Razor 4210

Texas Razor 4210, Razor 4610, Razor 4650TR/WE, Razor 4680TR/W, Razor 5120TR/W, Razor 5130TR/W, Razor 5135TR/W, Razor 5140TR/W 4-speed, Razor 5180TR/WE 4-speed Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Texas Razor 4210 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
39
NL Originele instructies
Veiligheid .................................................................... 39
Identificatie van de onderdelen .................................. 40
Montage ..................................................................... 40
Kabel Bijstellen ........................................................... 41
Accu (Elektrische starter)* .......................................... 41
Bediening ................................................................... 41
Watermondstuk .......................................................... 42
Olie verversen ............................................................ 42
Luchtfilter .................................................................... 43
Mes ............................................................................ 43
Bougie ........................................................................ 43
Opslag en onderhoud ................................................. 43
Garantie ..................................................................... 43
Technische specificaties ............................................ 47
Problemen oplossen .................................................. 55
CE Certificaat van Conformiteit .................................. 56
Veiligheid
Installatie
Plaats geen handen of voeten naast of onder
draaiende delen.
Lees deze handleiding zorgvuldig Zorg ervoor dat u
de verschillende bedieningsknoppen, instellingen
en hendels van de apparatuur kent.
Weet hoe u de eenheid moet stilzetten en zorg
ervoor dat u bekend bent met de noodstop.
Sta nooit toe dat kinderen of mensen die niet
bekend zijn met deze instructies het apparaat
gebruiken. Wees erop attent, dat plaatselijke
regelgeving de leeftijd van de operator kan
beperken.
Gebruik het apparaat niet als u zich onwel of moe
voelt of als u alcohol of drugs heeft gebruikt.
Inspecteer het apparaat altijd voor gebruik. Zorg
ervoor dat er geen versleten of beschadigde
onderdelen zijn.
Vervang versleten of beschadigde elementen en
bouten paarsgewijs om balans te behouden.
De operator van het apparaat is verantwoordelijk
voor de veiligheid van mensen.
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van
kinderen of dieren.
De operator van het apparaat wordt aansprakelijk
gehouden voor eventuele ongelukken of letsel aan
derden en hun eigendommen.
Inspecteer het gebied waar het apparaat gebruikt
wordt zorgvuldig en verplaats, indien nodig,
eventuele vreemde voorwerpen.
Geen brandstof bijvullen als het apparaat binnen
staat of wanneer de motor draait.
Gemorste benzine is extreem brandbaar, nooit
bijvullen als de motor nog heet is.
Veeg eventueel gemorste benzine af voordat u de
motor start. Gemorste benzine op een hete motor
kan brand of een explosie veroorzaken!
Laarzen met antislip zolen met stalen mantel zijn
verplicht. Vermijd ruimvallende kleding.
Bediening
Stop de motor onmiddellijk na het raken van een
vreemd voorwerp, verwijder de bougiedop en
controleer de motor grondig op beschadigingen.
Repareer de beschadigingen voordat u verder
gaat.
Wanneer het apparaat overmatig begint te trillen
stopt u de motor en controleert u meteen wat de
oorzaak is. Trillingen zijn meestal een
waarschuwing voor beschadigingen.
Schakel de motor altijd uit en zorg ervoor dat alle
bewegende delen geheel gestopt zijn, voordat u
eventuele reparaties, aanpassingen of inspecties
uitvoert.
Wees extreem voorzichtig bij gebruik op hellingen.
Gebruik het apparaat nooit op hoge snelheid.
Overbelast de capaciteit van het apparaat niet door
te proberen een te hoge snelheid te hanteren.
Vervoer geen passagiers.
Sta nooit toe dat er omstanders vóór de eenheid
staan.
Gebruik het apparaat alleen bij daglicht of in
volledig verlichte gebieden.
Zorg voor een stabiele positie en houdt de hendels
altijd stevig vast. Zorg dat u altijd loopt, nooit
rennen.
