Inhoudsopgave
1 Voorwoord...................................................2
2 Informatie met betrekking tot deze handlei‐
ding............................................................. 2
3 Overzicht.....................................................3
4 Veiligheidsinstructies.................................. 4
5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik.........11
6 Motorzaag completeren............................ 11
7 Kettingrem inschakelen en lossen............ 14
8 Brandstof mengen en kettingzaag vullen..15
9 Motor starten en afzetten.......................... 16
10 Motorzaag controleren.............................. 17
11 Met de motorzaag werken........................ 19
12 Na de werkzaamheden............................. 21
13 Vervoeren................................................. 22
14 Opslaan.....................................................22
15 Reinigen....................................................22
16 Onderhoud................................................ 24
17 Repareren................................................. 24
18 Storingen opheffen....................................24
19 Technische gegevens............................... 26
20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettin‐
gen............................................................ 27
21 Onderdelen en toebehoren....................... 27
22 Milieuverantwoord afvoeren......................27
23 EU-conformiteitsverklaring........................27
1 Voorwoord
Geachte cliënt(e),
Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor STIHL. Wij
ontwikkelen en produceren onze producten in
topkwaliteit in overeenstemming met de behoef‐
ten van onze klanten. Zo ontstaan producten met
een hoge betrouwbaarheid, ook bij extreme
belasting.
STIHL staat ook voor service met topkwaliteit.
Onze dealers staan garant voor deskundig
advies en instructie alsmede een uitgebreide
technische begeleiding.
STIHL kiest uitdrukkelijk voor een duurzame en
verantwoordelijke omgang met de natuur. Deze
gebruiksaanwijzing is voor u bedoeld als onder‐
steuning om uw STIHL-product gedurende een
lange levensduur veilig en milieuvriendelijk te
gebruiken.
Wij danken u voor uw vertrouwen in ons en wen‐
sen u veel plezier met uw STIHL product.
Dr. Nikolas Stihl
BELANGRIJK! VOOR GEBRUIK GOED DOOR‐
LEZEN EN BEWAREN.
2 Informatie met betrekking
tot deze handleiding
2.1 Aanduiding van de waarschu‐
wingen in de tekst
WAARSCHUWING
■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen
leiden tot ernstig letsel of zelfs tot de dood.
► De genoemde maatregelen kunnen ernstig
letsel of de dood voorkomen.
LET OP
■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen
leiden tot materiële schade.
► De genoemde maatregelen kunnen materi‐
ele schade voorkomen.
2.2 Symbolen in de tekst
Dit symbool verwijst naar een hoofdstuk in
deze handleiding.
Nederlands
2 0458-787-7621-B
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2021
0458-787-7621-B. VA0.M20.
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
Vertaling van de originele handleiding
0000007786_007_NL
3 Overzicht
3.1 Kettingzaag
31
14
29
30
28
27
11
17
24
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
15
16
18
19
20
21
22
23
26
#
0000-GXX-5478-A0
1 Gereedschaphouders
In de gereedschaphouder wordt de combi‐
sleutel ondergebracht.
2 Voorste handbeschermer
De voorste handbeschermer beschermt de
linkerhand tegen het contact met de zaagket‐
ting, dient voor het inschakelen van de ket‐
tingrem en schakelt bij een terugslag de ket‐
tingrem automatisch in.
3 Uitlaatdemper
De uitlaatdemper reduceert de geluidsemissie
van de kettingzaag.
4 Zaagblad
Het zaagblad geleidt de zaagketting.
5 Zaagketting
De zaagketting zaagt het hout.
6 Kettingvanger
De kettingvanger vangt een weggeworpen of
gebroken zaagketting op.
7 Spanbout
De spanbout dient voor het instellen van de
kettingspanning.
8 Kettingtandwiel
Het kettingtandwiel drijft de zaagketting aan.
9 Kettingtandwieldeksel
Het kettingtandwieldeksel dekt het ketting‐
tandwiel af en bevestigt het zaagblad op de
kettingzaag.
10 Moeren
De moeren bevestigen het kettingtandwiel‐
deksel op de kettingzaag.
11 Kam
De kam ligt tijdens de werkzaamheden met
de kettingzaag tegen het hout.
12 Kap
De kap dekt de motor af.
13 Kapsluitdop
De kapsluitdop bevestigt de kap op de ket‐
tingzaag.
14 Draagbeugel
De draagbeugel dient voor het vasthouden,
hanteren en dragen van de kettingzaag.
15 Decompressieklep
De decompressieklep vergemakkelijkt het
starten van de motor.
16 Bougie
De bougie ontsteekt het brandstof-luchtmeng‐
sel in de motor.
17 Schuif
De schuif dient voor het instellen van de
zomer- of winterstand.
18 Bougiesteker
De bougiesteker verbindt de bougiekabel met
de bougie.
19 Luchtfilter
Het luchtfilter filtert de door de motor aange‐
zogen lucht.
20 Gashendelblokkering
De gashendelblokkering dient voor het
deblokkeren van de gashendel.
21 Bedieningshandgreep
De bedieningshandgreep dient voor het
bedienen, vasthouden en hanteren van de
kettingzaag.
22 Achterste handbeschermer
De achterste handbeschermer beschermt de
rechterhand tegen contact met een wegge‐
worpen of gebroken zaagketting.
23 Gashendel
De gashendel dient voor het accelereren van
de motor.
3 Overzicht Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 3
24 Combischakelaar
De combischakelaar dient voor het instellen
voor het starten, werken en voor het afzetten
van de motor.
25 Brandstoftankdop
De brandstoftankdop sluit de brandstoftank
af.
26 Starthandgreep
De starthandgreep dient voor het starten van
de motor.
27 Oliepompstelschroef
De oliepompstelschroef dient voor het instel‐
len van de opbrengst van de zaagkettingolie
28 Aanslag
De aanslag begrenst de oliepompstelschroef.
29 Olietankdop
De olietankdop sluit de olietank af.
30 Snelspanner
De snelspanner dient voor het afstellen van
de zaagdieptebegrenzer.
31 Slijpdieptebegrenzer
De zaagdieptebegrenzer begrenst de zaag‐
snedediepte van het zaagblad.
# Machinenummer
3.2 Pictogrammen
De pictogrammen kunnen op de kettingzaag
staan en hebben de volgende betekenis:
Dit pictogram duidt de brandstoftank
aan.
Dit pictogram duidt de olietank voor zaag‐
kettingolie aan.
In deze richting wordt de kettingrem
ingeschakeld of gelost.
Dit pictogram geeft de draairichting van
de zaagketting aan.
Dit pictogram duidt de oliepompstel‐
schroef en de toevoer van de zaagket‐
tingolie aan.
Draairichting om de zaagketting te span‐
nen
In deze stand staat de schuif op de Winter‐
stand.
In deze stand staat de schuif op de Zomer‐
stand.
Dit pictogram duidt de decompressieklep
aan.
In deze richting wordt de combischakelaar
geplaatst om de motor af te zetten.
In deze stand wordt de combischakelaar
geplaatst om de motor af te zetten.
In deze stand van de combischakelaar is
de motor in werking.
In deze stand van de combischakelaar
wordt de motor gestart.
L
W
A
Gegarandeerd geluidvermogensniveau
volgens de richtlijn 2000/14/EG in
dB(A) om de geluidsemissies van pro‐
ducten vergelijkbaar te maken.
4 Veiligheidsinstructies
4.1 Waarschuwingssymbolen
De waarschuwingssymbolen op de kettingzaag
hebben de volgende betekenis:
Op de veiligheidsinstructies en de
maatregelen hiervoor letten.
De handleiding lezen, begrijpen en
bewaren.
Veiligheidsbril, gehoorbescherming en
veiligheidshelm dragen.
Op de veiligheidsinstructies met
betrekking tot terugslag en de maatre‐
gelen hiertegen letten.
4.2 Gebruik conform de voorschrif‐
ten
De kettingzaag STIHL MS 462 C-M R dient voor
het zagen bij reddingswerkzaamheden. Met
behulp van de kettingzaag MS 462 C‑M R kun‐
nen de volgende materialen en objecten worden
gezaagd:
–
Plaatstalen schaaldelen
–
Staalplaat tot 0,8 mm dikte
–
Koperplaat tot 1,5 mm dikte
–
Aluminium plaat tot 1,5 mm dikte
–
Aluminium roldeuren
–
Pantserglas
–
ICE‑ruiten
–
Draadglas
–
Dakbedekking
–
Bitumen
–
Houtconstructies
–
Isolatiemateriaal
–
Lichtgewicht wanden in hallen
–
Licht metselwerk
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
4 0458-787-7621-B. VA0.M20.
WAARSCHUWING
■ Als de kettingzaag niet volgens voorschrift
wordt gebruikt kunnen personen ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen en kan er materi‐
ele schade ontstaan.
►
De kettingzaag zo gebruiken als in deze
handleiding staat beschreven.
4.3 Eisen aan de gebruiker
WAARSCHUWING
■ Gebruikers die niet voor reddingswerkzaam‐
heden met een kettingzaag zijn opgeleid, kun‐
nen de gevaren niet herkennen of niet inschat‐
ten. De gebruiker of andere personen kunnen
ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen.
► De handleiding lezen, begrijpen en
bewaren.
► Als de kettingzaag aan een andere persoon
wordt overhandigd: de handleiding meege‐
ven.
►
Controleren of de gebruiker aan de volgende
eisen voldoet:
–
De gebruiker is uitgerust.
–
De gebruiker is voor reddingswerkzaam‐
heden met een kettingzaag opgeleid.
–
De gebruiker is lichamelijk, sensorisch en
geestelijk in staat, de kettingzaag te
gebruiken en hiermee te werken.
–
De gebruiker kan de gevaren van de ket‐
tingzaag herkennen en inschatten.
–
De gebruiker is meerderjarig of de
gebruiker wordt overeenkomstig de natio‐
nale regelgeving onder toezicht onderwe‐
zen in een beroep.
–
De gebruiker verkeert niet onder invloed
van alcohol, medicamenten of drugs.
► Indien er onduidelijkheden bestaan: contact
opnemen met een STIHL dealer.
■ Het ontstekingssysteem van de kettingzaag
genereert een elektromagnetisch veld. Het
elektromagnetische veld kan pacemakers
beïnvloeden. De gebruiker kan ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
►
Als de gebruiker een pacemaker draagt:
Garanderen dat de pacemaker niet wordt
beïnvloed.
4.4 Kleding en uitrusting
WAARSCHUWING
■
Tijdens de werkzaamheden kunnen lange
haren in de kettingzaag worden getrokken. De
gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen.
►
Lang haar in een paardenstaart binden en
dusdanig vastmaken, dat het zich boven de
schouders bevindt.
■
Tijdens de werkzaamheden kunnen voorwer‐
pen met een hoge snelheid naar boven wor‐
den geslingerd. De gebruiker kan letsel oplo‐
pen.
► Draag een nauwsluitende veilig‐
heidsbril. Geschikte veiligheidsbrillen
zijn aan de hand van de norm
EN 166 of de nationale voorschriften
getest en met de betreffende code‐
ring te koop.
►
Een gelaatsbeschermer dragen.
► Een strak bovenstuk met lange mouwen dra‐
gen.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt geluid
geproduceerd. Geluid kan het gehoor bescha‐
digen.
► Een gehoorbeschermer dragen.
■ Vallende takken kunnen leiden tot hoofdletsel.
► Als tijdens de werkzaamheden tak‐
ken kunnen vallen: een veiligheids‐
helm dragen.
■ Tijdens de werkzaamheden kan stof opdwar‐
relen en kunnen er dampen ontstaan. Inge‐
ademd(e) stof en dampen kunnen schadelijk
zijn voor de gezondheid en allergische reac‐
ties veroorzaken.
►
Een stofmasker of ademhalingsbescherming
dragen.
■ Hiertoe ongeschikte kleding kan blijven haken
aan voorwerpen en in de kettingzaag. Gebrui‐
kers zonder geschikte kleding kunnen ernstig
letsel oplopen.
►
Draag nauwsluitende kleding.
► Doe sjaals en sieraden af.
■ Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker
in contact komen met de ronddraaiende zaag‐
ketting. De gebruiker kan hierdoor ernstig let‐
sel oplopen.
►
Een lange broek met snijprotectie dragen.
■ Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker
zich snijden aan scherpe voorwerpen. Tijdens
de reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
kan de gebruiker in contact komen met de
zaagketting. De gebruiker kan letsel oplopen.
4 Veiligheidsinstructies Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 5
► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
■ Als de gebruiker ongeschikte schoenen
draagt, kan hij uitglijden. Als de gebruiker in
contact komt met de ronddraaiende zaagket‐
ting, kan deze snijwonden oplopen. De gebrui‐
ker kan letsel oplopen.
►
Kettingzaaglaarzen met snijprotectie dragen.
4.5 Werkgebied en -omgeving
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de kettingzaag en de opge‐
worpen voorwerpen niet herkennen en de
gevaren hiervan niet inschatten. Onbevoegde
personen, kinderen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
►
Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden van het werkgebied.
► Kettingzaag niet zonder toezicht laten.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de ketting‐
zaag kunnen spelen.
■ Als de motor draait, stromen hete uitlaatgas‐
sen uit de uitlaatdemper. Hete uitlaatgassen
kunnen licht ontvlambare materialen ontsteken
en branden veroorzaken.
►
De hete uitlaatgassen uit de buurt van licht
ontvlambare materialen houden.
4.6 Veilige staat
4.6.1 Kettingzaag
De kettingzaag verkeert in de veilige staat als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
–
De kettingzaag is niet beschadigd.
–
Er lekt geen brandstof uit de kettingzaag.
–
De brandstoftankdop en de olietankdop zijn
gesloten.
–
De kettingzaag is schoon.
–
De kettingvanger is gemonteerd en niet
beschadigd.
–
De kettingrem functioneert.
–
De bedieningselementen werken en zijn niet
gewijzigd.
–
De kettingsmering functioneert.
–
De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn
niet dieper dan 0,5 mm.
–
Een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
combinatie van zaagblad en zaagketting is
gemonteerd.
–
Het zaagblad en de zaagketting zijn correct
gemonteerd.
–
De zaagdieptebegrenzer is correct gemon‐
teerd en niet beschadigd.
–
De zaagketting is correct gespannen.
–
Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag is gemonteerd.
–
Het toebehoren is correct gemonteerd.
WAARSCHUWING
■
In een niet-veilige staat kunnen de componen‐
ten niet meer correct functioneren en kunnen
de veiligheidsinrichtingen worden uitgescha‐
keld en kan er olie weglekken. Personen kun‐
nen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
►
Met een onbeschadigde kettingzaag werken.
► Als er brandstof uit de kettingzaag lekt: niet
met de kettingzaag werken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
►
Brandstoftankdop en olietankdop sluiten.
► Als de kettingzaag vuil is: kettingzaag reini‐
gen.
► Met een gemonteerde en onbeschadigde
kettingvanger werken.
► Aan de kettingzaag geen wijzigingen aan‐
brengen. Uitzondering: montage van een in
deze handleiding aangegeven combinatie
van zaagblad en zaagketting en montage
van de zaagdieptebegrenzer.
►
Als de bedieningselementen niet functione‐
ren: Niet met de kettingzaag werken.
► Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag monteren.
► Zaagblad en zaagketting zo monteren als in
deze gebruiksaanwijzing staat beschreven.
► Zaagdieptebegrenzer zo monteren als in
deze handleiding staat beschreven.
► Monteer toebehoren zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing of in de gebruiksaanwijzing van
het toebehoren beschreven staat.
►
Geen voorwerpen in de openingen van de
kettingzaag steken.
► Versleten of beschadigde stickers vervan‐
gen.
► Als er onduidelijkheid bestaat: contact opne‐
men met een STIHL dealer.
4.6.2 Zaagblad
Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
–
Het zaagblad is niet beschadigd.
–
Het zaagblad is niet vervormd.
–
De groef is zo diep als of dieper dan de mini‐
male groefdiepte, 19.3.
–
Er bevinden zich geen bramen op de randen
van de groef.
–
De groef is niet versmald of verbreed.
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
6 0458-787-7621-B. VA0.M20.
WAARSCHUWING
■ In een onveilige staat kan het zaagblad de
zaagketting niet meer correct geleiden. De
ronddraaiende zaagketting kan van het zaag‐
blad springen. Personen kunnen ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
►
Met een onbeschadigd zaagblad werken.
► Als de diepte van de groef kleiner is dan de
minimale groefdiepte: zaagblad vervangen.
► Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een
STIHL dealer.
4.6.3 Zaagketting
De zaagketting verkeert in de veilige staat als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
–
De zaagketting is niet beschadigd.
–
De zaagketting is correct aangescherpt/gesle‐
pen.
–
De slijtagemarkeringen op de zaagtanden zijn
zichtbaar.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige staat kunnen componenten
niet meer correct functioneren en kunnen de
veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Per‐
sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
►
Met een onbeschadigde zaagketting werken.
► Zaagketting correct aanscherpen/slijpen.
► Indien er onduidelijkheden bestaan: contact
opnemen met een STIHL dealer.
4.7 Brandstof en tanken
WAARSCHUWING
■
De voor deze kettingzaag gebruikte brandstof
bestaat uit een mengsel van benzine en twee‐
taktmotorolie. De brandstof en benzine vatten
zeer gemakkelijk vlam. Als brandstof of ben‐
zine in contact komen met open vuur of hete
voorwerpen, kunnen de brandstof of de ben‐
zine branden of explosies veroorzaken. Perso‐
nen kunnen zwaar letsel oplopen of worden
gedood en er kan materiële schade ontstaan.
► De brandstof en benzine beschermen tegen
hitte en vuur.
► Brandstof en benzine niet morsen.
► Als er brandstof werd gemorst: brandstof
opvegen met een doek en de motor pas pro‐
beren te starten als alle onderdelen van de
kettingzaag droog zijn.
►
Niet roken.
► In de nabijheid van vuur niet tanken.
► Voor het tanken de motor afzetten en laten
afkoelen.
► De motor op minstens 3 m van de plek waar
werd getankt starten.
■ Ingeademde brandstof- en benzinedampen
kunnen personen vergiftigen.
► De brandstof- en benzinedampen niet inade‐
men.
► Op een goed geventileerde plaats tanken.
■ Tijdens de werkzaamheden of in een zeer
warme omgeving loopt de temperatuur van de
kettingzaag op. Afhankelijk van de soort
brandstof, de hoogte, de omgevingstempera‐
tuur en de temperatuur van de kettingzaag zet
de brandstof uit en kan overdruk in de brand‐
stoftank ontstaan. Als de brandstoftankdop
wordt geopend kan er brandstof naar buiten
spuiten en ontbranden. De gebruiker kan ern‐
stig letsel oplopen en er kan materiële schade
ontstaan.
► De kettingzaag laten afkoelen voordat de
brandstoftankdop wordt geopend.
► De brandstoftankdop langzaam en niet
ineens opendraaien.
■ Kleding, die in contact komt met brandstof of
benzine, is gemakkelijker ontvlambaar. Perso‐
nen kunnen zwaar letsel oplopen of worden
gedood en er kan materiële schade ontstaan.
►
Als kleding in contact komt met brandstof of
benzine: kleding verwisselen.
■ Brandstof, benzine en tweetaktmotorolie kun‐
nen schadelijk zijn voor het milieu.
► De brandstof, benzine en tweetaktmotorolie
niet morsen.
► De brandstof, benzine en tweetaktmotorolie
volgens voorschrift en milieuvriendelijk
afvoeren.
■
Als de brandstof, benzine of tweetaktmotorolie
in contact komen met de huid of ogen, kunnen
de huid of ogen geïrriteerd raken.
►
Contact met brandstof, benzine en tweetakt‐
motorolie voorkomen.
► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐
den: de betreffende plekken op de huid met
veel water en zeep wassen.
►
Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐
den: ogen minimaal 15 minuten spoelen met
veel water en een arts raadplegen.
■
Het ontstekingssysteem van de kettingzaag
genereert vonken. Vonken kunnen naar buiten
ontsnappen en in licht ontvlambare of een
explosieve omgeving brand en explosies ver‐
oorzaken. Personen kunnen zwaar letsel oplo‐
pen of worden gedood en er kan materiële
schade ontstaan.
4 Veiligheidsinstructies Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 7
► Bougies gebruiken die in deze handleiding
staan beschreven.
► Bougie aanbrengen en vastdraaien.
► Bougiesteker stevig aandrukken.
■ Als in de kettingzaag een brandstof wordt
getankt die werd gemengd uit ongeschikte
benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of
die een verkeerde mengverhouding van ben‐
zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de ket‐
tingzaag worden beschadigd.
►
De brandstof zo mengen als in deze handlei‐
ding staat beschreven.
■ Als brandstof gedurende langere tijd wordt
opgeslagen, kan het mengsel uit benzine en
tweetaktmotorolie zich ontmengen. Als de ket‐
tingzaag wordt getankt met ontmengde brand‐
stof kan de kettingzaag worden beschadigd.
►
Voordat de kettingzaag wordt getankt:
Brandstof doormengen.
► Mengsel van benzine en tweetaktmotorolie
gebruiken dat niet ouder is dan 30 dagen
(STIHL MotoMix: 2 jaar).
4.8 Zagen
WAARSCHUWING
■ Als er zich buiten het werkgebied geen perso‐
nen binnen gehoorafstand bevinden, kan er in
geval van nood geen hulp worden geboden.
►
Waarborgen dat er zich buiten het werkge‐
bied personen binnen gehoorafstand bevin‐
den.
■
Als de gebruiker de motor niet correct start,
kan de gebruiker de controle over de ketting‐
zaag verliezen. De gebruiker kan hierdoor ern‐
stig letsel oplopen.
►
De motor zo starten als in deze handleiding
staat beschreven.
► Als de zaagketting de grond of voorwerpen
raakt: de motor niet starten.
■ De gebruiker kan in bepaalde situaties niet
meer geconcentreerd werken. De gebruiker
kan de controle over de kettingzaag verliezen,
struikelen, vallen en ernstig letsel oplopen.
►
Rustig en met overleg werken.
► Als de lichtomstandigheden en het zicht
slecht zijn: niet met de kettingzaag werken.
► Kettingzaag alleen bedienen.
► Niet boven schouderhoogte werken.
► Op obstakels letten.
► Staand op de grond werken en het even‐
wicht behouden. Als er op hoogte moet wor‐
den gewerkt: een hefbordes of een veilige
steiger gebruiken.
►
Wanneer vermoeidheidsverschijnselen
optreden: een pauze inlassen.
■ Als de motor draait, worden uitlaatgassen
geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun‐
nen personen vergiftigen.
►
Uitlaatgassen niet inademen.
► Op een goed geventileerde plaats met de
kettingzaag werken.
► Als er misselijkheid, hoofdpijn, gezichtsstoor‐
nissen, gehoorverlies of duizeligheid
optreedt: de werkzaamheden beëindigen en
contact opnemen met een arts.
■
Als de gebruiker gehoorbeschermers draagt
en de motor draait, kan de gebruiker geluiden
beperkt waarnemen en inschatten.
►
Rustig en met overleg werken.
■ Als met de kettingzaag wordt gewerkt en de
combischakelaar in stand
staat, kan de
gebruiker niet met de kettingzaag goed onder
controle werken. De gebruiker kan hierdoor
ernstig letsel oplopen.
►
Combischakelaar in stand plaatsen.
► De motor zo starten als in deze handleiding
staat beschreven.
■ Als met ingeschakelde kettingrem gas wordt
gegeven, kan de kettingrem worden bescha‐
digd.
►
Voor het zagen de kettingrem lossen.
■ Door de ronddraaiende zaagketting kan de
gebruiker snijwonden oplopen. De gebruiker
kan hierdoor ernstig letsel oplopen.
►
De ronddraaiende zaagketting niet aanraken.
► Als de zaagketting door een voorwerp wordt
geblokkeerd: Motor afzetten en kettingrem
inschakelen. Pas dan het voorwerp wegne‐
men.
■
De ronddraaiende zaagketting wordt warm en
zet uit. Als de zaagketting niet voldoende
wordt gesmeerd en nagespannen, kan de
zaagketting van het zaagblad springen of bre‐
ken. Personen kunnen ernstig letsel oplopen
en er kan materiële schade ontstaan.
►
Zaagkettingolie gebruiken.
► Tijdens de werkzaamheden regelmatig de
spanning van de zaagketting controleren. Als
de spanning van de zaagketting te laag is:
de zaagketting spannen.
■
Als de werking van de kettingzaag zich tijdens
de werkzaamheden wijzigt of deze zich onge‐
woon gedraagt, kan de kettingzaag in een
onveilige staat verkeren. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
►
De werkzaamheden beëindigen en contact
opnemen met een STIHL dealer.
■ Tijdens de werkzaamheden kunnen trillingen
door de kettingzaag worden gevormd.
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
8 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Handschoenen dragen.
► Werkpauzes inlassen.
► Als er tekenen van een slechte doorbloeding
optreden: een arts raadplegen.
■ Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp kunnen vonken
ontstaan. Vonken kunnen in een brandbare
omgeving leiden tot brand. Personen kunnen
zwaar letsel oplopen of worden gedood en er
kan materiële schade ontstaan.
►
Niet in een brandbare omgeving werken.
■ Als de gashendel wordt losgelaten draait de
zaagketting nog even door. De bewegende
zaagketting kan snijwonden toebrengen aan
personen. Personen kunnen ernstig letsel
oplopen.
►
Wacht tot de zaagketting niet meer draait.
0000-GXX-1245-A0
1
2
1
2
WAARSCHUWING
■
Als voorwerpen die onder spanning staan wor‐
den gezaagd, kan het zaagblad worden inge‐
klemd. De gebruiker kan de controle over de
kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplopen.
►
Eerst een ontlastingszaagsnede in de druk‐
zijde (1) aanbrengen, vervolgens een kap‐
zaagsnede in de trekzijde (2) aanbrengen.
4.9 Reactiekrachten
4.9.1 Terugslag
0000-GXX-2732-A0
Een terugslag kan door de volgende oorzaken
ontstaan:
–
De ronddraaiende zaagketting maakt met het
bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus
contact met een hard voorwerp en wordt snel
afgeremd.
–
De ronddraaiende zaagketting is bij de zaag‐
bladneus ingeklemd.
De kettingrem kan een terugslag niet voorko‐
men.
WAARSCHUWING
■
0000-GXX-4119-A0
Als er terugslag ontstaat kan de kettingzaag in
de richting van de gebruiker omhoog worden
geslingerd. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
► De kettingzaag met beide handen vasthou‐
den.
► Het lichaam buiten het verlengde zwenkbe‐
reik van de kettingzaag houden.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Niet met het bovenste kwart gedeelte van de
zaagbladneus werken.
► Met een correct aangescherpte/geslepen en
correct gespannen zaagketting werken.
► Een terugslaggereduceerde zaagketting
gebruiken.
► Een zaagblad met een kleine zaagbladneus
gebruiken.
► Met vol gas zagen.
■ Bij de inzet voor reddingswerkzaamheden kan
het nodig zijn dat met de neus van het zaag‐
blad wordt gewerkt. Als met de neus van het
zaagblad wordt gewerkt is de kans op terug‐
slag groter. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
►
Waarborgen dat de gebruiker voor reddings‐
werkzaamheden met een kettingzaag is
opgeleid.
4 Veiligheidsinstructies Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 9
4.9.2 In het hout trekken
0000-GXX-1348-A0
Als met de onderzijde van het zaagblad wordt
gewerkt, wordt de kettingzaag weggetrokken van
de gebruiker.
WAARSCHUWING
■ Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp en snel wordt
afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met
grote kracht van de gebruiker weg worden
getrokken. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
►
De kettingzaag met beide handen vasthou‐
den.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐
den.
► De kam correct plaatsen.
► Met vol gas zagen.
4.9.3 Terugstoot
0000-GXX-1349-A0
Als met de bovenzijde van het zaagblad wordt
gewerkt, wordt de kettingzaag naar de gebruiker
toe gestoten.
WAARSCHUWING
■
Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp en snel wordt
afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met
grote kracht naar de gebruiker toe worden
gestoten. De gebruiker kan de controle over
de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐
pen of zelfs worden gedood.
►
De kettingzaag met beide handen vasthou‐
den.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐
den.
► Met vol gas zagen.
4.10 Vervoeren
WAARSCHUWING
■ Tijdens het vervoer kan de kettingzaag kante‐
len of verschuiven. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
►
Motor afzetten.
► Kettingrem inschakelen.
► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat
deze het gehele zaagblad afdekt.
► Kettingzaag met spanbanden, riemen of een
net dusdanig beveiligen, dat hij niet kan kan‐
telen en niet kan bewegen.
■
0000-GXX-2733-A0
Nadat de motor heeft gedraaid kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui‐
ker kan bij contact hiermee brandwonden
oplopen.
► Kettingzaag met de rechterhand zo op de
draagbeugel dragen dat het zaagblad naar
achteren is gericht.
4.11 Opslaan
WAARSCHUWING
■
Kinderen kunnen de gevaren van de ketting‐
zaag niet herkennen en ook niet inschatten.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen.
►
Motor afzetten.
► Kettingrem inschakelen.
► Kettingbeschermer zo over het zaagblad
schuiven dat deze het gehele zaagblad
afdekt.
►
De kettingzaag buiten het bereik van kinde‐
ren opslaan.
■ De elektrische contacten op de kettingzaag en
metalen onderdelen kunnen door vocht corro‐
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
10 0458-787-7621-B. VA0.M20.
deren. De kettingzaag kan worden bescha‐
digd.
► De kettingzaag schoon en droog opslaan.
4.12 Reiniging, onderhoud en repa‐
ratie
WAARSCHUWING
■ Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan
de zaagketting onbedoeld gaan draaien. Per‐
sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan
materiële schade ontstaan.
►
Motor afzetten.
► Kettingrem inschakelen.
■ Nadat de motor heeft gedraaid kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. Personen
kunnen zich verbranden.
►
Wachten tot de uitlaatdemper en de motor
zijn afgekoeld.
■ Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen
met een waterstraal of puntige voorwerpen
kunnen de kettingzaag, het zaagblad en de
zaagketting beschadigen. Als de kettingzaag,
het zaagblad of de zaagketting niet op de
juiste wijze werden gereinigd, kunnen compo‐
nenten niet meer correct functioneren en kun‐
nen de veiligheidsinrichtingen zijn uitgescha‐
keld. Personen kunnen ernstig letsel oplopen.
► Kettingzaag, zaagblad en zaagketting reini‐
gen zoals staat beschreven in deze handlei‐
ding.
■
Als de kettingzaag door de gebruiker zelf
wordt onderhouden of gerepareerd kan het
gebeuren dat componenten niet meer correct
functioneren en de veiligheidsinrichtingen zijn
uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
►
De kettingzaag nooit zelf onderhouden of
repareren.
► Als aan de kettingzaag onderhouds- of repa‐
ratiewerkzaamheden moeten worden uitge‐
voerd: contact opnemen met een STIHL dea‐
ler.
■
Als het zaagblad en de zaagketting niet zo
worden onderhouden of gerepareerd als staat
beschreven in deze handleiding kunnen com‐
ponenten mogelijk niet meer correct functione‐
ren en kunnen de veiligheidsinrichtingen wor‐
den uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen.
►
Zaagblad en zaagketting zo onderhouden of
repareren als in deze gebruiksaanwijzing
staat beschreven.
■
Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐
zaamheden aan de zaagketting kan de gebrui‐
ker letsel oplopen door de scherpe zaagtan‐
den. De gebruiker kan letsel oplopen.
►
Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
5 Motorzaag klaarmaken
voor gebruik
5.1 Kettingzaag klaarmaken voor
gebruik
Telkens voor het begin van de werkzaamheden
moeten de volgende handelingen worden uitge‐
voerd:
► Controleren of de volgende delen zich in de
veilige staat bevinden:
–
Kettingzaag, 4.6.1.
–
Zaagblad, 4.6.2.
–
Zaagketting, 4.6.3.
►
Kettingzaag reinigen,
15.1.
►
Zaagblad en zaagketting monteren, 6.1.1.
►
Zaagdieptebegrenzer monteren, 6.2.1.
►
Zaagketting spannen, 6.3.
►
Zaagkettingolie bijvullen, 6.4.
►
Kettingrem controleren, 10.4.
►
Kettingzaag tanken, 8.2.
►
Bedieningselementen controleren, 10.5.
►
Kettingsmering controleren, 10.6.
►
Zaagdieptebegrenzer afstellen, 11.5.
► Als de stappen niet kunnen worden uitge‐
voerd: de kettingzaag niet gebruiken en con‐
tact opnemen met een STIHL dealer.
6 Motorzaag completeren
6.1 Zaagblad en zaagketting mon‐
teren en uitbouwen
6.1.1 Zaagblad en zaagketting monteren
De combinaties van zaagblad en zaagketting,
die passen bij het kettingtandwiel en mogen wor‐
den gemonteerd, staan aangegeven in de tech‐
nische gegevens,
20.1.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 11
3
0000-GXX-2734-A0
2
4
1
► Moeren (1) zo ver linksom draaien tot het ket‐
tingtandwieldeksel (2) kan worden weggeno‐
men.
► Kettingtandwieldeksel (2) wegnemen.
► Spanbout (3) zo ver linksom draaien tot de
spanschuif (4) links tegen het huis ligt.
0000-GXX-2954-A0
► Zaagketting zo in de groef van het zaagblad
leggen, dat de pijlen op de verbindingsscha‐
kels van de zaagketting aan de bovenzijde in
de draairichting zijn gericht.
0000-GXX-2735-A0
7
► Het zaagblad met de zaagketting zo op de ket‐
tingzaag plaatsen dat aan de volgende voor‐
waarden wordt voldaan:
–
De aandrijfschakels van de zaagketting val‐
len in de tanden van het kettingtandwiel (7).
–
De tapeinden (5) zitten in het sleufgat van
het zaagblad (6).
–
De pen van de spanschuif (4) valt in de
boring (8) van het zaagblad (6).
De oriëntering van het zaagblad (6) speelt geen
rol. De opdruk op het zaagblad (6) kan ook
ondersteboven staan.
► Kettingrem lossen.
0000-GXX-2928-A0
► Spanbout (3) zo ver rechtsom draaien tot de
zaagketting tegen het zaagblad ligt. Hierbij de
aandrijfschakels van de zaagketting in de
groef van het zaagblad geleiden.
Het zaagblad (6) en de zaagketting liggen
tegen de kettingzaag.
► Kettingtandwieldeksel (2) zo op de kettingzaag
plaatsen, dat deze gelijkligt met de ketting‐
zaag.
► Moeren (1) aanbrengen en vastdraaien.
6.1.2 Zaagblad en zaagketting uitbouwen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer demonteren.
► Moeren zolang linksom draaien tot het ketting‐
tandwieldeksel kan worden weggenomen.
► Kettingtandwieldeksel wegnemen.
► Spanbout tot aan de aanslag linksom draaien.
De zaagketting is ontspannen.
► Zaagblad en zaagketting wegnemen.
6.2 Zaagdieptebegrenzer monteren
en demonteren
6.2.1 Zaagdieptebegrenzer monteren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagblad en zaagketting monteren.
2
1
0000-GXX-3170-A0
► Geleider (1) zo over het zaagblad schuiven
dat de opening van de geleider (1) naar
onderen is gericht.
► Bouten (2) aanbrengen.
Nederlands 6 Motorzaag completeren
12 0458-787-7621-B. VA0.M20.
0000-GXX-5872-A0
1
2
3
4
► Schuif (3) over de geleider (1) schuiven.
► Snelspanner (4) aanbrengen.
► Bouten (2) vastdraaien.
0000-GXX-5886-A0
3
4
A
► Schuif (3) tot aan de aanslag in de richting van
de zaagbladneus schuiven
► Snelspanner (4) in de richting van (A) volledig
inklappen.
De schuif (3) kan niet meer worden verscho‐
ven en de snelspanner (4) ligt ter hoogte
van (A) tegen de zaagdieptebegrenzer aan.
6.2.2 Zaagdieptebegrenzer demonteren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
2
3
1
0000-GXX-5887-A0
► Snelspanner (1) opklappen.
► Snelspanner (1) losdraaien.
► Schuif (2) van de geleider (3) trekken.
4
3
0000-GXX-3177-A0
► Bouten (4) losdraaien.
► Geleider (3) van het zaagblad trekken.
6.3 Zaagketting spannen
Tijdens de werkzaamheden kan de zaagketting
losser of strakker gaan staan. De zaagketting‐
spanning wijzigt. Tijdens de werkzaamheden
moet de zaagkettingspanning regelmatig worden
gecontroleerd en moet deze zo nodig worden
nagespannen.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat de neus
van het zaagblad zichtbaar is.
1
0000-GXX-3175-A0
2
► Moeren (1) losdraaien.
► Kettingrem lossen.
► Zaagblad bij de neus optillen en de span‐
schroef (2) zo lang rechtsom draaien, tot aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
–
De zaagketting ligt vlak tegen de onderzijde
van het zaagblad.
–
De zaagketting kan nog met twee vingers
en geringe krachtsinspanning over het
zaagblad worden getrokken.
► Als de zaagketting niet meer met de hand over
het zaagblad kan worden getrokken: Span‐
schroef (2) zo lang linksom draaien, tot de
zaagketting met twee vingers en geringe
krachtsinspanning over het zaagblad kan wor‐
den getrokken.
► Zaagblad bij de neus optillen en de moeren (1)
vastdraaien.
6.4 Zaagkettingolie bijvullen
De zaagkettingolie zorgt voor de smering en de
koeling van de ronddraaiende zaagketting.
6 Motorzaag completeren
Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 13
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Motorzaag zo op een vlakke ondergrond plaat‐
sen dat de olietankdop naar boven is gericht.
► Het gebied rondom de olietankdop schoonma‐
ken met een vochtige doek.
0000-GXX-2930-A0
► De beugel van de olietankdop opklappen.
► Olietankdop tot aan de aanslag linksom
draaien.
► Olietankdop wegnemen.
► De zaagkettingolie zo bijvullen dat er geen
zaagkettingolie wordt gemorst en de olietank
niet tot aan de rand wordt gevuld.
► Als de beugel van de olietank is ingeklapt: de
beugel opklappen.
2
3
1
0000-GXX-2931-A0
1
► De olietankdop zo aanbrengen dat de marke‐
ring (1) naar de markering (2) is gericht.
► De olietankdop naar beneden drukken en tot
aan de aanslag rechtsom draaien.
De olietankdop klikt hoorbaar vast. De marke‐
ring (1) is naar de markering (3) gericht.
► Controleren of de olietankdop naar boven kan
worden losgetrokken.
► Als de olietankdop niet naar boven kan wor‐
den losgetrokken: de beugel van de olietank‐
dop inklappen.
De olietank is gesloten.
Als de olietankdop naar boven kan worden los‐
getrokken, moeten de volgende stappen worden
uitgevoerd:
► De olietankdop in een willekeurige positie aan‐
brengen.
1
0000-GXX-3135-A0
2
► De olietankdop naar beneden drukken en tot
aan de aanslag rechtsom draaien.
► De olietankdop naar beneden drukken en
zolang linksom draaien tot de markering (1)
naar de markering (2) is gericht.
► Opnieuw proberen de olietank te sluiten.
► Als de olietank nog steeds niet kan worden
gesloten: niet met de kettingzaag werken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
De kettingzaag verkeert niet in de veilige
staat.
6.5 Kam monteren
7
0000-GXX-3826-A0
1
2
3
4
5
6
2
► Bouten (2) tot aan de aanslag door de borin‐
gen in het kettingtandwieldeksel (3) steken.
► Glijblokjes (1) in de uitsparingen in het ketting‐
tandwieldeksel (3) drukken.
► Ringen (7) aanbrengen.
► Afdekkap (6) aanbrengen.
► Kam (5) aanbrengen.
► Moeren (4) aanbrengen en vastdraaien.
De kam (5) mag niet weer worden uitgebouwd.
7 Kettingrem inschakelen en
lossen
7.1 Kettingrem inschakelen
De kettingzaag is uitgerust met een kettingrem.
De kettingrem wordt bij een voldoende sterke
terugslag automatisch ingeschakeld door de
massatraagheid van de handbeschermer of kan
worden ingeschakeld door de gebruiker.
Nederlands 7 Kettingrem inschakelen en lossen
14 0458-787-7621-B. VA0.M20.
0000-GXX-2932-A0
► Handbeschermer met de linkerhand weg van
de draagbeugel duwen.
De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De
kettingrem is ingeschakeld.
7.2 Kettingrem lossen
0000-GXX-2933-A0
► Handbeschermer met de linkerhand richting
de gebruiker trekken.
De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De
kettingrem is gelost.
8 Brandstof mengen en ket‐
tingzaag vullen
8.1 Brandstof mengen
De voor deze kettingzaag benodigde brandstof
bestaat uit een mengsel van tweetaktmotorolie
en benzine, in de mengverhouding 1:50.
STIHL adviseert de kant-en-klaar gemengde
brandstof STIHL MotoMix.
Als brandstof zelf wordt gemengd mag alleen
een STIHL tweetaktmotorolie of een andere
hoogwaardige motorolie van de klasse JASO FB,
JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of
ISO-L-EGD worden gebruikt.
STIHL schrijft de tweetaktmotorolie STIHL HP
Ultra of een gelijkwaardige hoogwaardige motor‐
olie voor om de emissiegrenswaarden gedu‐
rende de machinelevensduur te kunnen waarbor‐
gen.
► Controleren dat het octaangetal van de ben‐
zine minimaal 90 RON bedraagt en het alco‐
holpercentage van de benzine niet hoger is
dan 10%.
► Controleren dat de gebruikte tweetaktmotor‐
olie voldoet aan de eisen.
► Afhankelijk van de gewenste hoeveelheid
brandstof, de juiste hoeveelheden tweetakt‐
motorolie en benzine in de mengverhouding
1:50 afmeten. Voorbeelden van brandstof‐
mengsels:
–
20 ml tweetaktmotorolie, 1 l benzine
–
60 ml tweetaktmotorolie, 3 l benzine
–
100 ml tweetaktmotorolie, 5 l benzine
► Eerst tweetaktmotorolie, vervolgens benzine in
een schone, voor brandstof vrijgegeven jerry‐
can bijvullen.
► Brandstof doormengen.
8.2 Kettingzaag tanken
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De kettingzaag laten afkoelen.
► De kettingzaag zo op een vlakke ondergrond
plaatsen dat de brandstoftankdop naar boven
is gericht.
► Het gebied rondom de brandstoftankdop
schoonmaken met een vochtige doek.
► De beugel van de brandstoftankdop opklap‐
pen.
0000-GXX-2934-A1
8 Brandstof mengen en kettingzaag vullen Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 15
WAARSCHUWING
■ Tijdens de werkzaamheden of in een zeer
warme omgeving loopt de temperatuur van de
kettingzaag op. Afhankelijk van de soort
brandstof, de hoogte, de omgevingstempera‐
tuur en de temperatuur van de kettingzaag zet
de brandstof uit en kan overdruk in de brand‐
stoftank ontstaan. Als de brandstoftankdop
wordt geopend kan er brandstof naar buiten
spuiten en ontbranden. De gebruiker kan ern‐
stig letsel oplopen en er kan materiële schade
ontstaan.
► De kettingzaag laten afkoelen voordat de
brandstoftankdop wordt geopend.
► De brandstoftankdop langzaam en niet
ineens opendraaien.
► De brandstoftankdop ca. 1/8 slag linksom
draaien.
Als de brandstoftank onder druk staat, bouwt
de overdruk zich hoorbaar af.
► Als de overdruk volledig is afgebouwd: Brand‐
stoftankdop zolang linksom draaien tot de
markeringen op de brandstoftankdop en op de
brandstoftank met elkaar in lijn liggen.
► Brandstoftankdop wegnemen.
LET OP
■ Brandstof kan onder inwerking van licht, zon‐
nestraling en extreme temperaturen sneller
ontmengen Als ontmengde brandstof wordt
getankt kan de kettingzaag worden bescha‐
digd.
►
Brandstof doormengen.
► Brandstof die langer dan 30 dagen werd
bewaard, niet tanken.
► De brandstof zo tanken dat er geen brand‐
stof wordt gemorst en minimaal 15 mm tot
aan de rand van de brandstoftank vrij laten.
► Als de beugel van de brandstoftank is inge‐
klapt: De beugel opklappen.
2
3
1
0000-GXX-2935-A1
1
4
► De brandstoftankdop zo aanbrengen dat de
markering (1) naar de markering (2) is gericht.
► De brandstoftankdop naar beneden drukken
en tot aan de aanslag rechtsom draaien.
De brandstoftankdop klikt hoorbaar vast. De
markering (1) ligt in lijn met de markering (4)
en is gericht naar de markering (3).
► Controleren of de brandstoftankdop naar
boven kan worden losgetrokken.
► Als de brandstoftankdop niet naar boven kan
worden losgetrokken: De beugel van de
brandstoftankdop inklappen.
De brandstoftank is gesloten.
Als de brandstoftankdop naar boven kan worden
losgetrokken, moeten de volgende stappen wor‐
den uitgevoerd:
► De brandstoftankdop in een willekeurige posi‐
tie aanbrengen.
0000-GXX-3136-A1
1
2
ABC
► De brandstoftankdop naar beneden drukken
en tot aan de aanslag rechtsom draaien.
► De brandstoftankdop naar beneden rukken en
tot aan de aanslag linksom draaien tot de mar‐
kering (1) naar de markering (2) is gericht.
► Opnieuw proberen de brandstoftank te sluiten.
► Als de brandstoftank nog steeds niet kan wor‐
den gesloten: niet met de kettingzaag werken
en contact opnemen met een STIHL dealer.
De kettingzaag bevindt zich niet in de veilige
staat.
9 Motor starten en afzetten
9.1 Motor starten
0000-GXX-6455-A0
2
1
3
► Kettingrem (2) inschakelen.
► Kettingbeschermer lostrekken.
► Decompressieklep (1) indrukken.
►
Combischakelaar (3) in stand plaatsen.
Nederlands 9 Motor starten en afzetten
16 0458-787-7621-B. VA0.M20.
0000-GXX-2936-A0
► Kettingzaag op een van de 3 mogelijke manie‐
ren vasthouden:
–
De kettingzaag op een vlakke ondergrond
plaatsen, met de linkerhand op de draag‐
beugel zo vasthouden dat de duim om de
draagbeugel valt, op de grond drukken en
de punt van de rechter kettigzaaglaars in de
achterste handgreep steken.
–
De kettingzaag op een vlakke ondergrond
plaatsen, met de linkerhand op de draag‐
beugel zo vasthouden dat de duim om de
draagbeugel valt, op de grond drukken en
de hak van de rechter kettigzaaglaars in de
achterste handgreep steken.
–
Kettingzaag met de linkerhand op de draag‐
beugel zo vasthouden dat de duim om de
draagbeugel valt en de achterste handgreep
tussen de knieën of de bovenbenen klem‐
men.
0000-GXX-2937-A0
► Starthandgreep met de rechterhand langzaam
uittrekken tot er weerstand waarneembaar is.
► Net zo lang de starthandgreep snel uittrekken
en teruggeleiden tot de motor draait.
►
Als de combischakelaar (3) in stand
staat:
gashendelblokkering (4) en de gashendel (5)
even indrukken.
De combischakelaar (3) springt in stand . De
motor draait stationair.
LET OP
■ Als met ingeschakelde kettingrem gas wordt
gegeven, kan de kettingrem worden bescha‐
digd.
►
Voor het zagen de kettingrem lossen.
► Kettingrem lossen.
De motorzaag is klaar voor gebruik.
► Als de motor niet start: combischakelaar (3) in
stand
plaatsen en opnieuw proberen de
motor te starten.
9.2 Motor afzetten
2
3
0000-GXX-6457-A0
1
► Gashendel (2) en gashendelblokkering (3) los‐
laten.
De zaagketting beweegt niet meer.
►
Combischakelaar (1) in stand plaatsen.
De motor slaat af en de combischakelaar (1)
veert terug in stand
.
10 Motorzaag controleren
10.1 Kettingtandwiel controleren
► Motor afzetten.
► Kettingrem lossen.
► Kettingtandwieldeksel uitbouwen.
► Zaagblad en zaagketting uitbouwen.
0000-GXX-3162-A0
a
► Inloopsporen op het kettingtandwiel controle‐
ren met behulp van een STIHL kaliber.
► Als de inloopsporen dieper zijn dan
a = 0,5 mm: de kettingzaag niet gebruiken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
Het kettingtandwiel moet worden vervangen.
10.2 Zaagblad controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer demonteren.
► Zaagketting en zaagblad uitbouwen.
10 Motorzaag controleren Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 17
0000-GXX-1217-A0
► De groefdiepte van het zaagblad meten met
behulp van het meetkaliber van het STIHL vij‐
lkaliber.
► Zaagblad vervangen, als aan een van de vol‐
gende voorwaarden wordt voldaan:
–
Het zaagblad is beschadigd.
–
De gemeten groefdiepte is kleiner dan de
minimale groefdiepte van het zaagblad,
19.3.
–
De groef van het zaagblad is versmald of
verbreed.
► Als er onduidelijkheden zijn: contact opnemen
met een STIHL dealer.
10.3 Zaagketting controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer demonteren.
1
0000-GXX-1218-A0
2
► De hoogte van de dieptebegrenzer (1) meten
met behulp van het STIHL vijlkaliber (2). Het
STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van
de zaagketting.
► Als een dieptebegrenzer (1) boven het vijlkali‐
ber (2) uitsteekt: dieptebegrenzer (1) met
behulp van een STIHL USG bijslijpen, 16.3.
4
3
5
6
0000-GXX-3822-A0
► Controleren of de slijtagemarkeringen (3, 4
en 6) op de zaagtanden en op de verbindings‐
schakels zichtbaar zijn.
► Controleren of de snijkanten (5) op de zaag‐
tanden aanwezig zijn.
► Als een van de slijtagemarkeringen op een
zaagtand of op een verbindingsschakel niet
zichtbaar is of een snijkant ontbreekt: de zaag‐
ketting niet gebruiken en contact opnemen
met een STIHL dealer.
► Met een STIHL vijlkaliber controleren of de
aanscherphoek van de zaagtanden van 30° is
aangehouden. Het STIHL vijlkaliber moet pas‐
sen bij de steek van de zaagketting.
► Als de aanscherphoek van 30° niet is aange‐
houden: Zaagketting slijpen/aanscherpen.
► Als er onduidelijkheden zijn: contact opnemen
met een STIHL dealer.
10.4 Kettingrem controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat het
zaagblad zo veel mogelijk zichtbaar is.
WAARSCHUWING
■ De zaagtanden van de zaagketting zijn
scherp. De gebruiker kan zich verwonden.
► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
► Proberen, de zaagketting met de hand over
het zaagblad te trekken.
Als de zaagketting niet met de hand over het
zaagblad kan worden getrokken werkt de ket‐
tingrem.
► Als de zaagketting met de hand over het zaag‐
blad kan worden getrokken: de kettingzaag
niet gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De kettingrem is defect.
10.5 Bedieningselementen controle‐
ren
Gashendelblokkering en gashendel
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Probeer de gashendel in te drukken, zonder
de gashendelblokkering in te drukken.
► Als de gashendel kan worden ingedrukt: de
kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De gashendelblokkering is defect.
► Gashendelblokkering indrukken en ingedrukt
houden.
► Gashendel indrukken en weer loslaten.
Nederlands 10 Motorzaag controleren
18 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Als de gashendel stroef beweegt of niet terug‐
veert in de uitgangsstand: de kettingzaag niet
gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De gashendel is defect.
Motor afzetten
► Motor starten.
►
Combischakelaar in stand
plaatsen.
De motor slaat af en de combischakelaar veert
terug in stand
.
► Als de motor niet afslaat:
►
Combischakelaar in stand plaatsen.
De motor slaat af.
► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
10.6 Kettingsmering controleren
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak rich‐
ten.
► Gas geven.
Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is her‐
kenbaar op het lichtgekleurde oppervlak. De
kettingsmering functioneert.
11 Met de motorzaag werken
11.1 Winterstand instellen
Als bij temperaturen onder de +10 °C wordt
gewerkt, kan bij de carburateur ijsvorming ont‐
staan. Om ervoor te zorgen dat de carburateur in
de warme luchtstroom vanuit de motor zit, moet
de winterstand worden ingesteld.
LET OP
■ Als bij temperaturen boven de +10 °C in de
winterstand wordt gewerkt, kan de motor te
heet worden.
►
Zomerstand instellen.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
0000-GXX-3163-A0
11
3
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Schuif (3) lostrekken.
4
3
0000-GXX-3164-A0
► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar
de kettingzaag is gericht.
► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding
schuiven.
De schuif klikt merkbaar vast.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot
er een klik hoorbaar is.
De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld.
11.2 Zomerstand instellen
Als bij temperaturen boven de +10 °C wordt
gewerkt, moet de zomerstand worden ingesteld.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
0000-GXX-3807-A0
11
3
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Schuif (3) lostrekken.
3
4
0000-GXX-3486-A0
► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar
de kettingzaag is gericht.
► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding
schuiven.
De schuif klikt merkbaar vast.
► Kap (2) aanbrengen.
11 Met de motorzaag werken Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 19
► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot
er een klik hoorbaar is.
De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld.
11.3 Kettingzaag kalibreren
Tijdens de werkzaamheden stelt de kettingzaag
zich automatisch in op het optimale vermogen.
Door een kalibrering kan de kettingzaag sneller
worden ingesteld op het optimale vermogen.
► Als de buitentemperatuur lager dan -10 °C is
of als de motor koud is:
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Motor ca. 1 minuut met gasstoten warm‐
draaien.
► Motor afzetten.
1
min
AB C
s> 30 s30-60 s
0000-GXX-3825-A0
►
Combischakelaar in stand plaatsen.
► Kettingrem inschakelen.
► Motor starten, zonder de gashendel in te druk‐
ken.
De motor draait en de combischakelaar blijft in
stand
staan.
► Motor minimaal 30 tot maximaal 60 secon‐
den (A) laten draaien, zonder de gashendel in
te drukken.
WAARSCHUWING
■ Als de kettingrem wordt gelost kan de zaag‐
ketting meedraaien. De gebruiker kan hierdoor
ernstig letsel oplopen.
►
De kettingzaag zo vasthouden als in deze
handleiding staat beschreven.
► De ronddraaiende zaagketting niet aanraken.
► Kettingrem lossen.
LET OP
■ Als de gashendel wordt losgelaten voordat de
kettingzaag volledig is gekalibreerd wordt de
kalibrering onderbroken. De kalibrering moet
opnieuw worden gestart.
►
Gashendel geheel ingedrukt houden.
LET OP
■ Als de gashendel tijdens de kalibrering niet
geheel wordt ingedrukt kan de kettingzaag
zich verkeerd instellen. De kettingzaag kan
worden beschadigd.
►
Gashendel geheel ingedrukt houden.
► Gashendel minimaal 30 seconden (B) lang
indrukken en ingedrukt houden.
Het motortoerental loopt op en de zaagketting
draait mee. De kettingzaag wordt gekali‐
breerd. Het motortoerental schommelt en loopt
tijdens de kalibrering duidelijk op.
► Als de motor afslaat: opnieuw proberen de
kettingzaag te kalibreren.
► Als de motor weer afslaat:
► Kettingrem inschakelen.
► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
► Zodra het motortoerental hoorbaar en merk‐
baar terugvalt: (C): de gashendel loslaten.
De motor draait stationair. De kettingzaag is
gekalibreerd en klaar voor gebruik.
11.4 Olieopbrengst instellen
De kettingzaag is voorzien van een instelbare
oliepomp.
0000-GXX-3165-A0
A
12
Als de oliepompstelschroef (1) in stand E (Ema‐
tic) staat, is de olieopbrengst optimaal ingesteld
voor de meeste toepassingen.
De opbrengst van de oliepomp kan voor verschil‐
lende zaaglengtes, houtsoorten en werktechnie‐
ken worden aangepast. Het verstelbereik van de
oliepompstelschroef (1) is begrensd door een
aanslag (2). De aanslag (2) kan worden inge‐
drukt om de olieopbrengst verder te verhogen.
Olieopbrengst verhogen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Oliepompstelschroef (1) rechtsom draaien.
Olieopbrengst verder verhogen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
Nederlands 11 Met de motorzaag werken
20 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Aanslag (2) indrukken met behulp van hiertoe
geschikt gereedschap.
De aanslag (2) blijft permanent ingedrukt.
LET OP
■ Als de oliepompstelschroef (1) in veld A staat,
kan de olietank sneller leeg raken. De zaag‐
ketting kan vroeger niet meer correct worden
gesmeerd.
►
Olietank volledig vullen.
► Als de verhoogde olieopbrengst niet meer
nodig is, de oliepompstelschroef linksom uit
het veld A draaien.
►
Oliepompstelschroef (1) rechtsom draaien.
Olieopbrengst verlagen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Oliepompstelschroef (1) linksom draaien.
11.5 Zaagdieptebegrenzer afstellen
De zaagdieptebegrenzer kan, afhankelijk van het
gebruik, worden afgesteld. De afstelling van de
zaagdieptebegrenzer bepaalt de maximale zaag‐
snedediepte van het zaagblad.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
2
1
0000-GXX-5477-A0
A
► Snelspanner (1) opklappen.
► Schuif (2) in de richting van de motor of zaag‐
bladneus schuiven tot de gewenste zaag‐
diepte is bereikt.
► Snelspanner (1) in de richting van (A) volledig
inklappen.
► Controleren of de schuif (2) niet meer kan wor‐
den verschoven en de snelspanner (1) ter
hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegrenzer
aan ligt.
Als de schuif (2) niet meer kan worden verscho‐
ven en de snelspanner (1) ter hoogte van (A)
tegen de zaagdieptebegrenzer aan ligt, is de
zaagdieptebegrenzer stevig afgesteld.
► Als de schuif (2) kan worden verschoven:
► Snelspanner (1) opklappen.
► Snelspanner (1) rechtsom draaien.
► Snelspanner (1) in de richting van (A) volle‐
dig inklappen.
De schuif (2) kan niet meer worden ver‐
schoven en de snelspanner (1) ligt ter
hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegren‐
zer aan.
► Als de snelspanner (1) niet volledig kan wor‐
den ingeklapt:
► Snelspanner (1) opklappen.
► Snelspanner (1) linksom draaien.
► Snelspanner (1) in de richting van (A) volle‐
dig inklappen.
De schuif (2) kan niet meer worden ver‐
schoven en de snelspanner (1) ligt ter
hoogte van het gemarkeerde gebied tegen
de zaagdieptebegrenzer aan.
11.6 Kettingzaag vasthouden en
bedienen
0000-GXX-4176-A0
► De kettingzaag zo met de linkerhand op de
draagbeugel en de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep vasthouden en bedienen, dat
de duim van de linkerhand om de draagbeugel
en de duim van de rechterhand om de bedie‐
ningshandgreep valt.
11.7 Zagen
WAARSCHUWING
■ Als er een terugslag optreedt kan de ketting‐
zaag naar boven in de richting van de gebrui‐
ker worden geslingerd. De gebruiker kan ern‐
stig of dodelijk letsel oplopen.
►
Met vol gas zagen.
► Niet met het bovenste kwart gedeelte van de
zaagbladneus zagen.
► Zaagblad met vol gas zo in de zaagsnede
geleiden dat het zaagblad niet scheef wordt
gedrukt.
► Aan het einde van de zaagsnede het gewicht
van de kettingzaag opvangen.
12 Na de werkzaamheden
12.1 Na de werkzaamheden
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De kettingzaag laten afkoelen.
12 Na de werkzaamheden Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 21
► Als de kettingzaag nat is: De kettingzaag laten
drogen.
► Kettingzaag reinigen.
► Luchtfilter reinigen.
► Zaagblad en zaagketting reinigen.
► De moeren op het kettingtandwieldeksel los‐
draaien
► Spanbout 2 slagen linksom draaien.
De zaagketting is ontspannen.
► De moeren op het kettingtandwieldeksel vast‐
draaien.
► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze
het gehele zaagblad afdekt.
13 Vervoeren
13.1 Kettingzaag vervoeren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze
het gehele zaagblad afdekt.
Kettingzaag dragen
► Kettingzaag met de rechterhand zo op de
draagbeugel dragen dat het zaagblad naar
achteren is gericht.
Kettingzaag in een voertuig vervoeren
► De kettingzaag zo borgen dat deze niet kan
kantelen en verschuiven.
14 Opslaan
14.1 Kettingzaag opslaan
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze
het gehele zaagblad afdekt.
► De kettingzaag zo opslaan dat aan de vol‐
gende voorwaarden wordt voldaan:
–
De kettingzaag bevindt zich buiten het
bereik van kinderen.
–
De kettingzaag is schoon en droog.
15 Reinigen
15.1 Kettingzaag reinigen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De kettingzaag laten afkoelen.
► Kettingzaag met een vochtige doek of
STIHL harsoplosmiddel reinigen.
► Ventilatiesleuven reinigen met een kwast.
1
1
0000-GXX-2939-A0
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Kettingtandwieldeksel uitbouwen.
