ProForm PETL78718s de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
Modelnummer PETL78718.1S
Serienummer
Schrijf het serienummer in het
vakje hierboven voor latere naslag.
Serienummersticker
iconeurope.com
KLANTENDIENST
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u dit
apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbre-
ken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
GEBRUIKERSHANDLEIDING
500
T
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE LOOPBAND GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
INFORMATIE OVER RECYCLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de voorkant van deze hand-
leiding en vraag om een gratis vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Let op: De stickers worden mogelijk niet
op ware grootte weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
PROFORM en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google LLC. Het BLUETOOTH woord-teken en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG,
Inc. en worden gebruikt onder licentie. IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS
en in andere landen en worden in licentie gebruikt.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
in deze handleiding.
5. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
6. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. De loopband zou niet door personen die
meer dan 125 kg wegen gebruikt mogen
worden.
11. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
12. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
13. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 18). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
14. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (2 mm
2
) van 1,5 m of korter.
15. Houd het stroomsnoer uit de buurt van ver-
warmde oppervlakken.
16. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt.
(Zie ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN op bladzijde 28 als de loopband
niet goed werkt.)
17. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gaat
gebruiken (raadpleeg HET APPARAAT
INSCHAKELEN op bladzijde 20). Draag altijd
de clip tijdens het gebruik van de loopband.
18. Sta altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende loopband.
21. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
22. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
23. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar) en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
24. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
bladzijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op bladzijde 27). U moet
in staat zijn om 20 kg veilig op te kunnen
tillen om de loopband te verplaatsen.
25. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt tij-
dens het inklappen of het verplaatsen van de
loopband. Gebruik de loopband niet als deze
is ingevouwen.
26. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
27. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
28. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
29. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
30. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
500T loopband. De 500T loopband biedt
een aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld
om uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de loopband begint te
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Noteer het productmodelnum-
mer en het serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke-
ning hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Hartslagmonitor
Bedieningspaneel
Tablethouder
Sleutel/Clip
Accessoireshouder
Accessoireshouder
Stroomschakelaar
Band
Motorkap
Voetleuning
Schroeven van
de Spanrol
Loopvlak met Kussen
Lengte: 199 cm
Breedte: 84 cm
Gewicht: 75 kg
Wiel
6
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Gebruik de onderstaande tekeningen om kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere
tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding.
Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onder-
deel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
3/8" Sterring
(6)–6
5/16" Sterring
(7)–14
#8 x 1/2"
Aardingsschroef
(1)–1
#8 x 1/2"
Schroef (10)–8
3/8" x 2 3/8" Schroef (2)–2
#10 x 3/4"
Schroef (9)–4
#8 x 3/4"
Schroef (11)–16
#10 Sterring
(8)–4
3/8" x 1 1/4" Schroef
(3)–2
3/8" x 1 1/2" Schroef
(4)–2
5/16" x 2" Schroef (5)–4
M4 x 16mm
Schroef (24)–4
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan na verzending een vettige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant van
de loopband bevinden, veeg dit dan weg met
een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen worden met “R”
of “Right” aangegeven.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
één Philips schroevendraaier
één instelbare sleutel
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• documenteert uw eigendom
activeert uw garantie
garandeert eersteklas klantenondersteuning
als u ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
bel dan met de Klantenservice (zie de kaft van
deze handleiding) en registreer uw product.
1
8
3. Leg de Rechterstaander (79) bij de Basis (88).
Druk de Doorvoerhuls (81) in het vierkante gat
(B) in de Rechterstaander (79). Zorg ervoor dat
de aardingsdraad (C) niet bekneld raakt.
Indien er een schroef (D) is die vooraf is geïn-
stalleerd in de Rechterstaander (79), dient u
deze te verwijderen en weg te gooien.
Maak vervolgens de aardingsdraad (C) aan de
Rechterstaander (79) vast met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (1).
88
79
1
79
A
2
80
81
C
B
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de draadband die de Draad van de
Staander (80) aan de voorkant van de Basis (88)
bevestigd.
Zoek vervolgens naar de Rechterstaander (79).
Laat een tweede persoon de Rechterstaander bij
de Basis (88) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak de draadband
(A) in de Rechterstaander (79) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (80)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Rechterstaander terwijl
u het andere uiteinde van de draadband door de
Rechterstaander trekt.
88
79
80
80
A
3
D
9
5. Bevestig de Rechterstaander (79) en de Basis
(88) met een 3/8" x 2 3/8" Schroef (2), een 3/8" x
1 1/4" Schroef (3), een 3/8" x 1 1/2" Schroef (4),
en drie 3/8" Sterringen (6) zoals afgebeeld; draai
de Schroeven nog niet volledig vast.
Bevestig de Linkerstaander (niet afgebeeld)
zoals geïnstrueerd in stappen 4 en 5. Let op:
Er zijn geen draden aan de linkerkant.
