41
Als na reiniging van de mesjes blijkt dat zij nog steeds niet goed knippen, kan het zijn dat er enkele fijne
haartjes tussen de bovenste en onderste mesjes vastzitten. Als dit het geval is, moet u de mesjes van de
tondeuse losklikken. Schuif de bovenste mesjes naar één kant zonder de spanveer te ontspannen of de
bovenste mesjes volledig van onder uit de spanveer te verwijderen (zie Afbeelding Q voor de positie van de
mesjes). Neem het oppervlak tussen de mesjes af met een droge doek en plaats vervolgens een druppel
tondeuseolie op de plaats waar de bovenste en onderste mesjes samenkomen en ook in de geleidesleuf van
de spanveer (Afbeelding Q). Schuif de bovenste mesjes naar de tegenoverliggende kant van de onderste
mesjes en herhaal deze procedure. Nadat u klaar bent met deze procedure, verschuift u de bovenste mesjes
en centreert u ze over de onderste mesjes. Gebruik of berg de Andis tondeuse op met de mesjes naar
beneden zodat er geen overtollige olie in de behuizing kan vloeien.
MESAANDRIJVING VERVANGEN
Als de tondeusemesjes niet langer naar behoren knippen (probeer meer dan één stel mesjes, omdat de
gebruikte mesjes bot kunnen zijn), is de mesaandrijving mogelijk aan vervanging toe.
VERVANG DE MESAANDRIJVING ALS VOLGT:
1. Verwijder de mesjes (Afbeelding M).
2. Verwijder de klep van de aandrijving door deze aan beide zijden aan de bovenkant vast te pakken en eraf te
schuiven (Afbeelding R).
3. Verwijder de montageschroefjes van de mesaandrijving (Afbeelding S).
4. N.B. Voordat u de mesaandrijving verwijdert, moet u erop letten hoe deze is geplaatst (dit is nuttig bij het
opnieuw in elkaar zetten). Verwijder de mesaandrijving (Afbeelding T).
5. Het aandrijflager moet in de laagste stand staan (zie Afbeelding U voor de juiste stand van het
aandrijflager); als dit niet het geval is, zet u het met uw vinger in de laagste stand (zie Afbeelding V voor de
onjuiste stand van het aandrijflager).
6. Plaats de nieuwe aandrijving, richt de schroefgaatjes uit en duw de aandrijving naar beneden (Afbeelding T).
7. Monteer de mesaandrijving door de schroefjes te bevestigen (Afbeelding S).
8. Plaats de klep van de aandrijving terug (Afbeelding R).
9. Plaats de mesjes terug (Afbeelding M).
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK VOOR LITHIUM-ION BATTERIJEN
1. Bij de bij de tondeuse geleverde lithium-ion batterij ontstaat geen ‘geheugeneffect’ zoals bij een nikkel-
metaalhydride (NiMH) of nikkel-cadmium (NiCd) batterij. U kunt de tondeuse op ieder moment weer in de
oplader zetten om hem volledig op te laden, of de batterij zelfs gebruiken voordat een oplaadcyclus is
voltooid. Zoals de meeste oplaadbare batterijen werken lithium-ion batterijen het best als ze regelmatig
worden gebruikt.
2. Voor een maximale levensduur van de batterij de tondeuse in een gedeeltelijk ontladen toestand bewaren
als de eenheid gedurende meerdere maanden niet wordt gebruikt. Om de batterij te ontladen, de tondeuse
laten werken totdat het gele lichtje aangaat.
3. De tondeuse niet in de nabijheid van verwarmingsopeningen, radiatoren of in direct zonlicht plaatsen. Het
laden verloopt optimaal als de temperatuur stabiel is. Plotselinge temperatuurverhogingen kunnen ertoe
leiden dat de batterij minder dan volledig wordt opgeladen.
4. De levensduur van een lithium-ion batterij wordt door veel factoren beïnvloed. Een batterij die veel is
gebruikt of die meer dan een jaar oud is, zal waarschijnlijk niet even lang werken als een nieuw batterijpack.
5. Nieuwe lithium-ion batterijen die gedurende een bepaalde tijd niet zijn gebruikt, kunnen mogelijk niet
volledig worden opgeladen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de batterij of oplader. De
batterij kan volledig worden opgeladen nadat de tondeuse enkele malen is gebruikt en opgeladen.
6. De stekker van de oplader of de tondeuse uit het wandstopcontact nemen als verwacht wordt dat hij lange
tijd niet gebruikt zal worden.
VEILIGHEIDSREGELS VOOR OPLADER EN BATTERIJPACK
1. Geen metalen voorwerpen in de batterijopening van de oplader steken.
2. De oplader niet op zeer vuile plaatsen neerzetten. Als de oplaadopening vol met stof of haar komt te zitten,
de stekker van de oplader uit het stopcontact trekken en haar of ander vuil voorzichtig met een zachte
borstel of stofzuiger verwijderen.
3. De buitenkant van de oplader schoonmaken met een zachte borstel of vochtige doek. Geen agressieve
schuur-, reinigings- of oplosmiddelen gebruiken.
4. Niet proberen om een andere batterij op te laden in de oplader die voor deze Andis DBLC-2 tondeuse is
bedoeld.
5. De batterij heeft bescherming tegen overbelasting. In extreme gevallen kan de batterij onbruikbaar worden
door de bescherming tegen overbelasting. Niet proberen deze lithium-ion batterij te gebruiken met een
ander product dan de Andis DBLC-2-tondeuse.
6. Voor een maximale levensduur de tondeuse of oplader niet bij temperaturen onder 10 °C
(50 °F) of boven 40 °C (104 °F) opslaan.
7. De oplader en de tondeuse niet aan overmatig vochtige omstandigheden blootstellen.
8. Ervoor zorgen dat de oplader of tondeuse niet valt. Niet proberen om een beschadigde oplader te
gebruiken.