► De ribben van de cilinder en de binnenzijde
van de kap reinigen met een kwast, een voch‐
tige doek of STIHL harsoplosmiddel.
► Gebied rondom het kettingtandwiel met een
vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel reini‐
gen.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot
er een klik hoorbaar is.
De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld.
► Kettingtandwieldeksel monteren.
15.2 Zaagblad en zaagketting reini‐
gen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Zaagdieptebegrenzer demonteren.
► Zaagblad en zaagketting uitbouwen.
1
2
0000-GXX-2951-A0
3
3
► Olietoevoerboring (1), oliekanaal (2) en
groef (3) met een kwast, een zachte borstel of
STIHL harsoplosmiddel reinigen.
► Zaagketting met een kwast, een zachte borstel
of STIHL harsoplosmiddel reinigen.
► Zaagblad en zaagketting monteren.
► Zaagdieptebegrenzer monteren.
15.3 Luchtfilter reinigen
In het luchtfilter kan zich zeer fijn stof ophopen.
Door het stof kan het luchtfilter verstopt raken en
door afborstelen of uitkloppen kan dit niet wor‐
den verwijderd. Het luchtfilter moet met behulp
van een reinigingsmiddel worden gereinigd.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
Nederlands 13 Vervoeren
22 0458-787-7621-B. VA0.M20.
0000-GXX-2952-A0
2
1
3
► Kapsluitdoppen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► De omgeving rondom het luchtfilter (3) met
een vochtige doek of een kwast reinigen.
► Luchtfilter (3) met de hand 1/4 slag linksom
draaien.
► Luchtfilter (3) wegnemen.
► Het grove vuil aan de buitenzijde van het
luchtfilter (3) afspoelen onder stromend water.
► Als het luchtfilter (3) is beschadigd: Luchtfilter
(3) vervangen.
WAARSCHUWING
■ Als het reinigingsmiddel in contact komt met
de huid of de ogen, kunnen de huid of de ogen
geïrriteerd raken.
►
Op de gebruiksaanwijzing van het reinigings‐
middel letten.
► Contact met reinigingsmiddelen vermijden.
► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐
den: de betreffende plekken op de huid met
veel water en zeep wassen.
►
Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐
den: ogen minimaal 15 minuten spoelen met
veel water en een arts raadplegen.
►
De buiten- en binnenzijde van het luchtfil‐
ter (3) inspuiten met STIHL speciaal reini‐
gingsmiddel of een reinigingsmiddel met
een pH‑waarde hoger dan 12.
► STIHL speciaal reinigingsmiddel of reinigings‐
middel 10 minuten laten inwerken.
► De buitenzijde van het luchtfilter (3) afborste‐
len met een zachte borstel.
► De buiten- en binnenzijde van het luchtfilter (3)
afspoelen onder stromend water.
► Luchtfilter (3) aan de lucht laten drogen.
0000-GXX-3808-A0
3
► Luchtfilter (3) met de hand aandrukken en
zolang rechtsom draaien tot het luchtfilter (3)
vastklikt.
Het logo "STIHL" is horizontaal uitgelijnd.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitdoppen (1) zolang rechtsom draaien
tot er een klik hoorbaar is.
De kapsluitdoppen (1) zijn vergrendeld.
15.4 Bougie reinigen
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► De kettingzaag laten afkoelen.
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Bougiesteker (3) lostrekken.
► Als het gebied rondom de bougie is vervuild:
het gebied rondom de bougie schoonmaken
met een vochtige doek.
► De bougie losdraaien.
► De bougie schoonmaken met een vochtige
doek.
► Als de bougie is gecorrodeerd: bougie vervan‐
gen.
0000-GXX-5806-A0
3
► Bougie aanbrengen en vastdraaien.
► Bougiesteker (3) stevig aandrukken.
15 Reinigen Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 23
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag rechtsom draaien.
De kapsluitingen zijn vergrendeld.
16 Onderhoud
16.1 Onderhoudsintervallen
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de
omgevings- en werkomstandigheden.
STIHL adviseert de volgende onderhoudsinter‐
vallen:
Kettingrem
► De kettingrem met de volgende intervallen
door een STIHL dealer laten onderhouden:
–
Continu gebruik: elk kwartaal
–
Periodiek gebruik: halfjaarlijks
–
Incidenteel gebruik: jaarlijks
Elke 100 bedrijfsuren
► bougie vervangen.
Wekelijks
► Kettingtandwiel controleren.
► Zaagblad controleren en ontbramen.
► Zaagketting controleren en aanscherpen/slij‐
pen.
Maandelijks
► Olietank door een STIHL dealer laten reinigen.
► Brandstoftank door een STIHL dealer laten
reinigen.
► Aanzuigmond in de brandstoftank door
een STIHL dealer laten reinigen.
Jaarlijks
► Aanzuigmond in de brandstoftank door een
STIHL dealer laten vervangen.
16.2 Bramen verwijderen van zaag‐
blad
Aan de buitenzijde van het zaagblad kan een
braam worden gevormd.
► Braam met behulp van een platte vijl of een
STIHL zaagbladrichter verwijderen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een STIHL dea‐
ler.
16.3 Zaagketting slijpen
Het vraagt veel oefening zaagkettingen correct
aan te scherpen/slijpen.
STIHL adviseert de zaagkettingen door een
STIHL dealer te laten aanscherpen/slijpen.
WAARSCHUWING
■ De zaagtanden van de zaagketting zijn
scherp. De gebruiker kan zich verwonden.
► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
4
0000-GXX-3488-A0
-
+
-
A
B
C
+
-
+
1 3 22
► De rechter zaagtanden (4) slijpen/aanscher‐
pen met een universeel slijpapparaat
STIHL USG met de volgende instellingen:
–
Nonius A: + 10°
–
Nonius B: 0°
–
Nonius C: + 15°
► De linker zaagtanden (1) slijpen/aanscherpen
met een universeel slijpapparaat STIHL USG
met de volgende instellingen:
–
Nonius A: + 10°
–
Nonius B: 0°
–
Nonius C: - 15°
► De dieptebegrenzer (2) en de verbindings‐
schakels (3) slijpen/aanscherpen met een uni‐
verseel slijpapparaat STIHL USG met de vol‐
gende instellingen:
–
Nonius A: + 40°
–
Nonius B: 0°
–
Nonius C: 0°
17 Repareren
17.1 Kettingzaag, zaagblad en
zaagketting repareren
De gebruiker kan de kettingzaag, het zaagblad
en zaagketting niet zelf repareren.
► Als de kettingzaag, het zaagblad of de zaag‐
ketting zijn beschadigd: de kettingzaag, het
zaagblad of de zaagketting niet gebruiken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
18 Storingen opheffen
18.1 Storingen aan de kettingzaag opheffen
De meeste storingen hebben dezelfde oorzaken.
Nederlands 16 Onderhoud
24 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► De volgende maatregelen treffen:
► Luchtfilter reinigen.
► Bougie reinigen of vervangen.
► Winterstand of zomerstand instellen.
► Als de storing aanhoudt: Maatregelen uit de volgende tabel treffen.
Storing Oorzaak Remedie
Motor kan niet wor‐
den gestart.
In de brandstoftank
zit niet voldoende
brandstof.
► Brandstof mengen en in de kettingzaag tanken.
De motor is "verzo‐
pen".
► Verbrandingskamer ventileren.
De carburateur is te
heet.
► De kettingzaag laten afkoelen.
IJsvorming in de car‐
burateur.
► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C.
De motor draait bij
stationair toerental
onregelmatig.
IJsvorming in de car‐
burateur.
► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C.
De motor slaat bij
stationair toerental af.
IJsvorming in de car‐
burateur.
► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C.
Motor versnelt slecht. De zaagketting staat
te strak.
► Zaagketting correct spannen.
De kettingsmering
levert te weinig zaag‐
kettingolie.
► Olieopbrengst verhogen.
De motor bereikt het
hoogste toerental
niet.
De kettingzaag is niet
correct aangepast
aan de omgevings‐
omstandigheden.
► Kettingzaag kalibreren.
De zaagketting komt
niet op gang als gas
wordt gegeven.
De kettingrem is
ingeschakeld.
► Kettingrem lossen.
De zaagketting staat
te strak.
► Zaagketting correct spannen.
Het neustandwiel van
het zaagblad is
geblokkeerd.
► Het neustandwiel van het zaagblad met STIHL harso‐
plosmiddel reinigen.
Tijdens de werk‐
zaamheden wordt
rook gevormd of er is
een brandlucht aan‐
wezig.
De zaagketting is niet
correct aangescherpt/
geslepen.
► Zaagketting correct aanscherpen/slijpen.
In de olietank zit te
weinig zaagketting‐
olie.
► Zaagkettingolie bijvullen.
De kettingsmering
levert te weinig zaag‐
kettingolie.
► Olieopbrengst verhogen.
De zaagketting staat
te strak.
► Zaagketting correct spannen.
De kettingzaag wordt
niet correct gebruikt.
► De werking laten toelichten en oefenen.
18.2 Verbrandingskamer ventileren
► Kettingrem inschakelen.
18 Storingen opheffen Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 25
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Kapsluitdoppen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Bougiesteker (3) lostrekken.
► De bougie losdraaien.
► Bougie droogwrijven.
WAARSCHUWING
■ Als bij een losgetrokken bougiesteker de start‐
handgreep wordt uitgetrokken, kunnen vonken
ontsnappen. Vonken kunnen in licht ontvlam‐
bare of een explosieve omgeving brand en
explosies veroorzaken. Personen kunnen
zwaar letsel oplopen of worden gedood en er
kan materiële schade ontstaan.
►
Combischakelaar in stand plaatsen en
vasthouden, voordat de starthandgreep
wordt uitgetrokken.
►
Combischakelaar in stand plaatsen en
vasthouden.
► Starthandgreep meerdere malen uittrekken en
laten vieren.
De verbrandingskamer is geventileerd.
► Bougie aanbrengen en vastdraaien.
0000-GXX-5806-A0
3
► Bougiesteker (3) stevig aandrukken.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitdoppen (1) zolang rechtsom draaien
tot er een klik hoorbaar is.
De kapsluitdoppen zijn vergrendeld.
19 Technische gegevens
19.1 Kettingzaag STIHL
MS 462 C‑M R
–
Cilinderinhoud: 72,2 cm³
–
Vermogen volgens ISO 7293: 4,4 kW (6,0 pk)
–
Stationair toerental volgens ISO 11681:
2800 ± 50 1/min
–
Vrijgegeven bougies: NGK CMR6H van STIHL
–
Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm
–
Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank,
zonder zaagblad en zonder zaagketting:
6,5 kg
–
Maximale inhoud brandstoftank: 720 cm³
(0,72 l)
–
Maximale inhoud olietank: 340 cm³ (0,34 l)
19.2 Kettingtandwielen en ketting‐
snelheden
De volgende kettingtandwielen kunnen worden
gemonteerd:
7-tands voor 3/8"
•
Maximale kettingsnelheid volgens
ISO 11681: 28,9 m/s
•
Kettingsnelheid bij maximaal vermogen:
21,7 m/s
19.3 Minimale groefdiepte van de
zaagbladen
De minimale groefdiepte is afhankelijk van de
steek van het zaagblad.
–
3/8": 6 mm
19.4 Geluids- en trillingswaarden
–
Geluiddrukniveau L
peq
gemeten volgens
ISO 22868: 108 dB(A). De K-waarde voor het
geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A).
–
Geluidvermogensniveau L
w
gemeten volgens
ISO 22868: 119 dB(A). De K-waarde voor het
geluidvermogensniveau bedraagt 2 dB(A).
–
Trillingswaarde a
hv,eq
gemeten volgens
ISO 22867:
•
Draagbeugel: 3,3 m/s². De K-waarde voor
de trillingswaarde bedraagt 2 m/s².
•
Bedieningshandgreep: 2,7 m/s². De K-
waarde voor de trillingswaarde bedraagt
2 m/s².
Informatie m.b.t. de arbo-wetgeving voor wat
betreft trillingen 2002/44/EG staat bij
www.stihl.com/vib weergegeven.
19.5 REACH
REACH staat voor een EG voorschrift voor de
registratie, classificatie en vrijgave van chemica‐
liën.
Informatie met betrekking tot het voldoen aan het
REACH-voorschrift is onder www.stihl.com/reach
weergegeven.
Nederlands 19 Technische gegevens
26 0458-787-7621-B. VA0.M20.
19.6 Uitlaatgasemissiewaarde
De in de EU-typegoedkeuringsprocedure geme‐
ten CO
2
-waarde staat weergegeven bij de voor
het product specifieke technische gegevens bij
www.stihl.com/co2.
De gemeten CO
2
-waarde werd op een represen‐
tatieve motor volgens een genormeerde testpro‐
cedure onder laboratoriumomstandigheden
bepaald en vormt geen uitdrukkelijke of impli‐
ciete garantie van het vermogen van een
bepaalde motor.
Door het in deze handleiding beschreven gebruik
conform de voorschriften en onderhoud, wordt
aan de geldende uitlaatgasemissie-eisen vol‐
daan. Bij modificaties aan de motor vervalt de
typegoedkeuring.
20 Combinaties van zaagbla‐
den en zaagkettingen
20.1 Kettingzaag STIHL MS 462 C-
M R
De volgende zaagbladen en zaagkettingen
mogen worden gemonteerd:
Zaagblad: Rollomatic Super
•
Steek: 3/8“
•
Groefbreedte: 1,6 mm
•
Lengte: 50 cm
•
Aantal tanden van het neustandwiel: 11
Zaagketting: 36 RDR (type 3944)
•
Steek: 3/8“
•
Dikte aandrijfschakels: 1,6 mm
•
Aantal aandrijfschakels: 72
*De zaaglengte van een zaagblad is afhankelijk
van de gebruikte kettingzaag en de zaagketting.
De werkelijke zaaglengte van een zaagblad kan
kleiner zijn dan de aangegeven lengte.
21 Onderdelen en toebehoren
21.1 Onderdelen en toebehoren
Deze symbolen kenmerken de origi‐
nele STIHL onderdelen en het originele
STIHL toebehoren.
STIHL adviseert alleen originele STIHL onderde‐
len en origineel STIHL toebehoren te gebruiken.
Reserveonderdelen en toebehoren van andere
fabrikanten kunnen door STIHL wat betreft
betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid
ondanks continue marktobservatie niet worden
beoordeeld en STIHL kan ook niet borg staan
voor het gebruik ervan.
Originele STIHL onderdelen en origineel STIHL
toebehoren zijn leverbaar via de STIHL dealer.
22 Milieuverantwoord afvoe‐
ren
22.1 Kettingzaag afvoeren
Informatie betreffende het milieuvriendelijk ver‐
werken/afvoeren is verkrijgbaar bij de
STIHL dealer.
► De kettingzaag, het zaagblad, zaagketting,
brandstof, benzine, tweetaktmotorolie, toebe‐
horen en verpakking volgens voorschrift en
milieuvriendelijk afvoeren.
23 EU-conformiteitsverklaring
23.1 Kettingzaag STIHL MS
462 C‑M R
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Badstraße 115
D-71336 Waiblingen
Duitsland
verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat
–
Constructie: Kettingzaag
–
Merk: STIHL
–
Type: MS 462 C‑M R
–
Serie-identificatie: 1142
–
Cilinderinhoud: 72,2 cm³
voldoet aan de betreffende bepalingen van de
richtlijnen 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU
en 2000/14/EG en in overeenstemming met de
ten tijde van de productiedatum geldende ver‐
sies van de volgende normen is ontwikkeld en
geproduceerd: EN ISO 11681‑1, EN 55012 en
EN 61000‑6‑1.
De EG-typegoedkeuring werd uitgevoerd aan de
hand van de richtlijn 2006/42/EG, art. 12.3(b)
door: DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungs‐
stelle für Land- und Forsttechnik GbR (Duits keu‐
rings- en certificeringsinstituut voor land- en bos‐
bouw) (NB 0363), Spremberger Straße 1,
64823 Groß‑Umstadt, Duitsland
–
Certificeringsnummer: K‑EG‑2016/7987
Voor het bepalen van het gemeten en het gega‐
randeerde geluidvermogensniveau werd volgens
richtlijn 2000/14/EG, bijlage V, onder toepassing
van de norm ISO 9207 gehandeld.
–
Gemeten geluidvermogensniveau: 119 dB(A)
20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettingen Nederlands
0458-787-7621-B. VA0.M20. 27
–
Gegarandeerd geluidvermogensniveau:
121 dB(A)
De technische documentatie wordt bij de pro‐
ductgoedkeuring van
ANDREAS STIHL AG & Co. KG bewaard.
Het productiejaar en het machinenummer staan
vermeld op de kettingzaag.
Waiblingen, 3-2-2020
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Bij volmacht
Dr. Jürgen Hoffmann, Hoofd productgegevens, -
voorschriften en goedkeuring
Table des matières
1 Préface......................................................28
2 Informations concernant la présente Notice
d'emploi.....................................................28
3 Vue d'ensemble........................................ 29
4 Prescriptions de sécurité...........................30
5 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçon‐
neuse........................................................ 38
6 Assemblage de la tronçonneuse...............38
7 Serrage et desserrage du frein de chaîne 41
8 Composition du mélange et ravitaillement
en carburant..............................................42
9 Mise en route et arrêt du moteur...............44
10 Contrôle de la tronçonneuse.....................45
11 Travail avec la tronçonneuse.................... 47
12 Après le travail.......................................... 50
13 Transport...................................................50
14 Rangement............................................... 50
15 Nettoyage..................................................50
16 Maintenance............................................. 52
17 Réparation................................................ 53
18 Dépannage............................................... 53
19 Caractéristiques techniques......................55
20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaî‐
nes de tronçonneuse................................ 56
21 Pièces de rechange et accessoires.......... 56
22 Mise au rebut............................................ 56
23 Déclaration de conformité UE................... 56
1 Préface
Chère cliente, cher client,
Nous vous remercions d'avoir choisi un produit
STIHL. Dans le développement et la fabrication
de nos produits, nous mettons tout en œuvre
pour garantir une excellente qualité répondant
aux besoins de nos clients. Nos produits se dis‐
tinguent par une grande fiabilité, même en cas
de sollicitations extrêmes.
STIHL garantit également la plus haute qualité
au niveau du service après-vente. Nos reven‐
deurs spécialisés fournissent des conseils com‐
pétents, aident nos clients à se familiariser avec
nos produits et assurent une assistance techni‐
que complète.
STIHL se déclare résolument en faveur d'un
développement durable et d'une gestion respon‐
sable de la nature. La présente Notice d'emploi
vous aidera à utiliser votre produit STIHL en
toute sécurité et dans le respect de l'environne‐
ment, pendant toute sa longue durée de vie.
Nous vous remercions de votre confiance et
vous souhaitons beaucoup de plaisir avec votre
produit STIHL.
Dr. Nikolas Stihl
IMPORTANT ! LIRE CETTE NOTICE AVANT
D'UTILISER CE PRODUIT ET LA CONSERVER
PRÉCIEUSEMENT.
2 Informations concernant la
présente Notice d'emploi
2.1 Marquage des avertissements
dans le texte
AVERTISSEMENT
■ Attire l'attention sur des dangers qui peuvent
causer des blessures graves, voire mortelles.
► Les mesures indiquées peuvent éviter des
blessures graves, voire mortelles.
AVIS
■ Attire l'attention sur des dangers pouvant cau‐
ser des dégâts matériels.
► Les mesures indiquées peuvent éviter des
dégâts matériels.
2.2 Symboles employés dans le
texte
Ce symbole renvoie à un chapitre de la
présente Notice d'emploi.
français
28 0458-787-7621-B
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2021
0458-787-7621-B. VA0.M20.
Imprimé sur papier blanchi sans chlore
L'encre d'imprimerie contient des huiles végétales, le papier est recyclable.
Traduction de la Notice d'emploi d'origine
0000007786_007_F
3 Vue d'ensemble
3.1 Tronçonneuse
31
14
29
30
28
27
11
17
24
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
15
16
18
19
20
21
22
23
26
#
0000-GXX-5478-A0
1 Support d'outillage
Le support d'outillage est prévu pour le range‐
ment de la clé multiple.
2 Protège-main avant
Le protège-main avant protège la main gau‐
che contre le risque de contact avec la chaîne
et sert à enclencher le frein de chaîne, et il
déclenche automatiquement le frein de
chaîne en cas de rebond.
3 Silencieux
Le silencieux réduit les émissions sonores de
la tronçonneuse.
4 Guide-chaîne
Le guide-chaîne guide la chaîne.
5 Chaîne
La chaîne coupe le bois.
6 Arrêt de chaîne
L'arrêt de chaîne retient la chaîne si elle
saute ou casse.
7 Vis de tension
La vis de tension permet le réglage de la ten‐
sion de la chaîne.
8 Pignon
Le pignon entraîne la chaîne.
9 Couvercle de pignon
Le couvercle de pignon recouvre le pignon et
fixe le guide-chaîne sur la tronçonneuse.
10 Écrous
Les écrous fixent le couvercle de pignon sur
la tronçonneuse.
11 Griffe
Pendant le travail, la griffe sert à caler la tron‐
çonneuse contre le bois.
12 Capot
Le capot recouvre le moteur.
13 Verrou du capot
Le verrou du capot fixe le capot sur la tron‐
çonneuse.
14 Poignée tubulaire
La poignée tubulaire sert à tenir, mener et
porter la tronçonneuse.
15 Soupape de décompression
La soupape de décompression facilite le lan‐
cement du moteur.
16 Bougie
La bougie allume le mélange carburé dans le
moteur.
17 Tiroir
Le tiroir sert au réglage pour l'utilisation en
été ou en hiver.
18 Contact de câble d'allumage sur la bougie
Le contact de câble d'allumage relie le câble
d'allumage avec la bougie.
19 Filtre à air
Le filtre à air filtre l'air aspiré par le moteur.
20 Blocage de gâchette d'accélérateur
Le blocage de gâchette d'accélérateur permet
de débloquer la gâchette d'accélérateur.
21 Poignée de commande
La poignée de commande sert à commander,
tenir et mener la tronçonneuse.
22 Protège-main arrière
Le protège-main arrière protège la main
droite contre le risque de contact avec une
chaîne qui aurait sauté ou cassé.
23 Gâchette d'accélérateur
La gâchette d'accélérateur permet d'accélérer
le moteur.
24 Levier de commande universel
Le levier de commande universel permet les
réglages nécessaires pour la mise en route
3 Vue d'ensemble français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 29
du moteur, le fonctionnement normal et l'arrêt
du moteur.
25 Bouchon du réservoir à carburant
Le bouchon du réservoir à carburant ferme le
réservoir à carburant.
26 Poignée de lancement
La poignée de lancement sert au lancement
du moteur.
27 Vis de réglage de pompe à huile
La vis de réglage de pompe à huile permet le
réglage du débit d'huile de chaîne adhésive.
28 Butée
La butée limite la course de la vis de réglage
de pompe à huile.
29 Bouchon du réservoir à huile
Le bouchon du réservoir à huile ferme le
réservoir à huile.
30 Mécanisme de serrage rapide
Le mécanisme de serrage rapide sert au
réglage du limiteur de profondeur de coupe.
31 Limiteur de profondeur de coupe
Le limiteur de profondeur de coupe limite la
profondeur de pénétration du guide-chaîne.
# Numéro de machine
3.2 Symboles
Les symboles qui peuvent être appliqués sur la
tronçonneuse ont les significations suivantes :
Ce symbole repère le réservoir à car‐
burant.
Ce symbole repère le réservoir à huile de
chaîne adhésive.
Dans le sens respectif, on engage ou
desserre le frein de chaîne.
Ce symbole indique le sens de rotation
de la chaîne.
Ce symbole repère la vis de réglage de
la pompe à huile et le débit d'huile de
chaîne adhésive.
Sens de rotation pour tendre la chaîne
Dans cette position, le tiroir est réglé pour
l'utilisation en hiver.
Dans cette position, le tiroir est réglé pour
l'utilisation en été.
Ce symbole repère la soupape de décom‐
pression.
C'est dans ce sens qu'il faut actionner le
levier de commande universel pour arrêter
le moteur.
C'est dans cette position qu'il faut placer le
levier de commande universel pour arrêter
le moteur.
Position du levier de commande universel
pour le fonctionnement normal du moteur.
Position du levier de commande universel
pour la mise en route du moteur.
L
W
A
Niveau de puissance acoustique
garanti selon la directive 2000/14/CE,
en dB(A), pour permettre la comparai‐
son des émissions sonores de diffé‐
rents produits.
4 Prescriptions de sécurité
4.1 Symboles d'avertissement
Les symboles d'avertissement appliqués sur la
tronçonneuse ont les significations suivantes :
Respecter les consignes de sécurité et
les mesures à prendre.
Il est nécessaire de lire, de bien com‐
prendre et de conserver précieuse‐
ment cette Notice d'emploi.
Porter des lunettes de protection, une
protection auditive et un casque de
protection.
Respecter les consignes de sécurité
concernant le rebond et les mesures à
prendre.
4.2 Utilisation conforme à la desti‐
nation prévue
La tronçonneuse STIHL MS 462 C-M R est con‐
çue pour les travaux de désincarcération et
autres interventions rapides. La tronçonneuse
STIHL MS 462 C‑M R permet de couper les
matières et objets suivants :
–
Revêtements en tôle
–
Tôle d'acier jusqu'à 0,8 mm d'épaisseur
–
Tôle de cuivre jusqu'à 1,5 mm d'épaisseur
–
Tôle d'aluminium jusqu'à 1,5 mm d'épaisseur
–
Portes enroulables en aluminium
–
Verre blindé
–
Vitres des trains ICE, TGV ou autres
–
Verre armé de fils métalliques
–
Panneaux de toit en feutre bitumé
–
Panneaux de toit en carton bitumé
–
Constructions en bois
–
Matériaux isolants
–
Cloisons de halls en construction légère
–
Maçonnerie légère
français 4 Prescriptions de sécurité
30 0458-787-7621-B. VA0.M20.
AVERTISSEMENT
■ Si la tronçonneuse n'est pas utilisée conformé‐
ment à la destination prévue, cela peut causer
des dégâts matériels et des personnes ris‐
quent de subir des blessures graves, voire
mortelles.
►
Utiliser la tronçonneuse comme décrit dans
la présente Notice d'emploi.
4.3 Exigences posées à l'utilisateur
AVERTISSEMENT
■ Les personnes qui n'ont pas reçu la formation
requise pour les interventions rapides avec
une tronçonneuse ne peuvent pas reconnaître
ou évaluer les dangers. L'utilisateur ou d'au‐
tres personnes risquent de subir des blessu‐
res graves, voire mortelles.
► Il est nécessaire de lire, de bien
comprendre et de conserver précieu‐
sement cette Notice d'emploi.
► Si l'on confie la tronçonneuse à une autre
personne : il faut y joindre la Notice d'emploi.
► S'assurer que l'utilisateur remplit les condi‐
tions suivantes :
–
L'utilisateur est reposé.
–
L'utilisateur doit avoir reçu la formation
requise pour les interventions rapides
avec une tronçonneuse.
–
L'utilisateur doit disposer de toute son
intégrité physique, sensorielle et mentale
pour être capable d'utiliser correctement
la tronçonneuse et de travailler avec la
tronçonneuse.
–
L'utilisateur est capable de reconnaître et
d'évaluer les dangers de la tronçon‐
neuse.
–
L'utilisateur est majeur ou bien l'utilisa‐
teur faisant un apprentissage profession‐
nel travaille sous la surveillance d'un ins‐
tructeur conformément aux dispositions
nationales applicables.
–
L'utilisateur ne se trouve pas sous l'in‐
fluence de l'alcool, de drogues ou de
médicaments.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
■ Le système d'allumage de la tronçonneuse
engendre un champ électromagnétique. Le
champ électromagnétique peut avoir une
influence sur des stimulateurs cardiaques.
L'utilisateur peut alors subir des blessures gra‐
ves, voire mortelles.
►
Si l'utilisateur porte un stimulateur cardia‐
que : s'assurer que ce stimulateur cardiaque
est insensible à l'influence du champ magné‐
tique.
4.4 Vêtements et équipement
AVERTISSEMENT
■ Au cours du travail, les cheveux longs risquent
d'être happés par la tronçonneuse. L’utilisa‐
teur risque de subir des blessures graves.
►
Les personnes aux cheveux longs doivent
les nouer et les assurer de telle sorte qu'ils
soient maintenus au-dessus des épaules.
■
Au cours du travail, des objets peuvent être
soulevés du sol et projetés à haute vitesse.
L’utilisateur risque d'être blessé.
► Porter des lunettes de protection
couvrant étroitement les yeux. Les
lunettes de protection appropriées
disponibles dans le commerce sont
certifiées conformément à la
norme EN 166 ou aux dispositions
nationales en vigueur et portent le
marquage correspondant.
►
Porter une visière pour se protéger le visage.
► Porter un vêtement de coupe assez étroite et
à manches longues.
■ Le travail avec cette machine est bruyant. Le
bruit peut causer des lésions de l'ouïe.
► Porter une protection auditive.
■ Une chute d'objets peut causer des blessures
à la tête.
► Si, au cours du travail, des objets ris‐
quent de tomber : porter un casque
de protection.
■ Au cours du travail, la machine peut soulever
de la poussière et produire un dégagement de
vapeurs. La poussière et les vapeurs inhalées
peuvent nuire aux voies respiratoires et
déclencher des réactions allergiques.
►
Porter un masque antipoussière ou un mas‐
que respiratoire.
■ Des vêtements mal appropriés risquent de se
prendre dans la tronçonneuse ou dans les
objets environnants. S’il ne porte pas les vête‐
ments appropriés, l’utilisateur risque de subir
des blessures graves.
►
Porter des vêtements ajustés.
► Ne pas porter d’écharpe, ni de bijoux.
■ Au cours du travail, l'utilisateur peut entrer en
contact avec la chaîne en rotation. L’utilisateur
risque de subir des blessures graves.
4 Prescriptions de sécurité français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 31
► Porter un pantalon long avec une protection
anticoupure.
■ Au cours du travail, l'utilisateur peut se couper
en touchant des objets aux arêtes vives. Au
cours du nettoyage ou de la maintenance, l'uti‐
lisateur peut entrer en contact avec la chaîne.
L’utilisateur risque d'être blessé.
►
Porter des gants de travail en matière résis‐
tante.
■ S'il ne porte pas les chaussures appropriées,
l'utilisateur risque de glisser. Si l'utilisateur
entre en contact avec la chaîne en rotation, il
risque de se couper. L’utilisateur risque d'être
blessé.
►
Porter des chaussures conçues pour le tra‐
vail à la tronçonneuse, avec protection anti‐
coupure.
4.5 Aire de travail et voisinage
AVERTISSEMENT
■ Des passants, des enfants et des animaux ne
peuvent pas reconnaître et évaluer les dan‐
gers de la scie à chaîne et des objets soule‐
vés et projetés par la scie à chaîne. Des pas‐
sants, des enfants ou des animaux risquent
d'être grièvement blessés, et des dégâts
matériels peuvent survenir.
►
Veiller à ce que d'autres personnes, des
enfants ou des animaux, ne s'approchent
pas de la zone de travail.
►
Ne pas laisser la scie à chaîne sans surveil‐
lance.
► Veiller à ce que des enfants ne puissent pas
jouer avec la scie à chaîne.
■ Lorsque le moteur est en marche, des gaz
d'échappement très chauds sortent du silen‐
cieux. Les gaz très chauds peuvent enflammer
des matières facilement inflammables et cau‐
ser des incendies.
►
Veiller à ce que le flux de gaz d'échappe‐
ment soit toujours suffisamment éloigné de
toute matière aisément inflammable.
4.6 Bon état pour une utilisation en
toute sécurité
4.6.1 Tronçonneuse
La tronçonneuse se trouve en bon état pour une
utilisation en toute sécurité si les conditions sui‐
vantes sont remplies :
–
La tronçonneuse ne présente aucun endom‐
magement.
–
La tronçonneuse ne présente aucune fuite de
carburant.
–
Le bouchon du réservoir à carburant et le bou‐
chon du réservoir à huile sont fermés.
–
La tronçonneuse est propre.
–
L'arrêt de chaîne est monté et n'est pas
endommagé.
–
Le frein de chaîne fonctionne.
–
Les éléments de commande fonctionnent et
n'ont pas été modifiés.
–
Le graissage de la chaîne fonctionne.
–
La profondeur des traces d'usure du pignon ne
dépasse pas 0,5 mm.
–
Une combinaison de guide-chaîne et de
chaîne indiquée dans la présente Notice d'em‐
ploi est montée.
–
Le guide-chaîne et la chaîne sont montés cor‐
rectement.
–
Le limiteur de profondeur de coupe est monté
correctement et n'est pas endommagé.
–
La chaîne est correctement tendue.
–
Les accessoires montés sont des accessoires
d'origine STIHL destinés à cette tronçon‐
neuse.
–
Les accessoires sont montés correctement.
AVERTISSEMENT
■ Si l'état impeccable requis pour la sécurité
n'est pas garanti, il est possible que des com‐
posants ne fonctionnent plus correctement,
que des dispositifs de sécurité soient mis hors
service et que du carburant s'échappe. Des
personnes risquent de subir des blessures
graves, voire mortelles.
►
Ne travailler qu'avec une tronçonneuse qui
ne présente aucun endommagement.
► Si la tronçonneuse perd du carburant : ne
pas travailler avec la tronçonneuse, mais
consulter un revendeur spécialisé STIHL.
►
Fermer le bouchon du réservoir à carburant
et le bouchon du réservoir à huile.
► Si la tronçonneuse est encrassée : nettoyer
la tronçonneuse.
► Ne travailler qu'avec un arrêt de chaîne bien
monté et sans aucun endommagement.
► N'apporter aucune modification à la tronçon‐
neuse. Exception : montage d'une combinai‐
son de guide-chaîne et de chaîne indiquée
dans la présente Notice d'emploi et montage
du limiteur de profondeur de coupe.
►
Si les éléments de commande ne fonction‐
nent pas : ne pas travailler avec la tronçon‐
neuse.
►
Monter des accessoires d'origine STIHL des‐
tinés à cette tronçonneuse.
► Monter le guide-chaîne et la chaîne comme
décrit dans la présente Notice d'emploi.
français 4 Prescriptions de sécurité
32 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Monter le limiteur de profondeur de coupe
comme décrit dans la présente Notice d'em‐
ploi.
►
Monter les accessoires comme indiqué dans
la présente Notice d'emploi ou dans la
Notice d'emploi de ces accessoires.
►
N'introduire aucun objet dans les orifices de
la tronçonneuse.
► Remplacer les étiquettes d'avertissement
usées ou endommagées.
► En cas de doute : demander conseil à un
revendeur spécialisé STIHL.
4.6.2 Guide-chaîne
Le guide-chaîne se trouve en bon état pour une
utilisation en toute sécurité si les conditions sui‐
vantes sont remplies :
–
Le guide-chaîne ne présente aucun endom‐
magement.
–
Le guide-chaîne n'est pas déformé.
–
La profondeur de la rainure atteint ou dépasse
la profondeur de rainure minimale,
19.3.
–
Les joues de la rainure ne présentent pas de
bavures.
–
La rainure du guide-chaîne n'est ni resserrée,
ni évasée.
AVERTISSEMENT
■ Si le guide-chaîne n'est pas dans l'état impec‐
cable requis pour la sécurité, il ne peut plus
guider correctement la chaîne. La chaîne en
rotation risque de sauter du guide-chaîne. Des
personnes risquent alors de subir des blessu‐
res graves, voire mortelles.
►
Ne travailler qu'avec un guide-chaîne qui ne
présente aucun endommagement.
► Si la profondeur de la rainure est inférieure à
la profondeur de rainure minimale : rempla‐
cer le guide-chaîne.
►
Ébavurer le guide-chaîne une fois par
semaine.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
4.6.3 Chaîne
La chaîne se trouve en bon état pour une utilisa‐
tion en toute sécurité si les conditions suivantes
sont remplies :
–
La chaîne ne présente aucun endommage‐
ment.
–
La chaîne est correctement affûtée.
–
Les repères d'usure des dents de coupe sont
visibles
AVERTISSEMENT
■ Si l'état impeccable requis pour la sécurité
n'est pas garanti, il est possible que des com‐
posants ne fonctionnent plus correctement et
que des dispositifs de sécurité soient mis hors
service. Des personnes risquent de subir des
blessures graves, voire mortelles.
►
Ne travailler qu'avec une chaîne qui ne pré‐
sente aucun endommagement.
► Affûter correctement la chaîne.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
4.7 Carburant et ravitaillement
AVERTISSEMENT
■ Le carburant à utiliser pour cette tronçonneuse
est un mélange composé d'essence et d'huile
pour moteur deux-temps. L'essence et le
mélange sont extrêmement inflammables. Si
l'essence ou le mélange entre en contact avec
une flamme ou avec des objets très chauds,
cela peut causer un incendie ou une explo‐
sion. Cela peut causer des dégâts matériels et
des personnes risquent de subir des blessures
très graves, voire mortelles.
► Préserver l'essence et le mélange de la cha‐
leur et du feu.
► Ne pas renverser de l'essence ou du
mélange.
► Si l'on a renversé du carburant : essuyer le
carburant avec un chiffon et ne pas essayer
de mettre le moteur en route avant que tou‐
tes les pièces de la tronçonneuse soient
sèches.
►
Ne pas fumer.
► Ne pas faire le plein à proximité d'un feu.
► Avant de refaire le plein, arrêter le moteur et
le laisser refroidir.
► Pour mettre le moteur en route, aller au
moins à 3 mètres du lieu où l'on a fait le plein
de carburant.
■
Les personnes qui inhalent les vapeurs de
l'essence ou du mélange risquent de s'intoxi‐
quer.
►
Ne pas inhaler les vapeurs de l'essence ou
du mélange.
► Faire le plein à un endroit bien aéré.
■ Au cours du travail ou dans un environnement
très chaud, la tronçonneuse chauffe. Suivant
le type de carburant, l'altitude, la température
ambiante et la température de la tronçon‐
neuse, le carburant se dilate et une surpres‐
sion peut s'établir dans le réservoir à carbu‐
4 Prescriptions de sécurité français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 33
rant. Lorsqu'on ouvre le bouchon du réservoir
à carburant, du carburant peut gicler et s'en‐
flammer. Cela peut causer des dégâts maté‐
riels et l'utilisateur risque d'être grièvement
blessé.
►
Il faut attendre que la tronçonneuse soit
refroidie, avant d'ouvrir le bouchon du réser‐
voir à carburant.
►
Ne pas ouvrir le bouchon du réservoir à car‐
burant d'un seul coup, mais l'ouvrir progres‐
sivement.
■
Des vêtements qui ont été en contact avec de
l'essence ou du mélange peuvent s'enflammer
plus facilement. Cela peut causer des dégâts
matériels et des personnes risquent de subir
des blessures très graves, voire mortelles.
►
Si les vêtements ont été en contact avec de
l'essence ou du mélange : changer de vête‐
ments.
■
Le mélange, l'essence et l'huile pour moteurs
deux-temps peuvent nuire à l'environnement.
► Ne pas renverser du mélange, de l'essence
ou de l'huile pour moteurs deux-temps.
► Éliminer le mélange, l'essence ou l'huile pour
moteurs deux-temps conformément aux pre‐
scriptions pour la protection de l'environne‐
ment.
■
Si du mélange, de l'essence ou de l'huile pour
moteurs deux-temps entre en contact avec la
peau ou avec les yeux, cela peut causer une
irritation de la peau ou des yeux.
►
Éviter tout contact avec du mélange, de l'es‐
sence ou de l'huile pour moteurs deux-
temps.
►
En cas de contact accidentel avec la peau :
les surfaces de la peau touchées doivent
être savonnées et lavées à grande eau.
►
En cas de contact accidentel avec les yeux :
se rincer les yeux à grande eau pendant au
moins 15 minutes et consulter un médecin.
■
Le système d'allumage de la tronçonneuse
produit des étincelles. Des étincelles peuvent
jaillir à l'extérieur et, dans un environnement
contenant des matières facilement inflamma‐
bles ou explosives, elles risquent de causer
des incendies ou des explosions. Cela peut
causer des dégâts matériels et des personnes
risquent de subir des blessures très graves,
voire mortelles.
► Utiliser des bougies spécifiées dans la pré‐
sente Notice d'emploi.
► Visser la bougie et la serrer fermement.
► Emboîter fermement le contact de câble d'al‐
lumage sur la bougie.
■ Si l'on a fait le plein de la tronçonneuse avec
un mélange composé d'essence qui ne con‐
vient pas ou d'huile pour moteurs deux-temps
qui ne convient pas, ou bien avec un mélange
dont le rapport essence / huile pour moteurs
deux-temps n'est pas correct, cela risque d'en‐
dommager la tronçonneuse.
►
Composer le mélange comme décrit dans la
présente Notice d'emploi.
■ Si l'on a stocké le carburant pendant une
assez longue période, il est possible que le
mélange d'essence et d'huile pour moteurs
deux-temps se soit décomposé. Si l'on fait le
plein avec du mélange décomposé, cela ris‐
que d'endommager la tronçonneuse.
►
Avant de faire le plein de la tronçonneuse :
bien mélanger le carburant.
► Utiliser un mélange d'essence et d'huile pour
moteurs deux-temps dont la durée de stoc‐
kage ne dépasse pas 30 jours (durée de
stockage maximale pour le carburant STIHL
MotoMix : 2 ans).
4.8 Sciage
AVERTISSEMENT
■ Si personne ne se trouve à portée de voix, en
dehors de l'aire de travail, aucun secours n'est
possible en cas d'urgence.
►
S'assurer que des personnes se trouvent à
portée de voix, en dehors de l'aire de travail.
■ Si l'utilisateur ne met pas le moteur en route
comme il faut, l'utilisateur risque de perdre le
contrôle de la tronçonneuse. L'utilisateur ris‐
que alors de subir des blessures graves.
►
Pour mettre le moteur en route, procéder
comme décrit dans la présente Notice d'em‐
ploi.
►
Si la chaîne est en contact avec le sol ou un
objet quelconque : ne pas lancer le moteur.
■ Dans certaines situations, l'utilisateur ne peut
plus travailler avec la concentration néces‐
saire. L'utilisateur risque de perdre le contrôle
de la tronçonneuse, de trébucher, de tomber
et de subir des blessures graves.
►
Travailler calmement et de façon réfléchie.
► Si les conditions d'éclairage et de visibilité
sont mauvaises : ne pas travailler avec la
tronçonneuse.
►
La tronçonneuse ne doit être maniée que par
une seule personne.
► Ne pas travailler à bras levés – c'est-à-dire à
une hauteur supérieure aux épaules.
► Faire attention aux obstacles.
► Travailler en se tenant debout sur le sol et
veiller à ne pas risquer de perdre l'équilibre.
S'il est nécessaire de travailler en hauteur :
français 4 Prescriptions de sécurité
34 0458-787-7621-B. VA0.M20.
utiliser une nacelle élévatrice ou un échafau‐
dage stable.
► Si l'on constate des signes de fatigue : faire
une pause.
■ Lorsque le moteur est en marche, il dégage
des gaz d'échappement. Les personnes qui
inhalent les gaz d'échappement risquent de
s'intoxiquer.
►
Ne pas inhaler les gaz d'échappement.
► Travailler avec la tronçonneuse à un endroit
bien aéré.
► En cas de nausée, de maux de tête, de ver‐
tige ou de troubles de la vue ou de l'ouïe :
arrêter le travail et consulter un médecin.
■
Lorsque l'utilisateur porte une protection audi‐
tive et que le moteur est en marche, l'utilisa‐
teur peut moins bien percevoir et évaluer les
bruits ambiants.
►
Travailler calmement et de façon réfléchie.
■ S'il travaille avec la tronçonneuse en laissant
le levier de commande universel dans la posi‐
tion
, l'utilisateur ne peut pas contrôler le
fonctionnement de la tronçonneuse. L'utilisa‐
teur risque alors de subir des blessures gra‐
ves.
►
Placer le levier de commande universel dans
la position .
► Pour mettre le moteur en route, procéder
comme décrit dans la présente Notice d'em‐
ploi.
■
Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est
engagé, cela risque d'endommager le frein de
chaîne.
►
Il faut donc desserrer le frein de chaîne
avant d'accélérer pour commencer le travail.
■ La chaîne en rotation risque de couper l'utilisa‐
teur. L'utilisateur risque alors de subir des
blessures graves.
►
Ne pas toucher à la chaîne en rotation.
► Si la chaîne est bloquée par un objet quel‐
conque : arrêter le moteur et engager le frein
de chaîne. Enlever seulement ensuite l'objet
coincé.
■
La chaîne en rotation chauffe et se dilate. Si la
chaîne n'est pas suffisamment graissée et
retendue, la chaîne risque de sauter du guide-
chaîne ou de casser. Cela peut causer des
dégâts matériels et des personnes risquent
d'être grièvement blessées.
►
Utiliser de l'huile de chaîne adhésive.
► Au cours du travail, contrôler régulièrement
la tension de la chaîne. Si la tension de la
chaîne est trop faible : retendre la chaîne.
■
Si, au cours du travail, l'on constate un chan‐
gement d'état ou un comportement inhabituel
de la tronçonneuse, il est possible que la tron‐
çonneuse ne soit plus dans l'état requis pour
une utilisation en toute sécurité. Cela peut
causer des dégâts matériels et des personnes
risquent d'être grièvement blessées.
►
Arrêter le travail et consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
■ Au cours du travail, la tronçonneuse peut pro‐
duire des vibrations.
► Porter des gants.
► Faire des pauses.
► Si l'on constate des symptômes qui pour‐
raient signaler une perturbation de l'irrigation
sanguine des mains : consulter un médecin.
■
Si la chaîne en rotation heurte un objet dur,
cela peut produire des étincelles. À proximité
de matières facilement inflammables, les étin‐
celles peuvent causer des incendies. Cela
peut causer des dégâts matériels et des per‐
sonnes risquent de subir des blessures très
graves, voire mortelles.
►
Ne pas travailler à proximité de matières
facilement inflammables.
■ Lorsqu'on relâche la gâchette d'accélérateur,
la chaîne continue de tourner pendant quel‐
ques instants. Si la chaîne en rotation entre en
contact avec une personne, elle peut causer
de graves coupures. Des personnes risquent
d'être grièvement blessées.
►
Attendre que la chaîne ne tourne plus.
0000-GXX-1245-A0
1
2
1
2
AVERTISSEMENT
■
Si l'on coupe des objets sous contrainte, le
guide-chaîne risque de se coincer. L'utilisateur
risque de perdre le contrôle de la tronçon‐
neuse et de subir des blessures graves.
►
Scier tout d'abord une entaille initiale du côté
de pression (1), puis exécuter la coupe de
séparation du côté de traction (2).
4 Prescriptions de sécurité français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 35
4.9 Forces de réaction
4.9.1 Rebond
0000-GXX-2732-A0
Un rebond peut se produire dans les cas sui‐
vants :
–
Si, dans la zone du quart supérieur de la tête
du guide-chaîne, la chaîne en rotation heurte
un objet dur et est rapidement freinée.
–
Si, dans la zone de la tête du guide-chaîne, la
chaîne en rotation se trouve coincée.
Le frein de chaîne ne peut pas empêcher un
rebond.
AVERTISSEMENT
■
0000-GXX-4119-A0
Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut
être projetée vers le haut et en direction de
l'utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le
contrôle de la tronçonneuse et de subir des
blessures graves, voire mortelles.
► Tenir fermement la tronçonneuse à deux
mains.
► Veiller à ce qu'aucune partie du corps de
l'utilisateur ne se trouve dans le prolonge‐
ment du plan de basculement de la tronçon‐
neuse.
►
Travailler comme décrit dans la présente
Notice d'emploi.
► Ne pas travailler avec la zone du quart supé‐
rieur de la tête du guide-chaîne.
► Travailler avec une chaîne correctement
affûtée et correctement tendue.
► Utiliser une chaîne à tendance au rebond
réduite.
► Utiliser un guide-chaîne à tête de renvoi de
faible diamètre.
► Scier en accélérant à fond.
■ Pour une intervention rapide, il peut être
nécessaire de travailler avec le nez du guide-
chaîne. Le travail avec le nez du guide-chaîne
présente de plus grands risques de rebond.
L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la
tronçonneuse et de subir des blessures gra‐
ves, voire mortelles.
►
L'utilisateur doit impérativement avoir reçu la
formation requise pour les interventions rapi‐
des avec une tronçonneuse.
4.9.2 Traction
0000-GXX-1348-A0
Lorsqu'on travaille avec le côté inférieur du
guide-chaîne, la tronçonneuse est tirée dans le
sens opposé à l'utilisateur.
AVERTISSEMENT
■ Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et
est rapidement freinée, la tronçonneuse peut
être brusquement et très fortement tirée dans
le sens opposé à utilisateur. L'utilisateur risque
de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de
subir des blessures graves, voire mortelles.
►
Tenir fermement la tronçonneuse à deux
mains.
► Travailler comme décrit dans la présente
Notice d'emploi.
► Mener le guide-chaîne dans la fente de
coupe en le maintenant bien droit.
► Appliquer correctement la griffe contre le
bois.
► Scier en accélérant à fond.
4.9.3 Contrecoup
0000-GXX-1349-A0
français 4 Prescriptions de sécurité
36 0458-787-7621-B. VA0.M20.
Lorsqu'on travaille avec le côté supérieur du
guide-chaîne, la tronçonneuse est repoussée en
direction de l'utilisateur.
AVERTISSEMENT
■
Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et
est rapidement freinée, la tronçonneuse peut
être brusquement et très fortement repoussée
en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque
de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de
subir des blessures graves, voire mortelles.
►
Tenir fermement la tronçonneuse à deux
mains.
► Travailler comme décrit dans la présente
Notice d'emploi.
► Mener le guide-chaîne dans la fente de
coupe en le maintenant bien droit.
► Scier en accélérant à fond.
4.10 Transport
AVERTISSEMENT
■ Au cours du transport, la tronçonneuse risque
de se renverser ou de se déplacer. Cela peut
causer des dégâts matériels et des personnes
risquent d'être grièvement blessées.
►
Arrêter le moteur.
► Engager le frein de chaîne.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte qu'il recouvre intégralement le
guide-chaîne.
►
Assurer la tronçonneuse avec des sangles
ou un filet, de telle sorte qu'elle ne risque
pas de se renverser ou de se déplacer.
■
0000-GXX-2733-A0
Après le fonctionnement du moteur, le silen‐
cieux et le moteur peuvent être très chauds.
L'utilisateur risque de se brûler.
► Porter la tronçonneuse de la main droite, par
la poignée tubulaire, de telle sorte que le
guide-chaîne soit orienté vers l'arrière.
4.11 Rangement
AVERTISSEMENT
■
Les enfants ne peuvent pas reconnaître et
évaluer les dangers de la tronçonneuse. Les
enfants risquent d'être grièvement blessés.
►
Arrêter le moteur.
► Engager le frein de chaîne.
► Glisser le protège-chaîne par-dessus le
guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre
intégralement le guide-chaîne.
►
Conserver la tronçonneuse hors de portée
des enfants.
■ L'humidité risque d'entraîner une corrosion
des contacts électriques de la tronçonneuse et
des composants métalliques. La tronçonneuse
pourrait être endommagée.
►
Conserver la tronçonneuse au propre et au
sec.
4.12 Nettoyage, entretien et répara‐
tion
AVERTISSEMENT
■ Si l'on procède au nettoyage, à la mainte‐
nance ou à une réparation en laissant le
moteur en marche, la chaîne peut être acci‐
dentellement mise en mouvement. Des per‐
sonnes peuvent être grièvement blessées et
des dégâts matériels peuvent survenir.
►
Arrêter le moteur.
► Engager le frein de chaîne.
■ Après le fonctionnement du moteur, le silen‐
cieux et le moteur peuvent être très chauds.
Des personnes peuvent se brûler.
►
Attendre que le silencieux et le moteur soient
refroidis.
■ Un nettoyage avec des détergents agressifs,
un jet d'eau ou des objets pointus peut
endommager la tronçonneuse, le guide-chaîne
et la chaîne. Si la tronçonneuse, le guide-
chaîne ou la chaîne ne sont pas nettoyés
comme il faut, il est possible que des compo‐
sants ne fonctionnent plus correctement et
que des dispositifs de sécurité soient mis hors
service. Des personnes risquent d'être griève‐
ment blessées.
► Nettoyer la tronçonneuse, le guide-chaîne et
la chaîne comme décrit dans la présente
Notice d'emploi.
■
Si l'utilisateur procède lui-même à la mainte‐
nance ou à la réparation de la tronçonneuse, il
est possible que des composants ne fonction‐
nent plus correctement et que des dispositifs
de sécurité soient mis hors service. Des per‐
4 Prescriptions de sécurité français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 37
sonnes risquent de subir des blessures gra‐
ves, voire mortelles.
► Ne pas effectuer soi-même la maintenance
ou la réparation de la tronçonneuse.
► Si une maintenance ou une réparation de la
tronçonneuse s'avère nécessaire : consulter
un revendeur spécialisé STIHL.
■
Si l'on ne procède pas à la maintenance ou à
la réparation du guide-chaîne et de la chaîne
comme décrit dans la présente Notice d'em‐
ploi, il est possible que des composants ne
fonctionnent plus correctement et que des dis‐
positifs de sécurité soient mis hors service.
Des personnes risquent d'être grièvement
blessées.
► Effectuer la maintenance ou la réparation du
guide-chaîne et de la chaîne comme décrit
dans la présente Notice d'emploi.
■
Au cours du nettoyage ou de la maintenance
de la chaîne, l'utilisateur peut se couper sur
les dents de coupe acérées. L’utilisateur ris‐
que d'être blessé.
►
Porter des gants de travail en matière résis‐
tante.
5 Préparatifs avant l'utilisa‐
tion de la tronçonneuse
5.1 Préparatifs avant l'utilisation de
la tronçonneuse
Chaque fois, avant de commencer le travail, il
faut effectuer les opérations suivantes :
► S'assurer que les composants suivants se
trouvent dans l'état impeccable requis pour la
sécurité :
–
Tronçonneuse, 4.6.1.
–
Guide-chaîne, 4.6.2.
–
Chaîne, 4.6.3.
►
Nettoyer la tronçonneuse,
15.1.
►
Monter le guide-chaîne et la chaîne, 6.1.1.
►
Monter le limiteur de profondeur de coupe,
6.2.1.
►
Tendre la chaîne, 6.3.
►
Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive,
6.4.
►
Contrôler le frein de chaîne, 10.4.
►
Faire le plein de carburant, 8.2.
►
Contrôler les éléments de commande,
10.5.
►
Contrôler le graissage de la chaîne, 10.6.
►
Ajuster le limiteur de profondeur de coupe,
11.5.
► Si ces opérations ne peuvent pas être exécu‐
tées : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais
consulter un revendeur spécialisé STIHL.
6 Assemblage de la tronçon‐
neuse
6.1 Montage et démontage du
guide-chaîne et de la chaîne
6.1.1 Montage du guide-chaîne et de la
chaîne
Les combinaisons de guide-chaîne et de chaîne
qui conviennent pour le pignon respectif et dont
le montage est autorisé sont indiquées dans les
caractéristiques techniques,
20.1.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
3
0000-GXX-2734-A0
2
4
1
► Tourner les écrous (1) dans le sens inverse
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on
puisse enlever le couvercle de pignon (2).
► Enlever le couvercle de pignon (2).
► Tourner la vis de tension (3) dans le sens
inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce
que le coulisseau de tension (4) bute contre le
bord de la découpure du carter, à gauche.
0000-GXX-2954-A0
► Poser la chaîne dans la rainure du guide-
chaîne de telle sorte que, sur la face supéri‐
eure du guide-chaîne, les flèches estampées
sur les maillons intermédiaires de la chaîne
soient orientées dans le sens de rotation.
français 5 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçonneuse
38 0458-787-7621-B. VA0.M20.
0000-GXX-2735-A0
7
► Poser le guide-chaîne avec la chaîne sur la
tronçonneuse de telle sorte que les conditions
suivantes soient remplies :
–
Les maillons d'entraînement de la chaîne
sont en prise sur les dents du pignon (7).
–
Les vis à embase (5) se trouvent dans le
trou oblong du guide-chaîne (6).
–
Le tourillon du coulisseau de tension (4) se
trouve dans le trou (8) du guide-chaîne (6).
L'orientation du guide-chaîne (6) ne joue aucun
rôle. Le texte imprimé sur le guide-chaîne (6)
peut aussi se trouver à l'envers.
► Desserrer le frein de chaîne.
0000-GXX-2928-A0
► Tourner la vis de tension (3) dans le sens des
aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la
chaîne s'applique contre le guide-chaîne.
Amener en même temps les maillons d'entraî‐
nement de la chaîne dans la rainure du guide-
chaîne.
Le guide-chaîne (6) et la chaîne s'appliquent
contre la tronçonneuse.
► Appliquer le couvercle de pignon (2) contre la
tronçonneuse de telle sorte qu'il affleure avec
la tronçonneuse.
► Visser et serrer fermement les écrous (1).
6.1.2 Démontage du guide-chaîne et de la
chaîne
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Démonter le limiteur de profondeur de coupe.
► Tourner les écrous dans le sens inverse des
aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on
puisse enlever le couvercle de pignon.
► Enlever le couvercle de pignon.
► Tourner la vis de tension à fond dans le sens
inverse des aiguilles d'une montre.
La chaîne est détendue.
► Enlever le guide-chaîne et la chaîne.
6.2 Montage et démontage du limi‐
teur de profondeur de coupe
6.2.1 Montage du limiteur de profondeur de
coupe
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Monter le guide-chaîne et la chaîne.
2
1
0000-GXX-3170-A0
► Glisser la glissière (1) sur le guide-chaîne de
telle sorte que l'ouverture de la glissière (1)
soit orientée vers le bas.
► Visser les vis (2).
0000-GXX-5872-A0
1
2
3
4
► Glisser le tiroir (3) par-dessus la glissière (1).
► Visser le levier du mécanisme de serrage
rapide (4).
► Serrer fermement les vis (2).
0000-GXX-5886-A0
3
4
A
► Pousser le tiroir (3) à fond en direction du nez
du guide-chaîne.
6 Assemblage de la tronçonneuse français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 39
► Rabattre complètement le levier du méca‐
nisme de serrage rapide (4) en direction de la
zone (A).
Le tiroir (3) ne peut plus coulisser et le levier
du mécanisme de serrage rapide (4) est appli‐
qué contre le limiteur de profondeur de coupe,
dans la zone (A).
6.2.2 Démontage du limiteur de profondeur
de coupe
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
2
3
1
0000-GXX-5887-A0
► Écarter le levier du mécanisme de serrage
rapide (1).
► Dévisser le levier du mécanisme de serrage
rapide (1).
► Extraire le tiroir (2) de la glissière (3).
4
3
0000-GXX-3177-A0
► Dévisser les vis (4).
► Enlever la glissière (3) du guide-chaîne.
6.3 Tension de la chaîne
Au cours du travail, la chaîne se dilate ou se
rétrécit. La tension de la chaîne varie. Au cours
du travail, il faut régulièrement contrôler la ten‐
sion de la chaîne et retendre la chaîne si néces‐
saire.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte que le nez du guide-chaîne soit
visible.
1
0000-GXX-3175-A0
2
► Desserrer les écrous (1).
► Desserrer le frein de chaîne.
► Soulever le nez du guide-chaîne et tourner la
vis de tension (2) dans le sens des aiguilles
d'une montre jusqu'à ce que les conditions sui‐
vantes soient remplies :
–
La chaîne affleure avec la face inférieure du
guide-chaîne.
–
En saisissant la chaîne entre deux doigts et
en exerçant un faible effort, on peut encore
la faire glisser sur le guide-chaîne.
► S'il n'est plus possible de tirer la chaîne à la
main sur le guide-chaîne : tourner la vis de
tension (2) dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre jusqu'à ce qu'on puisse faire
glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la sai‐
sissant entre deux doigts et en exerçant un
faible effort.
► Soulever le nez du guide-chaîne et serrer fer‐
mement les écrous (1).
6.4 Ravitaillement en huile de
chaîne adhésive
L'huile de chaîne adhésive lubrifie et refroidit la
chaîne en rotation.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Poser la tronçonneuse sur une surface plane,
de telle sorte que le bouchon du réservoir à
huile soit orienté vers le haut.
► Nettoyer la zone située autour du bouchon du
réservoir à huile avec un chiffon humide.
0000-GXX-2930-A0
► Relever l'étrier du bouchon du réservoir à
huile.
français 6 Assemblage de la tronçonneuse
40 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Tourner le bouchon du réservoir à huile jus‐
qu'en butée, dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le bouchon du réservoir à huile.
► Introduire de l'huile de chaîne adhésive en
veillant à ne pas renverser d'huile de chaîne
adhésive et à ne pas remplir le réservoir
d'huile jusqu'au bord.
► Si l'étrier du bouchon du réservoir à huile est
rabattu : relever l'étrier.
2
3
1
0000-GXX-2931-A0
1
► Présenter le bouchon du réservoir à huile de
telle sorte que la marque (1) soit orientée vers
la marque (2).
► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers
le bas et le tourner jusqu'en butée dans le
sens des aiguilles d'une montre.
Le bouchon du réservoir à huile s'encliquette
avec un déclic audible. La marque (1) est ori‐
entée vers la marque (3).
► Contrôler s'il est possible d'enlever le bouchon
du réservoir à huile en tirant vers le haut.
► S'il n'est pas possible d'enlever le bouchon du
réservoir à huile en tirant vers le haut : rabat‐
tre l'étrier du bouchon du réservoir à huile.
Le réservoir à huile est fermé.
S'il est possible d'enlever le bouchon du réser‐
voir à huile en tirant vers le haut, il faut effectuer
les opérations suivantes :
► Présenter le bouchon du réservoir à huile
dans n'importe quelle position.
1
0000-GXX-3135-A0
2
► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers
le bas et le tourner jusqu'en butée dans le
sens des aiguilles d'une montre.
► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers
le bas et le tourner dans le sens inverse des
aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la mar‐
que (1) soit orientée vers la marque (2).
► Essayer une nouvelle fois de fermer le réser‐
voir à huile.
► S'il n'est toujours pas possible de fermer le
réservoir à huile : ne pas travailler avec la
tronçonneuse, mais consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
La tronçonneuse n'est pas dans l'état requis
pour la sécurité.
6.5 Montage de la griffe
7
0000-GXX-3826-A0
1
2
3
4
5
6
2
► Glisser à fond les vis (2) à travers les trous du
couvercle de pignon (3).
► Pousser les bandes de glissement (1) dans
les échancrures du couvercle de pignon (3).
► Monter les rondelles (7).
► Monter le recouvrement (6).
► Monter la griffe (5).
► Visser et serrer fermement les écrous (4).
Il est interdit de démonter la griffe (5).
7 Serrage et desserrage du
frein de chaîne
7.1 Engagement du frein de chaîne
La tronçonneuse est équipée d'un frein de
chaîne.
Le frein de chaîne est enclenché automatique‐
ment en cas de rebond assez important, sous
l'effet de l'inertie de la masse du protège-main,
ou peut être enclenché par l'utilisateur.
7 Serrage et desserrage du frein de chaîne français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 41
0000-GXX-2932-A0
► Avec la main gauche, écarter le protège-main
de la poignée tubulaire.
Le protège-main s'encliquette avec un déclic
audible. Le frein de chaîne est engagé.
7.2 Desserrage du frein de chaîne
0000-GXX-2933-A0
► Avec la main gauche, tirer le protège-main en
direction de l'utilisateur.
Le protège-main s'encliquette avec un déclic
audible. Le frein de chaîne est desserré.
8 Composition du mélange et
ravitaillement en carburant
8.1 Composition du mélange
Le carburant nécessaire pour cette tronçonneuse
est un mélange composé d'huile pour moteurs
deux-temps et d'essence, selon le rapport 1:50.
STIHL recommande d'utiliser le carburant STIHL
MotoMix, un mélange prêt à l'usage.
Si l'on compose soi-même le mélange de carbu‐
rant, il est seulement permis d'utiliser de l'huile
STIHL pour moteur deux-temps ou une autre
huile moteur hautes performances des classes
JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB,
ISO-L-EGC ou ISO-L-EGD.
STIHL prescrit l'utilisation de l'huile HP ultra ou
d'une huile moteur hautes performances de
même qualité afin de garantir le respect des nor‐
mes antipollution sur toute la durée de vie de la
machine.
► S'assurer que l'essence employée ait un
indice d'octane d'au moins 90 RON et que la
teneur en alcool de l'essence ne dépasse pas
10 %.
► S'assurer que l'huile pour moteurs deux-temps
employée répond aux exigences.
► Calculer les quantités d'huile pour moteurs
deux-temps et d'essence nécessaires pour
composer la quantité de carburant souhaitée
avec un taux de mélange de 1:50. Exemples
de composition du mélange :
–
20 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 1 l
d'essence
–
60 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 3 l
d'essence
–
100 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 5 l
d'essence
► Prendre un bidon propre homologué pour du
carburant et y introduire d'abord l'huile pour
moteurs deux-temps, puis l'essence.
► Bien mélanger le carburant.
8.2 Ravitaillement en carburant
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Laisser la tronçonneuse refroidir.
► Poser la tronçonneuse sur une surface plane,
de telle sorte que le bouchon du réservoir à
carburant soit orienté vers le haut.
► Nettoyer la zone située autour du bouchon du
réservoir à carburant avec un chiffon humide.
► Relever l'étrier du bouchon du réservoir à car‐
burant.
0000-GXX-2934-A1
français 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant
42 0458-787-7621-B. VA0.M20.
AVERTISSEMENT
■ Au cours du travail ou dans un environnement
très chaud, la tronçonneuse chauffe. Suivant
le type de carburant, l'altitude, la température
ambiante et la température de la tronçon‐
neuse, le carburant se dilate et une surpres‐
sion peut s'établir dans le réservoir à carbu‐
rant. Lorsqu'on ouvre le bouchon du réservoir
à carburant, du carburant peut gicler et s'en‐
flammer. Cela peut causer des dégâts maté‐
riels et l'utilisateur risque d'être grièvement
blessé.
► Il faut attendre que la tronçonneuse soit
refroidie, avant d'ouvrir le bouchon du réser‐
voir à carburant.
►
Ne pas ouvrir le bouchon du réservoir à car‐
burant d'un seul coup, mais l'ouvrir progres‐
sivement.
►
Tourner le bouchon du réservoir d'env.
1/8 de tour dans le sens inverse des aiguil‐
les d'une montre.
Si le réservoir à carburant est sous pression,
la pression s'échappe avec un bruit audible.
► Une fois que la pression est complètement
tombée : tourner le bouchon du réservoir à
carburant dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre jusqu'à ce que la marque du
bouchon du réservoir à carburant coïncide
avec la marque du réservoir à carburant.
► Enlever le bouchon du réservoir à carburant.
AVIS
■ Sous l'effet de la lumière, des rayons de soleil
et de températures extrêmes, le mélange peut
se décomposer assez rapidement. Si l'on fait
le plein avec du mélange décomposé, cela ris‐
que d'endommager la tronçonneuse.
►
Bien mélanger le carburant.
► Ne pas faire le plein avec du carburant qui a
été stocké pendant plus de 30 jours.
► Faire le plein en veillant à ne pas renverser
du carburant et en laissant un espace d'au
moins 15 mm entre le niveau du carburant
et le bord du réservoir à carburant.
► Si l'étrier du bouchon du réservoir à carburant
est rabattu : relever l'étrier.
2
3
1
0000-GXX-2935-A1
1
4
► Présenter le bouchon du réservoir à carburant
de telle sorte que la marque (1) soit orientée
vers la marque (2).
► Pousser le bouchon du réservoir à carburant
vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le
sens des aiguilles d'une montre.
Le bouchon du réservoir à carburant s'encli‐
quette avec un déclic audible. La marque (1)
coïncide avec la marque (4) et est orientée
vers la marque (3).
► Contrôler s'il est possible d'enlever le bouchon
du réservoir à carburant en tirant vers le haut.
► S'il n'est pas possible d'enlever le bouchon du
réservoir à carburant en tirant vers le haut :
rabattre l'étrier du bouchon du réservoir à car‐
burant.
Le bouchon du réservoir à carburant est cor‐
rectement fermé.
S'il est possible d'enlever le bouchon du réser‐
voir à carburant en tirant vers le haut, il faut
effectuer les opérations suivantes :
► Présenter le bouchon du réservoir à carburant
dans n'importe quelle position.
0000-GXX-3136-A1
1
2
ABC
► Pousser le bouchon du réservoir à carburant
vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le
sens des aiguilles d'une montre.
► Pousser le bouchon du réservoir à carburant
vers le bas et le tourner dans le sens inverse
des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la
marque (1) soit orientée vers la marque (2).
► Essayer une nouvelle fois de fermer le réser‐
voir à carburant.
8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 43
► S'il n'est toujours pas possible de fermer le
réservoir à carburant : ne pas travailler avec la
tronçonneuse, mais consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
La tronçonneuse n'est pas dans l'état requis
pour la sécurité.
9 Mise en route et arrêt du
moteur
9.1 Mise en route du moteur
0000-GXX-6455-A0
2
1
3
► Engager le frein de chaîne (2).
► Enlever le protège-chaîne.
► Enfoncer la soupape de décompression (1).
► Placer le levier de commande universel (3)
dans la position
.
0000-GXX-2936-A0
► Tenir la tronçonneuse de l'une des 3 manières
possibles :
–
Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir
fermement la poignée tubulaire de la main
gauche en entourant la poignée tubulaire
avec le pouce, plaquer la machine sur le sol
et engager la pointe du pied droit (ou plus
précisément la pointe de la chaussure de
sécurité à porter pour travailler avec une
tronçonneuse) dans la poignée arrière de la
tronçonneuse.
–
Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir
fermement la poignée tubulaire de la main
gauche en entourant la poignée tubulaire
avec le pouce, plaquer la machine sur le sol
et engager le talon du pied droit (ou plus
précisément le talon de la chaussure de
sécurité à porter pour travailler avec une
tronçonneuse) dans la poignée arrière de la
tronçonneuse.
–
Tenir la tronçonneuse de la main gauche,
par la poignée tubulaire, en entourant la poi‐
gnée tubulaire avec le pouce, et serrer la
poignée arrière entre les genoux ou les
cuisses.
0000-GXX-2937-A0
► De la main droite, tirer lentement la poignée
du lanceur jusqu'au premier point dur percepti‐
ble.
► Tirer rapidement sur la poignée de lancement
et la guider à la main au retour. Répéter cette
procédure autant de fois que nécessaire, jus‐
qu'à ce que le moteur tourne.
► Si le levier de commande universel (3) se
trouve dans la position
: enfoncer briève‐
ment le blocage de gâchette d'accélérateur (4)
et la gâchette d'accélérateur (5).
Le levier de commande universel (3) saute
dans la position . Le moteur tourne au ralenti.
AVIS
■ Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est
engagé, cela risque d'endommager le frein de
chaîne.
►
Il faut donc desserrer le frein de chaîne
avant d'accélérer pour commencer le travail.
► Desserrer le frein de chaîne.
La tronçonneuse est prête à l'utilisation.
► Si le moteur ne démarre pas : placer le levier
de commande universel (3) dans la position
et essayer à nouveau de mettre le moteur en
marche.
français 9 Mise en route et arrêt du moteur
44 0458-787-7621-B. VA0.M20.
9.2 Arrêt du moteur
2
3
0000-GXX-6457-A0
1
► Relâcher la gâchette d'accélérateur (2) et le
blocage de gâchette d'accélérateur (3).
La chaîne ne tourne plus.
► Placer le levier de commande universel (1)
dans la position .
Le moteur s'arrête et le levier de commande
universel (1) revient dans la position .
10 Contrôle de la tronçon‐
neuse
10.1 Contrôle du pignon
► Arrêter le moteur.
► Desserrer le frein de chaîne.
► Démonter le couvercle de pignon.
► Démonter le guide-chaîne et la chaîne.
0000-GXX-3162-A0
a
► Contrôler les traces d'usure du pignon avec un
gabarit de contrôle STIHL.
► Si la profondeur des traces d'usure dépasse la
cote a = 0,5 mm : ne pas utiliser la tronçon‐
neuse, mais consulter un revendeur spécialisé
STIHL.
Le pignon doit être remplacé.
10.2 Contrôle du guide-chaîne
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Démonter le limiteur de profondeur de coupe.
► Démonter la chaîne et le guide-chaîne.
0000-GXX-1217-A0
► Mesurer la profondeur de la rainure du guide-
chaîne à l'aide de la jauge d'un gabarit d'affû‐
tage STIHL.
► Remplacer le guide-chaîne si l'une des condi‐
tions suivantes est remplie :
–
Le guide-chaîne est endommagé.
–
La profondeur de rainure mesurée est infé‐
rieure à la profondeur de rainure minimale
du guide-chaîne,
19.3.
–
La rainure du guide-chaîne est resserrée ou
évasée.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
10.3 Contrôle de la chaîne
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Démonter le limiteur de profondeur de coupe.
1
0000-GXX-1218-A0
2
► Mesurer la hauteur des limiteurs de profon‐
deur (1) à l'aide d'un gabarit d'affûtage
STIHL (2). Le gabarit d'affûtage STIHL doit
convenir pour le pas de la chaîne.
► Si un limiteur de profondeur (1) dépasse du
gabarit d'affûtage (2) : rectifier le limiteur de
profondeur (1) à l'aide d'une affûteuse STIHL
USG,
16.3.
10 Contrôle de la tronçonneuse français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 45
4
3
5
6
0000-GXX-3822-A0
► Contrôler si les repères d'usure (3, 4 et 6) sont
visibles sur les dents de coupe et sur les mail‐
lons intermédiaires.
► Contrôler si les tranchants (5) des dents de
coupe ne manquent pas.
► Si l'un des repères d'usure d'une dent de
coupe ou d'un maillon intermédiaire n'est pas
visible ou si un tranchant manque : ne pas uti‐
liser la chaîne, mais consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
► À l'aide d'un gabarit d'affûtage STIHL, vérifier
l'angle d'affûtage de 30° des dents de coupe.
Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour
le pas de la chaîne.
► Si l'angle d'affûtage de 30° n'a pas été res‐
pecté : affûter la chaîne.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
10.4 Contrôle du frein de chaîne
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte que le guide-chaîne soit visible sur
la plus grande longueur possible.
AVERTISSEMENT
■ Les dents de coupe de la chaîne sont acé‐
rées. L'utilisateur risque de se couper.
► Porter des gants de travail en matière résis‐
tante.
► Essayer de faire glisser la chaîne sur le
guide-chaîne en la tirant à la main.
S'il n'est pas possible de faire glisser la chaîne
sur le guide-chaîne en la tirant à la main, cela
prouve que le frein de chaîne fonctionne.
► S'il est possible de faire glisser la chaîne sur le
guide-chaîne en la tirant à la main : ne pas uti‐
liser la tronçonneuse, mais consulter un
revendeur spécialisé STIHL.
Le frein de chaîne est défectueux.
10.5 Contrôle des éléments de com‐
mande
Blocage de gâchette d'accélérateur et gâchette
d'accélérateur
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Essayer d'enfoncer la gâchette d'accélérateur
sans enfoncer le blocage de gâchette d'accé‐
lérateur.
► S'il est possible d'enfoncer la gâchette d'accé‐
lérateur : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais
consulter un revendeur spécialisé STIHL.
Le blocage de gâchette d'accélérateur est
défectueux.
► Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra‐
teur et le maintenir enfoncé.
► Enfoncer la gâchette d'accélérateur et la relâ‐
cher.
► Si la gâchette d'accélérateur fonctionne diffici‐
lement ou ne revient pas dans sa position ini‐
tiale, sous l'effet de son ressort : ne pas utili‐
ser la tronçonneuse, mais consulter un reven‐
deur spécialisé STIHL.
La gâchette d'accélérateur est défectueuse.
Arrêt du moteur
► Mettre le moteur en marche.
► Placer le levier de commande universel dans
la position
.
Le moteur s'arrête et le levier de commande
universel revient dans la position .
► Si le moteur ne s'arrête pas :
► Placer le levier de commande universel
dans la position .
Le moteur s'arrête.
► Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con‐
sulter un revendeur spécialisé STIHL.
La tronçonneuse est défectueuse.
10.6 Contrôle du graissage de la
chaîne
► Mettre le moteur en marche et desserrer le
frein de chaîne.
► Diriger le guide-chaîne vers une surface claire.
► Accélérer.
De l'huile de chaîne adhésive est projetée et
ses traces sont bien visibles sur la surface
claire. Le graissage de la chaîne fonctionne.
français 10 Contrôle de la tronçonneuse
46 0458-787-7621-B. VA0.M20.
11 Travail avec la tronçon‐
neuse
11.1 Réglage pour l'utilisation en
hiver
Lorsqu'on travaille avec la tronçonneuse à des
températures inférieures à +10 °C, le carburateur
peut givrer. Pour que le carburateur soit balayé,
en plus, par un flux d'air réchauffé dans le voisi‐
nage du moteur, il faut procéder au réglage pour
l'utilisation en hiver.
AVIS
■ Si l'on travaille avec le réglage prévu pour l'uti‐
lisation en hiver alors que la température
ambiante dépasse +10 °C, le moteur risque de
trop chauffer.
►
Procéder au réglage pour l'utilisation en été.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
0000-GXX-3163-A0
11
3
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le capot (2).
► Extraire le tiroir (3).
4
3
0000-GXX-3164-A0
► Positionner le tiroir (3) de telle sorte que le
symbole (4) soit orienté en direction de la tron‐
çonneuse.
► Pousser le tiroir (3) à fond dans la glissière.
Le tiroir s'encliquette bien perceptiblement.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un
déclic soit audible.
Les verrous du capot (1) sont verrouillés.
11.2 Réglage pour l'utilisation en été
Lorsqu'on travaille à des températures supérieu‐
res à +10 °C, il faut procéder au réglage pour
l'utilisation en été.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
0000-GXX-3807-A0
11
3
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le capot (2).
► Extraire le tiroir (3).
3
4
0000-GXX-3486-A0
► Positionner le tiroir (3) de telle sorte que le
symbole (4) soit orienté en direction de la tron‐
çonneuse.
► Pousser le tiroir (3) à fond dans la glissière.
Le tiroir s'encliquette bien perceptiblement.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un
déclic soit audible.
Les verrous du capot (1) sont verrouillés.
11.3 Calibrage de la tronçonneuse
Au cours du travail, la tronçonneuse se règle
automatiquement pour fournir la puissance opti‐
male. Un calibrage présente l'avantage que le
réglage de la tronçonneuse, pour fournir la puis‐
sance optimale, s'effectue plus rapidement.
11 Travail avec la tronçonneuse français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 47
► Si la température ambiante est inférieure à
-10 °C ou que le moteur est froid :
► Mettre le moteur en marche et desserrer le
frein de chaîne.
► Faire chauffer le moteur pendant env.
1 minute en donnant quelques coups d'ac‐
célérateur.
► Arrêter le moteur.
1
min
AB C
s> 30 s30-60 s
0000-GXX-3825-A0
► Placer le levier de commande universel dans
la position .
► Engager le frein de chaîne.
► Mettre le moteur en marche sans actionner la
gâchette d'accélérateur.
Le moteur tourne et le levier de commande
universel reste dans la position
.
► Faire tourner le moteur entre 30 secondes au
minimum et 60 secondes au maximum (A),
sans enfoncer la gâchette d'accélérateur.
AVERTISSEMENT
■ Lorsqu'on desserre le frein de chaîne, la
chaîne peut être entraînée. L'utilisateur pour‐
rait alors subir des blessures graves.
►
Tenir la tronçonneuse comme décrit dans la
présente Notice d'emploi.
► Ne pas toucher à la chaîne en rotation.
► Desserrer le frein de chaîne.
AVIS
■ Si l'on relâche la gâchette d’accélérateur avant
que le calibrage de la tronçonneuse soit ter‐
miné, le calibrage est interrompu. Il faut alors
recommencer la procédure de calibrage dès le
début.
►
Maintenir la gâchette d'accélérateur enfon‐
cée à fond.
AVIS
■ Si, pendant le calibrage, la gâchette d'accélé‐
rateur n'est pas enfoncée à fond, cela risque
de fausser le réglage de la tronçonneuse. La
tronçonneuse pourrait être endommagée.
►
Maintenir la gâchette d'accélérateur enfon‐
cée à fond.
► Enfoncer la gâchette d'accélérateur pendant
au moins 30 secondes (B) et la maintenir
enfoncée.
Le moteur accélère et la chaîne est entraînée.
Le calibrage de la tronçonneuse s'effectue. Au
cours du calibrage, le régime du moteur oscille
et augmente nettement.
► Si le moteur s'arrête : répéter la tentative de
calibrage de la tronçonneuse.
► Si le moteur cale à nouveau :
► Engager le frein de chaîne.
► Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con‐
sulter un revendeur spécialisé STIHL.
La tronçonneuse est défectueuse.
► Dès que le régime du moteur baisse de façon
nettement audible et perceptible (C) : relâcher
la gâchette d'accélérateur.
Le moteur tourne au ralenti. La tronçonneuse
est calibrée et prête à l'utilisation.
11.4 Réglage du débit d'huile
La tronçonneuse est munie d'une pompe à huile
à débit réglable.
0000-GXX-3165-A0
A
12
Lorsque la vis de réglage de débit d'huile (1) se
trouve en position E (Ematic), le réglage du débit
d'huile est optimal pour la plupart des travaux.
Le débit de la pompe à huile peut être adapté
pour différentes longueurs de coupe, espèces de
bois et techniques de travail. La plage de
réglage de la vis de réglage (1) de la pompe à
huile est limitée par une butée (2). Il est possible
d'enfoncer cette butée (2) pour obtenir une aug‐
mentation supplémentaire du débit d'huile.
Augmentation du débit d'huile
français 11 Travail avec la tronçonneuse
48 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Tourner la vis de réglage de la pompe à
huile (1) dans le sens des aiguilles d'une mon‐
tre.
Augmentation supplémentaire du débit d'huile
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Enfoncer la butée (2) à l'aide d'un outil appro‐
prié.
La butée (2) reste enfoncée.
AVIS
■ Lorsque la vis de réglage de la pompe à
huile (1) se trouve dans la zone A, le réservoir
à huile peut se vider plus rapidement. Un
manque d'huile de graissage de la chaîne peut
donc survenir plus tôt.
►
Remplir complètement le réservoir à huile.
► Si l'élévation du débit d'huile n'est plus
nécessaire, tourner la vis de réglage de la
pompe à huile dans le sens inverse des
aiguilles d'une montre, de telle sorte qu'elle
ne se trouve plus dans la zone A.
►
Tourner la vis de réglage de la pompe à
huile (1) dans le sens des aiguilles d'une
montre.
Réduction du débit d'huile
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Tourner la vis de réglage de la pompe à
huile (1) dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
11.5 Réglage du limiteur de profon‐
deur de coupe
Le limiteur de profondeur de coupe peut être
réglé suivant le travail à effectuer. Le réglage du
limiteur de profondeur de coupe détermine la
profondeur maximale de pénétration du guide-
chaîne.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
2
1
0000-GXX-5477-A0
A
► Écarter le levier du mécanisme de serrage
rapide (1).
► Pousser le tiroir (2) en direction du moteur ou
du nez du guide-chaîne, jusqu'à obtention de
la profondeur de coupe souhaitée.
► Rabattre complètement le levier du méca‐
nisme de serrage rapide (1) en direction de la
zone (A).
► S'assurer que le tiroir (2) ne peut plus coulis‐
ser et que le levier du mécanisme de serrage
rapide (1) est appliqué contre le limiteur de
profondeur de coupe, dans la zone (A).
Si le tiroir (2) ne peut plus coulisser et que le
levier du mécanisme de serrage rapide (1) est
appliqué contre le limiteur de profondeur de
coupe, dans la zone (A), le limiteur de profon‐
deur de coupe est bloqué dans la position
réglée.
► Si le tiroir (2) peut encore coulisser :
► Écarter le levier du mécanisme de serrage
rapide (1).
► Tourner le levier du mécanisme de serrage
rapide (1) dans le sens des aiguilles d'une
montre.
► Rabattre complètement le levier du méca‐
nisme de serrage rapide (1) en direction de
la zone (A).
Le tiroir (2) ne peut plus coulisser et le levier
du mécanisme de serrage rapide (1) est
appliqué contre le limiteur de profondeur de
coupe, dans la zone (A).
► Si le levier du mécanisme de serrage
rapide (1) ne peut pas être complètement
rabattu :
► Écarter le levier du mécanisme de serrage
rapide (1).
► Tourner le levier du mécanisme de serrage
rapide (1) dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Rabattre complètement le levier du méca‐
nisme de serrage rapide (1) en direction de
la zone (A).
Le tiroir (2) ne peut plus coulisser et le levier
du mécanisme de serrage rapide (1) est
appliqué contre le limiteur de profondeur de
coupe, dans la zone marquée.
11 Travail avec la tronçonneuse français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 49
11.6 Prise en mains et utilisation de
la tronçonneuse
0000-GXX-4176-A0
► Tenir et mener la tronçonneuse de la main
gauche, par la poignée tubulaire, et de la main
droite, par la poignée de commande, en
entourant la poignée tubulaire avec le pouce
de la main gauche et en entourant la poignée
de commande avec le pouce de la main
droite.
11.7 Sciage
AVERTISSEMENT
■ Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut
être projetée vers le haut et en direction de
l'utilisateur. L'utilisateur peut alors subir des
blessures graves, voire mortelles.
►
Scier en accélérant à fond.
► Ne pas scier avec la zone du quart supérieur
de la tête du guide-chaîne.
► En accélérant à fond, mener le guide-
chaîne dans la coupe de telle sorte que le
guide-chaîne ne se gauchisse pas.
► À la fin de la coupe, l'utilisateur doit reprendre
tout le poids de la tronçonneuse.
12 Après le travail
12.1 Après le travail
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Laisser la tronçonneuse refroidir.
► Si la tronçonneuse est mouillée : laisser
sécher la tronçonneuse.
► Nettoyer la tronçonneuse.
► Nettoyer le filtre à air.
► Nettoyer le guide-chaîne et la chaîne.
► Dévisser les écrous du couvercle de pignon.
► Tourner la vis de tension de 2 tours dans le
sens inverse des aiguilles d'une montre.
La chaîne est détendue.
► Serrer les écrous du couvercle de pignon.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte qu'il recouvre intégralement le
guide-chaîne.
13 Transport
13.1 Transport de la tronçonneuse
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte qu'il recouvre intégralement le
guide-chaîne.
Portage de la tronçonneuse
► Porter la tronçonneuse de la main droite, par
la poignée tubulaire, de telle sorte que le
guide-chaîne soit orienté vers l'arrière.
Transport de la tronçonneuse dans un véhicule
► Assurer la tronçonneuse de telle sorte que la
tronçonneuse ne puisse pas se renverser ou
se déplacer.
14 Rangement
14.1 Rangement de la tronçonneuse
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de
telle sorte qu'il recouvre intégralement le
guide-chaîne.
► Ranger la tronçonneuse de telle sorte que les
conditions suivantes soient remplies :
–
La tronçonneuse se trouve hors de portée
des enfants.
–
La tronçonneuse est propre et sèche.
15 Nettoyage
15.1 Nettoyage de la tronçonneuse
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Laisser la tronçonneuse refroidir.
► Nettoyer la tronçonneuse avec un chiffon
humide ou un produit STIHL dissolvant la
résine.
► Nettoyer les fentes de ventilation à l'aide d'un
pinceau.
1
1
0000-GXX-2939-A0
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
français 12 Après le travail
50 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Enlever le capot (2).
► Démonter le couvercle de pignon.
► Nettoyer les ailettes du cylindre et la face
intérieure du capot à l'aide d'un pinceau, d'un
chiffon humide ou du produit STIHL dissolvant
la résine.
► Nettoyer la zone située autour du pignon avec
un chiffon humide ou avec un produit STIHL
dissolvant la résine.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un
déclic soit audible.
Les verrous du capot (1) sont verrouillés.
► Monter le couvercle de pignon.
15.2 Nettoyage du guide-chaîne et
de la chaîne
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Démonter le limiteur de profondeur de coupe.
► Démonter le guide-chaîne et la chaîne.
1
2
0000-GXX-2951-A0
3
3
► Nettoyer l'orifice d'entrée d'huile (1), le canal
de sortie d'huile (2) et la rainure (3) en utilisant
un pinceau, une brosse douce ou un produit
STIHL dissolvant la résine.
► Nettoyer la chaîne à l'aide d'un pinceau, d'une
brosse douce ou d'un produit STIHL dissolvant
la résine.
► Monter le guide-chaîne et la chaîne.
► Monter le limiteur de profondeur de coupe.
15.3 Nettoyage du filtre à air
De la poussière très fine peut s'accumuler dans
le filtre à air. La poussière peut colmater le filtre
à air et il n'est pas possible de le nettoyer à la
brosse ou en le battant. Le filtre à air doit être
nettoyé à l'aide d'un détergent.
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
0000-GXX-2952-A0
2
1
3
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le capot (2).
► Nettoyer la zone située autour du filtre à air (3)
avec un chiffon humide ou un pinceau.
► À la main, tourner le filtre à air (3) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le filtre à air (3).
► Rincer la face extérieure du filtre à air (3) à
l'eau courante pour enlever les plus grosses
saletés.
► Si le filtre à air (3) est endommagé : remplacer
le filtre à air (3).
AVERTISSEMENT
■ Si le détergent entre en contact avec la peau
ou les yeux, il peut causer une irritation de la
peau ou des yeux.
►
Suivre les instructions de la Notice d'emploi
du nettoyeur haute pression.
► Éviter tout contact avec des détergents.
► En cas de contact accidentel avec la peau :
les surfaces de la peau touchées doivent
être savonnées et lavées à grande eau.
►
En cas de contact accidentel avec les yeux :
se rincer les yeux à grande eau pendant au
moins 15 minutes et consulter un médecin.
►
Pulvériser du produit de nettoyage spécial
STIHL ou un détergent avec une valeur pH
supérieure à 12 sur la face extérieure et sur
face intérieure du filtre à air (3).
► Laisser le produit de nettoyage spécial STIHL
ou le détergent agir pendant 10 minutes.
► Brosser la face extérieure du filtre à air (3)
avec une brosse douce.
► Rincer la face extérieure et la face intérieure
du filtre à air (3) à l'eau courante.
► Laisser sécher le filtre à air (3) à l'air.
15 Nettoyage français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 51
0000-GXX-3808-A0
3
► À la main, presser le filtre à air (3) sur son
socle et tourner dans le sens des aiguilles
d'une montre jusqu'à ce que le filtre à air (3)
s'encliquette.
L'inscription « STIHL » est à l'horizontale.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un
déclic soit audible.
Les verrous du capot (1) sont verrouillés.
15.4 Nettoyer la bougie
► Arrêter le moteur et enclencher le frein de
chaîne.
► Laisser la tronçonneuse refroidir.
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le capot (2).
► Enlever le contact de câble d'allumage (3) de
la bougie.
► Si le voisinage de la bougie est encrassé : net‐
toyer la zone située autour de la bougie avec
un chiffon humide.
► Dévisser la bougie.
► Nettoyer la bougie avec un chiffon humide.
► Si la bougie est corrodée : remplacer la bou‐
gie.
0000-GXX-5806-A0
3
► Visser la bougie et la serrer fermement.
► Emboîter fermement le contact de câble d'allu‐
mage (3) sur la bougie.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens des aiguilles d'une
montre.
Les verrous du capot sont verrouillés.
16 Maintenance
16.1 Intervalles de maintenance
Les intervalles de maintenance dépendent des
conditions ambiantes et des conditions de travail.
STIHL recommande les intervalles de mainte‐
nance suivants :
Frein de chaîne
► Faire entretenir le frein de chaîne par un
revendeur spécialisé STIHL, aux intervalles
suivants :
–
Utilisation à plein temps : tous les trois mois
–
Utilisation à temps partiel : tous les six mois
–
Utilisation occasionnelle : une fois par an
Toutes les 100 heures de fonctionnement
► Remplacer la bougie.
Une fois par semaine
► Contrôler le pignon.
► Contrôler et ébavurer le guide-chaîne.
► Contrôler et affûter la chaîne.
Une fois par mois
► Faire nettoyer le réservoir à huile par un
revendeur spécialisé STIHL.
► Faire nettoyer le réservoir à carburant par un
revendeur spécialisé STIHL.
► Faire nettoyer la crépine d'aspiration du réser‐
voir à carburant par un revendeur spécialisé
STIHL.
Une fois par an
► Faire remplacer la crépine d'aspiration du
réservoir à carburant par un revendeur spécia‐
lisé STIHL.
français 16 Maintenance
52 0458-787-7621-B. VA0.M20.
16.2 Ébavurage du guide-chaîne
Une bavure peut se former sur le bord extérieur
du guide-chaîne.
► Éliminer la bavure à l'aide d'une lime plate ou
de l'outil STIHL pour rectification des guide-
chaînes.
► Au moindre doute : consulter un revendeur
spécialisé STIHL.
16.3 Affûtage de la chaîne
Pour affûter correctement la chaîne, il faut être
bien entraîné.
STIHL recommande de faire affûter les chaînes
par un revendeur spécialisé STIHL.
AVERTISSEMENT
■ Les dents de coupe de la chaîne sont acé‐
rées. L'utilisateur risque de se couper.
► Porter des gants de travail en matière résis‐
tante.
4
0000-GXX-3488-A0
-
+
-
A
B
C
+
-
+
1 3 22
► Affûter les dents de coupe droites (4) avec
une affuteuse universelle STIHL USG, avec
les réglages suivants :
–
Échelle graduée A : + 10°
–
Échelle graduée B : 0°
–
Échelle graduée C : +15°
► Affûter les dents de coupe gauches (1) avec
une affuteuse universelle STIHL USG, avec
les réglages suivants :
–
Échelle graduée A : + 10°
–
Échelle graduée B : 0°
–
Échelle graduée C : - 15°
► Meuler le limiteur de profondeur (2) et les
maillons intermédiaires (3) avec une affuteuse
universelle STIHL USG, avec les réglages sui‐
vants :
–
Échelle graduée A : + 40°
–
Échelle graduée B : 0°
–
Échelle graduée C : 0°
17 Réparation
17.1 Réparation de la tronçonneuse,
du guide-chaîne et de la chaîne
L'utilisateur ne peut pas réparer lui-même la
tronçonneuse, le guide-chaîne, ni la chaîne.
► Si la tronçonneuse, le guide-chaîne ou la
chaîne est endommagé : ne pas utiliser la
tronçonneuse, le guide-chaîne ou la chaîne,
mais consulter un revendeur spécialisé STIHL.
18 Dépannage
18.1 Élimination des dérangements de la tronçonneuse
La plupart des dérangements ont les mêmes causes.
► Effectuer les opérations suivantes :
► Nettoyer le filtre à air.
► Nettoyer ou remplacer la bougie.
► Procéder au réglage pour l'utilisation en hiver ou en été.
► Si le dérangement persiste : effectuer les opérations indiquées sur le tableau suivant.
Dérangement Cause Remède
Il n'est pas possible
de mettre le moteur
en marche.
Le réservoir à carbu‐
rant ne contient pas
suffisamment de car‐
burant.
► Composer le mélange et faire le plein de la tronçon‐
neuse.
Le moteur est noyé. ► Ventiler la chambre de combustion.
Le carburateur est
trop chaud.
► Laisser la tronçonneuse refroidir.
Le carburateur est
givré.
► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C.
Le moteur ne tourne
pas rond au ralenti.
Le carburateur est
givré.
► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C.
17 Réparation français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 53
Dérangement Cause Remède
Le moteur cale au
ralenti.
Le carburateur est
givré.
► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C.
Le moteur accélère
mal.
La chaîne est trop
fortement tendue.
► Tendre correctement la chaîne.
Le système de grais‐
sage de la chaîne ne
débite pas suffisam‐
ment d'huile de
chaîne adhésive.
► Augmenter le débit d'huile.
Le moteur n'atteint
pas le régime maxi‐
mal.
La tronçonneuse
n'est pas correct‐
ement adaptée aux
conditions ambiantes.
► Calibrer la tronçonneuse.
La chaîne ne se met
pas en mouvement
lorsqu'on accélère.
Le frein de chaîne est
engagé.
► Desserrer le frein de chaîne.
La chaîne est trop
fortement tendue.
► Tendre correctement la chaîne.
Le pignon de renvoi
du guide-chaîne est
bloqué.
► Nettoyer le pignon de renvoi du guide-chaîne avec le
produit STIHL dissolvant la résine.
Au cours du travail,
on constate un déga‐
gement de fumée ou
une odeur de brûlé.
La chaîne n'est pas
correctement affûtée.
► Affûter correctement la chaîne.
Il n'y a pas suffisam‐
ment d'huile de
chaîne adhésive
dans le réservoir à
huile.
► Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive.
Le système de grais‐
sage de la chaîne ne
débite pas suffisam‐
ment d'huile de
chaîne adhésive.
► Augmenter le débit d'huile.
La chaîne est trop
fortement tendue.
► Tendre correctement la chaîne.
L'utilisateur n'utilise
pas correctement la
tronçonneuse.
► Se faire expliquer comment utiliser correctement la
machine et s'entraîner.
18.2 Ventilation de la chambre de
combustion
► Engager le frein de chaîne.
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Tourner les verrous du capot (1) de
1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles
d'une montre.
► Enlever le capot (2).
► Enlever le contact de câble d'allumage (3) de
la bougie.
► Dévisser la bougie.
► Sécher la bougie.
français 18 Dépannage
54 0458-787-7621-B. VA0.M20.
AVERTISSEMENT
■ Lorsqu'on tire sur la poignée de lancement
alors que le contact de câble d'allumage est
débranché de la bougie, des étincelles peu‐
vent jaillir à l'extérieur du moteur. Dans un
environnement présentant des risques d'ex‐
plosion ou à proximité de matières facilement
inflammables, les étincelles peuvent causer
des incendies ou des explosions. Cela peut
causer des dégâts matériels et des personnes
risquent de subir des blessures très graves,
voire mortelles.
► Placer le levier de commande universel dans
la position
et le maintenir dans cette posi‐
tion avant de tirer sur la poignée de lance‐
ment.
►
Placer le levier de commande universel
dans la position et le maintenir dans cette
position.
► Tirer à plusieurs reprises sur la poignée de
lancement et la guider à la main au retour.
La chambre de combustion est ainsi ventilée.
► Visser la bougie et la serrer fermement.
0000-GXX-5806-A0
3
► Emboîter fermement le contact de câble d'allu‐
mage (3) sur la bougie.
► Monter le capot (2).
► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens
des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un
déclic soit audible.
Les verrous du capot sont verrouillés.
19 Caractéristiques techni‐
ques
19.1 Tronçonneuse STIHL
MS 462 C‑M R
–
Cylindrée : 72,2 cm³
–
Puissance suivant ISO 7293 : 4,4 kW (6,0 ch)
–
Régime de ralenti suivant ISO 11681 :
2800 ± 50 tr/min
–
Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL
–
Écartement des électrodes de la bougie :
0,5 mm
–
Poids avec réservoir à carburant vide, réser‐
voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans
chaîne : 6,5 kg
–
Capacité maximale du réservoir à carburant :
720 cm³ (0,72 l)
–
Capacité maximale du réservoir à huile :
340 cm³ (0,34 l)
19.2 Pignons et vitesses de chaîne
Les pignons suivants peuvent être utilisés :
pignons à 7 dents pour 3/8"
•
Vitesse maximale de la chaîne suivant
ISO 11681 : 28,9 m/s
•
Vitesse de la chaîne à la puissance maxi‐
male : 21,7 m/s
19.3 Profondeur de rainure minimale
des guide-chaînes
La profondeur de rainure minimale dépend du
pas du guide-chaîne.
–
3/8" : 6 mm
19.4 Niveaux sonores et taux de
vibrations
–
Niveau de pression sonore L
peq
suivant
ISO 22868 : 108 dB(A) La valeur K pour le
niveau de pression sonore est de 2 dB(A).
–
Niveau de puissance acoustique L
w
suivant
ISO 22868 : 119 dB(A) La valeur K pour le
niveau de puissance acoustique est de
2 dB(A).
–
Taux de vibrations a
hv,eq
mesuré suivant la
norme ISO 22867 :
•
À la poignée tubulaire : 3,3 m/s². La
valeur K pour le taux de vibrations est de
2 m/s².
•
À la poignée de commande : 2,7 m/s². La
valeur K pour le taux de vibrations est de
2 m/s².
Pour obtenir des informations sur le respect de la
directive « Vibrations 2002/44/CE » concernant
les employeurs, voir www.stihl.com/vib.
19.5 REACH
REACH (enRegistrement, Evaluation et Autorisa‐
tion des substances CHimiques) est le nom d'un
règlement CE qui couvre le contrôle de la fabri‐
cation, de l'importation, de la mise sur le marché
et de l'utilisation des substances chimiques.
Pour obtenir de plus amples informations sur le
respect du règlement REACH, voir
www.stihl.com/reach.
19 Caractéristiques techniques français
0458-787-7621-B. VA0.M20. 55
19.6 Émissions de nuisances à
l'échappement
La teneur en CO
2
mesurée au cours de la procé‐
dure d'homologation de type UE est indiquée à
l'adresse Internet www.stihl.com/co2, dans les
Caractéristiques techniques spécifiques au pro‐
duit.
La teneur en CO
2
mesurée a été enregistrée sur
un moteur représentatif, au cours d'une procé‐
dure de contrôle normalisée réalisée dans des
conditions de laboratoire. Elle ne fournit pas de
garantie explicite ou implicite sur les performan‐
ces d'un moteur déterminé.
Cette machine satisfait aux exigences posées en
ce qui concerne les émissions de nuisances à
l'échappement, à condition qu'elle soit entrete‐
nue et utilisée conformément à la destination
prévue. Toute modification apportée sur le
moteur entraîne l'expiration de l'autorisation d'ex‐
ploitation de la machine.
20 Combinaisons de guide-
chaînes et de chaînes de
tronçonneuse
20.1 Tronçonneuse STIHL
MS 462 C‑M R
Il est permis d'utiliser les guide-chaînes et les
chaînes suivants :
Guide-chaîne : Rollomatic Super
•
Pas : 3/8"
•
Jauge : 1,6 mm
•
Longueur : 50 cm
•
Nombre de dents du pignon de renvoi : 11
Chaîne : 36 RDR (Type 3944)
•
Pas : 3/8"
•
Épaisseur de maillon d'entraînement :
1,6 mm
•
Nombre de maillons d'entraînement : 72
La longueur de coupe d'un guide-chaîne dépend
de la tronçonneuse et de la chaîne utilisées. La
longueur de coupe réelle d'un guide-chaîne peut
être inférieure à la longueur indiquée.
21 Pièces de rechange et
accessoires
21.1 Pièces de rechange et acces‐
soires
Ces symboles identifient les pièces de
rechange d'origine STIHL et les acces‐
soires d'origine STIHL.
STIHL recommande d'utiliser des pièces de
rechange d'origine STIHL et des accessoires
d'origine STIHL.
Bien que STIHL observe continuellement les
marchés, ses services ne peuvent pas évaluer la
fiabilité, la sécurité, ni les aptitudes de pièces de
rechange et d'accessoires d'autres fabricants et
c'est pourquoi STIHL se dégage de toute res‐
ponsabilité quant à leur utilisation.
Pour obtenir des pièces de rechange d'origine
STIHL et des accessoires d'origine STIHL,
s'adresser à un revendeur spécialisé STIHL.
22 Mise au rebut
22.1 Mise au rebut de la tronçon‐
neuse
Pour obtenir de plus amples informations concer‐
nant la mise au rebut, consulter le revendeur
spécialisé STIHL.
► La tronçonneuse, le guide-chaîne, la chaîne,
le mélange, l'essence, l'huile pour moteurs
deux-temps, les accessoires et leur emballage
doivent être éliminés conformément à la régle‐
mentation pour la protection de l'environne‐
ment.
23 Déclaration de conformité
UE
23.1 Tronçonneuse STIHL
MS 462 C‑M R
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Badstraße 115
D-71336 Waiblingen
Allemagne
déclare, sous sa seule responsabilité, que le pro‐
duit suivant :
–
Genre de produit : tronçonneuse
–
Marque de fabrique : STIHL
–
Typ: MS 462 C‑M R
–
Numéro d'identification de série : 1142
–
Cylindrée : 72,2 cm³
français 20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaînes de tronçonneuse
56 0458-787-7621-B. VA0.M20.
est conforme à toutes les prescriptions applica‐
bles des directives 2011/65/UE, 2006/42/CE,
2014/30/UE et 2000/14/CE et a été développé et
fabriqué conformément à la version des normes
suivantes respectivement valable à la date de
fabrication : EN ISO 11681‑1, EN 55012 et
EN 61000‑6‑1.
L'examen CE de type conformément à la direc‐
tive 2006/42/CE Art. 12.3 (b) a été effectué par
l'office de contrôle : DPLF, Deutsche Prüf- und
Zertifizierungsstelle für Land- und Forsttechnik
GbR (NB 0363), Spremberger Straße 1,
64823 Groß‑Umstadt, Deutschland.
–
Numéro de certification : K-EG-2016/7987
Le calcul du niveau de puissance acoustique
mesuré et du niveau de puissance acoustique
garanti a été effectué suivant une procédure
conforme à la directive 2000/14/CE, annexe V, et
appliquant la norme ISO 9207.
–
Niveau de puissance acoustique mesuré :
119 dB(A)
–
Niveau de puissance acoustique garanti :
121 dB(A)
Conservation des documents techniques :
ANDREAS STIHL AG & Co. KG Produktzulas‐
sung.
L'année de fabrication et le numéro de machine
sont indiqués sur la tronçonneuse.
Waiblingen, le 03/02/2020
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
P.O.
Dr. Jürgen Hoffmann, Chef du service Données,
Prescriptions et Homologation Produits
Inhaltsverzeichnis
1
Vorwort......................................................57
2 Informationen zu dieser Gebrauchsanlei‐
tung........................................................... 58
3 Übersicht...................................................58
4 Sicherheitshinweise.................................. 60
5 Motorsäge einsatzbereit machen..............67
6 Motorsäge zusammenbauen.................... 67
7 Kettenbremse einlegen und lösen............ 70
8 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken
.................................................................. 70
9 Motor starten und abstellen...................... 72
10 Motorsäge prüfen......................................73
11 Mit der Motorsäge arbeiten....................... 74
12 Nach dem Arbeiten................................... 77
13 Transportieren...........................................77
14 Aufbewahren.............................................77
15 Reinigen....................................................78
16 Warten...................................................... 79
17 Reparieren................................................ 80
18 Störungen beheben.................................. 80
19 Technische Daten..................................... 82
20 Kombinationen der Führungsschienen und
Sägeketten................................................83
21 Ersatzteile und Zubehör............................83
22 Entsorgen..................................................83
23 EU-Konformitätserklärung.........................83
1 Vorwort
Liebe Kundin, lieber Kunde,
es freut uns, dass Sie sich für STIHL entschie‐
den haben. Wir entwickeln und fertigen unsere
Produkte in Spitzenqualität entsprechend der
Bedürfnisse unserer Kunden. So entstehen Pro‐
dukte mit hoher Zuverlässigkeit auch bei extre‐
mer Beanspruchung.
STIHL steht auch für Spitzenqualität beim Ser‐
vice. Unser Fachhandel gewährleistet kompe‐
tente Beratung und Einweisung sowie eine
umfassende technische Betreuung.
STIHL bekennt sich ausdrücklich zu einem nach‐
haltigen und verantwortungsvollen Umgang mit
der Natur. Diese Gebrauchsanleitung soll Sie
unterstützen, Ihr STIHL Produkt über eine lange
Lebensdauer sicher und umweltfreundlich einzu‐
setzen.
Wir danken Ihnen für Ihr Vertrauen und wün‐
schen Ihnen viel Freude mit Ihrem STIHL Pro‐
dukt.
Dr. Nikolas Stihl
WICHTIG! VOR GEBRAUCH LESEN UND AUF‐
BEWAHREN.
deutsch
0458-787-7621-B 57
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG
2021
0458-787-7621-B. VA0.M20.
Gedruckt auf chlorfrei gebleichtem Papier.
Druckfarben enthalten pflanzliche Öle, Papier ist recycelbar.
Original-Gebrauchsanleitung
0000007786_007_D
2 Informationen zu dieser
Gebrauchsanleitung
2.1 Kennzeichnung der Warnhin‐
weise im Text
WARNUNG
■ Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu
schweren Verletzungen oder zum Tod führen
können.
►
Die genannten Maßnahmen können schwere
Verletzungen oder Tod vermeiden.
HINWEIS
■ Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu
Sachschaden führen können.
► Die genannten Maßnahmen können Sach‐
schaden vermeiden.
2.2 Symbole im Text
Dieses Symbol verweist auf ein Kapitel in
dieser Gebrauchsanleitung.
3 Übersicht
3.1 Motorsäge
31
14
29
30
28
27
11
17
24
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
15
16
18
19
20
21
22
23
26
#
0000-GXX-5478-A0
1 Werkzeughalter
Der Werkzeughalter nimmt den Kombischlüs‐
sel auf.
2 Vorderer Handschutz
Der vordere Handschutz schützt die linke
Hand vor Kontakt mit der Sägekette, dient
zum Einlegen der Kettenbremse und löst bei
einem Rückschlag die Kettenbremse automa‐
tisch aus.
3 Schalldämpfer
Der Schalldämpfer vermindert die Schallemis‐
sion der Motorsäge.
4 Führungsschiene
Die Führungsschiene führt die Sägekette.
5 Sägekette
Die Sägekette schneidet das Holz.
6 Kettenfänger
Der Kettenfänger fängt eine abgeworfene
oder gerissene Sägekette auf.
7 Spannschraube
Die Spannschraube dient zum Einstellen der
Kettenspannung.
deutsch 2 Informationen zu dieser Gebrauchsanleitung
58 0458-787-7621-B. VA0.M20.
8 Kettenrad
Das Kettenrad treibt die Sägekette an.
9 Kettenraddeckel
Der Kettenraddeckel deckt das Kettenrad ab
und befestigt die Führungsschiene an der
Motorsäge.
10 Muttern
Die Muttern befestigen den Kettenraddeckel
an der Motorsäge.
11 Krallenanschlag
Der Krallenanschlag stützt während der
Arbeit die Motorsäge am Holz ab.
12 Haube
Die Haube deckt den Motor ab.
13 Haubenverschluss
Der Haubenverschluss befestigt die Haube
an der Motorsäge.
14 Griffrohr
Das Griffrohr dient zum Halten, Führen und
Tragen der Motorsäge.
15 Dekompressionsventil
Das Dekompressionsventil erleichtert das
Starten des Motors.
16 Zündkerze
Die Zündkerze entzündet das Kraftstoff-Luft-
Gemisch im Motor.
17 Schieber
Der Schieber dient zum Einstellen des Som‐
merbetriebs oder des Winterbetriebs.
18 Zündkerzenstecker
Der Zündkerzenstecker verbindet die Zündlei‐
tung mit der Zündkerze.
19 Luftfilter
Der Luftfilter filtert die vom Motor angesaugte
Luft.
20 Gashebelsperre
Die Gashebelsperre dient zum Entsperren
des Gashebels.
21 Bedienungsgriff
Der Bedienungsgriff dient zum Bedienen, Hal‐
ten und Führen der Motorsäge.
22 Hinterer Handschutz
Der hintere Handschutz schützt die rechte
Hand vor Kontakt mit einer abgeworfenen
oder gerissenen Sägekette.
23 Gashebel
Der Gashebel dient zum Beschleunigen des
Motors.
24 Kombihebel
Der Kombihebel dient zum Einstellen für das
Starten, zum Betrieb und zum Abstellen des
Motors.
25 Kraftstofftank-Verschluss
Der Kraftstofftank-Verschluss verschließt den
Kraftstofftank.
26 Anwerfgriff
Der Anwerfgriff dient zum Starten des Motors.
27 Ölpumpen-Einstellschraube
Die Ölpumpen-Einstellschraube dient zum
Einstellen der Fördermenge des Sägeket‐
ten‑Haftöls.
28 Anschlag
Der Anschlag begrenzt die Ölpumpen-Ein‐
stellschraube.
29 Öltank-Verschluss
Der Öltank-Verschluss verschließt den
Öltank.
30 Schnellspanner
Der Schnellspanner dient zum Einstellen des
Schnitttiefenbegrenzers.
31 Schnitttiefenbegrenzer
Der Schnitttiefenbegrenzer begrenzt die Ein‐
dringtiefe der Führungsschiene.
# Maschinennummer
3.2 Symbole
Die Symbole können auf der Motorsäge sein und
bedeuten Folgendes:
Dieses Symbol kennzeichnet den
Kraftstofftank.
Dieses Symbol kennzeichnet den Öltank
für Sägeketten-Haftöl.
In diese Richtung wird die Ketten‐
bremse eingelegt oder gelöst.
Dieses Symbol gibt die Laufrichtung
der Sägekette an.
Dieses Symbol kennzeichnet die
Ölpumpen-Einstellschraube und die
Fördermenge des Sägeketten-Haftöls.
Drehrichtung um die Sägekette zu span‐
nen
In dieser Position ist der Schieber auf Win‐
terbetrieb.
In dieser Position ist der Schieber auf
Sommerbetrieb.
Dieses Symbol kennzeichnet das Dekom‐
pressionsventil.
3 Übersicht deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 59
In diese Richtung wird der Kombihebel
gestellt, um den Motor abzustellen.
In diese Position wird der Kombihebel
gestellt, um den Motor abzustellen.
In dieser Position des Kombihebels wird
der Motor betrieben.
In dieser Position des Kombihebels wird
der Motor gestartet.
L
W
A
Garantierter Schallleistungspegel nach
Richtlinie 2000/14/EG in dB(A) um
Schallemissionen von Produkten ver‐
gleichbar zu machen.
4 Sicherheitshinweise
4.1 Warnsymbole
Die Warnsymbole auf der Motorsäge bedeuten
Folgendes:
Sicherheitshinweise und deren Maß‐
nahmen beachten.
Gebrauchsanleitung lesen, verstehen
und aufbewahren.
Schutzbrille, Gehörschutz und Schutz‐
helm tragen.
Sicherheitshinweise zum Rückschlag
und deren Maßnahmen beachten.
4.2 Bestimmungsgemäße Verwen‐
dung
Die Motorsäge STIHL MS 462 C-M R dient zum
Sägen bei Rettungseinsätzen. Mit der Motorsäge
MS 462 C‑M R können folgenden Materialien
und Gegenstände gesägt werden:
–
Blechverschalungen
–
Stahlblech bis 0,8 mm Dicke
–
Kupferblech bis 1,5 mm Dicke
–
Aluminiumblech bis 1,5 mm Dicke
–
Alu‑Rolltore
–
Panzerglas
–
ICE‑Fensterglas
–
Drahtglas
–
Dachpappe
–
Bitumenpappe
–
Holzkonstruktionen
–
Isolationsmaterial
–
Leichtbau‑Hallenwände
–
Leichtmauerwerk
WARNUNG
■ Falls die Motorsäge nicht bestimmungsgemäß
verwendet wird, können Personen schwer ver‐
letzt oder getötet werden und Sachschaden
kann entstehen.
►
Motorsäge so verwenden, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
4.3 Anforderungen an den Benut‐
zer
WARNUNG
■ Benutzer, die nicht für Rettungseinsätze mit
einer Motorsäge ausgebildet sind, können
Gefahren nicht erkennen oder nicht einschät‐
zen. Der Benutzer oder andere Personen kön‐
nen schwer verletzt oder getötet werden.
► Gebrauchsanleitung lesen, verste‐
hen und aufbewahren.
► Falls die Motorsäge an eine andere Person
weitergegeben wird: Gebrauchsanleitung
mitgeben.
►
Sicherstellen, dass der Benutzer folgende
Anforderungen erfüllt:
–
Der Benutzer ist ausgeruht.
–
Der Benutzer ist für Rettungseinsätze mit
einer Motorsäge ausgebildet.
–
Der Benutzer ist körperlich, sensorisch
und geistig fähig, die Motorsäge zu
bedienen und damit zu arbeiten.
–
Der Benutzer kann die Gefahren der
Motorsäge erkennen und einschätzen.
–
Der Benutzer ist volljährig oder der
Benutzer wird entsprechend nationaler
Regelungen unter Aufsicht in einem
Beruf ausgebildet.
–
Der Benutzer ist nicht durch Alkohol,
Medikamente oder Drogen beeinträchtigt.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
■ Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt ein
elektromagnetisches Feld. Das elektromagne‐
tische Feld kann Herzschrittmacher beeinflus‐
sen. Der Benutzer kann schwer verletzt oder
getötet werden.
►
Falls der Benutzer einen Herzschrittmacher
trägt: Sicherstellen, dass der Herzschrittma‐
cher nicht beeinflusst wird.
deutsch 4 Sicherheitshinweise
60 0458-787-7621-B. VA0.M20.
4.4 Bekleidung und Ausstattung
WARNUNG
■
Während der Arbeit können lange Haare in die
Motorsäge hineingezogen werden. Der Benut‐
zer kann schwer verletzt werden.
►
Lange Haare so zusammenbinden und so
sichern, dass sie sich oberhalb der Schultern
befinden.
■
Während der Arbeit können Gegenstände mit
hoher Geschwindigkeit hochgeschleudert wer‐
den. Der Benutzer kann verletzt werden.
► Eine eng anliegende Schutzbrille tra‐
gen. Geeignete Schutzbrillen sind
nach Norm EN 166 oder nach natio‐
nalen Vorschriften geprüft und mit
der entsprechenden Kennzeichnung
im Handel erhältlich.
►
Einen Gesichtsschutz tragen.
► Ein langärmliges, eng anliegendes Oberteil
tragen.
■ Während der Arbeit entsteht Lärm. Lärm kann
das Gehör schädigen.
► Einen Gehörschutz tragen.
■ Herabfallende Gegenstände können zu Kopf‐
verletzungen führen.
► Falls während der Arbeit Gegen‐
stände herabfallen können: Einen
Schutzhelm tragen.
■ Während der Arbeit kann Staub aufgewirbelt
werden und Dunst entstehen. Eingeatmeter
Staub und Dunst kann die Gesundheit schädi‐
gen und allergische Reaktionen auslösen.
►
Eine Staubschutzmaske oder einen Atem‐
schutz tragen.
■ Ungeeignete Bekleidung kann sich in Gegen‐
ständen und in der Motorsäge verfangen.
Benutzer ohne geeignete Bekleidung können
schwer verletzt werden.
►
Eng anliegende Bekleidung tragen.
► Schals und Schmuck ablegen.
■ Während der Arbeit kann der Benutzer in Kon‐
takt mit der umlaufenden Sägekette kommen.
Der Benutzer kann schwer verletzt werden.
►
Eine lange Hose mit Schnittschutz tragen.
■ Während der Arbeit kann sich der Benutzer an
scharfen Gegenständen schneiden. Während
der Reinigung oder Wartung kann der Benut‐
zer in Kontakt mit der Sägekette kommen. Der
Benutzer kann verletzt werden.
►
Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem
Material tragen.
■ Falls der Benutzer ungeeignetes Schuhwerk
trägt, kann er ausrutschen. Falls der Benutzer
in Kontakt mit der umlaufenden Sägekette
kommt, kann er sich schneiden. Der Benutzer
kann verletzt werden.
►
Motorsägen-Stiefel mit Schnittschutz tragen.
4.5 Arbeitsbereich und Umgebung
WARNUNG
■ Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere kön‐
nen die Gefahren der Motorsäge und hochge‐
schleuderter Gegenstände nicht erkennen und
nicht einschätzen. Unbeteiligte Personen, Kin‐
der und Tiere können schwer verletzt werden
und Sachschaden kann entstehen.
►
Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere aus
dem Arbeitsbereich fernhalten.
► Motorsäge nicht unbeaufsichtigt lassen.
► Sicherstellen, dass Kinder nicht mit der
Motorsäge spielen können.
■ Wenn der Motor läuft, strömen heiße Abgase
aus dem Schalldämpfer. Heiße Abgase kön‐
nen leicht entflammbare Materialien entzün‐
den und Brände auslösen.
►
Abgasstrahl von leicht entflammbaren Mate‐
rialien fernhalten.
4.6 Sicherheitsgerechter Zustand
4.6.1 Motorsäge
Die Motorsäge ist im sicherheitsgerechten
Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind:
–
Die Motorsäge ist unbeschädigt.
–
Es tritt kein Kraftstoff aus der Motorsäge aus.
–
Der Kraftstofftank-Verschluss und der Öltank-
Verschluss sind verschlossen.
–
Die Motorsäge ist sauber.
–
Der Kettenfänger ist angebaut und unbeschä‐
digt.
–
Die Kettenbremse funktioniert.
–
Die Bedienungselemente funktionieren und
sind unverändert.
–
Die Kettenschmierung funktioniert.
–
Die Einlaufspuren am Kettenrad sind nicht tie‐
fer als 0,5 mm.
–
Eine in dieser Gebrauchsanleitung angege‐
bene Kombination aus Führungsschiene und
Sägekette ist angebaut.
–
Die Führungsschiene und Sägekette sind rich‐
tig angebaut.
–
Der Schnitttiefenbegrenzer ist richtig angebaut
und unbeschädigt.
–
Die Sägekette ist richtig gespannt.
–
Original STIHL Zubehör für diese Motorsäge
ist angebaut.
4 Sicherheitshinweise deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 61
–
Das Zubehör ist richtig angebaut.
WARNUNG
■
In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand
können Bauteile nicht mehr richtig funktionie‐
ren, Sicherheitseinrichtungen außer Kraft
gesetzt werden und Kraftstoff austreten. Per‐
sonen können schwer verletzt oder getötet
werden.