4. Leg de Rechterstaander (79) bij de Basis (88)
zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de Draad van
de Staander (80) niet bekneld raakt. Schuif
vervolgens de Rechterstaander zodat de 3/8"
x 2 3/8" Schroef (2) in de Basis in ingebracht
in de sleuf (E) in de Rechterstaander. Maak de
Schroef nog niet vast.
5
4
3
4
88
6
88
6
79
79
E
2
6
2
80
10
6. Verwijder en bewaar de vier aangegeven
5/16" x 3/4" Schroeven (13).
6
13
13
7. Bevestig een Handleuning (72) op de Rechter-
staander (79) met twee 5/16" x 2" Schroeven
(5) en twee 5/16" Sterringen (7). Draai beide
Schroeven eerst aan, en draai ze dan vast.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(80) niet bekneld raakt.
Verwijder en gooi de twee aangegeven schroe-
ven (F) weg.
7
80
72
5
7
79
F
11
9. Schuif de Dwarsstang van de Staander (77) tus-
sen de Linker- en de Rechterstaander (78, 79).
Maak de Dwarsstang van de Staander vast met
de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (13) die u heeft
verwijderd in stap 6 en vier 5/16" Sterringen (7);
draai alle vier Schroeven aan en zet ze dan
vast.
9
7
13
13
7
78
79
77
8. Bevestig de andere Handleuning (72) op
de Linkerstaander (78) met twee 5/16" x 2"
Schroeven (5) en twee 5/16" Sterringen (7).
Draai beide Schroeven eerst aan, en draai ze
dan vast.
Verwijder en gooi de twee aangegeven schroe-
ven (F) weg.
7
72
5
8
78
F
12
85
86
10
10
75
74
G
G
10
10. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (74)
naar beneden gericht op een zacht oppervlak om
krassen op de Basis van het Bedieningspaneel
te voorkomen.
Verwijder en gooi de twee aangegeven
schroeven (G) weg. Verwijder dan de Hartslag-
dwarsstang (75).
Zoek vervolgens de Linker- en de Rechterhouder
(85, 86). Maak de Houders vast aan de Basis
van het Bedieningspaneel (74) met acht #8 x 1/2"
Schroeven (10). Draai de Schroeven niet te
vast.
Verwijder de vier aangegeven 5/16" x 3/4"
Schroeven (13) en bewaar ze.
10
10
13
13
75
72
11
11. BELANGRIJK: Gebruik geen groot gereed-
schap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (9)
niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (75)
niet te beschadigen.
Richt de Hartslagdwarsstang (75) zoals afge-
beeld. Maak de Hartslagdwarsstang aan de
Handleuningen (72) vast met vier #10 x 3/4"
Schroeven (9) en vier #10 Sterringen (8). Draai
alle vier Schroeven eerst aan, en draai ze dan
vast.
9
9
8
8
72
13
12. Houd de bedieningspaneelmodule (H) met
hulp van een tweede persoon dichtbij de
Handleuningen (72) vast.
Verbind de aardingsdraad (I) van de bedie-
ningspaneelmodule (H) met de Aardingsdraad
van het Bedieningspaneel (76) op de Hartslag-
dwarsstang (75).
Steek vervolgens de Draad van de Staander
(80) door de twee aangegeven gebogen draad-
banden (J).
Zie de inzet-tekening. Verbind de Draad van
de Staander (80) met de draad van het bedie-
ningspaneel (K). De connectoren zouden
makkelijk samen moeten kunnen glijden
en op hun plaats moeten kunnen klikken.
Draai aan een van de connectoren en pro-
beer het opnieuw als dit niet gebeurt. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET.
Verwijder de draadband (A) uit de Draad van de
Staander (80).
12
H
J
K
I
A
80
72
75
76
13
H
J
13
7
13
7
80
72
72
13. Zet de bedieningspaneelmodule (H) op de
Handleuningen (72). Zorg ervoor dat de dra-
den niet bekneld raken.
Steek het overschot aan Draad van de Staander
(80) in de bedieningspaneelmodule (H). Trek
vervolgens de twee draadbanden (J) rond de
Draad van de Staander en snij de draaduitein-
den af.
Maak vervolgens de bedieningspaneelmodule
(H) met de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (13)
die u heeft verwijderd in stap 10 en vier 5/16"
Sterringen (7) vast. Draai de Schroeven nog
niet vast.
K
80
14
14. Bevestig de Hartslagdwarsstang (75) met
vier #8 x 3/4" Schroeven (11) aan de bedie-
ningspaneelmodule (H); draai alle vier
Schroeven aan en zet ze dan vast. Draai de
Schroeven niet te vast aan.
Draai de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (13)
goed vast.
