Inleiding
Voordat men de onderwaterpomp in gebruik
neemt, moet men eerst zorgvuldig deze
gebruiksaanwijzing doorlezen om ongelukken te
voorkomen en een perfect bedrijf te kunnen
garanderen.
De gebruiksaanwijzing moet onder handbereik
worden gehouden en in geval van verkoop of
verandering van eigenaar samen met de pomp
worden afgeleverd.
In de gebruiksaanwijzing worden de volgende
symbolen gebruikt:
!
GEVAAR
Dit symbool betreft de handelingen en
de bedrijfsomstandigheden die strikt
moeten worden gerespecteerd om
gevaren voor de gebruiker of andere
personen te voorkomen.
OPGELET
Dit symbool betreft de informatie die in
acht moet worden genomen om schade
aan het apparaat te voorkomen.
OPMERKING
Dit symbool betreft de technische
eigenschappen die in acht moeten
worden genomen.
Veiligheidsmaatregelen
!
De pomp mag uitsluitend worden
gebruikt als het deel uitmaakt van een
electrische installatie die voldoet aan
DIN/VDE 0100, Secties 737, 738, en
702 (zwembaden). Voor de veiligheid
moet men controleren dat een
differentiaalschakelaar van 10 A evenals
een veiligheidsschakelaar voor
storingsstromen met een instelling voor
deze storingsstroom van nominaal 10/30
mA geïnstalleerd zijn.
!
De op het typeplaatje aangegeven
waarde voor de netspanning en voor het
stroomtype moeten overeenkomen met
de eigenschappen van het electrische
voedingsnet.
!
Indien verlengsnoeren noodzakelijk zijn,
mag men uitsluitend gebruik maken van
kabels 3x1,5 mm² van het type H07RN-
F die voldoen aan DIN 57282/57245 met
een steker die beveiligd is tegen
waterspatten. De haspels van deze
snoeren moeten volledig afgewikkeld
zijn.
!
De pomp mag niet in gebruik worden
genomen door:
Personen die niet de
gebruiksaanwijzing hebben
doorgenomen en begrepen,
Minderjarigen (< 16 jaar).
!
De pomp mag uitsluitend worden
gebruikt voor de doeleinden waarvoor
deze werd ontworpen. Voordat men de
pomp in gebruik neemt moet men het
volgende controleren:
de pomp, het voedingssnoer en de
steker mogen niet beschadigd zijn
dat niemand met het water in
contact komt.
!
Zet de pomp niet aan als deze
beschadigd is. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd in de door
AL-KO erkende servicecentra
!
De pomp mag alleen met het handvat
worden opgetild en vervoerd. Als men
de steker uit de contactdoos wil trekken,
mag daarvoor niet het snoer worden
gebruikt.
!
Indien men onderhoud, schoonmaak-
beurten of reparaties op de pomp wil
uitvoeren, moet men eerst de steker uit
de contactdoos trekken. Bescherm deze
steker tegen vocht.
!
Het is niet toegestaan om eigenmachtig
veranderingen op de pomp uit te voeren.
Gebruik
Toepassingen waar de pomp voor
bestemd is:
De pomp is bestemd voor particulier gebruik in
huis en tuin en mag uitsluitend worden gebruikt
voor toepassingen die in overeenstemming zijn
met de technische eigenschappen.
De pomp is uitsluitend geschikt voor de volgende
toepassingen:
Het leegpompen van ondergelopen huizen
en kelders;
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
NL 1
Het leegpompen van reservoirs of voor het
overpompen;
Afwateren en drooghouden van putten van
putjes;
Beluchten en rondpompen van water in
vijvers en kunstmatige watervallen;
Afwateren van gefiltreerde riolen en putten
(uitsluitend voor pompen van het type
Drain 6000, Drain 8000, Drain 10500).
De pomp is uitsluitend geschikt voor de volgende
vloeistoffen:
Schoon wate;
Regenwater;
Water met chloor (van bijvoorbeeld zwem-
baden);
NL 2 Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Water voor huishoudelijk gebruik;
Rioolslijk met maximum gehalte aan niet
naar beneden gezonken van 5% en een
Maximale korrelgrootte van 30 mm
(uitsluitend voor pompen van het type
Drain 6000, Drain 8000, Drain 10500).