►
Mit einer unbeschädigten Motorsäge arbei‐
ten.
► Falls Kraftstoff aus der Motorsäge austritt:
Nicht mit der Motorsäge arbeiten und einen
STIHL Fachhändler aufsuchen.
►
Kraftstofftank-Verschluss und Öltank-Ver‐
schluss schließen.
► Falls die Motorsäge verschmutzt ist: Motor‐
säge reinigen.
► Mit einem angebauten und unbeschädigten
Kettenfänger arbeiten.
► Motorsäge nicht verändern. Ausnahme:
Anbau einer in dieser Gebrauchsanleitung
angegebenen Kombination aus Führungs‐
schiene und Sägekette und Anbau des
Schnitttiefenbegrenzers.
►
Falls die Bedienungselemente nicht funktio‐
nieren: Nicht mit der Motorsäge arbeiten.
► Original STIHL Zubehör für diese Motorsäge
anbauen.
► Führungsschiene und Sägekette so
anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanlei‐
tung beschrieben ist.
►
Schnitttiefenbegrenzer so anbauen, wie es in
dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
► Zubehör so anbauen, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung oder in der Gebrauchs‐
anleitung des Zubehörs beschrieben ist.
►
Gegenstände nicht in die Öffnungen der
Motorsäge stecken.
► Abgenutzte oder beschädigte Hinweisschil‐
der ersetzen.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
4.6.2 Führungsschiene
Die Führungsschiene ist im sicherheitsgerechten
Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind:
–
Die Führungsschiene ist unbeschädigt.
–
Die Führungsschiene ist nicht verformt.
–
Die Nut ist so tief wie oder tiefer als die Min‐
destnuttiefe, 19.3.
–
Die Stege der Nut sind gratfrei.
–
Die Nut ist nicht verengt oder gespreizt.
WARNUNG
■ In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand
kann die Führungsschiene die Sägekette nicht
mehr richtig führen. Die umlaufende Sägekette
kann von der Führungsschiene springen. Per‐
sonen können schwer verletzt oder getötet
werden.
►
Mit einer unbeschädigten Führungsschiene
arbeiten.
► Falls die Tiefe der Nut kleiner als die Min‐
destnuttiefe ist: Führungsschiene ersetzen.
► Führungsschiene wöchentlich entgraten.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
4.6.3 Sägekette
Die Sägekette ist im sicherheitsgerechten
Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind:
–
Die Sägekette ist unbeschädigt.
–
Die Sägekette ist richtig geschärft.
–
Die Verschleißmarkierungen an den Schnei‐
dezähnen sind sichtbar.
WARNUNG
■ In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand
können Bauteile nicht mehr richtig funktionie‐
ren und Sicherheitseinrichtungen außer Kraft
gesetzt werden. Personen können schwer ver‐
letzt oder getötet werden.
►
Mit einer unbeschädigten Sägekette arbei‐
ten.
► Sägekette richtig schärfen.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
4.7 Kraftstoff und Tanken
WARNUNG
■
Der für diese Motorsäge verwendete Kraftstoff
besteht aus einem Gemisch aus Benzin und
Zweitakt-Motoröl. Kraftstoff und Benzin sind
hochentzündlich. Falls Kraftstoff oder Benzin
in Kontakt mit offenem Feuer oder heißen
Gegenständen kommen, können der Kraftstoff
oder das Benzin Brände oder Explosionen
auslösen. Personen können schwer verletzt
oder getötet werden und Sachschaden kann
entstehen.
► Kraftstoff und Benzin vor Hitze und Feuer
schützen.
► Kraftstoff und Benzin nicht verschütten.
► Falls Kraftstoff verschüttet wurde: Kraftstoff
mit einem Tuch aufwischen und Motor erst
versuchen zu starten, wenn alle Teile der
Motorsäge trocken sind.
deutsch 4 Sicherheitshinweise
62 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Nicht rauchen.
► In der Nähe von Feuer nicht tanken.
► Vor dem Tanken Motor abstellen und abküh‐
len lassen.
► Motor mindestens 3 m vom Ort des Tankens
entfernt starten.
■ Eingeatmete Kraftstoffdämpfe und Benzin‐
dämpfe können Personen vergiften.
► Kraftstoffdämpfe und Benzindämpfe nicht
einatmen.
► An einem gut belüfteten Ort tanken.
■ Während der Arbeit oder in sehr warmer
Umgebung erwärmt sich die Motorsäge.
Abhängig von der Art des Kraftstoffs, der
Höhe, der Umgebungstemperatur und der
Temperatur der Motorsäge dehnt sich der
Kraftstoff aus und im Kraftstofftank kann Über‐
druck entstehen. Wenn der Kraftstofftank-Ver‐
schluss geöffnet wird, kann Kraftstoff heraus‐
spritzen und sich entzünden. Der Benutzer
kann schwer verletzt werden und Sachscha‐
den kann entstehen.
► Motorsäge abkühlen lassen bevor der Kraft‐
stofftank-Verschluss geöffnet wird.
► Kraftstofftank-Verschluss langsam und nicht
in einem Zug öffnen.
■ Kleidung, die in Kontakt mit Kraftstoff oder
Benzin kommt, ist leichter entzündlich. Perso‐
nen können schwer verletzt oder getötet wer‐
den und Sachschaden kann entstehen.
►
Falls Kleidung in Kontakt mit Kraftstoff oder
Benzin kommt: Kleidung wechseln.
■ Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl kön‐
nen die Umwelt gefährden.
► Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl nicht
verschütten.
► Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl vor‐
schriftsmäßig und umweltfreundlich entsor‐
gen.
■
Falls Kraftstoff, Benzin oder Zweitakt-Motoröl
in Kontakt mit der Haut oder den Augen kom‐
men, können die Haut oder die Augen gereizt
werden.
►
Kontakt mit Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-
Motoröl vermeiden.
► Falls Kontakt mit der Haut aufgetreten ist:
Betroffene Hautstellen mit reichlich Wasser
und Seife abwaschen.
►
Falls Kontakt mit den Augen aufgetreten ist:
Augen mindestens 15 Minuten mit reichlich
Wasser spülen und einen Arzt aufsuchen.
■
Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt Fun‐
ken. Funken können nach außen treten und in
leicht brennbarer oder explosiver Umgebung
Brände und Explosionen auslösen. Personen
können schwer verletzt oder getötet werden
und Sachschaden kann entstehen.
► Zündkerzen verwenden, die in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben sind.
► Zündkerze eindrehen und fest anziehen.
► Zündkerzenstecker fest aufdrücken.
■ Falls die Motorsäge mit einem Kraftstoff
betankt wird, der aus ungeeignetem Benzin
oder ungeeignetem Zweitakt-Motoröl gemischt
wurde oder der ein falsches Mischungsverhält‐
nis von Benzin und Zweitakt-Motoröl aufweist,
kann die Motorsäge beschädigt werden.
►
Kraftstoff so mischen, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
■ Wird Kraftstoff längere Zeit gelagert, kann sich
das Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl
entmischen. Falls die Motorsäge mit entmisch‐
tem Kraftstoff betankt wird, kann die Motor‐
säge beschädigt werden.
►
Bevor die Motorsäge betankt wird: Kraftstoff
durchmischen.
► Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl
verwenden, das nicht älter als 30 Tage
(STIHL MotoMix: 2 Jahre) ist.
4.8 Sägen
WARNUNG
■
Falls außerhalb des Arbeitsbereichs keine
Personen in Rufweite sind, kann im Notfall
keine Hilfe geleistet werden.
►
Sicherstellen, dass Personen außerhalb des
Arbeitsbereichs in Rufweite sind.
■ Falls der Benutzer den Motor nicht richtig star‐
tet, kann der Benutzer die Kontrolle über die
Motorsäge verlieren. Der Benutzer kann
schwer verletzt werden.
►
Motor so starten, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
► Falls die Sägekette den Boden oder Gegen‐
stände berührt: Motor nicht starten.
■ Der Benutzer kann in bestimmten Situationen
nicht mehr konzentriert arbeiten. Der Benutzer
kann die Kontrolle über die Motorsäge verlie‐
ren, stolpern, fallen und schwer verletzt wer‐
den.
►
Ruhig und überlegt arbeiten.
► Falls die Lichtverhältnisse und Sichtverhält‐
nisse schlecht sind: Nicht mit der Motorsäge
arbeiten.
►
Motorsäge alleine bedienen.
► Nicht über Schulterhöhe arbeiten.
► Auf Hindernisse achten.
► Auf dem Boden stehend arbeiten und das
Gleichgewicht halten. Falls in der Höhe gear‐
4 Sicherheitshinweise deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 63
beitet werden muss: Eine Hubarbeitsbühne
oder ein sicheres Gerüst verwenden.
► Falls Ermüdungserscheinungen auftreten:
Eine Arbeitspause einlegen.
■ Wenn der Motor läuft, werden Abgase
erzeugt. Eingeatmete Abgase können Perso‐
nen vergiften.
►
Abgase nicht einatmen.
► An einem gut belüfteten Ort mit der Motor‐
säge arbeiten.
► Falls Übelkeit, Kopfschmerzen, Sehstörun‐
gen, Hörstörungen oder Schwindel auftreten:
Arbeit beenden und einen Arzt aufsuchen.
■
Wenn der Benutzer einen Gehörschutz trägt
und der Motor läuft, kann der Benutzer Geräu‐
sche eingeschränkt wahrnehmen und ein‐
schätzen.
►
Ruhig und überlegt arbeiten.
■ Falls mit der Motorsäge gearbeitet wird und
der Kombihebel in der Position
steht, kann
der Benutzer nicht kontrolliert mit der Motor‐
säge arbeiten. Der Benutzer kann schwer ver‐
letzt werden.
►
Kombihebel in die Position stellen.
► Motor so starten, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
■ Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege‐
ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt
werden.
►
Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen.
■ Die umlaufende Sägekette kann den Benutzer
schneiden. Der Benutzer kann schwer verletzt
werden.
►
Umlaufende Sägekette nicht berühren.
► Falls die Sägekette durch einen Gegenstand
blockiert ist: Motor abstellen und Ketten‐
bremse einlegen. Erst dann den Gegenstand
beseitigen.
■
Die umlaufende Sägekette wird warm und
dehnt sich aus. Falls die Sägekette nicht aus‐
reichend geschmiert und nachgespannt wird,
kann die Sägekette von der Führungsschiene
springen oder reißen. Personen können
schwer verletzt werden und Sachschaden
kann entstehen.
►
Sägeketten-Haftöl verwenden.
► Während der Arbeit Spannung der Sägekette
regelmäßig prüfen. Falls die Spannung der
Sägekette zu gering ist: Sägekette spannen.
■
Falls sich die Motorsäge während der Arbeit
verändert oder sich ungewohnt verhält, kann
die Motorsäge in einem nicht sicherheitsge‐
rechten Zustand sein. Personen können
schwer verletzt werden und Sachschaden
kann entstehen.
►
Arbeit beenden und einen STIHL Fachhänd‐
ler aufsuchen.
■ Während der Arbeit können Vibrationen durch
die Motorsäge entstehen.
► Handschuhe tragen.
► Arbeitspausen machen.
► Falls Anzeichen einer Durchblutungsstörung
auftreten: Einen Arzt aufsuchen.
■ Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐
ten Gegenstand trifft, können Funken entste‐
hen. Funken können in leicht brennbarer
Umgebung Brände auslösen. Personen kön‐
nen schwer verletzt oder getötet werden und
Sachschaden kann entstehen.
►
Nicht in einer leicht brennbaren Umgebung
arbeiten.
■ Wenn der Gashebel losgelassen wird, läuft die
Sägekette noch kurze Zeit weiter. Die sich
bewegende Sägekette kann Personen schnei‐
den. Personen können schwer verletzt wer‐
den.
►
Warten, bis die Sägekette nicht mehr läuft.
0000-GXX-1245-A0
1
2
1
2
WARNUNG
■
Falls unter Spannung stehende Gegenstände
gesägt werden, kann die Führungsschiene
eingeklemmt werden. Der Benutzer kann die
Kontrolle über die Motorsäge verlieren und
schwer verletzt werden.
►
Zuerst einen Entlastungsschnitt in die Druck‐
seite (1) sägen, dann einen Trennschnitt in
die Zugseite (2) sägen.
4.9 Reaktionskräfte
4.9.1 Rückschlag
0000-GXX-2732-A0
deutsch 4 Sicherheitshinweise
64 0458-787-7621-B. VA0.M20.
Ein Rückschlag kann durch folgende Ursachen
entstehen:
–
Die umlaufende Sägekette trifft im Bereich um
das obere Viertel der Spitze der Führungs‐
schiene auf einen harten Gegenstand und
wird schnell abgebremst.
–
Die umlaufende Sägekette ist an der Spitze
der Führungsschiene eingeklemmt.
Die Kettenbremse kann einen Rückschlag nicht
verhindern.
WARNUNG
■
0000-GXX-4119-A0
Falls ein Rückschlag entsteht, kann die Motor‐
säge in Richtung des Benutzers hochge‐
schleudert werden. Der Benutzer kann die
Kontrolle über die Motorsäge verlieren und
schwer verletzt oder getötet werden.
► Motorsäge mit beiden Händen festhalten.
► Körper aus dem verlängerten Schwenkbe‐
reich der Motorsäge fernhalten.
► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐
leitung beschrieben ist.
► Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel
der Spitze der Führungsschiene arbeiten.
► Mit einer richtig geschärften und richtig
gespannten Sägekette arbeiten.
► Eine rückschlagreduzierte Sägekette ver‐
wenden.
► Eine Führungsschiene mit einem kleinen
Schienenkopf verwenden.
► Mit Vollgas sägen.
■ Bei einem Rettungseinsatz kann es erforder‐
lich sein, dass mit der Spitze der Führungs‐
schiene gearbeitet wird. Falls mit der Spitze
der Führungsschiene gearbeitet wird, ist die
Gefahr eines Rückschlags größer. Der Benut‐
zer kann die Kontrolle über die Motorsäge ver‐
lieren und schwer verletzt oder getötet wer‐
den.
► Sicherstellen, dass der Benutzer für Ret‐
tungseinsätze mit einer Motorsäge ausgebil‐
det ist.
4.9.2 Hineinziehen
0000-GXX-1348-A0
Wenn mit der Unterseite der Führungsschiene
gearbeitet wird, wird die Motorsäge weg vom
Benutzer gezogen.
WARNUNG
■ Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐
ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst
wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark
vom Benutzer weg gezogen werden. Der
Benutzer kann die Kontrolle über die Motor‐
säge verlieren und schwer verletzt oder getö‐
tet werden.
►
Motorsäge mit beiden Händen festhalten.
► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐
leitung beschrieben ist.
► Die Führungsschiene im Schnitt gerade füh‐
ren.
► Krallenanschlag richtig ansetzen.
► Mit Vollgas sägen.
4.9.3 Rückstoß
0000-GXX-1349-A0
Wenn mit der Oberseite der Führungsschiene
gearbeitet wird, wird die Motorsäge in Richtung
des Benutzers gestoßen.
WARNUNG
■
Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐
ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst
wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark
zum Benutzer hin gestoßen werden. Der
Benutzer kann die Kontrolle über die Motor‐
säge verlieren und schwer verletzt oder getö‐
tet werden.
►
Motorsäge mit beiden Händen festhalten.
4 Sicherheitshinweise deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 65
► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐
leitung beschrieben ist.
► Die Führungsschiene im Schnitt gerade füh‐
ren.
► Mit Vollgas sägen.
4.10 Transportieren
WARNUNG
■ Während des Transports kann die Motorsäge
umkippen oder sich bewegen. Personen kön‐
nen schwer verletzt werden und Sachschaden
kann entstehen.
►
Motor abstellen.
► Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er
die gesamte Führungsschiene abdeckt.
► Motorsäge mit Spanngurten, Riemen oder
einem Netz so sichern, dass sie nicht umkip‐
pen und sich nicht bewegen kann.
■
0000-GXX-2733-A0
Nachdem der Motor gelaufen ist, können der
Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Der
Benutzer kann sich verbrennen.
► Motorsäge mit der rechten Hand so am Griff‐
rohr tragen, dass die Führungsschiene nach
hinten zeigt.
4.11 Aufbewahren
WARNUNG
■
Kinder können die Gefahren der Motorsäge
nicht erkennen und nicht einschätzen. Kinder
können schwer verletzt werden.
►
Motor abstellen.
► Kettenbremse einlegen.
► Kettenschutz so über die Führungsschiene
schieben, dass er die gesamte Führungs‐
schiene abdeckt.
►
Motorsäge außerhalb der Reichweite von
Kindern aufbewahren.
■ Die elektrischen Kontakte an der Motorsäge
und metallische Bauteile können durch Feuch‐
tigkeit korrodieren. Die Motorsäge kann
beschädigt werden.
►
Motorsäge sauber und trocken aufbewahren.
4.12 Reinigen, Warten und Reparie‐
ren
WARNUNG
■
Falls während der Reinigung, Wartung oder
Reparatur der Motor läuft, kann die Sägekette
unbeabsichtigt anlaufen. Personen können
schwer verletzt werden und Sachschaden
kann entstehen.
►
Motor abstellen.
► Kettenbremse einlegen.
■ Nachdem der Motor gelaufen ist, können der
Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Per‐
sonen können sich verbrennen.
►
Warten, bis der Schalldämpfer und der Motor
abgekühlt sind.
■ Scharfe Reinigungsmittel, das Reinigen mit
einem Wasserstrahl oder spitzen Gegenstän‐
den können die Motorsäge, Führungsschiene
und Sägekette beschädigen. Falls die Motor‐
säge, die Führungsschiene oder die Sägekette
nicht richtig gereinigt werden, können Bauteile
nicht mehr richtig funktionieren und Sicher‐
heitseinrichtungen außer Kraft gesetzt wer‐
den. Personen können schwer verletzt wer‐
den.
► Motorsäge, Führungsschiene und Sägekette
so reinigen, wie es in dieser Gebrauchsanlei‐
tung beschrieben ist.
■
Falls die Motorsäge vom Benutzer gewartet
oder repariert wird, können Bauteile nicht
mehr richtig funktionieren und Sicherheitsein‐
richtungen außer Kraft gesetzt werden. Perso‐
nen können schwer verletzt oder getötet wer‐
den.
►
Motorsäge nicht selbst warten oder reparie‐
ren.
► Falls die Motorsäge gewartet oder repariert
werden muss: Einen STIHL Fachhändler auf‐
suchen.
■
Falls die Führungsschiene und die Sägekette
nicht so gewartet oder repariert werden, wie
es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben
ist, können Bauteile nicht mehr richtig funktio‐
nieren und Sicherheitseinrichtungen außer
Kraft gesetzt werden. Personen können
schwer verletzt werden.
►
Führungsschiene und Sägekette so warten
oder reparieren, wie es in dieser Gebrauchs‐
anleitung beschrieben ist.
■
Während der Reinigung oder Wartung der
Sägekette kann der Benutzer sich an scharfen
Schneidezähnen schneiden. Der Benutzer
kann verletzt werden.
deutsch 4 Sicherheitshinweise
66 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem
Material tragen.
5 Motorsäge einsatzbereit
machen
5.1 Motorsäge einsatzbereit
machen
Vor jedem Arbeitsbeginn müssen folgende
Schritte durchgeführt werden:
► Sicherstellen, dass sich folgende Bauteile im
sicherheitsgerechten Zustand befinden:
–
Motorsäge, 4.6.1.
–
Führungsschiene, 4.6.2.
–
Sägekette, 4.6.3.
►
Motorsäge reinigen,
15.1.
►
Führungsschiene und Sägekette anbauen,
6.1.1.
►
Schnitttiefenbegrenzer anbauen, 6.2.1.
►
Sägekette spannen, 6.3.
►
Sägeketten-Haftöl einfüllen, 6.4.
►
Kettenbremse prüfen, 10.4.
►
Motorsäge betanken, 8.2.
►
Bedienungselemente prüfen, 10.5.
►
Kettenschmierung prüfen, 10.6.
►
Schnitttiefenbegrenzer einstellen, 11.5.
► Falls die Schritte nicht durchgeführt werden
können: Motorsäge nicht verwenden und
einen STIHL Fachhändler aufsuchen.
6 Motorsäge zusammen‐
bauen
6.1 Führungsschiene und Säge‐
kette anbauen und abbauen
6.1.1 Führungsschiene und Sägekette
anbauen
Die Kombinationen aus Führungsschiene und
Sägekette, die zum Kettenrad passen und ange‐
baut werden dürfen, sind in den technischen
Daten angegeben,
20.1.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
3
0000-GXX-2734-A0
2
4
1
► Muttern (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn
drehen, bis sich der Kettenraddeckel (2)
abnehmen lässt.
► Kettenraddeckel (2) abnehmen.
► Spannschraube (3) solange gegen den Uhr‐
zeigersinn drehen, bis der Spannschieber (4)
links am Gehäuse anliegt.
0000-GXX-2954-A0
► Sägekette so in die Nut der Führungsschiene
legen, dass die Pfeile auf den Verbindungs‐
gliedern der Sägekette auf der Oberseite in
Laufrichtung zeigen.
0000-GXX-2735-A0
7
► Führungsschiene mit Sägekette so auf die
Motorsäge setzen, dass folgende Bedingun‐
gen erfüllt sind:
–
Die Treibglieder der Sägekette sitzen in den
Zähnen des Kettenrades (7).
–
Die Bundschrauben (5) sitzen im Langloch
der Führungsschiene (6).
–
Der Zapfen des Spannschiebers (4) sitzt in
der Bohrung (8) der Führungsschiene (6).
Die Orientierung der Führungsschiene (6) spielt
keine Rolle. Der Aufdruck auf der Führungs‐
schiene (6) kann auch auf dem Kopf stehen.
► Kettenbremse lösen.
0000-GXX-2928-A0
5 Motorsäge einsatzbereit machen deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 67
► Spannschraube (3) so lange im Uhrzeigersinn
drehen, bis die Sägekette an der Führungs‐
schiene anliegt. Dabei die Treibglieder der
Sägekette in die Nut der Führungsschiene füh‐
ren.
Die Führungsschiene (6) und die Sägekette
liegen an der Motorsäge an.
► Kettenraddeckel (2) so an die Motorsäge anle‐
gen, dass er bündig mit der Motorsäge ist.
► Muttern (1) aufdrehen und fest anziehen.
6.1.2 Führungsschiene und Sägekette
abbauen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer abbauen.
► Muttern so lange gegen den Uhrzeigersinn
drehen, bis sich der Kettenraddeckel abneh‐
men lässt.
► Kettenraddeckel abnehmen.
► Spannschraube bis zum Anschlag gegen den
Uhrzeigersinn drehen.
Die Sägekette ist entspannt.
► Führungsschiene und Sägekette abnehmen.
6.2 Schnitttiefenbegrenzer
anbauen und abbauen
6.2.1 Schnitttiefenbegrenzer anbauen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Führungsschiene und Sägekette anbauen.
2
1
0000-GXX-3170-A0
► Führung (1) so über die Führungsschiene
schieben, dass die Öffnung der Führung (1)
nach unten zeigt.
► Schrauben (2) eindrehen.
0000-GXX-5872-A0
1
2
3
4
► Schieber (3) über die Führung (1) schieben.
► Schnellspanner (4) eindrehen.
► Schrauben (2) fest anziehen.
0000-GXX-5886-A0
3
4
A
► Schieber (3) bis zum Anschlag in Richtung
Schienenspitze schieben.
► Schnellspanner (4) in Richtung des
Bereichs (A) vollständig zuklappen.
Der Schieber (3) kann nicht mehr verschoben
werden und der Schnellspanner (4) liegt im
Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer an.
6.2.2 Schnitttiefenbegrenzer abbauen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
2
3
1
0000-GXX-5887-A0
► Schnellspanner (1) aufklappen.
► Schnellspanner (1) herausdrehen.
► Schieber (2) von der Führung (3) ziehen.
4
3
0000-GXX-3177-A0
► Schrauben (4) herausdrehen.
► Führung (3) von der Führungsschiene ziehen.
6.3 Sägekette spannen
Während der Arbeit dehnt sich die Sägekette aus
oder zieht sich zusammen. Die Spannung der
Sägekette ändert sich. Während der Arbeit muss
die Spannung der Sägekette regelmäßig geprüft
und nachgespannt werden.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
deutsch 6 Motorsäge zusammenbauen
68 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass die
Spitze der Führungsschiene sichtbar ist.
1
0000-GXX-3175-A0
2
► Muttern (1) lösen.
► Kettenbremse lösen.
► Führungsschiene an der Spitze anheben und
Spannschraube (2) so lange im Uhrzeigersinn
drehen, bis folgende Bedingungen erfüllt sind:
–
Die Sägekette liegt bündig an der Unterseite
der Führungsschiene an.
–
Die Sägekette kann noch mit zwei Fingern
und mit geringem Kraftaufwand über die
Führungsschiene gezogen werden.
► Falls die Sägekette von Hand nicht mehr über
die Führungsschiene gezogen werden kann:
Spannschraube (2) solange gegen den Uhr‐
zeigersinn drehen, bis die Sägekette mit zwei
Fingern und mit geringem Kraftaufwand über
die Führungsschiene gezogen werden kann.
► Führungsschiene an der Spitze anheben und
Muttern (1) fest anziehen.
6.4 Sägeketten-Haftöl einfüllen
Sägeketten-Haftöl schmiert und kühlt die umlau‐
fende Sägekette.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen,
dass der Öltank-Verschluss nach oben zeigt.
► Bereich um den Öltank-Verschluss mit einem
feuchten Tuch reinigen.
0000-GXX-2930-A0
► Bügel des Öltank-Verschlusses aufklappen.
► Öltank-Verschluss bis zum Anschlag gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Öltank-Verschluss abnehmen.
► Sägeketten-Haftöl so einfüllen, dass kein
Sägeketten-Haftöl verschüttet wird und der
Öltank nicht bis zum Rand gefüllt wird.
► Falls der Bügel des Öltank-Verschlusses
zugeklappt ist: Bügel aufklappen.
2
3
1
0000-GXX-2931-A0
1
► Öltank-Verschluss so einsetzen, dass die Mar‐
kierung (1) auf die Markierung (2) zeigt.
► Öltank-Verschluss nach unten drücken und bis
zum Anschlag im Uhrzeigersinn drehen.
Der Öltank-Verschluss rastet hörbar ein. Die
Markierung (1) zeigt auf die Markierung (3).
► Prüfen, ob sich der Öltank-Verschluss nach
oben abziehen lässt.
► Falls sich der Öltank-Verschluss nicht nach
oben abziehen lässt: Bügel des Öltank-Ver‐
schlusses zuklappen.
Der Öltank ist verschlossen.
Falls sich der Öltank-Verschluss nach oben
abziehen lässt, müssen folgende Schritte durch‐
geführt werden:
► Öltank-Verschluss in beliebiger Position ein‐
setzen.
1
0000-GXX-3135-A0
2
► Öltank-Verschluss nach unten drücken und bis
zum Anschlag im Uhrzeigersinn drehen.
► Öltank-Verschluss nach unten drücken und so
lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis
die Markierung (1) auf die Markierung (2)
zeigt.
► Erneut versuchen, den Öltank zu verschlie‐
ßen.
► Falls sich der Öltank weiterhin nicht verschlie‐
ßen lässt: Nicht mit der Motorsäge arbeiten
und einen STIHL Fachhändler aufsuchen.
Die Motorsäge ist nicht im sicherheitsgerech‐
ten Zustand.
6 Motorsäge zusammenbauen deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 69
6.5 Krallenanschlag anbauen
7
0000-GXX-3826-A0
1
2
3
4
5
6
2
► Schrauben (2) bis zum Anschlag durch die
Bohrungen im Kettenraddeckel (3) stecken.
► Gleitleisten (1) in die Aussparungen im Ketten‐
raddeckel (3) drücken.
► Scheiben (7) aufsetzen.
► Abdeckung (6) aufsetzen.
► Krallenanschlag (5) aufsetzen.
► Muttern (4) aufdrehen und fest anziehen.
Der Krallenanschlag (5) darf nicht abgebaut wer‐
den.
7 Kettenbremse einlegen
und lösen
7.1 Kettenbremse einlegen
Die Motorsäge ist mit einer Kettenbremse ausge‐
stattet.
Die Kettenbremse wird bei einem ausreichend
starken Rückschlag durch die Massenträgheit
des Handschutzes automatisch eingelegt oder
kann vom Benutzer eingelegt werden.
0000-GXX-2932-A0
► Handschutz mit der linken Hand weg vom
Griffrohr drücken.
Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten‐
bremse ist eingelegt.
7.2 Kettenbremse lösen
0000-GXX-2933-A0
► Handschutz mit der linken Hand in Richtung
Benutzer ziehen.
Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten‐
bremse ist gelöst.
8 Kraftstoff mischen und
Motorsäge betanken
8.1 Kraftstoff mischen
Der für diese Motorsäge notwendige Kraftstoff
besteht aus einem Gemisch aus Zweitakt-
Motoröl und Benzin, im Mischungsverhältnis
1:50.
STIHL empfiehlt den fertig gemischten Kraftstoff
STIHL MotoMix.
Falls Kraftstoff selbst gemischt wird, darf nur ein
STIHL Zweitakt-Motoröl oder ein anderes Hoch‐
leistungs-Motoröl der Klassen JASO FB, JASO
FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC oder
ISO-L-EGD verwendet werden.
STIHL schreibt das Zweitakt-Motoröl STIHL HP
Ultra oder ein gleichwertiges Hochleistungs-
Motoröl vor, um die Emissionsgrenzwerte über
die Maschinenlebensdauer gewährleisten zu
können.
► Sicherstellen, dass die Oktanzahl des Benzins
mindestens 90 ROZ beträgt und der Alkohol‐
anteil des Benzins nicht höher als 10 % ist.
► Sicherstellen, dass das verwendete Zwei‐
takt‑Motoröl die Anforderungen erfüllt.
► Abhängig von der gewünschten Menge an
Kraftstoff, die richtigen Mengen an Zweitakt-
Motoröl und Benzin im Mischungsverhältnis
1:50 ermitteln. Beispiele für Kraftstoff-Misch‐
ungen:
–
20 ml Zweitakt-Motoröl, 1 l Benzin
–
60 ml Zweitakt-Motoröl, 3 l Benzin
–
100 ml Zweitakt-Motoröl, 5 l Benzin
► Zuerst Zweitakt-Motoröl, dann Benzin in einen
sauberen, für Kraftstoff zugelassenen Kanister
einfüllen.
► Kraftstoff durchmischen.
deutsch 7 Kettenbremse einlegen und lösen
70 0458-787-7621-B. VA0.M20.
8.2 Motorsäge betanken
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge abkühlen lassen.
► Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen,
dass der Kraftstofftank-Verschluss nach oben
zeigt.
► Bereich um den Kraftstofftank-Verschluss mit
einem feuchten Tuch reinigen.
► Bügel des Kraftstofftank-Verschlusses auf‐
klappen.
0000-GXX-2934-A1
WARNUNG
■ Während der Arbeit oder in sehr warmer
Umgebung erwärmt sich die Motorsäge.
Abhängig von der Art des Kraftstoffs, der
Höhe, der Umgebungstemperatur und der
Temperatur der Motorsäge dehnt sich der
Kraftstoff aus und im Kraftstofftank kann Über‐
druck entstehen. Wenn der Kraftstofftank-Ver‐
schluss geöffnet wird, kann Kraftstoff heraus‐
spritzen und sich entzünden. Der Benutzer
kann schwer verletzt werden und Sachscha‐
den kann entstehen.
► Motorsäge abkühlen lassen bevor der Kraft‐
stofftank-Verschluss geöffnet wird.
► Kraftstofftank-Verschluss langsam und nicht
in einem Zug öffnen.
► Kraftstofftank-Verschluss ca. 1/8 Umdre‐
hung gegen den Uhrzeigersinn drehen.
Falls der Kraftstofftank unter Druck steht, baut
sich der Überdruck hörbar ab.
► Wenn der Überdruck vollständig abgebaut ist:
Kraftstofftank-Verschluss so lange gegen den
Uhrzeigersinn drehen, bis die Markierungen
am Kraftstofftank-Verschluss und am Kraft‐
stofftank miteinander fluchten.
► Kraftstofftank-Verschluss abnehmen.
HINWEIS
■ Kraftstoff kann sich unter Einwirkung von
Licht, Sonneneinstrahlung und extremen Tem‐
peraturen schneller entmischen. Falls ent‐
mischter Kraftstoff getankt wird, kann die
Motorsäge beschädigt werden.
►
Kraftstoff durchmischen.
► Kraftstoff, der länger als 30 Tage aufbewahrt
wurde, nicht tanken.
► Kraftstoff so einfüllen, dass kein Kraftstoff
verschüttet wird und mindestens 15 mm bis
zum Rand des Kraftstofftanks frei bleiben.
► Falls der Bügel des Kraftstofftank-Verschlus‐
ses zugeklappt ist: Den Bügel aufklappen.
2
3
1
0000-GXX-2935-A1
1
4
► Kraftstofftank-Verschluss so einsetzen, dass
die Markierung (1) auf die Markierung (2)
zeigt.
► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken
und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn dre‐
hen.
Der Kraftstofftank-Verschluss rastet hörbar
ein. Die Markierung (1) fluchtet mit der Markie‐
rung (4) und zeigt auf die Markierung (3).
► Prüfen, ob sich der Kraftstofftank-Verschluss
nach oben abziehen lässt.
► Falls sich der Kraftstofftank-Verschluss nicht
nach oben abziehen lässt: Bügel des Kraft‐
stofftank-Verschlusses zuklappen.
Der Kraftstofftank ist verschlossen.
Falls sich der Kraftstofftank-Verschluss nach
oben abziehen lässt, müssen folgende Schritte
durchgeführt werden:
► Kraftstofftank-Verschluss in beliebiger Position
einsetzen.
8 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 71
0000-GXX-3136-A1
1
2
ABC
► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken
und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn dre‐
hen.
► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken
und so lange gegen den Uhrzeigersinn dre‐
hen, bis die Markierung (1) auf die Markie‐
rung (2) zeigt.
► Erneut versuchen, den Kraftstofftank zu ver‐
schließen.
► Falls sich der Kraftstofftank weiterhin nicht
verschließen lässt: Nicht mit der Motorsäge
arbeiten und einen STIHL Fachhändler aufsu‐
chen.
Die Motorsäge ist nicht im sicherheitsgerech‐
ten Zustand.
9 Motor starten und abstellen
9.1 Motor starten
0000-GXX-6455-A0
2
1
3
► Kettenbremse (2) einlegen.
► Kettenschutz abziehen.
► Dekompressionsventil (1) drücken.
►
Kombihebel (3) in die Position stellen.
0000-GXX-2936-A0
► Motorsäge auf eine der 3 möglichen Arten hal‐
ten:
–
Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen,
mit der linken Hand am Griffrohr so festhal‐
ten, dass der Daumen das Griffrohr
umschließt, auf den Boden drücken und mit
der Spitze des rechten Motorsägen-Stiefels
in den hinteren Handgriff treten.
–
Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen,
mit der linken Hand am Griffrohr so festhal‐
ten, dass der Daumen das Griffrohr
umschließt, auf den Boden drücken und mit
dem Absatz des rechten Motorsägen-Stie‐
fels in den hinteren Handgriff treten.
–
Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr
so festhalten, dass der Daumen das Griff‐
rohr umschließt und den hinteren Handgriff
zwischen den Knien oder den Oberschen‐
keln einklemmen.
0000-GXX-2937-A0
► Anwerfgriff mit der rechten Hand langsam bis
zum spürbaren Widerstand herausziehen.
► So lange den Anwerfgriff schnell herausziehen
und zurückführen, bis der Motor läuft.
►
Falls der Kombihebel (3) in der Position
steht: Gashebelsperre (4) und Gashebel (5)
kurz drücken.
Der Kombihebel (3) springt in der Position .
Der Motor läuft im Leerlauf.
HINWEIS
■ Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege‐
ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt
werden.
►
Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen.
► Kettenbremse lösen.
Die Motorsäge ist einsatzbereit.
► Falls der Motor nicht startet: Kombihebel (3) in
die Position
stellen und erneut versuchen,
den Motor zu starten.
deutsch 9 Motor starten und abstellen
72 0458-787-7621-B. VA0.M20.
9.2 Motor abstellen
2
3
0000-GXX-6457-A0
1
► Gashebel (2) und Gashebelsperre (3) loslas‐
sen.
Die Sägekette bewegt sich nicht mehr.
►
Kombihebel (1) in die Position stellen.
Der Motor geht aus und der Kombihebel (1)
federt in die Position
zurück.
10 Motorsäge prüfen
10.1 Kettenrad prüfen
► Motor abstellen.
► Kettenbremse lösen.
► Kettenraddeckel abbauen.
► Führungsschiene und Sägekette abbauen.
0000-GXX-3162-A0
a
► Einlaufspuren am Kettenrad mit einer STIHL
Prüflehre prüfen.
► Falls die Einlaufspuren tiefer als a = 0,5 mm
sind: Motorsäge nicht verwenden und einen
STIHL Fachhändler aufsuchen.
Das Kettenrad muss ersetzt werden.
10.2 Führungsschiene prüfen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer abbauen.
► Sägekette und Führungsschiene abbauen.
0000-GXX-1217-A0
► Nuttiefe der Führungsschiene mit dem Mess‐
stab einer STIHL Feillehre messen.
► Führungsschiene ersetzen, falls eine der fol‐
genden Bedingungen erfüllt ist:
–
Die Führungsschiene ist beschädigt.
–
Die gemessene Nuttiefe ist kleiner als die
Mindestnuttiefe der Führungsschiene,
19.3.
–
Die Nut der Führungsschiene ist verengt
oder gespreizt.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
10.3 Sägekette prüfen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer abbauen.
1
0000-GXX-1218-A0
2
► Höhe der Tiefenbegrenzer (1) mit einer STIHL
Feillehre (2) messen. Die STIHL Feillehre
muss zur Teilung der Sägekette passen.
► Falls ein Tiefenbegrenzer (1) über die Feil‐
lehre (2) hinaussteht: Tiefenbegrenzer (1) mit
einem STIHL USG nachschleifen, 16.3.
4
3
5
6
0000-GXX-3822-A0
► Prüfen ob die Verschleißmarkierungen (3, 4
und 6) an den Schneidezähnen und an den
Verbindungsgliedern sichtbar sind.
10 Motorsäge prüfen deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 73
► Prüfen ob die Schneiden (5) an den Schnei‐
dezähnen vorhanden sind.
► Falls eine der Verschleißmarkierungen an
einem Schneidezahn oder an einem Verbin‐
dungstreibglied nicht sichtbar ist oder eine
Schneide fehlt: Sägekette nicht verwenden
und einen STIHL Fachhändler aufsuchen.
► Mit einer STIHL Feillehre prüfen, ob der
Schärfwinkel der Schneidezähne von 30° ein‐
gehalten ist. Die STIHL Feillehre muss zur
Teilung der Sägekette passen.
► Falls der Schärfwinkel von 30° nicht eingehal‐
ten ist: Sägekette schärfen.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
10.4 Kettenbremse prüfen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass
möglichst viel von der Führungsschiene sicht‐
bar ist.
WARNUNG
■ Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf.
Der Benutzer kann sich schneiden.
► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem
Material tragen.
► Versuchen, die Sägekette von Hand über
die Führungsschiene zu ziehen.
Falls die Sägekette von Hand nicht über die
Führungsschiene gezogen werden kann, funk‐
tioniert die Kettenbremse.
► Falls die Sägekette von Hand über die Füh‐
rungsschiene gezogen werden kann: Motor‐
säge nicht verwenden und einen STIHL Fach‐
händler aufsuchen.
Die Kettenbremse ist defekt.
10.5 Bedienungselemente prüfen
Gashebelsperre und Gashebel
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Versuchen, den Gashebel zu drücken, ohne
die Gashebelsperre zu drücken.
► Falls sich den Gashebel drücken lässt: Motor‐
säge nicht verwenden und einen STIHL Fach‐
händler aufsuchen.
Die Gashebelsperre ist defekt.
► Gashebelsperre drücken und gedrückt halten.
► Gashebel drücken und wieder loslassen.
► Falls der Gashebel schwergängig ist oder
nicht in die Ausgangsposition zurückfedert:
Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
Der Gashebel ist defekt.
Motor abstellen
► Motor starten.
►
Kombihebel in die Position
stellen.
Der Motor geht aus und der Kombihebel federt
in die Position
zurück.
► Falls der Motor nicht ausgeht:
►
Kombihebel in die Position stellen.
Der Motor geht aus.
► Motorsäge nicht verwenden und einen
STIHL Fachhändler aufsuchen.
Die Motorsäge ist defekt.
10.6 Kettenschmierung prüfen
► Motor starten und Kettenbremse lösen.
► Führungsschiene auf eine helle Oberfläche
richten.
► Gas geben.
Sägeketten-Haftöl wird abgeschleudert und ist
auf der hellen Oberfläche erkennbar. Die Ket‐
tenschmierung funktioniert.
11 Mit der Motorsäge arbeiten
11.1 Winterbetrieb einstellen
Wenn bei Temperaturen unter +10 °C gearbeitet
wird, kann der Vergaser vereisen. Damit der Ver‐
gaser zusätzlich mit warmer Luft aus der Umge‐
bung des Motors umströmt wird, muss Winterbe‐
trieb eingestellt werden.
HINWEIS
■ Falls bei Temperaturen über +10 °C im Win‐
terbetrieb gearbeitet wird, kann der Motor
überhitzen.
►
Sommerbetrieb einstellen.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
0000-GXX-3163-A0
11
3
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Schieber (3) herausziehen.
deutsch 11 Mit der Motorsäge arbeiten
74 0458-787-7621-B. VA0.M20.
4
3
0000-GXX-3164-A0
► Schieber (3) so ausrichten, dass das Sym‐
bol (4) in Richtung der Motorsäge zeigt.
► Schieber (3) bis zum Anschlag in die Führung
schieben.
Der Schieber rastet spürbar ein.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐
sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist.
Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt.
11.2 Sommerbetrieb einstellen
Wenn bei Temperaturen über +10 °C gearbeitet
wird, muss Sommerbetrieb eingestellt werden.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
0000-GXX-3807-A0
11
3
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Schieber (3) herausziehen.
3
4
0000-GXX-3486-A0
► Schieber (3) so ausrichten, dass das Sym‐
bol (4) in Richtung der Motorsäge zeigt.
► Schieber (3) bis zum Anschlag in die Führung
schieben.
Der Schieber rastet spürbar ein.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐
sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist.
Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt.
11.3 Motorsäge kalibrieren
Während der Arbeit stellt sich die Motorsäge
automatisch auf die optimale Leistung ein. Durch
eine Kalibrierung kann die Motorsäge schneller
auf die optimale Leistung eingestellt werden.
► Falls die Außentemperatur unter -10 °C
beträgt oder der Motor kalt ist:
► Motor starten und Kettenbremse lösen.
► Motor ca. 1 Minute lang mit Gasstößen auf‐
wärmen.
► Motor abstellen.
1
min
AB C
s> 30 s30-60 s
0000-GXX-3825-A0
►
Kombihebel in die Position stellen.
► Kettenbremse einlegen.
► Motor starten, ohne den Gashebel zu drücken.
Der Motor läuft und der Kombihebel bleibt in
der Position
.
► Motor mindestens 30 bis maximal 60 Sekun‐
den (A) laufen lassen, ohne den Gashebel zu
drücken.
WARNUNG
■ Wenn die Kettenbremse gelöst wird kann die
Sägekette umlaufen. Der Benutzer kann
schwer verletzt werden.
►
Motorsäge so halten, wie es in dieser
Gebrauchsanleitung beschrieben ist.
► Umlaufende Sägekette nicht berühren.
► Kettenbremse lösen.
11 Mit der Motorsäge arbeiten deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 75
HINWEIS
■ Falls der Gashebel losgelassen wird, bevor
die Motorsäge vollständig kalibriert ist, wird die
Kalibrierung abgebrochen. Die Kalibrierung
muss neu gestartet werden.
►
Gashebel vollständig gedrückt halten.
HINWEIS
■ Falls der Gashebel während der Kalibrierung
nicht vollständig gedrückt wird, kann sich die
Motorsäge falsch einstellen. Die Motorsäge
kann beschädigt werden.
►
Gashebel vollständig gedrückt halten.
► Gashebel mindestens 30 Sekunden (B) lang
drücken und gedrückt halten.
Der Motor beschleunigt und die Sägekette
läuft um. Die Motorsäge wird kalibriert. Die
Motordrehzahl schwankt und erhöht sich deut‐
lich während der Kalibrierung.
► Falls der Motor ausgeht: Erneut versuchen,
die Motorsäge zu kalibrieren.
► Falls der Motor wiederholt ausgeht:
► Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge nicht verwenden und einen
STIHL Fachhändler aufsuchen.
Die Motorsäge ist defekt.
► Sobald die Motordrehzahl hörbar und spürbar
abfällt (C): Gashebel loslassen.
Der Motor läuft im Leerlauf. Die Motorsäge ist
kalibriert und einsatzbereit.
11.4 Ölfördermenge einstellen
Die Motorsäge hat eine einstellbare Ölpumpe.
0000-GXX-3165-A0
A
12
Falls die Ölpumpen-Einstellschraube (1) in Posi‐
tion E (Ematic) steht, ist die Ölfördermenge für
die meisten Anwendungen optimal eingestellt.
Die Fördermenge der Ölpumpe kann für unter‐
schiedliche Schnittlängen, Holzarten und Arbeits‐
techniken angepasst werden. Der Verstellbereich
der Ölpumpen‑Einstellschraube (1) ist durch
einen Anschlag (2) begrenzt. Der Anschlag (2)
kann eingedrückt werden, um die Ölfördermenge
weiter zu erhöhen.
Ölfördermenge erhöhen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Ölpumpen-Einstellschraube (1) im Uhrzeiger‐
sinn drehen.
Ölfördermenge weiter erhöhen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Anschlag (2) mit einem geeigneten Werkzeug
eindrücken.
Der Anschlag (2) bleibt dauerhaft eingedrückt.
HINWEIS
■ Falls die Ölpumpen‑Einstellschraube (1) im
Bereich A steht, kann sich der Öltank schnel‐
ler leeren. Die Sägekette kann früher nicht
mehr richtig geschmiert werden.
►
Öltank vollständig füllen.
► Wenn die erhöhte Ölfördermenge nicht mehr
benötigt wird, die Ölpumpen-Einstell‐
schraube gegen den Uhrzeigersinn aus dem
Bereich A drehen.
►
Ölpumpen-Einstellschraube (1) im Uhrzei‐
gersinn drehen.
Ölfördermenge verringern
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Ölpumpen-Einstellschraube (1) gegen den
Uhrzeigersinn drehen.
11.5 Schnitttiefenbegrenzer einstel‐
len
Der Schnitttiefenbegrenzer kann abhängig von
der Anwendung eingestellt werden. Die Einstel‐
lung des Schnitttiefenbegrenzers bestimmt die
maximale Eindringtiefe der Führungsschiene.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
2
1
0000-GXX-5477-A0
A
► Schnellspanner (1) aufklappen.
► Schieber (2) in Richtung Motor oder Schienen‐
spitze schieben, bis die gewünschte Schnitt‐
tiefe erreicht ist.
► Schnellspanner (1) in Richtung des
Bereichs (A) vollständig zuklappen.
deutsch 11 Mit der Motorsäge arbeiten
76 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Prüfen, ob sich der Schieber (2) nicht mehr
verschieben lässt und der Schnellspanner (1)
im Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer
anliegt.
Falls sich der Schieber (2) nicht mehr verschie‐
ben lässt und der Schnellspanner (1) im
Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer anliegt, ist
der Schnitttiefenbegrenzer fest eingestellt.
► Falls der Schieber (2) verschoben werden
kann:
► Schnellspanner (1) aufklappen.
► Schnellspanner (1) im Uhrzeigersinn dre‐
hen.
► Schnellspanner (1) in Richtung des
Bereichs (A) vollständig zuklappen.
Der Schieber (2) kann nicht mehr verscho‐
ben werden und der Schnellspanner (1)
liegt im Bereich (A) am Schnitttiefenbegren‐
zer an.
► Falls der Schnellspanner (1) nicht vollständig
zugeklappt werden kann:
► Schnellspanner (1) aufklappen.
► Schnellspanner (1) gegen den Uhrzeiger‐
sinn drehen.
► Schnellspanner (1) in Richtung des
Bereichs (A) vollständig zuklappen.
Der Schieber (2) kann nicht mehr verscho‐
ben werden und der Schnellspanner (1)
liegt im markierten Bereich am Schnitttiefen‐
begrenzer an.
11.6 Motorsäge halten und führen
0000-GXX-4176-A0
► Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr
und der rechten Hand am Bedienungsgriff so
festhalten und führen, dass der Daumen der
linken Hand das Griffrohr umschließt und der
Daumen der rechten Hand den Bedienungs‐
griff umschließt.
11.7 Sägen
WARNUNG
■ Falls Rückschlag entsteht, kann die Motor‐
säge in Richtung Benutzer hochgeschleudert
werden. Der Benutzer kann schwer verletzt
oder getötet werden.
►
Mit Vollgas sägen.
► Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel
der Spitze der Führungsschiene sägen.
► Führungsschiene mit Vollgas so in den
Schnitt führen, dass die Führungsschiene
nicht verkantet.
► Am Ende des Schnitts das Gewicht der Motor‐
säge auffangen.
12 Nach dem Arbeiten
12.1 Nach dem Arbeiten
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge abkühlen lassen.
► Falls die Motorsäge nass ist: Motorsäge trock‐
nen lassen.
► Motorsäge reinigen.
► Luftfilter reinigen.
► Führungsschiene und Sägekette reinigen.
► Muttern am Kettenraddeckel lösen.
► Spannschraube 2 Umdrehungen gegen den
Uhrzeigersinn drehen.
Die Sägekette ist entspannt.
► Muttern am Kettenraddeckel anziehen.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er
die gesamte Führungsschiene abdeckt.
13 Transportieren
13.1 Motorsäge transportieren
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er
die gesamte Führungsschiene abdeckt.
Motorsäge tragen
► Motorsäge mit der rechten Hand so am Griff‐
rohr tragen, dass die Führungsschiene nach
hinten zeigt.
Motorsäge in einem Fahrzeug transportieren
► Motorsäge so sichern, dass die Motorsäge
nicht umkippen und sich nicht bewegen kann.
14 Aufbewahren
14.1 Motorsäge aufbewahren
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er
die gesamte Führungsschiene abdeckt.
12 Nach dem Arbeiten deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 77
► Motorsäge so aufbewahren, dass folgende
Bedingungen erfüllt sind:
–
Die Motorsäge ist außerhalb der Reichweite
von Kindern.
–
Die Motorsäge ist sauber und trocken.
15 Reinigen
15.1 Motorsäge reinigen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge abkühlen lassen.
► Motorsäge mit einem feuchten Tuch oder
STIHL Harzlöser reinigen.
► Lüftungsschlitze mit einem Pinsel reinigen.
1
1
0000-GXX-2939-A0
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen
gegen den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Kettenraddeckel abbauen.
► Zylinderrippen und Innenseite der Haube mit
einem Pinsel, einem feuchten Tuch oder
STIHL Harzlöser reinigen.
► Bereich um das Kettenrad mit einem feuchten
Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐
sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist.
Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt.
► Kettenraddeckel anbauen.
15.2 Führungsschiene und Säge‐
kette reinigen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Schnitttiefenbegrenzer abbauen.
► Führungsschiene und Sägekette abbauen.
1
2
0000-GXX-2951-A0
3
3
► Öleintrittsbohrung (1), Ölaustrittskanal (2), und
Nut (3) mit einem Pinsel, einer weichen Bürste
oder STIHL Harzlöser reinigen.
► Sägekette mit einem Pinsel, einer weichen
Bürste oder STIHL Harzlöser reinigen.
► Führungsschiene und Sägekette anbauen.
► Schnitttiefenbegrenzer anbauen.
15.3 Luftfilter reinigen
Im Luftfilter kann sich sehr feiner Staub sam‐
meln. Der Staub kann den Luftfilter zusetzen und
durch Abbürsten oder Ausklopfen nicht entfernt
werden. Der Luftfilter muss mit einem Reini‐
gungsmittel gereinigt werden.
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
0000-GXX-2952-A0
2
1
3
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Bereich um den Luftfilter (3) mit einem feuch‐
ten Tuch oder einem Pinsel reinigen.
► Luftfilter (3) von Hand 1/4 Umdrehung gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Luftfilter (3) abnehmen.
► Groben Schmutz auf der Außenseite des Luft‐
filters (3) unter fließendem Wasser abspülen.
► Falls der Luftfilter (3) beschädigt ist: Luftfil‐
ter (3) ersetzen.
deutsch 15 Reinigen
78 0458-787-7621-B. VA0.M20.
WARNUNG
■ Falls Reinigungsmittel mit der Haut oder den
Augen in Kontakt kommen, können die Haut
oder die Augen gereizt werden.
►
Gebrauchsanleitung des Reinigungsmittels
beachten.
► Kontakt mit Reinigungsmitteln vermeiden.
► Falls Kontakt mit der Haut aufgetreten ist:
Betroffene Hautstellen mit reichlich Wasser
und Seife abwaschen.
►
Falls Kontakt mit den Augen aufgetreten ist:
Augen mindestens 15 Minuten mit reichlich
Wasser spülen und einen Arzt aufsuchen.
►
Außenseite und Innenseite des Luftfilters (3)
mit STIHL Spezialreiniger oder einem Reini‐
gungsmittel mit einem pH‑Wert größer 12
einsprühen.
► STIHL Spezialreiniger oder Reinigungsmittel
10 Minuten einwirken lassen.
► Außenseite des Luftfilters (3) mit einer wei‐
chen Bürste abbürsten.
► Außenseite und Innenseite des Luftfilters (3)
unter fließendem Wasser abspülen.
► Luftfilter (3) an der Luft trocknen lassen.
0000-GXX-3808-A0
3
► Luftfilter (3) von Hand andrücken und so lange
im Uhrzeigersinn drehen, bis der Luftfilter (3)
einrastet.
Der Schriftzug "STIHL" ist horizontal ausge‐
richtet.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐
sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist.
Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt.
15.4 Zündkerze reinigen
► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen.
► Motorsäge abkühlen lassen.
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen
gegen den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Zündkerzenstecker (3) abziehen.
► Falls der Bereich um die Zündkerze ver‐
schmutzt ist: Den Bereich um die Zündkerze
mit einem feuchten Tuch reinigen.
► Zündkerze herausdrehen.
► Zündkerze mit einem feuchten Tuch reinigen.
► Falls die Zündkerze korrodiert ist: Zündkerze
ersetzen.
0000-GXX-5806-A0
3
► Zündkerze eindrehen und fest anziehen.
► Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen im
Uhrzeigersinn drehen.
Die Haubenverschlüsse sind verriegelt.
16 Warten
16.1 Wartungsintervalle
Wartungsintervalle sind abhängig von den
Umgebungsbedingungen und den Arbeitsbedin‐
gungen. STIHL empfiehlt folgende Wartungsin‐
tervalle:
Kettenbremse
► Kettenbremse in folgenden zeitlichen Abstän‐
den von einem STIHL Fachhändler warten las‐
sen:
–
Vollzeit-Einsatz: vierteljährlich
–
Teilzeit-Einsatz: halbjährlich
–
gelegentlicher Einsatz: jährlich
Alle 100 Betriebsstunden
► Zündkerze ersetzen.
16 Warten deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 79
Wöchentlich
► Kettenrad prüfen.
► Führungsschiene prüfen und entgraten.
► Sägekette prüfen und schärfen.
Monatlich
► Öltank von einem STIHL Fachhändler reinigen
lassen.
► Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler
reinigen lassen.
► Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL
Fachhändler reinigen lassen.
Jährlich
► Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL
Fachhändler ersetzen lassen.
16.2 Führungsschiene entgraten
An der Außenkante der Führungsschiene kann
sich ein Grat bilden.
► Grat mit einer Flachfeile oder einem STIHL
Führungsschienenrichter entfernen.
► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL
Fachhändler aufsuchen.
16.3 Sägekette schärfen
Es erfordert viel Übung, Sägeketten richtig zu
schärfen.
STIHL empfiehlt, Sägeketten von einem STIHL
Fachhändler schärfen zu lassen.
WARNUNG
■ Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf.
Der Benutzer kann sich schneiden.
► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem
Material tragen.
4
0000-GXX-3488-A0
-
+
-
A
B
C
+
-
+
1 3 22
► Rechte Schneidezähne (4) mit einem Univer‐
sal-Schärfgerät STIHL USG mit folgenden Ein‐
stellungen schärfen:
–
Skala A: + 10°
–
Skala B: 0°
–
Skala C: + 15°
► Linke Schneidezähne (1) mit einem Universal-
Schärfgerät STIHL USG mit folgenden Einstel‐
lungen schärfen:
–
Skala A: + 10°
–
Skala B: 0°
–
Skala C: - 15°
► Tiefenbegrenzer (2) und Verbindungsglie‐
der (3) mit einem Universal-Schärfgerät
STIHL USG mit folgenden Einstellungen
schleifen:
–
Skala A: + 40°
–
Skala B: 0°
–
Skala C: 0°
17 Reparieren
17.1 Motorsäge, Führungsschiene
und Sägekette reparieren
Der Benutzer kann die Motorsäge, Führungs‐
schiene und Sägekette nicht selbst reparieren.
► Falls die Motorsäge, Führungsschiene oder
Sägekette beschädigt sind: Motorsäge, Füh‐
rungsschiene oder Sägekette nicht verwenden
und einen STIHL Fachhändler aufsuchen.
18 Störungen beheben
18.1 Störungen der Motorsäge beheben
Die meisten Störungen haben die gleichen Ursachen.
► Folgende Maßnahmen durchführen:
► Luftfilter reinigen.
► Zündkerze reinigen oder ersetzen.
► Winterbetrieb oder Sommerbetrieb einstellen.
deutsch 17 Reparieren
80 0458-787-7621-B. VA0.M20.
► Falls die Störung weiterhin besteht: Maßnahmen aus der folgenden Tabelle durchführen.
Störung Ursache Abhilfe
Der Motor lässt sich
nicht starten.
Im Kraftstofftank ist
nicht genügend Kraft‐
stoff.
► Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken.
Der Motor ist abge‐
soffen.
► Verbrennungsraum lüften.
Der Vergaser ist zu
heiß.
► Motorsäge abkühlen lassen.
Der Vergaser ist ver‐
eist.
► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen.
Der Motor läuft im
Leerlauf unre‐
gelmäßig.
Der Vergaser ist ver‐
eist.
► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen.
Der Motor geht im
Leerlauf aus.
Der Vergaser ist ver‐
eist.
► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen.
Der Motor beschleu‐
nigt schlecht.
Die Sägekette ist zu
stark gespannt.
► Sägekette richtig spannen.
Die Kettenschmie‐
rung fördert zu wenig
Sägekettenhaftöl.
► Ölfördermenge erhöhen.
Der Motor erreicht die
Höchstdrehzahl nicht.
Die Motorsäge ist
nicht richtig an die
Umgebungsbedin‐
gungen angepasst.
► Motorsäge kalibrieren.
Die Sägekette läuft
nicht an, wenn Gas
gegeben wird.
Die Kettenbremse ist
eingelegt.
► Kettenbremse lösen.
Die Sägekette ist zu
stark gespannt.
► Sägekette richtig spannen.
Der Umlenkstern der
Führungsschiene ist
blockiert.
► Umlenkstern der Führungsschiene mit STIHL Harzlö‐
ser reinigen.
Während der Arbeit
raucht es oder riecht
verbrannt.
Die Sägekette ist
nicht richtig
geschärft.
► Sägekette richtig schärfen.
Im Öltank ist zu
wenig Sägeketten-
Haftöl.
► Sägeketten-Haftöl einfüllen.
Die Kettenschmie‐
rung fördert zu wenig
Sägekettenhaftöl.
► Ölfördermenge erhöhen.
Die Sägekette ist zu
stark gespannt.
► Sägekette richtig spannen.
Die Motorsäge wird
nicht richtig ange‐
wendet.
► Anwendung erklären lassen und üben.
18.2 Verbrennungsraum lüften
► Kettenbremse einlegen.
18 Störungen beheben deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 81
11
3
0000-GXX-3809-A0
► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen
den Uhrzeigersinn drehen.
► Haube (2) abnehmen.
► Zündkerzenstecker (3) abziehen.
► Zündkerze herausdrehen.
► Zündkerze trocknen.
WARNUNG
■ Wenn bei abgezogenem Zündkerzenstecker
der Anwerfgriff herausgezogen wird, können
Funken nach außen treten. Funken können in
leicht brennbarer oder explosiver Umgebung
Brände und Explosionen auslösen. Personen
können schwer verletzt oder getötet werden
und Sachschaden kann entstehen.
►
Kombihebel in die Position stellen und
halten, bevor der Anwerfgriff herausgezogen
wird.
►
Kombihebel in die Position stellen und hal‐
ten.
► Anwerfgriff mehrmals herausziehen und
zurückführen.
Der Verbrennungsraum ist gelüftet.
