtfilterdeksel.
Verwijder het luchtfilter (het luchtfilter bevindt zich in het
luchtfilterdeksel).
Veeg het vuil van het filter of reinig het met perslucht.
Plaats het oliefilter terug.
Plaats het deksel weer en draai de vleugelmoer vast.
Onderdeel Onderhoud Pagina Vóór het gebruik Maandelijks
Luchtfilter Reinigen/vervangen 36
Brandstoffilter Inspecteren/reinigen/vervangen 37
Bougie Inspecteren/reinigen/afstellen/
vervangen
39
Carburateur Afstellen/vervangen en afstellen 37
Koelsysteem Inspecteren/reinigen 37
Geluiddemper Inspecteren/vastdraaien 38
Geluiddemper Reinigen 38 **
Aandrijfas Smeren 39 •*
Haakse overbrenging Smeren 39 •*
Starter Inspecteren 40
Afsnijmes Inspecteren/reinigen -
Brandstofsysteem Inspecteren 38
Schroeven, bouten en mo-
eren
Inspecteren, vastdraaien/vervan-
gen
-
BELANGRIJK
De tijdsintervallen zijn maximumwaarden. Het feitelijk gebruik en uw ervaring bepalen de frequentie van noodzakelijk
onderhoud. * Of 50 uur, afhankelijk van welke het eerst optreedt. ** Of 100 uur, afhankelijk van welke het eerst optreedt.
Neem bij vragen of problemen contact op met uw dealer.
1. Luchtfilter
2. Luchtfilterdeksel
3. Vleugelmoer
37
Onderhoud en verzorging
Brandstoffilter vervangen
Verwijder het brandstoffilter via de vulopening van de brands-
toftank met behulp van een stuk staaldraad of iets dergelijks.
Trek het oude filter uit de brandstofleiding.
Installeer een nieuw brandstoffilter.
Afstelling van de carburateur
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
Draai de schroef (T) voor het afstellen van het stationaire toe-
rental rechtsom totdat het maaiaccessoire begint te draaien,
draai de schroef (T) vervolgens linksom totdat het maaiacces-
soire stopt met draaien. Draai de schroef (T) uit, linksom, en
nog 1 extra slag.
Onderhoud van koelsysteem
1. Brandstoffilter 2. Brandstofleiding
OPMERKING
Vervang het filter als dit overmatig vuil is of niet meer goed
past.
WAARSCHUWING
Wanneer de carburateur is afgesteld, dient het maaiaccessoire niet te bewegen bij een stationair toerental, anders kan
dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
LET OP!
Bij het starten moet de stelschroef voor het stationair toerental (T) zodanig zijn afgesteld dat het maaiaccessoire niet
gaat roteren. Neem bij problemen met de carburateur contact op met uw dealer.
T: Stationair toerental afstellen
BELANGRIJK
Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handhaven, dient koellucht onbelemmerd door de koelribben van de
cilinder te kunnen stromen. Deze luchtstroom voert de verbrandingswarmte weg van de motor. Oververhitting en een
vastgelopen motor kunnen optreden als:
de luchtinlaten zijn geblokkeerd, waardoor er geen koellucht bij de cilinder komt,
of
stof en gras zich ophopen aan de buitenkant van de cilinder. Dit vormt een isolerende laag op de motor en verhindert
afvoer van de warmte.
Het verwijderen van verstoppingen in de koeling of het reinigen van de koelribben van de cilinder wordt als "normaal
onderhoud" beschouwd. Storingen als gevolg van het niet-onderhouden vallen niet onder de garantie.
38
Onderhoud en verzorging
Verwijder stof en vuil dat tussen de koelribben zit.
Verwijder voor elk gebruik het vuil dat zich in het inlaatrooster
aan de onderkant van de motor, tussen de brandstoftank en
de starter, heeft opgehoopt.
Geluiddemper reinigen
Verwijder de afdekking van de demper.
Verwijder de afdekking van het vonkenvangerscherm en het
vonkenvangerscherm uit het geluiddemperhuis.
Verwijder de koolafzetting van de onderdelen van de geluid-
demper.
Vervang het scherm wanneer dit scheuren of brandgaten ver-
toont.
Bouw de onderdelen weer samen in omgekeerde volgorde.
Controleer het brandstofsysteem
Controleren vóór elk gebruik.
Controleer nadat brandstof is bijgevuld of er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvulbuis, het rubber of de dop.