Niet toegestane toepassingen
De pomp moet niet onafgebroken werken. Niet
toegestane vloeistoffen:
drinkwater
zout water;
vloeibare voedingsmiddelen;
chemische en corrosieve stoffen;
zuren, ontvlambare explosieve of vluchtige
stoffen;
vloeistoffen met een temperatuur van boven
35°C;
water met zand of andere schurende
middelen;
rioolslijk met stukjes weefsel of papier
(uitsluitend voor pompen van het type
Sub 6000, Sub 8000, Sub 15000).
Beschrijving van de Pomp
Onderwaterpomp (Figuur A)
1 Trekontlasting van de kabel
2 Handgreep
3 Pomplichaam
4 Universele aansluitnippel
5 Verbindingsstuk 90°
6 Aanzuigspleten 7
7 Vlotterschakelaar r
8 Voedingssnoer
Werking
De pomp zuigt het water via de aanzuigspleten
(6) aan en pompt het dan door de uitlaatopening
naar buiten.
Thermische beveiliging
De pomp is voorzien van een thermische
schakelaar die de pomp uitschakelt indien deze
te warm wordt. In dit geval zal de pomp dan voor
ongeveer 15 tot 20 minuten afkoelen en dan
weer automatisch in werking treden.
Installatie en Inbedrijfname van
de Pomp
1. Draai het verbindingsstuk 90° (5) in de
uitlaatopening.
2. Draai de universele aansluitnippel (4) aan
het verbindingsstuk 90° (5).
3. Bevestig een buis aan de universele
aansluitnippel.
De universele aansluitnippel kan worden
gesneden zodat hij past bij het
verbindingsstuk van de gekozen slang.
Men verkrijgt de hoogste pompcapaciteit
als men de diameter van de slang zo
groot mogelijk kiest.
4. Spoel de snoerhaspel helemaal af.
!
Controleer dat de electrische stekers zich
niet op plaatsen bevinden waar ze onder
water kunnen komen.
Laat de pomp langzaam in het water
zakken. Houd hem wat schuin zodat
eventueel opgehoopte lucht eruit kan
(ontluchting). Let op het veiligheidsniveau
van de pomp. Als de ondergrond
modderig of zanderig is of als er grind ligt,
dan is het beter om de pomp op een plaat
te zetten of hem aan een koord op een
veilige afstand van de bodem te houden.
De pomp mag geen vaste delen
oppompen. Zand en andere schurende
middelen zullen de pomp vernielen. Voor
pompen die in putten worden gebruikt
moet men een koord aan de handgreep
bevestigen. Let op dat eventuele putten
de juiste afmetingen hebben, zie figuur B.
!
Open putten voorzichtig.
Instelling van het opstartniveau
5. Steek de steker in de contactdoos. Als het
water nu boven een bepaald niveau komt
(opstartniveau), zal de vlotterschakelaar
automatisch opstarten en weer stopzetten
indien het water onder het zogenaamde
stopniveau komt. Raadpleeg de technische
eigenschappen.
Het snoer van de vlotterschakelaar is bevestigd
op het pomplichaam. Het niveau voor opstarten
en afschakelen kunnen worden ingesteld door de
bevestigingspositie van het
vlotterschakelaarsnoer op de pomp te
veranderen. Voor de lengte van dit snoer wordt
120 mm aangeraden.
Neem de noodzakelijke maatregelen om
te voorkomen dat lokalen niet onder water
lopen in geval van storingen aan de pomp
of de andere componenten van het
systeem. Men kan hiervoor zorgen door
een noodpomp of alarm te installeren.
Laat de pomp niet werken als de
uitlaatslang gesloten of verstopt is.
Afschakelen van de Pomp
1. Men hoeft alleen maar de steker uit de
contactdoos te trekken.
Onderhoud en Reiniging
!
Voordat men ook maar enige ingreep op
de pomp uitvoert (onderhoud en reiniging)
moet de steker van de pomp uit de
contactdoos zijn getrokken.
Pompen van restwater
Om het resterende water weg te pompen (wat
overblijft als de vlotterschakelaar de pomp
uitschakelt, zie de "Technische Eigenschappen")
moet men de vlotterschakelaar als volgt met de
hand bedienen:
Pomp schoon maken
Was telkens de pomp met schoon water na
het pompen van water met chloor of andere
vloeistoffen die resten kunnen achterlaten.
1. Trek de steker uit de contactdoos.
2. Til de vlotterschakelaar op en bind deze vast
in verticale stand.
Eventueel reinigt men ook de aanzuigspleten
met schoon water.
