Documenttranscriptie
Italiano
3
English
23
Français
42
Deutsch
63
Español
84
Nederlands
104
Português
125
Ελληνικα
146
Česky
167
Slovensky
187
Pуccкий / Українська
207
Polski
228
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Beste klant
Hartelijk dank voor uw keuze voor een product
van Emak.
Ons netwerk van erkende dealers en
werkplaatsen staat tot uw beschikking voor al
uw vragen.
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
NL aanwijzingen voor noodzakelijke controles en
het bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties
in deze handleiding zijn niet strikt bindend.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor
eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het
bedrijf niet deze handleiding steeds
opnieuw bij te werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies
bevat deze handleiding enkele paragrafen die
uw speciale aandacht vragen. Dergelijke
paragrafen zijn aangegeven met de hieronder
beschreven symbolen:
LET OP: w a n n e e r e r r i s i c o b e s t a a t o p
ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of
ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE
MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN
EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU
DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
3. HOOFDONDERDELEN (illustreert de
plaats van de hoofdonderdelen van de
machine)
4. ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de
verpakking moet worden verwijderd
en de losse onderdelen moeten
worden gemonteerd)
5. STARTEN
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
8. TRANSPORT
9. ONDERHOUD (bevat alle informatie
om de machine in een goede staat te
houden)
10. OPSLAG
11. MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele
adviezen voor een milieuvriendelijk
gebruik van de machine)
12. TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een
ove r z i c ht va n d e b e l a n gr i j k s te
kenmerken van de machine)
13. V E R K L A R I N G
V A N
OVEREENSTEMMING
14. GARANTIEBEWIJS (Samenvatting van
de garantievoorwaarden)
15. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN (Biedt hulp om eventuele problemen bij het gebruik snel op
te lossen)
107
107
108
110
111
115
116
119
119
120
123
123
124
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP
- Als de machine goed gebruikt wordt, is
het een snel, handig en effectief
werkinstrument; als het niet goed of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen
gebruikt wordt, zou het een gevaarlijk
werktuig kunnen worden. Neem daarom
INHOUD
altijd de hieronder en verderop in de
1. V E I L I G H E I D S V O O R S C H R I F T E N
h a n d l e i d i n g
v e r m e l d e
(bevat de voorschriften voor een veilig
veiligheidsvoorschriften in acht, om
104
gebruik van de machine)
plezierig en veilig te kunnen werken.
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
- De blootstelling aan trillingen
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
veroorzaakt door het langdurig gebruik
(geeft informatie over de identificatie
van instrumenten die door een interne
van de machine en de betekenis van
verbrandingsmotor worden aangedreven,
106
de symbolen)
kan letsels veroorzaken aan de
104
bloedvaten of de zenuwen van de vingers,
handen en polsen bij personen die lijden
aan bloedsomloopstoornissen of
abnormale zwellingen. Langdurig gebruik
bij koud weer is in verband gebracht met
schade aan de bloedvaten bij overigens
gezonde mensen. Als er symptomen
optreden als verstijving, pijn, verlies van
kracht, verandering in huidskleur of
-weefsel of verlies van gevoel in de
vingers, handen of polsen, stop dan het
gebruik van dit apparaat en ga naar een
arts.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig
letsel of overlijden zo klein mogelijk te
houden moeten personen met een
pacemaker hun eigen arts en de fabrikant
van de pacemaker raadplegen voordat ze
deze machine gebruiken.
7 8 9 10 11 -
12 -
13 -
LET OP: Nationale voorschriften 14 kunnen het gebruik van de machine
beperken.
1 - Gebruik de machine niet voordat u op
de hoogte bent van de specifieke manier
waarop deze moet worden gebruikt. De
gebruiker dient eerst te oefenen met het
apparaat voordat hij of zij het in de praktijk
gaat gebruiken.
2 - De machine mag uitsluitend worden gebruikt
door volwassenen die in goede lichamelijke
conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen
kennen.
3 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4 - Draag altijd gepaste stevige kleding en
veiligheidsuitrusting (schoenen, een lange
broek, handschoenen, oor-, oogbeschermig
en een helm). De kleding moet aangenaam
zitten, maar mag niet te los worden gedragen.
5 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken.
6 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich
15 -
16 -
17 18 19 20 -
in een straal van 15 meter van de in werking
zijnde bosmaaier niemand anders bevindt.
Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te
controleren of de schroef, die het maaiblad
bevestigt, stevig vast zit.
Gebruik nooit een ander snijwerktuig of
-onderdeel, dat niet expliciet is aanbevolen
voor deze machine (zie pag. 121).
De bosmaaier mag niet zonder
maaibladbeveiliging worden gebruikt.
Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
Tijdens het werk moet u regelmatig het
maaiblad controleren (als de motor uit staat).
Gebruik de bosmaaier nooit als het maaiblad
kapot is of breuken vertoont: u dient dan het
maaiblad onmiddellijk te vervangen.
Gebruik de machine alleen op goed
geventileerde plaatsen, gebruik de machine
niet in explosieve of ontvlambare ruimtes of
in gesloten ruimtes.
Raak nimmer het maaiblad als de motor
loopt en pleeg ook geen onderhoud met
draaieinde motor.
Het is verboden een andere rotor op de
stroomaansluiting van de machine aan te
brengen dan degene die door de fabrikant
geleverd is.
Werk niet met een beschadigde, slecht
gerepareerde, slecht gemonteerde
of eigenhandig gewijzigde machine.
Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen,
beschadig hen niet en stel hen niet buiten
werking. Gebruik alleen werktuigen die zijn
aangegeven in de tabel.
Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 24).
Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 111).
Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
U mag de motor nooit starten zonder
transmissiesteel.
Controleer de bosmaaier dagelijks om er
105
NL
21 22 -
23 -
NL
24 25 26 -
zeker van te zijn dat alles juist functioneert
en dat alle veiligheidsvoorzieningen juist
werken.
Probeer geen reparaties te verrichten die
buiten het normale onderhoud vallen. Laat
dit soort werkzaamheden over aan uw dealer.
Als de machine uit gebruik wordt
genomen, mag deze niet in het milieu
worden achtergelaten, maar moet deze
worden teruggebracht naar de Dealer, die
voor de juiste verwerking zal zorgen.
Geef of leen de bosmaaier uitsluitend aan
ervaren personen die op de hoogte zijn
van de werking en het juiste gebruik van
de machine. Geef ook de handleiding met
de gebruiksaanwijzingen, die moet
worden gelezen alvorens het werk te
beginnen.
Zich altijd tot uw verkoper wenden voor
iedere verdere uitleg of noodzakelijke
ingreep.
Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en
raadplegen voor ieder gebruik van de
machine.
Vergeet niet dat de eigenaar of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen
of risico’s geleden door derden of voor
schade aan goederen.
niet de risico’s voor letsel, maar beperkt wel de
gevolgen van ongevallen. Vraag uw dealer om
advies bij het kiezen van de juiste kleding.
De kleding moet goed zitten, en mag de
bewegingen niet hinderen. Draag niet te wijde,
beschermende kleding. Het beschermende
jack en de broek zijn hiervoor ideaal. Draag
geen kleding, dassen, stropdassen of sieraden
die in de takken verstrikt kunnen raken. Lang
haar mag niet los gedragen worden, en moet
worden beschermd (bijvoorbeeld met een
hoofddoek, een muts, een helm, enz.).