Ingeval van lekkage of andere uitscheiding van brandstof is er
brandgevaar. Stop de machine onmiddellijk en verzoek uw
dealer de machine te inspecteren en te repareren.
1. Koelribben van de cili-
nder
2. Luchtinlaat
1. Geluiddemper
2. Vonkenvangerscherm
3. Afdekking voor vonken-
vangerscherm
OPMERKING
Koolafzetting in de geluiddemper zal leiden tot een lager mo-
torvermogen. Het vonkenvangerscherm moet regelmatig
worden gecontroleerd.
1. Brandstoftankdop
2. Rubber van brandstof-
vulbuis
3. Brandstofvulbuis
39
Onderhoud en verzorging
Bougie controleren
Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
Controleer de elektrode op slijtage.
Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
Vervang de bougie als dat nodig is en draai deze vast met een
koppel van 15 N·m - 17 N·m (150 kgf·cm tot 170 kgf·cm).
De aandrijfas smeren
Inspecteer de aandrijfas (flexibele as) elke 50 uur en voeg vet toe
als er niet voldoende vet aanwezig is.
Haakse overbrenging
Verwijder de plug uit de haakse overbrenging.
Voeg zonodig smeer toe met de lagedrukpomp.
Plaats de plug weer.
Het snijblad controleren
Gebruik alleen het snijblad dat door de fabrikant voor dit model
wordt aanbevolen.
Wanneer er een barst in het snijblad zit, gebruik dit dan niet en
vervang het door een nieuw snijblad.
Zorg dat het snijblad op de juiste manier is aangebracht in
overeenstemming met de instructies.
a: 0,6 - 0,7 mm
1. Aandrijfas
OPMERKING
Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.
1. Haakse overbrenging 2. Bougie (Bout)
OPMERKING
Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.
Zorg dat de behuizing niet te veel wordt bijgevuld.
40
Onderhoud en verzorging
Het snijblad kan worden omgedraaid als het na enige tijd bot
is geworden door slijtage.
Trillingen zullen toenemen wanneer het blad beschadigd of
verbogen is. Vervang het blad door een nieuw blad.
Indien u het snijblad wilt bijvijlen, vijl dan de 3 snijvlakken gel-
ijkmatig met behulp van een platte vijl zoals in de afbeelding
wordt getoond. Als u dit niet doet, wordt de balans verstoord
en zullen de trillingen toenemen.
Nylondraadkop controleren
1. Zorg dat elke rand van de 2 klempallen van de behuizing zo
ver mogelijk naar de buitenste rand van het betreffende dek-
selvenster wordt gespreid.
2. Controleer de bevestiging van de maaikop op de trimmer en
draai de maaikop vast als deze loszit.
3. Controleer of de maaikop is vervormd en of er abnormale
geluiden klinken wanneer u de maaikop handmatig roteert.
Doorbuigingen of abnormale geluiden kunnen leiden tot ab-
normale trillingen of ervoor zorgen dat de bevestiging aan de
trimmer losraakt tijdens het roteren. Dit is erg gevaarlijk.
4. Inspecteer het deksel en de drukknop op slijtage. Als er op
de onderkant van de drukknop een sleuf verschijnt, of als er
een sleuf verschijnt op de bodem van het deksel bij de
uitvoeropening voor de nylondraad, vervang ze dan door
gave nieuwe onderdelen.
5. Controleer de maaikop op barsten of beschadigingen.
Vervang de delen met barsten of beschadigingen door nieu-
we onderdelen.
Trekstarter
OPMERKING
Wanneer de startergreep niet soepel uitgetrokken kan worden, is het probleem waarschijnlijk een intern motordefect. Raadpleeg
uw dealer. Demonteer de machine niet, omdat dit tot lichamelijk letsel kan leiden.
