WR12DM

Hitachi WR12DM Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Hitachi WR12DM Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
4
Nederlands Español Português Ελληνικά
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
Oplaadbare batterij, 12V Batería recargable, 12V
(Voor de WR12DM) (Para WR12DM)
Oplaadbare batterij, 9V Batería recargable, 9V
(Voor de WR9DM) (Para WR9DM)
Vergrendeling Enganche
Handgreep Mango
Insteken Insertar
Uittrekken Sacar
Insteken Insertar
Kontrolelampje Lámpara piloto
Aansluiting voor Agujero para conectar
oplaadbare batterij la batería recargable
Zeschoekige bus Recaptáculo hexanogal
Groef Ranura
Draaistuk Yunque
Pen Pasador
Ring Anillo
Opening Orificio
Plunjer Embolo
Handige haak Gancho conveniente
Veer Resorte
De grotere diameter
El diámetro más
wijst van u vandaan.
grande queda en
dirección opuesta
Druktoets Pulsador
Drukken Presionar
Slijtagegrens Límite de uso
Nagel van koolborstel
Uña de escobilla de
carbón
Uitsteeksel van Saliente de escobilla
koolborstel de carbón
Contact-gedeelte
Tubo exterior de la
buiten de borstelbuis
parte de contacto de
la escobilla de carbón
Bateria de 12 V
recarregável (Para WR12DM)
Bateria de 9,6 V
recarregável (Para WR9DM)
Lingüeta
Cabo
Inserir
Retirar
Inserir
Lâmpada piloto
Orifício para conectar a
bateria recarregável
Encaixe longo
Ranhura
Bigorna
Pino
Anel
Orifício
Pistão
Gancho conveniente
Mola
O diâmetro maior dá
para fora
Interruptor
Apertar
Limite de desgaste
Prego da escova de
carvão
Saliência da escova de
carvão
Segmento de contato
no exterior do tubo da
escova
12 V Επαναρτιµενη
µπαταρία (για τ WR12DM)
9,6 V Επαναρτιµενη
µπαταρία (για τ WR9DM)
Μάνδαλ
#ερύλι
Εισ&ωρήστε
Βρα*ή+τε έ+ω
Εισ&ωρήστε
∆κιµαστική λάµπα
Τρύπα για την σύνδεση
της επαναρτιµενης
µπαταρίας
Μακριά υπδ&ή
Αυλάκωση
Άκµνας
Πείρς
∆ακτύλις
Τρύπα
Έµ*λ
∆ιευκλυντικς
γάντς
Ελατήρι
Η µεγαλύτερη
διάµετρς *λέπει πρς
άλλη κατεύθυνση.
Κυµπί ώθησης
Σπρώ+ε
;ρι θράς
Καρί καρ*υνακιύ
Πρε+&ή
καρ*υνακιύ
Τµήµα επαής έ+ω
απ τ σωλήνα της
ψήκτρας
Nederlands
48
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
1. De plaats waar gewerkt wordt schoonhouden. Niet
opgeruimde werkplaatsen en werkbanken
verhogen het gevaar van ongelukken.
2. Voorkom gevaarlijke situaties. Stel het apparaat
niet bloot aan regen of overmatige vochtigheid.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen die
overmatig dampig zijn.
Zorg voor goede verlichting tijdens de
werkzaamheden.
Gebruik de boor en de acculader niet in de buurt
van brandbare of explosieve materialen.
Voorkom gebruik van de boor en acculader in de
buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
3. Het gereedschap buiten het bereik van kinderen
houden. Bezoekers dienen een veilige afstand te
bewaren.
4. Onbenodigd gereedschap en de acculader
opruimen. Wanneer het gereedschap en de
acculader niet gebruikt worden, dienen deze op
een hooggelegen of af te sluiten plaats te worden
opgeborgen. Het toestel en de acculader dienen
op een plaats te worden opgeborgen waar de
temperatuur onder de 40˚C is.
5. Forceer het gereedschap niet. Bij normale
draaisnelheden levert het apparaat de beste
prestaties.
6. Gebruik het juiste gereedschap. Een klein hulpstuk
niet gebruiken voor werkzaamheden waarvoor een
groot vermogen vereist is.
7. Draag de juiste kleding. Geen loshangende kleding
of sierraden dragen, die vast kunnen raken in
bewegende delen. Rubberhandschoenen en
schoeisel zijn aanbevolen wanneer buiten gewerkt
wordt.
8. Gebruik van een veiligheidsbril is aanbevolen.
Ook een stofmasker of gezichtsbescherming is
aan te raden, vooral wanneer de werkzaamheden
stof veroorzaken.
9. Wees voorzichtig met het snoer van de acculader.
Het toestel nooit aan het snoer dragen, en aan
het snoertrekkend uit het stopkontakt verwijderen.
Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
voorwerpen.
10. Veilig werken. Gebruik klemmen of een
bankschroef om het werkstuk vast te zetten. Op
deze wijze heeft u beide handen vrij om het
gereedschap te bedienen.
11. Buig niet te ver naar voren. Zorg er steeds voor
een goede houding om het evenwicht te bewaren.
12. Het gereedschap zorgvuldig onderhouden.
Houd de boren scherp en schoon zodat een goed
prestatievermogen mogelijk is. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing voor smering en verwisselen
van de hulpstukken.
