Documenttranscriptie
3-205-930-41 (1)
Digital Photo
Printer
Bedienungsanleitung
DE
Digital Photo Printer
Lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme
dieses Druckers bitte genau durch, und bewahren
Sie sie zum späteren Nachschlagen sorgfältig auf.
Gebruiksaanwijzing
NL
Voordat u deze printer in gebruik neemt, moet u
deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen en
bewaren zodat u ze later nog kunt raadplegen.
Istruzioni per l’uso
Prima di utilizzare la presente stampante, leggere
attentamente questo manuale e conservarlo per
riferimenti futuri.
DPP-SV88
DPP-SV88
2003 Sony Corporation
IT
WAARSCHUWING
Voor klanten in Europa
OPGELET
Stel het toestel niet bloot aan regen
noch vocht om brand of
elektrocutie te voorkomen.
Open de behuizing niet om
elektrocutie te voorkomen. Laat het
toestel alleen nakijken door
bevoegd vakpersoneel.
OPGELET
Wanneer dit toestel te dicht bij
apparatuur die elektromagnetische
straling produceert wordt geplaatst,
kunnen beeld en/of geluid worden
gestoord.
OPGELET
Sony aanvaardt geen enkele
verantwoordelijk voor welkdanige
schade of verlies van opgenomen
gegevens tengevolge van het gebruik
van of een defect aan de printer,
“Memory Stick” of PC card.
OPGELET
Steek de brede stekkerpen volledig in
de brede opening om elektrocutie te
voorkomen.
OPGELET
Het kenplaatje bevindt zich onderaan
op het toestel.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij
niet weg maar
lever deze in als
klein chemisch
afval (KCA).
2 NL
Deze Digital Photo Printer is geklasseerd
als CLASS 1 LASER PRODUCT.
Dit apparaat werd getest en conform
bevonden met de limieten bepaald in de
EMC Richtlijn met een verbindingskabel
van minder dan 3 meter.
•Microsoft, MS, MS-DOS en Windows®
zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de V.S.A. en
andere landen.
•IBM en PC/AT zijn geregistreerde
handelsmerken van International
Business Machines Corporation.
•MMX en Pentium zijn geregistreerde
handelsmerken van Intel Corporation.
•Apple, Macintosh, Power Macintosh en
Mac OS zijn geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer,
Inc.
• “Memory Stick”, “MagicGate Memory
Stick” en hun logo’s zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
•Deze printer gebruikt JBlend™ van
Aplix Corporation. JBlend en Aplix zijn
geregistreerde merken van Aplix
Corporation in Japan en
merkaanvragen zijn ingediend in
andere landen.
•Alle andere bedrijven en namen van
producten in deze gebruiksaanwijzing
kunnen de handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken zijn van
de respectieve bedrijven. De
aanduidingen “™” and “®” zullen niet
telkens in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
Opmerking voor
gebruikers
Programma ©2001 Sony Corporation
Documentatie ©2001 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Niets in deze
gebruiksaanwijzing noch de software die
hierin beschreven staat mag geheel noch
gedeeltelijk worden gereproduceerd, vertaald
noch omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming vanwege Sony Corporation.
Gebruikersregistratie
Om te kunnen genieten van onze
klantenservice, moet u de registratiekaart
invullen en terugsturen.
Ontwerpgegevens zoals voorbeeldbeelden in
deze software mogen uitsluitend voor
persoonlijk gebruik worden gewijzigd of
gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van
deze software is krachtens de wet op de
auteursrechten verboden.
Merk op dat ongeoorloofd kopiëren of
wijzigen van afbeeldingen van anderen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een
inbreuk kan betekenen op de rechten van de
houders.
SONY CORPORATION KAN IN GEEN
GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR WELKE SCHADE OOK
DIE HET GEVOLG ZOU ZIJN VAN OF
VERBAND ZOU HOUDEN MET DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING, DE SOFTWARE
OF ANDERE INFORMATIE DIE DEZE
BEVAT DAN WEL HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM verpakking
te verbreken, aanvaardt u alle bepalingen van
deze overeenkomst. Indien u niet akkoord
gaat met deze bepalingen, stuur deze omslag
met de disk dan ongeopend samen met de
rest van het pakket meteen terug naar de
dealer waar u het hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor
om deze gebruiksaanwijzing of de informatie
die deze bevat te allen tijde en zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
De software die hierin beschreven staat kan
ook vallen onder de bepalingen van een apart
gebruikerslicentiecontract.
NL
Het dupliceren, monteren of afdrukken
van een CD, TV-programma’s,
auteursrechtelijk beschermde materialen
zoals beelden of publicaties, of alle andere
materialen met uitzondering van eigen
opnames of creaties is beperkt tot privaat
of huishoudelijk gebruik. Behalve indien
u in het bezit bent van de auteursrechten
of de toestemming vanwege de eigenaars
van de auteursrechten voor de te
dupliceren materialen, kan het gebruik
van die materialen buiten deze
beperkingen een inbreuk betekenen op de
wet op de auteursrechten en het voorwerp
uitmaken van een eis tot
schadevergoeding vanwege de eigenaar
van de auteursrechten.
Let vooral bij het gebruik van foto’s met
deze printer op dat u de bepalingen van
de wet op de auteursrechten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of het
wijzigen van andermans foto’s kan hun
rechten ook schenden.
Op sommige evenementen, optredens of
tentoonstellingen kan het nemen van
foto’s niet zijn toegestaan.
3 NL
Inhoudsopgave
Aan de slag
Wat u met de printer zoal kunt doen .............. 6
De printer uitpakken ....................................... 8
Onderdelen ..................................................... 9
Opstelling
1 De printer aansluiten ............................. 13
Aansluiting op een televisie ..................... 13
Aansluiting op video-apparatuur .............. 14
Het netsnoer aansluiten ........................... 15
Een “Memory Stick” of PC card
inbrengen ............................................... 15
Een CD-R/RW disc inbrengen ................... 17
Aansluiting op een computer (optioneel) .. 20
2 De afstandsbediening gebruiksklaar
maken .................................................... 21
3 De printset klaarmaken .......................... 22
4 De print cartridge plaatsen .................... 23
5 Printpapier plaatsen ............................... 25
Basicprintfuncties
Geselecteerde beelden op een card of
disc afdrukken ....................................... 27
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden
tegelijkertijd afdrukken .......................... 32
Een beeld afdrukken vanaf
video-apparatuur ................................... 35
Beelden bewaren
Beelden op een “Memory Stick” of PC
card bewaren op een CD-R/RW disc ....... 37
Alle beelden op een “Memory Stick”
of PC card ineens bewaren ...................... 37
Bepaalde beelden op een “Memory
Stick” of PC card bewaren op een
CD-R/RW disc ......................................... 38
4 NL
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren
op een “Memory Stick” of PC card ........ 42
Alle beelden op een CD-R/RW map
ineens bewaren ....................................... 42
Gekozen beelden op een CD-R/RW
disc bewaren op een “Memory Stick”
of PC card ............................................... 43
Een videogeheugenbeeld opslaan op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc ........................................................ 45
Gebruik van een CD-R/RW disc
Betreffende CD-R/RW discs .......................... 47
Geschikte CD-R/RW disc-types ................. 47
Behandeling van discs ............................. 48
Opmerkingen bij het reinigen van
CD-R/RW discs ........................................ 48
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW
disc ........................................................ 49
Een CD-R/RW disc klaarmaken om
beelden te bewaren (initialisering) ......... 51
Mappen op een CD-R/RW disc schikken ....... 52