14
H
13
75
11
11
13
15. Plaats de Houder van de Staander (90) op de
Dwarsstang van de Staander (77). Bevestig
de Houder van de Staander met vier #8 x 3/4"
Schroeven (11); draai alle vier Schroeven aan
en zet ze dan vast. Draai de Schroeven niet te
vast aan.
11
11
15
77
90
15
16. Plaats het Kapje van de Linkerhandleuning (70)
op de linker Handleuning (72). Draai twee #8 x
3/4" Schroeven (11) in de Linkerhandleuning
en het Kapje van de Linkerhandleuning. Schuif
vervolgens het Kapje van de Linkerhandleuning
naar voren tegen de bedieningspaneelmodule
(H) zoals afgebeeld. Maak dan beide Schroeven
vast.
Maak vervolgens de Onderkant van de
Linkerhandleuning (14) aan de Handleuning (72)
vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (11).
Bevestig het Kapje van de Rechter-
handleuning (71) en de Onderkant van
de rechter Handleuning (12) vast aan de
Rechterhandleuning (72) zoals hierboven
beschreven.
11
11
16
72
12
14
72
71
70
H
11
11
17. Draai alle acht aangegeven Schroeven
(2, 3, 4) vast.
2, 3, 4
2, 3, 4
17
16
18
18. Til het Onderstel (54) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 20 voltooid is.
Verwijder de twee 5/16" x 3/4" Schroeven (13)
uit de Vergrendelingsdwarsstang (100).
Richt vervolgens de Vergrendelingsdwarsstang
(100) zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de
sticker “This side toward belt” (deze kant
naar de band) (L) gericht is naar de loop-
band. Bevestig de Vergrendelingsdwarsstang
op de beugels (M) op het Onderstel (54) met de
twee 5/16" x 3/4" Schroeven (13) die u net heeft
verwijderd en twee 5/16" Sterringen (7).
54
100
L
13
M
M
7
13
7
88
99
51
19. Verwijder de 5/16" Moer (51) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (99) uit de beugel van de Basis (88).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (52)
zoals afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (52) aan de beugel op de
Basis (88) met de 5/16" x 1 3/4" Bout (99) en
een 5/16" Moer (51) zoals afgebeeld.
Til de Opbergvergrendeling (52) vervolgens
naar een verticale stand en verwijder de draad-
band (N).
19
52
N
17
22. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te
beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg de
meegeleverde inbussleutel veilig op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband bij te stellen (zie blad-
zijde 29 en 30). Let op: Er kunnen kan extra hardware meegeleverd zijn.
100
98
54
51
52
20
20. Verwijder de 5/16" Moer (51) en de
5/16" x 2 1/4" Bout (98) uit de beugel van de
Vergrendelingsdwarsstang (100).
Breng het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (52) op gelijke lijn met
de beugel op de Vergrendelingsdwarsstang
(100) en steek de 5/16" x 2 1/4" Bout (98) door
de beugel en door de Opbergvergrendeling.
Hierdoor wordt een tussenstuk (O) uit de
Opbergvergrendeling geduwd; gooi het tus-
senstuk weg.
Maak vervolgens de 5/16" Moer (51) vast op
de 5/16" x 2 1/4" Bout (98). Draai de Moer niet
te vast; de Opbergvergrendeling (52) moet
kunnen draaien.
Breng het Onderstel (54) omlaag (zie HOE DE
LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK
op bladzijde 27).
O
21
26
Begin Eerst
21. Druk de twee lipjes op de Tablethouder (26) in de
sleuven (P) in de bedieningspaneelmodule (H).
Bevestig de Tablethouder (26) met vier M4 x
16mm Schroeven (24). Let op: Draai de boven-
ste twee Schroeven eerst aan, en draai
vervolgens de onderste twee Schroeven aan.
Zorg dat u de Schroeven niet te vast draait.
BELANGRIJK: De Tablethouder (26) is
ontwikkeld om te gebruiken met de meest
gebruikte formaten tablets. Plaats geen
ander elektronisch apparaat of object in de
Tablethouder.
H
P
24
18
DE LOOPBAND GEBRUIKEN
HET STROOMSNOER INSTEKEN
Dit apparaat moet goed geaard zijn. Mocht het
niet goed functioneren of breken dan geeft de aar-
ding, voor de stroom, de weg van minste weerstand
om zodoende het risico op een elektrische schok te
verminderen. De stroomkabel van het apparaat heeft
een aardgeleider en een aardstekker. BELANGRIJK:
Als het stroomsnoer beschadigd is moet u het
vervangen met een door de fabrikant aanbevolen
stroomsnoer.
Volg de stappen hieronder om de stroomkabel in te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van de stroomkabel
in het contactpunt op de loopband.
2. Steek dan de stroomkabel in een juist stopcontact
dat goed geïnstalleerd en geaard is volgens de
plaatselijke bepalingen en verordeningen.