13. Wanneer de acculader niet gebruikt wordt of
gerepareerd wordt, dient de stekker uit het
stopkontakt verwijderd te worden.
14. Verwijder moersleutels en andere sleutels. Maak
er een gewoonte van om alle sleutels te
verwijderen voordat het apparaat aangezet wordt.
15. Onverwacht inschakelen vermijden. Draag het
toestel niet met de vinger aan de schakelaar.
16. Gebruik uitsluitend de bijbehorende acculader.
Gebruik geen andere acculaders om gevaar te
voorkomen.
17. Alleen gebruik maken van originele HITACHI
onderdelen.
18. Gebruik de boor en de acculader uitsluitend voor
doeleinden die in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn.
19. Het gebruik van accessoires en toebehoren anders
dan in deze gebruiksaanwijzing of in de HITACHI
katalogus beschreven zijn, vehoogd het risico op
lichamelijk letsel.
20. Indien het snoer van de bijgeleverde lader is
beschadigd, moet u de lader naar een erkend
HITACHI onderhoudscentrum brengen om het
snoer te laten vervangen. Reparaties mogen alleen
uitgevoerd worden door een geautoriseerde service
dienst. De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade en/of letsel veroorzaakt door reparatie
uitgevoerd door ongeautoriseerde service diensten
en/of verkeerd gebruik van het gereedschap.
21. Verwijder geen schroeven of andere onderdelen
van de boor en de acculader om de integriteit van
het ontwerp te verzekeren.
22. Gebruik de acculader met het voltage dat op het
naamplaatje is aangegeven.
23. Raak geen bewegende onderdelen of toebehoren
aan tenzij de accu is verwijderd.
24. Laad de accu altijd op voordat het toestel gebruikt
wordt.
25. Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accu.
Gebruik geen normale droge-cel accu, een
oplaadbare of auto-accu voor de boor.
26. Maak geen gebruik van een transformator met
een spanningsverhoger.
27. Laad de accu niet op met de wisselstroomdynamo
van de auto of met gelijkstroom.
28. De accu alleen binnenshuis opladen. De acculader
en accu worden warm tijdens het opladen, dus
vermijd direkt zonlicht; zorg voor goede ventilatie.
29. Wanneer op een hoge plaats gewerkt wordt, dient
voorzichtigheid in acht genomen te worden. Zorg
dat er geen mensen onder u staan.
30. De onderdelentekening in deze handleiding is
uitsluitend bestemd voor de geautoriseerde service
dienst.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
VAN DE SNOERLOZE SLAGMOERAANZETTER
1. Dit draagbare gereedschap is voor h et vasten
losdraaien van schroeven. Gebruik het apparaat
allen voor deze handelingen.
2. Gebruik oorwatjes als het gereedschap voor
langere tijd wordt gebruikt.
3. Het bedienen van het apparaat met een hand is
zeer gevaarlijk. Houd het apparaat bij bediening
met beide handen stevig vast.
4. Kontroleer of de bus niet gescheurd of gebroken
is. Gebroken of gescheurde bussen zijn gevaarlijk.
Kontroleer daarom alvorens gebruik de bus.
5. Zet de bus met de buspen en ring vast.
Als de buspen of ring voor het vastzetten van de
bus beschadig is, kan de bus van de apparaat
vliegen. Dit is gevaarlijk. Gebruik daarom geen
vervormde, versletem, gescheurde of op andere
manieren beschadigde buspennen of ringen.
Zorg er altijd voor dat u de buspen en ring in
de juiste stand aanbrengt.
6. Kontroleren van het aantrekkoppel
Het juiste koppel voor het vastzetten van een bout
hangt af van het materiaal warvan de bout gemaakt
is, de afmetingen van de bout, de klasse, e.d..
Ook het aantrekkoppel, dat door de apparaat
opgewedt wordt, hangt af van het materiaal en
de afmetingen van de bout, hoelang het apparaat
in werking is, de wijze waarop de bus gemonteerd
is, enz.
Tevens is het aantrekkoppel enigszins verschillend
wanneer de accu net opgeladen is of wanneer de
accu bijna leeg is.
Gebruik een momentsleutel om te kontroleren of
de bout met het juiste koppel is vastgedraaid.
Nederlands
49
11. Gebruik de acculader niet kontinu. Wacht ongeveer
15 minuten voordat met het laden van een andere
accu begonnen wordt.
12. Voorkom dat stof of vuil in de opening van de
aansluiting van de batterij terecht komt.
13. Demonteer de oplaadbare batterij of oplader niet.
14. Voorkom kortsluiting van de oplaadbare batterij.
Kortsluiting kan resulteren in oververhitting. Dit
kan schade of brandgevaar opleveren.
15. Gooi de batterij niet in het vuur. Een brandende
batterij kan ontploffen.
16. Steek nooit een voorwerp in de ventilatieopeningen
van de oplader.
Als een voorwerp of ontvlambaar materiaal in de
ventilatie-openingen van de oplader wordt gesto
ken, kan dit resulteren in een elektrische schok of
beschadiging aan de oplader.
17. Breng de batterij naar de dealer waar deze gekocht
werd, indien deze na oplading onvoldoende kracht
heeft voor praktisch gebruik. Gooi een uitgewerkte
batterij niet weg.
18. Het gebruik van een uitgeputte accu zal de oplader
beschadigen.
MODEL
WR12DM: met oplader en doos
WR9DM: met oplader en doos
7. Stop het apparaat voordat u de draairichting
veranderd.
