Victron Energie Phoenix Smart 24/25 (3) de handleiding

Type
de handleiding
15
EN NL FR DE ES SV IT
1. Veiligheidsvoorschriften
β€’ Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het laden.
β€’ Dek de lader niet af.
β€’ Probeer nooit een niet oplaadbare of bevroren accu te laden.
β€’ Plaats de lader nooit tijdens het laden bovenop de accu.
β€’ Voorkom vonken in de buurt van de accu.Tijdens het laden van een
accu kunnen er explosieve gassen worden afgeven.
β€’ Accuzuur is corrosief. Bij aanraking met de huid dient dit met
overvloedig water te worden afgespoeld.
β€’ Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door kinderen. Bewaar de
oplader buiten het bereik van kinderen.
β€’ Dit apparaat mag niet gebruikt worden door personen (inclusief
kinderen) met verminderde fysieke, sensorische, motorische of mentale
capaciteiten, of personen zonder ervaring of kennis, behalve als zij
onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen.
β€’ Aansluiting op het elektriciteitsnet moet in overeen-stemming zijn met de
nationale regelgeving voor elektrische installaties. Neem bij een
beschadigd elekticiteitsnoer contact op met de fabrikant of leverancier.
β€’ De lader mag alleen in een geaard stopcontact worden gestoken.
2. Installatie
β€’ Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de
voedingsklemm omlaag. Neem voor een optimale koeling een
minimale afstand van 10 cm onder en boven het product in acht.
β€’ Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu
(om schade wegens gasvorming van de accu te voorkomen)
β€’ Gebruik flexibele meeraderige koperen kabel voor de aansluitngen:
zie veiligheidsaanwijzingen.
β€’ Een slechte interne temperatuurcompensatie (bijv.
Omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5Β°C) kan
leiden tot een kortere levensduur van de accu.
17
EN NL FR DE ES SV IT
3. Snelstartgids
A. Sluit de acculader aan op de accu of accu's.
B. Sluit de acculader aan op op de wandcontactdoos d.m.v. de AC kabel
(apart bij te bestellen).
Alle LED’s gaan kort aan en zodra de lader opgestart is gaan de
betreffende status LED’s aan afhankelijk van de toestand waarin de
lader zich bevind.
Default start de lader op in normal mode en bulk.
C. Druk, indien nodig, op de knop MODE om een ander laadalgoritme te
kiezen (de acculader onthoudt de modus als deze van de voeding
en/of de accu wordt losgekoppeld).
Als herconditionering wordt geselecteerd, brandt de LED
RECONDITION en gaat deze knipperen als de herconditionering actief
is.
De acculader schakelt over op LOW (lage stroom) door 3 seconden
lang de knop MODE ingedrukt te houden. De LOW-LED zal dan
continue gaan branden en de maximale uitgangsstroom wordt beperkt
tot max. 50% van de nominale uitgangsstroom. LOW kan worden
beΓ«indigd door nogmaals 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te
houden.
D. De accu is voor ongeveer 80% opgeladen en klaar voor gebruik als de
LED ABSORPTION gaat branden.
E. De accu is volledig geladen als de LED FLOAT (druppellading) of
STORAGE (opslag) brandt.
F. U kunt het opladen op elk gewenst moment stoppen door de voeding
naar de lader te onderbreken.
4. De meest belangrijke eigenschappen en
feiten
4.1 Bluetooth functionaliteit
Set-up, bewaken en actualiseren van de lader. Mogelijkheid tot parallel
redundant laden.
Nieuwe functies kunnen toegevoegd worden zodra ze beschikbaar zijn met
behulp van Apple en Android smartphones, tablets en andere apparaten.
Bij gebruik van de bluetooth functionaliteit kan een pincode ingesteld
worden om ongeoorloofde toegang tot het apparaat te voorkomen. Deze
pincode kan worden gereset naar zijn default (000000) door de MODE knop
10 seconden ingedrukt te houden.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de VictronConnect handleiding.
4.2 VE.Direct poort
Voor een bedrade verbinding met een Color Control, Venus GX, PC of
andere apparaten.
4.3 Programmeerbaar relais
Kan (bijv. met een smartphone) worden geprogrammeerd voor activering
door een alarm of andere gebeurtenissen. Houd er rekening mee dat een
relais alleen werkt wanneer er AC-stroom beschikbaar is op de AC-
ingangsklemmen. De relais kan dus niet gebruikt worden als, bijvoorbeeld,
een start-/stopsignaal voor een generator.
4.4 β€˜Groene’ acculader met zeer hoge efficiΓ«ntie
Met een efficiΓ«ntie tot 94% ontwikkelen deze acculaders tot vier keer minder
hitte in vergelijking met de industrienorm. En zodra de accu volledig is
opgeladen, daalt het stroomverbruik naar minder dan 1 watt en dat is vijf tot
tien keer beter dan de industrienorm.
4.5 Duurzaam, veilig en stil
- Lage thermische belasting op de elektronische componenten.
- Bescherming tegen oververhitting: De uitgangsstroom neemt af als de
temperatuur tot 60ΒΊC stijgt.
- Koeling van de lader gebeurt d.m.v. natuurlijke convectie. Hierdoor is
een lawaaiige koelventilator niet nodig.
19
EN NL FR DE ES SV IT
4.6 Temperatuur-gecompenseerd laden
De optimale laadspanning van een loodzuuraccu is omgekeerd evenredig
met de temperatuur. De Phoenix Smart Charger meet de
omgevingstemperatuur in het begin van de laadfase en compenseert de
temperatuur tijdens het opladen. De temperatuur wordt opnieuw gemeten
als de acculader zich in de lage stroomsterktemodus tijdens de absorption
of storage bevindt. Speciale instellingen voor een koude of warme
omgeving zijn daarom niet nodig
4.7 Adaptive battery management
Loodzwavelzuuraccu's dienen in drie fases te worden opgeladen, namelijk
[1] bulklading, [2] absorptielading en [3] druppellading.
