NL6
Toetsenblokkering
Deze functie blokkeert de toetsen om het per abuis activeren van de kookplaat te voorkomen. Om de toetsenblokkering te activeren schakelt u de kookplaat in en houdt u de toets
drie seconden ingedrukt een geluidssignaal en een lichtinstallatie in de signaalactivering van het symbool voor het hangslot. Het bedieningspaneel wordt helemaal geblokkeerd,
behalve de uitschakelfunctie. Om de blokkering van de bedieningen te deactiveren, herhaalt u de activeringsprocedure. Het lichtpuntje gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of voorwerpen die op de toets onder het symbool worden gezet, kunnen ertoe leiden dat de
toetsenblokkering onbedoeld geactiveerd of gedeactiveerd wordt.
Kookwekker
De kookwekker kan gebruikt worden om een bereidingstijd in te stellen van maximaal 99 minuten (1 uur en 39 minuten) voor alle kookzones.
Selecteer de kookzone die in combinatie met de timer gebruikt moet worden, druk op de timer (zie afbeelding) en een piepsignaal duidt de functie
aan. Op het display verschijnt "00" en de LED-indicatie gaat branden. De waarde van de kookwekker kan verhoogd of verlaagd worden door de
toetsen “+” of “-” ingedrukt te houden. Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, is een geluidssignaal hoorbaar en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. Om
de kookwekker uit te schakelen de toets ten minste 3 seconden ingedrukt houden.
Herhaal de bovenstaande stappen om de kookwekker voor een andere zone in te stellen. Het display van de timer toont altijd de timer voor de geselecteerde zone of
de kortste timer.
Om de timer te wijzigen of te deactiveren de toets voor het selecteren van de kookzone indrukken voor de timer in kwestie.
Waarschuwingen van het bedieningspaneel.
Speciale functies (indien aanwezig)
Sommige modellen hebben speciale functies:
EcoBooster
Met de kookplaat ingeschakeld de kookzone selecteren met het symbool Eco Booster erin.
Om de functie in of uit te schakelen op de knop drukken
Met de EcoBooster functie kan het water aan de kook worden gebracht en blijft het koken, zonder te morsen, met een lager energieverbruik.
Om deze controle te optimaliseren en te zorgen voor de beste energiebesparing, is het raadzaam om een pan te gebruiken met een diameter van de bodem die gelijk
is aan die van de geselecteerde kookzone. De kwaliteit van de gebruikte pan, de aanwezigheid of afwezigheid van deksel of zout, kan invloed hebben op de prestaties
van de functie. Er wordt 2 tot 3 liter water (bij voorkeur op kamertemperatuur) aanbevolen, en het is raadzaam om geen deksel te gebruiken.
Het is in ieder geval raadzaam om een controle te houden op de kookomstandigheden en op de hoeveelheid resterend water..
Automatische functie
Via deze functie wordt het apparaat automatisch ingesteld op een niveau voor het behouden van zachtjes koken. Activeer deze functie nadat u het gerecht aan de kook
heeft gebracht door eerst op de bijbehorende zoneknop en vervolgens op de knop
te drukken.
Warmhouden
Via deze functie wordt het apparaat automatisch ingesteld op een niveau dat zojuist bereide voedsel warm houdt en serveerschotels warm houdt (met
inductiegeschikte accessoire).
Druk op toets : op het display verschijnt “A”, het lampje gaat branden. Om de functie uit te schakelen drukt u op de knop .
Sudderen
Nadat het gerecht aan de kook is gebracht, wordt door op knop te drukken automatisch een vermogensniveau ingesteld dat geschikt is om een suddertemperatuur te
behouden. Op het display verschijnt “A”: het lampje gaat branden. Om de functie uit te schakelen drukt u op de knop .
Smelten
Met de functie Smelten blijft de kookzone op een lage en uniforme temperatuur werken. Nadat de pan/accessoire op de gekozen kookzone is geplaatst, schakelt u de kookplaat
in en selecteert u de kookzone. Druk op toets
: op het display verschijnt “A”, het lampje gaat branden. Om de functie uit te schakelen drukt u op de knop .
Restwarmte-indicatie.
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een restwarmte-indicator. Deze indicatie waarschuwt de gebruiker wanneer er nog kookzones heet zijn.
Als het display weergeeft, is de kookzone nog heet. Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te
houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone is afgekoeld, wordt het display uitgeschakeld.
Indicator 'verkeerde pan of geen pan'.
Als u een pan gebruikt die niet geschikt is, niet correct gepositioneerd is of niet over de juiste afmeting beschikt voor uw inductiekookplaat, dan wordt
de indicatie “geen pan” op het display weergegeven (zie de afbeelding aan de zijkant). Als er binnen 60 seconden geen pan gedetecteerd wordt, gaat de
kookplaat uit.