Contactpunt op de Loopband
Stroomkabel
GEVAAR: Een foutieve aansluiting
van de aardgeleider van het apparaat kan tot
een hoger risico op elektrische schok leiden.
Laat een erkende elektricien of onderhoud-
smonteur de aarding nakijken als u er niet
zeker van bent dat het apparaat goed geaard
is. Verander de stekker die bij het apparaat
meegeleverd is niet – laat een erkende elek-
tricien een juist stopcontact installeren als de
stekker niet in het stopcontact past.
Stopcontact
19
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in
andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak
de waarschuwingssticker in het Nederlands op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
effectiever te maken. U kunt wanneer u de handma-
tige instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand
van de loopband veranderen door een druk op een
toets. Het bedieningspaneel zal tijdens het oefenen
direct feedback over de oefening geven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door gebruik te maken van de
ingebouwde handgreep met hartslagmonitor of door
middel van de bijbehorende hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 26 voor informatie over het kopen van een
borstkas-hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt
automatisch de snelheid en de helling van de loopband
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
U kunt uw tablet ook aansluiten op het bedie-
ningspaneel en de iFit
®
–Smart Cardio Equipment
app gebruiken voor het opnemen en volgen van uw
oefeninginformatie.
U kunt zelfs, tijdens het oefenen, via het geluidssys-
teem van het bedieningspaneel naar uw favoriete
oefening muziek of audioboeken luisteren.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 20. Om
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
20. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefe-
ning, zie bladzijde 22. Om uw tablet aan te sluiten
op het bedieningspaneel, zie bladzijde 24. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 24. Voor gebruik van de
instellingenmodus, zie bladzijde 25. Voor gebruik
van het geluidssysteem, zie bladzijde 25. Voor
gebruik van de tablethouder, zie bladzijde 26.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Druk op
de toets Std/Met (standaard/metrisch) op het bedie-
ningspaneel om te wijzigen welke meeteenheid is
gekozen. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle
instructies in dit gedeelte van de handleiding naar
kilometers.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 30).
20
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stop-
contact (zie bladzijde 18).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar in de reset-stand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
displaydemostand, die ontwikkeld is voor gebruik
als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als
de demomodus is aangezet, toont het scherm een
demopresentatie nadat u de stekker in het stop-
contact hebt gestoken en de stroomschakelaar in
de resetpositie geplaatst wordt, voordat u de
sleutel insteekt. Om de demo-modus uit te zetten
kijkt u bij stap 2 op bladzijde 25.
Ga vervolgens op
de voetleuningen
van de loopband
staan. Zoek naar de
clip (A) die aan de
sleutel (B) vastzit en
schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Plaats
de sleutel in het
bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplich-
ten. BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan
de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat
de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test
de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: Volg voordat u de loopband gaat
gebruiken, de volgende stappen om er voor
te zorgen dat het bedieningspaneel het juiste
hellingniveau van de loopband aangeeft: Druk
eerst eenmaal op de toenametoets Incline (helling).
Druk vervolgens op de afnametoets Incline of de
onderste toets Quick Incline (snelle helling) om de
loopband in de laagste stand te zetten. Wanneer
het onderstel niet meer beweegt is de loopband
klaar voor gebruik.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Indien de handmatige instelling niet gekozen wordt,
druk dan op de toets Manual (handmatig) op het
bedieningspaneel.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets Start
of op een van de toetsen Quick Speed (directe
snelheid).
Indien u drukt op de toets Start, zal de loopband
beginnen te bewegen met een lage snelheid.
U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de
loopband naar wens veranderen door op de
toenametoets of afnametoets Speed (snelheid) te
drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt
zal de snelheidsinstelling met kleine stapjes veran-
deren; indien u de toets ingedrukt houdt, verandert
de snelheidsinstelling steeds sneller. Let op: Na het
drukken op de toets kan het even duren voordat
de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling
bereikt.
Indien u drukt op de toets Quick Speed, zal de
snelheid van de loopband geleidelijk aangepast
worden tot het de gewenste snelheidsinstelling
bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Druk op de
toets Start om de loopband opnieuw te starten.
Resetten
B
A
21
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toename- of afnametoetsen Incline (helling)
of op een van de toetsen Quick Incline (snelle hel-
ling). Elke keer als u op een van de toetsen drukt,
zal de helling van de loopband geleidelijk verande-
ren tot de gekozen hellinginstelling bereikt wordt.
5. Volg uw vorderingen op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
De verstreken tijd
De afstand die u hebt gewandeld of hardgelopen
De intensiteitsbalk van de oefening
Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand.
De hellingstand van de loopband
Het aantal verticaal geklommen meters
De snelheid van de loopband
Uw hartslag (zie stap 6)
De matrix
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toename- of afnametoets naast de toets
Enter (invoeren) om een van de volgende scher-
men te kiezen:
Het tabblad Incline zal een pro el van de hellings-
instellingen van de oefening aangeven. Aan het
einde van iedere minuut zal een nieuw segment
verschijnen. Het tabblad Speed zal een pro el
van de snelheidsinstellingen van de oefening
aangeven.