Meerdere uren absorptielading is nodig om de accu volledig op te laden
en vroegtijdige storing door sulfateringΒΉ te voorkomen.
De relatief hoge spanning tijdens de absorptie verkort echter de
levensduur als gevolg van corrosie aan de positieve platen.
Adaptief accumanagement beperkt de corrosie door de absorptietijd
indien mogelijk te verlagen, d.w.z.: als een accu wordt opgeladen die
reeds (bijna) volledig is opgeladen.
4.8 Opslagmodus: minder corrosie van de positieve platen
Zelfs de lagere druppelladingsspanning die na de absorptielading volgt, zal
corrosie veroorzaken. Daarom is het van wezenlijk belang om de
laadspanning nog verder te verlagen als de accu meer dan 48 uur aan de
acculader blijft aangesloten..
4.9 Reconditioning
Een loodzuuraccu die onvoldoende is opgeladen of gedurende meerdere
dagen of weken in ontladen toestand is gelaten, zal door sulfatering
verslechteren. Als het op tijd wordt opgemerkt, kan de sulfatering soms
deels ongedaan worden gemaakt door de accu op te laden met een lage
stroom naar een hogere spanning.
Opmerkingen:
Reconditioning dient enkel af en toe te worden toegepast op vlakke-plaat-
VRLA- (gel- en AGM-) accu's, omdat de daarbij ontstane gassen het
elektrolyt uitdrogen.
VRLA-accu's met cilindrische cellen bouwen meer interne druk op voordat
de gassen ontstaan en verliezen daarom minder water bij de reconditioning.
Sommige fabrikanten van accu's met cilindrische cellen bevelen daarom de
reconditioning aan in geval van cyclische toepassing.
Reconditioning kan worden toegepast op natte accu's om de cellen β€˜in
evenwicht’ te brengen en om zuurstratificatie te voorkomen.
Sommige fabrikanten van acculaders bevelen impulslading aan om de
sulfatering ongedaan te maken. De meeste accu-experts zijn het er echter
over eens dat er geen overtuigend bewijs is dat impulsladen beter werkt dan
oplading met lage stroom / hoge spanning. Dit wordt door onze eigen tests
ook bevestigd.
4.10 Lithium-ion (LiFePOβ‚„) accu's
Li-ion accu’s sulfateren niet en hoeven niet regelmatig volledig geladen te
worden.
Maar Li-ion accu’s zijn erg gevoelig voor een te lage- of te hoge spanning.
Li-ion accu’s zijn om deze reden vaak voorzien van een geΓ―ntegreerd
systeem om de cellen te egaliseren (cell balancing) en te beschermen tegen
een te lage spanning (UVP: Under Voltage Protection).
Belangrijke opmerking:
Probeer NOOIT om een lithium-ion-accu op te laden als de temperatuur van
de accu onder 0Β°C ligt.
3
4.11 Op afstand aan-uit
Er zijn drie manieren om het toestel in te schakelen:
1. Sluit de L- en H-pennen kort (fabrieksstandaard)
2. Trek de H-pen naar een hoog niveau (bv. de batterij plus)
3. Trek de L-pen naar een laag niveau (bv. de batterij minus)
3
For more information about lithium-ion batteries, see
http://www.victronenergy.com/batteries/lithium-battery-12,8v/
21
EN NL FR DE ES SV IT
4.12 Alarm LED
Wanneer er een fout optreedt, zal de ALARM LED rood oplichten. De
status LED’s geven met een knippercode het type error aan. Zie
onderstaande tabel voor de mogelijke error codes.
β—‹ Off
β—Ž Blinking
● On
4.13 Automatische spannings compensatie
De lader compenseert voor spanningsval over de DC kabels door
geleidelijk de uitgangsspanning te verhogen wanneer de laadstroom stijgt.
De vaste offsetspanning is 100 mV. De offsetspanning wordt geschaald met
de laadstroom en wordt opgeteld bij de uitgangsspanning. De
offsetspanning is gebaseerd op 2x 1 meter kabel, contact- en
zekeringsweerstand.
Rekenvoorbeeld voor de 12/50 (1+1):
De kabelweerstand R is te berekenen met de volgende formule:
 =
 Γ— 

Hier is R de weerstand in Ohm (Ω), ρ de soortelijke weerstand van koper
(1,786x10^-8 Ωm bij 25Β°C), l de draadlengte (in m) en A de oppervlakte van
de draad (in mΒ²).
Een veel gebruikte afstand van lader to accu is 1 meter. De gebruikte
draadlengte is dan 2 meter (plus en minus). Bij gebruik van een 6AWG
kabel (16mmΒ²) is de draadweerstand:
ξœ΄ξ“ξ…ξŽξ =
1,786 Γ— 10
βˆ’8
Γ— 2
16 Γ— 10
βˆ’6
= 2.24Ω
Een zekering plaatsen nabij de accu is ten zeerste aan te raden. De
weerstand van een standaard 80A zekering is:
Error
LOW
BULK
ABS
FLOAT
STORAGE
ALARM
Bulk time
protection
β—‹ β—Ž β—‹ β—‹ β—‹ ●
Internal
Error
β—‹
β—Ž β—Ž β—Ž
β—‹ ●
Charger
over-
voltage
β—‹ β—‹ β—Ž β—‹ β—Ž ●
ξœ΄ξ‚ξ‘ξξ = 0.720Ω
De totale weerstand in het circuit is dan te berekenen met de volgende
formule:
ξœ΄ξξ‹ξξœ½ξˆ = ξœ΄ξ“ξ…ξŽξ + ξœ΄ξ‚ξ‘ξξ
Dus:
ξœ΄ξξ‹ξξœ½ξˆ = 2.24Ω + 0.720Ω = 2.96Ω
De benodigde spanningsval compensatie over de kabel is te berekenen met
de volgende formule:
 =  Γ— ξœ΄ξξ‹ξξœ½ξˆ
Waarbij U het spanningsverlies is in Volt (V) en I de stroom door de draad is
in Ampere (A).