Draag veiligheidsschoenen met antislipzool
en stalen punten.
Draag een veiligheidsbril of een vizier!
Gebruik gehoorbeschermingen; bijvoorbeeld
oorkappen of oordoppen. Het gebruik van
gehoorbeschermingen vereist grotere aandacht
en voorzichtigheid, want geluidssignalen die
waarschuwen voor gevaar (schreeuwen,
alarmen, enz.) worden minder goed gehoord.
Draag handschoenen die de trillingen
optimaal absorberen.
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN (Fig. 24)
LET OP
- Gebruik nooit een machine met defecte 1 - Lees de gebruikshandleiding alvorens u met
de machine gaat werken.
veiligheidsfuncties. De veiligheidsuitrusting
van de machine moet gecontroleerd en 2 - Draag ogg, -oor-en hoofdbescherming.
D raag beschermende schoenen en
onderhouden worden zoals in dit deel 3 -
handschoenen wanneer u metalen of
beschreven is. Als uw machine tekortschiet
kunststof schijven gebruikt.
bij een van de controles, neem dan contact
op met een erkend servicecentrum om hem 4 - Let op wegspringende voorwerpen.
5 - Zorg ervoor dat er zich geen mensen binnen
te laten repareren.
een straal van 15 m in uw werkgebied
- Elk gebruik van de machine dat niet
bevinden.
uitdrukkelijk in deze handleiding is
beschreven moet beschouwd worden als 6 - LET OP! - De oppervlakken kunnen heet zijn.
oneigenlijk en vormt dus een gevaar voor 7 - Pas met name op voor het terugstooteffect;
dit kan zeer gevaarlijk zijn.
mensen en voorwerpen.
8 - Zuiveringsbolletje.
9 - Type machine: BOSMAAIER.
BESCHERMENDE VEILIGHEIDSKLEDING
10 - Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau.
Draag daarom bij het werken met de 11 - EG-conformiteitsmerk.
bosmaaier
altijd
goedgekeurde 12 - Serienummer.
beschermende veiligheidskleding. Het 13 - Jaar van fabricage.
gebruik van beschermende kleding vermindert 14 - Max. snelheid uitgaande as, TPM.
106
3. HOOFDONDERDELEN (Fig.1)
1÷3) - Gereedschap geleverd
4 - Draagriemen
5 - Conisch paar
6 - Veiligheidsbeschermkap
7 - Nylon draadkop
8 - Brandstoftankdop
9 - Zuiveringsbolletje
10 - Afstelschroeven carburador
11 - Uitlaatklep
12 - Bougie
13 - Luchtfilter
14 - Starthendel
15 - Chokehendel
16 - Gashendelblokkering
17 - Stop-knop
18 - Gashendel
19 - Snoeroverbrenging
20 - Handgreep
21 - Steel
22 - Knop half-gas
23 - Draagriem ophangbeugel
Steek de meegeleverde blokkeerpen in het
daarvoor bestemde gat (L) om het maaiblad te
blokkeren. Nnu kan men bout (A) op moment
vastdraaien (2.5 kgm - 25 Nm).
LET OP – De buisklem (zie pijlen C, Fig.9)
moet in het montagegat van de maaischijf
steken.
MONTAGE VAN DE MOTOR (Fig. 4A-B)
Aan pin (A) trekken en het uiteinde van het
snoer (B) in de koppelingscarter (C) steken en
zich ervan overtuigen, dat het snoereind en het
verbindingsstuk goed in elkaar zitten. Het snoer NL
(B) in buis (E) steken en zich ervan overtuigen,
dat het eindstuck van de beweeglijke as (B) op de
juiste manier in de vaste overdrachtsas zit (Fig. 4B).
Bevestig hem met de schroef (F) en schroef (D).
Plaats de starre transmissiebuis (E, Fig.5) in de
handgreep (G) tot de lijn die door de pijlen van
het label I wordt aangegeven. Blokkeer de
handgreep door de ringmoer (H) vast te draaien.
Druk voor de demontage op de knop (L) en draai
4. ASSEMBLAGE
de bevestigingsring (H) in de tegenovergestelde
richting.
MONTAGE VAN DE VEILIGHEIDSKAP (Fig. 7)
Bevestig de kabelbuis met de twee clips (N, Fig.
Monteer
de
bescherm
(A)
aan
de 1) aan de slang.
overbrengingbuis met behulp van de schroeven
(B) na het plaatsen van de plaat (E), in een positie
die veilig werken mogelijk maakt.
MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Fig. 2)
OPMERKING: Gebruik de extra beschermrand Plaats de handgreep op de steel en vergrendel
(C) alleen in combinatie met de nylon draadkop. deze door schroeven (A). De handgreep positie
De beschermkap (C) moet met de schroef (D) op is berekend op normaal gebruiksgemak van de
de beschermkap (A) bevestigd worden.
gebruiker.
MONTAGE VAN DE NYLON DRAADKOP
(Fig. 8)
Monteer de bovenring (F) op hun plaats op de
transmissie. Plaats de blokkeerpen (H) in het gat
(L) en schroef de draadkop (N) handvast tegen de
wijzers van de klok in.
MONTAGE VAN HET MAAIBLAD (Fig. 9)
Monteer het maaimes (R) op de borgring (F) waarbij
u er op let, dat de draairichting goed is en dat deze
goed gepositioneerd is t.o.v. de houder. Monteer
de onderring (E), deksel (D) en schroefbout (A)
tegen de wijzers van de klok in vast.
LET OP - Breng het loophandvat (D,
Fig.2) tussen het label pijlen (B) en de
achterste handgreep (C).
MONTAGE VEILIGHEIDSBARRIERE (Fig. 6)
Wanneer er een schijf wordt gebruikt in plaats
van de kop met nylondraden moet de
“veiligheidsbarrière” worden gemonteerd.
Bevestig de barrière (A) onder de aansluiting (C)
van de handgreep (20, Fig. 1) met behlup van de
schroeven (B), waarbij u erop moet letten of de
“veiligheidsbarrière” wel aan de linkerzijde van
de bosmaaier zit.
107
LET OP: Controleer of alle componenten
goed gemonteerd zijn en dat alle schroeven
goed vastgedraaid zijn.
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN
NL
DRAAGRIEM (4, Fig. 1)
Een juiste afstelling van de draagriem geeft uw
bosmaaier de juiste balans en werkhoogte vanaf
de grond.
Het draagstel aandoen en de gesp (A, Fig. 12-13-14)
op zijn plaats brengen om een beter evenwicht
en de juiste hoogte van de onkruidmaaier te
verkrijgen.
LET OP: Zorg er voor elk gebruik voor dat
de draagriemen van het frame (zie Fig.26) goed
gespannen zijn.
Haak indien nodig de karabijnhaak (B, Afb.11)
van de draagriemen vast aan de
draagriemenverbinding (23, Fig.1) op de
transmissie. Hierdoor kan de machinist de
machine verlaten zonder deze op de grond te
plaatsen:
- beide voor operationele behoeften waarbij u
uw handen vrij moet hebben wanneer u de
machine niet gebruikt.
- en voor kleine verplaatsingen, die strikt
moeten worden gedaan met de motor uit.