Het tabblad My Trail (mijn pad) zal een route van
400 meter aangeven. De knipperende rechthoek
zal uw vorderingen tijdens het oefenen aangeven.
Het tabblad My Trail zal ook het aantal afgelegde
rondjes aangeven.
Het tabblad Calorie (calorieën) zal het geschatte
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
De hoogte van ieder segment geeft het aantal
verbrande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is. De caloriedisplay zal bij benadering
het aantal verbrande calorieën per uur aangeven
wanneer het tabblad Calorie gekozen is.
De intensiteitsbalk van de oefening zal tijdens het
oefenen het geschatte intensiteit van uw oefening
aangeven.
Druk herhaaldelijk op de toets Stop om de displays
te resetten.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt zelf uw hartslagmonitor meten door gebruik
te maken van de handgreep-hartslagmonitor of
door middel van een optionele borstkas-hartslag-
monitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 24.
22
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren te-
gelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Voordat u de
handgreep-hart-
slagmonitor
gebruikt, ver-
wijdert u het
plastic laagje van
de metalen con-
tactpunten (C) op
de sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voet-
leuning staan en houdt u de sensorstang met
de metalen contactpunten op uw handpalmen
vast – beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal
worden weergegeven wanneer uw pols gemeten
kan worden. Voor de meest nauwkeurige hart-
slagwaarde, dient u de metalen contactpunten
gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetleuningen staan, druk op de toets
Stop en stel de helling van de loopband in op
nul. De helling van de loopband moet op nul
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd raken. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk eerst de stroomschakelaar op de stand
Off (uit) en trek de stekker uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
20.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Incline (helling),
Calorie, Interval, Intensity (Intensiteit) of Speed
(Snelheid) totdat de gewenste oefening op het
scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en de naam van de
oefening aangeven. Bovendien zal er een pro-
el van de snelheidsinstellingen van de oefening
op het scherm verschijnen. Wanneer u voor een
calorieënoefening kiest, dan zal bij benadering
het aantal calorieën dat u zult verbranden op het
calorievenster verschijnen. Let op: Indien u een
hellingoefening selecteert, zal het pro el in de
matrix hellingsinstellingen tonen in plaats van
snelheidsinstellingen.
3. Start de oefening.
Druk op de toets Start om de oefening te laten
beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de eerste snelheid- en hellingsinstelling van de
oefening. Houd de handleuningen vast en begin te
lopen.
C
23
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor
elk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde
snelheids- en/of hellinginstelling kan/kunnen voor
opeenvolgende segmenten geprogrammeerd
worden.
Tijdens de
oefening
wordt uw
pro el op de
snelheid en de
helling keuze
aangegeven
zodat u uw
vordering kunt volgen. Het knipperend segment
van het pro el stelt het huidige segment (D) van
de oefening voor. De hoogte van het knipperende
segment geeft de weerstandsinstellingen van
het huidige segment aan. Aan het einde van elk
segment, zal een serie tonen te horen zijn en zal
het volgende segment van het pro el beginnen
op te ikkeren. Als een andere snelheids- en/
of hellinginstelling voor het volgende segment
geprogrammeerd is, dan zal de snelheids- en/
of hellinginstelling een paar seconden lang in de
display op ikkeren om u te waarschuwen en zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
nieuwe snelheids- en hellinginstelling.
De oefening zal zo doorgaan tot het laatste seg-
ment van het pro el in de display knippert en het
laatste segment eindigt. De band zal dan langzaam
tot stilstand komen.
Let op: Het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het feite-
lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast, heeft een handmatige wijziging
van de snelheid of de helling van de loopband
tijdens de oefening invloed op het aantal calo-
rieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed en Incline, als het volgende
segment van de oefening begint, dan zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het vol-
gende segment.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. De tijd zal op de display
knipperen. Druk op de toets Start om de oefening
te hervatten. De loopband zal beginnen te bewe-
gen met lage snelheid. Echter, als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid- en
hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21. De display zal, wanneer
u een vooraf ingestelde oefening kiest, de reste-
rende tijd of de resterende calorieën in plaats van
de verstreken tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
6. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
D
24
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH-
verbindingen naar tablets via de iFit–Smart Cardio
Equipment app en naar compatibele hartslagmonito-
ren. Let op: Andere BLUETOOTH-verbindingen worden
niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit–Smart Cardio
Equipment app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet, de App
Store of de Google Play™ store, zoek naar
de gratis iFit–Smart Cardio Equipment app, en
installeer dan de app op uw tablet. Zorg ervoor
dat de optie BLUETOOTH op uw tablet is
ingeschakeld.