De spanningsval is dan:
 = 50 Γ— 2.96Ω = 148ξ‰ξœΈ bij de volledige 50A laadstroom.
4.14 Drie (3) uitgangsversies
De versie acculaders met drie uitgangen komt met een geΓ―ntegreerde FET-
accu-isolator en hebben daarom drie geΓ―soleerde uitgangen.
Alhoewel alle uitgangen de volledige nominale uitgangsstroom kunnen
leveren, is de gecombineerde uitgangsstroom van de drie uitgangen samen
beperkt tot deze volledige nominale uitgangsstroom.
Met het gebruik van deze drie-uitgangsversie is het mogelijk om drie
individuele accu’s met een enkele acculader op te laden, terwijl de accu’s
onderling zijn geΓ―soleerd.
De uitgangen worden niet apart gereguleerd. Er wordt een enkel algoritme
toegepast voor alle uitgangen.
23
EN NL FR DE ES SV IT
5 Laadalgoritmes
5.1 Selectie van accu
Het laadalgoritme van de acculader moet afgestemd zijn het type
accu aangesloten op de acculader. In het onderstaande tabel worden
drie beschikbare voorgedefinieerde accutypes weergegeven. De
gebruiker kan een aangepast accutype programmeren.
Laadspanningen bij kamertemperatuur:
MODE
ABS
V
FLOAT
V
STORAGE
V
RECONDITION
Max V@% of
Inom
NORMAL
14,4
13,8
13,2
16,2@8%, 1h
max
HIGH
14,7
13,8
13,2
16,5@8%, 1h
max
LI-ION
14,2
13,5
13,5
N/A
Voor 24V-acculaders: vermenigvuldig alle waarden met 2.
NORMAL (14.4V): aanbevolen voor natte vlakke-plaat-lood-
antimoonaccu's (startaccu's), vlakke-plaat-gel- en AGM-accu's.
HIGH (14.7V): aanbevolen voor natte loodcalciumaccu's, Optima
spiraalcelaccu's en Odyssey-accu's.
LI-ION (14.2): aanbevolen voor Lithium-ijzerfosfaat (LiFePo4)-accu’s
AANGEPAST (Aang.): aanbevolen voor alle andere accu’s die niet
hierboven zijn genoemd, zolang de spanning is ingesteld in
overeenkomst met de aanbevelingen van de fabrikant.
De knop MODE
Nadat de acculader op de AC-voeding is aangesloten, drukt u op de
knop MODE om een ander laadalgoritme, indien nodig, te kiezen (de
acculader onthoudt de modus na het loskoppelen van de voeding en/of
van de accu).
Als herconditionering wordt geselecteerd, brandt de LED
RECONDITION en gaat deze knipperen als de herconditionering actief
is.
De acculader schakelt over op LOW (lage stroom) door 3 seconden
lang de knop MODE ingedrukt te houden. De LED LOW brand dan
continue. De modus LOW blijft actief tot de knop MODE nogmaals 3
seconden lang wordt ingedrukt.
Als LOW actief is, wordt de uitgangsstroom beperkt tot max. 50% van
de nominale uitgangsstroom.
Intelligent 7-fasenlaadalgoritme voor loodzuuraccu’s:
(met optionele herconditionering)
1. BULK
Laadt de accu met maximale stroomsterkte totdat de
absorptiespanning wordt bereikt. Aan het eind van de bulk fase is de
accu ongeveer 80% geladen en klaar voor gebruik.
2. ABS - Absorptie
Laadt de accu met een constante spanning en met afnemende
stroomsterkte totdat deze volledig geladen is. Zie bovenstaande
tabel voor de absorptie spanning bij kamer temperatuur.
Variabele absorptie tijd:
De absorptie tijd is kort (minimaal 30 minuten) wanneer een al bijna
volledig geladen accu wordt aangesloten, en loopt op tot 8 uur bij
een diep ontladen accu.
3. RECONDITION
RECONDITION is een optie bij de laadprogramma’s NORMAL en
HIGH en kan worden geselecteerd door de MODE knop nogmaals in
te drukken na het selecteren van het gewenste laad algoritme.
Tijdens RECONDITION wordt de accu met weinig stroom (8% van
de nominale stroom) geladen tot een hogere spanning.
RECONDTION vindt plaats aan het einde van de absorptie fase en
eindigt na maximaal een uur of eerder wanneer de hogere spanning
bereikt is.
De RECONDITION LED staat aan tijdens laden en knippert tijdens
RECONDITION.
Voorbeeld:
25
EN NL FR DE ES SV IT
Voor een 12/30-acculader: de reconditioningsstroomsterkte is
30 x 0,08 = 2,4A.
4. FLOAT
Druppellading. Houdt de accu op een constante spanning en
volledig opgeladen.
5. STORAGE
Opslagstand. Houdt de accu op een lagere constante spanning om
gasvorming en corrosie van de positieve platen te beperken.
6. READY (accu volledig opgeladen)
The battery is fully charged when the FLOAT or STORAGE LED is
lit De accu is volledig opgeladen wanneer de LED FLOAT
(druppellading) of STORAGE (opslag) brandt
7. REFRESH
Langzame zelfontlading wordt voorkomen door de accu wekelijks
automatisch 'op te frissen' met een korte absorptielading.
5.2 Lithium-ion (LiFePOβ‚„) accu’s
Bij het opladen van een Lithium-ion accu maakt de lader gebruik van
een specifiek laad algoritme voor Lithium-ion accu’s zodat deze
optimaal zal presteren. Selecteer LI-ION met de MODE knop.
