Manual de Usuario Garmin 010-12242-20 de handleiding

Type
de handleiding
BC
30 draadloze achteruitrijcamera
Installatie-instructies
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van
elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist
aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het
voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
LET OP
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Deze installatie-instructies zijn niet van toepassing op een
specifiek voertuigtype en zijn bedoeld als algemene richtlijn bij
het installeren van dit product op uw voertuig. Neem bij vragen
over uw specifieke voertuig contact op met de fabrikant van uw
voertuig.
Overzicht van het toestel
Onderdeel Beschrijving
À
BC 30 ontvangerkabel
Het GPS-toestel moet via deze kabel van stroom worden
voorzien om te kunnen communiceren met de camera.
Á
Zender
Â
Camera
Ã
Montagesteun voor camera
Benodigd gereedschap
Boormachine en boor van 9,09 mm (0,36 inch, maat T)
Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
Schroeven, bouten of kabelbinders (om de zender te
bevestigen)
Knijpconnector of soldeer en krimpkous
RV-kit (optioneel)
Installatie
De ontvanger installeren
Voordat u de BC 30 ontvangerkabel kunt installeren, moet u de
software op uw GPS-toestel bijwerken naar de nieuwste
softwareversie. Uw GPS-toestel is mogelijk niet compatibel met
de BC 30 camera zonder de meest recente software. Lees de
gebruikershandleiding bij uw GPS-toestel of ga naar garmin.com
/express voor meer informatie over het bijwerken van uw GPS-
toestel.
De ontvanger voor de draadloze camera is ingebouwd in de BC
30 ontvangerkabel die is meegeleverd met uw draadloze
achteruitrijcamera.
Gebruik de BC 30 ontvangerkabel die is meegeleverd met uw
BC 30 camera om uw GPS-toestel te verbinden met de
stroomvoorziening van uw voertuig.
Raadpleeg de handleiding van uw GPS-toestel voor meer
informatie over het aansluiten op de stroomvoorziening van
uw voertuig.
OPMERKING: De BC 30 ontvangerkabel bevat een
verkeersinformatie-ontvanger. Als uw GPS-toestel beschikt
over levenslange verkeersinformatie, blijven de functies voor
verkeersinformatie gewoon werken wanneer u de BC 30
ontvangerkabel gebruikt.
Aandachtspunten bij het bevestigen van de camera
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze
van een montagelocatie voor de camera.
U dient een voorziene montagelocatie te testen voordat u de
camera definitief monteert.
Als u de camera hoger op de achterkant van het voertuig
installeert, krijgt u een betere kijkhoek.
De meegeleverde beugel kan op een kentekenplaat of
soortgelijk oppervlak worden geklikt, of kan worden
vastgemaakt op de achterkant van het voertuig met de
meegeleverde zelftappende bolkopschroeven.
Aandachtspunten met betrekking tot zenderlocatie en
bedrading
KENNISGEVING
U dient de zender niet vast te houden of op uw lichaam te
dragen terwijl deze in gebruik is.
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze
van een locatie voor het installeren van de draadloze zender.
Test een voorziene installatielocatie voordat u de zender
definitief installeert.
Sommige voertuigen bieden geen constant minimumvoltage
voor de achteruitrijlichten. U moet een auto-relais gebruiken
wanneer u de zender en camera aansluit op een
voedingsbron die geen constant voltage levert.
Hoewel de zender het videosignaal over een afstand van ca.
13,5 m (45 ft.) kan overbrengen, heeft de locatie van de
zender mogelijk invloed op dit bereik.
Hoe dichter u de zender bij de ontvanger installeert, hoe
betrouwbaarder het signaal.
De zender geeft het beste signaal wanneer een van de
platte oppervlakken
À
in de richting van de ontvanger
wijst.
20 Installatie-instructies
Massieve metalen voorwerpen of apparaten
Á
in het pad
van de zender beperken de zendafstand aanzienlijk.
Hoe minder massieve objecten aanwezig zijn in het pad
tussen de zender en het toestel, hoe betrouwbaarder het
signaal.