Laat altijd de trekkerschakelaar los en wacht totdat
het apparaat stilstaat, alvorens van draairichting
te veranderen.
8. Raak nooit bewegende delen aan.
Houd het draaiende busgedeelte uit de buurt van
uw handen of andere delen van uw ilchaam, U
kunt door het busgedeelte verwond raken. Vermijd
tevens aanraking van de bus na langduring kontinu
gebruik. De bus wordt n.l. heet en kan
brandwonden veroorzaken.
9. Laat het apparaat nooit zonder belasting braaien
bij gebruik van de kruiskoppeling.
Als de bus zonder belasting draait, zal de
kruiskoppeling de bus heftig heen en weer
slingeren.
U kunt dan verwond raken, of de bewegig van
de bus kan het apparaat zodanig laten trillen, dat
u het apparaat laat vallen.
10. Laad de accu bij een temperatuur van 0 40°C.
Een temperatuur van onder 0°C kan overlading
veroorzaken, hetgeen gevaarlijk kan zijn. De accu
kan niet bi een temperatuiur van boven de 40°C
geladen worden.
De meest geschikte temperatuur is tussen de 20
25°C.
TECHNISCHE GEGEVENS
MACHINE
STANDAARD TOEBEHOREN
1. Acculader (UC14FY2) ............................................. 1
2. Plastic doos ............................................................. 1
Model WR9DM WR12DM
(9,6 V) (12 V)
Onbelaste snelheid 0 2300 min
1
Hoekadapter 9,5 mm 12,7 mm
Capaciteit M6 M14 (Normale bout) M6 M16 (Normale bout)
M6 M10 (Trekvaste bout) M6 M12 (Trekvaste bout)
Aantrekkoppel
Oplaadbare batterij EB9B (2,0 Ah) EB1220BL (2,0 Ah)
Ni-Cd batterij, 9,6 V Ni-Cd batterij, 12 V
EB930H (3,0 Ah) EB1230HL (3,0 Ah)
Ni-MH batterij, 9,6 V Ni-MH batterij, 12 V
Gewicht 1,4 kg 1,6 kg
Maximum 88,2 N·m
{900 kgf·cm}
Aantrekken van M12 trekvaste bout
(hardheidsgraad 12,9) bij 20°C.
Aantrektijd: 3 sec.
Maximum 150 N·m
{1530 kgf·cm}
Aantrekken van M16 (F10T) bij 20°C.
Aantrektijd: 3 sec.
De standaard toebehoren kunnen zonder nadere
aankondiging gewijzigd worden.
ACCULADER
Model UC14YF2
Oplaadtijd EB9B: Circa. 60 min. (bij 20°C) EB1220BL: Circa. 60 min. (bij 20°C)
EB930H: Circa. 90 min. (bij 20°C) EB1230HL: Circa. 90 min. (bij 20°C)
Oplaadspanning 7,2 14,4 V
Gewicht 1,3 kg
Nederlands
50
EXTRA TOEBEHOREN (los verkrijgbaar)
1. Bussen
Vorm B Vorm C
Vorm D
2. Lange Bus
Vorm B Vorm C
Vorm D
<Voor de WR12DM> Tabel 1
Code Nr.
Hoog
ISO ISO Inch
Vorm
spanning (normaal)
(klein) bouten L L1 øF
10 mm 944291 M6 10 B 40 8 18
12 mm 873632 M8 W5/16" 12 B 40 8 20
13 mm 873539 M8 13 B 40 9 25
12,7
14 mm 873540 M10 14 B 40 9 25
17 mm 873536 M10 M12 W3/8" 17 C 32 8 28
19 mm 873624 M12 M14 W7/16" 19 C 34 9 28
21 mm 873626 W1/2" 21 D 36 10 32
22 mm 873627 M12 M14 M16 22 D 40 14 35
24 mm 873629 M16 M18 24 D 40 15 38
Produktnaam
Geschikte Boutdiameter
Hoofdbus
Afmetingen (mm)
Zeskant-
bus
Breedte
zeskante bus
van vlak tot
vlak H (mm)
Afmeting
S (mm)
vierkante kop
aandrijfas
H S
L
L1
ØF
H S
L
L1
ØF
H S
L
L1
ØF
H
S
L1
L2
L
ØF
H S
L1
L2
L
ØF
H
S
L1
L2
L
ØF
<Voor de WR9DM> Tabel 2
Code Nr.
ISO ISO Inch
Vorm
(normaal)
(klein) bouten L L1 øF
8 mm 996125 M5 8 B 33 5 13
10 mm 996126 M6 10 B 33 6 16
12 mm 996127 M8 W5/16" 12 C 33 7 19
9,5
13 mm 996128 M8 13 B 33 8 20
14 mm 996129 M10 14 B 33 8 21
16 mm 996130 M10 16 D 33 9 24
17 mm 996131 M10 M12 W3/8" 17 D 33 10 25
18 mm 996132 M12 18 D 33 10 26
19 mm 996133 M12 W7/16" 19 D 33 12 27,5
Afmeting
S (mm)
vierkante kop
aandrijfas
Produktnaam
Geschikte Boutdiameter
Breedte
zeskante bus
van vlak tot
vlak H (mm)
Hoofdbus
Afmetingen (mm)
Zeskant-
bus
Nederlands
51
<Voor de WR12DM> Tabel 3
Code Nr.