5.3 Volledig door de gebruiker in te stellen laadalgoritme
Wanneer de drie voorgeprogrammeerde laadalgoritmes niet voldoen, is
het mogelijk om een zelf een laadagorithme te programmeren met
behulp van Bluetooth of de VE.Direct interface.
Wanneer een zelf geprogrammeerd laadalgorithme is geselecteerd zijn
de zowel de NORMAL als HIGH en LI-ION LED’s uit. De status LED’s
geven aan waar in het laadprogramma de lader zich bevindt.
Wanneer tijdens een zelf geprogrammeerd laadalgorithme de mode de
MODE knop wordt ingedrukt zal de lader terug gaan naar het
voorgeprogrammeerde laadalgorithme NORMAL.
5.4 Wanneer er een belasting op de accu is aangesloten
Tijdens het opladen kan een belasting op de accu worden toegepast.
Opmerking: De accu wordt niet opgeladen als de stroom voor het
opladen hoger is dan de uitgangsstroom van de acculader.
Herconditionering is niet mogelijk als een belasting op de accu is
aangesloten.
5.5 Een nieuwe laadcyclus starten
Een nieuwe laadcyclus begint wanneer:
A. De lader in de float of storage fase is en tgv een belasting de
stroom gedurende meer dan 4 seconden oploopt tot het
maximum.
B. De MODE knop wordt ingedrukt tijdens laden.
C. Na ontkoppelen en opnieuw aansluiten van de netspanning.
27
EN NL FR DE ES SV IT
5.6 Berekenen van de laadtijd
Een lood accu is voor ongeveer 80% geladen aan het begin van de
absorptie fase.
De tijd T tot 80% lading kan als volgt berekend worden:
T = Ah / I
Hierin is:
I de laadstroom (= stroom van de lader minus eventuele stroom van
een belasting).
Ah de hoeveelheid Ampère uur die geladen moet worden.
Een volledige absorptie periode tot 8 uur is nodig om een accu tot
100% te laden.
Voorbeeld:
Laadtijd tot 80% van een volledig ontladen 220Ah-accu als deze is
opgeladen met een 30A-acculader: T = 220 / 30 = 7,3 uur.
Laadtijd tot 100%: 7,3 + 8 = 15,3 uur.
Een Li-ion accu is aan het begin van de absorptie fase meer dan 95%
geladen en zal na ongeveer 30 minuten absorptie laden volledig
geladen zijn.
5.7 Gebruik als voeding
De lader kan gebruikt worden als voeding (wel belasting maar geen
accu aangesloten). De voedingsspanning is in te stellen met behulp van
Bluetooth of de VE.Direct interface.
Bij gebruik als voeding branden alleen de BULK, ABSORPTION,
FLOAT en STORAGE LED’s continue.
Wanneer de lader ingesteld is als voeding, reageert de lader niet op de
remote on-off.
Wanneer de MODE knop wordt ingedrukt tijdens het gebruik als
voeding, zal de lader terug gaan naar het voorgeprogrammeerde
laadalgorithme NORMAL.
6 Technische specificaties
Phoenix Smart Charger
12V
2 uitgangen
12/30(1+1)
12/50(1+1)
12V
3 uitgangen
12/30(3)
12/50(3)
24V
2 uitgangen
24/16(1+1)
24/25(1+1)
24V
3 uitgangen
24/16(3)
24/25(3)
Ingangsspanning
230VAC (bereik: 210–250V)
Ingangsspanningsbereik CC (1)
290–355 VDC
Frequentie
45-65Hz
Krachtfactor
0,7
Drainlekstroom
AC uitgeschakeld: < 0,1 mA AC ingeschakeld en oplader afstandsbediening uit: < 6 mA
Nullast stroomverbruik
1 W
Rendement
12/30 94%
12/50 92%
12/30 94%
12/50 92%
94% 94%
Laadspanning β€˜absorptie’
Normaal: 14,4V Hoog: 14,7V Li-ion: 14,2V
Normaal: 28,8V Hoog: 29,4V Li-ion: 28,4V
Laadspanning β€˜float’
Normaal: 13,8V Hoog: 13,8V Li-ion: 13,5V
Normaal: 27,6V Hoog: 27,6V Li-ion: 27,0V
Opslagmodus
Normaal: 13,2V Hoog: 13,2V Li-ion: 13,5V
Normaal: 26,4V Hoog: 26,4V Li-ion: 27,0V
Volledig programmeerbaar
Ja, met Bluetooth en/of VE.Direct
Laad de huidige huisbatterij op
30 / 50 A
30 / 50 A
16 / 25 A
16 / 25 A
Lage stroom-modus
15/25 A
15/25 A
8 / 12,5 A
8 / 12,5 A
Laad de huidige startbatterij op
3 A (1+1 alleen modellen met uitgang)
Oplaadalgoritme
7-fase adaptief (3-fase adaptief voor Li-ion)
Accucapaciteit
150-300 Ah (30A-versie)
250-500 Ah (50A-versie)
80-160 Ah (16A-versie)
125-250 Ah (25A-versie)
Aantal accu-aansluitingen
2
3
2
3
Beveiliging
Batterij omgekeerde polariteit (zekering, niet toegankelijk voor gebruikers) / Uitgangskortsluiting / te hoge
temperatuur
Kan worden gebruikt als voeding
Ja, de uitgangsspanning kan worden ingesteld met Bluetooth en / of VE.Direct
Bedrijfstemperatuurbereik
-20 tot 60Β°C (0-140Β°F)
Nominale uitgangsstroom tot 40 Β°C, lineair lineair naar 20% bij 60 Β°C
Vochtigheid (zonder condensatie)
max. 95%
Relais (programmeerbaar)
DC-rating: 5A tot 28VDC
BEHUIZING
Materiaal en kleur
aluminium (blauw RAL 5012)
Accu-aansluiting
Schroefklemmen 16mmΒ² (AWG6)
AC-connectie IEC 320 C14-inlaat met klem (netsnoer met landspecifieke stekker moet apart worden besteld)
Bescherming categorie
IP43 (elektronische componenten), IP22 (verbindingsgebied)
Gewicht:
3,5 kg
Afmetingen (hxbxd)
180 x 249 x 100 mm (7,1 x 9,8 x 4,0 inch)
NORMEN
Veiligheid EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emissie EN 55014-1, EN 61000-6-3, EN 61000-3-2
Immuniteit EN 55014-2, EN 61000-6-1, EN 61000-6-2, EN 61000-3-3
Vibratie IEC68-2-6:10-150Hz/1,0G

Documenttranscriptie