Gebruik het apparaat niet als u op blote voeten
loopt of sandalen draagt.
Wees extreem voorzichtig wanneer u van richting
verandert op hellingen.
Probeer nooit aanpassingen te doen, terwijl de
motor nog loopt.
Wees extreem voorzichtig wanneer u achteruit rijdt
of het apparaat achteruit trekt.
Gebruik het apparaat nooit binnen of in gebieden
met weinig ventilatie. De uitlaatgassen van het
apparaat bevat koolmonoxide. Nalaten om te
controleren kan leiden tot blijvend letsel of
overlijden.
Benzine veiligheid
Wees extreem voorzichtig bij het gebruik van
benzine.
Benzine is extreem ontvlambaar en de dampen zijn
explosief. Er kan ernstig persoonlijk letsel ontstaan
als benzine op uzelf of uw kleding wordt gemorst.
Reinig uw huid en trek onmiddellijk andere kleren
aan!
Gebruik alleen een goedgekeurd benzinereservoir.
Gebruik geen frisdrankflessen en dergelijke!
Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
Vul uw apparaat nooit bij als het binnen staat.
Laat de motor afkoelen voordat u deze bijvult.
Vul de benzinetank nooit verder dan 2.5 cm onder
de vuller, zodat de brandstof de ruimte heeft om uit
te zetten.
Zorg er na het bijvullen voor, dat de dop goed
dichtgedraaid is.
Gebruik bij het bijvullen nooit de vastzetinrichting
op het benzinepistool.
Niet roken tijdens het bijvullen.
Vul nooit benzine bij in een gebouw of op plekken
waar de benzinedampen in aanraking kunnen
komen met een ontstekingsbron.
Houd benzine en motor uit de buurt van
apparatuur, waakvlammen, barbecues, elektrische
apparaten, elektrisch gereedschap, etc.
Onderhoud en opslag
De motor moet stilgezet worden tijdens het
uitvoeren van onderhoud en
schoonmaakwerkzaamheden, tijdens het
vervangen van gereedschap en tijdens het
transport met middelen, anders dan zijn eigen
vermogen.
Controleer regelmatig of alle bouten en moeren
goed vastzitten. Draai deze zo nodig vast.
40
De motor moet compleet afgekoeld zijn, voordat u
het apparaat binnen in de stalling zet of afdekt.
Wanneer het apparaat enige tijd niet gebruikt is,
leest u dan de instructies in deze handleiding.
Bewaar of vervang zo nodig veiligheids- en
instructielabels.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen of
accessoires. Wanneer geen originele onderdelen
of accessoires worden gebruikt, vervalt de
aansprakelijkheid.
Overig
De motor wordt niet gevuld met olie geleverd.
Controleer voor het starten altijd het oliepeil.
In de fabriek gemonteerde besturingsapparaten,
zoals de op een hendel bevestigde
koppelingskabel, mogen niet verwijderd of
blootgesteld worden.
Laat de benzinetank alleen in de buitenlucht
leeglopen. Benzine is extreem ontvlambaar en de
dampen zijn explosief.
Zorg ervoor dat het apparaat goed is vastgezet
tijdens het transport op een open laadbak etc.
Gooi overbodige elektrische producten niet
bij het huishoudelijk afval. Dit gereedschap
moet naar uw plaatselijk recyclestation
gebracht worden en op veilige wijze worden
verwerkt.
De grasmaaier is geproduceerd conform de nieuwste
veiligheidsvoorschriften. Die bevatten een messenrem
die de motor en messen binnen 3 seconden stilzet
wanner de messenrem. Elke voorzorgsmaatregel is
alleen effectief wanneer deze exact wordt opgevolgd.
Gebruik de volgende beschrijving wanneer u uw
grasmaaier monteert.