Hoog
ISO ISO Inch
Vorm
spanning (normaal)
(klein) bouten L L1 L2 øF
12 mm 955138 M8 W5/16" 12 B 52 20 34 20
13 mm 955139 M8 13 B 52 20 34 21,5
14 mm 955140 M10 14 B 52 20 34 22
17 mm 955141 M10 M12 W3/8" 17 B 52 24 34 25
17 mm 955149 M10 M12 W3/8" 17 B 75 24 57 25
12,7 19 mm 955142 M12 M14 W7/16" 19 B 52 24 34 28
19 mm 955150 M12 M14 W7/16" 19 B 75 24 57 28
21 mm 955143 W1/2" 21 D 52 24 34 31
21 mm 955151 W1/2" 21 D 75 24 57 31
21 mm 991480 W1/2" 21 D 125 24 107 31
22 mm 955144 M12 M14 M16 22 D 52 24 34 32,5
24 mm 955146 M16 M18 24 D 52 25 34 34
Afmeting
S (mm)
vierkante kop
aandrijfas
Produktnaam
Geschikte Boutdiameter
Breedte
zeskante bus
van vlak tot
vlak H (mm)
Hoofdbus
Afmetingen (mm)
Lange
Bus
<Voor de WR9DM> Tabel 4
Code Nr.
.
ISO ISO Inch
Vorm
(normaal) (klein) bouten L L1 L2 øF
8 mm 996134 M5 8 B 60 12 48 13
10 mm 996135 M6 10 B 60 12 48 16
12 mm 996136 M8 W5/16" 12 C 60 14 48 18,4
9,5
13 mm 996137 M8 13 B 60 14 48 18,9
14 mm 996138 M10 14 B 60 15 48 19,5
16 mm 996139 M10 16 D 60 15 48 24
17 mm 996140 M10 M12 W3/8" 17 D 60 15 48 25
18 mm 996141 M12 18 D 60 16 48 26
19 mm 996142 M12 W7/16" 19 D 60 17 48 27,5
Afmeting
S (mm)
vierkante kop
aandrijfas
Produktnaam
Geschikte Boutdiameter
Breedte
zeskante bus
van vlak tot
vlak H (mm)
Hoofdbus
Afmetingen (mm)
Lange
Bus
3. Verlengstaaf: WR12DM: Code Nr. 873633
WR9DM: Code Nr. 996143
De verlengstaaf is handig als er niet voldoende
plaats is of als de bus te kort is om de bout die
moet worden aangetrokken te bereiken.
VOORZICHTIG
Bij gebruik van de verlengstaaf zal het aantrekkoppel
iets minder zijn in vergelijking met een normale
bus.
4. Kogelgewrichtverbinding:
WR12DM: Code Nr. 992610
WR9DM: Code Nr. 996147
De kogelgewrichtverbinding is handing om moeren
vast te draaien als er een hoek tussen de bus en
sleutel is of als er slechts erg weinig ruimte is.
5. Tunnelverbinding: (WR12DM)
Deze verbinding wordt gebruikt om bouten en
moeren op kraaggedeelten van de airconditioning,
etc. vast te draaien.
6. Hoekverbinding (Model EW-14R)(WR12DM)
Deze verbinding dient om het apparaat onder een
hoek van 90° op de bout of moer te plaatsen.
Code Nr.
Breedte zeskante bus van
vlak tot vlak (mm)
993658 12
992613 13
992615 14
Nederlands
52
7. Aansluitstuk voor schroevendraaier:
WR12DM: Code Nr. 991476
WR9DM: Code Nr. 996144
Deze wordt gebruikt voor het aandraaien van kleine
schroeven (M6 M8).
AANTEKENING
(1) Met her aansluitstuk kunt u alleen schroeven
aandraaien, die zich in het verlengde van de drijfas
bevinden.
(2) Draai met het aansluitstuk een paar schroeven vast
voordat u ermee gaat werden. U kunt dan nagaan
of het het koppel goed staat ingesteld.
(3) De vastdraaisnelheid zal aanmerkelijk verminderen
als u houtschroeven, tapschroeven of soortgelijke
schroeven gaat aandraaien.
Geschikt kruiskopdrijver
8. 12,7 mm vierkant-adapter: WR9DM: Code Nr. 996145
Wordt gebruikt voor een stopcontact met vierkante
gaten van 12,7 mm.
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
Vast-en losdraaien van allerlei soorten bouten en
moeren, die gebruikt worden voor het vastzetten
van verbindingsstukken, etc.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accuvergrendeling om de batterij te verwijderen
(Zie Afb. 1 en 2)
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht
(Zie Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de slagmoeraanzetter dient de
batterij als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het acculader op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (met tussenpozen van 1 sekonde).
2. Steek de batterij in het acculader.
Steek de batterij stevig op zijn plaats in de richting
zoals aangegeven in Afb. 3, totdat de batterij de
bodem van het lader-compartiment raakt.
OPGELET
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus
en min worden geplaatst, anders wordt niet alleen
het opladen onmogelijk, maar kan ook de zekering
springen, of kunnen storingen in de werking van
de oplader ontstaan zoals een beschadigd oplaad-
kontakt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 5).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 5, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
L 6.35
Boor Nr.
Boor Nr. L (mm) Code Nr.