Als de afstand tussen de camera en de zender groter is dan
de lengte van de meegeleverde kabel, kunt u extra
verlengkabels gebruiken. U kunt een verlengkabel van 15 m
(50 ft.) aanschaffen, en u kunt zelfs meer dan één
verlengkabel installeren. Bezoek uw plaatselijke Garmin
dealer of ga naar www.garmin.com voor meer informatie.
De zekeringhouder bij de zender is niet waterdicht. Het wordt
afgeraden om de zekeringhouder te installeren op een locatie
die is blootgesteld aan de elementen.
De connector tussen de camera en de zender is niet
waterdicht. Zorg ervoor dat de verbinding waterdicht is als u
deze wilt maken op een locatie die is blootgesteld aan de
elementen.
Als u de camera op een boottrailer installeert of op een
andere locatie die kan blootstaan aan water, dient u alle
kabelaansluitingen en de zekeringhouder in de zenderkabel
waterdicht te maken.
De locatie van de camera en de zender testen
1
Bevestig de camera tijdelijk op de voorziene montagelocatie.
2
Plaats de zender tijdelijk op de voorziene installatielocatie en
verbind deze met de voeding en de camera.
TIP: Als u de bedrading van uw voertuig niet wilt losmaken
voor deze test, kunt u de zender en camera aansluiten op
een 12 V gelijkstroombatterij.
3
Test de zender op correcte werking door stroom toe te
voeren naar het GPS-toestel via de BC 30 ontvangerkabel.
Als u geen videobeelden op het GPS-toestel ziet op de
gewenste installatielocatie, verplaats de zender dan naar een
andere locatie en probeer het opnieuw.
4
Herhaal stap 2–3 totdat de zender goed werkt.
5
Test het camerabeeld door de videobeelden op het toestel te
bekijken.
6
Als de camera geen optimaal zicht biedt voor uw voertuig,
verplaats deze dan naar een andere locatie en probeer het
opnieuw.
7
Herhaal stap 5–6 totdat de montagelocatie van de camera
optimaal zicht biedt voor uw voertuig.
TIP: Onthoud welke richting boven is bij het testen van het
camerabeeld, zodat u bent verzekerd van een correcte
permanente bevestiging.
De camera monteren
Voordat u de camera permanent monteert, moet u controleren
of de montagelocatie optimaal zicht biedt voor uw voertuig (De
locatie van de camera en de zender testen).
Als u de camera al op de beugel hebt aangebracht, moet u deze
eerst losmaken.
1
Plaats de beugel
À
op de montagelocatie.
2
Selecteer een optie:
Als u de beugel direct op het oppervlak van uw voertuig
monteert, markeert u de locatie van de twee gaten in de
beugel
Á
.
Als u de beugel op een kentekenplaat aanbrengt,
verwijder dan een van de schroeven van de kentekenplaat
en breng de steun zo aan dat het gat in de beugel
Â
op
één lijn ligt met het gat in de kentekenplaat.
3
Bevestig de beugel op het voertuig met de meegeleverde
zelftappende schroeven
Ã
of met de schroef van de
kentekenplaat
Ä
die u in stap 2 hebt verwijderd.
4
Plaats de camera in de beugel en bepaal waar de
camerakabel
Å
het beste het voertuig kan worden
binnengeleid.
5
Boor met een geschikte boor een gat voor de camerakabel.
6
Voer de camerakabel door het gat en leid de kabel naar de
locatie van de zender.
Verlengkabels van 15 m (50 ft.) kunnen zo nodig apart
worden aangeschaft.
7
Bevestig de camera in de beugel met de meegeleverde
zeskantige bouten
Æ
.
8
Stel de hoek van de camera in en draai de zeskantige bouten
vast met de meegeleverde sleutel.
9
Breng RV-kit rond de kabel aan op de plaats waar deze het
voertuig binnengaat (optioneel).
De zender installeren
Voordat u de zender permanent installeert, moet u testen of de
zender correct werkt op de betreffende locatie (De locatie van
de camera en de zender testen).
1
Bevestig de zender op de installatielocatie met geschikte
bevestigingsmaterialen zoals schroeven, bouten of
kabelbinders.
De zekeringhouder bij de zender is niet waterdicht. Het wordt
afgeraden om de zekeringhouder te installeren op een locatie
die is blootgesteld aan de elementen.
2
Sluit de camera en de kabels van de zender aan.