Identificatie van de onderdelen
Zie afbeelding ID
Opmerking: de afbeeldingen kunnen van uw huidige
model afwijken
A. Handgreep voor drive
B. Handgreep voor motorrem
C. Terugloopstarter
D. Vleugelmoer
E. Achterwaartse uitworpbeschermer met
afstandhouders*
F. Watermondstuk*
G. Grasopvangbak
H. Benzine vuldop
I. Luchtfilter
J. Uitlaat
K. Bougie
L. Oliedop
M. Mulchingplug
N. Gashendel - Snelheidshendel*
O. Choke*
P. Hoogte-instelling*
Q. Zij-uitworpbeschermer*
R. Primer*
S. Pantser*
T. Elektrische starter*
* kan afwijken van uw huidige model.
Montage
Uitpakken Afbeelding M1
Verwijder de maaier uit de doos door het apparaat er
aan de zijkant uit te trekken. De doos bevat:
1 stuks maaier
4 sets vleugelmoeren bestaande uit vleugelmoeren,
bouten en sluitringen. (Zie ID; D)
2 stuks afstandhouders (Zie ID; E)
Waarschuwing: Zorg ervoor dat er geen gaten in de
kabels komen
Handgreep en hoogte-instelling: Afbeelding M2
De handgrepen zijn in hoogte verstelbaar. Dit betekent
dat ze zo versteld kunnen worden dat het voor u het
beste past. Het is handig om voordat u de handgreep
installeert te bepalen welke hoogte voor u het beste is.
1. Monteer de onderstel buis van de handgreep op de
hoogte die voor u goed is. "H" is de hoge stand en
"L" is de lage stand.
2. Bevestig de vleugelmoer vanaf de binnenkant van
de zijbeugel en in de onderste handgreep.
3. Bevestig de bovenste handgreep op de onderste.
Zet de vleugelmoer vast vanaf de binnenkant van
de handgreep.
4. Maak de kabel op maat en zet deze vast met
kabelklemmen.
De motorremkabel monteren: Afbeelding M3
1. Duw de bovenste handgreep ID:B zachtjes naar
voren
2. Steek de motorremkabel vanaf de buitenkant in het
gat in de beugel op handgreep ID:B en zet deze
vast.
De drive-kabel monteren: Afbeelding M3
1. Duw de onderst handgreep ID:A zachtjes naar
voren
2. Steek de drive-kabel vanaf de binnenkant in het gat
in de beugel op handgreep ID:A en zet deze vast.
De terugloopstarter monteren: Afbeelding M4
1. Trek aan de handgreep voor de motorrem om het
startkoord los te trekken van de motor.
2. Trek het startkoord voorzichtig van de motor
(Handgreep van motorrem MOET vastgehouden
worden)
3. Bevestig de greep van de starter op de bovenkant
van de handgreep.
4. Laat de handgreep van de motorrem en de greep
van de starter los.
De pantserplaat bevestigen: afbeelding M5*
1. Voor modellen met pantserplaat met bekerhouder
volg afbeelding M5-1
2. Voor modellen met pantserplaat volg afbeelding
M5-3
* Let op: Niet alle modellen hebben een pantserplaat
De grasopvangbak monteren: Afbeelding M6
1. Klik het frame op de grasopvangbak.
Op de grasopvangbak zit een handige indicator die
laat zien op de bak vol zit met gras en geleegd
moet worden.
41
Achteruitworpbeschermer* Afbeelding M7-1
Als u wilt maaien zonder grasopvangbak is het
belangrijk om de twee afstandhouders te bevestigen.
1. Plaats de 2 houders (ID:E) onder de
achteruitworpbeschermer.
Let op: De afstandhouders zijn alleen voor
achteruitworp! Anders moeten ze worden verwijderd.
Waarschuwing: Als de twee houders niet
gemonteerd zijn. Zal de maaier moeite hebben om
het gras kwijt te raken.
Mulchingplug: Afbeelding M7-2
1. Plaats de mulchingplug en verwijder de zij-
uitworpbeschermer als u met mulchingfunctie wilt
maaien.