Nr. 2
45 955229
70 955654
Nr. 3
45 955230
70 955655
Nederlands
53
Tabel 5
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 sekonde)
Blijft branden
Knippert
(ROOD)
Tijdens
opladen
Na opladen
Brandt
(ROOD)
Knippert
(ROOD)
Voor het
laden
Opladen
onmogelijk
Brandt
(GROEN)
Opladen
onmogelijk
Knippert
(ROOD)
Er is iets mis met de
batterij of met het
acculader.
De temperatuur van de
batterij is te hoog,
waardoor het opladen
onmogelijk is.
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterij
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterij de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel;
de normale oplaadtijd kan hersteld worden door de
accu 2 à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
VOORZICHTIG
Als de batterij bij gebruik te warm geworden is
(door gebruik in de volle zon e.d.), bestaat de kans
dat het controlelampje niet rood oplicht. Mocht dit
zich woordoen, laat de batterij dan eerst even
afkoeken alvorens u deze oplaadt.
Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de
laatste dan op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten
aan de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare
batterij
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt
zoals aangegeven in de onderstaande tabel;
batterijen die erg warm zijn dient u voor het opladen
even af te laten koelen.
Tabel 6 Temperatuur voor opladen van baterijen
(3) Tijd die benodigd is voor het opladen
De oplaadtijden in de onderstaande Tabel 7 zijn
afhankelijk van de kombinatie van acculader en
batterij.
Tabel 7 Oplaadtijden (bij 20°C)
OPMERKING
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van
de omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Geschikte temperatuur
Oplaadbare batterijen
voor het opladen
EB9B, EB1220BL 5°C 60°C
EB930H, EB1230HL 0°C 45°C
Acculader
UC14YF2
Batteri
EB9B, EB1220BL Circa. 60 min.
EB930H, EB1230HL Circa. 90 min.
Nederlands
54
Aangzien de ingebouwde micoprocessor van de
UC14YF2 een drietal sekonden nodig heeft om te
reageren op het loskoppelen van de batterij, dient
u minimaal drie sekonden te wachten voordat u de
batterij weer aansluit om het laden te vervolgen.
Als de batterij binnen de drie sekonden wordt
aangesloten, bastaat dat kans de deze niet goed
wordt opgeladen.
VOOR HET GEBRUIK
1. Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving
Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle
eisen die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2. Kontroleren van de batterij
Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt.
Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de
accu eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3. Kiezen van de juiste bus overkomstig de bout
Zorg ervoor dat u een bus gebruikt die past op de
bout welke moet worden vastgedraaid. Het gebruik
van een verkeerde bus zal niet allen resultetren in
onvoldoende vastdraaien maar bovendien in
beschadigingen aan de bus of moer.
Een versleten of vervormde zeskante of vierkante
bus zal niet goed op de moer of het draaistuk
passen, hetgeen resulteert in een lager aantrekkoppe.
Let er goed op dat e gaten in de bussen niet te
zeer versleten zijn. Varvang de bussen altijd op tijd
door nieuwe.
Tenslotte monteert u de bus zoals in item 4
beschreven staat, in het gedeelte Los verkrijgbare
toebehoren worden nadere details over de relatie
tussen de boutgrootte en de verschillende soorten
bussen beschreven. De bussen worden
geklassificeerd volgens de afstand tussen de
tegengestelde oppervlakken van het zeshoekige gat.
4. Monteren van de bus
Kies de die u wilt gebruiken.
Pan, O-ring type (Afb. 4 en 5)
(1) Breng de opening in de bus in een lijn met het gat
in het draaistuk en steek het draaistuk in de bus.
(2) Steek de pen de opening van de bus.
(3) Bevestig e ring in de grog op de bus.
Plunjer type (Afb. 6)
Breng de plunjer in het vierkante gedeelte van het
aanbeeld tegenover de opening in het zeskante
voetstuk. Druk dan de plunjer uit en bevestig het
voerstuk op het aanbeeld. Kontroleer of de plunjer
stevig in de opening steekt. Voor het verwijderen
van het voetstuk volgt u de aanwijzingen in
omgekkeerde volgorde.
GEBRUIK
1. Gebruik van de handige haak
De handige haak kan worden bevestigd aan de
rechterkant of aan de linkerkant en de hoek
waaronder deze is bevestigd kan in 5 stappen worden
ingesteld tussen 0° en 80°.
(1) Gebruik van de haak
(a) Trek de haak naar u toe in de richting van pijl
(A) en verdraai deze vervolgens in de richting
van pijl (B). (Afb. 7)
(b) De hoek kan worden ingesteld in 5 stappen (0°,
20°, 40°, 60°, 80°).
(2) Overbrengen van de haak naar de andere kant
LET OP:
Onvolledige bevestiging van de haak kan in het
gebruik leiden tot lichamelijk letsel.
(a) Houd de machine stevig vast en verwijder de
schroef met een schroevendraaier of een munt.
(Afb. 8)
(b) Verwijder de haak en de veer. (Afb. 9)
(c) Bevestig de haak en de veer aan de andere kant
en zet ze stevig vast met de schroef. (Afb. 8)
OPMERKING:
Let op de richting van de veer. Bevestig de veer
met de grotere diameter van u af wijzend. (Afb. 10)
2. Controleer de draairichting.
De dop draait rechtsom (van achteren gezien)
wanneer de R-kant van de schakelaar ingedrukt
wordt.