► Zündkerze eindrehen und fest anziehen.
0000-GXX-5806-A0
3
► Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken.
► Haube (2) aufsetzen.
► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐
sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist.
Die Haubenverschlüsse sind verriegelt.
19 Technische Daten
19.1 Motorsäge STIHL
MS 462 C‑M R
–
Hubraum: 72,2 cm³
–
Leistung nach ISO 7293: 4,4 kW (6,0 PS)
–
Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681:
2800 ± 50 1/min
–
Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von
STIHL
–
Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm
–
Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem
Öltank, ohne Führungsschiene und ohne
Sägekette: 6,5 kg
–
Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 720 cm³
(0,72 l)
–
Maximaler Inhalt des Öltanks: 340 cm³ (0,34 l)
19.2 Kettenräder und Kettenge‐
schwindigkeiten
Folgende Kettenräder können verwendet wer‐
den:
7-zähnig für 3/8"
•
Maximale Kettengeschwindigkeit nach
ISO 11681: 28,9 m/s
•
Kettengeschwindigkeit bei maximaler Leis‐
tung: 21,7 m/s
19.3 Mindestnuttiefe der Führungs‐
schienen
Die Mindestnuttiefe hängt von der Teilung der
Führungsschiene ab.
–
3/8": 6 mm
19.4 Schallwerte und Vibrations‐
werte
–
Schalldruckpegel L
peq
gemessen nach
ISO 22868: 108 dB(A). Der K-Wert für den
Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A).
–
Schallleistungspegel L
w
gemessen nach
ISO 22868: 119 dB(A). Der K-Wert für den
Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A).
–
Vibrationswert a
hv,eq
gemessen nach
ISO 22867:
•
Griffrohr: 3,3 m/s². Der K-Wert für den Vib‐
rationswert beträgt 2 m/s².
•
Bedienungsgriff: 2,7 m/s². Der K-Wert für
den Vibrationswert beträgt 2 m/s².
Informationen zur Erfüllung der Arbeitgeberricht‐
linie Vibration 2002/44/EG sind unter
www.stihl.com/vib angegeben.
deutsch 19 Technische Daten
82 0458-787-7621-B. VA0.M20.
19.5 REACH
REACH bezeichnet eine EG-Verordnung zur
Registrierung, Bewertung und Zulassung von
Chemikalien.
Informationen zur Erfüllung der REACH Verord‐
nung sind unter www.stihl.com/reach angege‐
ben.
19.6 Abgas-Emissionswert
Der im EU-Typgenehmigungsverfahren gemes‐
sene CO
2
-Wert ist unter www.stihl.com/co2 in
den produktspezifischen Technischen Daten
angegeben.
Der gemessene CO
2
-Wert wurde an einem
repräsentativen Motor nach einem genormten
Prüfverfahren unter Laborbedingungen ermittelt
und stellt keine ausdrückliche oder implizite
Garantie der Leistung eines bestimmten Motors
dar.
Durch die in dieser Gebrauchsanleitung
beschriebene bestimmungsgemäße Verwendung
und Wartung, werden die geltenden Anforderun‐
gen an die Abgas-Emissionen erfüllt. Bei Verän‐
derungen am Motor erlischt die Betriebserlaub‐
nis.
20 Kombinationen der Füh‐
rungsschienen und Säge‐
ketten
20.1 Motorsäge STIHL MS 462 C-
M R
Folgende Führungsschienen und Sägeketten
dürfen angebaut werden:
Führungsschiene: Rollomatic Super
•
Teilung: 3/8“
•
Nutweite: 1,6 mm
•
Länge: 50 cm
•
Zähnezahl des Umlenksterns: 11
Sägekette: 36 RDR (Typ 3944)
•
Teilung: 3/8“
•
Treibglieddicke: 1,6 mm
•
Anzahl der Treibglieder: 72
Die Schnittlänge einer Führungsschiene hängt
von der verwendeten Motorsäge und Sägekette
ab. Die tatsächliche Schnittlänge einer Füh‐
rungsschiene kann geringer als die angegebene
Länge sein.
21 Ersatzteile und Zubehör
21.1 Ersatzteile und Zubehör
Diese Symbole kennzeichnen original
STIHL Ersatzteile und original STIHL
Zubehör.
STIHL empfiehlt, original STIHL Ersatzteile und
original STIHL Zubehör zu verwenden.
Ersatzteile und Zubehör anderer Hersteller kön‐
nen durch STIHL hinsichtlich Zuverlässigkeit,
Sicherheit und Eignung trotz laufender Marktbeo‐
bachtung nicht beurteilt werden und STIHL kann
für deren Einsatz auch nicht einstehen.
Original STIHL Ersatzteile und original STIHL
Zubehör sind bei einem STIHL Fachhändler
erhältlich.
22 Entsorgen
22.1 Motorsäge entsorgen
Informationen zur Entsorgung sind bei einem
STIHL Fachhändler erhältlich.
► Motorsäge, Führungsschiene, Sägekette,
Kraftstoff, Benzin, Zweitakt-Motoröl, Zubehör
und Verpackung vorschriftsmäßig und umwelt‐
freundlich entsorgen.
23 EU-Konformitätserklärung
23.1 Motorsäge STIHL MS
462 C‑M R
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
Badstraße 115
D-71336 Waiblingen
Deutschland
erklärt in alleiniger Verantwortung, dass
–
Bauart: Motorsäge
–
Fabrikmarke: STIHL
–
Typ: MS 462 C‑M R
–
Serienidentifizierung: 1142
–
Hubraum: 72,2 cm³
den einschlägigen Bestimmungen der Richtlinien
2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU und
2000/14/EG entspricht und in Übereinstimmung
mit den jeweils zum Produktionsdatum gültigen
Versionen der folgenden Normen entwickelt und
gefertigt worden ist: EN ISO 11681‑1, EN 55012
und EN 61000‑6‑1.
Die EG-Baumusterprüfung nach Richtlinie
2006/42/EG, Art. 12.3(b) wurde durchgeführt bei:
DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungsstelle
für Land- und Forsttechnik GbR (NB 0363),
20 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 83
Spremberger Straße 1, 64823 Groß‑Umstadt,
Deutschland
–
Zertifizierungsnummer: K‑EG‑2016/7987
Zur Ermittlung des gemessenen und des garan‐
tierten Schallleistungspegels wurde nach Richtli‐
nie 2000/14/EG, Anhang V, unter Anwendung
der Norm ISO 9207 verfahren.
–
Gemessener Schallleistungspegel: 119 dB(A)
–
Garantierter Schallleistungspegel: 121 dB(A)
Die Technischen Unterlagen sind bei der Pro‐
duktzulassung der AND‐
REAS STIHL AG & Co. KG aufbewahrt.
Das Baujahr und die Maschinennummer sind auf
der Motorsäge angegeben.
Waiblingen, 03.02.2020
ANDREAS STIHL AG & Co. KG
i. V.
Dr. Jürgen Hoffmann, Leiter Erzeugnisdaten, -
vorschriften und Zulassung
deutsch 23 EU-Konformitätserklärung
84 0458-787-7621-B. VA0.M20.
23 EU-Konformitätserklärung deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 85
deutsch 23 EU-Konformitätserklärung
86 0458-787-7621-B. VA0.M20.
23 EU-Konformitätserklärung deutsch
0458-787-7621-B. VA0.M20. 87
Documenttranscriptie
STIHL MS 462 C-M R 2 - 28 28 - 57 57 - 84 Handleiding Notice d’emploi Gebrauchsanleitung Nederlands 21 22 23 1 BELANGRIJK! VOOR GEBRUIK GOED DOOR‐ LEZEN EN BEWAREN. 2 Informatie met betrekking tot deze handleiding 2.1 Aanduiding van de waarschu‐ wingen in de tekst WAARSCHUWING ■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen leiden tot ernstig letsel of zelfs tot de dood. ► De genoemde maatregelen kunnen ernstig letsel of de dood voorkomen. LET OP ■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen leiden tot materiële schade. ► De genoemde maatregelen kunnen materi‐ ele schade voorkomen. 2.2 Symbolen in de tekst Dit symbool verwijst naar een hoofdstuk in deze handleiding. Voorwoord Geachte cliënt(e), Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor STIHL. Wij ontwikkelen en produceren onze producten in topkwaliteit in overeenstemming met de behoef‐ ten van onze klanten. Zo ontstaan producten met een hoge betrouwbaarheid, ook bij extreme belasting. Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar. 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Voorwoord...................................................2 Informatie met betrekking tot deze handlei‐ ding............................................................. 2 Overzicht.....................................................3 Veiligheidsinstructies.................................. 4 Motorzaag klaarmaken voor gebruik.........11 Motorzaag completeren............................ 11 Kettingrem inschakelen en lossen............ 14 Brandstof mengen en kettingzaag vullen..15 Motor starten en afzetten.......................... 16 Motorzaag controleren.............................. 17 Met de motorzaag werken........................ 19 Na de werkzaamheden............................. 21 Vervoeren................................................. 22 Opslaan.....................................................22 Reinigen....................................................22 Onderhoud................................................ 24 Repareren................................................. 24 Storingen opheffen....................................24 Technische gegevens............................... 26 Combinaties van zaagbladen en zaagkettin‐ gen............................................................ 27 Onderdelen en toebehoren....................... 27 Milieuverantwoord afvoeren......................27 EU-conformiteitsverklaring........................ 27 Vertaling van de originele handleiding 0000007786_007_NL Inhoudsopgave 1 2 STIHL staat ook voor service met topkwaliteit. Onze dealers staan garant voor deskundig advies en instructie alsmede een uitgebreide technische begeleiding. Wij danken u voor uw vertrouwen in ons en wen‐ sen u veel plezier met uw STIHL product. Dr. Nikolas Stihl 2 0458-787-7621-B © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2021 0458-787-7621-B. VA0.M20. STIHL kiest uitdrukkelijk voor een duurzame en verantwoordelijke omgang met de natuur. Deze gebruiksaanwijzing is voor u bedoeld als onder‐ steuning om uw STIHL-product gedurende een lange levensduur veilig en milieuvriendelijk te gebruiken. 3 Overzicht 3 3.1 Nederlands Overzicht 8 Kettingtandwiel Het kettingtandwiel drijft de zaagketting aan. Kettingzaag 9 Kettingtandwieldeksel Het kettingtandwieldeksel dekt het ketting‐ tandwiel af en bevestigt het zaagblad op de kettingzaag. 1 2 # 10 Moeren De moeren bevestigen het kettingtandwiel‐ deksel op de kettingzaag. 3 11 Kam De kam ligt tijdens de werkzaamheden met de kettingzaag tegen het hout. 8 7 6 9 10 11 31 12 Kap De kap dekt de motor af. 5 4 12 13 13 Kapsluitdop De kapsluitdop bevestigt de kap op de ket‐ tingzaag. 14 30 29 28 27 26 25 24 23 22 0000-GXX-5478-A0 15 16 17 18 19 20 21 1 Gereedschaphouders In de gereedschaphouder wordt de combi‐ sleutel ondergebracht. 2 Voorste handbeschermer De voorste handbeschermer beschermt de linkerhand tegen het contact met de zaagket‐ ting, dient voor het inschakelen van de ket‐ tingrem en schakelt bij een terugslag de ket‐ tingrem automatisch in. 3 Uitlaatdemper De uitlaatdemper reduceert de geluidsemissie van de kettingzaag. 4 Zaagblad Het zaagblad geleidt de zaagketting. 5 Zaagketting De zaagketting zaagt het hout. 6 Kettingvanger De kettingvanger vangt een weggeworpen of gebroken zaagketting op. 7 Spanbout De spanbout dient voor het instellen van de kettingspanning. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 14 Draagbeugel De draagbeugel dient voor het vasthouden, hanteren en dragen van de kettingzaag. 15 Decompressieklep De decompressieklep vergemakkelijkt het starten van de motor. 16 Bougie De bougie ontsteekt het brandstof-luchtmeng‐ sel in de motor. 17 Schuif De schuif dient voor het instellen van de zomer- of winterstand. 18 Bougiesteker De bougiesteker verbindt de bougiekabel met de bougie. 19 Luchtfilter Het luchtfilter filtert de door de motor aange‐ zogen lucht. 20 Gashendelblokkering De gashendelblokkering dient voor het deblokkeren van de gashendel. 21 Bedieningshandgreep De bedieningshandgreep dient voor het bedienen, vasthouden en hanteren van de kettingzaag. 22 Achterste handbeschermer De achterste handbeschermer beschermt de rechterhand tegen contact met een wegge‐ worpen of gebroken zaagketting. 23 Gashendel De gashendel dient voor het accelereren van de motor. 3 Nederlands 4 Veiligheidsinstructies In deze stand wordt de combischakelaar geplaatst om de motor af te zetten. In deze stand van de combischakelaar is de motor in werking. In deze stand van de combischakelaar wordt de motor gestart. Gegarandeerd geluidvermogensniveau LWA volgens de richtlijn 2000/14/EG in dB(A) om de geluidsemissies van pro‐ ducten vergelijkbaar te maken. 24 Combischakelaar De combischakelaar dient voor het instellen voor het starten, werken en voor het afzetten van de motor. 25 Brandstoftankdop De brandstoftankdop sluit de brandstoftank af. 26 Starthandgreep De starthandgreep dient voor het starten van de motor. 27 Oliepompstelschroef De oliepompstelschroef dient voor het instel‐ len van de opbrengst van de zaagkettingolie 28 Aanslag De aanslag begrenst de oliepompstelschroef. 29 Olietankdop De olietankdop sluit de olietank af. 4 4.1 De handleiding lezen, begrijpen en bewaren. 31 Slijpdieptebegrenzer De zaagdieptebegrenzer begrenst de zaag‐ snedediepte van het zaagblad. Veiligheidsbril, gehoorbescherming en veiligheidshelm dragen. # Machinenummer Op de veiligheidsinstructies met betrekking tot terugslag en de maatre‐ gelen hiertegen letten. Pictogrammen De pictogrammen kunnen op de kettingzaag staan en hebben de volgende betekenis: Dit pictogram duidt de brandstoftank aan. Dit pictogram duidt de olietank voor zaag‐ kettingolie aan. In deze richting wordt de kettingrem ingeschakeld of gelost. Dit pictogram geeft de draairichting van de zaagketting aan. Dit pictogram duidt de oliepompstel‐ schroef en de toevoer van de zaagket‐ tingolie aan. Draairichting om de zaagketting te span‐ nen In deze stand staat de schuif op de Winter‐ stand. In deze stand staat de schuif op de Zomer‐ stand. Dit pictogram duidt de decompressieklep aan. Waarschuwingssymbolen De waarschuwingssymbolen op de kettingzaag hebben de volgende betekenis: Op de veiligheidsinstructies en de maatregelen hiervoor letten. 30 Snelspanner De snelspanner dient voor het afstellen van de zaagdieptebegrenzer. 3.2 Veiligheidsinstructies 4.2 Gebruik conform de voorschrif‐ ten De kettingzaag STIHL MS 462 C-M R dient voor het zagen bij reddingswerkzaamheden. Met behulp van de kettingzaag MS 462 C‑M R kun‐ nen de volgende materialen en objecten worden gezaagd: – Plaatstalen schaaldelen – Staalplaat tot 0,8 mm dikte – Koperplaat tot 1,5 mm dikte – Aluminium plaat tot 1,5 mm dikte – Aluminium roldeuren – Pantserglas – ICE‑ruiten – Draadglas – Dakbedekking – Bitumen – Houtconstructies – Isolatiemateriaal – Lichtgewicht wanden in hallen – Licht metselwerk In deze richting wordt de combischakelaar geplaatst om de motor af te zetten. 4 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING ■ Als de kettingzaag niet volgens voorschrift wordt gebruikt kunnen personen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen en kan er materi‐ ele schade ontstaan. ► De kettingzaag zo gebruiken als in deze handleiding staat beschreven. 4.3 Eisen aan de gebruiker WAARSCHUWING ■ Gebruikers die niet voor reddingswerkzaam‐ heden met een kettingzaag zijn opgeleid, kun‐ nen de gevaren niet herkennen of niet inschat‐ ten. De gebruiker of andere personen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. ► De handleiding lezen, begrijpen en bewaren. ► Als de kettingzaag aan een andere persoon wordt overhandigd: de handleiding meege‐ ven. ► Controleren of de gebruiker aan de volgende eisen voldoet: – De gebruiker is uitgerust. – De gebruiker is voor reddingswerkzaam‐ heden met een kettingzaag opgeleid. – De gebruiker is lichamelijk, sensorisch en geestelijk in staat, de kettingzaag te gebruiken en hiermee te werken. – De gebruiker kan de gevaren van de ket‐ tingzaag herkennen en inschatten. – De gebruiker is meerderjarig of de gebruiker wordt overeenkomstig de natio‐ nale regelgeving onder toezicht onderwe‐ zen in een beroep. – De gebruiker verkeert niet onder invloed van alcohol, medicamenten of drugs. ► Indien er onduidelijkheden bestaan: contact opnemen met een STIHL dealer. ■ Het ontstekingssysteem van de kettingzaag genereert een elektromagnetisch veld. Het elektromagnetische veld kan pacemakers beïnvloeden. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. ► Als de gebruiker een pacemaker draagt: Garanderen dat de pacemaker niet wordt beïnvloed. 0458-787-7621-B. VA0.M20. Nederlands 4.4 Kleding en uitrusting WAARSCHUWING ■ Tijdens de werkzaamheden kunnen lange haren in de kettingzaag worden getrokken. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ► Lang haar in een paardenstaart binden en dusdanig vastmaken, dat het zich boven de schouders bevindt. ■ Tijdens de werkzaamheden kunnen voorwer‐ pen met een hoge snelheid naar boven wor‐ den geslingerd. De gebruiker kan letsel oplo‐ pen. ► Draag een nauwsluitende veilig‐ heidsbril. Geschikte veiligheidsbrillen zijn aan de hand van de norm EN 166 of de nationale voorschriften getest en met de betreffende code‐ ring te koop. ► Een gelaatsbeschermer dragen. ► Een strak bovenstuk met lange mouwen dra‐ gen. ■ Tijdens de werkzaamheden wordt geluid geproduceerd. Geluid kan het gehoor bescha‐ digen. ► Een gehoorbeschermer dragen. ■ Vallende takken kunnen leiden tot hoofdletsel. ► Als tijdens de werkzaamheden tak‐ ken kunnen vallen: een veiligheids‐ helm dragen. ■ Tijdens de werkzaamheden kan stof opdwar‐ relen en kunnen er dampen ontstaan. Inge‐ ademd(e) stof en dampen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid en allergische reac‐ ties veroorzaken. ► Een stofmasker of ademhalingsbescherming dragen. ■ Hiertoe ongeschikte kleding kan blijven haken aan voorwerpen en in de kettingzaag. Gebrui‐ kers zonder geschikte kleding kunnen ernstig letsel oplopen. ► Draag nauwsluitende kleding. ► Doe sjaals en sieraden af. ■ Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker in contact komen met de ronddraaiende zaag‐ ketting. De gebruiker kan hierdoor ernstig let‐ sel oplopen. ► Een lange broek met snijprotectie dragen. ■ Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker zich snijden aan scherpe voorwerpen. Tijdens de reinigings- of onderhoudswerkzaamheden kan de gebruiker in contact komen met de zaagketting. De gebruiker kan letsel oplopen. 5 Nederlands ► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐ aal dragen. ■ Als de gebruiker ongeschikte schoenen draagt, kan hij uitglijden. Als de gebruiker in contact komt met de ronddraaiende zaagket‐ ting, kan deze snijwonden oplopen. De gebrui‐ ker kan letsel oplopen. ► Kettingzaaglaarzen met snijprotectie dragen. 4.5 Werkgebied en -omgeving WAARSCHUWING ■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen de gevaren van de kettingzaag en de opge‐ worpen voorwerpen niet herkennen en de gevaren hiervan niet inschatten. Onbevoegde personen, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐ staan. ► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op afstand houden van het werkgebied. ► Kettingzaag niet zonder toezicht laten. ► Zorg ervoor dat kinderen niet met de ketting‐ zaag kunnen spelen. ■ Als de motor draait, stromen hete uitlaatgas‐ sen uit de uitlaatdemper. Hete uitlaatgassen kunnen licht ontvlambare materialen ontsteken en branden veroorzaken. ► De hete uitlaatgassen uit de buurt van licht ontvlambare materialen houden. 4.6 Veilige staat 4.6.1 Kettingzaag De kettingzaag verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: – De kettingzaag is niet beschadigd. – Er lekt geen brandstof uit de kettingzaag. – De brandstoftankdop en de olietankdop zijn gesloten. – De kettingzaag is schoon. – De kettingvanger is gemonteerd en niet beschadigd. – De kettingrem functioneert. – De bedieningselementen werken en zijn niet gewijzigd. – De kettingsmering functioneert. – De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn niet dieper dan 0,5 mm. – Een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven combinatie van zaagblad en zaagketting is gemonteerd. – Het zaagblad en de zaagketting zijn correct gemonteerd. – De zaagdieptebegrenzer is correct gemon‐ teerd en niet beschadigd. 6 4 Veiligheidsinstructies – De zaagketting is correct gespannen. – Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze kettingzaag is gemonteerd. – Het toebehoren is correct gemonteerd. WAARSCHUWING ■ In een niet-veilige staat kunnen de componen‐ ten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtingen worden uitgescha‐ keld en kan er olie weglekken. Personen kun‐ nen ernstig of dodelijk letsel oplopen. ► Met een onbeschadigde kettingzaag werken. ► Als er brandstof uit de kettingzaag lekt: niet met de kettingzaag werken en contact opne‐ men met een STIHL dealer. ► Brandstoftankdop en olietankdop sluiten. ► Als de kettingzaag vuil is: kettingzaag reini‐ gen. ► Met een gemonteerde en onbeschadigde kettingvanger werken. ► Aan de kettingzaag geen wijzigingen aan‐ brengen. Uitzondering: montage van een in deze handleiding aangegeven combinatie van zaagblad en zaagketting en montage van de zaagdieptebegrenzer. ► Als de bedieningselementen niet functione‐ ren: Niet met de kettingzaag werken. ► Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze kettingzaag monteren. ► Zaagblad en zaagketting zo monteren als in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven. ► Zaagdieptebegrenzer zo monteren als in deze handleiding staat beschreven. ► Monteer toebehoren zoals in deze gebruiks‐ aanwijzing of in de gebruiksaanwijzing van het toebehoren beschreven staat. ► Geen voorwerpen in de openingen van de kettingzaag steken. ► Versleten of beschadigde stickers vervan‐ gen. ► Als er onduidelijkheid bestaat: contact opne‐ men met een STIHL dealer. 4.6.2 Zaagblad Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: – Het zaagblad is niet beschadigd. – Het zaagblad is niet vervormd. – De groef is zo diep als of dieper dan de mini‐ male groefdiepte, 19.3. – Er bevinden zich geen bramen op de randen van de groef. – De groef is niet versmald of verbreed. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Veiligheidsinstructies Nederlands WAARSCHUWING ■ In een onveilige staat kan het zaagblad de zaagketting niet meer correct geleiden. De ronddraaiende zaagketting kan van het zaag‐ blad springen. Personen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. ► Met een onbeschadigd zaagblad werken. ► Als de diepte van de groef kleiner is dan de minimale groefdiepte: zaagblad vervangen. ► Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen. ► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact op te nemen met een STIHL dealer. ■ ■ 4.6.3 Zaagketting De zaagketting verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: – De zaagketting is niet beschadigd. – De zaagketting is correct aangescherpt/gesle‐ pen. – De slijtagemarkeringen op de zaagtanden zijn zichtbaar. WAARSCHUWING ■ In een niet-veilige staat kunnen componenten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Per‐ sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. ► Met een onbeschadigde zaagketting werken. ► Zaagketting correct aanscherpen/slijpen. ► Indien er onduidelijkheden bestaan: contact opnemen met een STIHL dealer. 4.7 ■ ■ Brandstof en tanken WAARSCHUWING ■ De voor deze kettingzaag gebruikte brandstof bestaat uit een mengsel van benzine en twee‐ taktmotorolie. De brandstof en benzine vatten zeer gemakkelijk vlam. Als brandstof of ben‐ zine in contact komen met open vuur of hete voorwerpen, kunnen de brandstof of de ben‐ zine branden of explosies veroorzaken. Perso‐ nen kunnen zwaar letsel oplopen of worden gedood en er kan materiële schade ontstaan. ► De brandstof en benzine beschermen tegen hitte en vuur. ► Brandstof en benzine niet morsen. ► Als er brandstof werd gemorst: brandstof opvegen met een doek en de motor pas pro‐ beren te starten als alle onderdelen van de kettingzaag droog zijn. ► Niet roken. ► In de nabijheid van vuur niet tanken. 0458-787-7621-B. VA0.M20. ■ ■ ► Voor het tanken de motor afzetten en laten afkoelen. ► De motor op minstens 3 m van de plek waar werd getankt starten. Ingeademde brandstof- en benzinedampen kunnen personen vergiftigen. ► De brandstof- en benzinedampen niet inade‐ men. ► Op een goed geventileerde plaats tanken. Tijdens de werkzaamheden of in een zeer warme omgeving loopt de temperatuur van de kettingzaag op. Afhankelijk van de soort brandstof, de hoogte, de omgevingstempera‐ tuur en de temperatuur van de kettingzaag zet de brandstof uit en kan overdruk in de brand‐ stoftank ontstaan. Als de brandstoftankdop wordt geopend kan er brandstof naar buiten spuiten en ontbranden. De gebruiker kan ern‐ stig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► De kettingzaag laten afkoelen voordat de brandstoftankdop wordt geopend. ► De brandstoftankdop langzaam en niet ineens opendraaien. Kleding, die in contact komt met brandstof of benzine, is gemakkelijker ontvlambaar. Perso‐ nen kunnen zwaar letsel oplopen of worden gedood en er kan materiële schade ontstaan. ► Als kleding in contact komt met brandstof of benzine: kleding verwisselen. Brandstof, benzine en tweetaktmotorolie kun‐ nen schadelijk zijn voor het milieu. ► De brandstof, benzine en tweetaktmotorolie niet morsen. ► De brandstof, benzine en tweetaktmotorolie volgens voorschrift en milieuvriendelijk afvoeren. Als de brandstof, benzine of tweetaktmotorolie in contact komen met de huid of ogen, kunnen de huid of ogen geïrriteerd raken. ► Contact met brandstof, benzine en tweetakt‐ motorolie voorkomen. ► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐ den: de betreffende plekken op de huid met veel water en zeep wassen. ► Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐ den: ogen minimaal 15 minuten spoelen met veel water en een arts raadplegen. Het ontstekingssysteem van de kettingzaag genereert vonken. Vonken kunnen naar buiten ontsnappen en in licht ontvlambare of een explosieve omgeving brand en explosies ver‐ oorzaken. Personen kunnen zwaar letsel oplo‐ pen of worden gedood en er kan materiële schade ontstaan. 7 Nederlands ► Bougies gebruiken die in deze handleiding staan beschreven. ► Bougie aanbrengen en vastdraaien. ► Bougiesteker stevig aandrukken. ■ Als in de kettingzaag een brandstof wordt getankt die werd gemengd uit ongeschikte benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of die een verkeerde mengverhouding van ben‐ zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de ket‐ tingzaag worden beschadigd. ► De brandstof zo mengen als in deze handlei‐ ding staat beschreven. ■ Als brandstof gedurende langere tijd wordt opgeslagen, kan het mengsel uit benzine en tweetaktmotorolie zich ontmengen. Als de ket‐ tingzaag wordt getankt met ontmengde brand‐ stof kan de kettingzaag worden beschadigd. ► Voordat de kettingzaag wordt getankt: Brandstof doormengen. ► Mengsel van benzine en tweetaktmotorolie gebruiken dat niet ouder is dan 30 dagen (STIHL MotoMix: 2 jaar). 4.8 Zagen WAARSCHUWING ■ Als er zich buiten het werkgebied geen perso‐ nen binnen gehoorafstand bevinden, kan er in geval van nood geen hulp worden geboden. ► Waarborgen dat er zich buiten het werkge‐ bied personen binnen gehoorafstand bevin‐ den. ■ Als de gebruiker de motor niet correct start, kan de gebruiker de controle over de ketting‐ zaag verliezen. De gebruiker kan hierdoor ern‐ stig letsel oplopen. ► De motor zo starten als in deze handleiding staat beschreven. ► Als de zaagketting de grond of voorwerpen raakt: de motor niet starten. ■ De gebruiker kan in bepaalde situaties niet meer geconcentreerd werken. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen, struikelen, vallen en ernstig letsel oplopen. ► Rustig en met overleg werken. ► Als de lichtomstandigheden en het zicht slecht zijn: niet met de kettingzaag werken. ► Kettingzaag alleen bedienen. ► Niet boven schouderhoogte werken. ► Op obstakels letten. ► Staand op de grond werken en het even‐ wicht behouden. Als er op hoogte moet wor‐ den gewerkt: een hefbordes of een veilige steiger gebruiken. ► Wanneer vermoeidheidsverschijnselen optreden: een pauze inlassen. 8 4 Veiligheidsinstructies ■ Als de motor draait, worden uitlaatgassen geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun‐ nen personen vergiftigen. ► Uitlaatgassen niet inademen. ► Op een goed geventileerde plaats met de kettingzaag werken. ► Als er misselijkheid, hoofdpijn, gezichtsstoor‐ nissen, gehoorverlies of duizeligheid optreedt: de werkzaamheden beëindigen en contact opnemen met een arts. ■ Als de gebruiker gehoorbeschermers draagt en de motor draait, kan de gebruiker geluiden beperkt waarnemen en inschatten. ► Rustig en met overleg werken. ■ Als met de kettingzaag wordt gewerkt en de staat, kan de combischakelaar in stand gebruiker niet met de kettingzaag goed onder controle werken. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ► Combischakelaar in stand plaatsen. ► De motor zo starten als in deze handleiding staat beschreven. ■ Als met ingeschakelde kettingrem gas wordt gegeven, kan de kettingrem worden bescha‐ digd. ► Voor het zagen de kettingrem lossen. ■ Door de ronddraaiende zaagketting kan de gebruiker snijwonden oplopen. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ► De ronddraaiende zaagketting niet aanraken. ► Als de zaagketting door een voorwerp wordt geblokkeerd: Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Pas dan het voorwerp wegne‐ men. ■ De ronddraaiende zaagketting wordt warm en zet uit. Als de zaagketting niet voldoende wordt gesmeerd en nagespannen, kan de zaagketting van het zaagblad springen of bre‐ ken. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► Zaagkettingolie gebruiken. ► Tijdens de werkzaamheden regelmatig de spanning van de zaagketting controleren. Als de spanning van de zaagketting te laag is: de zaagketting spannen. ■ Als de werking van de kettingzaag zich tijdens de werkzaamheden wijzigt of deze zich onge‐ woon gedraagt, kan de kettingzaag in een onveilige staat verkeren. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► De werkzaamheden beëindigen en contact opnemen met een STIHL dealer. ■ Tijdens de werkzaamheden kunnen trillingen door de kettingzaag worden gevormd. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Veiligheidsinstructies Nederlands 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 WAARSCHUWING ■ Als voorwerpen die onder spanning staan wor‐ den gezaagd, kan het zaagblad worden inge‐ klemd. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplopen. ► Eerst een ontlastingszaagsnede in de druk‐ zijde (1) aanbrengen, vervolgens een kap‐ zaagsnede in de trekzijde (2) aanbrengen. 4.9 Terugslag De kettingrem kan een terugslag niet voorko‐ men. ■ WAARSCHUWING Als er terugslag ontstaat kan de kettingzaag in de richting van de gebruiker omhoog worden geslingerd. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐ pen of zelfs worden gedood. ► De kettingzaag met beide handen vasthou‐ den. ► Het lichaam buiten het verlengde zwenkbe‐ reik van de kettingzaag houden. ► Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. ► Niet met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus werken. ► Met een correct aangescherpte/geslepen en correct gespannen zaagketting werken. ► Een terugslaggereduceerde zaagketting gebruiken. ► Een zaagblad met een kleine zaagbladneus gebruiken. ► Met vol gas zagen. ■ Bij de inzet voor reddingswerkzaamheden kan het nodig zijn dat met de neus van het zaag‐ blad wordt gewerkt. Als met de neus van het zaagblad wordt gewerkt is de kans op terug‐ slag groter. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐ pen of zelfs worden gedood. ► Waarborgen dat de gebruiker voor reddings‐ werkzaamheden met een kettingzaag is opgeleid. 0000-GXX-2732-A0 4.9.1 Reactiekrachten – De ronddraaiende zaagketting is bij de zaag‐ bladneus ingeklemd. 0000-GXX-4119-A0 ► Handschoenen dragen. ► Werkpauzes inlassen. ► Als er tekenen van een slechte doorbloeding optreden: een arts raadplegen. ■ Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp kunnen vonken ontstaan. Vonken kunnen in een brandbare omgeving leiden tot brand. Personen kunnen zwaar letsel oplopen of worden gedood en er kan materiële schade ontstaan. ► Niet in een brandbare omgeving werken. ■ Als de gashendel wordt losgelaten draait de zaagketting nog even door. De bewegende zaagketting kan snijwonden toebrengen aan personen. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. ► Wacht tot de zaagketting niet meer draait. Een terugslag kan door de volgende oorzaken ontstaan: – De ronddraaiende zaagketting maakt met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus contact met een hard voorwerp en wordt snel afgeremd. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 9 Nederlands ► De kettingzaag met beide handen vasthou‐ den. ► Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. ► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐ den. ► Met vol gas zagen. In het hout trekken 0000-GXX-1348-A0 4.9.2 4 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Nadat de motor heeft gedraaid kunnen de uit‐ laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui‐ ker kan bij contact hiermee brandwonden oplopen. ► Kettingzaag met de rechterhand zo op de draagbeugel dragen dat het zaagblad naar achteren is gericht. 0000-GXX-1349-A0 Terugstoot WAARSCHUWING ■ Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp en snel wordt afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met grote kracht naar de gebruiker toe worden gestoten. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐ pen of zelfs worden gedood. 10 WAARSCHUWING 0000-GXX-2733-A0 ■ Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp en snel wordt afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met grote kracht van de gebruiker weg worden getrokken. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo‐ pen of zelfs worden gedood. ► De kettingzaag met beide handen vasthou‐ den. ► Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. ► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐ den. ► De kam correct plaatsen. ► Met vol gas zagen. Als met de bovenzijde van het zaagblad wordt gewerkt, wordt de kettingzaag naar de gebruiker toe gestoten. Vervoeren ■ Tijdens het vervoer kan de kettingzaag kante‐ len of verschuiven. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐ staan. ► Motor afzetten. ► Kettingrem inschakelen. ► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze het gehele zaagblad afdekt. ► Kettingzaag met spanbanden, riemen of een net dusdanig beveiligen, dat hij niet kan kan‐ telen en niet kan bewegen. ■ Als met de onderzijde van het zaagblad wordt gewerkt, wordt de kettingzaag weggetrokken van de gebruiker. 4.9.3 4.10 4.11 Opslaan WAARSCHUWING ■ Kinderen kunnen de gevaren van de ketting‐ zaag niet herkennen en ook niet inschatten. Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen. ► Motor afzetten. ► Kettingrem inschakelen. ► Kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. ► De kettingzaag buiten het bereik van kinde‐ ren opslaan. ■ De elektrische contacten op de kettingzaag en metalen onderdelen kunnen door vocht corro‐ 0458-787-7621-B. VA0.M20. 5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik deren. De kettingzaag kan worden bescha‐ digd. ► De kettingzaag schoon en droog opslaan. 4.12 Reiniging, onderhoud en repa‐ ratie WAARSCHUWING ■ Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan de zaagketting onbedoeld gaan draaien. Per‐ sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► Motor afzetten. ► Kettingrem inschakelen. ■ Nadat de motor heeft gedraaid kunnen de uit‐ laatdemper en de motor heet zijn. Personen kunnen zich verbranden. ► Wachten tot de uitlaatdemper en de motor zijn afgekoeld. ■ Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen met een waterstraal of puntige voorwerpen kunnen de kettingzaag, het zaagblad en de zaagketting beschadigen. Als de kettingzaag, het zaagblad of de zaagketting niet op de juiste wijze werden gereinigd, kunnen compo‐ nenten niet meer correct functioneren en kun‐ nen de veiligheidsinrichtingen zijn uitgescha‐ keld. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. ► Kettingzaag, zaagblad en zaagketting reini‐ gen zoals staat beschreven in deze handlei‐ ding. ■ Als de kettingzaag door de gebruiker zelf wordt onderhouden of gerepareerd kan het gebeuren dat componenten niet meer correct functioneren en de veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen. ► De kettingzaag nooit zelf onderhouden of repareren. ► Als aan de kettingzaag onderhouds- of repa‐ ratiewerkzaamheden moeten worden uitge‐ voerd: contact opnemen met een STIHL dea‐ ler. ■ Als het zaagblad en de zaagketting niet zo worden onderhouden of gerepareerd als staat beschreven in deze handleiding kunnen com‐ ponenten mogelijk niet meer correct functione‐ ren en kunnen de veiligheidsinrichtingen wor‐ den uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. ► Zaagblad en zaagketting zo onderhouden of repareren als in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven. 0458-787-7621-B. VA0.M20. Nederlands ■ Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐ zaamheden aan de zaagketting kan de gebrui‐ ker letsel oplopen door de scherpe zaagtan‐ den. De gebruiker kan letsel oplopen. ► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐ aal dragen. 5 5.1 Motorzaag klaarmaken voor gebruik Kettingzaag klaarmaken voor gebruik Telkens voor het begin van de werkzaamheden moeten de volgende handelingen worden uitge‐ voerd: ► Controleren of de volgende delen zich in de veilige staat bevinden: – Kettingzaag, 4.6.1. – Zaagblad, 4.6.2. – Zaagketting, 4.6.3. ► Kettingzaag reinigen, 15.1. ► Zaagblad en zaagketting monteren, 6.1.1. ► Zaagdieptebegrenzer monteren, 6.2.1. ► Zaagketting spannen, 6.3. ► Zaagkettingolie bijvullen, 6.4. ► Kettingrem controleren, 10.4. ► Kettingzaag tanken, 8.2. ► Bedieningselementen controleren, 10.5. ► Kettingsmering controleren, 10.6. ► Zaagdieptebegrenzer afstellen, 11.5. ► Als de stappen niet kunnen worden uitge‐ voerd: de kettingzaag niet gebruiken en con‐ tact opnemen met een STIHL dealer. 6 6.1 6.1.1 Motorzaag completeren Zaagblad en zaagketting mon‐ teren en uitbouwen Zaagblad en zaagketting monteren De combinaties van zaagblad en zaagketting, die passen bij het kettingtandwiel en mogen wor‐ den gemonteerd, staan aangegeven in de tech‐ 20.1. nische gegevens, ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 11 Nederlands 6 Motorzaag completeren 3 4 ► Moeren (1) zo ver linksom draaien tot het ket‐ tingtandwieldeksel (2) kan worden weggeno‐ men. ► Kettingtandwieldeksel (2) wegnemen. ► Spanbout (3) zo ver linksom draaien tot de spanschuif (4) links tegen het huis ligt. 0000-GXX-2928-A0 1 0000-GXX-2734-A0 2 0000-GXX-2954-A0 ► Spanbout (3) zo ver rechtsom draaien tot de zaagketting tegen het zaagblad ligt. Hierbij de aandrijfschakels van de zaagketting in de groef van het zaagblad geleiden. Het zaagblad (6) en de zaagketting liggen tegen de kettingzaag. ► Kettingtandwieldeksel (2) zo op de kettingzaag plaatsen, dat deze gelijkligt met de ketting‐ zaag. ► Moeren (1) aanbrengen en vastdraaien. ► Zaagketting zo in de groef van het zaagblad leggen, dat de pijlen op de verbindingsscha‐ kels van de zaagketting aan de bovenzijde in de draairichting zijn gericht. 6.1.2 Zaagblad en zaagketting uitbouwen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer demonteren. ► Moeren zolang linksom draaien tot het ketting‐ tandwieldeksel kan worden weggenomen. ► Kettingtandwieldeksel wegnemen. ► Spanbout tot aan de aanslag linksom draaien. De zaagketting is ontspannen. ► Zaagblad en zaagketting wegnemen. 6.2 Zaagdieptebegrenzer monteren en demonteren 6.2.1 Zaagdieptebegrenzer monteren ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagblad en zaagketting monteren. 0000-GXX-2735-A0 7 De oriëntering van het zaagblad (6) speelt geen rol. De opdruk op het zaagblad (6) kan ook ondersteboven staan. ► Kettingrem lossen. 12 1 2 0000-GXX-3170-A0 ► Het zaagblad met de zaagketting zo op de ket‐ tingzaag plaatsen dat aan de volgende voor‐ waarden wordt voldaan: – De aandrijfschakels van de zaagketting val‐ len in de tanden van het kettingtandwiel (7). – De tapeinden (5) zitten in het sleufgat van het zaagblad (6). – De pen van de spanschuif (4) valt in de boring (8) van het zaagblad (6). ► Geleider (1) zo over het zaagblad schuiven dat de opening van de geleider (1) naar onderen is gericht. ► Bouten (2) aanbrengen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 6 Motorzaag completeren Nederlands 1 3 4 4 ► Bouten (4) losdraaien. ► Geleider (3) van het zaagblad trekken. 6.3 3 0000-GXX-5886-A0 A 4 ► Schuif (3) tot aan de aanslag in de richting van de zaagbladneus schuiven ► Snelspanner (4) in de richting van (A) volledig inklappen. De schuif (3) kan niet meer worden verscho‐ ven en de snelspanner (4) ligt ter hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegrenzer aan. Tijdens de werkzaamheden kan de zaagketting losser of strakker gaan staan. De zaagketting‐ spanning wijzigt. Tijdens de werkzaamheden moet de zaagkettingspanning regelmatig worden gecontroleerd en moet deze zo nodig worden nagespannen. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat de neus van het zaagblad zichtbaar is. 2 6.2.2 Zaagdieptebegrenzer demonteren ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Snelspanner (1) opklappen. ► Snelspanner (1) losdraaien. ► Schuif (2) van de geleider (3) trekken. 1 3 0000-GXX-5887-A0 1 Zaagketting spannen 0000-GXX-3175-A0 ► Schuif (3) over de geleider (1) schuiven. ► Snelspanner (4) aanbrengen. ► Bouten (2) vastdraaien. 2 0000-GXX-3177-A0 2 0000-GXX-5872-A0 3 ► Moeren (1) losdraaien. ► Kettingrem lossen. ► Zaagblad bij de neus optillen en de span‐ schroef (2) zo lang rechtsom draaien, tot aan de volgende voorwaarden is voldaan: – De zaagketting ligt vlak tegen de onderzijde van het zaagblad. – De zaagketting kan nog met twee vingers en geringe krachtsinspanning over het zaagblad worden getrokken. ► Als de zaagketting niet meer met de hand over het zaagblad kan worden getrokken: Span‐ schroef (2) zo lang linksom draaien, tot de zaagketting met twee vingers en geringe krachtsinspanning over het zaagblad kan wor‐ den getrokken. ► Zaagblad bij de neus optillen en de moeren (1) vastdraaien. 6.4 Zaagkettingolie bijvullen De zaagkettingolie zorgt voor de smering en de koeling van de ronddraaiende zaagketting. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 13 Nederlands 7 Kettingrem inschakelen en lossen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Motorzaag zo op een vlakke ondergrond plaat‐ sen dat de olietankdop naar boven is gericht. ► Het gebied rondom de olietankdop schoonma‐ ken met een vochtige doek. ► De beugel van de olietankdop opklappen. ► Olietankdop tot aan de aanslag linksom draaien. ► Olietankdop wegnemen. ► De zaagkettingolie zo bijvullen dat er geen zaagkettingolie wordt gemorst en de olietank niet tot aan de rand wordt gevuld. ► Als de beugel van de olietank is ingeklapt: de beugel opklappen. ► De olietankdop naar beneden drukken en tot aan de aanslag rechtsom draaien. ► De olietankdop naar beneden drukken en zolang linksom draaien tot de markering (1) naar de markering (2) is gericht. ► Opnieuw proberen de olietank te sluiten. ► Als de olietank nog steeds niet kan worden gesloten: niet met de kettingzaag werken en contact opnemen met een STIHL dealer. De kettingzaag verkeert niet in de veilige staat. 6.5 Kam monteren 3 1 1 3 0000-GXX-2931-A0 2 1 ► De olietankdop zo aanbrengen dat de marke‐ ring (1) naar de markering (2) is gericht. ► De olietankdop naar beneden drukken en tot aan de aanslag rechtsom draaien. De olietankdop klikt hoorbaar vast. De marke‐ ring (1) is naar de markering (3) gericht. ► Controleren of de olietankdop naar boven kan worden losgetrokken. ► Als de olietankdop niet naar boven kan wor‐ den losgetrokken: de beugel van de olietank‐ dop inklappen. De olietank is gesloten. Als de olietankdop naar boven kan worden los‐ getrokken, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: ► De olietankdop in een willekeurige positie aan‐ brengen. 14 5 2 6 7 2 4 0000-GXX-3826-A0 0000-GXX-2930-A0 2 0000-GXX-3135-A0 1 ► Bouten (2) tot aan de aanslag door de borin‐ gen in het kettingtandwieldeksel (3) steken. ► Glijblokjes (1) in de uitsparingen in het ketting‐ tandwieldeksel (3) drukken. ► Ringen (7) aanbrengen. ► Afdekkap (6) aanbrengen. ► Kam (5) aanbrengen. ► Moeren (4) aanbrengen en vastdraaien. De kam (5) mag niet weer worden uitgebouwd. 7 7.1 Kettingrem inschakelen en lossen Kettingrem inschakelen De kettingzaag is uitgerust met een kettingrem. De kettingrem wordt bij een voldoende sterke terugslag automatisch ingeschakeld door de massatraagheid van de handbeschermer of kan worden ingeschakeld door de gebruiker. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 8 Brandstof mengen en kettingzaag vullen Nederlands ► 0000-GXX-2932-A0 ► ► Handbeschermer met de linkerhand weg van de draagbeugel duwen. De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De kettingrem is ingeschakeld. ► 7.2 ► 0000-GXX-2933-A0 8.2 ► Handbeschermer met de linkerhand richting de gebruiker trekken. De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De kettingrem is gelost. 8 8.1 Brandstof mengen en ket‐ tingzaag vullen Brandstof mengen De voor deze kettingzaag benodigde brandstof bestaat uit een mengsel van tweetaktmotorolie en benzine, in de mengverhouding 1:50. Kettingzaag tanken ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De kettingzaag laten afkoelen. ► De kettingzaag zo op een vlakke ondergrond plaatsen dat de brandstoftankdop naar boven is gericht. ► Het gebied rondom de brandstoftankdop schoonmaken met een vochtige doek. ► De beugel van de brandstoftankdop opklap‐ pen. 0000-GXX-2934-A1 Kettingrem lossen holpercentage van de benzine niet hoger is dan 10%. Controleren dat de gebruikte tweetaktmotor‐ olie voldoet aan de eisen. Afhankelijk van de gewenste hoeveelheid brandstof, de juiste hoeveelheden tweetakt‐ motorolie en benzine in de mengverhouding 1:50 afmeten. Voorbeelden van brandstof‐ mengsels: – 20 ml tweetaktmotorolie, 1 l benzine – 60 ml tweetaktmotorolie, 3 l benzine – 100 ml tweetaktmotorolie, 5 l benzine Eerst tweetaktmotorolie, vervolgens benzine in een schone, voor brandstof vrijgegeven jerry‐ can bijvullen. Brandstof doormengen. STIHL adviseert de kant-en-klaar gemengde brandstof STIHL MotoMix. Als brandstof zelf wordt gemengd mag alleen een STIHL tweetaktmotorolie of een andere hoogwaardige motorolie van de klasse JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of ISO-L-EGD worden gebruikt. STIHL schrijft de tweetaktmotorolie STIHL HP Ultra of een gelijkwaardige hoogwaardige motor‐ olie voor om de emissiegrenswaarden gedu‐ rende de machinelevensduur te kunnen waarbor‐ gen. ► Controleren dat het octaangetal van de ben‐ zine minimaal 90 RON bedraagt en het alco‐ 0458-787-7621-B. VA0.M20. 15 Nederlands 9 Motor starten en afzetten ► De brandstoftankdop naar beneden drukken en tot aan de aanslag rechtsom draaien. De brandstoftankdop klikt hoorbaar vast. De markering (1) ligt in lijn met de markering (4) en is gericht naar de markering (3). ► Controleren of de brandstoftankdop naar boven kan worden losgetrokken. ► Als de brandstoftankdop niet naar boven kan worden losgetrokken: De beugel van de brandstoftankdop inklappen. De brandstoftank is gesloten. WAARSCHUWING ■ Tijdens de werkzaamheden of in een zeer warme omgeving loopt de temperatuur van de kettingzaag op. Afhankelijk van de soort brandstof, de hoogte, de omgevingstempera‐ tuur en de temperatuur van de kettingzaag zet de brandstof uit en kan overdruk in de brand‐ stoftank ontstaan. Als de brandstoftankdop wordt geopend kan er brandstof naar buiten spuiten en ontbranden. De gebruiker kan ern‐ stig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► De kettingzaag laten afkoelen voordat de brandstoftankdop wordt geopend. ► De brandstoftankdop langzaam en niet ineens opendraaien. Als de brandstoftankdop naar boven kan worden losgetrokken, moeten de volgende stappen wor‐ den uitgevoerd: ► De brandstoftankdop in een willekeurige posi‐ tie aanbrengen. A ► De brandstoftankdop ca. 1/8 slag linksom draaien. Als de brandstoftank onder druk staat, bouwt de overdruk zich hoorbaar af. ► Als de overdruk volledig is afgebouwd: Brand‐ stoftankdop zolang linksom draaien tot de markeringen op de brandstoftankdop en op de brandstoftank met elkaar in lijn liggen. ► Brandstoftankdop wegnemen. 0000-GXX-3136-A1 2 ► De brandstoftankdop naar beneden drukken en tot aan de aanslag rechtsom draaien. ► De brandstoftankdop naar beneden rukken en tot aan de aanslag linksom draaien tot de mar‐ kering (1) naar de markering (2) is gericht. ► Opnieuw proberen de brandstoftank te sluiten. ► Als de brandstoftank nog steeds niet kan wor‐ den gesloten: niet met de kettingzaag werken en contact opnemen met een STIHL dealer. De kettingzaag bevindt zich niet in de veilige staat. ■ Brandstof kan onder inwerking van licht, zon‐ nestraling en extreme temperaturen sneller ontmengen Als ontmengde brandstof wordt getankt kan de kettingzaag worden bescha‐ digd. ► Brandstof doormengen. ► Brandstof die langer dan 30 dagen werd bewaard, niet tanken. ► De brandstof zo tanken dat er geen brand‐ stof wordt gemorst en minimaal 15 mm tot aan de rand van de brandstoftank vrij laten. ► Als de beugel van de brandstoftank is inge‐ klapt: De beugel opklappen. 9 Motor starten en afzetten 9.1 Motor starten 2 1 4 1 3 0000-GXX-6455-A0 1 0000-GXX-2935-A1 3 ► De brandstoftankdop zo aanbrengen dat de markering (1) naar de markering (2) is gericht. 16 C 1 LET OP 2 B ► ► ► ► Kettingrem (2) inschakelen. Kettingbeschermer lostrekken. Decompressieklep (1) indrukken. Combischakelaar (3) in stand plaatsen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 10 Motorzaag controleren Nederlands ► Starthandgreep met de rechterhand langzaam uittrekken tot er weerstand waarneembaar is. ► Net zo lang de starthandgreep snel uittrekken en teruggeleiden tot de motor draait. ► Als de combischakelaar (3) in stand staat: gashendelblokkering (4) en de gashendel (5) even indrukken. De combischakelaar (3) springt in stand . De motor draait stationair. LET OP ■ Als met ingeschakelde kettingrem gas wordt gegeven, kan de kettingrem worden bescha‐ digd. ► Voor het zagen de kettingrem lossen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. Motor afzetten 1 0000-GXX-6457-A0 3 2 ► Gashendel (2) en gashendelblokkering (3) los‐ laten. De zaagketting beweegt niet meer. ► Combischakelaar (1) in stand plaatsen. De motor slaat af en de combischakelaar (1) veert terug in stand . 10 10.1 ► ► ► ► Motorzaag controleren Kettingtandwiel controleren Motor afzetten. Kettingrem lossen. Kettingtandwieldeksel uitbouwen. Zaagblad en zaagketting uitbouwen. 0000-GXX-2937-A0 ► Kettingzaag op een van de 3 mogelijke manie‐ ren vasthouden: – De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag‐ beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de punt van de rechter kettigzaaglaars in de achterste handgreep steken. – De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag‐ beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de hak van de rechter kettigzaaglaars in de achterste handgreep steken. – Kettingzaag met de linkerhand op de draag‐ beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt en de achterste handgreep tussen de knieën of de bovenbenen klem‐ men. 9.2 0000-GXX-3162-A0 0000-GXX-2936-A0 ► Kettingrem lossen. De motorzaag is klaar voor gebruik. ► Als de motor niet start: combischakelaar (3) in plaatsen en opnieuw proberen de stand motor te starten. a ► Inloopsporen op het kettingtandwiel controle‐ ren met behulp van een STIHL kaliber. ► Als de inloopsporen dieper zijn dan a = 0,5 mm: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. Het kettingtandwiel moet worden vervangen. 10.2 Zaagblad controleren ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer demonteren. ► Zaagketting en zaagblad uitbouwen. 17 10 Motorzaag controleren 0000-GXX-1217-A0 Nederlands ► De groefdiepte van het zaagblad meten met behulp van het meetkaliber van het STIHL vij‐ lkaliber. ► Zaagblad vervangen, als aan een van de vol‐ gende voorwaarden wordt voldaan: – Het zaagblad is beschadigd. – De gemeten groefdiepte is kleiner dan de minimale groefdiepte van het zaagblad, 19.3. – De groef van het zaagblad is versmald of verbreed. ► Als er onduidelijkheden zijn: contact opnemen met een STIHL dealer. 10.3 10.4 Zaagketting controleren WAARSCHUWING ■ De zaagtanden van de zaagketting zijn scherp. De gebruiker kan zich verwonden. ► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐ aal dragen. 1 0000-GXX-1218-A0 2 ► De hoogte van de dieptebegrenzer (1) meten met behulp van het STIHL vijlkaliber (2). Het STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van de zaagketting. ► Als een dieptebegrenzer (1) boven het vijlkali‐ ber (2) uitsteekt: dieptebegrenzer (1) met behulp van een STIHL USG bijslijpen, 16.3. 3 5 0000-GXX-3822-A0 6 4 Kettingrem controleren ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat het zaagblad zo veel mogelijk zichtbaar is. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer demonteren. 18 ► Controleren of de slijtagemarkeringen (3, 4 en 6) op de zaagtanden en op de verbindings‐ schakels zichtbaar zijn. ► Controleren of de snijkanten (5) op de zaag‐ tanden aanwezig zijn. ► Als een van de slijtagemarkeringen op een zaagtand of op een verbindingsschakel niet zichtbaar is of een snijkant ontbreekt: de zaag‐ ketting niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. ► Met een STIHL vijlkaliber controleren of de aanscherphoek van de zaagtanden van 30° is aangehouden. Het STIHL vijlkaliber moet pas‐ sen bij de steek van de zaagketting. ► Als de aanscherphoek van 30° niet is aange‐ houden: Zaagketting slijpen/aanscherpen. ► Als er onduidelijkheden zijn: contact opnemen met een STIHL dealer. ► Proberen, de zaagketting met de hand over het zaagblad te trekken. Als de zaagketting niet met de hand over het zaagblad kan worden getrokken werkt de ket‐ tingrem. ► Als de zaagketting met de hand over het zaag‐ blad kan worden getrokken: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De kettingrem is defect. 10.5 Bedieningselementen controle‐ ren Gashendelblokkering en gashendel ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Probeer de gashendel in te drukken, zonder de gashendelblokkering in te drukken. ► Als de gashendel kan worden ingedrukt: de kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐ men met een STIHL dealer. De gashendelblokkering is defect. ► Gashendelblokkering indrukken en ingedrukt houden. ► Gashendel indrukken en weer loslaten. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 11 Met de motorzaag werken Nederlands ► Als de gashendel stroef beweegt of niet terug‐ veert in de uitgangsstand: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De gashendel is defect. Motor afzetten ► Motor starten. ► Combischakelaar in stand plaatsen. De motor slaat af en de combischakelaar veert terug in stand . ► Als de motor niet afslaat: ► Combischakelaar in stand plaatsen. De motor slaat af. ► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐ men met een STIHL dealer. De kettingzaag is defect. 10.6 Kettingsmering controleren ► Motor starten en kettingrem lossen. ► Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak rich‐ ten. ► Gas geven. Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is her‐ kenbaar op het lichtgekleurde oppervlak. De kettingsmering functioneert. 4 ► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar de kettingzaag is gericht. ► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding schuiven. De schuif klikt merkbaar vast. ► Kap (2) aanbrengen. ► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot er een klik hoorbaar is. De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld. 11.2 Zomerstand instellen Als bij temperaturen boven de +10 °C wordt gewerkt, moet de zomerstand worden ingesteld. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 3 Met de motorzaag werken 11.1 Winterstand instellen Als bij temperaturen onder de +10 °C wordt gewerkt, kan bij de carburateur ijsvorming ont‐ staan. Om ervoor te zorgen dat de carburateur in de warme luchtstroom vanuit de motor zit, moet de winterstand worden ingesteld. 1 0000-GXX-3807-A0 11 0000-GXX-3164-A0 3 1 ► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien. ► Kap (2) wegnemen. ► Schuif (3) lostrekken. LET OP ■ Als bij temperaturen boven de +10 °C in de winterstand wordt gewerkt, kan de motor te heet worden. ► Zomerstand instellen. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 3 0000-GXX-3486-A0 4 1 1 ► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien. ► Kap (2) wegnemen. ► Schuif (3) lostrekken. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 0000-GXX-3163-A0 3 ► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar de kettingzaag is gericht. ► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding schuiven. De schuif klikt merkbaar vast. ► Kap (2) aanbrengen. 19 Nederlands 11 Met de motorzaag werken ► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot er een klik hoorbaar is. De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld. 11.3 LET OP ■ Als de gashendel tijdens de kalibrering niet geheel wordt ingedrukt kan de kettingzaag zich verkeerd instellen. De kettingzaag kan worden beschadigd. ► Gashendel geheel ingedrukt houden. Kettingzaag kalibreren Tijdens de werkzaamheden stelt de kettingzaag zich automatisch in op het optimale vermogen. Door een kalibrering kan de kettingzaag sneller worden ingesteld op het optimale vermogen. ► Als de buitentemperatuur lager dan -10 °C is of als de motor koud is: ► Motor starten en kettingrem lossen. ► Motor ca. 1 minuut met gasstoten warm‐ draaien. ► Motor afzetten. 30-60 s B > 30 s C s 0000-GXX-3825-A0 A 1 min ► Combischakelaar in stand plaatsen. ► Kettingrem inschakelen. ► Motor starten, zonder de gashendel in te druk‐ ken. De motor draait en de combischakelaar blijft in staan. stand ► Motor minimaal 30 tot maximaal 60 secon‐ den (A) laten draaien, zonder de gashendel in te drukken. ► Gashendel minimaal 30 seconden (B) lang indrukken en ingedrukt houden. Het motortoerental loopt op en de zaagketting draait mee. De kettingzaag wordt gekali‐ breerd. Het motortoerental schommelt en loopt tijdens de kalibrering duidelijk op. ► Als de motor afslaat: opnieuw proberen de kettingzaag te kalibreren. ► Als de motor weer afslaat: ► Kettingrem inschakelen. ► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐ men met een STIHL dealer. De kettingzaag is defect. ► Zodra het motortoerental hoorbaar en merk‐ baar terugvalt: (C): de gashendel loslaten. De motor draait stationair. De kettingzaag is gekalibreerd en klaar voor gebruik. 11.4 Olieopbrengst instellen De kettingzaag is voorzien van een instelbare oliepomp. A ► Kettingrem lossen. LET OP ■ Als de gashendel wordt losgelaten voordat de kettingzaag volledig is gekalibreerd wordt de kalibrering onderbroken. De kalibrering moet opnieuw worden gestart. ► Gashendel geheel ingedrukt houden. 0000-GXX-3165-A0 WAARSCHUWING ■ Als de kettingrem wordt gelost kan de zaag‐ ketting meedraaien. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ► De kettingzaag zo vasthouden als in deze handleiding staat beschreven. ► De ronddraaiende zaagketting niet aanraken. 2 1 Als de oliepompstelschroef (1) in stand E (Ema‐ tic) staat, is de olieopbrengst optimaal ingesteld voor de meeste toepassingen. De opbrengst van de oliepomp kan voor verschil‐ lende zaaglengtes, houtsoorten en werktechnie‐ ken worden aangepast. Het verstelbereik van de oliepompstelschroef (1) is begrensd door een aanslag (2). De aanslag (2) kan worden inge‐ drukt om de olieopbrengst verder te verhogen. Olieopbrengst verhogen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Oliepompstelschroef (1) rechtsom draaien. Olieopbrengst verder verhogen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 20 0458-787-7621-B. VA0.M20. 