NB Gebruik geen grasopvangbak
Belangrijk: Denk eraan om de mulchingplug te
verwijderen als u de grasopvangbak gebruikt.
Zij-uitworpbeschermer: Afbeelding M7-3*
1. Til de zijbeschermer op en plaats de zij-
uitworpbeschermer. Plaats vervolgens de
mulchingplug in de achter uitwerper om met zij-
uitwerpfunctie te maaien. NB Gebruik geen
grasopvangbak
* Let op: Niet alle modellen hebben een zij-
uitworpbeschermer
Kabel Bijstellen
Het kan nodig zijn om de volgende kabels bij te
stellen: Afbeelding A1
1. Kabel voor drive
2. Kabel voor motorrem
3. Kabel voor gaskabel
Let op: De choke-kabel kan niet bijgesteld worden!
De drive-kabel bijstellen: Afbeelding A1-1
Als u speling in de drive-kabel signaleert, kan dit
opgelost worden door simpelweg de bout aan de kabel
vast of los te draaien.
1. Vastdraaien met de klok mee - de kabel
ontspannen.
2. Vastdraaien tegen de klok in - de kabel spannen.
De motorremkabel bijstellen: Afbeelding A1-2
Als u speling in de motorremkabel signaleert, kan dit
opgelost worden door simpelweg de bout op het
motorblok vast of los te draaien.
De gaskabel bijstellen: Afbeelding A1-3
Als u speling in de gaskabel signaleert, kan dit opgelost
worden door simpelweg de bout op het motorblok vast
of los te draaien.
Accu (Elektrische starter)*
Laad de accu voor gebruik op
Voordat u de elektrische startfunctie gebruikt, moet de
accu gedurende 5 uur zijn opgeladen. Steek de
starterstekker in het gat in de accu en verbind de
oplader met een stroomvoorziening. Zie afbeelding. A4
Opladen gedurende het seizoen
De accu wordt tijdens gebruik een beetje opgeladen,
dus het zal hoogstwaarschijnlijk nodig zijn om de accu
tijdens het seizoen een aantal malen op te laden -
afhankelijk van het aantal starts/stops van de motor. Zet
hem ongeveer 5 uur aan de lader.
Opslag van accu
De accu moet tijdens de winter altijd droog en warm
worden opgeslagen. Stel hem nooit bloot aan lage
temperaturen.
Laat de accu helemaal op voordat u deze opslaat en
zet de grasmaaier vervolgens op een plek waar deze
niet wordt blootgesteld aan vorst. Bedek de accu
eventueel met een dik kleed of iets dergelijks, wanneer
de maaier in een schuur/garage staat waar het koud
kan worden.
Laat de accu gedurende de winter 1-2 keer op om te
garanderen dat de accu zijn volledige vermogen
behoudt.
Onjuiste opslag kan de accu beschadigen en wordt niet
gedekt door de garantie.
* Let op: Niet alle modellen hebben elektrische starter
Bediening
Voor het starten altijd olie controleren en bijvullen!
Lees de instructies in bijgevoegde
beginhandleiding en pas deze toe!
Het oliepeil moet altijd tussen min. en max. op de
peilstok liggen. Vul met SAE-30 olie. Er moet in totaal
0,6 liter olie in de motor zitten. Gebruik alleen loodvrije
95 octaan benzine voor de motor. Gooi de tank nooit te
vol.
Maaihoogte-instelling: Afbeelding F1
(de afbeeldingen kunnen van uw huidige model
afwijken)
De maaier heeft 6 verschillende hoogten. De
maaihoogte varieert van 28 mm tot 75 mm
Start: Start de maaier nooit direct op lang gras.
Terugloop met primer, afbeelding F2
1. Druk een aantal malen op de primer, druk eerst 1-3
keer en vul dat, indien nodig, aan met max. 3-5
keer.