EN 1. Veiligheidsvoorschriften NL • Dek de lader niet af. • Probeer nooit een niet oplaadbare of bevroren accu te laden. • Plaats de lader nooit tijdens het laden bovenop de accu. • Voorkom vonken in de buurt van de accu.Tijdens het laden van een accu kunnen er explosieve gassen worden afgeven. • Accuzuur is corrosief. Bij aanraking met de huid dient dit met overvloedig water te worden afgespoeld. IT • Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door kinderen. Bewaar de oplader buiten het bereik van kinderen. • Dit apparaat mag niet gebruikt worden door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, sensorische, motorische of mentale capaciteiten, of personen zonder ervaring of kennis, behalve als zij onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen. • Aansluiting op het elektriciteitsnet moet in overeen-stemming zijn met de nationale regelgeving voor elektrische installaties. Neem bij een beschadigd elekticiteitsnoer contact op met de fabrikant of leverancier. • De lader mag alleen in een geaard stopcontact worden gestoken. ES 15 DE Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het laden. SV FR • 2. Installatie • • • • Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de voedingsklemm omlaag. Neem voor een optimale koeling een minimale afstand van 10 cm onder en boven het product in acht. Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu (om schade wegens gasvorming van de accu te voorkomen) Gebruik flexibele meeraderige koperen kabel voor de aansluitngen: zie veiligheidsaanwijzingen. Een slechte interne temperatuurcompensatie (bijv. Omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C) kan leiden tot een kortere levensduur van de accu. A. Sluit de acculader aan op de accu of accu's. 17 IT F. U kunt het opladen op elk gewenst moment stoppen door de voeding naar de lader te onderbreken. SV E. De accu is volledig geladen als de LED FLOAT (druppellading) of STORAGE (opslag) brandt. ES D. De accu is voor ongeveer 80% opgeladen en klaar voor gebruik als de LED ABSORPTION gaat branden. DE De acculader schakelt over op LOW (lage stroom) door 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. De LOW-LED zal dan continue gaan branden en de maximale uitgangsstroom wordt beperkt tot max. 50% van de nominale uitgangsstroom. LOW kan worden beëindigd door nogmaals 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. FR C. Druk, indien nodig, op de knop MODE om een ander laadalgoritme te kiezen (de acculader onthoudt de modus als deze van de voeding en/of de accu wordt losgekoppeld). Als herconditionering wordt geselecteerd, brandt de LED RECONDITION en gaat deze knipperen als de herconditionering actief is. NL B. Sluit de acculader aan op op de wandcontactdoos d.m.v. de AC kabel (apart bij te bestellen). Alle LED’s gaan kort aan en zodra de lader opgestart is gaan de betreffende status LED’s aan afhankelijk van de toestand waarin de lader zich bevind. Default start de lader op in normal mode en bulk. EN 3. Snelstartgids 4. De meest belangrijke eigenschappen en feiten 4.1 Bluetooth functionaliteit Set-up, bewaken en actualiseren van de lader. Mogelijkheid tot parallel redundant laden. Nieuwe functies kunnen toegevoegd worden zodra ze beschikbaar zijn met behulp van Apple en Android smartphones, tablets en andere apparaten. Bij gebruik van de bluetooth functionaliteit kan een pincode ingesteld worden om ongeoorloofde toegang tot het apparaat te voorkomen. Deze pincode kan worden gereset naar zijn default (000000) door de MODE knop 10 seconden ingedrukt te houden. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de VictronConnect handleiding. 4.2 VE.Direct poort Voor een bedrade verbinding met een Color Control, Venus GX, PC of andere apparaten. 4.3 Programmeerbaar relais Kan (bijv. met een smartphone) worden geprogrammeerd voor activering door een alarm of andere gebeurtenissen. Houd er rekening mee dat een relais alleen werkt wanneer er AC-stroom beschikbaar is op de ACingangsklemmen. De relais kan dus niet gebruikt worden als, bijvoorbeeld, een start-/stopsignaal voor een generator. 4.4 ‘Groene’ acculader met zeer hoge efficiëntie Met een efficiëntie tot 94% ontwikkelen deze acculaders tot vier keer minder hitte in vergelijking met de industrienorm. En zodra de accu volledig is opgeladen, daalt het stroomverbruik naar minder dan 1 watt en dat is vijf tot tien keer beter dan de industrienorm. 