12 Na de werkzaamheden Nederlands De schuif (2) kan niet meer worden ver‐ schoven en de snelspanner (1) ligt ter hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegren‐ zer aan. ► Als de snelspanner (1) niet volledig kan wor‐ den ingeklapt: ► Snelspanner (1) opklappen. ► Snelspanner (1) linksom draaien. ► Snelspanner (1) in de richting van (A) volle‐ dig inklappen. De schuif (2) kan niet meer worden ver‐ schoven en de snelspanner (1) ligt ter hoogte van het gemarkeerde gebied tegen de zaagdieptebegrenzer aan. ► Aanslag (2) indrukken met behulp van hiertoe geschikt gereedschap. De aanslag (2) blijft permanent ingedrukt. LET OP ■ Als de oliepompstelschroef (1) in veld A staat, kan de olietank sneller leeg raken. De zaag‐ ketting kan vroeger niet meer correct worden gesmeerd. ► Olietank volledig vullen. ► Als de verhoogde olieopbrengst niet meer nodig is, de oliepompstelschroef linksom uit het veld A draaien. ► Oliepompstelschroef (1) rechtsom draaien. 11.6 Olieopbrengst verlagen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Oliepompstelschroef (1) linksom draaien. 11.5 Kettingzaag vasthouden en bedienen Zaagdieptebegrenzer afstellen 2 1 0000-GXX-5477-A0 A ► Snelspanner (1) opklappen. ► Schuif (2) in de richting van de motor of zaag‐ bladneus schuiven tot de gewenste zaag‐ diepte is bereikt. ► Snelspanner (1) in de richting van (A) volledig inklappen. ► Controleren of de schuif (2) niet meer kan wor‐ den verschoven en de snelspanner (1) ter hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegrenzer aan ligt. Als de schuif (2) niet meer kan worden verscho‐ ven en de snelspanner (1) ter hoogte van (A) tegen de zaagdieptebegrenzer aan ligt, is de zaagdieptebegrenzer stevig afgesteld. ► Als de schuif (2) kan worden verschoven: ► Snelspanner (1) opklappen. ► Snelspanner (1) rechtsom draaien. ► Snelspanner (1) in de richting van (A) volle‐ dig inklappen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 0000-GXX-4176-A0 De zaagdieptebegrenzer kan, afhankelijk van het gebruik, worden afgesteld. De afstelling van de zaagdieptebegrenzer bepaalt de maximale zaag‐ snedediepte van het zaagblad. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De kettingzaag zo met de linkerhand op de draagbeugel en de rechterhand op de bedie‐ ningshandgreep vasthouden en bedienen, dat de duim van de linkerhand om de draagbeugel en de duim van de rechterhand om de bedie‐ ningshandgreep valt. 11.7 Zagen WAARSCHUWING ■ Als er een terugslag optreedt kan de ketting‐ zaag naar boven in de richting van de gebrui‐ ker worden geslingerd. De gebruiker kan ern‐ stig of dodelijk letsel oplopen. ► Met vol gas zagen. ► Niet met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus zagen. ► Zaagblad met vol gas zo in de zaagsnede geleiden dat het zaagblad niet scheef wordt gedrukt. ► Aan het einde van de zaagsnede het gewicht van de kettingzaag opvangen. 12 12.1 Na de werkzaamheden Na de werkzaamheden ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De kettingzaag laten afkoelen. 21 Nederlands 13 13.1 Vervoeren Kettingzaag vervoeren ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze het gehele zaagblad afdekt. Kettingzaag dragen ► Kettingzaag met de rechterhand zo op de draagbeugel dragen dat het zaagblad naar achteren is gericht. Kettingzaag in een voertuig vervoeren ► De kettingzaag zo borgen dat deze niet kan kantelen en verschuiven. 14 14.1 Opslaan Kettingzaag opslaan 1 ► ► ► ► ► ► ► ► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien. Kap (2) wegnemen. Kettingtandwieldeksel uitbouwen. De ribben van de cilinder en de binnenzijde van de kap reinigen met een kwast, een voch‐ tige doek of STIHL harsoplosmiddel. Gebied rondom het kettingtandwiel met een vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel reini‐ gen. Kap (2) aanbrengen. Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot er een klik hoorbaar is. De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld. Kettingtandwieldeksel monteren. 15.2 15.1 Reinigen Kettingzaag reinigen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De kettingzaag laten afkoelen. ► Kettingzaag met een vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel reinigen. ► Ventilatiesleuven reinigen met een kwast. Zaagblad en zaagketting reini‐ gen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► Zaagdieptebegrenzer demonteren. ► Zaagblad en zaagketting uitbouwen. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze het gehele zaagblad afdekt. ► De kettingzaag zo opslaan dat aan de vol‐ gende voorwaarden wordt voldaan: – De kettingzaag bevindt zich buiten het bereik van kinderen. – De kettingzaag is schoon en droog. 15 0000-GXX-2939-A0 1 3 1 2 3 0000-GXX-2951-A0 ► Als de kettingzaag nat is: De kettingzaag laten drogen. ► Kettingzaag reinigen. ► Luchtfilter reinigen. ► Zaagblad en zaagketting reinigen. ► De moeren op het kettingtandwieldeksel los‐ draaien ► Spanbout 2 slagen linksom draaien. De zaagketting is ontspannen. ► De moeren op het kettingtandwieldeksel vast‐ draaien. ► De zaagdieptebegrenzer zo afstellen dat deze het gehele zaagblad afdekt. 13 Vervoeren ► Olietoevoerboring (1), oliekanaal (2) en groef (3) met een kwast, een zachte borstel of STIHL harsoplosmiddel reinigen. ► Zaagketting met een kwast, een zachte borstel of STIHL harsoplosmiddel reinigen. ► Zaagblad en zaagketting monteren. ► Zaagdieptebegrenzer monteren. 15.3 Luchtfilter reinigen In het luchtfilter kan zich zeer fijn stof ophopen. Door het stof kan het luchtfilter verstopt raken en door afborstelen of uitkloppen kan dit niet wor‐ den verwijderd. Het luchtfilter moet met behulp van een reinigingsmiddel worden gereinigd. ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 22 0458-787-7621-B. VA0.M20. 15 Reinigen 3 ► Kapsluitdoppen (1) 1/4 slag linksom draaien. ► Kap (2) wegnemen. ► De omgeving rondom het luchtfilter (3) met een vochtige doek of een kwast reinigen. ► Luchtfilter (3) met de hand 1/4 slag linksom draaien. ► Luchtfilter (3) wegnemen. ► Het grove vuil aan de buitenzijde van het luchtfilter (3) afspoelen onder stromend water. ► Als het luchtfilter (3) is beschadigd: Luchtfilter (3) vervangen. 0000-GXX-3808-A0 2 0000-GXX-2952-A0 1 Nederlands 3 ► Luchtfilter (3) met de hand aandrukken en zolang rechtsom draaien tot het luchtfilter (3) vastklikt. Het logo "STIHL" is horizontaal uitgelijnd. ► Kap (2) aanbrengen. ► Kapsluitdoppen (1) zolang rechtsom draaien tot er een klik hoorbaar is. De kapsluitdoppen (1) zijn vergrendeld. 15.4 Bougie reinigen ► Motor afzetten en kettingrem inschakelen. ► De kettingzaag laten afkoelen. WAARSCHUWING ► De buiten- en binnenzijde van het luchtfil‐ ter (3) inspuiten met STIHL speciaal reini‐ gingsmiddel of een reinigingsmiddel met een pH‑waarde hoger dan 12. ► STIHL speciaal reinigingsmiddel of reinigings‐ middel 10 minuten laten inwerken. ► De buitenzijde van het luchtfilter (3) afborste‐ len met een zachte borstel. ► De buiten- en binnenzijde van het luchtfilter (3) afspoelen onder stromend water. ► Luchtfilter (3) aan de lucht laten drogen. 1 0000-GXX-3809-A0 3 1 ► ► ► ► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien. Kap (2) wegnemen. Bougiesteker (3) lostrekken. Als het gebied rondom de bougie is vervuild: het gebied rondom de bougie schoonmaken met een vochtige doek. ► De bougie losdraaien. ► De bougie schoonmaken met een vochtige doek. ► Als de bougie is gecorrodeerd: bougie vervan‐ gen. 3 0000-GXX-5806-A0 ■ Als het reinigingsmiddel in contact komt met de huid of de ogen, kunnen de huid of de ogen geïrriteerd raken. ► Op de gebruiksaanwijzing van het reinigings‐ middel letten. ► Contact met reinigingsmiddelen vermijden. ► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐ den: de betreffende plekken op de huid met veel water en zeep wassen. ► Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐ den: ogen minimaal 15 minuten spoelen met veel water en een arts raadplegen. ► Bougie aanbrengen en vastdraaien. ► Bougiesteker (3) stevig aandrukken. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 23 Nederlands 16 16.1 Onderhoud Onderhoudsintervallen Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de omgevings- en werkomstandigheden. STIHL adviseert de volgende onderhoudsinter‐ vallen: Kettingrem ► De kettingrem met de volgende intervallen door een STIHL dealer laten onderhouden: – Continu gebruik: elk kwartaal – Periodiek gebruik: halfjaarlijks – Incidenteel gebruik: jaarlijks Elke 100 bedrijfsuren ► bougie vervangen. Wekelijks ► Kettingtandwiel controleren. ► Zaagblad controleren en ontbramen. ► Zaagketting controleren en aanscherpen/slij‐ pen. Maandelijks ► Olietank door een STIHL dealer laten reinigen. ► Brandstoftank door een STIHL dealer laten reinigen. ► Aanzuigmond in de brandstoftank door een STIHL dealer laten reinigen. Jaarlijks ► Aanzuigmond in de brandstoftank door een STIHL dealer laten vervangen. 16.2 Bramen verwijderen van zaag‐ blad Aan de buitenzijde van het zaagblad kan een braam worden gevormd. ► Braam met behulp van een platte vijl of een STIHL zaagbladrichter verwijderen. ► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact op te nemen met een STIHL dea‐ ler. 16.3 Zaagketting slijpen Het vraagt veel oefening zaagkettingen correct aan te scherpen/slijpen. 18 18.1 STIHL adviseert de zaagkettingen door een STIHL dealer te laten aanscherpen/slijpen. WAARSCHUWING ■ De zaagtanden van de zaagketting zijn scherp. De gebruiker kan zich verwonden. ► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐ aal dragen. 1 2 3 4 2 + A - B + - C + 0000-GXX-3488-A0 ► Kap (2) aanbrengen. ► Kapsluitingen (1) 1/4 slag rechtsom draaien. De kapsluitingen zijn vergrendeld. 16 Onderhoud ► De rechter zaagtanden (4) slijpen/aanscher‐ pen met een universeel slijpapparaat STIHL USG met de volgende instellingen: – Nonius A: + 10° – Nonius B: 0° – Nonius C: + 15° ► De linker zaagtanden (1) slijpen/aanscherpen met een universeel slijpapparaat STIHL USG met de volgende instellingen: – Nonius A: + 10° – Nonius B: 0° – Nonius C: - 15° ► De dieptebegrenzer (2) en de verbindings‐ schakels (3) slijpen/aanscherpen met een uni‐ verseel slijpapparaat STIHL USG met de vol‐ gende instellingen: – Nonius A: + 40° – Nonius B: 0° – Nonius C: 0° 17 17.1 Repareren Kettingzaag, zaagblad en zaagketting repareren De gebruiker kan de kettingzaag, het zaagblad en zaagketting niet zelf repareren. ► Als de kettingzaag, het zaagblad of de zaag‐ ketting zijn beschadigd: de kettingzaag, het zaagblad of de zaagketting niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. Storingen opheffen Storingen aan de kettingzaag opheffen De meeste storingen hebben dezelfde oorzaken. 24 0458-787-7621-B. VA0.M20. 18 Storingen opheffen Nederlands ► De volgende maatregelen treffen: ► Luchtfilter reinigen. ► Bougie reinigen of vervangen. ► Winterstand of zomerstand instellen. ► Als de storing aanhoudt: Maatregelen uit de volgende tabel treffen. Storing Motor kan niet wor‐ den gestart. Oorzaak In de brandstoftank zit niet voldoende brandstof. De motor is "verzo‐ pen". De carburateur is te heet. IJsvorming in de car‐ burateur. IJsvorming in de car‐ burateur. De motor draait bij stationair toerental onregelmatig. De motor slaat bij IJsvorming in de car‐ stationair toerental af. burateur. Motor versnelt slecht. De zaagketting staat te strak. De kettingsmering levert te weinig zaag‐ kettingolie. De motor bereikt het De kettingzaag is niet hoogste toerental correct aangepast niet. aan de omgevings‐ omstandigheden. De zaagketting komt De kettingrem is niet op gang als gas ingeschakeld. wordt gegeven. De zaagketting staat te strak. Het neustandwiel van het zaagblad is geblokkeerd. Tijdens de werk‐ De zaagketting is niet zaamheden wordt correct aangescherpt/ rook gevormd of er is geslepen. een brandlucht aan‐ In de olietank zit te wezig. weinig zaagketting‐ olie. De kettingsmering levert te weinig zaag‐ kettingolie. De zaagketting staat te strak. De kettingzaag wordt niet correct gebruikt. 18.2 Remedie ► Brandstof mengen en in de kettingzaag tanken. ► Verbrandingskamer ventileren. ► De kettingzaag laten afkoelen. ► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. ► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. ► Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. ► Zaagketting correct spannen. ► Olieopbrengst verhogen. ► Kettingzaag kalibreren. ► Kettingrem lossen. ► Zaagketting correct spannen. ► Het neustandwiel van het zaagblad met STIHL harso‐ plosmiddel reinigen. ► Zaagketting correct aanscherpen/slijpen. ► Zaagkettingolie bijvullen. ► Olieopbrengst verhogen. ► Zaagketting correct spannen. ► De werking laten toelichten en oefenen. Verbrandingskamer ventileren ► Kettingrem inschakelen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 25 Nederlands 19 Technische gegevens 1 ► ► ► ► ► 0000-GXX-3809-A0 3 1 Kapsluitdoppen (1) 1/4 slag linksom draaien. Kap (2) wegnemen. Bougiesteker (3) lostrekken. De bougie losdraaien. Bougie droogwrijven. 19.2 ■ Als bij een losgetrokken bougiesteker de start‐ handgreep wordt uitgetrokken, kunnen vonken ontsnappen. Vonken kunnen in licht ontvlam‐ bare of een explosieve omgeving brand en explosies veroorzaken. Personen kunnen zwaar letsel oplopen of worden gedood en er kan materiële schade ontstaan. ► Combischakelaar in stand plaatsen en vasthouden, voordat de starthandgreep wordt uitgetrokken. • Kettingsnelheid bij maximaal vermogen: 21,7 m/s 19.3 19 19.1 Technische gegevens Kettingzaag STIHL MS 462 C‑M R – Cilinderinhoud: 72,2 cm³ 26 Minimale groefdiepte van de zaagbladen De minimale groefdiepte is afhankelijk van de steek van het zaagblad. – 3/8": 6 mm ► Combischakelaar in stand plaatsen en vasthouden. ► Starthandgreep meerdere malen uittrekken en laten vieren. De verbrandingskamer is geventileerd. ► Bougie aanbrengen en vastdraaien. ► Bougiesteker (3) stevig aandrukken. ► Kap (2) aanbrengen. ► Kapsluitdoppen (1) zolang rechtsom draaien tot er een klik hoorbaar is. De kapsluitdoppen zijn vergrendeld. Kettingtandwielen en ketting‐ snelheden De volgende kettingtandwielen kunnen worden gemonteerd: 7-tands voor 3/8" • Maximale kettingsnelheid volgens ISO 11681: 28,9 m/s WAARSCHUWING 19.4 Geluids- en trillingswaarden – Geluiddrukniveau Lpeq gemeten volgens ISO 22868: 108 dB(A). De K-waarde voor het geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A). – Geluidvermogensniveau Lw gemeten volgens ISO 22868: 119 dB(A). De K-waarde voor het geluidvermogensniveau bedraagt 2 dB(A). – Trillingswaarde ahv,eq gemeten volgens ISO 22867: • Draagbeugel: 3,3 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². 0000-GXX-5806-A0 3 – Vermogen volgens ISO 7293: 4,4 kW (6,0 pk) – Stationair toerental volgens ISO 11681: 2800 ± 50 1/min – Vrijgegeven bougies: NGK CMR6H van STIHL – Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm – Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank, zonder zaagblad en zonder zaagketting: 6,5 kg – Maximale inhoud brandstoftank: 720 cm³ (0,72 l) – Maximale inhoud olietank: 340 cm³ (0,34 l) • Bedieningshandgreep: 2,7 m/s². De Kwaarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Informatie m.b.t. de arbo-wetgeving voor wat betreft trillingen 2002/44/EG staat bij www.stihl.com/vib weergegeven. 19.5 REACH REACH staat voor een EG voorschrift voor de registratie, classificatie en vrijgave van chemica‐ liën. Informatie met betrekking tot het voldoen aan het REACH-voorschrift is onder www.stihl.com/reach weergegeven. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettingen 19.6 Uitlaatgasemissiewaarde De in de EU-typegoedkeuringsprocedure geme‐ ten CO2-waarde staat weergegeven bij de voor het product specifieke technische gegevens bij www.stihl.com/co2. De gemeten CO2-waarde werd op een represen‐ tatieve motor volgens een genormeerde testpro‐ cedure onder laboratoriumomstandigheden bepaald en vormt geen uitdrukkelijke of impli‐ ciete garantie van het vermogen van een bepaalde motor. Nederlands beoordeeld en STIHL kan ook niet borg staan voor het gebruik ervan. Originele STIHL onderdelen en origineel STIHL toebehoren zijn leverbaar via de STIHL dealer. 22 Milieuverantwoord afvoe‐ ren 22.1 Kettingzaag afvoeren Door het in deze handleiding beschreven gebruik conform de voorschriften en onderhoud, wordt aan de geldende uitlaatgasemissie-eisen vol‐ daan. Bij modificaties aan de motor vervalt de typegoedkeuring. Informatie betreffende het milieuvriendelijk ver‐ werken/afvoeren is verkrijgbaar bij de STIHL dealer. ► De kettingzaag, het zaagblad, zaagketting, brandstof, benzine, tweetaktmotorolie, toebe‐ horen en verpakking volgens voorschrift en milieuvriendelijk afvoeren. 20 23 20.1 Combinaties van zaagbla‐ den en zaagkettingen Kettingzaag STIHL MS 462 CMR De volgende zaagbladen en zaagkettingen mogen worden gemonteerd: Zaagblad: Rollomatic Super • Steek: 3/8“ • Groefbreedte: 1,6 mm • Lengte: 50 cm • Aantal tanden van het neustandwiel: 11 Zaagketting: 36 RDR (type 3944) • Steek: 3/8“ • Dikte aandrijfschakels: 1,6 mm • Aantal aandrijfschakels: 72 *De zaaglengte van een zaagblad is afhankelijk van de gebruikte kettingzaag en de zaagketting. De werkelijke zaaglengte van een zaagblad kan kleiner zijn dan de aangegeven lengte. 21 21.1 Onderdelen en toebehoren Onderdelen en toebehoren Deze symbolen kenmerken de origi‐ nele STIHL onderdelen en het originele STIHL toebehoren. STIHL adviseert alleen originele STIHL onderde‐ len en origineel STIHL toebehoren te gebruiken. Reserveonderdelen en toebehoren van andere fabrikanten kunnen door STIHL wat betreft betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid ondanks continue marktobservatie niet worden 0458-787-7621-B. VA0.M20. EU-conformiteitsverklaring 23.1 Kettingzaag STIHL MS 462 C‑M R ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Duitsland verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat – Constructie: Kettingzaag – Merk: STIHL – Type: MS 462 C‑M R – Serie-identificatie: 1142 – Cilinderinhoud: 72,2 cm³ voldoet aan de betreffende bepalingen van de richtlijnen 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU en 2000/14/EG en in overeenstemming met de ten tijde van de productiedatum geldende ver‐ sies van de volgende normen is ontwikkeld en geproduceerd: EN ISO 11681‑1, EN 55012 en EN 61000‑6‑1. De EG-typegoedkeuring werd uitgevoerd aan de hand van de richtlijn 2006/42/EG, art. 12.3(b) door: DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungs‐ stelle für Land- und Forsttechnik GbR (Duits keu‐ rings- en certificeringsinstituut voor land- en bos‐ bouw) (NB 0363), Spremberger Straße 1, 64823 Groß‑Umstadt, Duitsland – Certificeringsnummer: K‑EG‑2016/7987 Voor het bepalen van het gemeten en het gega‐ randeerde geluidvermogensniveau werd volgens richtlijn 2000/14/EG, bijlage V, onder toepassing van de norm ISO 9207 gehandeld. – Gemeten geluidvermogensniveau: 119 dB(A) 27 français De technische documentatie wordt bij de pro‐ ductgoedkeuring van ANDREAS STIHL AG & Co. KG bewaard. Het productiejaar en het machinenummer staan vermeld op de kettingzaag. Waiblingen, 3-2-2020 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Bij volmacht Table des matières 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 1 Préface Chère cliente, cher client, Nous vous remercions d'avoir choisi un produit STIHL. Dans le développement et la fabrication 28 STIHL se déclare résolument en faveur d'un développement durable et d'une gestion respon‐ sable de la nature. La présente Notice d'emploi vous aidera à utiliser votre produit STIHL en toute sécurité et dans le respect de l'environne‐ ment, pendant toute sa longue durée de vie. Nous vous remercions de votre confiance et vous souhaitons beaucoup de plaisir avec votre produit STIHL. Dr. Nikolas Stihl IMPORTANT ! LIRE CETTE NOTICE AVANT D'UTILISER CE PRODUIT ET LA CONSERVER PRÉCIEUSEMENT. 2 Informations concernant la présente Notice d'emploi 2.1 Marquage des avertissements dans le texte AVERTISSEMENT ■ Attire l'attention sur des dangers qui peuvent causer des blessures graves, voire mortelles. ► Les mesures indiquées peuvent éviter des blessures graves, voire mortelles. AVIS ■ Attire l'attention sur des dangers pouvant cau‐ ser des dégâts matériels. ► Les mesures indiquées peuvent éviter des dégâts matériels. 2.2 Symboles employés dans le texte Ce symbole renvoie à un chapitre de la présente Notice d'emploi. 0458-787-7621-B © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2021 0458-787-7621-B. VA0.M20. 21 22 23 Préface......................................................28 Informations concernant la présente Notice d'emploi.....................................................28 Vue d'ensemble........................................ 29 Prescriptions de sécurité...........................30 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçon‐ neuse........................................................ 38 Assemblage de la tronçonneuse...............38 Serrage et desserrage du frein de chaîne 41 Composition du mélange et ravitaillement en carburant..............................................42 Mise en route et arrêt du moteur...............44 Contrôle de la tronçonneuse.....................45 Travail avec la tronçonneuse.................... 47 Après le travail.......................................... 50 Transport...................................................50 Rangement............................................... 50 Nettoyage..................................................50 Maintenance............................................. 52 Réparation................................................ 53 Dépannage............................................... 53 Caractéristiques techniques......................55 Combinaisons de guide-chaînes et de chaî‐ nes de tronçonneuse................................ 56 Pièces de rechange et accessoires.......... 56 Mise au rebut............................................ 56 Déclaration de conformité UE................... 56 STIHL garantit également la plus haute qualité au niveau du service après-vente. Nos reven‐ deurs spécialisés fournissent des conseils com‐ pétents, aident nos clients à se familiariser avec nos produits et assurent une assistance techni‐ que complète. Imprimé sur papier blanchi sans chlore L'encre d'imprimerie contient des huiles végétales, le papier est recyclable. Dr. Jürgen Hoffmann, Hoofd productgegevens, voorschriften en goedkeuring de nos produits, nous mettons tout en œuvre pour garantir une excellente qualité répondant aux besoins de nos clients. Nos produits se dis‐ tinguent par une grande fiabilité, même en cas de sollicitations extrêmes. Traduction de la Notice d'emploi d'origine 0000007786_007_F – Gegarandeerd geluidvermogensniveau: 121 dB(A) 3 Vue d'ensemble 3 3.1 français Vue d'ensemble 8 Pignon Le pignon entraîne la chaîne. Tronçonneuse 9 Couvercle de pignon Le couvercle de pignon recouvre le pignon et fixe le guide-chaîne sur la tronçonneuse. 1 2 # 10 Écrous Les écrous fixent le couvercle de pignon sur la tronçonneuse. 3 11 Griffe Pendant le travail, la griffe sert à caler la tron‐ çonneuse contre le bois. 12 Capot Le capot recouvre le moteur. 8 7 6 9 10 11 31 13 Verrou du capot Le verrou du capot fixe le capot sur la tron‐ çonneuse. 5 4 12 13 14 30 29 28 27 26 25 24 23 22 0000-GXX-5478-A0 15 16 17 18 19 20 21 1 Support d'outillage Le support d'outillage est prévu pour le range‐ ment de la clé multiple. 2 Protège-main avant Le protège-main avant protège la main gau‐ che contre le risque de contact avec la chaîne et sert à enclencher le frein de chaîne, et il déclenche automatiquement le frein de chaîne en cas de rebond. 3 Silencieux Le silencieux réduit les émissions sonores de la tronçonneuse. 4 Guide-chaîne Le guide-chaîne guide la chaîne. 5 Chaîne La chaîne coupe le bois. 6 Arrêt de chaîne L'arrêt de chaîne retient la chaîne si elle saute ou casse. 7 Vis de tension La vis de tension permet le réglage de la ten‐ sion de la chaîne. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 14 Poignée tubulaire La poignée tubulaire sert à tenir, mener et porter la tronçonneuse. 15 Soupape de décompression La soupape de décompression facilite le lan‐ cement du moteur. 16 Bougie La bougie allume le mélange carburé dans le moteur. 17 Tiroir Le tiroir sert au réglage pour l'utilisation en été ou en hiver. 18 Contact de câble d'allumage sur la bougie Le contact de câble d'allumage relie le câble d'allumage avec la bougie. 19 Filtre à air Le filtre à air filtre l'air aspiré par le moteur. 20 Blocage de gâchette d'accélérateur Le blocage de gâchette d'accélérateur permet de débloquer la gâchette d'accélérateur. 21 Poignée de commande La poignée de commande sert à commander, tenir et mener la tronçonneuse. 22 Protège-main arrière Le protège-main arrière protège la main droite contre le risque de contact avec une chaîne qui aurait sauté ou cassé. 23 Gâchette d'accélérateur La gâchette d'accélérateur permet d'accélérer le moteur. 24 Levier de commande universel Le levier de commande universel permet les réglages nécessaires pour la mise en route 29 français 4 Prescriptions de sécurité C'est dans cette position qu'il faut placer le levier de commande universel pour arrêter le moteur. Position du levier de commande universel pour le fonctionnement normal du moteur. Position du levier de commande universel pour la mise en route du moteur. Niveau de puissance acoustique LWA garanti selon la directive 2000/14/CE, en dB(A), pour permettre la comparai‐ son des émissions sonores de diffé‐ rents produits. du moteur, le fonctionnement normal et l'arrêt du moteur. 25 Bouchon du réservoir à carburant Le bouchon du réservoir à carburant ferme le réservoir à carburant. 26 Poignée de lancement La poignée de lancement sert au lancement du moteur. 27 Vis de réglage de pompe à huile La vis de réglage de pompe à huile permet le réglage du débit d'huile de chaîne adhésive. 28 Butée La butée limite la course de la vis de réglage de pompe à huile. 29 Bouchon du réservoir à huile Le bouchon du réservoir à huile ferme le réservoir à huile. 30 Mécanisme de serrage rapide Le mécanisme de serrage rapide sert au réglage du limiteur de profondeur de coupe. 4 Prescriptions de sécurité 4.1 Symboles d'avertissement Les symboles d'avertissement appliqués sur la tronçonneuse ont les significations suivantes : Respecter les consignes de sécurité et les mesures à prendre. Il est nécessaire de lire, de bien com‐ prendre et de conserver précieuse‐ ment cette Notice d'emploi. 31 Limiteur de profondeur de coupe Le limiteur de profondeur de coupe limite la profondeur de pénétration du guide-chaîne. Porter des lunettes de protection, une protection auditive et un casque de protection. # Numéro de machine 3.2 Symboles Les symboles qui peuvent être appliqués sur la tronçonneuse ont les significations suivantes : Ce symbole repère le réservoir à car‐ burant. Ce symbole repère le réservoir à huile de chaîne adhésive. Dans le sens respectif, on engage ou desserre le frein de chaîne. Ce symbole indique le sens de rotation de la chaîne. Ce symbole repère la vis de réglage de la pompe à huile et le débit d'huile de chaîne adhésive. Sens de rotation pour tendre la chaîne Dans cette position, le tiroir est réglé pour l'utilisation en hiver. Dans cette position, le tiroir est réglé pour l'utilisation en été. Ce symbole repère la soupape de décom‐ pression. C'est dans ce sens qu'il faut actionner le levier de commande universel pour arrêter le moteur. 30 Respecter les consignes de sécurité concernant le rebond et les mesures à prendre. 4.2 Utilisation conforme à la desti‐ nation prévue La tronçonneuse STIHL MS 462 C-M R est con‐ çue pour les travaux de désincarcération et autres interventions rapides. La tronçonneuse STIHL MS 462 C‑M R permet de couper les matières et objets suivants : – Revêtements en tôle – Tôle d'acier jusqu'à 0,8 mm d'épaisseur – Tôle de cuivre jusqu'à 1,5 mm d'épaisseur – Tôle d'aluminium jusqu'à 1,5 mm d'épaisseur – Portes enroulables en aluminium – Verre blindé – Vitres des trains ICE, TGV ou autres – Verre armé de fils métalliques – Panneaux de toit en feutre bitumé – Panneaux de toit en carton bitumé – Constructions en bois – Matériaux isolants – Cloisons de halls en construction légère – Maçonnerie légère 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Prescriptions de sécurité AVERTISSEMENT ■ Si la tronçonneuse n'est pas utilisée conformé‐ ment à la destination prévue, cela peut causer des dégâts matériels et des personnes ris‐ quent de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Utiliser la tronçonneuse comme décrit dans la présente Notice d'emploi. français ► Si l'utilisateur porte un stimulateur cardia‐ que : s'assurer que ce stimulateur cardiaque est insensible à l'influence du champ magné‐ tique. 4.4 Vêtements et équipement AVERTISSEMENT ■ Au cours du travail, les cheveux longs risquent d'être happés par la tronçonneuse. L’utilisa‐ 4.3 Exigences posées à l'utilisateur teur risque de subir des blessures graves. ► Les personnes aux cheveux longs doivent les nouer et les assurer de telle sorte qu'ils ■ Les personnes qui n'ont pas reçu la formation soient maintenus au-dessus des épaules. requise pour les interventions rapides avec ■ Au cours du travail, des objets peuvent être une tronçonneuse ne peuvent pas reconnaître soulevés du sol et projetés à haute vitesse. ou évaluer les dangers. L'utilisateur ou d'au‐ L’utilisateur risque d'être blessé. tres personnes risquent de subir des blessu‐ ► Porter des lunettes de protection res graves, voire mortelles. couvrant étroitement les yeux. Les lunettes de protection appropriées ► Il est nécessaire de lire, de bien disponibles dans le commerce sont comprendre et de conserver précieu‐ certifiées conformément à la sement cette Notice d'emploi. norme EN 166 ou aux dispositions nationales en vigueur et portent le ► Si l'on confie la tronçonneuse à une autre marquage correspondant. personne : il faut y joindre la Notice d'emploi. ► Porter une visière pour se protéger le visage. ► S'assurer que l'utilisateur remplit les condi‐ ► Porter un vêtement de coupe assez étroite et tions suivantes : à manches longues. – L'utilisateur est reposé. ■ Le travail avec cette machine est bruyant. Le – L'utilisateur doit avoir reçu la formation bruit peut causer des lésions de l'ouïe. requise pour les interventions rapides ► Porter une protection auditive. avec une tronçonneuse. – L'utilisateur doit disposer de toute son intégrité physique, sensorielle et mentale pour être capable d'utiliser correctement ■ Une chute d'objets peut causer des blessures la tronçonneuse et de travailler avec la à la tête. tronçonneuse. ► Si, au cours du travail, des objets ris‐ – L'utilisateur est capable de reconnaître et quent de tomber : porter un casque de protection. d'évaluer les dangers de la tronçon‐ neuse. ■ Au cours du travail, la machine peut soulever – L'utilisateur est majeur ou bien l'utilisa‐ de la poussière et produire un dégagement de teur faisant un apprentissage profession‐ vapeurs. La poussière et les vapeurs inhalées nel travaille sous la surveillance d'un ins‐ peuvent nuire aux voies respiratoires et tructeur conformément aux dispositions déclencher des réactions allergiques. nationales applicables. ► Porter un masque antipoussière ou un mas‐ – L'utilisateur ne se trouve pas sous l'in‐ que respiratoire. fluence de l'alcool, de drogues ou de ■ Des vêtements mal appropriés risquent de se médicaments. prendre dans la tronçonneuse ou dans les ► Au moindre doute : consulter un revendeur objets environnants. S’il ne porte pas les vête‐ spécialisé STIHL. ments appropriés, l’utilisateur risque de subir ■ Le système d'allumage de la tronçonneuse des blessures graves. engendre un champ électromagnétique. Le ► Porter des vêtements ajustés. champ électromagnétique peut avoir une ► Ne pas porter d’écharpe, ni de bijoux. influence sur des stimulateurs cardiaques. ■ Au cours du travail, l'utilisateur peut entrer en L'utilisateur peut alors subir des blessures gra‐ contact avec la chaîne en rotation. L’utilisateur ves, voire mortelles. risque de subir des blessures graves. AVERTISSEMENT 0458-787-7621-B. VA0.M20. 31 français 4 Prescriptions de sécurité ► Porter un pantalon long avec une protection anticoupure. ■ Au cours du travail, l'utilisateur peut se couper en touchant des objets aux arêtes vives. Au cours du nettoyage ou de la maintenance, l'uti‐ lisateur peut entrer en contact avec la chaîne. L’utilisateur risque d'être blessé. ► Porter des gants de travail en matière résis‐ tante. ■ S'il ne porte pas les chaussures appropriées, l'utilisateur risque de glisser. Si l'utilisateur entre en contact avec la chaîne en rotation, il risque de se couper. L’utilisateur risque d'être blessé. ► Porter des chaussures conçues pour le tra‐ vail à la tronçonneuse, avec protection anti‐ coupure. 4.5 Aire de travail et voisinage AVERTISSEMENT ■ Des passants, des enfants et des animaux ne peuvent pas reconnaître et évaluer les dan‐ gers de la scie à chaîne et des objets soule‐ vés et projetés par la scie à chaîne. Des pas‐ sants, des enfants ou des animaux risquent d'être grièvement blessés, et des dégâts matériels peuvent survenir. ► Veiller à ce que d'autres personnes, des enfants ou des animaux, ne s'approchent pas de la zone de travail. ► Ne pas laisser la scie à chaîne sans surveil‐ lance. ► Veiller à ce que des enfants ne puissent pas jouer avec la scie à chaîne. ■ Lorsque le moteur est en marche, des gaz d'échappement très chauds sortent du silen‐ cieux. Les gaz très chauds peuvent enflammer des matières facilement inflammables et cau‐ ser des incendies. ► Veiller à ce que le flux de gaz d'échappe‐ ment soit toujours suffisamment éloigné de toute matière aisément inflammable. 4.6 Bon état pour une utilisation en toute sécurité 4.6.1 Tronçonneuse La tronçonneuse se trouve en bon état pour une utilisation en toute sécurité si les conditions sui‐ vantes sont remplies : – La tronçonneuse ne présente aucun endom‐ magement. – La tronçonneuse ne présente aucune fuite de carburant. 32 – Le bouchon du réservoir à carburant et le bou‐ chon du réservoir à huile sont fermés. – La tronçonneuse est propre. – L'arrêt de chaîne est monté et n'est pas endommagé. – Le frein de chaîne fonctionne. – Les éléments de commande fonctionnent et n'ont pas été modifiés. – Le graissage de la chaîne fonctionne. – La profondeur des traces d'usure du pignon ne dépasse pas 0,5 mm. – Une combinaison de guide-chaîne et de chaîne indiquée dans la présente Notice d'em‐ ploi est montée. – Le guide-chaîne et la chaîne sont montés cor‐ rectement. – Le limiteur de profondeur de coupe est monté correctement et n'est pas endommagé. – La chaîne est correctement tendue. – Les accessoires montés sont des accessoires d'origine STIHL destinés à cette tronçon‐ neuse. – Les accessoires sont montés correctement. AVERTISSEMENT ■ Si l'état impeccable requis pour la sécurité n'est pas garanti, il est possible que des com‐ posants ne fonctionnent plus correctement, que des dispositifs de sécurité soient mis hors service et que du carburant s'échappe. Des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Ne travailler qu'avec une tronçonneuse qui ne présente aucun endommagement. ► Si la tronçonneuse perd du carburant : ne pas travailler avec la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. ► Fermer le bouchon du réservoir à carburant et le bouchon du réservoir à huile. ► Si la tronçonneuse est encrassée : nettoyer la tronçonneuse. ► Ne travailler qu'avec un arrêt de chaîne bien monté et sans aucun endommagement. ► N'apporter aucune modification à la tronçon‐ neuse. Exception : montage d'une combinai‐ son de guide-chaîne et de chaîne indiquée dans la présente Notice d'emploi et montage du limiteur de profondeur de coupe. ► Si les éléments de commande ne fonction‐ nent pas : ne pas travailler avec la tronçon‐ neuse. ► Monter des accessoires d'origine STIHL des‐ tinés à cette tronçonneuse. ► Monter le guide-chaîne et la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Prescriptions de sécurité ► Monter le limiteur de profondeur de coupe comme décrit dans la présente Notice d'em‐ ploi. ► Monter les accessoires comme indiqué dans la présente Notice d'emploi ou dans la Notice d'emploi de ces accessoires. ► N'introduire aucun objet dans les orifices de la tronçonneuse. ► Remplacer les étiquettes d'avertissement usées ou endommagées. ► En cas de doute : demander conseil à un revendeur spécialisé STIHL. 4.6.2 Guide-chaîne Le guide-chaîne se trouve en bon état pour une utilisation en toute sécurité si les conditions sui‐ vantes sont remplies : – Le guide-chaîne ne présente aucun endom‐ magement. – Le guide-chaîne n'est pas déformé. – La profondeur de la rainure atteint ou dépasse 19.3. la profondeur de rainure minimale, – Les joues de la rainure ne présentent pas de bavures. – La rainure du guide-chaîne n'est ni resserrée, ni évasée. AVERTISSEMENT ■ Si le guide-chaîne n'est pas dans l'état impec‐ cable requis pour la sécurité, il ne peut plus guider correctement la chaîne. La chaîne en rotation risque de sauter du guide-chaîne. Des personnes risquent alors de subir des blessu‐ res graves, voire mortelles. ► Ne travailler qu'avec un guide-chaîne qui ne présente aucun endommagement. ► Si la profondeur de la rainure est inférieure à la profondeur de rainure minimale : rempla‐ cer le guide-chaîne. ► Ébavurer le guide-chaîne une fois par semaine. ► Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 4.6.3 Chaîne La chaîne se trouve en bon état pour une utilisa‐ tion en toute sécurité si les conditions suivantes sont remplies : – La chaîne ne présente aucun endommage‐ ment. – La chaîne est correctement affûtée. – Les repères d'usure des dents de coupe sont visibles 0458-787-7621-B. VA0.M20. français AVERTISSEMENT ■ Si l'état impeccable requis pour la sécurité n'est pas garanti, il est possible que des com‐ posants ne fonctionnent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Ne travailler qu'avec une chaîne qui ne pré‐ sente aucun endommagement. ► Affûter correctement la chaîne. ► Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 4.7 Carburant et ravitaillement AVERTISSEMENT ■ Le carburant à utiliser pour cette tronçonneuse est un mélange composé d'essence et d'huile pour moteur deux-temps. L'essence et le mélange sont extrêmement inflammables. Si l'essence ou le mélange entre en contact avec une flamme ou avec des objets très chauds, cela peut causer un incendie ou une explo‐ sion. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. ► Préserver l'essence et le mélange de la cha‐ leur et du feu. ► Ne pas renverser de l'essence ou du mélange. ► Si l'on a renversé du carburant : essuyer le carburant avec un chiffon et ne pas essayer de mettre le moteur en route avant que tou‐ tes les pièces de la tronçonneuse soient sèches. ► Ne pas fumer. ► Ne pas faire le plein à proximité d'un feu. ► Avant de refaire le plein, arrêter le moteur et le laisser refroidir. ► Pour mettre le moteur en route, aller au moins à 3 mètres du lieu où l'on a fait le plein de carburant. ■ Les personnes qui inhalent les vapeurs de l'essence ou du mélange risquent de s'intoxi‐ quer. ► Ne pas inhaler les vapeurs de l'essence ou du mélange. ► Faire le plein à un endroit bien aéré. ■ Au cours du travail ou dans un environnement très chaud, la tronçonneuse chauffe. Suivant le type de carburant, l'altitude, la température ambiante et la température de la tronçon‐ neuse, le carburant se dilate et une surpres‐ sion peut s'établir dans le réservoir à carbu‐ 33 français ■ ■ ■ ■ ■ rant. Lorsqu'on ouvre le bouchon du réservoir à carburant, du carburant peut gicler et s'en‐ flammer. Cela peut causer des dégâts maté‐ riels et l'utilisateur risque d'être grièvement blessé. ► Il faut attendre que la tronçonneuse soit refroidie, avant d'ouvrir le bouchon du réser‐ voir à carburant. ► Ne pas ouvrir le bouchon du réservoir à car‐ burant d'un seul coup, mais l'ouvrir progres‐ sivement. Des vêtements qui ont été en contact avec de l'essence ou du mélange peuvent s'enflammer plus facilement. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. ► Si les vêtements ont été en contact avec de l'essence ou du mélange : changer de vête‐ ments. Le mélange, l'essence et l'huile pour moteurs deux-temps peuvent nuire à l'environnement. ► Ne pas renverser du mélange, de l'essence ou de l'huile pour moteurs deux-temps. ► Éliminer le mélange, l'essence ou l'huile pour moteurs deux-temps conformément aux pre‐ scriptions pour la protection de l'environne‐ ment. Si du mélange, de l'essence ou de l'huile pour moteurs deux-temps entre en contact avec la peau ou avec les yeux, cela peut causer une irritation de la peau ou des yeux. ► Éviter tout contact avec du mélange, de l'es‐ sence ou de l'huile pour moteurs deuxtemps. ► En cas de contact accidentel avec la peau : les surfaces de la peau touchées doivent être savonnées et lavées à grande eau. ► En cas de contact accidentel avec les yeux : se rincer les yeux à grande eau pendant au moins 15 minutes et consulter un médecin. Le système d'allumage de la tronçonneuse produit des étincelles. Des étincelles peuvent jaillir à l'extérieur et, dans un environnement contenant des matières facilement inflamma‐ bles ou explosives, elles risquent de causer des incendies ou des explosions. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. ► Utiliser des bougies spécifiées dans la pré‐ sente Notice d'emploi. ► Visser la bougie et la serrer fermement. ► Emboîter fermement le contact de câble d'al‐ lumage sur la bougie. Si l'on a fait le plein de la tronçonneuse avec un mélange composé d'essence qui ne con‐ 34 4 Prescriptions de sécurité vient pas ou d'huile pour moteurs deux-temps qui ne convient pas, ou bien avec un mélange dont le rapport essence / huile pour moteurs deux-temps n'est pas correct, cela risque d'en‐ dommager la tronçonneuse. ► Composer le mélange comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ■ Si l'on a stocké le carburant pendant une assez longue période, il est possible que le mélange d'essence et d'huile pour moteurs deux-temps se soit décomposé. Si l'on fait le plein avec du mélange décomposé, cela ris‐ que d'endommager la tronçonneuse. ► Avant de faire le plein de la tronçonneuse : bien mélanger le carburant. ► Utiliser un mélange d'essence et d'huile pour moteurs deux-temps dont la durée de stoc‐ kage ne dépasse pas 30 jours (durée de stockage maximale pour le carburant STIHL MotoMix : 2 ans). 4.8 Sciage AVERTISSEMENT ■ Si personne ne se trouve à portée de voix, en dehors de l'aire de travail, aucun secours n'est possible en cas d'urgence. ► S'assurer que des personnes se trouvent à portée de voix, en dehors de l'aire de travail. ■ Si l'utilisateur ne met pas le moteur en route comme il faut, l'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse. L'utilisateur ris‐ que alors de subir des blessures graves. ► Pour mettre le moteur en route, procéder comme décrit dans la présente Notice d'em‐ ploi. ► Si la chaîne est en contact avec le sol ou un objet quelconque : ne pas lancer le moteur. ■ Dans certaines situations, l'utilisateur ne peut plus travailler avec la concentration néces‐ saire. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse, de trébucher, de tomber et de subir des blessures graves. ► Travailler calmement et de façon réfléchie. ► Si les conditions d'éclairage et de visibilité sont mauvaises : ne pas travailler avec la tronçonneuse. ► La tronçonneuse ne doit être maniée que par une seule personne. ► Ne pas travailler à bras levés – c'est-à-dire à une hauteur supérieure aux épaules. ► Faire attention aux obstacles. ► Travailler en se tenant debout sur le sol et veiller à ne pas risquer de perdre l'équilibre. S'il est nécessaire de travailler en hauteur : 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Prescriptions de sécurité ■ ■ ■ ■ ■ ■ 0458-787-7621-B. VA0.M20. de la tronçonneuse, il est possible que la tron‐ çonneuse ne soit plus dans l'état requis pour une utilisation en toute sécurité. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent d'être grièvement blessées. ► Arrêter le travail et consulter un revendeur spécialisé STIHL. ■ Au cours du travail, la tronçonneuse peut pro‐ duire des vibrations. ► Porter des gants. ► Faire des pauses. ► Si l'on constate des symptômes qui pour‐ raient signaler une perturbation de l'irrigation sanguine des mains : consulter un médecin. ■ Si la chaîne en rotation heurte un objet dur, cela peut produire des étincelles. À proximité de matières facilement inflammables, les étin‐ celles peuvent causer des incendies. Cela peut causer des dégâts matériels et des per‐ sonnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. ► Ne pas travailler à proximité de matières facilement inflammables. ■ Lorsqu'on relâche la gâchette d'accélérateur, la chaîne continue de tourner pendant quel‐ ques instants. Si la chaîne en rotation entre en contact avec une personne, elle peut causer de graves coupures. Des personnes risquent d'être grièvement blessées. ► Attendre que la chaîne ne tourne plus. 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 ■ utiliser une nacelle élévatrice ou un échafau‐ dage stable. ► Si l'on constate des signes de fatigue : faire une pause. Lorsque le moteur est en marche, il dégage des gaz d'échappement. Les personnes qui inhalent les gaz d'échappement risquent de s'intoxiquer. ► Ne pas inhaler les gaz d'échappement. ► Travailler avec la tronçonneuse à un endroit bien aéré. ► En cas de nausée, de maux de tête, de ver‐ tige ou de troubles de la vue ou de l'ouïe : arrêter le travail et consulter un médecin. Lorsque l'utilisateur porte une protection audi‐ tive et que le moteur est en marche, l'utilisa‐ teur peut moins bien percevoir et évaluer les bruits ambiants. ► Travailler calmement et de façon réfléchie. S'il travaille avec la tronçonneuse en laissant le levier de commande universel dans la posi‐ tion , l'utilisateur ne peut pas contrôler le fonctionnement de la tronçonneuse. L'utilisa‐ teur risque alors de subir des blessures gra‐ ves. ► Placer le levier de commande universel dans la position . ► Pour mettre le moteur en route, procéder comme décrit dans la présente Notice d'em‐ ploi. Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est engagé, cela risque d'endommager le frein de chaîne. ► Il faut donc desserrer le frein de chaîne avant d'accélérer pour commencer le travail. La chaîne en rotation risque de couper l'utilisa‐ teur. L'utilisateur risque alors de subir des blessures graves. ► Ne pas toucher à la chaîne en rotation. ► Si la chaîne est bloquée par un objet quel‐ conque : arrêter le moteur et engager le frein de chaîne. Enlever seulement ensuite l'objet coincé. La chaîne en rotation chauffe et se dilate. Si la chaîne n'est pas suffisamment graissée et retendue, la chaîne risque de sauter du guidechaîne ou de casser. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent d'être grièvement blessées. ► Utiliser de l'huile de chaîne adhésive. ► Au cours du travail, contrôler régulièrement la tension de la chaîne. Si la tension de la chaîne est trop faible : retendre la chaîne. Si, au cours du travail, l'on constate un chan‐ gement d'état ou un comportement inhabituel français AVERTISSEMENT ■ Si l'on coupe des objets sous contrainte, le guide-chaîne risque de se coincer. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçon‐ neuse et de subir des blessures graves. ► Scier tout d'abord une entaille initiale du côté de pression (1), puis exécuter la coupe de séparation du côté de traction (2). 35 français 4.9 4 Prescriptions de sécurité Forces de réaction Rebond 0000-GXX-2732-A0 4.9.1 ■ Pour une intervention rapide, il peut être nécessaire de travailler avec le nez du guidechaîne. Le travail avec le nez du guide-chaîne présente de plus grands risques de rebond. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures gra‐ ves, voire mortelles. ► L'utilisateur doit impérativement avoir reçu la formation requise pour les interventions rapi‐ des avec une tronçonneuse. 4.9.2 Traction 0000-GXX-1348-A0 Un rebond peut se produire dans les cas sui‐ vants : – Si, dans la zone du quart supérieur de la tête du guide-chaîne, la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée. – Si, dans la zone de la tête du guide-chaîne, la chaîne en rotation se trouve coincée. Le frein de chaîne ne peut pas empêcher un rebond. Lorsqu'on travaille avec le côté inférieur du guide-chaîne, la tronçonneuse est tirée dans le sens opposé à l'utilisateur. AVERTISSEMENT ■ Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut être projetée vers le haut et en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. ► Veiller à ce qu'aucune partie du corps de l'utilisateur ne se trouve dans le prolonge‐ ment du plan de basculement de la tronçon‐ neuse. ► Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ► Ne pas travailler avec la zone du quart supé‐ rieur de la tête du guide-chaîne. ► Travailler avec une chaîne correctement affûtée et correctement tendue. ► Utiliser une chaîne à tendance au rebond réduite. ► Utiliser un guide-chaîne à tête de renvoi de faible diamètre. ► Scier en accélérant à fond. 36 4.9.3 Contrecoup 0000-GXX-1349-A0 0000-GXX-4119-A0 AVERTISSEMENT ■ Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée, la tronçonneuse peut être brusquement et très fortement tirée dans le sens opposé à utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. ► Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ► Mener le guide-chaîne dans la fente de coupe en le maintenant bien droit. ► Appliquer correctement la griffe contre le bois. ► Scier en accélérant à fond. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Prescriptions de sécurité français 4.11 Lorsqu'on travaille avec le côté supérieur du guide-chaîne, la tronçonneuse est repoussée en direction de l'utilisateur. AVERTISSEMENT ■ Les enfants ne peuvent pas reconnaître et évaluer les dangers de la tronçonneuse. Les enfants risquent d'être grièvement blessés. ► Arrêter le moteur. ► Engager le frein de chaîne. ► Glisser le protège-chaîne par-dessus le guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. ► Conserver la tronçonneuse hors de portée des enfants. ■ L'humidité risque d'entraîner une corrosion des contacts électriques de la tronçonneuse et des composants métalliques. La tronçonneuse pourrait être endommagée. ► Conserver la tronçonneuse au propre et au sec. AVERTISSEMENT ■ Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée, la tronçonneuse peut être brusquement et très fortement repoussée en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. ► Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. ► Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ► Mener le guide-chaîne dans la fente de coupe en le maintenant bien droit. ► Scier en accélérant à fond. 4.10 Transport 4.12 AVERTISSEMENT 0000-GXX-2733-A0 ■ Au cours du transport, la tronçonneuse risque de se renverser ou de se déplacer. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent d'être grièvement blessées. ► Arrêter le moteur. ► Engager le frein de chaîne. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. ► Assurer la tronçonneuse avec des sangles ou un filet, de telle sorte qu'elle ne risque pas de se renverser ou de se déplacer. ■ Après le fonctionnement du moteur, le silen‐ cieux et le moteur peuvent être très chauds. L'utilisateur risque de se brûler. ► Porter la tronçonneuse de la main droite, par la poignée tubulaire, de telle sorte que le guide-chaîne soit orienté vers l'arrière. 0458-787-7621-B. VA0.M20. Rangement Nettoyage, entretien et répara‐ tion AVERTISSEMENT ■ Si l'on procède au nettoyage, à la mainte‐ nance ou à une réparation en laissant le moteur en marche, la chaîne peut être acci‐ dentellement mise en mouvement. Des per‐ sonnes peuvent être grièvement blessées et des dégâts matériels peuvent survenir. ► Arrêter le moteur. ► Engager le frein de chaîne. ■ Après le fonctionnement du moteur, le silen‐ cieux et le moteur peuvent être très chauds. Des personnes peuvent se brûler. ► Attendre que le silencieux et le moteur soient refroidis. ■ Un nettoyage avec des détergents agressifs, un jet d'eau ou des objets pointus peut endommager la tronçonneuse, le guide-chaîne et la chaîne. Si la tronçonneuse, le guidechaîne ou la chaîne ne sont pas nettoyés comme il faut, il est possible que des compo‐ sants ne fonctionnent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent d'être griève‐ ment blessées. ► Nettoyer la tronçonneuse, le guide-chaîne et la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ■ Si l'utilisateur procède lui-même à la mainte‐ nance ou à la réparation de la tronçonneuse, il est possible que des composants ne fonction‐ nent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des per‐ 37 français 5 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçonneuse sonnes risquent de subir des blessures gra‐ ves, voire mortelles. ► Ne pas effectuer soi-même la maintenance ou la réparation de la tronçonneuse. ► Si une maintenance ou une réparation de la tronçonneuse s'avère nécessaire : consulter un revendeur spécialisé STIHL. ■ Si l'on ne procède pas à la maintenance ou à la réparation du guide-chaîne et de la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'em‐ ploi, il est possible que des composants ne fonctionnent plus correctement et que des dis‐ positifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent d'être grièvement blessées. ► Effectuer la maintenance ou la réparation du guide-chaîne et de la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ■ Au cours du nettoyage ou de la maintenance de la chaîne, l'utilisateur peut se couper sur les dents de coupe acérées. L’utilisateur ris‐ que d'être blessé. ► Porter des gants de travail en matière résis‐ tante. ► Si ces opérations ne peuvent pas être exécu‐ tées : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Préparatifs avant l'utilisation de la tronçonneuse Chaque fois, avant de commencer le travail, il faut effectuer les opérations suivantes : ► S'assurer que les composants suivants se trouvent dans l'état impeccable requis pour la sécurité : – Tronçonneuse, 4.6.1. – Guide-chaîne, 4.6.2. – Chaîne, 4.6.3. ► Nettoyer la tronçonneuse, 15.1. ► Monter le guide-chaîne et la chaîne, 6.1.1. ► Monter le limiteur de profondeur de coupe, 6.2.1. ► Tendre la chaîne, 6.3. ► Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive, 6.4. ► Contrôler le frein de chaîne, 10.4. ► Faire le plein de carburant, 8.2. ► Contrôler les éléments de commande, 10.5. ► Contrôler le graissage de la chaîne, 10.6. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe, 11.5. 38 6.1 Montage et démontage du guide-chaîne et de la chaîne 6.1.1 Montage du guide-chaîne et de la chaîne Les combinaisons de guide-chaîne et de chaîne qui conviennent pour le pignon respectif et dont le montage est autorisé sont indiquées dans les 20.1. caractéristiques techniques, ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 3 2 1 4 0000-GXX-2734-A0 5.1 Préparatifs avant l'utilisa‐ tion de la tronçonneuse Assemblage de la tronçon‐ neuse ► Tourner les écrous (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on puisse enlever le couvercle de pignon (2). ► Enlever le couvercle de pignon (2). ► Tourner la vis de tension (3) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le coulisseau de tension (4) bute contre le bord de la découpure du carter, à gauche. 0000-GXX-2954-A0 5 6 ► Poser la chaîne dans la rainure du guidechaîne de telle sorte que, sur la face supéri‐ eure du guide-chaîne, les flèches estampées sur les maillons intermédiaires de la chaîne soient orientées dans le sens de rotation. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 6 Assemblage de la tronçonneuse français ► Tourner la vis de tension à fond dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. La chaîne est détendue. ► Enlever le guide-chaîne et la chaîne. 7 0000-GXX-2735-A0 6.2 ► Poser le guide-chaîne avec la chaîne sur la tronçonneuse de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : – Les maillons d'entraînement de la chaîne sont en prise sur les dents du pignon (7). – Les vis à embase (5) se trouvent dans le trou oblong du guide-chaîne (6). – Le tourillon du coulisseau de tension (4) se trouve dans le trou (8) du guide-chaîne (6). Montage du limiteur de profondeur de coupe ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Monter le guide-chaîne et la chaîne. 0000-GXX-3170-A0 2 3 1 2 4 0000-GXX-5872-A0 0000-GXX-2928-A0 ► Glisser la glissière (1) sur le guide-chaîne de telle sorte que l'ouverture de la glissière (1) soit orientée vers le bas. ► Visser les vis (2). ► Glisser le tiroir (3) par-dessus la glissière (1). ► Visser le levier du mécanisme de serrage rapide (4). ► Serrer fermement les vis (2). 3 A ► ► ► 0458-787-7621-B. VA0.M20. 0000-GXX-5886-A0 6.1.2 ► Démontage du guide-chaîne et de la chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Démonter le limiteur de profondeur de coupe. Tourner les écrous dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on puisse enlever le couvercle de pignon. Enlever le couvercle de pignon. 6.2.1 1 L'orientation du guide-chaîne (6) ne joue aucun rôle. Le texte imprimé sur le guide-chaîne (6) peut aussi se trouver à l'envers. ► Desserrer le frein de chaîne. ► Tourner la vis de tension (3) dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la chaîne s'applique contre le guide-chaîne. Amener en même temps les maillons d'entraî‐ nement de la chaîne dans la rainure du guidechaîne. Le guide-chaîne (6) et la chaîne s'appliquent contre la tronçonneuse. ► Appliquer le couvercle de pignon (2) contre la tronçonneuse de telle sorte qu'il affleure avec la tronçonneuse. ► Visser et serrer fermement les écrous (1). Montage et démontage du limi‐ teur de profondeur de coupe 4 ► Pousser le tiroir (3) à fond en direction du nez du guide-chaîne. 39 français 6 Assemblage de la tronçonneuse ► Rabattre complètement le levier du méca‐ nisme de serrage rapide (4) en direction de la zone (A). Le tiroir (3) ne peut plus coulisser et le levier du mécanisme de serrage rapide (4) est appli‐ qué contre le limiteur de profondeur de coupe, dans la zone (A). 6.2.2 Démontage du limiteur de profondeur de coupe ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 1 3 0000-GXX-5887-A0 1 ► Écarter le levier du mécanisme de serrage rapide (1). ► Dévisser le levier du mécanisme de serrage rapide (1). ► Extraire le tiroir (2) de la glissière (3). 6.4 ► Dévisser les vis (4). ► Enlever la glissière (3) du guide-chaîne. 6.3 Tension de la chaîne Au cours du travail, la chaîne se dilate ou se rétrécit. La tension de la chaîne varie. Au cours du travail, il faut régulièrement contrôler la ten‐ sion de la chaîne et retendre la chaîne si néces‐ saire. ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte que le nez du guide-chaîne soit visible. 