3. Steek de steker in de contactdoos. De pomp
zal nu opstarten en het resterende water
wegpompen.
Bescherming tegen vorst
!
Bescherm de pomp tegen vorst
gedurende perioden dat men deze niet
gebruikt. Niet vergeten om het water uit
de pomp weg te laten lopen voordat men
deze opbergt.
Houd de pomp en het waterniveau goed
in de gaten om te voorkomen dat de
pomp droogloopt. Trek de steker uit de
contactdoos zodra het water volledig is
weggepompt.
Indien de waterhoogte onder 10/40 mm is
gekomen zal de pomp lucht opzuigen. In
zo'n geval moet de pomp ontlucht worden
voordat men deze opnieuw gebruikt (zie
Ingebruikname).
Afvoer van afval
RL 2002/96 EG
Geef het gebruikte apparaat niet
met het huisvuil mee!
De verpakking, het apparaat en
de accessoires zijn van materiaal
gemaakt dat hergebruikt kan
worden. Lever uw bijdrage
hiervoor.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL 3
Storingen
!
Voordat men ook maar enige ingreep op de pomp uitvoert om storingen te verhelpen moet
de steker van de pomp uit de contactdoos zijn getrokken.
Probleem Oorzaak Oplossing
De motor draait niet Schoepenrad geblokkeerd
Haal het blokkerende object uit het
aanzuiggedeelte.
De thermische schakelaar
is afgeslagen
Wacht tot de thermische schakelaar de pomp
weer laat lopen. Controleer de water-
temperatuur. Laat de pomp nakijken.
Geen netspanning
Laat het voedingsnet door een
gespecialiseerde electriciën controleren.
De vlotterschakelaar
werkt niet als het
waterniveau stijgt.
Stuur de pomp naar een Servicecentrum van
AL-KO.
De pomp draait maar
geeft geen water
Lucht in het pomplichaam
Laat de lucht ontsnappen door de pomp
enigszins schuin te houden
Aanzuiggedeelte verstopt Vuil uit aanzuiggedeelte verwijderen
Uitlaatsysteem afgesloten Uitlaatsysteem open maken
Uitlaatslang geknikt Haal de knik uit de slang
Er komt te weinig water
uit de pomp
Diameter van de slang te
klein
Grotere uitlaatslang nemen
Aanzuiggedeelte verstopt Vuil uit aanzuiggedeelte verwijderen
Stuwhoogte te groot Stuwhoogte verminderen
Als het niet lukt om de problemen te verhelpen, wordt aangeraden om zich tot het dichtstbijzijnde
Servicecentrum van AL-KO te wenden.
NL 4 Vertaling van de originele gebruikershandleiding
NL
7
477214_a
SUB 8004 / DRAIN 6004, 11004
EG-conformiteitsverklaring
Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer
gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de geharmoniseerde EU-richtlijnen,
EU-veiligheidsnormen en de productspecieke normen.
Product
Pomp, electrisch
Serienummer
G3023025
Fabrikant
AL-KO Geräte GmbH
Ichenhauser Str. 14
89359 KOETZ
DEUTSCHLAND
Gevolmachtigde
Anton Eberle
Ichenhauser Str. 14
89359 KOETZ
DEUTSCHLAND
Type
Sub 8004 (8001)
Drain 6004 (6001) / 11004 (11001)
EU-richtlijnen
2006/95/EG
2004/108/EG
Geharmoniseerde normen
EN 60335-1; VDE 0700-1:2007-02
EN 60335-2-41; VDE 0700-41:2004-12
EN 60335-2-41/A2; VDE 0700-41/A2:2009-02
EN 55014-1; VDE 0875-14-1:2007-06
EN 55014-1/A1; VDE 0875-14-1/A1:2008-12
EN 55014-2; VDE 0875-14-2:2009-06
EN 61000-3-2; VDE 0838-2:2006-10
EN 61000-3-2/A1; VDE 0838-2/A1:2007-05
EN 61000-3-2/A7; VDE0838-2/A7:2007-06
EN 61000-3-2/A4; VDE 0838-2/A4:2007-06
EN 61000-3-3; VDE 0838-3:2009-06
Kötz, 2013-07-26
Antonio De Filippo, Managing Director
Garantie
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn voor garan-
tieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door
de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij: De garantie vervalt bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestem-
ming (bijvoorbeeld bedrijfsmatig of gemeentelijk gebruik)
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering XXX
XXX
(X)
verbrandingsmotoren – hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant
Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs wenden tot de distributeur
of de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging blijven de wettelijke aanspraken bij
gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.