4.5 Duurzaam, veilig en stil - Lage thermische belasting op de elektronische componenten. - Bescherming tegen oververhitting: De uitgangsstroom neemt af als de temperatuur tot 60ºC stijgt. - Koeling van de lader gebeurt d.m.v. natuurlijke convectie. Hierdoor is een lawaaiige koelventilator niet nodig. ES SV IT 19 DE 4.9 Reconditioning Een loodzuuraccu die onvoldoende is opgeladen of gedurende meerdere dagen of weken in ontladen toestand is gelaten, zal door sulfatering verslechteren. Als het op tijd wordt opgemerkt, kan de sulfatering soms deels ongedaan worden gemaakt door de accu op te laden met een lage stroom naar een hogere spanning. Opmerkingen: Reconditioning dient enkel af en toe te worden toegepast op vlakke-plaatVRLA- (gel- en AGM-) accu's, omdat de daarbij ontstane gassen het elektrolyt uitdrogen. VRLA-accu's met cilindrische cellen bouwen meer interne druk op voordat de gassen ontstaan en verliezen daarom minder water bij de reconditioning. FR 4.8 Opslagmodus: minder corrosie van de positieve platen Zelfs de lagere druppelladingsspanning die na de absorptielading volgt, zal corrosie veroorzaken. Daarom is het van wezenlijk belang om de laadspanning nog verder te verlagen als de accu meer dan 48 uur aan de acculader blijft aangesloten.. NL 4.7 Adaptive battery management Loodzwavelzuuraccu's dienen in drie fases te worden opgeladen, namelijk [1] bulklading, [2] absorptielading en [3] druppellading. Meerdere uren absorptielading is nodig om de accu volledig op te laden en vroegtijdige storing door sulfatering¹ te voorkomen. De relatief hoge spanning tijdens de absorptie verkort echter de levensduur als gevolg van corrosie aan de positieve platen. Adaptief accumanagement beperkt de corrosie door de absorptietijd indien mogelijk te verlagen, d.w.z.: als een accu wordt opgeladen die reeds (bijna) volledig is opgeladen. EN 4.6 Temperatuur-gecompenseerd laden De optimale laadspanning van een loodzuuraccu is omgekeerd evenredig met de temperatuur. De Phoenix Smart Charger meet de omgevingstemperatuur in het begin van de laadfase en compenseert de temperatuur tijdens het opladen. De temperatuur wordt opnieuw gemeten als de acculader zich in de lage stroomsterktemodus tijdens de absorption of storage bevindt. Speciale instellingen voor een koude of warme omgeving zijn daarom niet nodig Sommige fabrikanten van accu's met cilindrische cellen bevelen daarom de reconditioning aan in geval van cyclische toepassing. Reconditioning kan worden toegepast op natte accu's om de cellen ‘in evenwicht’ te brengen en om zuurstratificatie te voorkomen. Sommige fabrikanten van acculaders bevelen impulslading aan om de sulfatering ongedaan te maken. De meeste accu-experts zijn het er echter over eens dat er geen overtuigend bewijs is dat impulsladen beter werkt dan oplading met lage stroom / hoge spanning. Dit wordt door onze eigen tests ook bevestigd. 4.10 Lithium-ion (LiFePOβ‚„) accu's Li-ion accu’s sulfateren niet en hoeven niet regelmatig volledig geladen te worden. Maar Li-ion accu’s zijn erg gevoelig voor een te lage- of te hoge spanning. Li-ion accu’s zijn om deze reden vaak voorzien van een geïntegreerd systeem om de cellen te egaliseren (cell balancing) en te beschermen tegen een te lage spanning (UVP: Under Voltage Protection). Belangrijke opmerking: Probeer NOOIT om een lithium-ion-accu op te laden als de temperatuur van de accu onder 0°C ligt. 3 4.11 Op afstand aan-uit Er zijn drie manieren om het toestel in te schakelen: 1. Sluit de L- en H-pennen kort (fabrieksstandaard) 2. Trek de H-pen naar een hoog niveau (bv. de batterij plus) 3. Trek de L-pen naar een laag niveau (bv. de batterij minus) 3 For more information about lithium-ion batteries, see http://www.victronenergy.com/batteries/lithium-battery-12,8v/ FLOAT STORAGE ALARM β—‹ β—Ž β—‹ β—‹ β—‹ ● β—‹ β—Ž β—Ž β—Ž β—‹ ● β—‹ β—‹ β—Ž β—‹ β—Ž ● SV β—‹ Off β—Ž Blinking ● On ES ABS DE BULK FR LOW NL Error Bulk time protection Internal Error Charger overvoltage EN 4.12 Alarm LED Wanneer er een fout optreedt, zal de ALARM LED rood oplichten. De status LED’s geven met een knippercode het type error aan. Zie onderstaande tabel voor de mogelijke error codes. 21 IT 4.13 Automatische spannings compensatie De lader compenseert voor spanningsval over de DC kabels door geleidelijk de uitgangsspanning te verhogen wanneer de laadstroom stijgt. De vaste offsetspanning is 100 mV. De offsetspanning wordt geschaald met de laadstroom en wordt opgeteld bij de uitgangsspanning. De offsetspanning is gebaseerd op 2x 1 meter kabel, contact- en zekeringsweerstand. Rekenvoorbeeld voor de 12/50 (1+1): De kabelweerstand R is te berekenen met de volgende formule: 𝜌𝜌 × π‘™π‘™ 𝑅𝑅 = 𝐴𝐴 Hier is R de weerstand in Ohm (Ω), ρ de soortelijke weerstand van koper (1,786x10^-8 Ωm bij 25°C), l de draadlengte (in m) en A de oppervlakte van de draad (in m²). Een veel gebruikte afstand van lader to accu is 1 meter. De gebruikte draadlengte is dan 2 meter (plus en minus). Bij gebruik van een 6AWG kabel (16mm²) is de draadweerstand: 1,786 × 10−8 × 2 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 = = 2.24π‘šπ‘šβ„¦ 16 × 10−6 Een zekering plaatsen nabij de accu is ten zeerste aan te raden. De weerstand van een standaard 80A zekering is: 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 = 0.720π‘šπ‘šβ„¦ De totale weerstand in het circuit is dan te berekenen met de volgende formule: 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 = 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 + 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 Dus: 𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅𝑅 = 2.24π‘šπ‘šβ„¦ + 0.720π‘šπ‘šβ„¦ = 2.96π‘šπ‘šβ„¦ De benodigde spanningsval compensatie over de kabel is te berekenen met de volgende formule: π‘ˆπ‘ˆ = 𝐼𝐼 × π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘…π‘… Waarbij U het spanningsverlies is in Volt (V) en I de stroom door de draad is in Ampere (A). De spanningsval is dan: π‘ˆπ‘ˆ = 50 × 2.96π‘šπ‘šβ„¦ = 148π‘šπ‘šπ‘šπ‘š bij de volledige 50A laadstroom. 