0000-GXX-3177-A0 3 4 ► Desserrer les écrous (1). ► Desserrer le frein de chaîne. ► Soulever le nez du guide-chaîne et tourner la vis de tension (2) dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que les conditions sui‐ vantes soient remplies : – La chaîne affleure avec la face inférieure du guide-chaîne. – En saisissant la chaîne entre deux doigts et en exerçant un faible effort, on peut encore la faire glisser sur le guide-chaîne. ► S'il n'est plus possible de tirer la chaîne à la main sur le guide-chaîne : tourner la vis de tension (2) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce qu'on puisse faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la sai‐ sissant entre deux doigts et en exerçant un faible effort. ► Soulever le nez du guide-chaîne et serrer fer‐ mement les écrous (1). Ravitaillement en huile de chaîne adhésive L'huile de chaîne adhésive lubrifie et refroidit la chaîne en rotation. ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Poser la tronçonneuse sur une surface plane, de telle sorte que le bouchon du réservoir à huile soit orienté vers le haut. ► Nettoyer la zone située autour du bouchon du réservoir à huile avec un chiffon humide. 0000-GXX-2930-A0 2 0000-GXX-3175-A0 2 ► Relever l'étrier du bouchon du réservoir à huile. 40 0458-787-7621-B. VA0.M20. 7 Serrage et desserrage du frein de chaîne français ► Tourner le bouchon du réservoir à huile jus‐ qu'en butée, dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le bouchon du réservoir à huile. ► Introduire de l'huile de chaîne adhésive en veillant à ne pas renverser d'huile de chaîne adhésive et à ne pas remplir le réservoir d'huile jusqu'au bord. ► Si l'étrier du bouchon du réservoir à huile est rabattu : relever l'étrier. 1 6.5 0000-GXX-2931-A0 1 3 ► Présenter le bouchon du réservoir à huile de telle sorte que la marque (1) soit orientée vers la marque (2). ► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le sens des aiguilles d'une montre. Le bouchon du réservoir à huile s'encliquette avec un déclic audible. La marque (1) est ori‐ entée vers la marque (3). ► Contrôler s'il est possible d'enlever le bouchon du réservoir à huile en tirant vers le haut. ► S'il n'est pas possible d'enlever le bouchon du réservoir à huile en tirant vers le haut : rabat‐ tre l'étrier du bouchon du réservoir à huile. Le réservoir à huile est fermé. 3 1 5 2 6 7 2 4 ► Glisser à fond les vis (2) à travers les trous du couvercle de pignon (3). ► Pousser les bandes de glissement (1) dans les échancrures du couvercle de pignon (3). ► Monter les rondelles (7). ► Monter le recouvrement (6). ► Monter la griffe (5). ► Visser et serrer fermement les écrous (4). Il est interdit de démonter la griffe (5). 7 S'il est possible d'enlever le bouchon du réser‐ voir à huile en tirant vers le haut, il faut effectuer les opérations suivantes : ► Présenter le bouchon du réservoir à huile dans n'importe quelle position. 7.1 Serrage et desserrage du frein de chaîne Engagement du frein de chaîne La tronçonneuse est équipée d'un frein de chaîne. Le frein de chaîne est enclenché automatique‐ ment en cas de rebond assez important, sous l'effet de l'inertie de la masse du protège-main, ou peut être enclenché par l'utilisateur. 0000-GXX-3135-A0 1 2 Montage de la griffe 0000-GXX-3826-A0 2 ► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers le bas et le tourner dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la mar‐ que (1) soit orientée vers la marque (2). ► Essayer une nouvelle fois de fermer le réser‐ voir à huile. ► S'il n'est toujours pas possible de fermer le réservoir à huile : ne pas travailler avec la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. La tronçonneuse n'est pas dans l'état requis pour la sécurité. ► Pousser le bouchon du réservoir à huile vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le sens des aiguilles d'une montre. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 41 français 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant ► 0000-GXX-2932-A0 ► ► Avec la main gauche, écarter le protège-main de la poignée tubulaire. Le protège-main s'encliquette avec un déclic audible. Le frein de chaîne est engagé. Desserrage du frein de chaîne ► ► 0000-GXX-2933-A0 8.2 ► Avec la main gauche, tirer le protège-main en direction de l'utilisateur. Le protège-main s'encliquette avec un déclic audible. Le frein de chaîne est desserré. 8 8.1 Composition du mélange et ravitaillement en carburant Ravitaillement en carburant ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Laisser la tronçonneuse refroidir. ► Poser la tronçonneuse sur une surface plane, de telle sorte que le bouchon du réservoir à carburant soit orienté vers le haut. ► Nettoyer la zone située autour du bouchon du réservoir à carburant avec un chiffon humide. ► Relever l'étrier du bouchon du réservoir à car‐ burant. Composition du mélange Le carburant nécessaire pour cette tronçonneuse est un mélange composé d'huile pour moteurs deux-temps et d'essence, selon le rapport 1:50. STIHL recommande d'utiliser le carburant STIHL MotoMix, un mélange prêt à l'usage. 0000-GXX-2934-A1 7.2 teneur en alcool de l'essence ne dépasse pas 10 %. S'assurer que l'huile pour moteurs deux-temps employée répond aux exigences. Calculer les quantités d'huile pour moteurs deux-temps et d'essence nécessaires pour composer la quantité de carburant souhaitée avec un taux de mélange de 1:50. Exemples de composition du mélange : – 20 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 1 l d'essence – 60 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 3 l d'essence – 100 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 5 l d'essence Prendre un bidon propre homologué pour du carburant et y introduire d'abord l'huile pour moteurs deux-temps, puis l'essence. Bien mélanger le carburant. Si l'on compose soi-même le mélange de carbu‐ rant, il est seulement permis d'utiliser de l'huile STIHL pour moteur deux-temps ou une autre huile moteur hautes performances des classes JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC ou ISO-L-EGD. STIHL prescrit l'utilisation de l'huile HP ultra ou d'une huile moteur hautes performances de même qualité afin de garantir le respect des nor‐ mes antipollution sur toute la durée de vie de la machine. ► S'assurer que l'essence employée ait un indice d'octane d'au moins 90 RON et que la 42 0458-787-7621-B. VA0.M20. 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant AVERTISSEMENT ► Tourner le bouchon du réservoir d'env. 1/8 de tour dans le sens inverse des aiguil‐ les d'une montre. Si le réservoir à carburant est sous pression, la pression s'échappe avec un bruit audible. ► Une fois que la pression est complètement tombée : tourner le bouchon du réservoir à carburant dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la marque du bouchon du réservoir à carburant coïncide avec la marque du réservoir à carburant. ► Enlever le bouchon du réservoir à carburant. AVIS ■ Sous l'effet de la lumière, des rayons de soleil et de températures extrêmes, le mélange peut se décomposer assez rapidement. Si l'on fait le plein avec du mélange décomposé, cela ris‐ que d'endommager la tronçonneuse. ► Bien mélanger le carburant. ► Ne pas faire le plein avec du carburant qui a été stocké pendant plus de 30 jours. ► Faire le plein en veillant à ne pas renverser du carburant et en laissant un espace d'au moins 15 mm entre le niveau du carburant et le bord du réservoir à carburant. ► Si l'étrier du bouchon du réservoir à carburant est rabattu : relever l'étrier. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 1 4 0000-GXX-2935-A1 1 3 2 ► Présenter le bouchon du réservoir à carburant de telle sorte que la marque (1) soit orientée vers la marque (2). ► Pousser le bouchon du réservoir à carburant vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le sens des aiguilles d'une montre. Le bouchon du réservoir à carburant s'encli‐ quette avec un déclic audible. La marque (1) coïncide avec la marque (4) et est orientée vers la marque (3). ► Contrôler s'il est possible d'enlever le bouchon du réservoir à carburant en tirant vers le haut. ► S'il n'est pas possible d'enlever le bouchon du réservoir à carburant en tirant vers le haut : rabattre l'étrier du bouchon du réservoir à car‐ burant. Le bouchon du réservoir à carburant est cor‐ rectement fermé. S'il est possible d'enlever le bouchon du réser‐ voir à carburant en tirant vers le haut, il faut effectuer les opérations suivantes : ► Présenter le bouchon du réservoir à carburant dans n'importe quelle position. A B C 1 2 0000-GXX-3136-A1 ■ Au cours du travail ou dans un environnement très chaud, la tronçonneuse chauffe. Suivant le type de carburant, l'altitude, la température ambiante et la température de la tronçon‐ neuse, le carburant se dilate et une surpres‐ sion peut s'établir dans le réservoir à carbu‐ rant. Lorsqu'on ouvre le bouchon du réservoir à carburant, du carburant peut gicler et s'en‐ flammer. Cela peut causer des dégâts maté‐ riels et l'utilisateur risque d'être grièvement blessé. ► Il faut attendre que la tronçonneuse soit refroidie, avant d'ouvrir le bouchon du réser‐ voir à carburant. ► Ne pas ouvrir le bouchon du réservoir à car‐ burant d'un seul coup, mais l'ouvrir progres‐ sivement. français ► Pousser le bouchon du réservoir à carburant vers le bas et le tourner jusqu'en butée dans le sens des aiguilles d'une montre. ► Pousser le bouchon du réservoir à carburant vers le bas et le tourner dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la marque (1) soit orientée vers la marque (2). ► Essayer une nouvelle fois de fermer le réser‐ voir à carburant. 43 français 9 Mise en route et arrêt du moteur ► S'il n'est toujours pas possible de fermer le réservoir à carburant : ne pas travailler avec la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. La tronçonneuse n'est pas dans l'état requis pour la sécurité. 9 tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. – Tenir la tronçonneuse de la main gauche, par la poignée tubulaire, en entourant la poi‐ gnée tubulaire avec le pouce, et serrer la poignée arrière entre les genoux ou les cuisses. Mise en route et arrêt du moteur 9.1 Mise en route du moteur 3 0000-GXX-6455-A0 1 0000-GXX-2937-A0 2 ► ► ► ► Engager le frein de chaîne (2). Enlever le protège-chaîne. Enfoncer la soupape de décompression (1). Placer le levier de commande universel (3) dans la position . ► De la main droite, tirer lentement la poignée du lanceur jusqu'au premier point dur percepti‐ ble. ► Tirer rapidement sur la poignée de lancement et la guider à la main au retour. Répéter cette procédure autant de fois que nécessaire, jus‐ qu'à ce que le moteur tourne. ► Si le levier de commande universel (3) se : enfoncer briève‐ trouve dans la position ment le blocage de gâchette d'accélérateur (4) et la gâchette d'accélérateur (5). Le levier de commande universel (3) saute dans la position . Le moteur tourne au ralenti. 0000-GXX-2936-A0 AVIS ► Tenir la tronçonneuse de l'une des 3 manières possibles : – Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager la pointe du pied droit (ou plus précisément la pointe de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. – Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager le talon du pied droit (ou plus précisément le talon de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une 44 ■ Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est engagé, cela risque d'endommager le frein de chaîne. ► Il faut donc desserrer le frein de chaîne avant d'accélérer pour commencer le travail. ► Desserrer le frein de chaîne. La tronçonneuse est prête à l'utilisation. ► Si le moteur ne démarre pas : placer le levier de commande universel (3) dans la position et essayer à nouveau de mettre le moteur en marche. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 10 Contrôle de la tronçonneuse 9.2 français Arrêt du moteur 2 ► Relâcher la gâchette d'accélérateur (2) et le blocage de gâchette d'accélérateur (3). La chaîne ne tourne plus. ► Placer le levier de commande universel (1) dans la position . Le moteur s'arrête et le levier de commande universel (1) revient dans la position . 10 10.1 ► ► ► ► Contrôle de la tronçon‐ neuse Contrôle du pignon 0000-GXX-1217-A0 3 0000-GXX-6457-A0 1 ► Mesurer la profondeur de la rainure du guidechaîne à l'aide de la jauge d'un gabarit d'affû‐ tage STIHL. ► Remplacer le guide-chaîne si l'une des condi‐ tions suivantes est remplie : – Le guide-chaîne est endommagé. – La profondeur de rainure mesurée est infé‐ rieure à la profondeur de rainure minimale 19.3. du guide-chaîne, – La rainure du guide-chaîne est resserrée ou évasée. ► Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 10.3 Arrêter le moteur. Desserrer le frein de chaîne. Démonter le couvercle de pignon. Démonter le guide-chaîne et la chaîne. Contrôle de la chaîne ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Démonter le limiteur de profondeur de coupe. ► Contrôler les traces d'usure du pignon avec un gabarit de contrôle STIHL. ► Si la profondeur des traces d'usure dépasse la cote a = 0,5 mm : ne pas utiliser la tronçon‐ neuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le pignon doit être remplacé. 10.2 Contrôle du guide-chaîne 0000-GXX-1218-A0 a 1 0000-GXX-3162-A0 2 ► Mesurer la hauteur des limiteurs de profon‐ deur (1) à l'aide d'un gabarit d'affûtage STIHL (2). Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour le pas de la chaîne. ► Si un limiteur de profondeur (1) dépasse du gabarit d'affûtage (2) : rectifier le limiteur de profondeur (1) à l'aide d'une affûteuse STIHL 16.3. USG, ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Démonter le limiteur de profondeur de coupe. ► Démonter la chaîne et le guide-chaîne. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 45 français 10 Contrôle de la tronçonneuse 10.5 3 5 4 0000-GXX-3822-A0 6 ► Contrôler si les repères d'usure (3, 4 et 6) sont visibles sur les dents de coupe et sur les mail‐ lons intermédiaires. ► Contrôler si les tranchants (5) des dents de coupe ne manquent pas. ► Si l'un des repères d'usure d'une dent de coupe ou d'un maillon intermédiaire n'est pas visible ou si un tranchant manque : ne pas uti‐ liser la chaîne, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. ► À l'aide d'un gabarit d'affûtage STIHL, vérifier l'angle d'affûtage de 30° des dents de coupe. Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour le pas de la chaîne. ► Si l'angle d'affûtage de 30° n'a pas été res‐ pecté : affûter la chaîne. ► Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 10.4 Contrôle du frein de chaîne ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte que le guide-chaîne soit visible sur la plus grande longueur possible. AVERTISSEMENT ■ Les dents de coupe de la chaîne sont acé‐ rées. L'utilisateur risque de se couper. ► Porter des gants de travail en matière résis‐ tante. ► Essayer de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main. S'il n'est pas possible de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main, cela prouve que le frein de chaîne fonctionne. ► S'il est possible de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main : ne pas uti‐ liser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le frein de chaîne est défectueux. 46 Contrôle des éléments de com‐ mande Blocage de gâchette d'accélérateur et gâchette d'accélérateur ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Essayer d'enfoncer la gâchette d'accélérateur sans enfoncer le blocage de gâchette d'accé‐ lérateur. ► S'il est possible d'enfoncer la gâchette d'accé‐ lérateur : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le blocage de gâchette d'accélérateur est défectueux. ► Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra‐ teur et le maintenir enfoncé. ► Enfoncer la gâchette d'accélérateur et la relâ‐ cher. ► Si la gâchette d'accélérateur fonctionne diffici‐ lement ou ne revient pas dans sa position ini‐ tiale, sous l'effet de son ressort : ne pas utili‐ ser la tronçonneuse, mais consulter un reven‐ deur spécialisé STIHL. La gâchette d'accélérateur est défectueuse. Arrêt du moteur ► Mettre le moteur en marche. ► Placer le levier de commande universel dans la position . Le moteur s'arrête et le levier de commande universel revient dans la position . ► Si le moteur ne s'arrête pas : ► Placer le levier de commande universel dans la position . Le moteur s'arrête. ► Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con‐ sulter un revendeur spécialisé STIHL. La tronçonneuse est défectueuse. 10.6 Contrôle du graissage de la chaîne ► Mettre le moteur en marche et desserrer le frein de chaîne. ► Diriger le guide-chaîne vers une surface claire. ► Accélérer. De l'huile de chaîne adhésive est projetée et ses traces sont bien visibles sur la surface claire. Le graissage de la chaîne fonctionne. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 11 Travail avec la tronçonneuse 11 11.1 français Travail avec la tronçon‐ neuse ► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un déclic soit audible. Les verrous du capot (1) sont verrouillés. Réglage pour l'utilisation en hiver 11.2 Lorsqu'on travaille avec la tronçonneuse à des températures inférieures à +10 °C, le carburateur peut givrer. Pour que le carburateur soit balayé, en plus, par un flux d'air réchauffé dans le voisi‐ nage du moteur, il faut procéder au réglage pour l'utilisation en hiver. Réglage pour l'utilisation en été Lorsqu'on travaille à des températures supérieu‐ res à +10 °C, il faut procéder au réglage pour l'utilisation en été. ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 3 ■ Si l'on travaille avec le réglage prévu pour l'uti‐ lisation en hiver alors que la température ambiante dépasse +10 °C, le moteur risque de trop chauffer. ► Procéder au réglage pour l'utilisation en été. 1 ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 0000-GXX-3163-A0 ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le capot (2). ► Extraire le tiroir (3). 4 3 ► Positionner le tiroir (3) de telle sorte que le symbole (4) soit orienté en direction de la tron‐ çonneuse. ► Pousser le tiroir (3) à fond dans la glissière. Le tiroir s'encliquette bien perceptiblement. ► Monter le capot (2). 0000-GXX-3164-A0 3 4 0000-GXX-3486-A0 1 0458-787-7621-B. VA0.M20. 1 ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le capot (2). ► Extraire le tiroir (3). 3 1 0000-GXX-3807-A0 AVIS ► Positionner le tiroir (3) de telle sorte que le symbole (4) soit orienté en direction de la tron‐ çonneuse. ► Pousser le tiroir (3) à fond dans la glissière. Le tiroir s'encliquette bien perceptiblement. ► Monter le capot (2). ► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un déclic soit audible. Les verrous du capot (1) sont verrouillés. 11.3 Calibrage de la tronçonneuse Au cours du travail, la tronçonneuse se règle automatiquement pour fournir la puissance opti‐ male. Un calibrage présente l'avantage que le réglage de la tronçonneuse, pour fournir la puis‐ sance optimale, s'effectue plus rapidement. 47 français 11 Travail avec la tronçonneuse ► Si la température ambiante est inférieure à -10 °C ou que le moteur est froid : ► Mettre le moteur en marche et desserrer le frein de chaîne. ► Faire chauffer le moteur pendant env. 1 minute en donnant quelques coups d'ac‐ célérateur. ► Arrêter le moteur. A 30-60 s B > 30 s ■ Si, pendant le calibrage, la gâchette d'accélé‐ rateur n'est pas enfoncée à fond, cela risque de fausser le réglage de la tronçonneuse. La tronçonneuse pourrait être endommagée. ► Maintenir la gâchette d'accélérateur enfon‐ cée à fond. C s 0000-GXX-3825-A0 1 min AVIS ► Placer le levier de commande universel dans la position . ► Engager le frein de chaîne. ► Mettre le moteur en marche sans actionner la gâchette d'accélérateur. Le moteur tourne et le levier de commande universel reste dans la position . ► Faire tourner le moteur entre 30 secondes au minimum et 60 secondes au maximum (A), sans enfoncer la gâchette d'accélérateur. AVERTISSEMENT ■ Lorsqu'on desserre le frein de chaîne, la chaîne peut être entraînée. L'utilisateur pour‐ rait alors subir des blessures graves. ► Tenir la tronçonneuse comme décrit dans la présente Notice d'emploi. ► Ne pas toucher à la chaîne en rotation. ► Enfoncer la gâchette d'accélérateur pendant au moins 30 secondes (B) et la maintenir enfoncée. Le moteur accélère et la chaîne est entraînée. Le calibrage de la tronçonneuse s'effectue. Au cours du calibrage, le régime du moteur oscille et augmente nettement. ► Si le moteur s'arrête : répéter la tentative de calibrage de la tronçonneuse. ► Si le moteur cale à nouveau : ► Engager le frein de chaîne. ► Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con‐ sulter un revendeur spécialisé STIHL. La tronçonneuse est défectueuse. ► Dès que le régime du moteur baisse de façon nettement audible et perceptible (C) : relâcher la gâchette d'accélérateur. Le moteur tourne au ralenti. La tronçonneuse est calibrée et prête à l'utilisation. 11.4 Réglage du débit d'huile La tronçonneuse est munie d'une pompe à huile à débit réglable. A 0000-GXX-3165-A0 ► Desserrer le frein de chaîne. AVIS ■ Si l'on relâche la gâchette d’accélérateur avant que le calibrage de la tronçonneuse soit ter‐ miné, le calibrage est interrompu. Il faut alors recommencer la procédure de calibrage dès le début. ► Maintenir la gâchette d'accélérateur enfon‐ cée à fond. 2 1 Lorsque la vis de réglage de débit d'huile (1) se trouve en position E (Ematic), le réglage du débit d'huile est optimal pour la plupart des travaux. Le débit de la pompe à huile peut être adapté pour différentes longueurs de coupe, espèces de bois et techniques de travail. La plage de réglage de la vis de réglage (1) de la pompe à huile est limitée par une butée (2). Il est possible d'enfoncer cette butée (2) pour obtenir une aug‐ mentation supplémentaire du débit d'huile. Augmentation du débit d'huile 48 0458-787-7621-B. VA0.M20. 11 Travail avec la tronçonneuse français ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Tourner la vis de réglage de la pompe à huile (1) dans le sens des aiguilles d'une mon‐ tre. ► Écarter le levier du mécanisme de serrage rapide (1). ► Pousser le tiroir (2) en direction du moteur ou du nez du guide-chaîne, jusqu'à obtention de la profondeur de coupe souhaitée. ► Rabattre complètement le levier du méca‐ nisme de serrage rapide (1) en direction de la zone (A). ► S'assurer que le tiroir (2) ne peut plus coulis‐ ser et que le levier du mécanisme de serrage rapide (1) est appliqué contre le limiteur de profondeur de coupe, dans la zone (A). Augmentation supplémentaire du débit d'huile ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Enfoncer la butée (2) à l'aide d'un outil appro‐ prié. La butée (2) reste enfoncée. AVIS ■ Lorsque la vis de réglage de la pompe à huile (1) se trouve dans la zone A, le réservoir à huile peut se vider plus rapidement. Un manque d'huile de graissage de la chaîne peut donc survenir plus tôt. ► Remplir complètement le réservoir à huile. ► Si l'élévation du débit d'huile n'est plus nécessaire, tourner la vis de réglage de la pompe à huile dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, de telle sorte qu'elle ne se trouve plus dans la zone A. ► Tourner la vis de réglage de la pompe à huile (1) dans le sens des aiguilles d'une montre. Réduction du débit d'huile ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Tourner la vis de réglage de la pompe à huile (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. 11.5 Réglage du limiteur de profon‐ deur de coupe Le limiteur de profondeur de coupe peut être réglé suivant le travail à effectuer. Le réglage du limiteur de profondeur de coupe détermine la profondeur maximale de pénétration du guidechaîne. ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Si le tiroir (2) ne peut plus coulisser et que le levier du mécanisme de serrage rapide (1) est appliqué contre le limiteur de profondeur de coupe, dans la zone (A), le limiteur de profon‐ deur de coupe est bloqué dans la position réglée. ► Si le tiroir (2) peut encore coulisser : ► Écarter le levier du mécanisme de serrage rapide (1). ► Tourner le levier du mécanisme de serrage rapide (1) dans le sens des aiguilles d'une montre. ► Rabattre complètement le levier du méca‐ nisme de serrage rapide (1) en direction de la zone (A). Le tiroir (2) ne peut plus coulisser et le levier du mécanisme de serrage rapide (1) est appliqué contre le limiteur de profondeur de coupe, dans la zone (A). ► Si le levier du mécanisme de serrage rapide (1) ne peut pas être complètement rabattu : ► Écarter le levier du mécanisme de serrage rapide (1). ► Tourner le levier du mécanisme de serrage rapide (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Rabattre complètement le levier du méca‐ nisme de serrage rapide (1) en direction de la zone (A). Le tiroir (2) ne peut plus coulisser et le levier du mécanisme de serrage rapide (1) est appliqué contre le limiteur de profondeur de coupe, dans la zone marquée. 2 1 0458-787-7621-B. VA0.M20. 0000-GXX-5477-A0 A 49 français 11.6 12 Après le travail 13 Prise en mains et utilisation de la tronçonneuse 13.1 Transport Transport de la tronçonneuse ► Tenir et mener la tronçonneuse de la main gauche, par la poignée tubulaire, et de la main droite, par la poignée de commande, en entourant la poignée tubulaire avec le pouce de la main gauche et en entourant la poignée de commande avec le pouce de la main droite. 11.7 Sciage AVERTISSEMENT ■ Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut être projetée vers le haut et en direction de l'utilisateur. L'utilisateur peut alors subir des blessures graves, voire mortelles. ► Scier en accélérant à fond. ► Ne pas scier avec la zone du quart supérieur de la tête du guide-chaîne. ► En accélérant à fond, mener le guidechaîne dans la coupe de telle sorte que le guide-chaîne ne se gauchisse pas. ► À la fin de la coupe, l'utilisateur doit reprendre tout le poids de la tronçonneuse. 12 Après le travail 12.1 Après le travail ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Laisser la tronçonneuse refroidir. ► Si la tronçonneuse est mouillée : laisser sécher la tronçonneuse. ► Nettoyer la tronçonneuse. ► Nettoyer le filtre à air. ► Nettoyer le guide-chaîne et la chaîne. ► Dévisser les écrous du couvercle de pignon. ► Tourner la vis de tension de 2 tours dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. La chaîne est détendue. ► Serrer les écrous du couvercle de pignon. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. 50 Portage de la tronçonneuse ► Porter la tronçonneuse de la main droite, par la poignée tubulaire, de telle sorte que le guide-chaîne soit orienté vers l'arrière. Transport de la tronçonneuse dans un véhicule ► Assurer la tronçonneuse de telle sorte que la tronçonneuse ne puisse pas se renverser ou se déplacer. 14 14.1 Rangement Rangement de la tronçonneuse ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. ► Ranger la tronçonneuse de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : – La tronçonneuse se trouve hors de portée des enfants. – La tronçonneuse est propre et sèche. 15 15.1 Nettoyage Nettoyage de la tronçonneuse ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Laisser la tronçonneuse refroidir. ► Nettoyer la tronçonneuse avec un chiffon humide ou un produit STIHL dissolvant la résine. ► Nettoyer les fentes de ventilation à l'aide d'un pinceau. 1 1 0000-GXX-2939-A0 0000-GXX-4176-A0 ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Ajuster le limiteur de profondeur de coupe de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 15 Nettoyage français ► Enlever le capot (2). ► Démonter le couvercle de pignon. ► Nettoyer les ailettes du cylindre et la face intérieure du capot à l'aide d'un pinceau, d'un chiffon humide ou du produit STIHL dissolvant la résine. ► Nettoyer la zone située autour du pignon avec un chiffon humide ou avec un produit STIHL dissolvant la résine. ► Monter le capot (2). ► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un déclic soit audible. Les verrous du capot (1) sont verrouillés. ► Monter le couvercle de pignon. 15.2 3 ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le capot (2). ► Nettoyer la zone située autour du filtre à air (3) avec un chiffon humide ou un pinceau. ► À la main, tourner le filtre à air (3) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le filtre à air (3). ► Rincer la face extérieure du filtre à air (3) à l'eau courante pour enlever les plus grosses saletés. ► Si le filtre à air (3) est endommagé : remplacer le filtre à air (3). Nettoyage du guide-chaîne et de la chaîne ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Démonter le limiteur de profondeur de coupe. ► Démonter le guide-chaîne et la chaîne. 3 1 2 0000-GXX-2952-A0 1 2 3 0000-GXX-2951-A0 AVERTISSEMENT ► Nettoyer l'orifice d'entrée d'huile (1), le canal de sortie d'huile (2) et la rainure (3) en utilisant un pinceau, une brosse douce ou un produit STIHL dissolvant la résine. ► Nettoyer la chaîne à l'aide d'un pinceau, d'une brosse douce ou d'un produit STIHL dissolvant la résine. ► Monter le guide-chaîne et la chaîne. ► Monter le limiteur de profondeur de coupe. 15.3 Nettoyage du filtre à air De la poussière très fine peut s'accumuler dans le filtre à air. La poussière peut colmater le filtre à air et il n'est pas possible de le nettoyer à la brosse ou en le battant. Le filtre à air doit être nettoyé à l'aide d'un détergent. ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 0458-787-7621-B. VA0.M20. ■ Si le détergent entre en contact avec la peau ou les yeux, il peut causer une irritation de la peau ou des yeux. ► Suivre les instructions de la Notice d'emploi du nettoyeur haute pression. ► Éviter tout contact avec des détergents. ► En cas de contact accidentel avec la peau : les surfaces de la peau touchées doivent être savonnées et lavées à grande eau. ► En cas de contact accidentel avec les yeux : se rincer les yeux à grande eau pendant au moins 15 minutes et consulter un médecin. ► Pulvériser du produit de nettoyage spécial STIHL ou un détergent avec une valeur pH supérieure à 12 sur la face extérieure et sur face intérieure du filtre à air (3). ► Laisser le produit de nettoyage spécial STIHL ou le détergent agir pendant 10 minutes. ► Brosser la face extérieure du filtre à air (3) avec une brosse douce. ► Rincer la face extérieure et la face intérieure du filtre à air (3) à l'eau courante. ► Laisser sécher le filtre à air (3) à l'air. 51 3 3 0000-GXX-5806-A0 16 Maintenance 0000-GXX-3808-A0 français ► À la main, presser le filtre à air (3) sur son socle et tourner dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le filtre à air (3) s'encliquette. L'inscription « STIHL » est à l'horizontale. ► Monter le capot (2). ► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un déclic soit audible. Les verrous du capot (1) sont verrouillés. ► Visser la bougie et la serrer fermement. ► Emboîter fermement le contact de câble d'allu‐ mage (3) sur la bougie. ► Monter le capot (2). ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens des aiguilles d'une montre. Les verrous du capot sont verrouillés. 15.4 16.1 16 Nettoyer la bougie ► Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. ► Laisser la tronçonneuse refroidir. 0000-GXX-3809-A0 1 Intervalles de maintenance Les intervalles de maintenance dépendent des conditions ambiantes et des conditions de travail. STIHL recommande les intervalles de mainte‐ nance suivants : 3 1 Maintenance ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le capot (2). ► Enlever le contact de câble d'allumage (3) de la bougie. ► Si le voisinage de la bougie est encrassé : net‐ toyer la zone située autour de la bougie avec un chiffon humide. ► Dévisser la bougie. ► Nettoyer la bougie avec un chiffon humide. ► Si la bougie est corrodée : remplacer la bou‐ gie. Frein de chaîne ► Faire entretenir le frein de chaîne par un revendeur spécialisé STIHL, aux intervalles suivants : – Utilisation à plein temps : tous les trois mois – Utilisation à temps partiel : tous les six mois – Utilisation occasionnelle : une fois par an Toutes les 100 heures de fonctionnement ► Remplacer la bougie. Une fois par semaine ► Contrôler le pignon. ► Contrôler et ébavurer le guide-chaîne. ► Contrôler et affûter la chaîne. Une fois par mois ► Faire nettoyer le réservoir à huile par un revendeur spécialisé STIHL. ► Faire nettoyer le réservoir à carburant par un revendeur spécialisé STIHL. ► Faire nettoyer la crépine d'aspiration du réser‐ voir à carburant par un revendeur spécialisé STIHL. Une fois par an ► Faire remplacer la crépine d'aspiration du réservoir à carburant par un revendeur spécia‐ lisé STIHL. 52 0458-787-7621-B. VA0.M20. 17 Réparation 16.2 français Ébavurage du guide-chaîne ► Affûter les dents de coupe droites (4) avec une affuteuse universelle STIHL USG, avec les réglages suivants : – Échelle graduée A : + 10° – Échelle graduée B : 0° – Échelle graduée C : +15° ► Affûter les dents de coupe gauches (1) avec une affuteuse universelle STIHL USG, avec les réglages suivants : – Échelle graduée A : + 10° – Échelle graduée B : 0° – Échelle graduée C : - 15° ► Meuler le limiteur de profondeur (2) et les maillons intermédiaires (3) avec une affuteuse universelle STIHL USG, avec les réglages sui‐ vants : – Échelle graduée A : + 40° – Échelle graduée B : 0° – Échelle graduée C : 0° Une bavure peut se former sur le bord extérieur du guide-chaîne. ► Éliminer la bavure à l'aide d'une lime plate ou de l'outil STIHL pour rectification des guidechaînes. ► Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 16.3 Affûtage de la chaîne Pour affûter correctement la chaîne, il faut être bien entraîné. STIHL recommande de faire affûter les chaînes par un revendeur spécialisé STIHL. AVERTISSEMENT ■ Les dents de coupe de la chaîne sont acé‐ rées. L'utilisateur risque de se couper. ► Porter des gants de travail en matière résis‐ tante. 17 17.1 1 2 3 4 2 + - 18 18.1 B + - C 0000-GXX-3488-A0 A + Réparation Réparation de la tronçonneuse, du guide-chaîne et de la chaîne L'utilisateur ne peut pas réparer lui-même la tronçonneuse, le guide-chaîne, ni la chaîne. ► Si la tronçonneuse, le guide-chaîne ou la chaîne est endommagé : ne pas utiliser la tronçonneuse, le guide-chaîne ou la chaîne, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Dépannage Élimination des dérangements de la tronçonneuse La plupart des dérangements ont les mêmes causes. ► Effectuer les opérations suivantes : ► Nettoyer le filtre à air. ► Nettoyer ou remplacer la bougie. ► Procéder au réglage pour l'utilisation en hiver ou en été. ► Si le dérangement persiste : effectuer les opérations indiquées sur le tableau suivant. Dérangement Il n'est pas possible de mettre le moteur en marche. Le moteur ne tourne pas rond au ralenti. Cause Le réservoir à carbu‐ rant ne contient pas suffisamment de car‐ burant. Le moteur est noyé. Le carburateur est trop chaud. Le carburateur est givré. Le carburateur est givré. 0458-787-7621-B. VA0.M20. Remède ► Composer le mélange et faire le plein de la tronçon‐ neuse. ► Ventiler la chambre de combustion. ► Laisser la tronçonneuse refroidir. ► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. ► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. 53 français 18 Dépannage Dérangement Le moteur cale au ralenti. Le moteur accélère mal. Cause Le carburateur est givré. La chaîne est trop fortement tendue. Le système de grais‐ sage de la chaîne ne débite pas suffisam‐ ment d'huile de chaîne adhésive. Le moteur n'atteint La tronçonneuse pas le régime maxi‐ n'est pas correct‐ mal. ement adaptée aux conditions ambiantes. La chaîne ne se met Le frein de chaîne est pas en mouvement engagé. lorsqu'on accélère. La chaîne est trop fortement tendue. Le pignon de renvoi du guide-chaîne est bloqué. Au cours du travail, La chaîne n'est pas on constate un déga‐ correctement affûtée. gement de fumée ou Il n'y a pas suffisam‐ une odeur de brûlé. ment d'huile de chaîne adhésive dans le réservoir à huile. Le système de grais‐ sage de la chaîne ne débite pas suffisam‐ ment d'huile de chaîne adhésive. La chaîne est trop fortement tendue. L'utilisateur n'utilise pas correctement la tronçonneuse. 18.2 Remède ► Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. ► Tendre correctement la chaîne. ► Augmenter le débit d'huile. ► Calibrer la tronçonneuse. ► Desserrer le frein de chaîne. ► Tendre correctement la chaîne. ► Nettoyer le pignon de renvoi du guide-chaîne avec le produit STIHL dissolvant la résine. ► Affûter correctement la chaîne. ► Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive. ► Augmenter le débit d'huile. ► Tendre correctement la chaîne. ► Se faire expliquer comment utiliser correctement la machine et s'entraîner. Ventilation de la chambre de combustion ► Enlever le contact de câble d'allumage (3) de la bougie. ► Dévisser la bougie. ► Sécher la bougie. ► Engager le frein de chaîne. 1 1 0000-GXX-3809-A0 3 ► Tourner les verrous du capot (1) de 1/4 de tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. ► Enlever le capot (2). 54 0458-787-7621-B. VA0.M20. 19 Caractéristiques techniques français AVERTISSEMENT ■ Lorsqu'on tire sur la poignée de lancement alors que le contact de câble d'allumage est débranché de la bougie, des étincelles peu‐ vent jaillir à l'extérieur du moteur. Dans un environnement présentant des risques d'ex‐ plosion ou à proximité de matières facilement inflammables, les étincelles peuvent causer des incendies ou des explosions. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. ► Placer le levier de commande universel dans et le maintenir dans cette posi‐ la position tion avant de tirer sur la poignée de lance‐ ment. ► Placer le levier de commande universel dans la position et le maintenir dans cette position. ► Tirer à plusieurs reprises sur la poignée de lancement et la guider à la main au retour. La chambre de combustion est ainsi ventilée. ► Visser la bougie et la serrer fermement. 19.1 Caractéristiques techni‐ ques Tronçonneuse STIHL MS 462 C‑M R – Cylindrée : 72,2 cm³ – Puissance suivant ISO 7293 : 4,4 kW (6,0 ch) – Régime de ralenti suivant ISO 11681 : 2800 ± 50 tr/min – Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL – Écartement des électrodes de la bougie : 0,5 mm 0458-787-7621-B. VA0.M20. Pignons et vitesses de chaîne • Vitesse de la chaîne à la puissance maxi‐ male : 21,7 m/s 19.3 19.4 ► Emboîter fermement le contact de câble d'allu‐ mage (3) sur la bougie. ► Monter le capot (2). ► Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'un déclic soit audible. Les verrous du capot sont verrouillés. 19 19.2 Les pignons suivants peuvent être utilisés : pignons à 7 dents pour 3/8" • Vitesse maximale de la chaîne suivant ISO 11681 : 28,9 m/s Profondeur de rainure minimale des guide-chaînes La profondeur de rainure minimale dépend du pas du guide-chaîne. – 3/8" : 6 mm 0000-GXX-5806-A0 3 – Poids avec réservoir à carburant vide, réser‐ voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans chaîne : 6,5 kg – Capacité maximale du réservoir à carburant : 720 cm³ (0,72 l) – Capacité maximale du réservoir à huile : 340 cm³ (0,34 l) Niveaux sonores et taux de vibrations – Niveau de pression sonore Lpeq suivant ISO 22868 : 108 dB(A) La valeur K pour le niveau de pression sonore est de 2 dB(A). – Niveau de puissance acoustique Lw suivant ISO 22868 : 119 dB(A) La valeur K pour le niveau de puissance acoustique est de 2 dB(A). – Taux de vibrations ahv,eq mesuré suivant la norme ISO 22867 : • À la poignée tubulaire : 3,3 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². • À la poignée de commande : 2,7 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². Pour obtenir des informations sur le respect de la directive « Vibrations 2002/44/CE » concernant les employeurs, voir www.stihl.com/vib. 19.5 REACH REACH (enRegistrement, Evaluation et Autorisa‐ tion des substances CHimiques) est le nom d'un règlement CE qui couvre le contrôle de la fabri‐ cation, de l'importation, de la mise sur le marché et de l'utilisation des substances chimiques. Pour obtenir de plus amples informations sur le respect du règlement REACH, voir www.stihl.com/reach. 55 français 19.6 20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaînes de tronçonneuse Émissions de nuisances à l'échappement La teneur en CO2 mesurée au cours de la procé‐ dure d'homologation de type UE est indiquée à l'adresse Internet www.stihl.com/co2, dans les Caractéristiques techniques spécifiques au pro‐ duit. La teneur en CO2 mesurée a été enregistrée sur un moteur représentatif, au cours d'une procé‐ dure de contrôle normalisée réalisée dans des conditions de laboratoire. Elle ne fournit pas de garantie explicite ou implicite sur les performan‐ ces d'un moteur déterminé. Cette machine satisfait aux exigences posées en ce qui concerne les émissions de nuisances à l'échappement, à condition qu'elle soit entrete‐ nue et utilisée conformément à la destination prévue. Toute modification apportée sur le moteur entraîne l'expiration de l'autorisation d'ex‐ ploitation de la machine. 20 20.1 Combinaisons de guidechaînes et de chaînes de tronçonneuse Tronçonneuse STIHL MS 462 C‑M R Il est permis d'utiliser les guide-chaînes et les chaînes suivants : Guide-chaîne : Rollomatic Super • Pas : 3/8" • Jauge : 1,6 mm • Longueur : 50 cm 21 21.1 STIHL recommande d'utiliser des pièces de rechange d'origine STIHL et des accessoires d'origine STIHL. Bien que STIHL observe continuellement les marchés, ses services ne peuvent pas évaluer la fiabilité, la sécurité, ni les aptitudes de pièces de rechange et d'accessoires d'autres fabricants et c'est pourquoi STIHL se dégage de toute res‐ ponsabilité quant à leur utilisation. Pour obtenir des pièces de rechange d'origine STIHL et des accessoires d'origine STIHL, s'adresser à un revendeur spécialisé STIHL. 22 22.1 Mise au rebut Mise au rebut de la tronçon‐ neuse Pour obtenir de plus amples informations concer‐ nant la mise au rebut, consulter le revendeur spécialisé STIHL. ► La tronçonneuse, le guide-chaîne, la chaîne, le mélange, l'essence, l'huile pour moteurs deux-temps, les accessoires et leur emballage doivent être éliminés conformément à la régle‐ mentation pour la protection de l'environne‐ ment. 23 • Épaisseur de maillon d'entraînement : 1,6 mm 23.1 La longueur de coupe d'un guide-chaîne dépend de la tronçonneuse et de la chaîne utilisées. La longueur de coupe réelle d'un guide-chaîne peut être inférieure à la longueur indiquée. Pièces de rechange et acces‐ soires Ces symboles identifient les pièces de rechange d'origine STIHL et les acces‐ soires d'origine STIHL. • Nombre de dents du pignon de renvoi : 11 Chaîne : 36 RDR (Type 3944) • Pas : 3/8" • Nombre de maillons d'entraînement : 72 Pièces de rechange et accessoires Déclaration de conformité UE Tronçonneuse STIHL MS 462 C‑M R ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Allemagne déclare, sous sa seule responsabilité, que le pro‐ duit suivant : – Genre de produit : tronçonneuse – Marque de fabrique : STIHL – Typ: MS 462 C‑M R – Numéro d'identification de série : 1142 – Cylindrée : 72,2 cm³ 56 0458-787-7621-B. VA0.M20. deutsch Original-Gebrauchsanleitung 0000007786_007_D est conforme à toutes les prescriptions applica‐ bles des directives 2011/65/UE, 2006/42/CE, 2014/30/UE et 2000/14/CE et a été développé et fabriqué conformément à la version des normes suivantes respectivement valable à la date de fabrication : EN ISO 11681‑1, EN 55012 et EN 61000‑6‑1. L'examen CE de type conformément à la direc‐ tive 2006/42/CE Art. 12.3 (b) a été effectué par l'office de contrôle : DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungsstelle für Land- und Forsttechnik GbR (NB 0363), Spremberger Straße 1, 64823 Groß‑Umstadt, Deutschland. – Numéro de certification : K-EG-2016/7987 Le calcul du niveau de puissance acoustique mesuré et du niveau de puissance acoustique garanti a été effectué suivant une procédure conforme à la directive 2000/14/CE, annexe V, et appliquant la norme ISO 9207. – Niveau de puissance acoustique mesuré : 119 dB(A) – Niveau de puissance acoustique garanti : 121 dB(A) L'année de fabrication et le numéro de machine sont indiqués sur la tronçonneuse. Waiblingen, le 03/02/2020 ANDREAS STIHL AG & Co. KG P.O. Dr. Jürgen Hoffmann, Chef du service Données, Prescriptions et Homologation Produits Inhaltsverzeichnis 1 2 © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2021 0458-787-7621-B. VA0.M20. Gedruckt auf chlorfrei gebleichtem Papier. Druckfarben enthalten pflanzliche Öle, Papier ist recycelbar. Conservation des documents techniques : ANDREAS STIHL AG & Co. KG Produktzulas‐ sung. 3 4 5 6 7 8 9 Vorwort......................................................57 Informationen zu dieser Gebrauchsanlei‐ tung........................................................... 58 Übersicht...................................................58 Sicherheitshinweise.................................. 60 Motorsäge einsatzbereit machen.............. 67 Motorsäge zusammenbauen.................... 67 Kettenbremse einlegen und lösen............ 70 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken .................................................................. 70 Motor starten und abstellen...................... 72 0458-787-7621-B 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 1 Motorsäge prüfen......................................73 Mit der Motorsäge arbeiten....................... 74 Nach dem Arbeiten................................... 77 Transportieren...........................................77 Aufbewahren.............................................77 Reinigen....................................................78 Warten...................................................... 79 Reparieren................................................ 80 Störungen beheben.................................. 80 Technische Daten..................................... 82 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten................................................83 Ersatzteile und Zubehör............................83 Entsorgen..................................................83 EU-Konformitätserklärung.........................83 Vorwort Liebe Kundin, lieber Kunde, es freut uns, dass Sie sich für STIHL entschie‐ den haben. Wir entwickeln und fertigen unsere Produkte in Spitzenqualität entsprechend der Bedürfnisse unserer Kunden. So entstehen Pro‐ dukte mit hoher Zuverlässigkeit auch bei extre‐ mer Beanspruchung. STIHL steht auch für Spitzenqualität beim Ser‐ vice. Unser Fachhandel gewährleistet kompe‐ tente Beratung und Einweisung sowie eine umfassende technische Betreuung. STIHL bekennt sich ausdrücklich zu einem nach‐ haltigen und verantwortungsvollen Umgang mit der Natur. Diese Gebrauchsanleitung soll Sie unterstützen, Ihr STIHL Produkt über eine lange Lebensdauer sicher und umweltfreundlich einzu‐ setzen. Wir danken Ihnen für Ihr Vertrauen und wün‐ schen Ihnen viel Freude mit Ihrem STIHL Pro‐ dukt. Dr. Nikolas Stihl WICHTIG! VOR GEBRAUCH LESEN UND AUF‐ BEWAHREN. 57 deutsch 2 2.1 2 Informationen zu dieser Gebrauchsanleitung Informationen zu dieser Gebrauchsanleitung 3 3.1 Übersicht Motorsäge Kennzeichnung der Warnhin‐ weise im Text 1 2 WARNUNG ■ Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu schweren Verletzungen oder zum Tod führen können. ► Die genannten Maßnahmen können schwere Verletzungen oder Tod vermeiden. 2.2 8 7 6 9 10 11 31 5 4 12 13 14 Symbole im Text 15 16 17 18 19 20 21 Dieses Symbol verweist auf ein Kapitel in dieser Gebrauchsanleitung. 30 29 28 27 26 25 24 23 22 0000-GXX-5478-A0 HINWEIS ■ Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu Sachschaden führen können. ► Die genannten Maßnahmen können Sach‐ schaden vermeiden. 3 # 1 Werkzeughalter Der Werkzeughalter nimmt den Kombischlüs‐ sel auf. 2 Vorderer Handschutz Der vordere Handschutz schützt die linke Hand vor Kontakt mit der Sägekette, dient zum Einlegen der Kettenbremse und löst bei einem Rückschlag die Kettenbremse automa‐ tisch aus. 3 Schalldämpfer Der Schalldämpfer vermindert die Schallemis‐ sion der Motorsäge. 4 Führungsschiene Die Führungsschiene führt die Sägekette. 5 Sägekette Die Sägekette schneidet das Holz. 6 Kettenfänger Der Kettenfänger fängt eine abgeworfene oder gerissene Sägekette auf. 7 Spannschraube Die Spannschraube dient zum Einstellen der Kettenspannung. 58 0458-787-7621-B. VA0.M20. 3 Übersicht 8 Kettenrad Das Kettenrad treibt die Sägekette an. 9 Kettenraddeckel Der Kettenraddeckel deckt das Kettenrad ab und befestigt die Führungsschiene an der Motorsäge. 10 Muttern Die Muttern befestigen den Kettenraddeckel an der Motorsäge. 11 Krallenanschlag Der Krallenanschlag stützt während der Arbeit die Motorsäge am Holz ab. 12 Haube Die Haube deckt den Motor ab. 13 Haubenverschluss Der Haubenverschluss befestigt die Haube an der Motorsäge. 14 Griffrohr Das Griffrohr dient zum Halten, Führen und Tragen der Motorsäge. 15 Dekompressionsventil Das Dekompressionsventil erleichtert das Starten des Motors. 16 Zündkerze Die Zündkerze entzündet das Kraftstoff-LuftGemisch im Motor. 17 Schieber Der Schieber dient zum Einstellen des Som‐ merbetriebs oder des Winterbetriebs. 18 Zündkerzenstecker Der Zündkerzenstecker verbindet die Zündlei‐ tung mit der Zündkerze. 19 Luftfilter Der Luftfilter filtert die vom Motor angesaugte Luft. 20 Gashebelsperre Die Gashebelsperre dient zum Entsperren des Gashebels. 21 Bedienungsgriff Der Bedienungsgriff dient zum Bedienen, Hal‐ ten und Führen der Motorsäge. 22 Hinterer Handschutz Der hintere Handschutz schützt die rechte Hand vor Kontakt mit einer abgeworfenen oder gerissenen Sägekette. 23 Gashebel Der Gashebel dient zum Beschleunigen des Motors. 0458-787-7621-B. VA0.M20. deutsch 24 Kombihebel Der Kombihebel dient zum Einstellen für das Starten, zum Betrieb und zum Abstellen des Motors. 25 Kraftstofftank-Verschluss Der Kraftstofftank-Verschluss verschließt den Kraftstofftank. 26 Anwerfgriff Der Anwerfgriff dient zum Starten des Motors. 27 Ölpumpen-Einstellschraube Die Ölpumpen-Einstellschraube dient zum Einstellen der Fördermenge des Sägeket‐ ten‑Haftöls. 28 Anschlag Der Anschlag begrenzt die Ölpumpen-Ein‐ stellschraube. 29 Öltank-Verschluss Der Öltank-Verschluss verschließt den Öltank. 30 Schnellspanner Der Schnellspanner dient zum Einstellen des Schnitttiefenbegrenzers. 31 Schnitttiefenbegrenzer Der Schnitttiefenbegrenzer begrenzt die Ein‐ dringtiefe der Führungsschiene. # Maschinennummer 3.2 Symbole Die Symbole können auf der Motorsäge sein und bedeuten Folgendes: Dieses Symbol kennzeichnet den Kraftstofftank. Dieses Symbol kennzeichnet den Öltank für Sägeketten-Haftöl. In diese Richtung wird die Ketten‐ bremse eingelegt oder gelöst. Dieses Symbol gibt die Laufrichtung der Sägekette an. Dieses Symbol kennzeichnet die Ölpumpen-Einstellschraube und die Fördermenge des Sägeketten-Haftöls. Drehrichtung um die Sägekette zu span‐ nen In dieser Position ist der Schieber auf Win‐ terbetrieb. In dieser Position ist der Schieber auf Sommerbetrieb. Dieses Symbol kennzeichnet das Dekom‐ pressionsventil. 59 deutsch 4 Sicherheitshinweise In diese Richtung wird der Kombihebel gestellt, um den Motor abzustellen. In diese Position wird der Kombihebel gestellt, um den Motor abzustellen. In dieser Position des Kombihebels wird der Motor betrieben. In dieser Position des Kombihebels wird der Motor gestartet. Garantierter Schallleistungspegel nach LWA Richtlinie 2000/14/EG in dB(A) um Schallemissionen von Produkten ver‐ gleichbar zu machen. 4 4.1 Sicherheitshinweise Warnsymbole Die Warnsymbole auf der Motorsäge bedeuten Folgendes: Sicherheitshinweise und deren Maß‐ nahmen beachten. Gebrauchsanleitung lesen, verstehen und aufbewahren. Schutzbrille, Gehörschutz und Schutz‐ helm tragen. Sicherheitshinweise zum Rückschlag und deren Maßnahmen beachten. 4.2 Bestimmungsgemäße Verwen‐ dung Die Motorsäge STIHL MS 462 C-M R dient zum Sägen bei Rettungseinsätzen. Mit der Motorsäge MS 462 C‑M R können folgenden Materialien und Gegenstände gesägt werden: – Blechverschalungen – Stahlblech bis 0,8 mm Dicke – Kupferblech bis 1,5 mm Dicke – Aluminiumblech bis 1,5 mm Dicke – Alu‑Rolltore – Panzerglas – ICE‑Fensterglas – Drahtglas – Dachpappe – Bitumenpappe – Holzkonstruktionen – Isolationsmaterial – Leichtbau‑Hallenwände – Leichtmauerwerk 60 WARNUNG ■ Falls die Motorsäge nicht bestimmungsgemäß verwendet wird, können Personen schwer ver‐ letzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. ► Motorsäge so verwenden, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. 4.3 Anforderungen an den Benut‐ zer WARNUNG ■ Benutzer, die nicht für Rettungseinsätze mit einer Motorsäge ausgebildet sind, können Gefahren nicht erkennen oder nicht einschät‐ zen. Der Benutzer oder andere Personen kön‐ nen schwer verletzt oder getötet werden. ► Gebrauchsanleitung lesen, verste‐ hen und aufbewahren. ► Falls die Motorsäge an eine andere Person weitergegeben wird: Gebrauchsanleitung mitgeben. ► Sicherstellen, dass der Benutzer folgende Anforderungen erfüllt: – Der Benutzer ist ausgeruht. – Der Benutzer ist für Rettungseinsätze mit einer Motorsäge ausgebildet. – Der Benutzer ist körperlich, sensorisch und geistig fähig, die Motorsäge zu bedienen und damit zu arbeiten. – Der Benutzer kann die Gefahren der Motorsäge erkennen und einschätzen. – Der Benutzer ist volljährig oder der Benutzer wird entsprechend nationaler Regelungen unter Aufsicht in einem Beruf ausgebildet. – Der Benutzer ist nicht durch Alkohol, Medikamente oder Drogen beeinträchtigt. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. ■ Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt ein elektromagnetisches Feld. Das elektromagne‐ tische Feld kann Herzschrittmacher beeinflus‐ sen. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. ► Falls der Benutzer einen Herzschrittmacher trägt: Sicherstellen, dass der Herzschrittma‐ cher nicht beeinflusst wird. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Sicherheitshinweise 4.4 Bekleidung und Ausstattung WARNUNG deutsch ■ Falls der Benutzer ungeeignetes Schuhwerk trägt, kann er ausrutschen. Falls der Benutzer in Kontakt mit der umlaufenden Sägekette kommt, kann er sich schneiden. Der Benutzer kann verletzt werden. ► Motorsägen-Stiefel mit Schnittschutz tragen. ■ Während der Arbeit können lange Haare in die Motorsäge hineingezogen werden. Der Benut‐ zer kann schwer verletzt werden. ► Lange Haare so zusammenbinden und so 4.5 Arbeitsbereich und Umgebung sichern, dass sie sich oberhalb der Schultern befinden. ■ Während der Arbeit können Gegenstände mit ■ Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere kön‐ hoher Geschwindigkeit hochgeschleudert wer‐ nen die Gefahren der Motorsäge und hochge‐ den. Der Benutzer kann verletzt werden. schleuderter Gegenstände nicht erkennen und ► Eine eng anliegende Schutzbrille tra‐ nicht einschätzen. Unbeteiligte Personen, Kin‐ gen. Geeignete Schutzbrillen sind der und Tiere können schwer verletzt werden nach Norm EN 166 oder nach natio‐ nalen Vorschriften geprüft und mit und Sachschaden kann entstehen. der entsprechenden Kennzeichnung ► Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere aus im Handel erhältlich. dem Arbeitsbereich fernhalten. ► Einen Gesichtsschutz tragen. ► Motorsäge nicht unbeaufsichtigt lassen. ► Ein langärmliges, eng anliegendes Oberteil ► Sicherstellen, dass Kinder nicht mit der tragen. Motorsäge spielen können. ■ Während der Arbeit entsteht Lärm. Lärm kann ■ Wenn der Motor läuft, strömen heiße Abgase das Gehör schädigen. aus dem Schalldämpfer. Heiße Abgase kön‐ ► Einen Gehörschutz tragen. nen leicht entflammbare Materialien entzün‐ den und Brände auslösen. ► Abgasstrahl von leicht entflammbaren Mate‐ rialien fernhalten. ■ Herabfallende Gegenstände können zu Kopf‐ verletzungen führen. 4.6 Sicherheitsgerechter Zustand ► Falls während der Arbeit Gegen‐ stände herabfallen können: Einen 4.6.1 Motorsäge Schutzhelm tragen. Die Motorsäge ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: ■ Während der Arbeit kann Staub aufgewirbelt – Die Motorsäge ist unbeschädigt. werden und Dunst entstehen. Eingeatmeter – Es tritt kein Kraftstoff aus der Motorsäge aus. Staub und Dunst kann die Gesundheit schädi‐ – Der Kraftstofftank-Verschluss und der Öltankgen und allergische Reaktionen auslösen. Verschluss sind verschlossen. ► Eine Staubschutzmaske oder einen Atem‐ – Die Motorsäge ist sauber. schutz tragen. – Der Kettenfänger ist angebaut und unbeschä‐ ■ Ungeeignete Bekleidung kann sich in Gegen‐ digt. ständen und in der Motorsäge verfangen. – Die Kettenbremse funktioniert. Benutzer ohne geeignete Bekleidung können – Die Bedienungselemente funktionieren und schwer verletzt werden. sind unverändert. ► Eng anliegende Bekleidung tragen. – Die Kettenschmierung funktioniert. ► Schals und Schmuck ablegen. – Die Einlaufspuren am Kettenrad sind nicht tie‐ ■ Während der Arbeit kann der Benutzer in Kon‐ fer als 0,5 mm. takt mit der umlaufenden Sägekette kommen. – Eine in dieser Gebrauchsanleitung angege‐ Der Benutzer kann schwer verletzt werden. bene Kombination aus Führungsschiene und ► Eine lange Hose mit Schnittschutz tragen. Sägekette ist angebaut. ■ Während der Arbeit kann sich der Benutzer an – Die Führungsschiene und Sägekette sind rich‐ scharfen Gegenständen schneiden. Während tig angebaut. der Reinigung oder Wartung kann der Benut‐ – Der Schnitttiefenbegrenzer ist richtig angebaut zer in Kontakt mit der Sägekette kommen. Der und unbeschädigt. Benutzer kann verletzt werden. – Die Sägekette ist richtig gespannt. ► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem – Original STIHL Zubehör für diese Motorsäge Material tragen. ist angebaut. WARNUNG 0458-787-7621-B. VA0.M20. 61 deutsch 4 Sicherheitshinweise WARNUNG – Das Zubehör ist richtig angebaut. WARNUNG ■ In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand können Bauteile nicht mehr richtig funktionie‐ ren, Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden und Kraftstoff austreten. Per‐ sonen können schwer verletzt oder getötet werden. ► Mit einer unbeschädigten Motorsäge arbei‐ ten. ► Falls Kraftstoff aus der Motorsäge austritt: Nicht mit der Motorsäge arbeiten und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. ► Kraftstofftank-Verschluss und Öltank-Ver‐ schluss schließen. ► Falls die Motorsäge verschmutzt ist: Motor‐ säge reinigen. ► Mit einem angebauten und unbeschädigten Kettenfänger arbeiten. ► Motorsäge nicht verändern. Ausnahme: Anbau einer in dieser Gebrauchsanleitung angegebenen Kombination aus Führungs‐ schiene und Sägekette und Anbau des Schnitttiefenbegrenzers. ► Falls die Bedienungselemente nicht funktio‐ nieren: Nicht mit der Motorsäge arbeiten. ► Original STIHL Zubehör für diese Motorsäge anbauen. ► Führungsschiene und Sägekette so anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanlei‐ tung beschrieben ist. ► Schnitttiefenbegrenzer so anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. ► Zubehör so anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung oder in der Gebrauchs‐ anleitung des Zubehörs beschrieben ist. ► Gegenstände nicht in die Öffnungen der Motorsäge stecken. ► Abgenutzte oder beschädigte Hinweisschil‐ der ersetzen. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.6.2 Führungsschiene Die Führungsschiene ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: – Die Führungsschiene ist unbeschädigt. – Die Führungsschiene ist nicht verformt. – Die Nut ist so tief wie oder tiefer als die Min‐ destnuttiefe, 19.3. – Die Stege der Nut sind gratfrei. – Die Nut ist nicht verengt oder gespreizt. 62 ■ In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand kann die Führungsschiene die Sägekette nicht mehr richtig führen. Die umlaufende Sägekette kann von der Führungsschiene springen. Per‐ sonen können schwer verletzt oder getötet werden. ► Mit einer unbeschädigten Führungsschiene arbeiten. ► Falls die Tiefe der Nut kleiner als die Min‐ destnuttiefe ist: Führungsschiene ersetzen. ► Führungsschiene wöchentlich entgraten. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.6.3 Sägekette Die Sägekette ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: – Die Sägekette ist unbeschädigt. – Die Sägekette ist richtig geschärft. – Die Verschleißmarkierungen an den Schnei‐ dezähnen sind sichtbar. WARNUNG ■ In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand können Bauteile nicht mehr richtig funktionie‐ ren und Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden. Personen können schwer ver‐ letzt oder getötet werden. ► Mit einer unbeschädigten Sägekette arbei‐ ten. ► Sägekette richtig schärfen. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.7 Kraftstoff und Tanken WARNUNG ■ Der für diese Motorsäge verwendete Kraftstoff besteht aus einem Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl. Kraftstoff und Benzin sind hochentzündlich. Falls Kraftstoff oder Benzin in Kontakt mit offenem Feuer oder heißen Gegenständen kommen, können der Kraftstoff oder das Benzin Brände oder Explosionen auslösen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. ► Kraftstoff und Benzin vor Hitze und Feuer schützen. ► Kraftstoff und Benzin nicht verschütten. ► Falls Kraftstoff verschüttet wurde: Kraftstoff mit einem Tuch aufwischen und Motor erst versuchen zu starten, wenn alle Teile der Motorsäge trocken sind. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Sicherheitshinweise ■ ■ ■ ■ ■ ■ ► Nicht rauchen. ► In der Nähe von Feuer nicht tanken. ► Vor dem Tanken Motor abstellen und abküh‐ len lassen. ► Motor mindestens 3 m vom Ort des Tankens entfernt starten. Eingeatmete Kraftstoffdämpfe und Benzin‐ dämpfe können Personen vergiften. ► Kraftstoffdämpfe und Benzindämpfe nicht einatmen. ► An einem gut belüfteten Ort tanken. Während der Arbeit oder in sehr warmer Umgebung erwärmt sich die Motorsäge. Abhängig von der Art des Kraftstoffs, der Höhe, der Umgebungstemperatur und der Temperatur der Motorsäge dehnt sich der Kraftstoff aus und im Kraftstofftank kann Über‐ druck entstehen. Wenn der Kraftstofftank-Ver‐ schluss geöffnet wird, kann Kraftstoff heraus‐ spritzen und sich entzünden. Der Benutzer kann schwer verletzt werden und Sachscha‐ den kann entstehen. ► Motorsäge abkühlen lassen bevor der Kraft‐ stofftank-Verschluss geöffnet wird. ► Kraftstofftank-Verschluss langsam und nicht in einem Zug öffnen. Kleidung, die in Kontakt mit Kraftstoff oder Benzin kommt, ist leichter entzündlich. Perso‐ nen können schwer verletzt oder getötet wer‐ den und Sachschaden kann entstehen. ► Falls Kleidung in Kontakt mit Kraftstoff oder Benzin kommt: Kleidung wechseln. Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl kön‐ nen die Umwelt gefährden. ► Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl nicht verschütten. ► Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl vor‐ schriftsmäßig und umweltfreundlich entsor‐ gen. Falls Kraftstoff, Benzin oder Zweitakt-Motoröl in Kontakt mit der Haut oder den Augen kom‐ men, können die Haut oder die Augen gereizt werden. ► Kontakt mit Kraftstoff, Benzin und ZweitaktMotoröl vermeiden. ► Falls Kontakt mit der Haut aufgetreten ist: Betroffene Hautstellen mit reichlich Wasser und Seife abwaschen. ► Falls Kontakt mit den Augen aufgetreten ist: Augen mindestens 15 Minuten mit reichlich Wasser spülen und einen Arzt aufsuchen. Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt Fun‐ ken. Funken können nach außen treten und in leicht brennbarer oder explosiver Umgebung Brände und Explosionen auslösen. Personen 0458-787-7621-B. VA0.M20. deutsch können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. ► Zündkerzen verwenden, die in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben sind. ► Zündkerze eindrehen und fest anziehen. ► Zündkerzenstecker fest aufdrücken. ■ Falls die Motorsäge mit einem Kraftstoff betankt wird, der aus ungeeignetem Benzin oder ungeeignetem Zweitakt-Motoröl gemischt wurde oder der ein falsches Mischungsverhält‐ nis von Benzin und Zweitakt-Motoröl aufweist, kann die Motorsäge beschädigt werden. ► Kraftstoff so mischen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. ■ Wird Kraftstoff längere Zeit gelagert, kann sich das Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl entmischen. Falls die Motorsäge mit entmisch‐ tem Kraftstoff betankt wird, kann die Motor‐ säge beschädigt werden. ► Bevor die Motorsäge betankt wird: Kraftstoff durchmischen. ► Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl verwenden, das nicht älter als 30 Tage (STIHL MotoMix: 2 Jahre) ist. 4.8 Sägen WARNUNG ■ Falls außerhalb des Arbeitsbereichs keine Personen in Rufweite sind, kann im Notfall keine Hilfe geleistet werden. ► Sicherstellen, dass Personen außerhalb des Arbeitsbereichs in Rufweite sind. ■ Falls der Benutzer den Motor nicht richtig star‐ tet, kann der Benutzer die Kontrolle über die Motorsäge verlieren. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. ► Motor so starten, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. ► Falls die Sägekette den Boden oder Gegen‐ stände berührt: Motor nicht starten. ■ Der Benutzer kann in bestimmten Situationen nicht mehr konzentriert arbeiten. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlie‐ ren, stolpern, fallen und schwer verletzt wer‐ den. ► Ruhig und überlegt arbeiten. ► Falls die Lichtverhältnisse und Sichtverhält‐ nisse schlecht sind: Nicht mit der Motorsäge arbeiten. ► Motorsäge alleine bedienen. ► Nicht über Schulterhöhe arbeiten. ► Auf Hindernisse achten. ► Auf dem Boden stehend arbeiten und das Gleichgewicht halten. Falls in der Höhe gear‐ 63 deutsch ■ ■ ■ ■ ■ 64 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 ■ ► Arbeit beenden und einen STIHL Fachhänd‐ ler aufsuchen. ■ Während der Arbeit können Vibrationen durch die Motorsäge entstehen. ► Handschuhe tragen. ► Arbeitspausen machen. ► Falls Anzeichen einer Durchblutungsstörung auftreten: Einen Arzt aufsuchen. ■ Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐ ten Gegenstand trifft, können Funken entste‐ hen. Funken können in leicht brennbarer Umgebung Brände auslösen. Personen kön‐ nen schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. ► Nicht in einer leicht brennbaren Umgebung arbeiten. ■ Wenn der Gashebel losgelassen wird, läuft die Sägekette noch kurze Zeit weiter. Die sich bewegende Sägekette kann Personen schnei‐ den. Personen können schwer verletzt wer‐ den. ► Warten, bis die Sägekette nicht mehr läuft. WARNUNG ■ Falls unter Spannung stehende Gegenstände gesägt werden, kann die Führungsschiene eingeklemmt werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlieren und schwer verletzt werden. ► Zuerst einen Entlastungsschnitt in die Druck‐ seite (1) sägen, dann einen Trennschnitt in die Zugseite (2) sägen. 4.9 4.9.1 Reaktionskräfte Rückschlag 0000-GXX-2732-A0 ■ beitet werden muss: Eine Hubarbeitsbühne oder ein sicheres Gerüst verwenden. ► Falls Ermüdungserscheinungen auftreten: Eine Arbeitspause einlegen. Wenn der Motor läuft, werden Abgase erzeugt. Eingeatmete Abgase können Perso‐ nen vergiften. ► Abgase nicht einatmen. ► An einem gut belüfteten Ort mit der Motor‐ säge arbeiten. ► Falls Übelkeit, Kopfschmerzen, Sehstörun‐ gen, Hörstörungen oder Schwindel auftreten: Arbeit beenden und einen Arzt aufsuchen. Wenn der Benutzer einen Gehörschutz trägt und der Motor läuft, kann der Benutzer Geräu‐ sche eingeschränkt wahrnehmen und ein‐ schätzen. ► Ruhig und überlegt arbeiten. Falls mit der Motorsäge gearbeitet wird und steht, kann der Kombihebel in der Position der Benutzer nicht kontrolliert mit der Motor‐ säge arbeiten. Der Benutzer kann schwer ver‐ letzt werden. ► Kombihebel in die Position stellen. ► Motor so starten, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege‐ ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt werden. ► Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen. Die umlaufende Sägekette kann den Benutzer schneiden. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. ► Umlaufende Sägekette nicht berühren. ► Falls die Sägekette durch einen Gegenstand blockiert ist: Motor abstellen und Ketten‐ bremse einlegen. Erst dann den Gegenstand beseitigen. Die umlaufende Sägekette wird warm und dehnt sich aus. Falls die Sägekette nicht aus‐ reichend geschmiert und nachgespannt wird, kann die Sägekette von der Führungsschiene springen oder reißen. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. ► Sägeketten-Haftöl verwenden. ► Während der Arbeit Spannung der Sägekette regelmäßig prüfen. Falls die Spannung der Sägekette zu gering ist: Sägekette spannen. Falls sich die Motorsäge während der Arbeit verändert oder sich ungewohnt verhält, kann die Motorsäge in einem nicht sicherheitsge‐ rechten Zustand sein. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. 4 Sicherheitshinweise 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 Sicherheitshinweise deutsch 4.9.2 Hineinziehen 0000-GXX-1348-A0 Ein Rückschlag kann durch folgende Ursachen entstehen: – Die umlaufende Sägekette trifft im Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungs‐ schiene auf einen harten Gegenstand und wird schnell abgebremst. – Die umlaufende Sägekette ist an der Spitze der Führungsschiene eingeklemmt. Die Kettenbremse kann einen Rückschlag nicht verhindern. ■ WARNUNG Wenn mit der Unterseite der Führungsschiene gearbeitet wird, wird die Motorsäge weg vom Benutzer gezogen. Falls ein Rückschlag entsteht, kann die Motor‐ säge in Richtung des Benutzers hochge‐ schleudert werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlieren und schwer verletzt oder getötet werden. ► Motorsäge mit beiden Händen festhalten. ► Körper aus dem verlängerten Schwenkbe‐ reich der Motorsäge fernhalten. ► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐ leitung beschrieben ist. ► Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungsschiene arbeiten. ► Mit einer richtig geschärften und richtig gespannten Sägekette arbeiten. ► Eine rückschlagreduzierte Sägekette ver‐ wenden. ► Eine Führungsschiene mit einem kleinen Schienenkopf verwenden. ► Mit Vollgas sägen. ■ Bei einem Rettungseinsatz kann es erforder‐ lich sein, dass mit der Spitze der Führungs‐ schiene gearbeitet wird. Falls mit der Spitze der Führungsschiene gearbeitet wird, ist die Gefahr eines Rückschlags größer. Der Benut‐ zer kann die Kontrolle über die Motorsäge ver‐ lieren und schwer verletzt oder getötet wer‐ den. ► Sicherstellen, dass der Benutzer für Ret‐ tungseinsätze mit einer Motorsäge ausgebil‐ det ist. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4.9.3 Rückstoß 0000-GXX-1349-A0 0000-GXX-4119-A0 WARNUNG ■ Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐ ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark vom Benutzer weg gezogen werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motor‐ säge verlieren und schwer verletzt oder getö‐ tet werden. ► Motorsäge mit beiden Händen festhalten. ► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐ leitung beschrieben ist. ► Die Führungsschiene im Schnitt gerade füh‐ ren. ► Krallenanschlag richtig ansetzen. ► Mit Vollgas sägen. Wenn mit der Oberseite der Führungsschiene gearbeitet wird, wird die Motorsäge in Richtung des Benutzers gestoßen. WARNUNG ■ Falls die umlaufende Sägekette auf einen har‐ ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark zum Benutzer hin gestoßen werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motor‐ säge verlieren und schwer verletzt oder getö‐ tet werden. ► Motorsäge mit beiden Händen festhalten. 65 deutsch 4 Sicherheitshinweise 4.12 ► So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan‐ leitung beschrieben ist. ► Die Führungsschiene im Schnitt gerade füh‐ ren. ► Mit Vollgas sägen. 4.10 WARNUNG Transportieren WARNUNG 0000-GXX-2733-A0 ■ Während des Transports kann die Motorsäge umkippen oder sich bewegen. Personen kön‐ nen schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. ► Motor abstellen. ► Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er die gesamte Führungsschiene abdeckt. ► Motorsäge mit Spanngurten, Riemen oder einem Netz so sichern, dass sie nicht umkip‐ pen und sich nicht bewegen kann. ■ Nachdem der Motor gelaufen ist, können der Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Der Benutzer kann sich verbrennen. ► Motorsäge mit der rechten Hand so am Griff‐ rohr tragen, dass die Führungsschiene nach hinten zeigt. 4.11 Aufbewahren WARNUNG ■ Kinder können die Gefahren der Motorsäge nicht erkennen und nicht einschätzen. Kinder können schwer verletzt werden. ► Motor abstellen. ► Kettenbremse einlegen. ► Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs‐ schiene abdeckt. ► Motorsäge außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahren. ■ Die elektrischen Kontakte an der Motorsäge und metallische Bauteile können durch Feuch‐ tigkeit korrodieren. Die Motorsäge kann beschädigt werden. ► Motorsäge sauber und trocken aufbewahren. 66 Reinigen, Warten und Reparie‐ ren ■ Falls während der Reinigung, Wartung oder Reparatur der Motor läuft, kann die Sägekette unbeabsichtigt anlaufen. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. ► Motor abstellen. ► Kettenbremse einlegen. ■ Nachdem der Motor gelaufen ist, können der Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Per‐ sonen können sich verbrennen. ► Warten, bis der Schalldämpfer und der Motor abgekühlt sind. ■ Scharfe Reinigungsmittel, das Reinigen mit einem Wasserstrahl oder spitzen Gegenstän‐ den können die Motorsäge, Führungsschiene und Sägekette beschädigen. Falls die Motor‐ säge, die Führungsschiene oder die Sägekette nicht richtig gereinigt werden, können Bauteile nicht mehr richtig funktionieren und Sicher‐ heitseinrichtungen außer Kraft gesetzt wer‐ den. Personen können schwer verletzt wer‐ den. ► Motorsäge, Führungsschiene und Sägekette so reinigen, wie es in dieser Gebrauchsanlei‐ tung beschrieben ist. ■ Falls die Motorsäge vom Benutzer gewartet oder repariert wird, können Bauteile nicht mehr richtig funktionieren und Sicherheitsein‐ richtungen außer Kraft gesetzt werden. Perso‐ nen können schwer verletzt oder getötet wer‐ den. ► Motorsäge nicht selbst warten oder reparie‐ ren. ► Falls die Motorsäge gewartet oder repariert werden muss: Einen STIHL Fachhändler auf‐ suchen. ■ Falls die Führungsschiene und die Sägekette nicht so gewartet oder repariert werden, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist, können Bauteile nicht mehr richtig funktio‐ nieren und Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden. Personen können schwer verletzt werden. ► Führungsschiene und Sägekette so warten oder reparieren, wie es in dieser Gebrauchs‐ anleitung beschrieben ist. ■ Während der Reinigung oder Wartung der Sägekette kann der Benutzer sich an scharfen Schneidezähnen schneiden. Der Benutzer kann verletzt werden. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 5 Motorsäge einsatzbereit machen deutsch ► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem Material tragen. 5 5.1 Motorsäge einsatzbereit machen Motorsäge einsatzbereit machen ► Sägekette so in die Nut der Führungsschiene legen, dass die Pfeile auf den Verbindungs‐ gliedern der Sägekette auf der Oberseite in Laufrichtung zeigen. 7 0000-GXX-2735-A0 6 0000-GXX-2954-A0 Vor jedem Arbeitsbeginn müssen folgende Schritte durchgeführt werden: ► Sicherstellen, dass sich folgende Bauteile im sicherheitsgerechten Zustand befinden: – Motorsäge, 4.6.1. – Führungsschiene, 4.6.2. – Sägekette, 4.6.3. ► Motorsäge reinigen, 15.1. ► Führungsschiene und Sägekette anbauen, 6.1.1. ► Schnitttiefenbegrenzer anbauen, 6.2.1. ► Sägekette spannen, 6.3. ► Sägeketten-Haftöl einfüllen, 6.4. ► Kettenbremse prüfen, 10.4. ► Motorsäge betanken, 8.2. ► Bedienungselemente prüfen, 10.5. ► Kettenschmierung prüfen, 10.6. ► Schnitttiefenbegrenzer einstellen, 11.5. ► Falls die Schritte nicht durchgeführt werden können: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Motorsäge zusammen‐ bauen 6.1 Führungsschiene und Säge‐ kette anbauen und abbauen 6.1.1 Führungsschiene und Sägekette anbauen ► Muttern (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich der Kettenraddeckel (2) abnehmen lässt. ► Kettenraddeckel (2) abnehmen. ► Spannschraube (3) solange gegen den Uhr‐ zeigersinn drehen, bis der Spannschieber (4) links am Gehäuse anliegt. ► Führungsschiene mit Sägekette so auf die Motorsäge setzen, dass folgende Bedingun‐ gen erfüllt sind: – Die Treibglieder der Sägekette sitzen in den Zähnen des Kettenrades (7). – Die Bundschrauben (5) sitzen im Langloch der Führungsschiene (6). – Der Zapfen des Spannschiebers (4) sitzt in der Bohrung (8) der Führungsschiene (6). Die Kombinationen aus Führungsschiene und Sägekette, die zum Kettenrad passen und ange‐ baut werden dürfen, sind in den technischen 20.1. Daten angegeben, ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Die Orientierung der Führungsschiene (6) spielt keine Rolle. Der Aufdruck auf der Führungs‐ schiene (6) kann auch auf dem Kopf stehen. ► Kettenbremse lösen. 3 0458-787-7621-B. VA0.M20. 4 0000-GXX-2928-A0 1 0000-GXX-2734-A0 2 67 deutsch 6 Motorsäge zusammenbauen ► Schnellspanner (4) eindrehen. ► Schrauben (2) fest anziehen. 3 A 4 6.1.2 ► ► ► Führungsschiene und Sägekette abbauen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Schnitttiefenbegrenzer abbauen. Muttern so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich der Kettenraddeckel abneh‐ men lässt. Kettenraddeckel abnehmen. Spannschraube bis zum Anschlag gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. Führungsschiene und Sägekette abnehmen. 6.2 ► Schieber (3) bis zum Anschlag in Richtung Schienenspitze schieben. ► Schnellspanner (4) in Richtung des Bereichs (A) vollständig zuklappen. Der Schieber (3) kann nicht mehr verschoben werden und der Schnellspanner (4) liegt im Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer an. 6.2.2 Schnitttiefenbegrenzer abbauen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Schnitttiefenbegrenzer anbauen und abbauen 2 0000-GXX-5887-A0 6.2.1 Schnitttiefenbegrenzer anbauen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Führungsschiene und Sägekette anbauen. 3 1 ► Schnellspanner (1) aufklappen. ► Schnellspanner (1) herausdrehen. ► Schieber (2) von der Führung (3) ziehen. 2 0000-GXX-3170-A0 1 3 ► Führung (1) so über die Führungsschiene schieben, dass die Öffnung der Führung (1) nach unten zeigt. ► Schrauben (2) eindrehen. ► Schrauben (4) herausdrehen. ► Führung (3) von der Führungsschiene ziehen. 1 6.3 2 4 ► Schieber (3) über die Führung (1) schieben. 68 0000-GXX-5872-A0 3 4 0000-GXX-3177-A0 ► ► ► 0000-GXX-5886-A0 ► Spannschraube (3) so lange im Uhrzeigersinn drehen, bis die Sägekette an der Führungs‐ schiene anliegt. Dabei die Treibglieder der Sägekette in die Nut der Führungsschiene füh‐ ren. Die Führungsschiene (6) und die Sägekette liegen an der Motorsäge an. ► Kettenraddeckel (2) so an die Motorsäge anle‐ gen, dass er bündig mit der Motorsäge ist. ► Muttern (1) aufdrehen und fest anziehen. Sägekette spannen Während der Arbeit dehnt sich die Sägekette aus oder zieht sich zusammen. Die Spannung der Sägekette ändert sich. Während der Arbeit muss die Spannung der Sägekette regelmäßig geprüft und nachgespannt werden. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 6 Motorsäge zusammenbauen deutsch ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass die Spitze der Führungsschiene sichtbar ist. ► Sägeketten-Haftöl so einfüllen, dass kein Sägeketten-Haftöl verschüttet wird und der Öltank nicht bis zum Rand gefüllt wird. ► Falls der Bügel des Öltank-Verschlusses zugeklappt ist: Bügel aufklappen. 1 Sägeketten-Haftöl einfüllen Sägeketten-Haftöl schmiert und kühlt die umlau‐ fende Sägekette. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen, dass der Öltank-Verschluss nach oben zeigt. ► Bereich um den Öltank-Verschluss mit einem feuchten Tuch reinigen. 2 0000-GXX-2931-A0 ► Muttern (1) lösen. ► Kettenbremse lösen. ► Führungsschiene an der Spitze anheben und Spannschraube (2) so lange im Uhrzeigersinn drehen, bis folgende Bedingungen erfüllt sind: – Die Sägekette liegt bündig an der Unterseite der Führungsschiene an. – Die Sägekette kann noch mit zwei Fingern und mit geringem Kraftaufwand über die Führungsschiene gezogen werden. ► Falls die Sägekette von Hand nicht mehr über die Führungsschiene gezogen werden kann: Spannschraube (2) solange gegen den Uhr‐ zeigersinn drehen, bis die Sägekette mit zwei Fingern und mit geringem Kraftaufwand über die Führungsschiene gezogen werden kann. ► Führungsschiene an der Spitze anheben und Muttern (1) fest anziehen. 3 ► Öltank-Verschluss so einsetzen, dass die Mar‐ kierung (1) auf die Markierung (2) zeigt. ► Öltank-Verschluss nach unten drücken und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn drehen. Der Öltank-Verschluss rastet hörbar ein. Die Markierung (1) zeigt auf die Markierung (3). ► Prüfen, ob sich der Öltank-Verschluss nach oben abziehen lässt. ► Falls sich der Öltank-Verschluss nicht nach oben abziehen lässt: Bügel des Öltank-Ver‐ schlusses zuklappen. Der Öltank ist verschlossen. Falls sich der Öltank-Verschluss nach oben abziehen lässt, müssen folgende Schritte durch‐ geführt werden: ► Öltank-Verschluss in beliebiger Position ein‐ setzen. 1 0000-GXX-2930-A0 2 ► Bügel des Öltank-Verschlusses aufklappen. ► Öltank-Verschluss bis zum Anschlag gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Öltank-Verschluss abnehmen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 0000-GXX-3135-A0 1 6.4 1 0000-GXX-3175-A0 2 ► Öltank-Verschluss nach unten drücken und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn drehen. ► Öltank-Verschluss nach unten drücken und so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis die Markierung (1) auf die Markierung (2) zeigt. ► Erneut versuchen, den Öltank zu verschlie‐ ßen. ► Falls sich der Öltank weiterhin nicht verschlie‐ ßen lässt: Nicht mit der Motorsäge arbeiten und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Die Motorsäge ist nicht im sicherheitsgerech‐ ten Zustand. 69 deutsch 5 2 6 7 2 4 ► Schrauben (2) bis zum Anschlag durch die Bohrungen im Kettenraddeckel (3) stecken. ► Gleitleisten (1) in die Aussparungen im Ketten‐ raddeckel (3) drücken. ► Scheiben (7) aufsetzen. ► Abdeckung (6) aufsetzen. ► Krallenanschlag (5) aufsetzen. ► Muttern (4) aufdrehen und fest anziehen. Der Krallenanschlag (5) darf nicht abgebaut wer‐ den. 7 7.1 Kettenbremse einlegen und lösen Kettenbremse einlegen 0000-GXX-2932-A0 Die Kettenbremse wird bei einem ausreichend starken Rückschlag durch die Massenträgheit des Handschutzes automatisch eingelegt oder kann vom Benutzer eingelegt werden. ► Handschutz mit der linken Hand weg vom Griffrohr drücken. Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten‐ bremse ist eingelegt. ► Handschutz mit der linken Hand in Richtung Benutzer ziehen. Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten‐ bremse ist gelöst. 8 8.1 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken Kraftstoff mischen Der für diese Motorsäge notwendige Kraftstoff besteht aus einem Gemisch aus ZweitaktMotoröl und Benzin, im Mischungsverhältnis 1:50. Die Motorsäge ist mit einer Kettenbremse ausge‐ stattet. 70 Kettenbremse lösen 0000-GXX-2933-A0 3 1 7.2 Krallenanschlag anbauen 0000-GXX-3826-A0 6.5 7 Kettenbremse einlegen und lösen STIHL empfiehlt den fertig gemischten Kraftstoff STIHL MotoMix. Falls Kraftstoff selbst gemischt wird, darf nur ein STIHL Zweitakt-Motoröl oder ein anderes Hoch‐ leistungs-Motoröl der Klassen JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC oder ISO-L-EGD verwendet werden. STIHL schreibt das Zweitakt-Motoröl STIHL HP Ultra oder ein gleichwertiges HochleistungsMotoröl vor, um die Emissionsgrenzwerte über die Maschinenlebensdauer gewährleisten zu können. ► Sicherstellen, dass die Oktanzahl des Benzins mindestens 90 ROZ beträgt und der Alkohol‐ anteil des Benzins nicht höher als 10 % ist. ► Sicherstellen, dass das verwendete Zwei‐ takt‑Motoröl die Anforderungen erfüllt. ► Abhängig von der gewünschten Menge an Kraftstoff, die richtigen Mengen an ZweitaktMotoröl und Benzin im Mischungsverhältnis 1:50 ermitteln. Beispiele für Kraftstoff-Misch‐ ungen: – 20 ml Zweitakt-Motoröl, 1 l Benzin – 60 ml Zweitakt-Motoröl, 3 l Benzin – 100 ml Zweitakt-Motoröl, 5 l Benzin ► Zuerst Zweitakt-Motoröl, dann Benzin in einen sauberen, für Kraftstoff zugelassenen Kanister einfüllen. ► Kraftstoff durchmischen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 8 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken 8.2 deutsch Motorsäge betanken HINWEIS ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge abkühlen lassen. ► Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen, dass der Kraftstofftank-Verschluss nach oben zeigt. ► Bereich um den Kraftstofftank-Verschluss mit einem feuchten Tuch reinigen. ► Bügel des Kraftstofftank-Verschlusses auf‐ klappen. ■ Kraftstoff kann sich unter Einwirkung von Licht, Sonneneinstrahlung und extremen Tem‐ peraturen schneller entmischen. Falls ent‐ mischter Kraftstoff getankt wird, kann die Motorsäge beschädigt werden. ► Kraftstoff durchmischen. ► Kraftstoff, der länger als 30 Tage aufbewahrt wurde, nicht tanken. 1 4 1 WARNUNG ■ Während der Arbeit oder in sehr warmer Umgebung erwärmt sich die Motorsäge. Abhängig von der Art des Kraftstoffs, der Höhe, der Umgebungstemperatur und der Temperatur der Motorsäge dehnt sich der Kraftstoff aus und im Kraftstofftank kann Über‐ druck entstehen. Wenn der Kraftstofftank-Ver‐ schluss geöffnet wird, kann Kraftstoff heraus‐ spritzen und sich entzünden. Der Benutzer kann schwer verletzt werden und Sachscha‐ den kann entstehen. ► Motorsäge abkühlen lassen bevor der Kraft‐ stofftank-Verschluss geöffnet wird. ► Kraftstofftank-Verschluss langsam und nicht in einem Zug öffnen. ► Kraftstofftank-Verschluss ca. 1/8 Umdre‐ hung gegen den Uhrzeigersinn drehen. Falls der Kraftstofftank unter Druck steht, baut sich der Überdruck hörbar ab. ► Wenn der Überdruck vollständig abgebaut ist: Kraftstofftank-Verschluss so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis die Markierungen am Kraftstofftank-Verschluss und am Kraft‐ stofftank miteinander fluchten. ► Kraftstofftank-Verschluss abnehmen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 2 3 0000-GXX-2935-A1 0000-GXX-2934-A1 ► Kraftstoff so einfüllen, dass kein Kraftstoff verschüttet wird und mindestens 15 mm bis zum Rand des Kraftstofftanks frei bleiben. ► Falls der Bügel des Kraftstofftank-Verschlus‐ ses zugeklappt ist: Den Bügel aufklappen. ► Kraftstofftank-Verschluss so einsetzen, dass die Markierung (1) auf die Markierung (2) zeigt. ► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn dre‐ hen. Der Kraftstofftank-Verschluss rastet hörbar ein. Die Markierung (1) fluchtet mit der Markie‐ rung (4) und zeigt auf die Markierung (3). ► Prüfen, ob sich der Kraftstofftank-Verschluss nach oben abziehen lässt. ► Falls sich der Kraftstofftank-Verschluss nicht nach oben abziehen lässt: Bügel des Kraft‐ stofftank-Verschlusses zuklappen. Der Kraftstofftank ist verschlossen. Falls sich der Kraftstofftank-Verschluss nach oben abziehen lässt, müssen folgende Schritte durchgeführt werden: ► Kraftstofftank-Verschluss in beliebiger Position einsetzen. 71 deutsch 9 Motor starten und abstellen A B C 0000-GXX-3136-A1 1 2 9 0000-GXX-2937-A0 ► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken und bis zum Anschlag im Uhrzeigersinn dre‐ hen. ► Kraftstofftank-Verschluss nach unten drücken und so lange gegen den Uhrzeigersinn dre‐ hen, bis die Markierung (1) auf die Markie‐ rung (2) zeigt. ► Erneut versuchen, den Kraftstofftank zu ver‐ schließen. ► Falls sich der Kraftstofftank weiterhin nicht verschließen lässt: Nicht mit der Motorsäge arbeiten und einen STIHL Fachhändler aufsu‐ chen. Die Motorsäge ist nicht im sicherheitsgerech‐ ten Zustand. Motor starten und abstellen 9.1 Motor starten 2 3 0000-GXX-6455-A0 1 ► ► ► ► – Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal‐ ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit der Spitze des rechten Motorsägen-Stiefels in den hinteren Handgriff treten. – Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal‐ ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit dem Absatz des rechten Motorsägen-Stie‐ fels in den hinteren Handgriff treten. – Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr so festhalten, dass der Daumen das Griff‐ rohr umschließt und den hinteren Handgriff zwischen den Knien oder den Oberschen‐ keln einklemmen. Kettenbremse (2) einlegen. Kettenschutz abziehen. Dekompressionsventil (1) drücken. Kombihebel (3) in die Position stellen. ► Anwerfgriff mit der rechten Hand langsam bis zum spürbaren Widerstand herausziehen. ► So lange den Anwerfgriff schnell herausziehen und zurückführen, bis der Motor läuft. ► Falls der Kombihebel (3) in der Position steht: Gashebelsperre (4) und Gashebel (5) kurz drücken. Der Kombihebel (3) springt in der Position . Der Motor läuft im Leerlauf. HINWEIS ■ Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege‐ ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt werden. ► Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen. 0000-GXX-2936-A0 ► Kettenbremse lösen. Die Motorsäge ist einsatzbereit. ► Falls der Motor nicht startet: Kombihebel (3) in stellen und erneut versuchen, die Position den Motor zu starten. ► Motorsäge auf eine der 3 möglichen Arten hal‐ ten: 72 0458-787-7621-B. VA0.M20. 10 Motorsäge prüfen 9.2 deutsch Motor abstellen ► Gashebel (2) und Gashebelsperre (3) loslas‐ sen. Die Sägekette bewegt sich nicht mehr. ► Kombihebel (1) in die Position stellen. Der Motor geht aus und der Kombihebel (1) federt in die Position zurück. 10 10.1 ► ► ► ► Motorsäge prüfen Kettenrad prüfen Motor abstellen. Kettenbremse lösen. Kettenraddeckel abbauen. Führungsschiene und Sägekette abbauen. 0000-GXX-1217-A0 2 ► Nuttiefe der Führungsschiene mit dem Mess‐ stab einer STIHL Feillehre messen. ► Führungsschiene ersetzen, falls eine der fol‐ genden Bedingungen erfüllt ist: – Die Führungsschiene ist beschädigt. – Die gemessene Nuttiefe ist kleiner als die Mindestnuttiefe der Führungsschiene, 19.3. – Die Nut der Führungsschiene ist verengt oder gespreizt. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 10.3 Sägekette prüfen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer abbauen. 1 ► Einlaufspuren am Kettenrad mit einer STIHL Prüflehre prüfen. ► Falls die Einlaufspuren tiefer als a = 0,5 mm sind: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Das Kettenrad muss ersetzt werden. 10.2 Führungsschiene prüfen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer abbauen. ► Sägekette und Führungsschiene abbauen. 0000-GXX-1218-A0 a 0000-GXX-3162-A0 2 ► Höhe der Tiefenbegrenzer (1) mit einer STIHL Feillehre (2) messen. Die STIHL Feillehre muss zur Teilung der Sägekette passen. ► Falls ein Tiefenbegrenzer (1) über die Feil‐ lehre (2) hinaussteht: Tiefenbegrenzer (1) mit einem STIHL USG nachschleifen, 16.3. 3 5 6 4 0000-GXX-3822-A0 3 0000-GXX-6457-A0 1 ► Prüfen ob die Verschleißmarkierungen (3, 4 und 6) an den Schneidezähnen und an den Verbindungsgliedern sichtbar sind. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 73 deutsch 11 Mit der Motorsäge arbeiten 10.4 Kettenbremse prüfen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass möglichst viel von der Führungsschiene sicht‐ bar ist. WARNUNG ■ Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf. Der Benutzer kann sich schneiden. ► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem Material tragen. ► Versuchen, die Sägekette von Hand über die Führungsschiene zu ziehen. Falls die Sägekette von Hand nicht über die Führungsschiene gezogen werden kann, funk‐ tioniert die Kettenbremse. ► Falls die Sägekette von Hand über die Füh‐ rungsschiene gezogen werden kann: Motor‐ säge nicht verwenden und einen STIHL Fach‐ händler aufsuchen. Die Kettenbremse ist defekt. 10.5 10.6 Kettenschmierung prüfen ► Motor starten und Kettenbremse lösen. ► Führungsschiene auf eine helle Oberfläche richten. ► Gas geben. Sägeketten-Haftöl wird abgeschleudert und ist auf der hellen Oberfläche erkennbar. Die Ket‐ tenschmierung funktioniert. 11 11.1 Mit der Motorsäge arbeiten Winterbetrieb einstellen Wenn bei Temperaturen unter +10 °C gearbeitet wird, kann der Vergaser vereisen. Damit der Ver‐ gaser zusätzlich mit warmer Luft aus der Umge‐ bung des Motors umströmt wird, muss Winterbe‐ trieb eingestellt werden. HINWEIS ■ Falls bei Temperaturen über +10 °C im Win‐ terbetrieb gearbeitet wird, kann der Motor überhitzen. ► Sommerbetrieb einstellen. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Bedienungselemente prüfen Gashebelsperre und Gashebel ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Versuchen, den Gashebel zu drücken, ohne die Gashebelsperre zu drücken. ► Falls sich den Gashebel drücken lässt: Motor‐ säge nicht verwenden und einen STIHL Fach‐ händler aufsuchen. Die Gashebelsperre ist defekt. ► Gashebelsperre drücken und gedrückt halten. ► Gashebel drücken und wieder loslassen. ► Falls der Gashebel schwergängig ist oder nicht in die Ausgangsposition zurückfedert: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Der Gashebel ist defekt. 74 Motor abstellen ► Motor starten. ► Kombihebel in die Position stellen. Der Motor geht aus und der Kombihebel federt in die Position zurück. ► Falls der Motor nicht ausgeht: ► Kombihebel in die Position stellen. Der Motor geht aus. ► Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Die Motorsäge ist defekt. 3 1 1 0000-GXX-3163-A0 ► Prüfen ob die Schneiden (5) an den Schnei‐ dezähnen vorhanden sind. ► Falls eine der Verschleißmarkierungen an einem Schneidezahn oder an einem Verbin‐ dungstreibglied nicht sichtbar ist oder eine Schneide fehlt: Sägekette nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. ► Mit einer STIHL Feillehre prüfen, ob der Schärfwinkel der Schneidezähne von 30° ein‐ gehalten ist. Die STIHL Feillehre muss zur Teilung der Sägekette passen. ► Falls der Schärfwinkel von 30° nicht eingehal‐ ten ist: Sägekette schärfen. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Schieber (3) herausziehen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 11 Mit der Motorsäge arbeiten deutsch ► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐ sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist. Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt. 3 0000-GXX-3164-A0 11.3 4 ► Schieber (3) so ausrichten, dass das Sym‐ bol (4) in Richtung der Motorsäge zeigt. ► Schieber (3) bis zum Anschlag in die Führung schieben. Der Schieber rastet spürbar ein. ► Haube (2) aufsetzen. ► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐ sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist. Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt. 1 min A B C Sommerbetrieb einstellen Wenn bei Temperaturen über +10 °C gearbeitet wird, muss Sommerbetrieb eingestellt werden. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 30-60 s 0000-GXX-3807-A0 3 1 Während der Arbeit stellt sich die Motorsäge automatisch auf die optimale Leistung ein. Durch eine Kalibrierung kann die Motorsäge schneller auf die optimale Leistung eingestellt werden. ► Falls die Außentemperatur unter -10 °C beträgt oder der Motor kalt ist: ► Motor starten und Kettenbremse lösen. ► Motor ca. 1 Minute lang mit Gasstößen auf‐ wärmen. ► Motor abstellen. 1 ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Schieber (3) herausziehen. > 30 s 0000-GXX-3825-A0 11.2 Motorsäge kalibrieren s ► Kombihebel in die Position stellen. ► Kettenbremse einlegen. ► Motor starten, ohne den Gashebel zu drücken. Der Motor läuft und der Kombihebel bleibt in der Position . ► Motor mindestens 30 bis maximal 60 Sekun‐ den (A) laufen lassen, ohne den Gashebel zu drücken. WARNUNG ■ Wenn die Kettenbremse gelöst wird kann die Sägekette umlaufen. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. ► Motorsäge so halten, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. ► Umlaufende Sägekette nicht berühren. 4 3 0000-GXX-3486-A0 ► Kettenbremse lösen. ► Schieber (3) so ausrichten, dass das Sym‐ bol (4) in Richtung der Motorsäge zeigt. ► Schieber (3) bis zum Anschlag in die Führung schieben. Der Schieber rastet spürbar ein. ► Haube (2) aufsetzen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 75 deutsch 11 Mit der Motorsäge arbeiten kann eingedrückt werden, um die Ölfördermenge weiter zu erhöhen. HINWEIS ■ Falls der Gashebel losgelassen wird, bevor die Motorsäge vollständig kalibriert ist, wird die Kalibrierung abgebrochen. Die Kalibrierung muss neu gestartet werden. ► Gashebel vollständig gedrückt halten. HINWEIS ■ Falls der Gashebel während der Kalibrierung nicht vollständig gedrückt wird, kann sich die Motorsäge falsch einstellen. Die Motorsäge kann beschädigt werden. ► Gashebel vollständig gedrückt halten. ■ Falls die Ölpumpen‑Einstellschraube (1) im Bereich A steht, kann sich der Öltank schnel‐ ler leeren. Die Sägekette kann früher nicht mehr richtig geschmiert werden. ► Öltank vollständig füllen. ► Wenn die erhöhte Ölfördermenge nicht mehr benötigt wird, die Ölpumpen-Einstell‐ schraube gegen den Uhrzeigersinn aus dem Bereich A drehen. ► Ölpumpen-Einstellschraube (1) im Uhrzei‐ gersinn drehen. Ölfördermenge verringern ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Ölpumpen-Einstellschraube (1) gegen den Uhrzeigersinn drehen. 11.5 Ölfördermenge einstellen Falls die Ölpumpen-Einstellschraube (1) in Posi‐ tion E (Ematic) steht, ist die Ölfördermenge für die meisten Anwendungen optimal eingestellt. Die Fördermenge der Ölpumpe kann für unter‐ schiedliche Schnittlängen, Holzarten und Arbeits‐ techniken angepasst werden. Der Verstellbereich der Ölpumpen‑Einstellschraube (1) ist durch einen Anschlag (2) begrenzt. Der Anschlag (2) 2 A 1 0000-GXX-5477-A0 0000-GXX-3165-A0 A 76 Schnitttiefenbegrenzer einstel‐ len Der Schnitttiefenbegrenzer kann abhängig von der Anwendung eingestellt werden. Die Einstel‐ lung des Schnitttiefenbegrenzers bestimmt die maximale Eindringtiefe der Führungsschiene. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Die Motorsäge hat eine einstellbare Ölpumpe. 2 1 Ölfördermenge weiter erhöhen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Anschlag (2) mit einem geeigneten Werkzeug eindrücken. Der Anschlag (2) bleibt dauerhaft eingedrückt. HINWEIS ► Gashebel mindestens 30 Sekunden (B) lang drücken und gedrückt halten. Der Motor beschleunigt und die Sägekette läuft um. Die Motorsäge wird kalibriert. Die Motordrehzahl schwankt und erhöht sich deut‐ lich während der Kalibrierung. ► Falls der Motor ausgeht: Erneut versuchen, die Motorsäge zu kalibrieren. ► Falls der Motor wiederholt ausgeht: ► Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Die Motorsäge ist defekt. ► Sobald die Motordrehzahl hörbar und spürbar abfällt (C): Gashebel loslassen. Der Motor läuft im Leerlauf. Die Motorsäge ist kalibriert und einsatzbereit. 11.4 Ölfördermenge erhöhen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Ölpumpen-Einstellschraube (1) im Uhrzeiger‐ sinn drehen. ► Schnellspanner (1) aufklappen. ► Schieber (2) in Richtung Motor oder Schienen‐ spitze schieben, bis die gewünschte Schnitt‐ tiefe erreicht ist. ► Schnellspanner (1) in Richtung des Bereichs (A) vollständig zuklappen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 12 Nach dem Arbeiten deutsch 11.7 ► Prüfen, ob sich der Schieber (2) nicht mehr verschieben lässt und der Schnellspanner (1) im Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer anliegt. WARNUNG Falls sich der Schieber (2) nicht mehr verschie‐ ben lässt und der Schnellspanner (1) im Bereich (A) am Schnitttiefenbegrenzer anliegt, ist der Schnitttiefenbegrenzer fest eingestellt. ► Falls der Schieber (2) verschoben werden kann: ► Schnellspanner (1) aufklappen. ► Schnellspanner (1) im Uhrzeigersinn dre‐ hen. ► Schnellspanner (1) in Richtung des Bereichs (A) vollständig zuklappen. Der Schieber (2) kann nicht mehr verscho‐ ben werden und der Schnellspanner (1) liegt im Bereich (A) am Schnitttiefenbegren‐ zer an. ► Falls der Schnellspanner (1) nicht vollständig zugeklappt werden kann: ► Schnellspanner (1) aufklappen. ► Schnellspanner (1) gegen den Uhrzeiger‐ sinn drehen. ► Schnellspanner (1) in Richtung des Bereichs (A) vollständig zuklappen. Der Schieber (2) kann nicht mehr verscho‐ ben werden und der Schnellspanner (1) liegt im markierten Bereich am Schnitttiefen‐ begrenzer an. 11.6 Motorsäge halten und führen ■ Falls Rückschlag entsteht, kann die Motor‐ säge in Richtung Benutzer hochgeschleudert werden. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. ► Mit Vollgas sägen. ► Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungsschiene sägen. ► Führungsschiene mit Vollgas so in den Schnitt führen, dass die Führungsschiene nicht verkantet. ► Am Ende des Schnitts das Gewicht der Motor‐ säge auffangen. 12 Nach dem Arbeiten 12.1 Nach dem Arbeiten ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge abkühlen lassen. ► Falls die Motorsäge nass ist: Motorsäge trock‐ nen lassen. ► Motorsäge reinigen. ► Luftfilter reinigen. ► Führungsschiene und Sägekette reinigen. ► Muttern am Kettenraddeckel lösen. ► Spannschraube 2 Umdrehungen gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. ► Muttern am Kettenraddeckel anziehen. ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er die gesamte Führungsschiene abdeckt. 13 0000-GXX-4176-A0 13.1 ► Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr und der rechten Hand am Bedienungsgriff so festhalten und führen, dass der Daumen der linken Hand das Griffrohr umschließt und der Daumen der rechten Hand den Bedienungs‐ griff umschließt. Sägen Transportieren Motorsäge transportieren ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er die gesamte Führungsschiene abdeckt. Motorsäge tragen ► Motorsäge mit der rechten Hand so am Griff‐ rohr tragen, dass die Führungsschiene nach hinten zeigt. Motorsäge in einem Fahrzeug transportieren ► Motorsäge so sichern, dass die Motorsäge nicht umkippen und sich nicht bewegen kann. 14 14.1 Aufbewahren Motorsäge aufbewahren ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer so einstellen, dass er die gesamte Führungsschiene abdeckt. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 77 deutsch 15 Reinigen ► Motorsäge so aufbewahren, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: – Die Motorsäge ist außerhalb der Reichweite von Kindern. – Die Motorsäge ist sauber und trocken. 15 15.1 ► Öleintrittsbohrung (1), Ölaustrittskanal (2), und Nut (3) mit einem Pinsel, einer weichen Bürste oder STIHL Harzlöser reinigen. ► Sägekette mit einem Pinsel, einer weichen Bürste oder STIHL Harzlöser reinigen. ► Führungsschiene und Sägekette anbauen. ► Schnitttiefenbegrenzer anbauen. Reinigen Motorsäge reinigen 15.3 ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge abkühlen lassen. ► Motorsäge mit einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. ► Lüftungsschlitze mit einem Pinsel reinigen. Im Luftfilter kann sich sehr feiner Staub sam‐ meln. Der Staub kann den Luftfilter zusetzen und durch Abbürsten oder Ausklopfen nicht entfernt werden. Der Luftfilter muss mit einem Reini‐ gungsmittel gereinigt werden. ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 1 2 3 1 ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Kettenraddeckel abbauen. ► Zylinderrippen und Innenseite der Haube mit einem Pinsel, einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. ► Bereich um das Kettenrad mit einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. ► Haube (2) aufsetzen. ► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐ sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist. Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt. ► Kettenraddeckel anbauen. 0000-GXX-2952-A0 0000-GXX-2939-A0 1 15.2 Luftfilter reinigen ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Bereich um den Luftfilter (3) mit einem feuch‐ ten Tuch oder einem Pinsel reinigen. ► Luftfilter (3) von Hand 1/4 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Luftfilter (3) abnehmen. ► Groben Schmutz auf der Außenseite des Luft‐ filters (3) unter fließendem Wasser abspülen. ► Falls der Luftfilter (3) beschädigt ist: Luftfil‐ ter (3) ersetzen. Führungsschiene und Säge‐ kette reinigen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Schnitttiefenbegrenzer abbauen. ► Führungsschiene und Sägekette abbauen. 2 78 3 0000-GXX-2951-A0 3 1 0458-787-7621-B. VA0.M20. 16 Warten deutsch WARNUNG ■ Falls Reinigungsmittel mit der Haut oder den Augen in Kontakt kommen, können die Haut oder die Augen gereizt werden. ► Gebrauchsanleitung des Reinigungsmittels beachten. ► Kontakt mit Reinigungsmitteln vermeiden. ► Falls Kontakt mit der Haut aufgetreten ist: Betroffene Hautstellen mit reichlich Wasser und Seife abwaschen. ► Falls Kontakt mit den Augen aufgetreten ist: Augen mindestens 15 Minuten mit reichlich Wasser spülen und einen Arzt aufsuchen. 1 0000-GXX-3809-A0 3 1 ► Außenseite und Innenseite des Luftfilters (3) mit STIHL Spezialreiniger oder einem Reini‐ gungsmittel mit einem pH‑Wert größer 12 einsprühen. ► STIHL Spezialreiniger oder Reinigungsmittel 10 Minuten einwirken lassen. ► Außenseite des Luftfilters (3) mit einer wei‐ chen Bürste abbürsten. ► Außenseite und Innenseite des Luftfilters (3) unter fließendem Wasser abspülen. ► Luftfilter (3) an der Luft trocknen lassen. 0000-GXX-5806-A0 ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Zündkerzenstecker (3) abziehen. ► Falls der Bereich um die Zündkerze ver‐ schmutzt ist: Den Bereich um die Zündkerze mit einem feuchten Tuch reinigen. ► Zündkerze herausdrehen. ► Zündkerze mit einem feuchten Tuch reinigen. ► Falls die Zündkerze korrodiert ist: Zündkerze ersetzen. 3 ► Luftfilter (3) von Hand andrücken und so lange im Uhrzeigersinn drehen, bis der Luftfilter (3) einrastet. Der Schriftzug "STIHL" ist horizontal ausge‐ richtet. ► Haube (2) aufsetzen. ► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐ sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist. Die Haubenverschlüsse (1) sind verriegelt. 15.4 Zündkerze reinigen ► Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. ► Motorsäge abkühlen lassen. 0000-GXX-3808-A0 3 ► ► ► ► Zündkerze eindrehen und fest anziehen. Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken. Haube (2) aufsetzen. Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehungen im Uhrzeigersinn drehen. Die Haubenverschlüsse sind verriegelt. 16 16.1 Warten Wartungsintervalle Wartungsintervalle sind abhängig von den Umgebungsbedingungen und den Arbeitsbedin‐ gungen. STIHL empfiehlt folgende Wartungsin‐ tervalle: Kettenbremse ► Kettenbremse in folgenden zeitlichen Abstän‐ den von einem STIHL Fachhändler warten las‐ sen: – Vollzeit-Einsatz: vierteljährlich – Teilzeit-Einsatz: halbjährlich – gelegentlicher Einsatz: jährlich Alle 100 Betriebsstunden ► Zündkerze ersetzen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 79 deutsch 17 Reparieren Wöchentlich ► Kettenrad prüfen. ► Führungsschiene prüfen und entgraten. ► Sägekette prüfen und schärfen. Monatlich ► Öltank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. ► Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. ► Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. Jährlich ► Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler ersetzen lassen. 16.2 Führungsschiene entgraten An der Außenkante der Führungsschiene kann sich ein Grat bilden. ► Grat mit einer Flachfeile oder einem STIHL Führungsschienenrichter entfernen. ► Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 16.3 ► Rechte Schneidezähne (4) mit einem Univer‐ sal-Schärfgerät STIHL USG mit folgenden Ein‐ stellungen schärfen: – Skala A: + 10° – Skala B: 0° – Skala C: + 15° ► Linke Schneidezähne (1) mit einem UniversalSchärfgerät STIHL USG mit folgenden Einstel‐ lungen schärfen: – Skala A: + 10° – Skala B: 0° – Skala C: - 15° ► Tiefenbegrenzer (2) und Verbindungsglie‐ der (3) mit einem Universal-Schärfgerät STIHL USG mit folgenden Einstellungen schleifen: – Skala A: + 40° – Skala B: 0° – Skala C: 0° 17 17.1 Sägekette schärfen Reparieren Motorsäge, Führungsschiene und Sägekette reparieren Der Benutzer kann die Motorsäge, Führungs‐ schiene und Sägekette nicht selbst reparieren. ► Falls die Motorsäge, Führungsschiene oder Sägekette beschädigt sind: Motorsäge, Füh‐ rungsschiene oder Sägekette nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Es erfordert viel Übung, Sägeketten richtig zu schärfen. STIHL empfiehlt, Sägeketten von einem STIHL Fachhändler schärfen zu lassen. WARNUNG ■ Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf. Der Benutzer kann sich schneiden. ► Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähigem Material tragen. 1 2 3 4 2 + - 18 18.1 B + - C + 0000-GXX-3488-A0 A Störungen beheben Störungen der Motorsäge beheben Die meisten Störungen haben die gleichen Ursachen. ► Folgende Maßnahmen durchführen: ► Luftfilter reinigen. ► Zündkerze reinigen oder ersetzen. ► Winterbetrieb oder Sommerbetrieb einstellen. 80 0458-787-7621-B. VA0.M20. 18 Störungen beheben deutsch ► Falls die Störung weiterhin besteht: Maßnahmen aus der folgenden Tabelle durchführen. Störung Der Motor lässt sich nicht starten. Der Motor läuft im Leerlauf unre‐ gelmäßig. Der Motor geht im Leerlauf aus. Der Motor beschleu‐ nigt schlecht. Ursache Im Kraftstofftank ist nicht genügend Kraft‐ stoff. Der Motor ist abge‐ soffen. Der Vergaser ist zu heiß. Der Vergaser ist ver‐ eist. Der Vergaser ist ver‐ eist. Der Vergaser ist ver‐ eist. Die Sägekette ist zu stark gespannt. Die Kettenschmie‐ rung fördert zu wenig Sägekettenhaftöl. Der Motor erreicht die Die Motorsäge ist Höchstdrehzahl nicht. nicht richtig an die Umgebungsbedin‐ gungen angepasst. Die Sägekette läuft Die Kettenbremse ist nicht an, wenn Gas eingelegt. gegeben wird. Die Sägekette ist zu stark gespannt. Der Umlenkstern der Führungsschiene ist blockiert. Während der Arbeit Die Sägekette ist raucht es oder riecht nicht richtig verbrannt. geschärft. Im Öltank ist zu wenig SägekettenHaftöl. Die Kettenschmie‐ rung fördert zu wenig Sägekettenhaftöl. Die Sägekette ist zu stark gespannt. Die Motorsäge wird nicht richtig ange‐ wendet. 18.2 Abhilfe ► Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken. ► Verbrennungsraum lüften. ► Motorsäge abkühlen lassen. ► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. ► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. ► Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. ► Sägekette richtig spannen. ► Ölfördermenge erhöhen. ► Motorsäge kalibrieren. ► Kettenbremse lösen. ► Sägekette richtig spannen. ► Umlenkstern der Führungsschiene mit STIHL Harzlö‐ ser reinigen. ► Sägekette richtig schärfen. ► Sägeketten-Haftöl einfüllen. ► Ölfördermenge erhöhen. ► Sägekette richtig spannen. ► Anwendung erklären lassen und üben. Verbrennungsraum lüften ► Kettenbremse einlegen. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 81 deutsch 19 Technische Daten 1 0000-GXX-3809-A0 3 1 ► Haubenverschlüsse (1) 1/4 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. ► Haube (2) abnehmen. ► Zündkerzenstecker (3) abziehen. ► Zündkerze herausdrehen. ► Zündkerze trocknen. WARNUNG ■ Wenn bei abgezogenem Zündkerzenstecker der Anwerfgriff herausgezogen wird, können Funken nach außen treten. Funken können in leicht brennbarer oder explosiver Umgebung Brände und Explosionen auslösen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. ► Kombihebel in die Position stellen und halten, bevor der Anwerfgriff herausgezogen wird. ► Kombihebel in die Position stellen und hal‐ ten. ► Anwerfgriff mehrmals herausziehen und zurückführen. Der Verbrennungsraum ist gelüftet. ► Zündkerze eindrehen und fest anziehen. Technische Daten 19.1 Motorsäge STIHL MS 462 C‑M R – Hubraum: 72,2 cm³ – Leistung nach ISO 7293: 4,4 kW (6,0 PS) – Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681: 2800 ± 50 1/min – Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von STIHL – Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm – Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem Öltank, ohne Führungsschiene und ohne Sägekette: 6,5 kg – Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 720 cm³ (0,72 l) – Maximaler Inhalt des Öltanks: 340 cm³ (0,34 l) 19.2 Kettenräder und Kettenge‐ schwindigkeiten Folgende Kettenräder können verwendet wer‐ den: 7-zähnig für 3/8" • Maximale Kettengeschwindigkeit nach ISO 11681: 28,9 m/s • Kettengeschwindigkeit bei maximaler Leis‐ tung: 21,7 m/s 19.3 Mindestnuttiefe der Führungs‐ schienen Die Mindestnuttiefe hängt von der Teilung der Führungsschiene ab. – 3/8": 6 mm 19.4 0000-GXX-5806-A0 3 19 ► Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken. ► Haube (2) aufsetzen. ► Haubenverschlüsse (1) so lange im Uhrzeiger‐ sinn drehen, bis ein Klick zu hören ist. Die Haubenverschlüsse sind verriegelt. Schallwerte und Vibrations‐ werte – Schalldruckpegel Lpeq gemessen nach ISO 22868: 108 dB(A). Der K-Wert für den Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A). – Schallleistungspegel Lw gemessen nach ISO 22868: 119 dB(A). Der K-Wert für den Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A). – Vibrationswert ahv,eq gemessen nach ISO 22867: • Griffrohr: 3,3 m/s². Der K-Wert für den Vib‐ rationswert beträgt 2 m/s². • Bedienungsgriff: 2,7 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². Informationen zur Erfüllung der Arbeitgeberricht‐ linie Vibration 2002/44/EG sind unter www.stihl.com/vib angegeben. 82 0458-787-7621-B. VA0.M20. 20 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten 19.5 REACH REACH bezeichnet eine EG-Verordnung zur Registrierung, Bewertung und Zulassung von Chemikalien. Informationen zur Erfüllung der REACH Verord‐ nung sind unter www.stihl.com/reach angege‐ ben. 19.6 Abgas-Emissionswert Der im EU-Typgenehmigungsverfahren gemes‐ sene CO2-Wert ist unter www.stihl.com/co2 in den produktspezifischen Technischen Daten angegeben. Der gemessene CO2-Wert wurde an einem repräsentativen Motor nach einem genormten Prüfverfahren unter Laborbedingungen ermittelt und stellt keine ausdrückliche oder implizite Garantie der Leistung eines bestimmten Motors dar. 21 21.1 deutsch Ersatzteile und Zubehör Ersatzteile und Zubehör Diese Symbole kennzeichnen original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör. STIHL empfiehlt, original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör zu verwenden. Ersatzteile und Zubehör anderer Hersteller kön‐ nen durch STIHL hinsichtlich Zuverlässigkeit, Sicherheit und Eignung trotz laufender Marktbeo‐ bachtung nicht beurteilt werden und STIHL kann für deren Einsatz auch nicht einstehen. Original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör sind bei einem STIHL Fachhändler erhältlich. 22 22.1 Entsorgen Motorsäge entsorgen Durch die in dieser Gebrauchsanleitung beschriebene bestimmungsgemäße Verwendung und Wartung, werden die geltenden Anforderun‐ gen an die Abgas-Emissionen erfüllt. Bei Verän‐ derungen am Motor erlischt die Betriebserlaub‐ nis. Informationen zur Entsorgung sind bei einem STIHL Fachhändler erhältlich. ► Motorsäge, Führungsschiene, Sägekette, Kraftstoff, Benzin, Zweitakt-Motoröl, Zubehör und Verpackung vorschriftsmäßig und umwelt‐ freundlich entsorgen. 20 23 20.1 Kombinationen der Füh‐ rungsschienen und Säge‐ ketten Motorsäge STIHL MS 462 CMR Folgende Führungsschienen und Sägeketten dürfen angebaut werden: Führungsschiene: Rollomatic Super • Teilung: 3/8“ • Nutweite: 1,6 mm • Länge: 50 cm • Zähnezahl des Umlenksterns: 11 Sägekette: 36 RDR (Typ 3944) • Teilung: 3/8“ • Treibglieddicke: 1,6 mm • Anzahl der Treibglieder: 72 Die Schnittlänge einer Führungsschiene hängt von der verwendeten Motorsäge und Sägekette ab. Die tatsächliche Schnittlänge einer Füh‐ rungsschiene kann geringer als die angegebene Länge sein. 0458-787-7621-B. VA0.M20. 23.1 EU-Konformitätserklärung Motorsäge STIHL MS 462 C‑M R ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Deutschland erklärt in alleiniger Verantwortung, dass – Bauart: Motorsäge – Fabrikmarke: STIHL – Typ: MS 462 C‑M R – Serienidentifizierung: 1142 – Hubraum: 72,2 cm³ den einschlägigen Bestimmungen der Richtlinien 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU und 2000/14/EG entspricht und in Übereinstimmung mit den jeweils zum Produktionsdatum gültigen Versionen der folgenden Normen entwickelt und gefertigt worden ist: EN ISO 11681‑1, EN 55012 und EN 61000‑6‑1. Die EG-Baumusterprüfung nach Richtlinie 2006/42/EG, Art. 12.3(b) wurde durchgeführt bei: DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungsstelle für Land- und Forsttechnik GbR (NB 0363), 83 deutsch 23 EU-Konformitätserklärung Spremberger Straße 1, 64823 Groß‑Umstadt, Deutschland – Zertifizierungsnummer: K‑EG‑2016/7987 Zur Ermittlung des gemessenen und des garan‐ tierten Schallleistungspegels wurde nach Richtli‐ nie 2000/14/EG, Anhang V, unter Anwendung der Norm ISO 9207 verfahren. – Gemessener Schallleistungspegel: 119 dB(A) – Garantierter Schallleistungspegel: 121 dB(A) Die Technischen Unterlagen sind bei der Pro‐ duktzulassung der AND‐ REAS STIHL AG & Co. KG aufbewahrt. Das Baujahr und die Maschinennummer sind auf der Motorsäge angegeben. Waiblingen, 03.02.2020 ANDREAS STIHL AG & Co. KG i. V. Dr. Jürgen Hoffmann, Leiter Erzeugnisdaten, vorschriften und Zulassung 84 0458-787-7621-B. VA0.M20. 23 EU-Konformitätserklärung deutsch 0458-787-7621-B. VA0.M20. 85 deutsch 23 EU-Konformitätserklärung 86 0458-787-7621-B. VA0.M20. 23 EU-Konformitätserklärung deutsch 0458-787-7621-B. VA0.M20. 87 0458-787-7621-B *04587877621B* www.stihl.com *04587877621B* 0458-787-7621-B-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
-
29
-
30
-
31
-
32
-
33
-
34
-
35
-
36
-
37
-
38
-
39
-
40
-
41
-
42
-
43
-
44
-
45
-
46
-
47
-
48
-
49
-
50
-
51
-
52
-
53
-
54
-
55
-
56
-
57
-
58
-
59
-
60
-
61
-
62
-
63
-
64
-
65
-
66
-
67
-
68
-
69
-
70
-
71
-
72
-
73
-
74
-
75
-
76
-
77
-
78
-
79
-
80
-
81
-
82
-
83
-
84
-
85
-
86
-
87
-
88
in andere talen
- français: STIHL MS 462 C-M R Manuel utilisateur
- Deutsch: STIHL MS 462 C-M R Benutzerhandbuch