LET OP: controleer altijd of het
gereedschap is gestopt voordat u de machine
verlaat.
GOEDGEKEURDE ACCESSOIRES
De volgende accessoires van Emak kunnen op de
basismachine worden gemonteerd:
EH 25 Heggenschaar (verstelbaar) (1)
EH 50 Heggenschaar (verstelbaar) (1)
EP 100 Hoogsnoeier
EP 120 Hoogsnoeier
(1) De veiligheidsafscherming (A, Fig.6) moet
onder de enkele handgreep (loop) worden
gemonteerd.
108
5. STARTEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING: benzine is een zeer
ontvlambare brandstof. Wees zeer voorzichtig
bij het hanteren van benzine of een mengsel
van brandstoffen. Rook niet en breng geen
vuur of vlammen in de buurt van de brandstof
of van de machine.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om het
risico op brand of brandwonden zo klein
mogelijk te houden. Deze is zeer
ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een houder
die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed dicht
na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof
naar buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld
voordat u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
machine.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
· Gebruik
brandstof
niet
voor
VOORZICHTIG - Gebruik voor het
schoonmaakwerkzaamheden.
· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding brandstofmengsel nooit een brandstof met
een ethanolpercentage van meer dan 10%;
komt.
gasohol
(ethanol-benzinemengsel)
is
acceptabel met een ethanolpercentage tot
A
BENZINE
OLIE
10% of E10-brandstof.
2%-50 : 1
l
1
5
10
15
20
25
l
0,02
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
(cm3)
(20)
(100)
(200)
(300)
(400)
(500)
Dit product wordt aangedreven door een
tweetaktmotor waarbij er een voormenging
moet plaatsvinden van olie en benzine voor
tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en
de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone
houder die goedgekeurd is voor benzine.
AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS
GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE
BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN
([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL.
Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine
volgens de instructies op de verpakking.
Wij adviseren om Efco - Oleo-Mac olie voor
tweetaktmotoren op 2% (1:50) te gebruiken, die
specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
De juiste olie-/benzineverhoudingen die
aangegeven zijn in de tabel (Fig. A) zijn geschikt
als men PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie
gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge
kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties).
OPMERKING - Bereid slechts de benodigde
hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet
lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het
wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator
van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te
gebruiken om het mengsel voor een periode van
12 maanden te bewaren.
Alkylaatbenzine
VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale benzine.
Motoren die met normale benzine afgesteld
zijn vereisen mogelijk een andere afstelling
van de schroef H. Wend u voor deze afstelling
tot een erkend servicecentrum.
Bijvullen
Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de
tank bijvult.
STARTEN
Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
Het werktuig mag niet draaien als de
motor op het stationair toerental draait. Anders
contact opnemen met een Authorized Service
Center voor het uitvoeren van een controle en
het probleem op te lossen.
LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR
AUTO’S OF OLIE VOOR TWEETAKTWAARSCHUWING: Houd de bosmaaier
BUITENBOORDMOTOREN.
stevig met beide handen vast. Houd de steel
altijd aan de rechterkant van uw lichaam.
VOORZICHTIG:
Houd de bosmaaier nooit met gekruiste
- Koop alleen de hoeveelheid brandstof die u handen vast. Linkshandigen dienen deze
nodig heeft; koop niet meer dan dat u in instructies ook op te volgen. Sta in een goede
houding om te snoeien.
één of twee maanden gebruikt;
- Bewaar de benzine in een hermetisch
Blootstelling aan trillingen kan letsel
gesloten tank op een koele en droge plaats.
veroorzaken bij personen die lijden aan
109
NL
bloedsomloopproblemen
of
zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts
indien u fysieke symptomen heeft zoals
verstijving, gevoelloosheid, vermindering van
de normale kracht of variaties in de kleur van de
huid. Deze symptomen doen zich doorgaans
voor in de vingers, handen of polsen.
Voordat u de machine start, dient u te controleren
of de gashendel vrij functioneert.
STARTPROCEDURE
1) Duw de primer 4 keer zacht in (9, Fig.1).
2) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand
CLOSE (A, Fig.15).
3) Trek de gashendel (18, Fig.1) geheel in en
vergrendel deze door knop (22) gelijktijdig in
te drukken en deze vast te houden en
gashendel (18) los te laten.
4) Zet de bosmaaier in een stabiele stand op de
grond. Controleer of het snijgereedschap vrij
WAARSCHUWING: houd u aan de
is. Houd de bosmaaier met één hand vast
veiligheidsinstructies voor het hanteren van
(Fig.15A), trek aan de startkabel (niet meer
de brandstof. Zet altijd de motor uit voordat u
dan 3 keer) totdat u de eerste plof van de
NL de tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een
motor hoort. Een nieuwe machine kan een
apparaat met een draaiende of hete motor.
aantal extra pogingen vereisen.
Ga minimaal 3 m van de plaats waar de 5) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand
bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan
OPEN (B, Fig.15).
voordat u de motor start. NIET ROKEN!
6) Trek aan de startkabel om de motor te starten.
1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon
Laat de machine na de start enkele seconden
om verontreiniging te voorkomen.
warmlopen zonder de gashendel aan te
2. Draai de tankdop langzaam los.
raken. De machine kan er bij kou of op grote
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
hoogte wat langer over doen om op te
tank. Voorkom morsen.
warmen. Druk ten slotte de gashendel (18,
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u
Fig. 1) in om de semi-versnelling uit te
de pakking schoon te maken en te controleren.
schakelen.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
VOORZICHTIG:
gemorste brandstof.
- Wikkel de startkabel nooit om uw hand.
- Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte
WAARSCHUWING: controleer of er
van de startkabel; hierdoor kan hij breken.
brandstoflekken zijn, en los deze op voordat
- Laat de startkabel niet plotseling los; houd
u het apparaat gebruikt. Neem zo nodig
de starthandgreep (14, Fig.1) vast en laat
contact op met de klantenservice van uw
de kabel langzaam oprollen.
leverancier.
Motor is verzopen
- Plaats een geschikt gereedschap in de dop
van de bougie.
- Wrik de dop van de bougie.
- Draai de bougie los en maak hem droog.
- Zet het gas helemaal open.
- Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
- Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
- Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als de
motor koud is.
- Start de motor.
110
LET OP: als de motor warm is geen choke
gebruiken om te starten.
LET OP: Gebruik het semiversnellingsapparaatje uitsluitend bij de
startfase van de motor koud.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental.
gebruik van onbuigzame maaibladen,
snijwerkzaamheden vlakbij hekken, kanten
van gebouwen, boomstronken, stenen of
andere soortgelijke voorwerpen die tot
kickout van de bosmaaier kunnen leiden en
schade aan het maaiblad kunnen veroorzaken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe Voor dit soort werkzaamheden adviseren wij
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik. het gebruik van de nylon draden. Bovendien
dient u in dergelijke omstandigheden alert te
zijn op afketsen.
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd om het
vermogen te vergroten; de motor zou hierdoor
beschadigd kunnen raken.
Laat de motor stationair lopen door gashendel (18,
WAARSCHUWING:
Gebruik
een
Fig. 1) los te laten. Laat de motor even stationair
bosmaaier nooit boven het grondoppervlak
lopen om deze enigszins af te laten koelen.
of met het snijwerktuig in verticale stand.