41
Onderhoud en verzorging
Tabel voor het oplossen van problemen
Probleem Diagnose Oorzaak Oplossing
De motor start niet Er is geen brandstof in de brandstoftank
De stopschakelaar staat in de stand Stop
Te veel aangezogen brandstof
Elektrisch probleem
Carburateur defect of inwendige onderde-
len klemmen
Interne motorstoring
Brandstofvoorraad
In de Start-stand zetten
Start de motor na
onderhoud
Raadpleeg uw dealer
Raadpleeg uw dealer
Raadpleeg uw dealer
Motor start moeilijk,
rotatie schommelt
Er komt brandstof in de over-
loopbuis
Verslechtering van brandstof
Carburateurprobleem
Vervangen door nieuwe
brandstof
Raadpleeg uw dealer
Er komt geen brandstof in de
overloopbuis
Brandstoffilter is verstopt
Brandstofsysteem is verstopt
Inwendige onderdelen van de carburateur
klemmen
Reinigen of vervangen
Raadpleeg uw dealer
Raadpleeg uw dealer
De bougie is vuil of vochtig Verslechtering van brandstof
Onjuiste elektrodenafstand
Koolafzetting
Elektrisch probleem
Vervangen
Vervangen
Vervangen
Raadpleeg uw dealer
Motor start, maar
geen acceleratie
mogelijk
Luchtfilter verontreinigd
Brandstoffilter verontreinigd
Brandstofdoorgang geblokkeerd
Probleem met de carburateurafstelling
Geblokkeerde uitlaat- of demperopening
Reinigen of vervangen
Reinigen of vervangen
Raadpleeg uw dealer
Afstellen
Reinigen
De motor stopt
Probleem met de carburateurafstelling
Elektrisch probleem
Afstellen
Raadpleeg uw dealer
De motor kan niet
worden afgezet
Stopschakelaar defect Voer een noodstop uit
en raadpleeg uw dealer
Het snijblad draait
als de motor sta-
tionair loopt
Probleem met de carburateurafstelling
Beschadigde koppelingsveer
Afstellen
Raadpleeg uw dealer
Vakkennis is vereist bij de controle en het onderhoud. Indien u de controle en het onderhoud van het product niet zelf kunt
uitvoeren of een fout niet zelf kunt oplossen, raadpleeg dan uw dealer. Probeer niet het product te demonteren.
Raadpleeg uw dealer in het geval van een probleem dat niet wordt behandeld in bovenstaande tabel.
Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten. Het
gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.
42
Opslag
Opslag
Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen)
1. Maak de brandstoftank helemaal leeg.
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Stop.
3. Laat het apparaat voldoende afkoelen en verwijder vervol-
gens alle vet, olie, vuil, stof en ander materiaal van de
buitenzijde van de trimmer.
4. Voer de in deze handleiding voorgeschreven periodieke
controles uit.
5. Controleer of de schroeven en moeren goed zijn aange-
haald. Draai eventueel loszittende schroeven en moeren
vast.
6. Verwijder de bougie en giet de vereiste hoeveelheid (circa
10 ml) schone, verse tweetakt-motorolie via het montagegat
voor de bougie in de cilinder.
7. Monteer de bougie. (Sluit de bougiekap niet aan. )
8. Breng de snijbladbescherming aan over het snijblad en
wikkel het motorgedeelte in een plastic zak of ander afdek-
middel; sla het product op in een droge, stofvrije ruimte,
buiten bereik van kinderen.
WAARSCHUWING
Sla de machine niet op in gesloten ruimtes waar ook brandstof aanwezig is, of in de nabijheid van open
vuur of op plaatsen waar vonkvorming optreedt.
Dit zou brand kunnen veroorzaken.
Bij opslag van het product gedurende langere periodes (30 dagen of langer) dienen de volgende voorbereidingen
voor de opslag te worden getroffen.
A. Verwijder alle brandstof uit de brandstoftank.
B. Druk meermaals beurtelings op de opvoerpomp en laat
hem weer los om de brandstof uit de opvoerpomp te
verwijderen.
C. Start de motor en laat deze stationair lopen totdat hij
vanzelf tot stilstand komt.
1. Ontstekingsschakelaar 2. Handgastrekker
A. Plaats een schone doek over het montagegat voor de
bougie.
B. Trek 2 tot 3 maal aan de startergreep om de motorolie
in de cilinder te verdelen.
C. Controleer de plaats van de zuiger via de bougieopen-
ing. Trek langzaam aan de starthendel totdat de zuiger
het hoogste punt van zijn slag bereikt en laat hem op dat
punt staan.
1. Bougiekabel 2. Bougie
Neem contact op met uw dealer voor inname en verwerking van het product of delen daarvan in overeenstemming
met de nationale regelgeving.