De L-kant van de schakelaar dient te worden
ingedrukt om de dop linksom te laten draaien (Zie
Afb. 11). De
L
en
R
markeringen zijn op de
behuizing aangebracht.
VOORZICHTIG
De draairichting schakelaar kan niet worden gebruikt
terwijl de machine nog draait. Stop het apparaat
voor u de schakelaar omzet om de draairichting te
veranderen.
3. Bediening van hoofdschokelaar
De boorkop gaat draaien wanneer aan de trekker
getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt
losgelaten stopt de boorkop met draaien.
De draaisnelheid kunt u regelen door in meer of
mindere mate aan de trekker te trekken. Wanneer
u licht aan de trekker trekt, is de snelheid laag en
bij harder trekken wordt de snelheid verhoogd.
4. Vast- en losdraaien van bouten
U moet eerst een binnenzeskantdop kiezen die op
de bout of moer past. Zet dan de dop op het
aambeeld en vat de moer die aangedraaid moet
worden met de binnenzeskantdop. Houd de
slagsleutel op een lijn met de bout en druk de
hoofdschakelaar in om de moer enkele seconden
vast te slaan. Als de moer slechts losjes op de bout
past, kan de bout met de moer mee gaan draaien
en voorkomen dat hij stevig kan worden
aangedraaid. Als dit het geval is, dient u te stoppen
met het vastslaan van de moer en voor u weer
begint, de kop van de bout vast te houden met een
sleutel, of eerst de bout en de moer met de hand
vaster draaien om te voorkomen dat ze weer gaan
slippen.
5. Het aantal mogelijk vast te draaien bouten
Kijk naar de onderstaande tabel voor het aantal
mogelijk vast te draaien bouten met een lading.
Voor de WR12DM (EB1230HL)
Voor de WR9DM (EB930H)
Gebruikte bout Antal vastdraaiingen
M16 × 55 (F10T) Ca. 135
Gebruikte bout Antal vastdraaiingen
Trekvaste bout
Ca. 135
M12 × 45
Nederlands
55
Deze waarden kunnen licht variëren met de
omgevingstemperatuur en de karakteristieken van
de batterij.
OPMERKING
Het gebruik van de EB1230HL en EB930H batterij
bij lage temperaturen (onder nul) kan soms een
zwakker aantrekkoppel en slechtere werking van het
gereedschap tot gevolg hebben. Dit is slechts tijdelijk
en de werking zal weer normaal zijn als de batterij
weer op normale temperatuur is.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. De machine laten rusten na continu werk
Na continu vastdraaien van bouten dient u de
machine 15 minuten of zo te laten rusten wanneer
u de batterij vervangt. De temperatuur van de motor,
schakelaar enz. zal flink stijgen als u direct weer
begint te werken nadat de batterij vervangen is,
hetgeen uiteindelijk kan resulteren in doorbranden
van de machine.
OPMERKING:
Raak de hamer-behuizing niet aan, daar deze zeer
heet zal worden bij continu gebruik.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer
de trekschakelaar slechts een beetje wordt
overgehaald (laag toerental) en de motor gestopt
wordt terwijl u een schroef aan het indraaien bent,
onderdelen van het elektronisch circuit oververhit
en beschadigd raken.
3. Aantrekkoppel
Zie Afb. 16 en 17 voor informatie over het
aantrekkoppel voor bouten (naar grootte) onder de
kondities zoals in de Afb. 18 getoond.
Gebruik dit voorbeeld als algemeen referentiepunt,
aangezien het aantrekkoppel zal variëren met de
omstandigheden waaronder wordt vastgedraaid.
Het aantrekkoppel variërt afhankelijk van het
oplaadniveau van de accu. Afb. 19 en 20 geeft een
voorbeeld van de relatie tussen het aantrekkoppl en
het aantal vast draaiingen voor een WR12DM en
WR9DM. Zoals te zien is, vermindert het
aantrekkoppel geleidelijk met de toename van het
aantal vastdraaiingen. Als het oplaadniveau dicht in
de buurt komt van volledig ontladen (a marge in
de grafiek) verzwakt de slag van het apparaat, nemt
het aantal vastdraaiingen per tijdseenheid af en
vermindert het aantrekkoppel stek. Als dit gebeutt,
controleer dan eerst het koppelniveau en laad
vervalgens indien noding de accu op.
4. Zet de bout met het juiste aantrekkoppel vast
Het optimale aantrekkopel van moeren en bouten
hangt af van het materiaal en formaat van de moeren
en bouten. Een buitensporig groot aantrekkoppel
voor een kleine bout kan resulteren in rekken of
breken van de bout. Het aantrekkoppel is groter
naarmate de bedrijfstijd langer is. Gebruik de juiste
wijzerplaatinstelling en vastdraaitijd voor de bout.
5. Vasthouden van het gereedschap
Houd het gereedschap met uw handen. De sleutel
moet in dit geval in lijn zijn met de bout.
Het is niet noding hard tegen de sleutel te drukken.
Druk zodaning dat er net wordt gecompenseerd
voor de kracht van de machine.
6. Controleren van het aantrekkopper
De volgende faktoren dragen bij tot een vermindering
van het aantrekkoppel. Controller, daarom het
vereiste aantrekkoppl door van de te voren en aantal
bouten met een handberdiende momentsleutel vast
te draaien.
Fadtoren die een invloed hebben op het
aantrekkoppel.