De connector tussen de camera en de zender is niet
waterdicht. Zorg ervoor dat de verbinding waterdicht is als u
deze wilt maken op een locatie die is blootgesteld aan de
elementen.
3
Sluit de voedingskabel
À
van de zender aan op een 12–24 V
gelijkstroombron, bij voorkeur een achteruitrijlicht
Á
, met
behulp van een knijpconnector (niet meegeleverd).
Installatie-instructies 21
OPMERKING: Als u de zender verbindt met een constante
12–24 V gelijkstroombron (zoals een rijlicht) in plaats van een
achteruitrijlicht, moet u de stroom naar de zender handmatig
inschakelen. De zender kan uw accu doen leeglopen als
deze niet wordt uitgeschakeld.
4
Als u geen knijpconnector gebruikt voor de verbinding,
soldeer de elektrische onderdelen dan vast en isoleer ze met
een krimpkous om ze te beschermen tegen de elementen.
Appendix
Meerdere camera's
U kunt maximaal vier draadloze camera's koppelen met de BC
30 ontvangerkabel. U kunt bijvoorbeeld één op uw voertuig
geïnstalleerde achteruitrijcamera koppelen en een tweede
camera die op een aanhanger is geïnstalleerd. Zie de BC 30
draadloze camera gebruikershandleiding voor informatie over
het koppelen van meerdere camera's.
De gebruikershandleiding downloaden
U kunt de meest recente gebruikershandleiding downloaden op
internet.
1
Ga naar garmin.com/manuals/BC30.
2
Bekijk of download de volledige gebruikershandleiding in de
indeling van uw voorkeur.
Specificaties
Ingangsspanning camera en
zender
Van 9 tot 28 V gelijkstroom
Zekering zender 500 mA, snelle zekering
Stroomverbruik camera en
zender
150 mA bij 12 V gelijkstroom
Waterbestendigheid camera en
zender
IEC 60529 IPX7*
Temperatuurbereik camera Van -40° tot 85°C (van -40° tot
185°F)
Temperatuurbereik zender en
ontvangerkabel
Van -20° tot 70°C (van -4° tot
158°F)
Ingangsspanning ontvangerkabel Van 10 tot 24 V
Zekering ontvangerkabel 2 A, 250 V
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water
tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga
voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
22 Installatie-instructies

Documenttranscriptie

BC™ 30 draadloze achteruitrijcamera Installatie-instructies Inleiding WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken. Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product. LET OP Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren. KENNISGEVING Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt. Deze installatie-instructies zijn niet van toepassing op een specifiek voertuigtype en zijn bedoeld als algemene richtlijn bij het installeren van dit product op uw voertuig. Neem bij vragen over uw specifieke voertuig contact op met de fabrikant van uw voertuig. Overzicht van het toestel Installatie De ontvanger installeren Voordat u de BC 30 ontvangerkabel kunt installeren, moet u de software op uw GPS-toestel bijwerken naar de nieuwste softwareversie. Uw GPS-toestel is mogelijk niet compatibel met de BC 30 camera zonder de meest recente software. Lees de gebruikershandleiding bij uw GPS-toestel of ga naar garmin.com /express voor meer informatie over het bijwerken van uw GPStoestel. De ontvanger voor de draadloze camera is ingebouwd in de BC 30 ontvangerkabel die is meegeleverd met uw draadloze achteruitrijcamera. Gebruik de BC 30 ontvangerkabel die is meegeleverd met uw BC 30 camera om uw GPS-toestel te verbinden met de stroomvoorziening van uw voertuig. Raadpleeg de handleiding van uw GPS-toestel voor meer informatie over het aansluiten op de stroomvoorziening van uw voertuig. OPMERKING: De BC 30 ontvangerkabel bevat een verkeersinformatie-ontvanger. Als uw GPS-toestel beschikt over levenslange verkeersinformatie, blijven de functies voor verkeersinformatie gewoon werken wanneer u de BC 30 ontvangerkabel gebruikt. Aandachtspunten bij het bevestigen van de camera Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze van een montagelocatie voor de camera. • U dient een voorziene montagelocatie te testen voordat u de camera definitief