4.14 Drie (3) uitgangsversies De versie acculaders met drie uitgangen komt met een geïntegreerde FETaccu-isolator en hebben daarom drie geïsoleerde uitgangen. Alhoewel alle uitgangen de volledige nominale uitgangsstroom kunnen leveren, is de gecombineerde uitgangsstroom van de drie uitgangen samen beperkt tot deze volledige nominale uitgangsstroom. Met het gebruik van deze drie-uitgangsversie is het mogelijk om drie individuele accu’s met een enkele acculader op te laden, terwijl de accu’s onderling zijn geïsoleerd. De uitgangen worden niet apart gereguleerd. Er wordt een enkel algoritme toegepast voor alle uitgangen. EN 5 Laadalgoritmes NL 5.1 Selectie van accu FR DE Het laadalgoritme van de acculader moet afgestemd zijn het type accu aangesloten op de acculader. In het onderstaande tabel worden drie beschikbare voorgedefinieerde accutypes weergegeven. De gebruiker kan een aangepast accutype programmeren. Laadspanningen bij kamertemperatuur: STORAGE V NORMAL 14,4 13,8 13,2 HIGH 14,7 13,8 13,2 LI-ION 14,2 13,5 13,5 RECONDITION Max V@% of Inom 16,2@8%, 1h max 16,5@8%, 1h max N/A Voor 24V-acculaders: vermenigvuldig alle waarden met 2. NORMAL (14.4V): aanbevolen voor natte vlakke-plaat-loodantimoonaccu's (startaccu's), vlakke-plaat-gel- en AGM-accu's. HIGH (14.7V): aanbevolen voor natte loodcalciumaccu's, Optima spiraalcelaccu's en Odyssey-accu's. LI-ION (14.2): aanbevolen voor Lithium-ijzerfosfaat (LiFePo4)-accu’s AANGEPAST (Aang.): aanbevolen voor alle andere accu’s die niet hierboven zijn genoemd, zolang de spanning is ingesteld in overeenkomst met de aanbevelingen van de fabrikant. De knop MODE Nadat de acculader op de AC-voeding is aangesloten, drukt u op de knop MODE om een ander laadalgoritme, indien nodig, te kiezen (de acculader onthoudt de modus na het loskoppelen van de voeding en/of van de accu). 23 IT FLOAT V SV ABS V ES MODE Als herconditionering wordt geselecteerd, brandt de LED RECONDITION en gaat deze knipperen als de herconditionering actief is. De acculader schakelt over op LOW (lage stroom) door 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. De LED LOW brand dan continue. De modus LOW blijft actief tot de knop MODE nogmaals 3 seconden lang wordt ingedrukt. Als LOW actief is, wordt de uitgangsstroom beperkt tot max. 50% van de nominale uitgangsstroom. Intelligent 7-fasenlaadalgoritme voor loodzuuraccu’s: (met optionele herconditionering) 1. 2. 3. BULK Laadt de accu met maximale stroomsterkte totdat de absorptiespanning wordt bereikt. Aan het eind van de bulk fase is de accu ongeveer 80% geladen en klaar voor gebruik. ABS - Absorptie Laadt de accu met een constante spanning en met afnemende stroomsterkte totdat deze volledig geladen is. Zie bovenstaande tabel voor de absorptie spanning bij kamer temperatuur. Variabele absorptie tijd: De absorptie tijd is kort (minimaal 30 minuten) wanneer een al bijna volledig geladen accu wordt aangesloten, en loopt op tot 8 uur bij een diep ontladen accu. RECONDITION RECONDITION is een optie bij de laadprogramma’s NORMAL en HIGH en kan worden geselecteerd door de MODE knop nogmaals in te drukken na het selecteren van het gewenste laad algoritme. Tijdens RECONDITION wordt de accu met weinig stroom (8% van de nominale stroom) geladen tot een hogere spanning. RECONDTION vindt plaats aan het einde van de absorptie fase en eindigt na maximaal een uur of eerder wanneer de hogere spanning bereikt is. De RECONDITION LED staat aan tijdens laden en knippert tijdens RECONDITION. Voorbeeld: DE ES 7. FR 6. NL 5. EN 4. SV Voor een 12/30-acculader: de reconditioningsstroomsterkte is 30 x 0,08 = 2,4A. FLOAT Druppellading. Houdt de accu op een constante spanning en volledig opgeladen. STORAGE Opslagstand. Houdt de accu op een lagere constante spanning om gasvorming en corrosie van de positieve platen te beperken. READY (accu volledig opgeladen) The battery is fully charged when the FLOAT or STORAGE LED is lit De accu is volledig opgeladen wanneer de LED FLOAT (druppellading) of STORAGE (opslag) brandt REFRESH Langzame zelfontlading wordt voorkomen door de accu wekelijks automatisch 'op te frissen' met een korte absorptielading. IT 25 5.2 Lithium-ion (LiFePOβ‚„) accu’s Bij het opladen van een Lithium-ion accu maakt de lader gebruik van een specifiek laad algoritme voor Lithium-ion accu’s zodat deze optimaal zal presteren. Selecteer LI-ION met de MODE knop. 5.3 Volledig door de gebruiker in te stellen laadalgoritme Wanneer de drie voorgeprogrammeerde laadalgoritmes niet voldoen, is het mogelijk om een zelf een laadagorithme te programmeren met behulp van Bluetooth of de VE.Direct interface. Wanneer een zelf geprogrammeerd laadalgorithme is geselecteerd zijn de zowel de NORMAL als HIGH en LI-ION LED’s uit. De status LED’s geven aan waar in het laadprogramma de lader zich bevindt. Wanneer tijdens een zelf geprogrammeerd laadalgorithme de mode de MODE knop wordt ingedrukt zal de lader terug gaan naar het voorgeprogrammeerde laadalgorithme NORMAL. 