Een nieuwe map aanmaken ..................... 52
Een map hernoemen ............................... 53
Een map wissen ...................................... 55
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken
met uw computer ................................... 56
Systeemvereisten van de computer .......... 56
Een CD-R/RW disc klaarmaken om
beelden te bekijken op de computer
(finalisering) ............................................ 56
Finalisering annuleren (definalisering) ...... 58
Een CD-RW disc formatteren ........................ 59
De toegangssnelheid van een CD-R/RW
disc instellen .......................................... 60
Geavanceerde printfuncties
Aanvullende informatie
Effecten toevoegen aan een beeld ............... 61
Wat u met het EFFECT menu zoal
kunt doen ............................................... 61
Beeldgrootte en -positie wijzigen ............. 63
De beeldpositie wijzigen. ......................... 64
Het beeld instellen .................................. 65
Een speciaal filter toevoegen aan een
beeld ...................................................... 66
Diverse afdrukken maken (Creative Print) .... 67
Wat u met het Creative Print menu
zoal kunt doen ........................................ 67
Een kalender maken ................................ 69
Een kaart maken ..................................... 72
Een sticker maken ................................... 75
Een deelbeeld maken .............................. 77
De printer instellen (MENU) .......................... 78
Wat u met het MENU zoal kunt doen ...... 78
Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET) ............. 79
Beelden wissen ............................................. 82
Gekozen beeld(en) wissen ....................... 82
Een “Memory Stick” formatteren ............. 83
Diavoorstelling ............................................. 84
Een indexafdruk maken ................................ 86
Voorzorgsmaatregelen ............................... 106
Betreffende de “Memory Stick” en
PC card ................................................ 108
Betreffende de “Memory Stick” ............. 108
“Memory Stick” beelden beveiligen ....... 108
Opmerkingen bij het gebruik ................. 109
Verhelpen van storingen ............................. 110
Indien papier vastloopt .......................... 112
Technische gegevens .................................. 113
Index .......................................................... 114
Printen vanaf uw computer
De printer gebruiken met Windows .............. 88
Systeemvereisten ..................................... 88
De software installeren ............................ 89
Reader software gebruiken ...................... 98
Printen vanuit een
toepassingsprogramma ........................... 99
De printer gebruiken met Macintosh
computers ............................................ 102
Systeemvereisten ................................... 102
De printer driver installeren ................... 102
Printen vanuit een
toepassingsprogramma ......................... 104
5 NL
Aan de slag
Wat u met de printer zoal kunt doen
Met de Digital Photo Printer DPP-SV88 kunt u beelden afdrukken vanaf een
“Memory Stick,” PC card, CD-R/RW disc, een videorecorder of een
computer. U kunt ook beelden bewaren op een “Memory Stick”, een PC card
of in albums op een CD-R/RW disc.
Fotorealistische afdruk
Dankzij het sublimation dye transfer printsysteem kan de printer
fotorealistische afdrukken maken die aan diverse eisen voldoen.
Super Coat 2
Super Coat 2 verhoogt de duurzaamheid en de weerstand tegen vocht of
vingerafdrukken, zodat uw afdrukken langer in goede staat blijven.
Auto Fine Print 2
Auto Fine Print 2 analyseert de beeldinformatie en corrigeert die om een
scherp, helder en natuurlijk beeld te krijgen.
Keuze uit afdrukformaat en afdruk met of zonder rand
U kunt kiezen uit een grote, dynamische afdruk van Post Card-formaat of
een zuinige afdruk van Small-formaat. Voor afdrukken van Post Cardformaat hebt u de keuze tussen een afdruk met of zonder rand.
Beelden in mappen (albums) op een CD-R/RW disc schikken
U kunt digitale foto’s vanaf een “Memory Stick” of PC card of videobeelden
in mappen (albums) bewaren op een CD-R/RW disc. U kunt alle beelden op
een “Memory Stick” of PC card ineens of alleen bepaalde beelden bewaren.
De beelden op een CD-R/RW disc kunnen ook worden bewaard op een
“Memory Stick” of PC card.
Opmerkingen
•Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken.
•Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs.
6 NL
Aan de slag
Direct afdrukken van “Memory Stick”, PC card, CD-R/RW disc of
video-apparatuur
U kunt digitale camerabeelden opgeslagen op een “Memory Stick” of PC
card, of PC-beelden opgeslagen op een CD-R/RW disc afdrukken. U kunt
ook beelden vastleggen en afdrukken vanaf een videorecorder die is
aangesloten op de video-ingang van de printer. Alle aanwezige beelden of
alle vooringestelde DPOF (Digital Print Order Format) beelden kunnen
ineens worden afgedrukt.
Afwerking kiezen
U kunt kiezen voor een glanzende of gestructureerde afdruk.
25/30 vellen ineens afdrukken
Met de meegeleverde papierlade kunt u 25 vellen in Post Card-formaat en 30
vellen in Small-formaat ineens afdrukken.
Diverse beeldverwerkingsmogelijkheden met uw printer
U kunt verschillende soorten afdrukken maken, zoals een standaardafdruk,
een datumafdruk of een indexafdruk van de beelden op een “Memory Stick,”
PC card of CD-R/RW disc. Met diverse beeldverwerkingsfuncties kan het
beeld worden vergroot/verkleind, geroteerd, gekanteld of verplaatst. U kunt
ook een speciaal effect toevoegen voor sepiakleurige, éénkleurige of
schilderachtige beelden.
Nog meer afdrukmogelijkheden met het Creative Print menu
Met het Creative Print menu kunt u nog meer verschillende soorten
afdrukken maken, zoals een kalender, kaarten, deelbeelden of stickers met
omkaderde beelden.
Een handige USB-aansluiting maken met uw computer
Met de meegeleverde DPP-SV88 printer driver software op uw computer
kunt u beelden via uw computer afdrukken. Met de meegeleverde “Memory
Stick/PC card Reader Software” kunt u beelden op een “Memory Stick” of
PC card in de printer bekijken en behandelen vanaf uw computer.
Opmerking
U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken om
de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
7 NL
De printer uitpakken
Controleer of de volgende accessoires in de verpakking van de printer
aanwezig zijn.
• Netsnoer (1)
• Afstandsbediening (1)
• Videokabel (1)
• CD-ROM (1)
• Papierlade (1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
• Garantiekaart (1)
• Printset (1)
• Registratiekaart (1)
• Sony softwarelicentie-overeenkomst (1)
8 NL
– Sony DPP-SV88 Printer Driver
Software for Windows® 98/
Me/2000 Professional/XP
Home Edition/XP Professionl
Version 1.0 for MAC OS 8.5.1./
8.6/9.0/9.1/9.2 Version 1.0
– Memory Stick/PC card Reader
Software for Windows® 98/
Me/2000 Professional/XP
Home Edition/XP Professionl
Version 1.0
Onderdelen
3
Aan de slag
1 2
Meer details vindt u op de pagina’s
tussen haakjes.
4
Voorpaneel printer
1 POWER toets (pagina 17, 27)
Licht oranje op in de wachtstand en
groen in de AAN-stand.
2 Bedieningspaneel (volgende
pagina)
Omlaag trekken om het
bedieningspaneel te openen.
3 CD-R/RW disc-lade open/sluittoets (page 17)
56
7
Druk op deze toets om de CD-R/RW
disc-lade te openen en te sluiten.
9
8
q;
qa
4
5
6
7
Verluchtingsgaten
S VIDEO IN aansluiting (pagina 14)
VIDEO IN aansluiting (pagina 14)
Papierladeklep (pagina 25)
Plaats hier de meegeleverde papierlade.
8 Afstandsbedieningssensor (pagina 21)
Richt de meegeleverde afstandsbediening
op deze sensor om de printer te
bedienen.
9 Cartridgeklep (pagina 23)
0 Printcartridge-uitwerphendel
(pagina 23)
Omhoog duwen om de printcartridge uit
te werpen.
qa Printcartridge (pagina 22, 23)
(Niet meegeleverd)
Achterpaneel printer
1 USB connector (pagina 20)
Wordt verbonden met de USB
aansluiting van uw computer.
