NL57
Toetsenblokkering
De functie blokkeert de bedieningen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden ingeschakeld. Om de blokkering van het bedieningspaneel te activeren,
schakelt u de kookplaat in en houdt u de Blokkeerfunctie gedurende drie seconden ingedrukt. Een geluidssignaal en een lampje boven het slotsymbool geven
aan dat de functie geactiveerd is. Het bedieningspaneel is geblokkeerd, met uitzondering van de uitschakelfunctie. Om de blokkering van de bedieningen uit
te schakelen herhaalt u de instellingsprocedure. Het lichtpuntje gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of voorwerpen die op de toets onder het symbool worden gezet, kunnen ertoe leiden
dat de blokkering van het bedieningspaneel onbedoeld in- of uitgeschakeld wordt.
Kookwekker
De kookwekker kan gebruikt worden om een bereidingstijd in te stellen van maximaal 99 minuten (1 uur en 39 minuten) voor alle kookzones.
Selecteer de kookzone die in combinatie met de timer gebruikt moet worden, druk op de timer (zie afbeelding) en een piepsignaal duidt de functie aan.
Op het display verschijnt “00” en de Led-indicatie gaat branden. De waarde van de kookwekker kan verhoogd of verlaagd worden door de toetsen “+”
of “-” ingedrukt te houden. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, is een geluidssignaal hoorbaar en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. Om de
kookwekker uit te schakelen de toets ten minste 3 seconden ingedrukt houden.
Herhaal de bovenstaande stappen om de kookwekker voor een andere zone in te stellen. Het display van de timer toont altijd de timer voor de geselecteerde
zone of de kortste timer.
Om de timer te wijzigen of te deactiveren de toets voor het selecteren van de kookzone indrukken voor de timer in kwestie.
Waarschuwingen van het bedieningspaneel
Restwarmte-indicator
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een restwarmte-indicator. Deze indicator signaleert welke kookzones nog warm zijn.
Als op het display wordt weergegeven, is de kookzone nog warm. Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het bijvoorbeeld mogelijk
een gerecht warm te houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone afkoelt, gaat het display uit.
Indicator “verkeerde pan of geen pan”
Als de pan niet geschikt is voor uw inductiekookplaat, verkeerd geplaatst is of niet de juiste afmeting heeft, verschijnt de indicatie “geen pan” op
het display (afbeelding hiernaast). In deze situaties wordt aanbevolen de pan op de kookplaat te verplaatsen tot u de juiste positie vindt. Als er
binnen 60 seconden geen pan gedetecteerd wordt, gaat de kookplaat uit.
Snelkookfunctie (Booster)
Deze functie is slechts op enkele kookzones aanwezig en maakt het mogelijk het vermogen van de plaat optimaal te benutten (bijvoorbeeld om snel water aan
de kook te brengen). Om de functie in te schakelen drukt u op de “+” toets tot “P” op het display verschijnt. Na 10 minuten gebruik van de Booster-functie past
het apparaat de zone automatisch aan naar niveau 9.
“Vermogensbeheer” (indien aanwezig)
Met behulp van de functie “Power management” (vermogensbeheer) kan de gebruiker het maximale vermogen van de kookplaat indien nodig instellen.
Deze instelling is altijd mogelijk en wordt behouden tot de volgende wijziging.
Door het instellen van het vereiste maximumvermogen past de kookplaat automatisch de verdeling in de verschillende kookzones aan, en zorgt ervoor dat deze
limiet nooit wordt overschreden; met het voordeel dat het ook in staat is om alle zones tegelijk te beheren, maar zonder overbelasting.
Er zijn vier maximale vermogensniveaus aanwezig die worden weergegeven op het display: 2,5 – 4,0 – 6,0 – 7,2 kW (7,2 kW wordt beschouwd als het maximale
vermogen van de kookplaat).
Op het moment van aankoop is de kookplaat ingesteld op maximaal vermogen.
Na het aansluiten van het apparaat op het stopcontact is het de eerste 60 seconden mogelijk het gewenste vermogensniveau in te stellen door de volgende
punten uit te voeren:
Stap Bedieningspaneel Bedieningsdisplay
1
Houd de toets ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
2
Druk op de vermogensregelingstoets
om de vorige stap te bevestigen.
Het display toont .
3
/
Indrukken om het gekozen vermogen
onder de beschikbare opties in te
stellen.
Zowel het lampje als de in-bedrijf-lampjes voor de
afzonderlijke kookzones gaan branden.
4
Druk op de vermogensregelingstoets
om de vorige stap te bevestigen.
De display geeft het ingestelde niveau dat ongeveer
2 seconden knippert; waarna de kookplaat een
geluidssignaal afgeeft en dan zichzelf uitschakelt; het is
nu klaar voor gebruik.
In het geval van een fout tijdens instellen van het vermogen verschijnt het symbool in het midden en klinkt gedurende 5 seconden een geluidssignaal.
Herhaal in een dergelijk geval de conguratieprocedure vanaf het begin. Als de fout aanwezig blijft, neem dan contact op met de Servicedienst.
Tijdens normaal gebruik knippert het gebruikte zoneniveau tweemaal en klinkt een geluidssignaal wanneer de gebruiker probeert het maximaal beschikbare
vermogensniveau (indien bereikt) te verhogen.
Voor een hoger vermogen in de betreffende zone moet het vermogensniveau van één of meerdere reeds actieve kookzones handmatig worden verlaagd.