monteert. • Als u de camera hoger op de achterkant van het voertuig installeert, krijgt u een betere kijkhoek. • De meegeleverde beugel kan op een kentekenplaat of soortgelijk oppervlak worden geklikt, of kan worden vastgemaakt op de achterkant van het voertuig met de meegeleverde zelftappende bolkopschroeven. Aandachtspunten met betrekking tot zenderlocatie en bedrading KENNISGEVING U dient de zender niet vast te houden of op uw lichaam te dragen terwijl deze in gebruik is. Onderdeel Beschrijving À Á  à BC 30 ontvangerkabel Het GPS-toestel moet via deze kabel van stroom worden voorzien om te kunnen communiceren met de camera. Zender Camera Montagesteun voor camera Benodigd gereedschap • Boormachine en boor van 9,09 mm (0,36 inch, maat T) • Nr. 2 kruiskopschroevendraaier • Schroeven, bouten of kabelbinders (om de zender te bevestigen) • Knijpconnector of soldeer en krimpkous • RV-kit (optioneel) 20 Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze van een locatie voor het installeren van de draadloze zender. • Test een voorziene installatielocatie voordat u de zender definitief installeert. • Sommige voertuigen bieden geen constant minimumvoltage voor de achteruitrijlichten. U moet een auto-relais gebruiken wanneer u de zender en camera aansluit op een voedingsbron die geen constant voltage levert. • Hoewel de zender het videosignaal over een afstand van ca. 13,5 m (45 ft.) kan overbrengen, heeft de locatie van de zender mogelijk invloed op dit bereik. ◦ Hoe dichter u de zender bij de ontvanger installeert, hoe betrouwbaarder het signaal. ◦ De zender geeft het beste signaal wanneer een van de platte oppervlakken À in de richting van de ontvanger wijst. Installatie-instructies • • • • ◦ Massieve metalen voorwerpen of apparaten Á in het pad van de zender beperken de zendafstand aanzienlijk. ◦ Hoe minder massieve objecten aanwezig zijn in het pad tussen de zender en het toestel, hoe betrouwbaarder het signaal. Als de afstand tussen de camera en de zender groter is dan de lengte van de meegeleverde kabel, kunt u extra verlengkabels gebruiken. U kunt een verlengkabel van 15 m (50 ft.) aanschaffen, en u kunt zelfs meer dan één verlengkabel installeren. Bezoek uw plaatselijke Garmin dealer of ga naar www.garmin.com voor meer informatie. De zekeringhouder bij de zender is niet waterdicht. Het wordt afgeraden om de zekeringhouder te installeren op een locatie die is blootgesteld aan de elementen. De connector tussen de camera en de zender is niet waterdicht. Zorg ervoor dat de verbinding waterdicht is als u deze wilt maken op een locatie die is blootgesteld aan de elementen. Als u de camera op een boottrailer installeert of op een andere locatie die kan blootstaan aan water, dient u alle kabelaansluitingen en de zekeringhouder in de zenderkabel waterdicht te maken. De locatie van de camera en de zender testen 1 Bevestig de camera tijdelijk op de voorziene montagelocatie. 2 Plaats de zender tijdelijk op de voorziene installatielocatie en 3 4 5 6 7 verbind deze met de voeding en de camera. TIP: Als u de bedrading van uw voertuig niet wilt losmaken voor deze test, kunt u de zender en camera aansluiten op een 12 V gelijkstroombatterij. Test de zender op correcte werking door stroom toe te voeren naar het GPS-toestel via de BC 30 ontvangerkabel. Als u geen videobeelden op het GPS-toestel ziet op de gewenste installatielocatie, verplaats de zender dan naar een andere locatie en probeer het opnieuw. Herhaal stap 2–3 totdat de zender goed werkt. Test het camerabeeld door de videobeelden op het toestel te bekijken. Als de camera geen optimaal zicht biedt voor uw voertuig, verplaats deze dan naar een andere locatie en probeer het opnieuw. Herhaal stap 5–6 totdat de montagelocatie van de camera optimaal zicht biedt voor uw voertuig. TIP: Onthoud welke richting boven is bij het testen van het camerabeeld, zodat u bent verzekerd van een correcte permanente bevestiging. De camera monteren Voordat u de camera permanent monteert, moet u controleren of de montagelocatie optimaal zicht biedt voor uw voertuig (De locatie van de camera en de zender testen). Als u de camera al op de beugel hebt aangebracht, moet u deze eerst losmaken. 