2
3
4
5
1 2 3 4
5
S VIDEO OUT aansluiting (pagina 13)
VIDEO OUT aansluiting (pagina 13)
Voedingsaansluiting (pagina 15)
Verluchtingsgaten
Wordt vervolgd
9 NL
Onderdelen
Printerindicatoren en
bedieningspaneel
1 Ingangsindicatoren (pagina 20, 27,
35)
De indicator voor het huidige
ingangssignaal licht op (“MEMORY
STICK”/PC CARD/CD-RW/VIDEO/
PC).
2 PRINT indicator (pagina 30, 34)
3
Papierfoutindicator (pagina 26,
112)
4
Cartridgefoutindicator (pagina
23)
5 “MEMORY STICK” gleuf (pagina 15)
6 PC CARD gleuf (pagina 16)
7 AUTO PRINT toets (pagina 33)
Bij elke druk op deze toets, wordt
omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De
betreffende indicator licht op.
8 PC card uitwerptoets (pagina 16)
9 INPUT SELECT toets (pagina 20, 27,
35)
Schakelt het ingangssignaal om. (De
gekozen ingangsindicator 1 licht op,
behalve “PC”.)
0
qa
qs
qd
qf
qg
qh
MENU toets (pagina 78)
EFFECT toets (pagina 61)
CREATIVE PRINT toets (pagina 67)
FOLDER RECALL toets (pagina 29)
SAVE toets (pagina 29)
SAVE ALL toets (pagina 37, 42)
PICTURE toets (pagina 29)
Schakelt om tussen miniatuurlijst en
voorbeeld.
qj
qk
ql
w;
10 NL
Pijltjestoetsen (B/b/V/v)
ENTER/PRINT QTY toets
PRINT toets (pagina 30, 34, 36)
CANCEL toets
1 AUTO PRINT toets (pagina 33)
Bij elke druk op deze toets, wordt
omgeschakeld tussen ALL en DPOF. De
betreffende indicator op de printer licht
op.
2 INPUT SEL (SELECT) toets (pagina
20, 27, 35)
Schakelt het ingangssignaal om. (De
gekozen ingangsindicator op de printer
licht op, behalve “PC”.)
3 SAVE ALL toets (pagina 37, 42)
4 Pijltjestoetsen (B/b/V/v)
5 PICTURE toets (pagina 29)
Schakelt om tussen miniatuurlijst en
voorbeeld.
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
MENU toets (pagina 78)
SAVE toets (pagina 39, 44)
EFFECT toets (pagina 61)
POWER toets (pagina 17, 27)
FOLDER RECALL toets (pagina 29)
ENTER toets
CANCEL toets
CREATIVE PRINT toets (pagina 67)
PRINT toets (pagina 30, 34, 36)
Papierlade
1
1 Deksel (pagina 25)
2 Tussenschot (pagina 25)
2
11 NL
Aan de slag
Afstandsbediening
Onderdelen
Scherm
1 Printvoorinstelling (DPOF) indicatie
Geeft aan of het DPOF vooringesteld is
voor afdrukken vanaf een digitale
camera.
Miniatuurlijst
12 3 4 5 6
2 Beeldnummer
3 “Memory Stick”/PC Card/CD-R/RW
indicatie
7 8 9
Geeft het huidige mediatype aan.
q;
qa
4 Beveiligingsindicatie
Geeft aan of het beeld beveiligd is door
een digitale camera.
5 Cursor (geel kader)
Geeft het beeld met de cursor aan.
6 Selectie (oranje)
Geeft aan dat het beeld werd geselecteerd.
qs
Voorbeeld
1 q;2 3
7 8 9
qa
7 Aantal geselecteerde beelden/
totaal aantal beelden
8 Restgeheugenindicatie
Geeft het resterend geheugen aan van een
“Memory Stick,” PC card of CD-R/RW
disc in de printer. Bij een “Memory Stick”
verandert het pictogram van links naar
rechts naarmate het geheugen
vermindert. (Er verschijnt een "leeg"
pictogram bij beveiligde media of een
gefinaliseerde CD-R/RW disc.)
b
b
b
9 Print cartridge-indicatie
Geeft het type print cartridge aan dat
momenteel is geladen
qs
4
0 Afdrukaantalindicatie
Geeft het aantal afdrukken aan.
qa Rolbalk
Geeft de positie aan van het getoonde of
geselecteerde beeld.
qs Instructie
Toont beknopte instructies voor de
volgende stap.
12 NL
Opstelling
1 De printer aansluiten
Aansluiting op een televisie
S-videokabel
(niet meegeleverd)
Televisie
Zet de VIDEO/TV
ingangskeuzeschakelaar
op VIDEO.
Naar S VIDEO IN
Of
Naar VIDEO IN
Videokabel (meegeleverd)
Wanneer uw televisie is uitgerust met een S-video ingang
Verbind de S-video ingang van uw televisie met de S VIDEO OUT (uitgang)
van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet
meegeleverd). De beeldkwaliteit is dan beter. U hoeft de video-aansluiting
dan niet te gebruiken.
Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld
•Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer.
•Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer.
Opmerkingen
•Zet de printer en de televisie af alvorens aansluitingen te verrichten.
•Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel
verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m.
•Wanneer u de printer aansluit op een personal computer hoeft u hem niet aan te
sluiten op een televisie.
•Sluit de video-uitgangen van de printer niet aan op een ander toestel dan een
televisie. De toestellen werken mogelijk niet zoals het hoort.
13 NL
Opstelling
Verbind de VIDEO OUT (uitgang) aansluiting van de printer met de videoingang van de televisie om de beelden te bekijken die u wilt afdrukken.
1 De printer aansluiten
Aansluiting op video-apparatuur
Om beelden af te drukken van video-apparatuur zoals een videorecorder of
een camcorder, moet u video-apparatuur en printer verbinden met behulp van
de meegeleverde videokabel. Meer details omtrent het afdrukken vanaf videoapparatuur vindt u onder “Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur”
(pagina 35-36).
S-videokabel (niet
meegeleverd)
Camcorder e.d.
voorzien van
een S-video
uitgang
Naar S VIDEO OUT
Of
Video voorzien van
een video uitgang
Naar VIDEO OUT
Videokabel (meegeleverd)
l :Signaalverloop
Indien de video-apparatuur is voorzien van een S-video uitgang
Verbind de S-video uitgang van de video-apparatuur met de S VIDEO IN
(ingang) van de printer met behulp van een S-video verbindingskabel (niet
meegeleverd) voor een betere beeldkwaliteit. U hoeft de video-aansluiting dan
niet te gebruiken.
Videobeelden bekijken op de televisie terwijl de printer is uitgeschakeld
•Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op VIDEO OUT op de printer.
•Om beelden te bekijken van video-apparatuur die is aangesloten op S VIDEO IN op
de printer, sluit u uw televisie aan op S VIDEO OUT op de printer.
Opmerkingen
•Zet de printer, de video-apparatuur en de televisie af alvorens aansluitingen te
verrichten.
•Wanneer u de meegeleverde videokabel niet gebruikt, moet u een in de handel
verkrijgbare video- of S videokabel gebruiken met een lengte van maximum 3 m.
•Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de video-apparatuur.
14 NL
Het netsnoer aansluiten
Naar een
stopcontact
Netsnoer
(meegeleverd)
Een “Memory Stick” of PC card inbrengen
Opmerkingen
•Forceer de “Memory Stick” of PC card niet in of uit de gleuf. Indien u dat toch
doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer worden beschadigd.
•Wanneer de printer de “Memory Stick” of PC card uitleest en de betreffende
indicator knippert, mag u de “Memory Stick” of PC card niet uit de printer halen.
Indien u dat toch doet, kunnen de “Memory Stick”, de PC card of de printer
worden beschadigd.
Een beeld op een “Memory Stick” afdrukken
Open het bedieningspaneel en steek de “Memory Stick” in de “MEMORY
STICK” gleuf tot hij vastklikt.