Open dan de iFit–Smart Cardio Equipment app
en volg de instructies om een iFit-account aan te
maken en instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de
hartslagmonitor eerder dan de tablet aan te
sluiten. Zie rechts UW HARTSLAGMONITOR
AANSLUITEN OP HET BEDIENINGSPANEEL.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit–Smart
Cardio Equipment app om uw tablet op het bedie-
ningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED-verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
4. Uw oefeninginformatie opslaan en volgen.
Volg de instructies op de iFit–Smart Cardio
Equipment app om uw oefeninginformatie vast te
leggen en bij te houden.
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFit–Smart Cardio Equipment app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel
om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer
van het bedieningspaneel zal in het display verschij-
nen. Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal
de LED-verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Indien er meer dan één geschikte hartslagmo-
nitor in de buurt is van het bedieningspaneel, zal het
bedieningspaneel verbinding maken met de hartslag-
monitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
25
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen
bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingen te kiezen. Wanneer de instellin-
genmodus is geselecteerd, zal het display het
softwarenummer tonen en welke meeteenheid
wordt weergegeven op het bedieningspaneel
(standaard of metrisch). Druk op de toets Std/Met
(standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
2. Kies de optionele schermen.
De display zal verschillende optionele schermen
aangeven terwijl de informatiemodus gekozen
wordt. Druk op de toenametoets naast de toets
Enter (invoeren) om elk van de volgende schermen
te kiezen:
INCLINE CALIBRATION (helling, kalibratie)—Om
de helling van de loopband aan te passen, drukt u
op de toename- en afnametoetsen Incline (helling).
De loopband zal automatisch naar het maximum
hellingniveau stijgen en dan naar het minimumni-
veau terugkeren.
DISPLAY TEST—Het bedieningspaneel zal
het display testen om ervoor te zorgen dat alle
gebieden op de juiste manier oplichten. Druk op
de toenametoets Speed (snelheid) om de test te
versnellen. Om te schakelen tussen aan/uit van
het volledige display, drukt u op de toenametoets
Incline.
KEY CODE (sleutelcode)—Dit scherm is bedoeld
voor technici.
TOTAL TIME/DISTANCE (totale tijd/afstand)
Het display toont het totaal aantal uren dat de
loopband is gebruikt, en het totaal aantal mijlen (of
kilometers) dat de loopband heeft afgelegd.
CONTRAST—Druk op de toename- en afname-
toets Incline om het contrastniveau van de display
aan te passen.
DEMO MODE (demomodus)—Druk op de toena-
metoets Speed om de demomodus aan of uit te
zetten.
Druk op de afnametoets naast de toets Enter om
terug te keren naar het vorige scherm.
3. Verlaat de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen, drukt u op de
toets Settings.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het
volume aan met de volume-toena-
metoets en -afnametoets op het
bedieningspaneel of met de volume-
regelknop op uw eigen audiospeler.
26
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is
om vet te ver-
branden of om
uw cardiovas-
culair systeem
te verbeteren,
de sleutel tot
het bereiken
van de beste
resultaten is
het behouden
van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De
optionele hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het
oefenen voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal
u helpen om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen.
Zie de kaft van deze handleiding om een optionele
borstkas-hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder (E) is ontwikkeld
om te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de
onderste rand
van de tablet in
de houder om
een tablet in de
tablethouder (E)
te steken. Trek
vervolgens het
lipje over de
bovenrand van
de tablet. Zorg
ervoor dat de
tablet stevig
vastzit in de tablethouder. Doe deze handelingen in
omgekeerde volgorde om de tablet uit de tablethouder
te halen.
E
27
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling in op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en haal de
stekker van het stroomsnoer uit het stopcontact.
OPGELET: U moet in staat zijn om 20 kg veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klappen, te
laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel (A) stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
2. Til het onderstel (A) omhoog tot de opbergvergren-
deling (B) in de opbergstand vastklikt. OPGELET:
Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling
vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan
30°C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling is
vergrendeld. Er kunnen twee mensen nodig zijn om
de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van
de handleu-
ningen (C) en
het onderstel
(A) vast en zet
een voet tegen
een wiel (D).
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten kantelen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK
1. Duw het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk
tegelijkertijd voorzichtig
met uw voet tegen het
bovenste gedeelte van de
opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste uiteinde
van het onderstel naar u
toe terwijl u met uw voet
op de opbergvergrende-
ling drukt.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
A
1
B
2
A
1
2
C
A
D
1
28
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de band
schoon en droog. Druk eerst de stroomschakelaar in
de stand Off (uit) en trek de stroomkabel uit. Veeg
de buitenkant van de loopband met een vochtige doek
en een klein beetje zachte zeep af. BELANGRIJK:
Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op de
loopband. Houd vloeistoffen weg van het bedie-
ningspaneel om schade aan het bedieningspaneel
te voorkomen. Maak de loopband vervolgens met een
zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 18). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (2 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomkabel
op het onderstel van de loopband. De schakelaar
is doorgeslagen wanneer de schakelaar uitsteekt
zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te
resetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie tekening c
links). Als de schakelaar doorgeslagen is, wacht
dan vijf minuten en druk de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(11), en draai nauwkeurig de Motorkap (57) eraf.