Zet de motor uit, het indrukken van de schakelaar Gebruik de bosmaaier nooit als heggenschaar.
(17).
WAARSCHUWING: Als het maaiblad,
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
nadat het goed vastgezet is, los gaat zitten,
onmiddellijk stoppen met werken. De
LET OP: Zorg er voor elk gebruik voor dat borgmoer kan versleten zijn of beschadigd en
de draagriemen van het frame (zie Fig.26) goed moet dan vervangen worden. Gebruik nooit
gespannen zijn.
niet-geautoriseerde onderdelen om het
maaiblad vast te zetten. Als het maaiblad los
VERBODEN GEBRUIK
blijft zitten, contact opnemen met uw dealer.
Gebruik een bosmaaier nooit met een
WAARSCHUWING: Vermijd kickout, dit loszittend maaiblad.
kan leiden tot ernstig letsel. Kickout is de
zijwaarste of plotselinge voorwaartse Voorzorgsmaatregelen voor het werkgebied
beweging van de machine die ontstaat
wanneer het maaiblad in contact komt met • Verricht snoeiwerkzaamheden altijd met
een voorwerp zoals een houtblok of een
beide voeten op een stevige ondergrond om
steen, of wanneer het maaiblad vast komt te
verlies van evenwicht te voorkomen.
zitten in het hout. Het in aanraking komen • Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig
met een voorwerp kan ook leiden tot verlies
staan. Controleer het gebied om u heen op
van controle over de bosmaaier .
mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken,
sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet
LET
OP!
Altijd
de
bewegen.
veiligheidsvoorsschriften volgen. De bosmaaier • Snoei niet boven borsthoogte, een bosmaaier
moet siechts gebruikt worden voor het knippen
is moeilijk onder controle tegen kickout te
van gras en kleine heesters. Zaag hout alleen
houden als u hem hoger houdt.
met een geschikte zaagblad. Zaag geen metaal, • Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels.
kunststof, metselwerk, of bouwmaterialen die
Lat dat werk over aan deskundigen.
niet van hout zijn. Het is verboden ieder ander • Snoei alleen als zicht en licht voldoende zijn
materiaal te knippen. De bosmaaier niet
voor u om duidelijk te kunnen zien.
gebruiken om voorwerpen op te lichten, te • Snoei niet als u op een ladder staat, dit is
verplaatsen, te versplinteren. Niet blokkeren
uiterst gevaarlijk.
op een vaste steun. Het is verboden om aan het • Stop de bosmaaier als het maaiblad een
hoofdcontact van de bosmaaier andere
vreemd voorwerp raakt. Controleer het
hulpstukken te verbinden als die door de
maaiblad en de bosmaaier; herstel eventuele
fabrikant aangegeven worden.
beschadigde onderdelen.
• Houd het maaiblad vrij van vuil en zand. Zelfs
WAARSCHUWING: Vermijd, bij het
111
NL
een kleine hoeveelheid vuil kan het maaiblad
bot maken en de kans op kickout vergroten.
• Stop de motor voordat u de bosmaaier neer
zet.
• Wees bijzonder voorzichtig en alert tijdens het
dragen van gehoorbescherming want
dergelijke apparatuur kan uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen, enz.) belemmeren.
• Wees uiterst voorzichtig bij het werken op
hellingen of ongelijkmatig terrein.
WAARSCHUWING:
• Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren of
iets anders uw controle over de machine niet
kunnen beïnvloeden.
• Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren, enz.,
niet in aanraking komen met het snijwerktuig
of losse voorwerpen die door het snijwerktuig
weggeslingerd kunnen worden.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
niet tenzij u in staat bent om hulp te roepen in
geval van een ongeluk.
Gebruik
nooit 2. Gebruik de machine niet bij slecht weer, zoals
dichte mist, hevige regen, sterke wind, intense
gebieden met veel stenen. Weggeslingerde
koude, enz. Werken bij slecht weer is
voorwerpen of beschadigde maaibladen
vermoeiend en brengt vaak extra risico’s met
kunnen leiden tot ernstig of dodelijk letsel bij
zich mee, zoals bevroren grond, enz.
de operator of omstanders. Pas goed op voor 3. Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig
weggeslingerde voorwerpen. Draag altijd
staan. Controleer het gebied om u heen op
goedgekeurde oogbescherming. Buig u nooit
mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken,
over de beschermkap van het snijwerktuig.
sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet
Stenen, rommel, enz. kunnen naar boven
bewegen. Pas extra goed op als u op een
geslingerd worden en blindheid of ernstig
hellend terrein werkt.
letsel veroorzaken. Houd onbevoegden op 4. Schakel de motor uit voordat u naar een ander
afstand. Kinderen, dieren, nieuwsgierigen en
gebied loopt.
helpers moeten op 15 m afstand gehouden 5. Zet de machine nooit op de grond met
worden. Zet de machine onmiddellijk uit als
lopende motor.
iemand u benadert. Zwaai de machine nooit • Gebruik altijd de juiste uitrusting.
rond voordat u gecontroleerd heeft wat er • Verzeker u ervan dat de uitrusting goed
achter u gebeurt om zeker te weten- dat er
afgesteld is.
niemand in de veiligheidszone staat.
• Organiseer uw werk zorgvuldig.
• Werk altijd vol gas wanneer u begint te snoeien
Werktechnieken
met het maaiblad.
Algemene werkinstructies
• Gebruik altijd scherpe maaibladen.
NL onbuigzame maaibladen bij het snoeien in
WAARSCHUWING:In dit deel worden de
fundamentele
veiligheidsmaatregelen
beschreven voor het werken met kapzagen
en trimmers. Als u een situatie tegenkomt
waarin u niet zeker weet wat te doen dient u
een deskundige te raadplegen. Neem contact
op met uw dealer of onderhoudswerkplaats.
Vermijd alle gebruik waarvan u denkt dat het
buiten uw capaciteiten valt. U moet het
verschil begrijpen tussen bos uitdunnen, gras
opruimen en grasmaaien voordat u begint.
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
1. Kijk om u heen:
112
WAARSCHUWING: Noch de operator
van de machine noch iemand anders mag het
gesnoeide materiaal verwijderen terwijl de
motor loopt of het snijwerktuig draait, dit kan
tot ernstig letsel leiden. Stop de motor en het
snijwerktuig voordat u materiaal verwijdert
dat zich rond het maaiblad heeft gewonden,
anders loopt u kans op letsel. Het kegelwiel
kan tijdens gebruik heet worden en nog een
tijd heet blijven. U kunt zich verbranden als u
het aanraakt.
WAARSCHUWING: Soms raken takken
of gras verstrikt tussen de beschermkap en
het snijwerktuig. Zet de motor altijd uit
voordat u dit schoonmaakt.
te bepalen om gebruik te kunnen maken van
de windrichting, zodat gesnoeide stengels op
het vrijgemaakte gebied vallen.
Controleer voordat u begint
• Controleer het maaiblad op barsten aan de
onderkant van de tanden of in de buurt van
het gat in het midden. Gooi het maaiblad weg
als u barsten aantreft.
• Controleer of de steunflens niet gebarsten is
door moeheid of doordat het te stevig is
vastgedraaid. Gooi de steunflens weg als hij
gebarsten is.
• Verzeker u ervan dat de borgmoer goed werkt.