“Memory Stick”
Met het nokje naar links en het pijltje
links naar voren gericht
De “Memory Stick” uitwerpen
Duw de “Memory Stick” verder in de gleuf en verwijder hem dan voorzichtig.
Wordt vervolgd
15 NL
Opstelling
Na het verrichten van alle aansluitingen sluit u het meegeleverde netsnoer aan
op de voedingsingang van de printer en steekt u vervolgens de stekker in een
stopcontact.
De POWER indicator licht rood op.
1 De printer aansluiten
Opmerking
Breng alleen een “Memory Stick” in. Steek er niets anders in.
Een beeld op een PC card afdrukken
Open het bedieningspaneel en steek de PC card in de PC CARD gleuf tot ze
vastklikt.
PC CARD uitwerptoets
PC card
De PC card uitwerpen
Druk op de PC CARD uitwerptoets. Nadat de toets uitspringt, drukt u die
verder in tot hij vastklikt. Verwijder de PC card voorzichtig nadat ze is
uitgeworpen.
Opmerkingen
•Breng alleen een PC card in. Steek er niets anders in.
•Druk de PC CARD uitwerptoets goed in bij het sluiten van de klep van het
bedieningspaneel.
16 NL
Een CD-R/RW disc inbrengen
1
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator verandert van oranje in groen.
2
Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
De CD-R/RW disc-lade schuift uit.
3
Plaats een CD-R/RW disc op de lade met het label omhoog en
klik ze vast op de naaf.
Kant met label
Wordt vervolgd
17 NL
Opstelling
Om beelden te lezen of op te slaan in mappen, plaatst u een CD-R/RW disk in
de CD-R/RW disc-lade van de printer. Zie "Betreffende CD-R/RW discs" op
pagina 47 voor de geschikte disc-types en waarop u dient te letten bij het
omgaan met discs.
1 De printer aansluiten
Opmerkingen
is
• Terwijl de printer zich in de startfase bevindt (
zichtbaar) mag er geen CD in de printer worden gestopt noch eruit gehaald.
Indien u dat toch doet, kan er zich een fout voordoen bij het bewaren van beelden
op een disc, het formatteren van een disc of andere handelingen. Wanneer er
zich een fout voordoet, moet u de printer afzetten en weer aanzetten.
• Ondersteun de disc-lade bij het openen met de hand.
• Controleer of de disc goed over de CD-R/RW-naaf zit alvorens de CD-R/RWlade te sluiten. Indien dat niet zo is, kan de CD-R/RW drive worden
beschadigd en kan de lade mogelijk niet worden geopend.
4
Sluit de disc-lade goed tot ze vastklikt.
De disc verwijderen
1
Druk op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
De CD-R/RW disc-lade schuift uit.
Opmerking
Wanneer de CD-RW indicator oplicht of knippert, wordt de CD-R/RW gelezen/
beschreven. De CD-R/RW disc kan dan niet worden uitgeworpen. Wacht tot de
indicator dooft en druk dan op de CD-R/RW disc-lade open/sluit-toets.
2
Haal de CD-R/RW disc uit de lade.
Een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera
gebruiken
Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc van uw CD Mavica digitale camera
gebruikt met deze printer, raden wij u aan de 8cm CD adapter te gebruiken die
bij uw CD Mavica is geleverd.
1
Plaats een 8 cm CD-R/RW disc in de twee nokjes van de adapter
in volgorde 1 en 2.
1
Labelkant (achterkant voor opname.)
2
Kant met SONY opdruk (achterkant glanzend.)
18 NL
Trek het derde nokje naar buiten en klik de disc vast.
3
Zorg ervoor dat de disc goed in de gleuven van de drie nokjes
zit, dat de nokjes vlak zijn en de disc niet is verbogen noch
uitgeworpen door de adapter.
Opstelling
2
Duw een uitstekend nokje in.
Zoniet kan de CD-R/RW
disclade niet goed werken of
lawaai maken.
Opmerking
De CD adapter die bij uw CD Mavica digitale camera is geleverd, is uitsluitend
bedoeld voor 8cm CD-R/RW discs voor de CD Mavica. Gebruik de adapter niet
met andere 8cm CD-R/RW discs.
19 NL
1 De printer aansluiten
Aansluiting op een computer (optioneel)
Verbind de USB aansluitingen van printer en computer (Windows PC of
Macintosh) met een in de handel verkrijgbare USB kabel. Wanneer u de
meegeleverde driver software installeert op uw computer, kunt u beelden
afdrukken vanop de harde schijf van de computer. Met de “Memory Stick/
PC Card Reader Software” kunt u ook beelden van op een “Memory Stick” of
PC Card overbrengen naar de harde schijf van uw computer.
Voor details omtrent installatie en bediening van de software, zie “Afdrukken
vanaf uw computer” (pagina 88-105).
Windows/
Macintosh
computer
Naar USB
aansluiting
Naar USB aansluiting
Wanneer u een reeds aangeschakelde computer aansluit op de
USB connector van de printer
De PC ingangsindicator licht op en de printer schakelt over naar de PC stand.
Opmerkingen
•De Reader software werkt alleen onder Windows.
•Gebruik een USB kabel van maximum 3 meter lang.
•Wanneer geen aangeschakelde computer is aangesloten op de USB connector, kunt
u niet handmatig overschakelen naar de PC stand door de INPUT SELECT toets in
te drukken.
•Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnt er in de PC stand geen
beeld op het televisiescherm. Dat duidt niet op een defect aan de printer.
•Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de aangesloten accessoires.
•Printer en printer driver werken niet met een netwerk of een in de handel
verkrijgbare printer buffer.
•U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken
om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
20 NL
2 De afstandsbediening gebruiksklaar maken
1
Haal de beschermstrip van de afstandsbediening.
Opstelling
De afstandsbediening is gebruiksklaar
wanneer de beschermstrip van de
lithiumbatterij is verwijderd.
Beschermstrip
2
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op
de printer en druk vervolgens op een toets om de printer te
bedienen.
De toetsen op de afstandsbediening werken op dezelfde manier als de
identieke toetsen op de printer.
Afstandsbedieningssensor
De batterijen vervangen
Wanneer de printer niet reageert op de afstandsbediening, kan de batterij leeg
zijn. Schuif het deksel van de batterijhouder open met behulp van een fijne
pen of een ander puntig voorwerp. Verwijder de lege batterij en plaats een
nieuwe lithiumbatterij (CR2025) in de batterijhouder met + en – in de juiste
richting.
Lithiumbatterij
OPGELET:
Bij een verkeerd aangebrachte batterij is er explosiegevaar. Vervang een
batterij alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type dat door de
fabrikant is aanbevolen. Voer gebruikte batterijen af conform de
instructies van de fabrikant.
21 NL
3 De printset klaarmaken
U hebt een los verkrijgbare printset voor de printer nodig. De set bevat
printpapier en een print cartridge voor afdrukken van Post Card (4x6") of
Small (3.5x4") formaat.
Kies de printset volgens het type afdruk:
Printset
Inhoud
SVM-25LS
25 vellen fotopapier van Post Card-formaat/Print cartridge
voor 25 afdrukken
SVM-25LW
25 vellen zelfklevend papier van Post Card-formaat/Print
cartridge voor 25 afdrukken
SVM-30SS
30 vellen fotopapier van Small-formaat/Print cartridge voor
30 afdrukken
SVM-30SW
30 vellen zelfklevend papier van Small-formaat/Print
cartridge voor 30 afdrukken
SVM-30SW09
30 vellen zelfklevend papier van 9-delig Small-formaat/
Print cartridge voor 30 afdrukken
Opmerkingen
•Gebruik uitsluitend de printset voor deze printer.
•Gebruik altijd de print cartridge die bij het gebruikte printpapier hoort. Wanneer u
cartridges en papier van verschillende types samen gebruikt, is het mogelijk dat niet
kan worden afgedrukt, of dat het papier geklemd of de printerwerking verstoord
raakt.
•Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te
drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er
zelfs een defect optreden.
•Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal
te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect
veroorzaken.
•Raak het inktlint van de printcartridge of het printoppervlak van het printpapier
niet aan. De afdrukkwaliteit kan verminderen door vingerafdrukken of stof op het
printoppervlak of het inktlint.
•Voor een hoge afdrukkwaliteit mogen printsets niet worden bewaard op een plaats
waar ze bloot staan aan hoge temperatuur, een hoge vochtigheidsgraad, overmatig
stof of directe zonnestraling.
• Bewaar een deels gebruikte set van print cartridge en printpapier in de originele
verpakking of een soortgelijk recipiënt.
22 NL
4 De print cartridge plaatsen
1
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator licht groen op.
Open de klep van de cartridgehouder door eraan te trekken.
3
Steek de print cartridge goed in de printer tot ze vastklikt en
sluit de klep van de cartridgehouder.
Kant met het Sony logo
De print cartridge vervangen
Wanneer de print cartridge bijna leeg is, licht de
cartridgefoutindicator op
en verschijnt er een foutbericht op het scherm.
Open het deksel van de cartridgehouder, duw op de uitwerphendel, verwijder
de gebruikte print cartridge en plaats de nieuwe cartridge.
Uitwerphendel
cartridgefoutindicator
Wordt vervolgd
23 NL
Opstelling
2
4 De print cartridge plaatsen
Opmerkingen
•Steek nooit uw hand in de cartridgehouder. De thermische kop wordt zeer heet,
vooral na herhaald afdrukken.
•Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen teruggespoelde print cartridge om af te
drukken. Indien u dat toch doet, zal het afdrukresultaat minder goed zijn of kan er
zelfs een defect optreden.
•Als de print cartridge niet vastklikt, moet u ze verwijderen
en opnieuw inbrengen. Wikkel het inktlint in de richting
van het pijltje wanneer het niet strak genoeg is gespannen.
•Als er geen print cartridge is geplaatst wanneer u de printer aanzet, licht
de
cartridgefoutindicator op.
•Hou de printcartridge bij het plaatsen verticaal om te voorkomen dat er stof op het
inktlint terechtkomt.
•Raak het inktlint niet aan en leg de print cartridge niet op een stoffige plek.
Vingerafdrukken of stof op het inktlint zijn nefast voor het afdrukresultaat.
•Vervang de print cartridge niet terwijl de printer werkt.
Opmerkingen bij het bewaren van de print cartridge
•Bewaar de print cartridge niet op een plek waar ze bloot staat aan hoge
temperaturen, hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling.
•Bewaar een deels gebruikte cartridge in de originele verpakking.
24 NL
5 Printpapier plaatsen
1
Open de klep van de papierlade en plaats het tussenschot
afhankelijk van het gebruikte printpapierformaat.
Tussenschot
2
Plaats printpapier in de papierlade.
Schud het printpapier. Breng vervolgens het printpapier in met het
printoppervlak (de onbedrukte zijde) naar boven en het pijltje op de lade.
Plaats het beschermvel samen met het papier in de lade. Verwijder het
beschermvel nadat u het papier hebt aangebracht.
U kunt maximum 25 vellen instellen voor Post Card-formaat en 30 vellen
voor Small-formaat. Plaats de achterkant van het tussenschot om
printpapier van Small-formaat in te brengen.
Printoppervlak
Pijltje
Papier
Bij het inbrengen van
printpapier van Smallformaat
Voorkant
Opmerking
Raak het printoppervlak niet aan. Vingerafdrukken op de afdrukzijde zijn nefast
voor het afdrukresultaat.
Wordt vervolgd
25 NL
Opstelling
Leg het tussenschot neer om printpapier van Post Card-formaat te
gebruiken.
Zet het tussenschot recht om printpapier van Small-formaat te gebruiken.
5 Printpapier inbrengen
3
Sluit de klep van de papierlade. Duw dan de klep van de
papierlade open en steek de papierlade in de printer.
Steek ze goed in tot ze vastklikt.
Opmerkingen
•Als het printpapier niet automatisch wordt toegevoerd, licht de
papierfoutindicator
op. Trek de papierlade uit en controleer de papierverstopping.
•Wanneer u printpapier toevoegt aan een deels gevulde lade, mag het totale aantal
vellen niet meer bedragen dan 25 voor Post Card-formaat en 30 voor Small-formaat.
Plaats geen verschillende soorten papier in de lade. Indien u dit toch doet, kan het
papier vastlopen of de printer defect raken.
• Indien het printpapier op raakt nadat u op PRINT hebt gedrukt, weerklinkt de
waarschuwingspieptoon en licht de
papierfoutindicator op.
•Voor het afdrukken mag niet op de afdrukzijde worden geschreven noch getypt.
Gebruik een olieinktpen om na het afdrukken op de afdrukzijde te schrijven of te
tekenen.
•Kleef voor het afdrukken geen sticker of dergelijke op de afdrukzijde.
•Verwijder de rug van zelfklevend papier niet voor het printen is voltooid. Indien u
dit toch doet, kan het papier vastlopen of de printer defect raken.
•Druk niets tweemaal af op hetzelfde printpapier. Door hetzelfde papier tweemaal
te gebruiken, wordt de afdruk dikker. Dit kan problemen geven of zelfs een defect
veroorzaken.
•Vouw noch buig printpapier voor het afdrukken.
Opmerkingen bij het bewaren van printpapier
•Bewaar printpapier niet op een plek waar het bloot staat aan hoge temperaturen,
hoge vochtigheid, overmatig stof of directe zonnestraling.
•Bewaar het papier niet lang met de afdrukzijde tegen elkaar of in contact met
rubber of plastic producten met inbegrip van vinylchloride of weekmakers; de
kleuren of het papier kunnen hierdoor worden aangetast.
•Berg papier op in de originele verpakking wanneer u het gedurende lange tijd niet
zult gebruiken.
26 NL
Basicprintfuncties
Geselecteerde beelden op een card of disc
afdrukken
U kunt een beeld op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc selecteren en afdrukken op volle grootte (standaardafdruk).
Standaardafdruk
zonder rand
3
2
3–5
3,4
CANCEL toets
2
3
PICTURE toets
6
Basicprintfuncties
1
CANCEL toets
PICTURE toets
3,4
3–5
6
1
Plaats een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc met
opgenomen beelden in de “Memory Stick” of PC card-gleuf
(pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17).
2
Zet de printer en de televisie aan en zet de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”.
De POWER indicator van de printer licht groen op.
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of
indicator te laten oplichten.
Wanneer u “MEMORY STICK” of PC CARD kiest, verschijnen de
minaturen van de opgeslagen beelden op het scherm.
Geel kadertje (cursor)
Wanneer u “MEMORY STICK” kiest.
Wordt vervolgd
27 NL
Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
Wanneer u CD-RW disc kiest
De flappen van de mappen op de
CD-R/RW disc verschijnen. De
voorflap toont het eerste beeld in
elke map. Druk op de pijltjestoetsen
(B/b/V/v) om het gele kadertje
(cursor) naar de gewenste map te
brengen en druk op ENTER/PRINT
QTY.
De beelden in de map verschijnen
als miniaturen.
Opmerkingen
• Stel de printer niet bloot aan schokken
noch trillingen wanneer de printer de
CD-R/RW disc uitleest of beschrijft.
Indien u dat toch doet, kan de printer
niet naar behoren functioneren of kan
een beeld niet worden opgeslagen.
Zelfs beelden die al op de disc zijn
opgeslagen, kunnen worden
beschadigd of de disc zelf kan
vastlopen.
• Wanneer u een 8cm CD-R/RW disc
van uw CD Mavica inbrengt, worden
er geen mappen getoond.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het gele kadertje
(cursor) naar het beeld te brengen dat u wilt afdrukken en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het beeld is geselecteerd en de
printaantalindicatie wordt “1”.