5.4 Wanneer er een belasting op de accu is aangesloten Tijdens het opladen kan een belasting op de accu worden toegepast. Opmerking: De accu wordt niet opgeladen als de stroom voor het opladen hoger is dan de uitgangsstroom van de acculader. Herconditionering is niet mogelijk als een belasting op de accu is aangesloten. 5.5 Een nieuwe laadcyclus starten Een nieuwe laadcyclus begint wanneer: A. De lader in de float of storage fase is en tgv een belasting de stroom gedurende meer dan 4 seconden oploopt tot het maximum. B. De MODE knop wordt ingedrukt tijdens laden. C. Na ontkoppelen en opnieuw aansluiten van de netspanning. NL FR DE ES Een volledige absorptie periode tot 8 uur is nodig om een accu tot 100% te laden. EN 5.6 Berekenen van de laadtijd Een lood accu is voor ongeveer 80% geladen aan het begin van de absorptie fase. De tijd T tot 80% lading kan als volgt berekend worden: T = Ah / I Hierin is: I de laadstroom (= stroom van de lader minus eventuele stroom van een belasting). Ah de hoeveelheid Ampère uur die geladen moet worden. Voorbeeld: Laadtijd tot 80% van een volledig ontladen 220Ah-accu als deze is opgeladen met een 30A-acculader: T = 220 / 30 = 7,3 uur. SV Laadtijd tot 100%: 7,3 + 8 = 15,3 uur. IT Een Li-ion accu is aan het begin van de absorptie fase meer dan 95% geladen en zal na ongeveer 30 minuten absorptie laden volledig geladen zijn. 5.7 Gebruik als voeding De lader kan gebruikt worden als voeding (wel belasting maar geen accu aangesloten). De voedingsspanning is in te stellen met behulp van Bluetooth of de VE.Direct interface. Bij gebruik als voeding branden alleen de BULK, ABSORPTION, FLOAT en STORAGE LED’s continue. Wanneer de lader ingesteld is als voeding, reageert de lader niet op de remote on-off. Wanneer de MODE knop wordt ingedrukt tijdens het gebruik als voeding, zal de lader terug gaan naar het voorgeprogrammeerde laadalgorithme NORMAL. 27 6 Technische specificaties Phoenix Smart Charger Ingangsspanning Ingangsspanningsbereik CC (1) Frequentie Krachtfactor Drainlekstroom Nullast stroomverbruik Rendement Laadspanning ‘absorptie’ Laadspanning ‘float’ Opslagmodus Volledig programmeerbaar Laad de huidige huisbatterij op Lage stroom-modus Laad de huidige startbatterij op Oplaadalgoritme Accucapaciteit Aantal accu-aansluitingen Beveiliging Kan worden gebruikt als voeding Bedrijfstemperatuurbereik Vochtigheid (zonder condensatie) Relais (programmeerbaar) 12V 2 uitgangen 12/30(1+1) 12/50(1+1) 12V 3 uitgangen 12/30(3) 12/50(3) 24V 2 uitgangen 24/16(1+1) 24/25(1+1) 24V 3 uitgangen 24/16(3) 24/25(3) 230VAC (bereik: 210–250V) 290–355 VDC 45-65Hz 0,7 AC uitgeschakeld: < 0,1 mA AC ingeschakeld en oplader afstandsbediening uit: < 6 mA 1W 12/30 94% 12/30 94% 94% 94% 12/50 92% 12/50 92% Normaal: 14,4V Hoog: 14,7V Li-ion: 14,2V Normaal: 28,8V Hoog: 29,4V Li-ion: 28,4V Normaal: 13,8V Hoog: 13,8V Li-ion: 13,5V Normaal: 27,6V Hoog: 27,6V Li-ion: 27,0V Normaal: 13,2V Hoog: 13,2V Li-ion: 13,5V Normaal: 26,4V Hoog: 26,4V Li-ion: 27,0V Ja, met Bluetooth en/of VE.Direct 30 / 50 A 30 / 50 A 16 / 25 A 16 / 25 A 15/25 A 15/25 A 8 / 12,5 A 8 / 12,5 A 3 A (1+1 alleen modellen met uitgang) 7-fase adaptief (3-fase adaptief voor Li-ion) 80-160 Ah (16A-versie) 150-300 Ah (30A-versie) 125-250 Ah (25A-versie) 250-500 Ah (50A-versie) 2 2 3 3 Batterij omgekeerde polariteit (zekering, niet toegankelijk voor gebruikers) / Uitgangskortsluiting / te hoge temperatuur Ja, de uitgangsspanning kan worden ingesteld met Bluetooth en / of VE.Direct -20 tot 60°C (0-140°F) Nominale uitgangsstroom tot 40 °C, lineair lineair naar 20% bij 60 °C max. 95% DC-rating: 5A tot 28VDC BEHUIZING Materiaal en kleur Accu-aansluiting AC-connectie Bescherming categorie Gewicht: Afmetingen (hxbxd) aluminium (blauw RAL 5012) Schroefklemmen 16mm² (AWG6) IEC 320 C14-inlaat met klem (netsnoer met landspecifieke stekker moet apart worden besteld) IP43 (elektronische componenten), IP22 (verbindingsgebied) 3,5 kg 180 x 249 x 100 mm (7,1 x 9,8 x 4,0 inch) NORMEN Veiligheid Emissie Immuniteit Vibratie EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN 55014-1, EN 61000-6-3, EN 61000-3-2 EN 55014-2, EN 61000-6-1, EN 61000-6-2, EN 61000-3-3 IEC68-2-6:10-150Hz/1,0G
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103

Victron Energie Phoenix Smart 24/25 (3) de handleiding

Type
de handleiding