Het aanhaalkoppel van de borgmoer dient 25
Nm te zijn.
• Controleer of de beschermkap van het maaiblad
niet beschadigd of gebarsten is. Vervang de
beschermkap als hij gebarsten is.
Grasmaaien met een grasmaaiblad
• Gebruik grasmaaibladen en grassnijders niet
voor houtachtige stengels.
• Een grasmaaiblad kan gebruikt worden voor
alle soorten lang of grof gras.
• Het gras wordt met een zijdelingse, zwaaiende
beweging afgesneden, de beweging van
rechts-naar-links is de maaislag en de
beweging van links-naar-rechts is de
retourslag. Laat de linkerkant van het maaiblad
(tussen 8 en 12 uur) maaien.
• Als het blad bij het grasmaaien naar links
gedraaid wordt, zal het gras op een rij
verzameld worden, dit maakt het verzamelen,
bijv. met een hark, makkelijker.
• Probeer ritmisch te werk te gaan. Ga stevig
staan met uw voeten uit elkaar. Stap naar
voren na de retourslag en ga weer stevig
staan.
• Laat het steundeksel lichtjes op de grond
rusten. Dit zorgt ervoor dat het blad de grond
niet raakt.
• Verminder het risico van het omwikkelen van
materiaal rond de steel door de volgende
instructies op te volgen:
1. Werk altijd met vol gas.
2. Vermijd het eerder gemaaide materiaal
tijdens de retourslag.
• Stop de motor, maak de machine los van het
draagstel los en leg hem op de grond voordat
u het gemaaide materiaal gaat verzamelen.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
nooit zonder beschermkap of met een defecte
beschermkap. Gebruik de machine nooit
zonder de transmissie-as.
Verwijderen van struikgewas
• Controleer, voordat u met maaien begint, het
gebied waar u wilt werken, het soort terrein,
de helling, of er stenen, gaten zijn, enz.
• Begin daar waar het gebied het makkelijkst te
bewerken is, maak een open ruimte van
waaruit u kunt werken.
• Werk systematisch van de ene kant naar de
andere, maak bij iedere stap een ruimte vrij
van ongeveer 4-5 m. Zodoende gebruikt u het
volledige bereik van de machine in beide
richtingen en zo krijgt de operator een
gunstige en gevarieerde werkpositie.
• Maak een strook van ongeveer 75 m lengte
vrij. Beweeg de brandstoftank naar gelang het
werk vordert.
• Op hellend terrein moet u langs de helling
werken. Het is makkelijker om langs een
helling te werken dan van beneden naar
boven.
• U dient de strook te plannen om te voorkomen
dat u over sloten of andere obstakels op de
grond moet gaan. U dient ook de werkrichting
Grasmaaien met een snoeimes
VOORZICHTIG: Werk niet met een
maaidraad die langer is dan goed is voor de
beoogde diameter. Als de beschermkap goed
is gemonteerd, zal het ingebouwde mes de
draad automatisch op de juiste lengte
afstellen. Te lange draden leiden tot
overbelasting van de motor, hetgeen schade
toebrengt aan het koppelingsmechanisme en
nabij gelegen onderdelen.
113
NL
Maaien
• Houd de maaikop vlak boven de grond op zijn
kant. Het einde van de draad doet het werk.
Laat de draad in zijn eigen tempo werken.
Duw de draad nooit in het gebied dat gemaaid
moet worden.
• De draad kan makkelijk gras en onkruid
verwijderen langs muren, hekken, bomen en
bermen, het kan echter ook schade toebrengen
aan gevoelig schors van bomen en struiken,
en palen van hekken beschadigen.
• Verminder het risico van beschadiging aan
planten door de draad tot 10-12 cm korter te
NL
maken en het motortoerental te verlagen.
Vegen
• Het ventilatie-effect van de draaiende draad
kan gebruikt worden om snel en makkelijk
rommel op te ruimen. Houd de draad parallel
aan en boven het gebied dat geveegd moet
worden en beweeg het gereedschap heen en
weer.
• Bij het maaien en vegen dient u met volledig
geopend gas te werken om de beste resultaten
te behalen.
WAARSCHUWING: Maai nooit wanneer
er slecht zicht is of bij erg hoge of lage
temperaturen of wanneer het vriest.
Opruimen
• De opruimtechniek verwijdert alle ongewenste
vegetatie. Houd de maaikop vlak boven de Bos uitdunnen met gebruik van een zaagblad
• Het risico van kickout wordt groter naar gelang
grond op zijn kant. Laat het eind van de draad
de doorsnede van de stammen. Daarom dient
de grond rond bomen, palen, beelden en
u te voorkomen om te snoeien met het
dergelijke raken.
gedeelte van het blad tussen 12 en 3 uur
(Fig.16).
VOORZICHTIG: Deze techniek versnelt • Om de boom naar links te vellen, moet de
de slijtage van de draad.
onderkant van de boom naar rechts geduwd
worden. Zet het blad schuin en breng het
diagonaal naar rechts naar beneden, oefen
• De draad slijt sneller en moet vaker verlengd
stevige druk uit. Duw tegelijkertijd met de
worden als u tegen stenen, bakstenen, beton,
beschermkap tegen de stam. Zaag met het
metalen hekken, enz., werkt, dan wanneer de
gedeelte van het blad tussen 3 en 5 uur. Zet het
draad in contact komt met bomen en houten
gas helemaal open voordat u het zaagblad
hekken.
vooruitbeweegt.
• Bij het maaien en opruimen dient u met • Om de boom naar rechts te vellen, moet de
minder ver geopend gas te werken zodat de
onderkant van de boom naar links geduwd
draad langer meegaat en slijtage van de
worden. Zet het blad schuin en breng het
maaikop verminderd wordt.
diagonaal naar rechts naar boven. Zaag met
het gedeelte van het blad tussen 3 en 5 uur
zodat de draairichting van het blad de
Maaien
onderkant van de boom naar links duwt.
• De trimmer is ideaal om gras te maaien dat
moeilijk bereikbaar is met een gewone • Om een boom naar voren te laten vallen, moet
de onderkant van de boom naar achteren
grasmaaier. Houd het koord tijdens het maaien
getrokken worden. Trek het zaagblad met een
parallel met de grond. Duw de maaikop niet
snelle, stevige beweging naar achteren.
tegen de grond want dit kan het gazon vernielen
• Als de stammen erg dicht op elkaar staan, pas
en het gereedschap beschadigen.
uw loopsnelheid dan aan.
• Laat de maaikop niet steeds in contact komen • Als het blad in een stam blijft steken, de
met de grond tijdens het normale maaien.
machine nooit lostrekken. Als u dat doet
Dergelijk continu contact kan schade en
kunnen het blad, het kegelwiel, de steel of het
slijtage toebrengen aan de maaikop.
handvat beschadigd raken. Laat de handvaten
los, pak de steel met beide handen vast en trek
de machine voorzichtig los.
114
Het gebruik van het cirkelzaagblad
WAARSCHUWING: Cirkelzaagbladen
zijn geschikt voor het uitdunnen van
struiken en het omzagen van kleine bomen
met een doorsnede tot 5 cm. Probeer geen
bomen om te zagen die een grotere doorsnede
hebben, omdat het blad vast kan slaan of de
kapzaag naar voren kan trekken. Dit kan
schade veroorzaken aan het blad of leiden tot
verlies van controle over de kapzaag, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel.