(1) Voltage:
Als de marge van ontladen wordt bereikt, neemt
net voltage af en vermindert het aantrekkoppe.
(2) Bedrijfstijd:
Het aantrekkoppel is groter als de bedrijfstijd langer
is. Bij een bepaalde waarde zal het aantrekkoppel
echter niet meer groter worden, ook al wordt het
gereedschap langer gebruikt. (Zie Afb. 16 en 17).
(3) Diameter van de bout:
De relatie tussen aantrekkoppel en de diameter van
de bout is aangegeven in Afb. 16 en 17. Over het
algemeen heeft een bout met een grotere diameter
een groter antrekkoppel.
(4) Omstandigheden bij het vastdraaien:
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van de
koppelverhouking, d.w.z. klasse en lengte van de
bouten (zelfs als bouten met hetzelfde formaat
schroefdraad worden gebruikt).
Het aantrekkoppel zal ook verschillen afhankelijk
van de konditie van het mataal waardoor de bout
moet worden gedraaid.
(5) Gebruik van los verkrijgbare toebehoren:
Het aantrekkoppel is wat lager als een verlengstaaf,
kogelgewrichtverbinding of lange bus wordt gebruikt.
(6) Speling van de bus:
Een versleten of vervormde zeskant of vierkante bus
zal niet goed op de moer of het draaistuk passen,
hetgeen resulteer in een lager aantrekkoppel. Het
gebruik van een bus die met de bout overeenkomz
zal resulteren in een te laag aantrekkoppel. Zie tabel
1, 2, 3 en 4 voor de relatie tussen bus en boutmaat.
Nederlands
56
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 25 mm)
Aantrekkoppel
Aantrekkoppel
<Voor de WR9DM>
)
* De volgende bouten worden gebruikt.
Normale bout: 4,8
Trekvaste bout: 12,9
Uitleg van de sterkte-classificatie:
4 Bezwijkingspunt van de bout: 320N/mm
2
{32,6 kgf/mm
2
}
8 Maximale treksterkte van de bout: 400N/mm
2
{40,8 kgf/mm
2
}
(
Dikte van de
staalplaat t
Bout
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 25 mm)
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 25 mm)
Aantrekkoppel
Aantrekkoppel
Aantrekkoppel
<Voor de WR12DM>
M10 × 30
kgfcm
1000
800
600
400
200
0
0 1
2
3
Nm
100
80
60
40
20
0
Trekvaste bout
Normale bout
M12 × 45
kgfcm
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
0 1
2
3
Nm
140
120
100
80
60
40
20
0
Trekvaste bout
Normale bout
M14 × 50
kgfcm
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
0 1
2
3
Nm
160
140
120
100
80
60
40
20
0
Trekvaste bout
Normale bout
Afb. 16
Afb. 17
Aantrekkoppel
M8 × 30
kgf•cm
800
600
400
200
0
N•m
80
60
40
20
0
0
1 2 3
Trekvaste bout
Normale bout
M10 × 30
kgfcm
1000
800
600
400
200
0
Nm
100
80
60
40
20
0
0
1 2 3
Trekvaste bout
Normale bout
M12 × 45
kgfcm
1000
800
600
400
200
0
Nm
100
80
60
40
20
0
0
1 2 3
Trekvaste
bout
Normale bout
Afb. 18Moer
Nederlands
57
<Voor de WR9DM>
Afb. 20
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van de bus
Een versleten of vervormde zeskante of vierkante
bus zal niet meer goed op de moer of het draaistuk
passen, hetgeen resulteert in een lager
aantrekkoppel. Controleer de slijtage van de gaten
in de bussen regelmatig en vervang de busen op
tijd door nieuwe.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven moeten regelmatig
geïnspecteerd en gecontroleerd worden of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het "hert" van het electrishce
gereedschap. Er moet daarom bijzonder zorgvuldig
op gelet worden, dat de wikkeling niet beschadigd
en/or met olie or water bevochtigd wordt.
4. Inspectie van de koolborstels (Afb. 12)
In de motor zijn koolborstels gebruikt, die onderhevig
zijn aan slijtage. Doorgesleten koolborstels leiden
tot problemen met de motor. Daarom dienen de
koolborstels vervangen te worden wanneer zij
versleten of bijna versleten zijn. Bovendien moeten
de koolborstels altijd schoon zijn en zich vrij in de
borstelhouders kunnen bewegen.
Nota Bene:
Verzeker u ervan dat u de Hitachi koolborstel code
no. 999054 gebruikt, wanneer u de koolborstel
vervangt.
5. Het wisselen van de koolborstel
Neem de koolborstel uit door eerst de kap van de
borstel te verwijderen en vervolgens een
schroevendraaier of iets dergelijks in het uitsteeksel
van de koolborstel te haken, zoals te zien is in Fig.
14.
Als u de koolborstel installeert, moet u de richting
zo kiezen dat de nagel van de koolborstel
overeenkomt met het contact-gedeelte buiten de
borstelbuis. Duw de koolborstel vervolgens naar
binnen met uw vinger, zoals te zien is in Fig. 15.
Doe vervolgens de kap van de borstel weer terug.