┌──────┐
└──────┘

Documenttranscriptie

Inleiding Voordat men de onderwaterpomp in gebruik neemt, moet men eerst zorgvuldig deze gebruiksaanwijzing doorlezen om ongelukken te voorkomen en een perfect bedrijf te kunnen garanderen. De gebruiksaanwijzing moet onder handbereik worden gehouden en in geval van verkoop of verandering van eigenaar samen met de pomp worden afgeleverd. ! ! In de gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: ! GEVAAR Dit symbool betreft de handelingen en de bedrijfsomstandigheden die strikt moeten worden gerespecteerd om gevaren voor de gebruiker of andere personen te voorkomen. ! OPGELET Dit symbool betreft de informatie die in acht moet worden genomen om schade aan het apparaat te voorkomen. OPMERKING Dit symbool betreft de technische eigenschappen die in acht moeten worden genomen. Veiligheidsmaatregelen ! ! De pomp mag uitsluitend worden gebruikt als het deel uitmaakt van een electrische installatie die voldoet aan DIN/VDE 0100, Secties 737, 738, en 702 (zwembaden). Voor de veiligheid moet men controleren dat een differentiaalschakelaar van 10 A evenals een veiligheidsschakelaar voor storingsstromen met een instelling voor deze storingsstroom van nominaal 10/30 mA geïnstalleerd zijn. De op het typeplaatje aangegeven waarde voor de netspanning en voor het stroomtype moeten overeenkomen met de eigenschappen van het electrische voedingsnet. Vertaling van de originele gebruikershandleiding ! ! ! ! Indien verlengsnoeren noodzakelijk zijn, mag men uitsluitend gebruik maken van kabels 3x1,5 mm² van het type H07RNF die voldoen aan DIN 57282/57245 met een steker die beveiligd is tegen waterspatten. De haspels van deze snoeren moeten volledig afgewikkeld zijn. De pomp mag niet in gebruik worden genomen door: − Personen die niet de gebruiksaanwijzing hebben doorgenomen en begrepen, − Minderjarigen (< 16 jaar). De pomp mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze werd ontworpen. Voordat men de pomp in gebruik neemt moet men het volgende controleren: − de pomp, het voedingssnoer en de steker mogen niet beschadigd zijn − dat niemand met het water in contact komt. Zet de pomp niet aan als deze beschadigd is. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd in de door AL-KO erkende servicecentra De pomp mag alleen met het handvat worden opgetild en vervoerd. Als men de steker uit de contactdoos wil trekken, mag daarvoor niet het snoer worden gebruikt. Indien men onderhoud, schoonmaakbeurten of reparaties op de pomp wil uitvoeren, moet men eerst de steker uit de contactdoos trekken. Bescherm deze steker tegen vocht. Het is niet toegestaan om eigenmachtig veranderingen op de pomp uit te voeren. Gebruik Toepassingen waar de pomp voor bestemd is: De pomp is bestemd voor particulier gebruik in huis en tuin en mag uitsluitend worden gebruikt voor toepassingen die in overeenstemming zijn met de technische eigenschappen. De pomp is uitsluitend geschikt voor de volgende toepassingen: − Het leegpompen van ondergelopen huizen en kelders; NL 1 − − − − Het leegpompen van reservoirs of voor het overpompen; Afwateren en drooghouden van putten van putjes; Beluchten en rondpompen van water in vijvers en kunstmatige watervallen; Afwateren van gefiltreerde riolen en putten (uitsluitend voor pompen van het type Drain 6000, Drain 8000, Drain 10500). De pomp is uitsluitend geschikt voor de volgende vloeistoffen: − Schoon wate; − Regenwater; − Water met chloor (van bijvoorbeeld zwembaden); − Water voor huishoudelijk gebruik; − Rioolslijk met maximum gehalte aan niet naar beneden gezonken van 5% en een Maximale korrelgrootte van 30 mm (uitsluitend voor pompen van het type Drain 6000, Drain 8000, Drain 10500). Werking De pomp zuigt het water via de aanzuigspleten (6) aan en pompt het dan door de uitlaatopening naar buiten. Thermische beveiliging De pomp is voorzien van een thermische schakelaar die de pomp uitschakelt indien deze te warm wordt. In dit geval zal de pomp dan voor ongeveer 15 tot 20 minuten afkoelen en dan weer automatisch in werking treden. Installatie en Inbedrijfname van de Pomp 1. Draai het verbindingsstuk 90° (5) in de uitlaatopening. 