LET OP – Wanneer u de machine in/op een
voertuig vervoert, moet u nagaan of ze correct
en stevig is bevestigd in/op het voertuig met
riemen. De machine moet in horizontale positie
vervoerd worden, met lege brandstoftank. Zorg
er tevens voor dat u geen inbreuk pleegt op de
geldende normen voor het vervoer van dergelijke machines.
NL
WAARSCHUWING: Een zaagblad mag
alleen gebruikt worden samen met de
geschikte beschermkap (zie tabel pag. 121)
een dubbele handgreep en een dubbel
draagstel met ontkoppelingsmechanisme.
Bosmaaien met een zaagblad
• Dunne stammen en struikgewas worden
omgemaaid. Werk met een zaagbeweging,
door een zijwaartse beweging te maken.
• Probeer verscheidene stengels in één enkele
zaagbeweging te maaien.
• Bij groepen stammen van hard hout, eerst het
gebied rond de groep vrijmaken. Begin met het
snoeien van de hogere stammen rond de
buitenkant van de groep om vastraken te
voorkomen. Snoei de stammen vervolgens tot
de gewenste hoogte. Probeer nu het blad naar
binnen te brengen en snoei vanuit het midden
van de groep. Als het nog steeds moeilijk
bereikbaar is, snoei dan de bovenkant van de
stammen en laat ze naar beneden vallen. Dit zal
het risico om vast te komen zitten verkleinen.
8. TRANSPORT
Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor
zijn uitgeschakeld en het blad zijn bedekt met de
maaibladbeveiliging (Fig. 3).
LET OP: Monteer bij transport of opslag de
beschermkap p.n. 4196086 van de maaischijf op
de bosmaaier zoals op de Fig. 3 is weergegeven.
115
9. ONDERHOUD
NL
Complete Machine
Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage)
x
Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamheden
x
Bedieningselementen (Stop-knop, Chokehendel, Gashendel,
Werking controleren
Interlockstarter)
Brandstoftank
Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage)
Brandstoffilter en leidingen
Inspecteren
x
x
x
Spanning controleren
x
x
Kegelwiel
Inspecteren (Schade, Slijtage en Smeerniveau)
x
Koppelingstrommel
Inspecteren (Schade en Slijtage)
x
Vervangen
Alle toegankelijke schroeven en moeren (Niet de afstelschroeven) Inspecteren
Opnieuw aanhalen
Schoonmaken
Luchtfilter
Startkoord
Schoonmaken
Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamheden
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Controleer stationair toerental (snijwerktuig
mag niet draaien bij stationair toerental)
Bougie
Controleer de opening van de elektrode
x
x
116
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Controleer of de blokkeermoer van het
snijwerktuig goed vastzit
x
x
x
x
x
Door dealer laten vervangen
Moeren en schroeven snijwerktuig
x
x
Vervangen
Trillingstandaards
x
x
Vervangen
Carburateur
x
x
Vervangen
Cilinderribben
Startsysteem ventilatiegaten
x
x
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Vervangen
Inspecteren (Schade en Slijtage)
jaarlijks of elke
100 uur
x
Schoonmaken
Slijpen
Beschermkap snijwerktuigen
Zoals vereist
x
Schoonmaken, Filterelement vervangen
Snijwerktuigen
Indien beschadigd of
defect
Elke maand
Let er alstublieft op dat de volgende onderhoudsintervals alleen van toepassing zijn op normale werkomstandigheden.
Als uw dagelijks werk meer tijd vergt dan normaal of als er sprake is van moeilijke maai-omstandigheden, dan moeten
de voorgestelde intervals dienovereenkomstig verkort worden
Vóór elk gebruik
Onderhoudstabel
x
x
x
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze motor, inclusief het emissiecontrolesysteem, moet worden beheerd, gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen in de gebruikershandleiding om de emissieprestaties
die van toepassing zijn op niet voor de weg bestemde mobiele machines binnen de wettelijke
eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk gebruikt worden.
ze abnormale trillingen veroorzaken in de
machine, waardoor de messen zelf kapot
zouden kunnen gaan.
SLIJPEN VAN DE SCHIJF (8 TANDEN)
Controleer altijd de algehele conditie van het
maaiblad. Een juiste scherpte van het blad geeft
maximale maaiprestaties van de bosmaaier. Om
het blad te slijpen dient men een vijl of slijpsteen
te gebruiken. Het blad dient met beleid te worden
geslepen waarbij u de hoeken en rondingen
aanhoudt zoals is aangegeven in Fig. 16A.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud HET SLIJPEN VAN HET ZAAGBLAD
van de motor of van de machine kan mogelijke • Zie de verpakking van de snijwerktuigen voor
NL
storingen van het emissiecontrolesysteem verode juiste aanwijzingen voor het slijpen.
orzaken waardoor niet meer wordt voldaan aan
Een goed geslepen blad is essentieel om effide toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval
ciënt te kunnen werken en om onnodige slijtamoet onmiddellijk actie worden ondernomen
ge van het blad en de kapzaag te voorkomen.
om de storingen van het systeem te repareren en
• Zorg ervoor dat het blad goed ondersteund
de toepasselijke eisen te herstellen.
wordt terwijl u het vijlt. Gebruik een 5,5 mm
ronde vijl.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist • De vijlhoek is 15°. Vijl de tanden om de beurt
naar rechts en degene er tussenin naar links.
gebruik of onderhoud:
Als het blad veel putjes van stenen vertoont
-
De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
kan het, in uitzonderlijke gevallen, nodig zijn
- Gebruik van brandstof en/of motorolie die
de bovenste snijkant met een platte vijl bij te
niet aan de kenmerken voldoen die in het howerken. Als dat zo is, dan moet dit gedaan
ofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn aangegeworden voordat u met de ronde vijl gaat werven;
ken. De bovenste snijkanten moeten bij alle
- Gebruik van niet-originele onderdelen, bijvotanden gelijkmatig gevijld worden.
orbeeld bougies, enz.;
-
Geen of niet-passend onderhoud van het
LET OP! – Verkeerd snijgereedschap of een
lossysteem, inclusief verkeerde onderhoudsinverkeerd geslepen mes verhogen het gevaar voor
tervallen voor uitlaat, bougie, luchtfilter, enz.
een terugslag. Controleer de maaimessen op
LET OP - Manipulatie van deze motor beschadigingen of barsten; als ze beschadigd zijn,
maakt het EU-certificaat met betrekking tot moeten ze worden vervangen.
de emissies ongeldig.
WAARSCHUWING:
Repareer
Het CO2-niveau van deze motor kan worden beschadigde snijwerktuigen nooit door ze te
gevonden op de WEBSITE van Emak (www. lassen, recht te buigen of de vorm ervan te
myemak.com) in het deel “The Outdoor Power veranderen. Hierdoor kunnen delen van het
Equipment World”.
snijwerktuig losraken en dit kan ernstig of
dodelijk letsel veroorzaken.
SLIJPEN VAN MAAIMESSEN (2-3-4 TANDEN)
1. De maaimessen kunnen worden omgekeerd: NYLON DRAADKOP
wanneer een kant niet scherp meer is, kan het Gebruik alleen draad met dezelfde diameter om
mes worden omgekeerd om de andere kant overbelasting van de machine te voorkomen
(Fig. 18).
te gebruiken (Fig. 17).