De zone onder het beeld wordt
oranje.
28 NL
Geselecteerd beeld (oranje)
Een andere pagina tonen
Bij meervoudige pagina’s kunt u veranderen van pagina. Om de volgende
pagina te tonen, brengt u het gele kadertje onderaan de beeldenlijst en
drukt u op v. Om de vorige pagina te tonen, brengt u het gele kadertje
bovenaan de beeldenlijst en drukt u op V.
Breng het gele kadertje naar het beeld dat u wilt annuleren en druk op
CANCEL. De oranje zone wordt grijs en de printindicatie wordt “0”. De
selectie wordt geannuleerd.
De beelden in een andere map tonen (alleen CD-R/RW)
Druk op FOLDER RECALL. De mapminiaturen verschijnen. U kunt nu
de gewenste map kiezen.
Opmerking
Wanneer u een andere map kiest, wordt de beeldkeuze tot dan geannuleerd.
Een voorbeeld tonen
Breng het gele kadertje naar het
gewenste beeld en druk vervolgens
op PICTURE. Er verschijnt een
voorbeeld van het gekozen beeld.
Druk op b om een voorbeeld van het
volgende beeld te tonen. Druk op B
om een voorbeeld van het vorige
beeld te tonen.
Druk op PICTURE om de
beeldenlijst nogmaals te laten
verschijnen.
Opmerking
Terwijl het beeld omschakelt of de printer de “MEMORY STICK”, PC card of CDR/RW uitleest of beschrijft, mag u deze niet uitwerpen noch inbrengen om een
crash te voorkomen.
Wordt vervolgd
29 NL
Basicprintfuncties
Selectie annuleren
Geselecteerde beelden op een card of disc afdrukken
5
Druk op ENTER/PRINT QTY om de afdrukkwaliteit in te stellen.
Bij elke druk op ENTER/
PRINT QTY verhoogt het
aantal afdrukken. Druk op
CANCEL om het afdrukaantal
op nul te zetten.
Verscheidene beelden
ineens afdrukken
Herhaal stap 4 en 5 om andere
beelden te kiezen en het aantal
afdrukken in te stellen.
6
Aantal afdrukken verandert.
Druk op PRINT.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de
PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve
afdruktijd verschijnen op het scherm.
Printer
Tegelijk indrukken.
Wanneer u begint af te drukken met het voorbeeld op het scherm
Er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u het getoonde beeld
dan wel alle geselecteerde beelden wilt afdrukken. Kies één van beide om het
afdrukken te starten.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk.
7
30 NL
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het
printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd.
Opmerkingen
Betreffende pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden
in de beeldenlijst
In de beeldenlijst verschijnt elk beeld als miniatuur. Bij een beeld dat is opgenomen
met uw Cybershot of CD Mavica verschijnt één van de volgende pictogrammen in
de rechter bovenhoek van de miniatuur of in plaats van de miniatuur.
Pictogrammen verschillen volgens beeldopnamestand en beeldformaat:
• Pictogrammen die in de rechter bovenhoek van de miniatuur verschijnen
(TIFF bestand)
(e-mail mode-bestand)
(stemberichtbestand)
• Pictogrammen die verschijnen in plaats van de miniatuur
(motion file*)
(beeldbestand zonder miniatuur)
(text file*)
(clip motion file*)
* Deze bestanden kunnen worden gekopieerd maar niet getoond noch
afgedrukt met de printer.
31 NL
Basicprintfuncties
•Werp de “Memory Stick” of PC card niet uit wanneer de “MEMORY STICK” of PC
CARD indicator knippert of de gegevensgebruiksmelding knippert. Indien u dat toch
doet, kunnen ze vastlopen.
•Verplaats de printer nooit terwijl de CD-RW indicator knippert of terwijl gegevens
worden opgeslagen. De gegevens op de CD-R/RW disc kunnen dan immers worden
beschadigd.
•Deze printer kan geen beelden tonen noch afdrukken die op een
CD-R/RW werden opgeslagen met andere apparatuur dan deze printer.
•Tijdens het afdrukken mag de printer niet worden verplaatst noch afgezet; de print
cartridge of het papier kunnen hierdoor geklemd raken. Indien dit toch gebeurt, zet
dan de printer af en weer aan, en hervat het afdrukken vanaf het begin.
•Tijdens het afdrukken wordt het printpapier stapsgewijs deels uit de
papieruitvoergleuf geworpen. Trek nooit hard aan het papier voor de PRINT
indicator dooft en het printpapier automatisch wordt uitgevoerd.
•Bij gebruik van zelfklevend papier van Small-formaat, mag u niet meer dan 10
uitgevoerde vellen laten opstapelen.
•Een voorbeeld kan pas na 5 tot 60 seconden op het scherm verschijnen, afhankelijk
van beeldtype en -formaat.
•De miniatuurlijst kan pas na enige tijd verschijnen, afhankelijk van
het type digitale camera.
•Bij een beeldbreedte of -hoogte van minder dan 480 punten verschijnt
het beeld verkleind. Het beeld kan worden afgedrukt maar de
afdrukkwaliteit is lager wegens het kleine beeldformaat.
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden
tegelijkertijd afdrukken
Alle beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kunnen
ineens worden afgedrukt. U kunt ook beelden vooringesteld met uw digitale
camera (DPOF) ineens afdrukken.
Wat is “DPOF”?
“DPOF” (Digital Print Order Format) is een formaat waarmee de nodige informatie kan
worden opgenomen om beelden opgenomen met een digitale camera automatisch af te
drukken in een drukkerij of met een huisprinter. De printer kan automatisch het aantal
beelden afdrukken dat voor DPOF afdruk werd vooringesteld. Meer details vindt u in
de gebruiksaanwijzing van de digitale camera.
Opmerking
Sommige digitale cameratypes zijn niet compatibel met DPOF of de printer is niet
compatibel met bepaalde functies van digitale camera’s.
3
4
2
1
2
3
CANCEL toets
4
CANCEL toets
5
5
1
Plaats een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc met
opgenomen beelden in de “Memory Stick” of PC card-gleuf
(pagina 15-16) of op de CD-R/RW disc-lade (pagina 17).
2
Druk op POWER om de printer aan te zetten.
De POWER indicator licht groen op.
De beelden op het scherm tonen
U kunt af te drukken beelden op het scherm tonen en controleren. Sluit de
printer aan op de televisie en zet de televisie aan. Zet vervolgens de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”.
32 NL
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u uw printer aansluit op een televisie, verschijnen de miniaturen
van de “Memory Stick” of PC card-beelden op het scherm.
Wanneer u CD-RW disc kiest
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
4
Verricht één van de volgende handelingen:
• Druk op AUTO PRINT tot de ALL indicator oplicht om alle
beelden af te drukken.
• Druk op AUTO PRINT tot de DPOF indicator oplicht om alle
vooringestelde beelden af te drukken.
De handeling annuleren
Druk op CANCEL.
Wanneer u de printer aansluit
op een televisie
Wanneer u All kiest, verschijnen alle
beelden in de miniatuurlijst met een
oranje zone eronder. Wanneer u
DPOF kiest, verschijnen de
vooringestelde beelden met een
oranje zone onder het beeld.
Wordt vervolgd
33 NL
Basicprintfuncties
De mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Kies de gewenste map om
de miniaturen van de beelden erin te tonen. Of kies het gewenste beeld
van de beeldenlijst om op het scherm te bekijken.
Alle beelden of DPOF-voorinstelbeelden tegelijkertijd afdrukken
5
Druk op PRINT.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening.
Het afdrukken begint. Indien u All kiest, worden alle beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc één voor één afgedrukt in de
volgorde van hun beeldnummers. Wanneer u PDOF kiest, worden de
voorinstelbeelden afgedrukt op het ingestelde aantal exemplaren en in de
ingestelde volgorde.
Printer
Tegelijk indrukken.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende
afdruk.