2. Draai de universele aansluitnippel (4) aan het verbindingsstuk 90° (5). 3. Bevestig een buis aan de universele aansluitnippel. De universele aansluitnippel kan worden gesneden zodat hij past bij het verbindingsstuk van de gekozen slang. Men verkrijgt de hoogste pompcapaciteit als men de diameter van de slang zo groot mogelijk kiest. Niet toegestane toepassingen De pomp moet niet onafgebroken werken. Niet toegestane vloeistoffen: − drinkwater − zout water; − vloeibare voedingsmiddelen; − chemische en corrosieve stoffen; − zuren, ontvlambare explosieve of vluchtige stoffen; − vloeistoffen met een temperatuur van boven 35°C; − water met zand of andere schurende middelen; − rioolslijk met stukjes weefsel of papier (uitsluitend voor pompen van het type Sub 6000, Sub 8000, Sub 15000). 4. Spoel de snoerhaspel helemaal af. ! Laat de pomp langzaam in het water zakken. Houd hem wat schuin zodat eventueel opgehoopte lucht eruit kan (ontluchting). Let op het veiligheidsniveau van de pomp. Als de ondergrond modderig of zanderig is of als er grind ligt, dan is het beter om de pomp op een plaat te zetten of hem aan een koord op een veilige afstand van de bodem te houden. Beschrijving van de Pomp Onderwaterpomp (Figuur A) 1 2 3 4 5 6 7 8 Trekontlasting van de kabel Handgreep Pomplichaam Universele aansluitnippel Verbindingsstuk 90° Aanzuigspleten 7 Vlotterschakelaar r Voedingssnoer NL 2 Controleer dat de electrische stekers zich niet op plaatsen bevinden waar ze onder water kunnen komen. De pomp mag geen vaste delen oppompen. Zand en andere schurende middelen zullen de pomp vernielen. Voor pompen die in putten worden gebruikt moet men een koord aan de handgreep bevestigen. Let op dat eventuele putten de juiste afmetingen hebben, zie figuur B. ! Open putten voorzichtig. Vertaling van de originele gebruikershandleiding 5. Steek de steker in de contactdoos. Als het water nu boven een bepaald niveau komt (opstartniveau), zal de vlotterschakelaar automatisch opstarten en weer stopzetten indien het water onder het zogenaamde stopniveau komt. Raadpleeg de technische eigenschappen. Neem de noodzakelijke maatregelen om te voorkomen dat lokalen niet onder water lopen in geval van storingen aan de pomp of de andere componenten van het systeem. Men kan hiervoor zorgen door een noodpomp of alarm te installeren. Laat de pomp niet werken als de uitlaatslang gesloten of verstopt is. Instelling van het opstartniveau Het snoer van de vlotterschakelaar is bevestigd op het pomplichaam. Het niveau voor opstarten en afschakelen kunnen worden ingesteld door de bevestigingspositie van het vlotterschakelaarsnoer op de pomp te veranderen. Voor de lengte van dit snoer wordt 120 mm aangeraden. Afschakelen van de Pomp 1. Men hoeft alleen maar de steker uit de contactdoos te trekken. Onderhoud en Reiniging ! Pompen van restwater Om het resterende water weg te pompen (wat overblijft als de vlotterschakelaar de pomp uitschakelt, zie de "Technische Eigenschappen") moet men de vlotterschakelaar als volgt met de hand bedienen: 1. Trek de steker uit de contactdoos. 2. Til de vlotterschakelaar op en bind deze vast in verticale stand. 