2. De maaimessen worden geslepen met een Om het nylonsnoer te verlengen het uiteinde op
de grond slaan, terwijl men werkt.
platte vijl met enkelvoudige snede (Fig. 17).
3. Om de uitbalancering te handhaven moeten N.B.: Het uiteinde niet op cement of plaveisel slaan:
dat kan gevaarlijk zijn.
alle snijkanten gelijkmatig worden gevijld.
4. Als de messen niet goed geslepen zijn, kunnen Vervanging van de nylondraad van de
117
LOAD&GO draadkop (Fig.19)
1. Snijd 6.0 m nylondraad Ø 3.0 mm.
2. Lijn de pijlen uit en steek de draad in de
draadkop (Fig. 19.1) totdat hij aan de andere
kant naar buiten komt (Fig. 19.2).
3. Verdeel de draad in twee gelijke delen (Fig.
19.3) en wind de draadkop op door aan de
knop te draaien (Fig. 19.4).
TRANSMISSIE
Smeer de groef van de slang (B, Fig.25) om de 20
bedrijfsuren met molybdeendisulfidevet.
Smeer de verbindingsgroef van de steel
(D, Fig. 25) om de 30 bedrijfsuren met
molybdeendisulfidevet.
CARBURATEUR
LET OP! – Draag altijd veiligheidshand- Voor het eventueel afstellen van de carburateur
schoenen tijdens het plegen van onderhoud. moet het luchtfilter schoon zijn (B, Fig. 22) en de
Verricht nooit onderhoud bij warme motor.
motor moet op bedrijfstemperatuur zijn. Deze
motor is ontworpen in overeenstemming met de
NL Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het toepassing van de verordeningen (EU) 2016/1628.
schoonmaken.
LUCHTFILTER
Elke 8-10 werkuren dient u de kap te verwijderen
(A, Fig. 22). Reinig het filter (B).
Met perslucht van een afstand van binnen naar
buiten blazen.
De motor loopt onregelmatig als het filter is
vervuild. De machine verbruikt dan meer brandstof
en levert minder vermogen.
BENZINEFILTER
Controleer het benzinefilter regelmatig op
vervuiling. Een vuil filter veroorzaakt slecht starten
en minder vermogen. Om het filter te reinigen
dient u als volgt te werk te gaan. Verwijder het
filter via de vulopening. Vervang het indien het
vuil is (Fig. 21).
Schroef T (Fig. 20) (stationairschroef ) is dusdanig
afgesteld dat er een goede veiligheidsmarge
is tussen het stationair toerental en het
aangrijptoerental van de centrifugaalkoppeling.
LET OP: De carburateur mag niet onklaar
gemaakt worden.
LET OP: Wanneer de motor stationair
draait (2800 omwentelingen/min) mag het
maaiblad meedraaien. We raden u aan alle
brandstofafstellingen te laten uitvoeren door
uw dealer of erkende onderhoudswerkplaats.
LET OP: Weersomstandigheden kunnen
invloed hebben op de carburateurafstelling.
MOTOR
Reinig de koelribben van de cilinder indien nodig UITLAAT
met een borstel op perslucht. Oververhitting kan
veroorzaakt worden door het niet tijdig reinigen
WAARSCHUWING! - Deze knalpot is uitgerust
van de cilinder.
met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de katalysator
BOUGIE
nooit wijzigen of verwijderen: indien u dat wel doet,
Reinig de bougie indien nodig (Fig. 23) en bent u wettelijk strafbaar.
controleer de elektrode-afstand. Gebruik een NGK
BPMR8Y bougie of een bougie van een ander merk
WAARSCHUWING! - Knalpotten uitgerust
met een equivalent thermisch bereik.
met een katalysator worden bij het gebruik zeer
heet en blijven dat ook lang nadat de motor is
stilgelegd. Dit is ook het geval wanneer de motor
TANDWIELHUIS
Na elke 30 werkuren, de schroef (D, Fig. 8) stationair loopt. Bij aanraking kan de huid
verwijderen en de hoeveelheid vet controleren. brandwonden oplopen. Vergeet ook het
Gebruik niet meer dan 10 gram. Gebruik een hoge brandgevaar niet!
kwaliteit molybdeen disulfide vet.
118
Vet het licht in om roesten te voorkomen.
VOORZICHTIG! - Een beschadigde uitlaat - Verwijder de bladmontageringen, maak het
moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak verstopt
tandwielhuis schoon en vet deze licht in.
is, kan dit betekenen dat de katalysator een beperkt - Maak de brandstoftank leeg en draai de dop er
rendement heeft.
weer op.
- Maak de koelsleuven en de luchtfilter zorgvuldig
schoon (B, Fig. 22).
WAARSCHUWING: Werk niet met uw
bosmaaier als de demper beschadigd, afwezig - Berg de maaier op op een droge plaats, vrij van
de vloer en niet in de buurt van hittebronnen.
of gewijzigd is. Een onvoldoende onderhouden
demper verhoogt het risico op brand en
gehoorverlies.
11. MILIEUBESCHERMING
Tijdens het gebruik van de machine moet de
BUITENGEWOON ONDERHOUD
bescherming van het milieu een belangrijk
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
NL
einde van elk seizoen, moet een algemene ten gunste van de samenleving en van de
natuur
waarin
we
leven.
controle op het apparaat worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus van het - Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
assistentienetwerk.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van het maaiafval nauwgezet op.
LET OP: Alle niet in deze handleiding
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
beschreven onderhoudshandelingen moeten
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie,
door een geautoriseerde werkplaats uitgevoerd
benzine, accu’s, filters, versleten delen of elk
worden. Om een constant en regelmatig
onderdeel dat een slechte invloed heeft op
functioneren van de grasmaaier te garanderen,
het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet
denk eraan, dat eventuele vervanging van
bij het huisvuil worden geworpen, maar
onderdelen alleen moet gebeuren met ORIGINELE
moet worden gescheiden en naar speciale
RESERVE-ONDERDELEN.
verzamelcentra worden gebracht, die de
materialen zullen recyclen.
Eventuele niet-geautoriseerde
wijzigingen en/of niet-originele
wisselstukken kunnen tot ernstig letsel Slopen en afdanken
leiden en zelfs tot de dood van de operator of Laat de machine na de buitenwerkingstelling
niet in het milieu achter, maar wend u tot een
anderen.
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de
10. OPSLAG
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt bouw van de machine gebruikt zijn, zijn
recyclebaar: alle metalen (staal, aluminium,
zal worden:
- Ledig de brandstoftank en maak hem schoon m e s s i n g ) k u n n e n a a n e e n n o r m a l e
in een goed geventileerde ruimte. Om de ijzerhandelaar worden gegeven. Neem voor
carburateur te ledigen moet de motor meer informatie contact op met de normale
worden gestart en moet u wachten tot de afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het afval
motor stopt (als u het mengsel in de dat afkomstig is van de sloop van de machine
carburateur laat, zouden de membranen moet met respect voor het milieu worden
verwerkt zonder de bodem, de lucht en het
beschadigd kunnen worden).