6
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer
het printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt
gevoerd.
Zie pagina 31 voor meer informatie tijdens of na het afdrukken.
Terugkeren naar de gebruikelijke printstand
Druk op CANCEL om de ALL en DPOF indicatoren uit te schakelen.
34 NL
Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur
U kunt een beeld vastleggen van video-apparatuur die is
aangesloten op VIDEO IN van de printer en dat op volle
grootte afdrukken (standaardafdruk).
Standaardafdruk
zonder rand
Basicprintfuncties
2
1
4
PICTURE toets
1
5
2
PICTURE toets
4
5
1
Zet de printer en de televisie aan en zet de
ingangskeuzeschakelaar van de televisie op “VIDEO”.
De POWER indicator van de printer licht groen op.
2
Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten oplichten.
Betreffende INPUT SELECT
U kunt de ingang omschakelen door op INPUT SELECT te drukken voor het
scherm verandert. Het gekozen scherm verschijnt na enige tijd.
3
Start de weergave met de video-apparatuur.
De weergavebeelden verschijnen op het scherm (ingangsbeeld).
Meer details over de weergave met de video-apparatuur vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de apparatuur.
Opmerking
Kies geen beeld met de video-apparatuur in de pauzestand omdat de beeldkwaliteit
dan lager is. Leg een beeld vast tijdens de weergave.
Wordt vervolgd
35 NL
Een beeld afdrukken vanaf video-apparatuur
4
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt
afdrukken op het scherm verschijnt.
Het geselecteerde beeld wordt
opgeslagen in het geheugen van de
printer en een voorbeeld van het
geselecteerde beeld
(geheugenbeeld) verschijnt in het
midden van het scherm.
Een andere pagina vastleggen
Druk op PICTURE om de
weergavebeelden op het scherm te
tonen. Herhaal stap 3 en 4 om een
ander beeld te selecteren. Het
geheugenbeeld wordt opgeslagen in
het printergeheugen tot u een ander
beeld kiest.
5
Druk op PRINT terwijl het geheugenbeeld wordt getoond.
Druk beide PRINT toetsen tegelijk in met behulp van de
afstandsbediening. Het afdrukken begint. Tijdens het afdrukken licht de
PRINT indicator op. De afdrukprogressiebalk en de approximatieve
afdruktijd verschijnen op het scherm.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt gestopt vanaf de volgende afdruk.
6
Haal het papier uit de printer na het afdrukken en wanneer het
printpapier automatisch uit de uitvoeropening wordt gevoerd.
Het geheugenbeeld wordt op het scherm getoond. Druk op PICTURE om
de weergavebeelden te tonen.
Opmerkingen
•Sla het beeld op op een card of disc alvorens het te regelen of er effecten aan toe te
voegen.
•Wanneer u VIDEO INPUT in het MENU scherm op Motion zet, wordt de
beeldscherpte geregeld gedurende enkele seconden na het vastleggen.
36 NL
Beelden bewaren
Beelden op een “Memory Stick” of PC card
bewaren op een CD-R/RW disc
Alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens
bewaren
U kunt alle beelden op een “Memory Stick” of PC card ineens bewaren in een
nieuwe map op een CD-R/RW disc.
Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disclade.
2
Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op
een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD
indicator te laten oplichten.
De miniaturen van de beelden op de “Memory Stick” of PC card
verschijnen op het scherm.
4
Druk op SAVE ALL.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het bewaren van beelden verschijnt.
SAVE ALL knop
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc
verschijnt.
Wordt vervolgd
37 NL
Beelden bewaren
1
Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
De CD-R/RW disc wordt geïnitialiseerd en alle beelden op de “Memory
Stick” of PC card worden bewaard op de CD-R/RW disc.
7
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Tip
U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer
(pagina 56).
Bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card
bewaren op een CD-R/RW disc
U kunt bepaalde beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren in een
bepaalde map op een CD-R/RW disc. Om een CD-R/RW disc met uw printer
te kunnen gebruiken, moet de disc zijn geïnitialiseerd. Zie “Een CD-R/RW
disc klaarmaken voor het bewaren van beelden (initialiseren)” op pagina 51.
1
Plaats een CD-R/RW disc voor gegevensopslag op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
Plaats een “Memory Stick” of PC card met de beelden die u op
een CD-R/RW disc wil bewaren in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK” of PC CARD
indicator te laten oplichten.
De miniaturen van de beelden op de
“Memory Stick” of PC card
verschijnen op het scherm. U kunt
een beeld kiezen en op PICTURE
drukken om een voorbeeld op het
scherm te bekijken.
38 NL
4
Kies een beeld dat u wilt bewaren.
x Wanneer miniaturen worden
getoond
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het beeld te kiezen dat u wilt
bewaren en druk op ENTER/PRINT
QTY. U kunt verschillende beelden
selecteren.
Beelden bewaren
x Wanneer een voorbeeld
verschijnt
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het voorbeeld te tonen dat u
wilt bewaren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Tips
•Door op PICTURE te drukken, kunt u omschakelen tussen miniaturen en
voorbeeld.
•Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen
beeld groter dan één.
•Druk op PRINT om een beeld af te drukken.
5
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen
van de bestemming verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b) om “CD-R/RW” te kiezen als
bestemming en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het dialoogvenster voor het
aanmaken van een nieuwe map op
de CD-R/RW disc verschijnt. U
kunt ook een map kiezen uit de
bestaande mappen.
Wordt vervolgd
39 NL
Beelden op een “Memory Stick” of PC card bewaren op een CD-R/RW disc
Tip
Wanneer u een “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, kunt u de beelden
kopiëren van de ene kaart naar de andere. U kunt niet hetzelfde kaarttype kiezen
(van “Memory Stick” naar “Memory Stick” of van PC card naar PC card).
Opmerkingen
•Wanneer er geen map op de CD-R/RW disc staat, verschijnt het dialoogvenster
voor het aanmaken van een nieuwe map niet. Er wordt automatisch een nieuwe
map aangemaakt.
•Wanneer er geen CD-R/RW disc is ingebracht, verschijnt er een foutbericht.
Plaats een CD-RW disc voor het bewaren van beelden.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en een
nieuwe map aan te maken of “No” om een beeld te bewaren
in een bestaande map.
•Wanneer u “Yes” kiest, wordt een nieuwe map aangemaakt achter de
bestaande mappen. Het geselecteerde beeld wordt bewaard in de
nieuwe map.
•Wanneer u “No” kiest, verschijnen de bestaande mappen op het
scherm. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de doelmap te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY. Het beeld wordt bewaard in de
geselecteerde map.
Opmerking
Indien er op de CD-R/RW disc onvoldoende vrije ruimte beschikbaar is om het
beeld te bewaren, verschijnt er een bericht dat u vraagt om de disc te vervangen.
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc te vervangen of
“No” om het bewaren te annuleren. Wanneer u “Yes” kiest, plaats dan een CD-R/
RW disc met voldoende vrije ruimte en kies “Yes” wanneer het bevestigingsbericht
verschijnt.
8
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Tip
U kunt de beelden die op een CD-R/RW disc zijn bewaard bekijken op uw computer
(pagina 56).
40 NL
Betreffende mappen en bestandsnamen bij het bewaren van
beelden op een CD-R/RW disc
Betreffende mappen (albums)
Mappen worden benoemd en bewaard op een CD-R/RW disc als
“ALBUM001”, “ALBUM002”, “ALBUM003” enzovoort, in de volgorde waarin
ze werden aangemaakt. Mappen worden met hun oorspronkelijke naam op
een CD-R/RW disc bewaard, ook al hernoemt u die met uw printer. De
mapnaamgegevens die u met deze printer wijzigt, worden opgeslagen in een
bestand genaamd “dirname.txt” in elke “ALBUM###” (###: cijfers) map.