3. Steek de steker in de contactdoos. De pomp zal nu opstarten en het resterende water wegpompen. Houd de pomp en het waterniveau goed in de gaten om te voorkomen dat de pomp droogloopt. Trek de steker uit de contactdoos zodra het water volledig is weggepompt. Indien de waterhoogte onder 10/40 mm is gekomen zal de pomp lucht opzuigen. In zo'n geval moet de pomp ontlucht worden voordat men deze opnieuw gebruikt (zie Ingebruikname). Vertaling van de originele gebruikershandleiding Voordat men ook maar enige ingreep op de pomp uitvoert (onderhoud en reiniging) moet de steker van de pomp uit de contactdoos zijn getrokken. Pomp schoon maken − Was telkens de pomp met schoon water na het pompen van water met chloor of andere vloeistoffen die resten kunnen achterlaten. Eventueel reinigt men ook de aanzuigspleten met schoon water. − Bescherming tegen vorst ! Bescherm de pomp tegen vorst gedurende perioden dat men deze niet gebruikt. Niet vergeten om het water uit de pomp weg te laten lopen voordat men deze opbergt. Afvoer van afval Geef het gebruikte apparaat niet met het huisvuil mee! RL 2002/96 EG De verpakking, het apparaat en de accessoires zijn van materiaal gemaakt dat hergebruikt kan worden. Lever uw bijdrage hiervoor. NL 3 Storingen ! Voordat men ook maar enige ingreep op de pomp uitvoert om storingen te verhelpen moet de steker van de pomp uit de contactdoos zijn getrokken. Probleem Oorzaak Oplossing De motor draait niet Schoepenrad geblokkeerd Haal het blokkerende aanzuiggedeelte. object uit het De thermische schakelaar Wacht tot de thermische schakelaar de pomp is afgeslagen weer laat lopen. Controleer de watertemperatuur. Laat de pomp nakijken. Geen netspanning Laat het voedingsnet door gespecialiseerde electriciën controleren. een De vlotterschakelaar Stuur de pomp naar een Servicecentrum van werkt niet als het AL-KO. waterniveau stijgt. De pomp draait maar Lucht in het pomplichaam geeft geen water Aanzuiggedeelte verstopt Laat de lucht ontsnappen door de pomp enigszins schuin te houden Vuil uit aanzuiggedeelte verwijderen Uitlaatsysteem afgesloten Uitlaatsysteem open maken Uitlaatslang geknikt Haal de knik uit de slang Er komt te weinig water Diameter van de slang te Grotere uitlaatslang nemen uit de pomp klein Aanzuiggedeelte verstopt Vuil uit aanzuiggedeelte verwijderen Stuwhoogte te groot Stuwhoogte verminderen Als het niet lukt om de problemen te verhelpen, wordt aangeraden om zich tot het dichtstbijzijnde Servicecentrum van AL-KO te wenden. NL 4 Vertaling van de originele gebruikershandleiding NL SUB 8004 / DRAIN 6004, 11004 EG-conformiteitsverklaring Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de geharmoniseerde EU-richtlijnen, EU-veiligheidsnormen en de productspecifieke normen. Product Pomp, electrisch Fabrikant AL-KO Geräte GmbH Ichenhauser Str. 14 89359 KOETZ DEUTSCHLAND Gevolmachtigde Anton Eberle Ichenhauser Str. 14 89359 KOETZ DEUTSCHLAND Type Sub 8004 (8001) Drain 6004 (6001) / 11004 (11001)   EU-richtlijnen 2006/95/EG 2004/108/EG     Geharmoniseerde normen     Serienummer G3023025   EN 60335-1; VDE 0700-1:2007-02 EN 60335-2-41; VDE 0700-41:2004-12 EN 60335-2-41/A2; VDE 0700-41/A2:2009-02 EN 55014-1; VDE 0875-14-1:2007-06 EN 55014-1/A1; VDE 0875-14-1/A1:2008-12 EN 55014-2; VDE 0875-14-2:2009-06 EN 61000-3-2; VDE 0838-2:2006-10 EN 61000-3-2/A1; VDE 0838-2/A1:2007-05 EN 61000-3-2/A7; VDE0838-2/A7:2007-06 EN 61000-3-2/A4; VDE 0838-2/A4:2007-06 EN 61000-3-3; VDE 0838-3:2009-06   Kötz, 2013-07-26 Antonio De Filippo, Managing Director Garantie Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht. Onze garantietoezegging geldt enkel bij: De garantie vervalt bij: „„ correcte behandeling van het apparaat „„ inachtneming van de bedieningshandleiding „„ gebruik van originele reserveonderdelen „„ pogingen tot reparatie van het apparaat „„ technische wijzigingen aan het apparaat „„ gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming (bijvoorbeeld bedrijfsmatig of gemeentelijk gebruik) Uitgesloten van de garantie zijn: „„ lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage „„ slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering┌──────┐  XXX XXX (X)  └──────┘ „„ verbrandingsmotoren – hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs wenden tot de distributeur of de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht. 477214_a 7
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100