- Na de winterstalling zijn de startprocedures water te vervuilen.
dezelfde als bij de normale start van de In elk geval moeten de plaatselijk geldende
machine (pag. 108).
wetten op dit gebied in acht worden
- Volg alle onderhoudswerkzaamheden op genomen.
zoals hiervoor vermeld bij Onderhoud.
- Maak de bosmaaier geheel schoon en vet Bij machine sloop, moet u het label van de
alle metalen delen in met een dunne olie.
CE-markering samen met deze handleiding te
- Verwijder het maaiblad en maak het schoon. vernietigen.
119
12. TECHNISCHE GEGEVENS
DSF 5500 - BCF 550
NL
Cylindrerinhoud
cm3
2 takt EMAK
Motor
Vermogen
51.7
kW
2.4
Minimum toerental/min.
min-1
2800
Maximaal toerental van de
uitgagsans
min-1
8.500
Toerental van de motor bij het
maximale toerental van de
uitgangsas
min-1
11.700
Inhoud brandstoftank
cm3
1200 (1.2 l)
Primer carburateur
Ja
Schwingungsdämpfung
Ja
Maaibreedte
cm
38
Gewicht zonder snijwerktuig
en bescherming
kg
12.5
120
Aanbevolen snijwerktuigen
Model
Snijwerktuigen
Beschermkappen
NL
Ø mm
DSF 5500
BCF 550
380
P.N. 63129007
380
P.N. 63129008
DSF 5500
BCF 550
380
P.N. 63019018
380
P.N. 63019017
DSF 5500
BCF 550
305
P.N. 4095665AR
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
*
DSF 5500
BCF 550
305
P.N. 4095675AR
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
*
DSF 5500
BCF 550
255
P.N. 4095563AR
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
*
DSF 5500
BCF 550
255
P.N. 4095065AR
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
*
DSF 5500
BCF 550
255
P.N. 4095066AR
P.N. 4174279
*
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
P.N. 61042035BR
P.N. 61042036BR
* Bescherming onderdeelnr. 4179113AR niet nodig. Metaal snijwerktuigen.
WAARSCHUWING!!!
Het risico op ongevallen neemt toe wanneer verkeerde snijapparaten worden gebruikt!
Gebruik uitsluitend de aanbevolen snijapparaten en beschermingen, en respecteer de
instructies voor het slijpen.
121
DSF 5500 - BCF 550
NL
LpA av
Geluidsdruck dB (A) EN 11806
EN 22868
102.3
103.4
2.0
2.0
112.5
113.1
3.0
3.0
LWA
Gegarangeerd
2000/14/EC
acoustisch
dB (A)
EN 22868
vermogensniveau
EN ISO 3744
116.0
116.0
EN 11806
De
2
Trillingsintensiteit m/s EN 22867
EN 12096
2.8 (sx)
2.1 (dx)
5.6 (sx)
3.4 (dx)
Onnauwkeurigheid m/s2
1.0 (sx)
0.8 (dx)
0.9 (sx)
1.1 (dx)
Onnauwkeurigheid dB (A)
Het
2000/14/EC
geluidsniveau dB (A) EN 22868
werd gemeten
EN ISO 3744
Onnauwkeurigheid dB (A)
EN 12096
* - Gewogen gemiddelde waarden: 1/2 minimum, 1/2 volle lading (draad) of 1/2 max. snelheid leeg (maaiblad).
122
*
*
13. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
De ondergetekende, Emak spa via Fermi, 4 - 42011
Bagnolo in Piano (RE) ITALY verklaart onder eigen
verantwoordelijkheid dat de machine:
1. Type: bosmaaier
2. Merk Efco, Type DSF 5500
Merk Oleo-Mac, Type BCF 550
3. Serienummer 797 XXX 0001 ÷ 797 XXX 9999
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn / verordening en
latere wijzigingen of aanvullingen:
2006/42/CE - 2000/14/CE - 2014/30/EU - (EU) 2016/1628 2011/65/EU, è voldoet aan de voorschriften van de volgende
geharmoniseerde normen:
EN ISO 11806-2:2011 – EN 55012:2007 – EN 55012:2007/
A1:2009 – ISO 14982:1998
Gevolgde procedures voor de conformiteitsbeoordeling:
Annex V - 2000/14/CE
Gemeten geluidsvermogensniveau: 113.1 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau:116.0 dB (A)
De technische documentatie staat ter beschikking in het
hoofdkantoor: Technisch bestuur
Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy - via Fermi, 4
Datum: 01/06/2020
s.p.a.
Fausto Bellamico - President
NL
14. GARANTIEBEWIJS
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste
productietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24
maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12
maanden bij professioneel gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant
vervangt gratis de onderdelen met defecten in
materiaal, afwerking en productie via het
verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De
garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen de
consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt
door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo
snel als organisatorisch mogelijk is repareren.
3) Om een aanvraag tot technische assistentie onder
garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde
personeel het onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de leverancier,
volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon
met de aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
-
Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het
product,
Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen,
Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of
accessoires,
- Reparaties die uitgevoerd zijn door onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen
die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit
van de garantie.
6) Onder de garantie vallen geen aanpassingen en
verbeteringen van het product.
7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en
onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen
zijn tijdens de garantieperiode.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het
transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de
transporteur, anders vervalt de garantie.
9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton,
Subaru, Honda, Kipor, Lombardini, Kohler, enz.) die
gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie
die gegeven wordt door de fabrikant van de motor.
10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte
schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen
door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
-
MODELL
DATUM
SERIENUMMER
LEVERANCIER
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten.
123
15. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u
de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert,
behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem
dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze
tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM
De motor start niet of
NL gaat na enkele seconden
na het starten weer uit.
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSING
1. Controleer de vonk van de
bougie. Als er geen vonk is,
herhaal de test dan met een
nieuwe bougie (BPMR8Y).
2. Volg de procedure op pag. 110
Als de motor nog niet start,
herhaal de procedure dan met
1. Er is geen vonk
2. Motor is verzopen
een nieuwe bougie.
De motor start, maar
versnelt niet voldoende
of werkt niet goed bij
hoge snelheid.
De motor bereikt de
volledige snelheid niet
en/of geeft zeer veel rook
af.
De carburateur
worden afgesteld.
moet
1. Controleer het olie-/
benzinemengsel.
2. Luchtfilter is vuil.
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
De motor start, draait en
versnelt, maar wil niet
stationair lopen.
De carburateur
worden afgesteld
De motor start en werkt,
maar het werktuig draait
niet
Koppeling, kegelwiel of
transmissiestang
beschadigd
WAARSCHUWING:
R aak
het
snijwerktuig
nooit aan als de
motor loopt.
moet
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum
om
de
carburateur te laten afstellen.
1. Gebruik verse benzine en een
olie die geschikt is voor
tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken; zie de instructies in
het hoofdstuk Onderhoud van het
luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
Stel de stationairstelschroef "T"
(Fig.20) naar links bij om de
snelheid te verhogen; zie het
hoofdstuk Onderhoud carburateur.
Vervang ze indien nodig; neem
contact op met een Erkende
Hesteller
LET OP: Probeer nooit reparaties uit te voeren als u niet over de middelen en de nodige
technische kennis beschikt. Slecht uitgevoerde werkzaamheden doet de garantie automatisch
vervallen en ontheft de fabrikant van e ontheft de fabrikant van elke aansprakelijkheid.
124