WAARSCHUWING:
U moet echt de nagel van de koolborstel in het
contact-gedeelte buiten de borstelbuis passen. (U
M16 × 55 F10T (Vastdaaitijd 3 sec)
Aantrekkoppel
Aantal vastdraaiingen (PCS)/belasting
<Voor de WR12DM>
kgfcm
1600
1200
800
400
0
0
20
40
60
80
100 120 140
Nm
160
120
80
40
0
a
Bij volledig opladen
Bij volledig ontladen
Afb. 19
kgfcm
1600
1200
800
400
0
0
20 40
60
80 100 120 140 160
Nm
160
120
80
40
0
a
Bij volledig opladen
Bij volledig ontladen
M14 × 50 Trekvaste bout (Vastdaaitijd 3 sec)
Aantal vastdraaiingen (PCS)/belasting
Nederlands
58
mag om het even welk van de twee meegeleverde
nagels gebruiken.)
U moet hier goed op letten, want een eventuele
fout hiermee kan resulteren in een vervorming van
de nagel van de koolborstel en kan in een vroeg
stadium problemen met de motor veroorzaken.
6. Reiningen van de behuizing
Gebruik een zachte droge doek, of wat soppig water
wanneer de behuizing bevuild is. Gebruik geen
vloeistoffen zoals verdunner of bezine om te
voorkomen dat de afwerking beschadigd.
7. Opbergen
Bewaar de moersleutelmachine in een plaats waar
de temperatuur niet hoger is dan 40°C, en buiten
het bereik van kinderen.
AANTEKENING
Op grond van het voortdurende research- en
ontwikkelingsprogramma van HITACHI zijn
veranderingen van de hierin genoemde technische
opgaven voorbehon.
Informatie betreffende luchtgeluid en trillingen
De gemeten waarden zijn verkregen overeenkomstig
EN50144.
Het doorsnee A-gewogen geluiddruknivo is 97 dB (A)
Het standaard A-gewogen geluiddruknivo: 110 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Typische gewogen effektieve versnellingswaarde:
12 m/s
2
203
Code No. C99108771 N
Printed in Japan
Hitachi Power Tools Europe GmbH
Siemensring 34, 47877 Willich, F. R. Germany
Hitachi Koki Co., Ltd.
Shinagawa Intercity Tower A, 15-1, Konan 2-chome,
Minato-ku, Tokyo, Japan
28. 9. 2001
Y. Hirano (EMO)
Nederlands
EC VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij verklaren onder eigen verantwoordelijkheid dat dit
produkt conform de richtlijnen of gestandardiseerde
documenten EN50144, HD400 en/of EN55014-2 voldoet
aan de eisen van EEG Bepalingen 89/336/EEG en/of 98/
37/EC.
Deze verklaring is van toepassing op produkten
voorzien van de CE-markeringen.
Español
DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD DE LA CE
Declaramos bajo nuestra única responsabilidad que
este producto está de acuerdo con las normas o con
los documentos de normalización EN50144, HD400 y/
o EN55014-2 según indican las Directrices del Consejo
89/336/CEE y/o 98/37/CE.
Esta declaración se aplica a los productos con marcas
de la CE.
Portugûes
DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE CE
Declaramos, sob nossa única e inteira responsabilidade,
que este produto está de acordo com as normas ou
documentos normativos EN50144, HD400 e/ou
EN55014-2 em conformidade com as Diretrizes 89/336/
CEE e/ou 98/37/CE do Conselho.
Esta declaração se aplica aos produtos designados CE.
Ελληνικά
EK ∆ΗΛΩΣΗ ΕΝΑΡΜΝΙΣΜΥ
∆ηλώνυµε µε απλυτη υπευθυντητα τι αυτ τ
πριν είναι εναρµνισµέν µε τα πρτυπα ή τα
έγραα πρτύπων EN50144, HD400 και / ή EN55014-2
σε συµωνία µε τις δηγίες τυ Συµυλίυ 89/336/
EOK και / ή 98/37/EK.
Αυτή η δήλωση ισύει στ πριν µε τ σηµάδι CE.
English
EC DECLARATION OF CONFORMITY
We declare under our sole responsibility that this
product is in conformity with standards or standard-
ized documents EN50144, HD400 and/or EN55014-2 in
accordance with Council Directives 89/336/EEC and/or
98/37/EC.
This declaration is applicable to the product affixed CE
marking.
Deutsch
ERKLÄRUNG ZUR KONFORMITÄT MIT CE-REGELN
Wir erklären mit alleiniger Verantwortung, daß dieses
Produkt den Standards oder standardisierten
Dokumenten EN50144, HD400 und/oder EN55014-2 in
Übereinstimmung mit den Direktiven des Europarats
89/336/EWG und/order 98/37/CE entspricht.
Diese Erklärung gilt für Produkte, die die CE-Markierung
tragen.
Français
DECLARATION DE CONFORMITE CE
Nous déclarons sous notre seule et entière respon-
sabilité que ce produit est conforme aux normes ou
documents normalisés EN50144, HD400 et/ou EN55014-
2 en accord avec les Directives 89/336/CEE et/ou 98/37/
CE du Conseil.
Cette déclaration sapplique aux produits désignés CE.
Italiano
DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ CE
Si dichiara sotto nostra responsabilità che questo
prodotto è conforme agli standard o ai documenti
standardizzati EN50144, HD400 e/o EN55014-2 conforme
alle direttive 89/336/CEE e/o 98/37/CE del concilio.
Questa dichiarazione è applicabile ai prodotti cui sono
applicati i marchi CE.
1/98