Resetten
Doorgeslagen
c
57
11
11
11
11
a
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
29
Zoek vervolgens de Snelheidssensor (105) en de
Magneet (107) aan de linkerkant van de Katrol
(46). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd
met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen
de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer
3 mm is. Draai, indien nodig, de #8 x 3/4" Schroef
(11) los, verschuif de Snelheidssensor iets en draai
de Schroef weer vast. Maak de Motorkap weer vast
(zie bladzijde 28), en loop een paar minuten op
de loopband om te controleren of de snelheid juist
wordt afgelezen.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Kalibreer het hellingsysteem (zie stap 2 op blad-
zijde 25).
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (2 mm
2
) snoer van
1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol (A) met de inbussleutel
een kwartslag naar links. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u ver-
moedt dat de loopband aanvullende smering nodig
heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
A
5–7 cm
b
107
11
105
3 mm
46
Bovenaanzicht
30
SYMPTOOM: De loopband ligt niet in het midden
van de voetleuningen
a. BELANGRIJK: Als de loopband langs de
voetleuningen (B) schuurt, kan de loopband
beschadigd raken. Allereerst, verwijdert u de
sleutel en vervolgens HAALT U DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband
naar links is verschoven, kunt u de inbussleutel
gebruiken om de linker schroef van de ruststandrol
een halve slag naar rechts te draaien; als de
loopband naar rechts is verschoven kunt u de
linkerschroef van de ruststandrol een halve slag
naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te
strak draait. Steek dan de stekker in het stopcon-
tact, plaats de sleutel en loop een paar minuten op
de loopband. Herhaal deze procedure tot de band
goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u erop loopt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide schroeven van de spanrol
een kwartslag met de klok mee. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: De tablethouder blijft niet op z’n
plaats
a. Draai de tablethouder (C) tot deze naar achteren is
gericht. Draai vervolgens de aangegeven schroef
(D) lichtjes aan tot de tablethouder op zijn plaats
blijft als deze wordt gedraaid naar de gewenste
positie.
a
C
D
a
a
B
B
31
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u
uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge-
rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden – Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero-
bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up – Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening – Oefen gedurende 20
tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING: Voordat
u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmid-
del bij de oefening voor het bepalen van de
hartslag over het algemeen.
32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken – spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar
voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk
naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedu-
rende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken:
Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van
uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal
dit drie keer voor elk been. Strekken: Achillespezen, onderrug en
liezen.
3. Strekken van kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen
tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat
op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heu-
pen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 tellen
en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het
nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen
buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Dijbeenspier en
heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3
keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
33
OPMERKINGEN
34
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnummer PETL78718.1 R0918A
1 2 #8 x 1/2" Aardingsschroef
2 4 3/8" x 2 3/8" Schroef
3 2 3/8" x 1 1/4" Schroef
4 2 3/8" x 1 1/2" Schroef
5 4 5/16" x 2" Schroef
6 6 3/8" Sterring
7 14 5/16" Sterring
8 4 #10 Sterring
9 4 #10 x 3/4" Schroef
10 8 #8 x 1/2" Schroef
11 62 #8 x 3/4" Schroef
12 1 Onderkant van de
Rechterhandleuning
13 10 5/16" x 3/4" Schroef
14 1 Onderkant van de
Linkerhandleuning
15 3 M6 x 55mm Schroef
16 2 3/8" x 1 1/8" Schroef
17 2 1/4" x 1 1/4" Schroef
18 4 1/4" x 1" Schroef
19 16 #8 x 5/8" Schroef
20 1 3/8" x 1 3/4" Bout