Let op: Het is niet mogelijk om de motor te
verzuipen
2. Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
3. Trek voorzichtig aan de terugloopstarter totdat u
weerstand in het touw voelt, trek vervolgens snel
en krachtig. Laat de terugloopstarter geen moment
los, maar schuif hem zachtjes in de startstand.
4. Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Terugloop met choke, gashendel afbeelding F3-A
1. Bij koude motor zet u de chokehendel op "Choke" -
Bij warme motor zet u de chokehendel op "Run"
2. Zet de gashendel op vol "Rabbit"(A)
3. Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
4. Trek voorzichtig aan de terugloopstarter totdat u
weerstand in het touw voelt, trek vervolgens snel
42
en krachtig. Laat de terugloopstarter geen moment
los, maar schuif hem zachtjes in de startpositie.
5. Stel de gashendel indien nodig bij en zet de
chokehendel terug in de "run"-stand. (alleen koude
motor)
6. Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Elektrische starter, afbeelding F3-B
Om te voorkomen dat de machine wordt gestart,
moet de startknop van de machine worden
verwijderd en veilig opgeslagen wanneer de
machine niet wordt gebruikt.
1. Bij koude motor zet u de chokehendel op "Choke" -
Bij warme motor zet u de chokehendel op "Run"
2. Zet de gashendel op vol "Rabbit"(A)
3. Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
4. Wanneer u de machine wilt starten, steekt u de
startknop (B) in het contactslot onder de stuurstang
en drukt u hem in.
5. Houd de knop vast totdat de motor start en laat
deze daarna los.
6. Stel de gashendel indien nodig bij en zet de
chokehendel terug in de "run"-stand.
(alleen koude motor)
7. Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Terugloop met choke, gashendel afbeelding F3-C*
1. Bij koude motor zet u de chokehendel op "Choke" -
Bij warme motor zet u de chokehendel op "Run"
2. Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
3. Trek voorzichtig aan de terugloopstarter totdat u
weerstand in het touw voelt, trek vervolgens snel
en krachtig. Laat de terugloopstarter geen moment
los, maar schuif hem zachtjes in de startstand.
4. Zet de chokehendel terug in de "run"-stand. (alleen
koude motor)
5. Zet de snelheidshendel in de versnelling van 1 tot 4
(C)
6. Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
* Let op: Niet alle modellen zijn uitgerust met een
chokehendel.
Let op: Zo lang er met het apparaat wordt gemaaid,
moet de greep voor de motorrem ingeschakeld zijn.
Gashendel*
De motorsnelheid kan tijdens het rijden worden
aangepast. Draai aan de gashendel om de rpm aan te
passen. (ID: M) Voor de beste maairesultaten wordt
aanbevolen om vol gas te draaien.
* Let op: Niet alle modellen hebben gasbediening
Snelheid regelen*
De snelheid kan tijdens het rijden worden aangepast
van 2.7 – 5.0 km/h. Activeer de rechterhendel op het
dashboard en zet deze in een van de 4 verschillende
snelheden. Bij het rijden in de laagste twee snelheden
zal de snelheid niet significant verschillend zijn.
Wijzig de versnelling (snelheid) alleen wanneer de
machine draait met zelf-aandrijving ingeschakeld.
Dit garandeert minimale slijtage van de aandrijfriem en
zorgt ervoor dat gemakkelijk kan worden geschakeld.
Wanneer wordt geschakeld wanneer de machine niet
beweegt, bestaat de kans dat de riem eraf valt zodra de
machine begint te bewegen. Daarnaast bestaat het
risico dat de kabel en de riem worden beschadigd.
* Let op: Niet alle modellen hebben een gashendel
Stop: Afbeelding F4
1. Ontkoppel de motorrem en de greep voor eigen
aandrijving om de maaier en de motor uit de
schakelen
Let op: De messen blijven tot 3 seconden na het
stoppen draaien.
Watermondstuk
De linkerkant van het maaidek is uitgerust met een
watermondstuk om het dek te wassen. (Zie afbeelding
ID-F)
Wanneer u de waterinlaat gebruikt, moet de
machine op de laagste hoogtestand zijn
ingeschakeld en op een grasveld staan.
Dit zorgt ervoor dat het water onder de kap blijft.
Als u dit niet doet, kan er water op de
versnellingsbak en koppelingskabels spatten, wat
de kans op corrosie of kabelbreuk vergroot.
Bevestig aan slang aan het mondstuk.
Draai de waterkraan open en start de motor.
Het draaien van de messen zorgt ervoor dat het
water de onderkant van het dek reinigt.
* Let op: Niet alle modellen hebben een watermondstuk
Let op: Voor het beste resultaat kunt u het dek het
beste direct na elke maaibeurt met de
watermondstukfunctie schoonmaken. Als het gras
opdroogt, werkt deze functie niet optimaal.
Olie verversen
Olie moet voor de eerste keer na 5 uur vervangen
worden en daarna minimaal 1 keer per jaar.
U heeft hiervoor een olieafscheider-uitrusting nodig.
Artikel nummer: 40-11336
Olie en olieafscheider-uitrusting zijn niet inbegrepen
Gebruik een afscheider-uitrusting en handel als volgt:
1. Zet de motor aan en laat deze 5 min lopen of totdat
de motor heet is. Een hete motor maakt de olie
vloeibaar, waardoor het eenvoudiger weg kan
lopen.
2. Zuig de olie eruit door het olievulgat door de spuit
te gebruiken die bij de olieafscheider-uitrusting zit.
Gebruik de slang om de opvangbak te bereiken.
3. Giet de gebruikte olie over in een leeg reservoir.
4. Vul de motor met SAE-30 olie.
5. Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok.
(Min / Max)
Denk eraan de gebruikte olie op verantwoorde wijze
weg te gooien. Gebruik uw plaatselijke
recyclestation.
43
Luchtfilter
Het luchtfilter moet regelmatig gecontroleerd en
schoongemaakt worden. Als het filter lange tijd niet
schoongemaakt is, zal het vermogen van de motor
minder worden.
Zie afbeelding A2
1. Maak schoon rond het luchtfilter, voordat u de dop
verwijdert.
2. Druk de twee flappen naar beneden en duw
zachtjes tegen de beschermer
3. Verwijder het papieren filter voorzichtig en
controleer dit. Borstel het af met een zachte
borstel. Als het erg vuil is, moet u het vervangen.
Wees voorzichtig, zodat er geen vuil in de inlaat
komt.
4. Was het zwarte schuimelement aan de rechterkant
met warm water en zeep.
5. Druk het water uit het schuimelement en laat dat
drogen. Doe een paar druppels SAE-30 olie op het
filter om het licht te bevochtigen. Pers voorzichtig
eventueel overtollige olie uit het schuimelement en
bevestig dit weer.
6. Let erop dat alle onderdelen op juiste wijze zijn
gemonteerd en goed zijn gesloten, zoals
weergegeven op de foto.
Mes
Controle van het mes
Til de motor vanaf de voorzijde omhoog.
Controleer het mes op beschadigingen, scheuren
of overmatige roest of corrosie.
Controleer of de bout van het mes goed vastzit.
Let op: Een bot mes kan geslepen worden! Maar een
versleten, verbogen, gescheurd of anderszins
beschadigd mes moet vervangen worden.
Het mes verwijderen: Zie afbeelding A3
Als u het mes verwijdert om het te slijpen of te
vervangen, moet u een momentsleutel en een paar
zware handschoenen gebruiken om uw handen te
beschermen.
1. Draai de bout van het mes los. Gebruik een stuk
hout om te voorkomen dat het mes ronddraait.
2. Verwijder de bout, sluitring, mes en meshouder in
die volgorde
3. Slijp of vervang het mes.
4. Plaats meshouder, mes, sluitring en bout in die
volgorde terug.
5. Draai de bout van het mes vast (50 Nm). Gebruik
een stuk hout om te voorkomen dat het mes
ronddraait.
Waarschuwing: Een mes moet dusdanig geslepen
worden dat het
100% in balans is, anders kan het trillingen veroorzaken
die de motor kunnen beschadigen. Schade aan de
motor door verkeerd slijpen wordt niet gedekt door de
garantie. We raden daarom aan om het mes te laten
slijpen door een professional.
Bougie
1. Verwijder de bougie
2. Borstel vuil van de bougie.
3. Gebruik een bougiesleutel om de bougie los te
draaien.
4. Controleer of de isolatie intact is.
5. Maak de bougie schoon met een staalborstel.
6. Meet de elektrode en zorg ervoor dat de elektrode
niet beschadigt.
7. De afstand moet zijn: 0,7 tot 0,8 mm
8. Als de bougie niet beschadigd is kunt u deze
terugplaatsen of vervangen.
Artikel number: 40-11294
9. Sluit de bougie weer aan
Opslag en onderhoud
Onderhoud uw grasmaaier: Controleer alle bouten,
schroeven, moeren en het dek. Zorg er altijd voor dat
het mes scherp is. Het is verstandig om uw grasmaaier
jaarlijks te laten controleren door uw geautoriseerde
dealer. Bekijk uw dichtstbijzijnde service center op
www.texas.dk.
Opslag: Stal de grasmaaier na gebruik in een droge en
schone ruimte. Maak het apparaat na elke maaibeurt
schoon. Verwijder gras en vuil van de onderkant van
het dek. Voor het optillen van de maaier (voor reiniging)
wordt aanbevolen om de voorkant op te tillen (max. 45
graden) Als u de maaier op de zijkant draait, moeten de
carburateur en het luchtfilter altijd naar boven wijzen,
omdat anders de olie kan weglopen en de motor kan
beschadigen. Let op dat u vóór het onderhoud aan uw
maaier de bougie verwijdert.
Winteropslag: Maak de benzinetank leeg en laat de
motor lopen totdat de benzine in de carburateur
opgebruikt is. Bougie verwijderd. Verwijder de bougie
en giet een theelepel olie (motorolie) in de opening.
Trek aan de starter om de olie te verspreiden. Monteer
de bougie, maar geen kabel. Ververs de olie cf.
bovenstaande paragraaf. Maak ten slotte de maaier
grondig schoon. Dep een doek in olie en smeer de
verschillende onderdelen om roest te voorkomen.
Garantie
Er zit 2 jaar garantie op uw grasmaaier.
De garantie dekt materialen en/of vakmanschap.
Geen garantie voor schade als gevolg van slijtage,
slechte behandeling en gebrekkig onderhoud.
De garantie dekt niet het schoonmaken van het
brandstofsysteem, het vervangen/bijstellen van het
startkoord, startveren, bougies, mes/meshouder,
bandjes en kabels of een accu, omdat dat de
gevolgen van normaal gebruik zijn.
De garantie dekt geen gevallen waarin niet-
originele onderdelen zijn gebruikt.
Of een geval een garantieclaim is of niet wordt in
elk individueel geval bepaald door een
geautoriseerd service center.
Uw kassabon is uw garantiebewijs, bewaar deze
dus op een veilige plaats.
Als u de motor start zonder olie toe te voegen, zal
deze beschadigd raken en kan deze niet
gerepareerd worden. Deze gevallen worden
daarom niet gedekt door de garantie.
ONTHOUD: Bij aankoop van reserveonderdelen,
alsmede bij het verzoek tot een reparatie onder de
garantie, moeten het model- en serienummer altijd
vermeld worden. U kunt deze vinden op het CE-label op
het apparaat! I
Problemen oplossen
Als uw probleem hierboven niet is beschreven, neemt u dan contact op met een goedgekeurd service centre of met Texas A/S.
Moeilijk te starten
Probleem Oorzaak Oplossing
Over het algemeen moeilijk te starten
Verkeerde startprocedure
Volg de startinstructies in de handleiding nauwgezet.
De startkabel zit erg strak (start niet)
De remhendel wordt niet geactiveerd
Het apparaat staat in hoog gras
Activeer de remhendel en trek aan het startkoord.
Verplaats het apparaat uit het hoge gras en herhaal de startprocedure.
Stel de hoogte in op de hoogste stand, zodat het mes vrijkomt van het gras.
Het apparaat start niet als aan het startkoord
wordt getrokken of op de elektrische startknop
wordt gedrukt
(of de starter "klikt" bij een poging tot een
elektrische start)
De remhendel wordt niet geactiveerd
De draden zijn niet verbonden met de accu De
remkabel is onjuist ingesteld
Het apparaat staat in hoog gras
Motor wordt niet gevuld voor het starten
De choke staat niet in de juiste standd
Geen benzine meer in de brandstoftank
De benzine is meer dan 3 maanden oud
Activeer de motorremhendel en druk op de elektrische startknop.
Controleer of de draden verbonden zijn van de accu naar de motor en de startknop.
Stel de motorremkabel bij volgens de instructies in de handleiding
Verplaats het apparaat uit het hoge gras om het te starten.
Kantel het apparaat bij het starten.
Zet de hoogte-instelling op de hoogste stand, zodat het mes vrij kan draaien.
Druk vóór het starten 1-3 op de primer.
Zet de chokehendel in een andere stand.
Controleer en vul de brandstoftank met benzine.
Laat oude benzine weglopen uit de brandstoftank en carburateur en vul deze met nieuwe
benzine.
Geen ontstekingsvonk (start niet)
De bougiekap zit los
De bougie is vochtig of vuil
Teveel afstand tussen de bougie en de
elektrode
Het luchtfilter is vies of functioneert niet
Controleer op de dop stevig vastzit aan de bougie.
Controleer of er geen vuil op de bougie zit volgens de instructies in de handleiding.
Controleer de afstand tot de bougie en pas deze aan volgens de instructies in de
handleiding. Verwijder eventueel de bougie.
Controleer het luchtfilter op vuil en maak het schoon volgens de instructies in de handleiding.
De maaier start, maar loopt niet gelijkmatig
Probleem Oorzaak Oplossing
Onvoldoende omwentelingen van de motor
Hendel staat in de "Choke" stand
De gashendel staat op "Turtle"
Zet de hendel in de "Run"-stand.
Zet de gashendel op "Rabbit".
De achterwielen trekken niet, of maar een
klein beetje
De koppelingskabel zit te strak/te los
De lagers in de achterwielen zijn versleten
Pas de koppelingskabel aan volgens de instructies in de handleiding.
Vervang de lagers.
De motor loopt niet gelijkmatig en/of zijn
prestaties worden tijdens het maaien minder
De bougiekap zit los
De bougie is vuil
Teveel afstand tussen de bougie en de
elektrode
Het luchtfilter is vies of functioneert niet
Benzine verdampt in de carburateur
Losse gaskabel
Vuil in de carburateur
Controleer op de dop stevig vastzit aan de bougie.
Controleer of de bougie schoon en niet beschadigd is volgens de instructies in de
handleiding.
Controleer de afstand tot de bougie en pas deze aan volgens de instructies in de
handleiding.
Controleer het luchtfilter op vuil en maak het schoon volgens de instructies in de handleiding.
Wacht een aantal minuten en probeer opnieuw te starten.
Draai de gaskabel strakker volgens de instructies in de handleiding.
Maak de carburateur schoon.
De motor stopt niet
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat stopt niet na 5 seconden
De motorremkabel draait te strak
Controleer de motorremkabel en stel deze bij volgens de instructies in de handleiding.
/