43
Specificaties
Specific aties
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
T225S C225S
Massa:
Machine zonder maaiaccessoire, lege tank
Machine met gespecificeerd maaiaccessoire, lege tank
Machine met gespecificeerd maaiaccessoire, volle tank
kg
kg
kg
5,2
5,3
5,5
5,2
5,5
5,8
Inhoud: Brandstoftank L 0,4
Maaiaccessoire:
Nylondraadkop
Draaddiameter
Draadlengte
Schroefdraad
Gespecificeerde snijbladdiameter
Gespecificeerde snijbladdikte
Aantal snijtanden
Diameter middelste gat snijblad
Rotatiesnelheid snijblad bij maximaal toegestaan motor-
toerental
mm
m
mm
mm
mm
t/min
G138
3,0
2 x 1 lijn
Linksdraaiend M10×1,25
-
-
-
-
-
-
-
-
230
3,0
3
25,4
7720
Overbrengingsverhouding: Overbrengingsverhouding
en smering
Reductie 1,36 en lithiumvet van goede kwaliteit
Rotatierichting van de uitgaande as gezien van bov-
en:
Linksom
Buitenafmetingen:
Lengte
Breedte
Hoogte
mm
mm
mm
1760
345
320
1760
655
420
Motor:Type Luchtgekoelde tweetakt eencilinder
Cilinderinhoud
Maximale asremkracht, gemeten overeenkomstig ISO
8893
Toerental bij maximaal motorvermogen
Aanbevolen maximumtoerental motor
Aanbevolen stationair toerental motor
ml (cm
3
)
kW
t/min
t/min
t/min
21,2
0,62
7000
8800
3000
10500
Carburateur
Ontsteking
Bougie
Starter
Koppeling
Membraantype
Vliegwielmagneet, CDI-systeem
NGK BPMR8Y
Trekstarter
Automatische centrifugaalkoppeling
Brandstof:
Olie
Verhouding
Normale benzine. Loodvrije benzine met een octaang-
etal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik
geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10%
ethylalcohol bevat.
Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. ISO-
L-EGD (ISO/CD 13738), JASO FC,FD en Shindaiwa
One 50 : 1 olie.
50 : 1 (2%)
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
Specifiek brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen
l/u
g/(kW•h)
0,46
544
Geluidsdrukniveau: (ISO 22868) LpAav = dB(A) 90 88
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau:
(ISO 22868) L
WA
= dB(A) 105 104
Trillingsniveaus: (ISO 22867)
m/s
2
m/s
2
Voorste handgreep 5,2
Achterste handgreep 5,8
Linker handgreep 2,9
Rechterhandgreep 2,0
44
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
De hierna genoemde fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME
OHME ; TOKIO 198-8760
JAPAN
verklaart dat de hierna gespecificeerde nieuwe machine:
GRASTRIMMER/BOSMAAIER
Merk: shindaiwa
Type: T225S
C225S
geassembleerd door:
ECHO MACHINERY (SHENZHEN) CO., LTD
53 Block,Baotian Industrial Area,Bao-an District,Shenzhen City,Guang
Dong,China
voldoet aan:
* de vereisten van Richtlijn 98/37/EG (1998)en 2006/42/EG: van 29 december 2009 (gebruik van geharmoniseerde
standaard ISO 11806 (EN 31806))
* de vereisten van Richtlijn 2004/108/EG (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 14982)
* de vereisten van Richtlijn 2002/88/EG
* de vereisten van Richtlijn 2000/14/EG
Conformiteitbeoordelingsprocedure volgens ANNEX V
T225S C225S
Gemeten geluidsver-
mogenniveau
dB(A) 102 101
Gegarandeerd geluidsver-
mogenniveau
dB(A) 105 104
Vanaf serienummer 37001001
Tokio, 1 september 2010
YAMABIKO CORPORATION
De geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa die
bevoegd is het technisch dossier samen te stellen.
Bedrijf: Atlantic Bridge Limited
Adres: Atlantic House, PO Box 4800, Earley, Reading
RG5 4GB, Verenigd Koninkrijk
K. OYURI Hr. Philip Wicks
General Manager
45
X772-000 42 1
X772 227-430 2
2010
1Opmerk ingen en achtero mslag
MEMORANDUM
46
X772-000 42 1
X772 227-430 2
2010
MEMORANDUM
47
X772-000 42 1
X772 227-430 2
2010
MEMORANDUM
48
X772-000 42 1
X772 227-430 2
2010
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145.
Gedrukt in Japan
0x0xxxx zzzz ES
©
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Shindaiwa T225S_C225S Handleiding

Type
Handleiding