21 1 3/8" x 1 1/2" Bout
22 2 5/16" Motorschroef
23 4 #8 x 7/16" Schroef
24 4 M4 x 16mm Schroef
25 4 3/8" x 1 1/2" Bout
26 1 Tablethouder
27 6 #8 x 1/2" Kopschroef van de
Tussenring
28 6 #8 x 1" Schroef
29 14 7/32" Tussenring
30 2 #8 Sterring
31 1 Bedieningspaneel
32 2 3/8" Drukring
33 4 1/4" Klemmoer
34 1 M6 Moer
35 3 #8 Clip
36 10 3/8" Klemmoer
37 2 3/8" x 2 1/2" Bout
38 1 Linkervoetleuning
39 1 Rechtervoetleuning
40 4 Kussen van het Loopvlak
41 1 Waarschuwingssticker
42 1 Achterste Roller
43 1 Loopvlak
44 1 Loopband
45 2 Riemgeleider
46 1 Voorste Roller/Katrol
47 2 3/8" Pen
48 2 9/32" Plastic Bus
49 1 Plaat van de Controller
50 4 Plastic band
51 2 5/16" Moer
52 1 Opbergvergrendeling
53 1 Riem van de Motor
54 1 Onderstel
55 1 Rechterachtervoet
56 1 Linkerachtervoet
57 1 Motorkap
58 1 Versiering van de Kap
59 2 Tussenstuk van het Onderstel van
het Hellingsysteem
60 4 3/8" Plastic Bus
61 1 Hellingmotor
62 2 Tussenstuk van het Onderstel
63 1 Onderstel van het Hellingsysteem
64 2 Tussenstuk van de Hellingmotor
65 1 Controller
66 1 Stroomsnoer
67 1 Aansluiting
68 1 Stroomschakelaar
69 1 Onderpan
70 1 Kap van de Linkerhandleuning
71 1 Kap van de Rechterhandleuning
72 2 Handleuning
73 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
74 1 Basis van het Bedieningspaneel
75 1 Hartslagdwarsstang
76 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
77 1 Dwarsstang van de Staander
78 1 Linkerstaander
79 1 Rechterstaander
80 1 Draad van de Staander
81 2 Doorvoerhuls
82 4 Kap van de Basis
83 2 Voorste Kussen van de Basis
84 2 Kussen van de Basis
85 1 Linkerhouder
86 1 Rechterhouder
87 2 Waarschuwingssticker
88 1 Basis
89 12 #8 x 3/4" Trusskopschroef
90 1 Houder van de Staander
91 1 Linkerkap van het Onderstel
92 1 Rechterkap van het Onderstel
93 1 Motorisolator
94 1 Aandrijfmotor
95 2 Wiel
96 1 Sleutel/Klem
97 2 Draadband
98 1 5/16" x 2 1/4" Bout
99 1 5/16" x 1 3/4" Bout
35
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
100 1 Vergrendelingsdwarsstang
101 2 Huls van de Motor
102 2 5/16" Tussenring
103 2 M4 x 15mm Schroef
104 1 Filter
105 1 Snelheidssensor
106 1 Klem
107 1 Magneet
108 1 Controllerklem
* Gebruikershandleiding
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Zie de achter-
kant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet afgebeeld.
36
105
11
106
107
17
34
25
15
27
17
48
47
19
29
36
23
45
50
18
18
18
18
29
19
33
29
19
91
29
33
40
19
19
29
54
36
11
55
11
89
89
89
15
42
36
25
19
29
41
19
29
19
29
43
33
40
39
19
23
29
36
44
45
38
46
47
27
25
27
48
11
11
56
15
19
19
33
40
89
89
40
92
89
89
89
51
51
98
99
100
93
52
13
7
13
7
108
104
27
27
103
49
30
53
94
25
102
22
101
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnummer PETL78718.1 R0918A
37
36
36
61
20
36
32
60
59
62
58
11
11
11
11
11
35
11
35
57
11
35
11
11
11
11
11
11
69
11
68
11
11
65
62
36
64
21
63
59
60
32
66
67
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnummer PETL78718.1 R0918A
38
6
83
1
82
2
6
2
6
4
84
37
82
87
81
81
16
60
80
95
36
82
95
36
84
83
79
37
6
88
87
4
6
2
82
60
6
3
3
16
72
80
13
7
5
7
7
8
9
13
77
13
7
7
1
76
72
11
5
13
7
78
13
13
7
11
11
11
90
11
9
8
75
11
11
11
11
7
11
11
11
11
11
11
11
12
14
71
70
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnummer PETL78718.1 R0918A
39
11
97
28
28
28
28
28
96
73
28
11
11
11
10
10
10
10
86
11
85
74
11
11
10
10
11
31
26
24
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnummer PETL78718.1 R0918A
Onderdeelnr. 402094 R0918A Gedrukt in China © 2018 ICON Health & Fitness, Inc.
Voor het kopen van vervangingsonderdelen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. Om ons te helpen u
van dienst te zijn, dient u de volgende informatie bij de hand te hebben wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving van vervangingsonderdelen (zie LIJST MET ONDERDELEN
en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Dit elektronische product mag niet worden afgevoerd bij het huishoudelijke
afval. Voor het behoud van het milieu moet dit product volgens de wet na
zijn levensduur worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten in uw regio die bevoegd zijn om dit type afval te
verzamelen. Door dit te doen helpt u bij het behoud van natuurlijke bronnen en
verbeterd u de Europese normen voor milieubescherming. Indien u meer informa-
tie nodig heeft over veilige en correcte afvoeringsmethoden, neem dan contact op
met uw plaatselijke stadskantoor of de locatie waar u dit product heeft gekocht.
INFORMATIE OVER RECYCLING
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

ProForm PETL78718s de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding