2 aandrijfmotoren (hetzelfde gebouwd)
Handbesturing met 2 motorkabels
Batterijbox met aansluitkabel
2 tandwielsets met imbusschroeven
Lange imbusschroev
Korte imbusschroef
Montage:
Verwijder eerst de flexibele schachten. Breng de volledige montage in een
horizontale positie. (Afb. A) Verwijder de zwarte kunststofkap door de kleine
schroef aan de rugzijde los te draaien, zodat de motorbesturing aan de R.A*-
aandrijfkant van de telescoopmontage vrij ligt. Zet de motor nu met de
zwaluwstaartverbinding in de geleiding van de montage (Afb. A). Let erop
dat de motorschacht naar de aandrijfschacht van de montage wijst.
Voer de lange Imbusschroef (5) door de boring op de rugzijdenmontage om
de onderste RA* te bevestigen. (De bovenste Decl**-motor wordt met de
korte schroef (6) aan de montage bevestigd). De schroe(f)(ven) vooreerst
licht aandraaien! Welke motor waar gemonteerd wordt, speelt geen rol daar
beide motoren hetzelfde gebouwd zijn.
Bevestig nu de bijliggende tandwielsets op de aandrijfschachten zoals in
(Afb. B) afgebeeld. Richt de tandwielen uit op de assen (Afb. C) zodat beide
exact in elkaar grijpen. De madeschroeven moeten voor het vastdraaien
telkens naar de afgevlakte schacht wijzen! (Afb. B)
Nu kunt u de bevestigingsschroef van de motor aandraaien. Aansluitend
controleert u nog eens de positie van de tandwielen. Ze mogen niet
scheeflopen of vast op elkaar drukken.
Ingebruikname:
Vul de batterijbox (3) met acht batterijen van het type „Mono“ en let bij het
inleggen op de polariteit van de batterijen! Neem nu de handbesturing (2) en
verbindt de kabels van de motoren (1) zoals afgebeeld. De „R.A.*“ De marke-
ring wordt met de uuraandrijving (onderste motor) verbonden, de kabel met
de „Decl.**“-markering wordt met de declinatiemotor (bovenste motor) ver-
bonden. Nu kan de kabel van de batterijbox (3) met de „D.C. Power“–stekker
van de handbesturing verbonden worden.
Bediening:
Om een juiste vervolging te garanderen, moet de montage vooraf op de pool
van een hemellichaam uitgericht worden ( zie gebruiksaanwijzing). Voor het
inschakelen wordt de rechte schuifschakelaar op „N“ (voor gebruik op het
noordelijk halfrond) of „S“ (voor gebruik op het zuidelijk halfrond) geschoven.
De vervolging wordt automatisch uitgevoerd. Met de richtingstoetsen kunnen
correcties nu doorgevoerd worden. De gele toetsen bewegen de telescoop in
noord/zuid-richting, de witte toetsen in de uuras (poolas). Met de linkse
schuifschakelaar wordt aangetoond, welke correctiesnelheid toegepast wordt:
32 keer, 8 keer, enkel. De 32 keer snelheid is goed om een object in de
zoeker of in het oculair te centreren. Met de 8 keer snelheid kunnen fijne
correcties uitgevoerd worden. De enkele snelheid is voor de fijnste correcties,
bvb. bij de astrofotografie.
Opmerking:
In plaats van de batterijbox, kan de besturing ook met de handels-
gebruikelijke voeding of loodaccu's aangedreven worden. Let echter op de
juiste polen van de stekker (is aangegeven op de handbox) en op een
constante spanning van 12 V! De stapmotoren worden warm na een langer
gebruik; dit is normaal en dus geen teken voor een storing.
- 8 -
NL
BE
*Uuras (Poolas) **Declinatieas
ANL4951500MSP0706BRESSER 21.01.2009 8:54 Uhr Seite 8