19
14
17
16
15
Met schroeven (16) klembeugel (14) van beneden uit (zie cirkel)
tegen opneemplaat (17) monteren.
Moeren (15) er op draaien en goed vastschroeven.
Monteren van het geleiwiel
Schroef (1) door de vierkante boring aan de geleiwagen (2)
steken (het vierkant van de schroef in het vierkant van de boring
passen).
Geleiwiel (3), veerring (4), sluitring (5) en moer (6) aanbrengen.
Moer (6) zo aandraaien, dat het geleiwiel aan de geleiwagen
kan worden gedraaid.
De tweede schroef (8) door de sleufboring van de geleiwagen
en door de boring van het geleiwiel steken.
Snelspanhendel (7) er op schroeven.
WENK:
Door trekken aan de snelspanhendel wordt het schroefeffect
opgeheven. Aanspannen kan door „nagrijpen“ van de hendel
worden bereikt.
E
F
1
8
3
4
5
6
7
2
Monteren van de watertank
Stervormige greep (1) los draaien en handgreepbuis (2)
afnemen.
Steunbeugel (3) en handgreepbuis (2) aan de stervormige
greep monteren (zie afbeelding).
Watertank (4) op de steunbeugel (3) plaatsen.
Aansluitslang (7) door het achterste greepbereik van de
scheidslijper laten lopen en op het koppelingsdeel van de
watertank steken.
WENK:
De steunbeugel (3) zo in lijn brengen, dat de watertank bij het
werken met de geleiwagen rechtop staat.
Door het uittrekken van ventiel (6) wordt de waterstroom in
gang gezet.
WENK:
Om de watertank te vullen, deze bij de greep nemen en naar
boven afnemen. Deksel (5) er af draaien en de tank met zuiver
water vullen. Er mag geen vuil in de tank komen! De O-ring
aan het sluitventiel kan dan worden beschadigd of de
sproeierkoppen verstopt raken.
3
7
1
2
4
56
G