1 Plaats de beugel À op de montagelocatie. Installatie-instructies 2 Selecteer een optie: 3 4 5 6 7 8 9 • Als u de beugel direct op het oppervlak van uw voertuig monteert, markeert u de locatie van de twee gaten in de beugel Á. • Als u de beugel op een kentekenplaat aanbrengt, verwijder dan een van de schroeven van de kentekenplaat en breng de steun zo aan dat het gat in de beugel  op één lijn ligt met het gat in de kentekenplaat. Bevestig de beugel op het voertuig met de meegeleverde zelftappende schroeven à of met de schroef van de kentekenplaat Ä die u in stap 2 hebt verwijderd. Plaats de camera in de beugel en bepaal waar de camerakabel Å het beste het voertuig kan worden binnengeleid. Boor met een geschikte boor een gat voor de camerakabel. Voer de camerakabel door het gat en leid de kabel naar de locatie van de zender. Verlengkabels van 15 m (50 ft.) kunnen zo nodig apart worden aangeschaft. Bevestig de camera in de beugel met de meegeleverde zeskantige bouten Æ. Stel de hoek van de camera in en draai de zeskantige bouten vast met de meegeleverde sleutel. Breng RV-kit rond de kabel aan op de plaats waar deze het voertuig binnengaat (optioneel). De zender installeren Voordat u de zender permanent installeert, moet u testen of de zender correct werkt op de betreffende locatie (De locatie van de camera en de zender testen). 1 Bevestig de zender op de installatielocatie met geschikte bevestigingsmaterialen zoals schroeven, bouten of kabelbinders. De zekeringhouder bij de zender is niet waterdicht. Het wordt afgeraden om de zekeringhouder te installeren op een locatie die is blootgesteld aan de elementen. 2 Sluit de camera en de kabels van de zender aan. De connector tussen de camera en de zender is niet waterdicht. Zorg ervoor dat de verbinding waterdicht is als u deze wilt maken op een locatie die is blootgesteld aan de elementen. 3 Sluit de voedingskabel À van de zender aan op een 12–24 V gelijkstroombron, bij voorkeur een achteruitrijlicht Á, met behulp van een knijpconnector (niet meegeleverd). 21 OPMERKING: Als u de zender verbindt met een constante 12–24 V gelijkstroombron (zoals een rijlicht) in plaats van een achteruitrijlicht, moet u de stroom naar de zender handmatig inschakelen. De zender kan uw accu doen leeglopen als deze niet wordt uitgeschakeld. 4 Als u geen knijpconnector gebruikt voor de verbinding, soldeer de elektrische onderdelen dan vast en isoleer ze met een krimpkous om ze te beschermen tegen de elementen. Appendix Meerdere camera's U kunt maximaal vier draadloze camera's koppelen met de BC 30 ontvangerkabel. U kunt bijvoorbeeld één op uw voertuig geïnstalleerde achteruitrijcamera koppelen en een tweede camera die op een aanhanger is geïnstalleerd. Zie de BC 30 draadloze camera gebruikershandleiding voor informatie over het koppelen van meerdere camera's. De gebruikershandleiding downloaden U kunt de meest recente gebruikershandleiding downloaden op internet. 1 Ga naar garmin.com/manuals/BC30. 2 Bekijk of download de volledige gebruikershandleiding in de indeling van uw voorkeur. Specificaties Ingangsspanning camera en zender Van 9 tot 28 V gelijkstroom Zekering zender 500 mA, snelle zekering Stroomverbruik camera en zender 150 mA bij 12 V gelijkstroom Waterbestendigheid camera en zender IEC 60529 IPX7* Temperatuurbereik camera Van -40° tot 85°C (van -40° tot 185°F) Temperatuurbereik zender en ontvangerkabel Van -20° tot 70°C (van -4° tot 158°F) Ingangsspanning ontvangerkabel Van 10 tot 24 V Zekering ontvangerkabel 2 A, 250 V *Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. 22 Installatie-instructies
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Manual de Usuario Garmin 010-12242-20 de handleiding

Type
de handleiding