• Wanneer u op SAVE ALL drukt, wordt een nieuwe map aangemaakt op
een CD-R/RW disc en worden alle beelden op de “Memory Stick” of PC
card in de originele mapstructuren bewaard in de nieuwe map.
• Wanneer u beelden kiest en op SAVE drukt, verschilt het opslagformaat
afhankelijk van het bestandsformaat van de gekozen beelden:
– DCF bestanden*: bewaard in de “ALBUM###\DCIM\100MSDCF”
map. Elk bestand wordt genummerd in volgorde vanaf het volgende
nummer tot het laatste bestandsnummer van de bestaande bestanden op
de CD-R/RW disc. Indien de map al 999 of meer bestanden bevat,
wordt er een nieuwe map “ALBUM###\DCIM\101MSDCF”
aangemaakt en worden de bestanden opgeslagen in die map.
– Ander formaat dan DCF: alleen bestanden worden bewaard in de
“ALBUM###\DPPSV” map. Wanneer er al een bestand met eenzelfde
bestandsnaam bestaat, wordt het toegevoegd met een suffix
(serienummer (1), (2) enzovoort) en opgeslagen in de map.
* Bestanden compatibel met het DCF (Design rule for Camera File) formaat,
opgeslagen in de “DCIM\100####\####0001.jpg” (#: willekeurige
alfanumerieke set) mapstructuur op de “Memory Stick” of PC card.
Wanneer u beelden bewaart op een “Memory Stick” of PC card, wordt er geen
“ALBUM###” map aangemaakt. Dezelfde opslagregels zijn van toepassing,
behalve voor de map “ALBUM”.
41 NL
Beelden bewaren
Betreffende bestandsnamen
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card
Alle beelden op een CD-R/RW map ineens bewaren
U kunt alle beelden in een map van een CD-R/RW disc ineens bewaren op een
“Memory Stick” of PC card.
1
Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van
CD-R/RW disc-gegevens in de printer.
2
Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op
een kaart in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de
CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW
disc verschijnen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b/V/v) om de map te kiezen
dat u wilt bewaren en druk op
ENTER/PRINT QTY.
De beelden in de geselecteerde map
verschijnen als miniaturen.
5
Druk op SAVE ALL.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC
Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Alle beelden in de gekozen CD-R/RW disc-map worden bewaard en
toegevoegd aan de beeldenlijst van de “Memory Stick” of PC card.
42 NL
7
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Opmerkingen
Gekozen beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card
U kunt geselecteerde beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een
“Memory Stick” of PC card.
1
Plaats een “Memory Stick” of PC card voor het bewaren van
CD-R/RW disc-gegevens in de printer.
2
Plaats een CD-R/RW disc met de beelden die u wilt bewaren op
een kaart in de printer.
3
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW disc verschijnen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY.
De beelden in de geselecteerde map verschijnen als miniaturen. U kunt
een beeld kiezen en op PICTURE drukken om een voorbeeld op het
scherm te bekijken.
Wordt vervolgd
43 NL
Beelden bewaren
•Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
•Alle bestanden in de map, met inbegrip van beeldbestanden en andere bestanden,
worden bewaard.
Beelden op een CD-R/RW disc bewaren op een “Memory Stick”
of PC card
5
Kies een beeld dat u wilt bewaren.
x Wanneer miniaturen worden getoond
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het beeld te kiezen dat u wilt
bewaren en druk op ENTER/PRINT QTY. U kunt verschillende beelden
selecteren.
x Wanneer een voorbeeld
verschijnt
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/
v) om het voorbeeld te tonen dat u
wilt bewaren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Tips
•Door op PICTURE te drukken, kunt u
omschakelen tussen miniaturen en
voorbeeld.
•Er wordt slechts één beeld bewaard, ook al is het afdrukaantal van het gekozen
beeld groter dan één.
•Druk op PRINT om een beeld af te drukken.
6
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Memory Stick” of “PC
Card” te kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
De gekozen beelden worden bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst
van de “Memory Stick” of PC card.
8
Druk op ENTER/PRINT QTY wanneer de melding dat het
bewaren is voltooid, verschijnt.
Opmerkingen
•Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
•Wanneer een bestandsnaam wordt gewijzigd met uw computer of tekens of cijfers
bevat die de printer niet ondersteunt, kan het bestand mogelijk niet worden getoond
of bewaard.
44 NL
Een videogeheugenbeeld opslaan op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
Het vastgelegde en afgedrukte beeld van video-apparatuur wordt opgeslagen
in het printergeheugen. Wanneer u een ander beeld vastlegt, wordt het vorige
overschreven en gewist. Een geheugenbeeld kan worden opgeslagen op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc voor het
bewaren van het videogeheugenbeeld in de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de VIDEO indicator te laten
oplichten.
3
Start de weergave met de video-apparatuur en druk op ENTER/
PRINT QTY wanneer het beeld dat u wilt afdrukken op het
scherm verschijnt.
Het geselecteerde beeld wordt
opgeslagen in het geheugen van de
printer en een voorbeeld van het
geselecteerde beeld
(geheugenbeeld) verschijnt in het
midden van het scherm.
4
Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen
van de bestemming verschijnt.
Wordt vervolgd
45 NL
Beelden bewaren
1
Een videogeheugenbeeld opslaan op een “Memory Stick”, PC
card of CD-R/RW disc
5
Kies de bestemming (“Memory Stick”, “PC card” of “CD-R/RW”)
met de pijltjestoetsen (B/b) en druk vervolgens op ENTER/
PRINT QTY.
•Wanneer u “Memory Stick” of “PC card” kiest, wordt geheugenbeeld
bewaard en toegevoegd aan de beeldenlijst van de kaart. De
weergavebeelden verschijnen opnieuw.
•Wanneer u de CD-R/RW disc kiest, verschijnt het dialoogvenster om
de bestemmingsmap te kiezen. Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de
doelmap te kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY. De beelden
worden bewaard in de geselecteerde map.
Opmerkingen
•Tijdens het bewaren van een beeld mag u de printer niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
•Indien de videobron is beveiligd tegen kopiëren, verschijnt een foutbericht en kan het
beeld niet worden bewaard. Sommige TV-programma’s, beelden of publicaties
kunnen auteursrechtelijk zijn beveiligd, ook al verschijnt er geen bericht. Merk op
dat ongeoorloofd kopiëren of wijzigen van afbeeldingen van anderen of
auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk kan betekenen op de rechten van de
houders (pagina 3).
46 NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Betreffende CD-R/RW discs
Geschikte CD-R/RW disc-types
De volgende discs kunnen met de printer worden gebruikt:
Gebruik van een CD Mavica disc met de printer
U kunt beelden tonen en afdrukken die met behulp van uw CD Mavica digital
camera werden opgenomen op een 8cm CD-R/RW disc. Deze beelden kunnen
ook worden gekopieerd naar een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc
Opmerkingen
•Behalve beeldbestanden kunnen er geen andere bestanden op een CD Mavica 8cm
CD-R/RW disc worden getoond of afgedrukt. Voor details, zie “Betreffende
pictogrammen van Cybershot of CD Mavica beelden in de beeldenlijst” op pagina 31.
•Wij raden u aan CD-R/RW discs van Sony te gebruiken.
•U kunt het beste een CD-RW disc gebruiken die de 4x snelheid ondersteunt.
•Gebruik in de handel verkrijgbare, ongeformatteerde CD-R/RW discs.
•CD-R/RW discs van het “High Speed” type kunnen niet worden gebruikt.
•U kunt geen disc gebruiken waarop geen gegevens staan, waarop geen gegevens
konden worden geschreven of die niet klaar is om te worden uitgelezen.
•Gebruik uitsluitend ronde CD’s. Discs met een andere vorm (stervormig, hartvormig,
enz.) kunnen de printer beschadigen.
•Op een CD Mavica 8cm CD-R/RW disc kunnen geen bestanden worden geschreven
of gewist en mappen aangemaakt of benoemd, en kan de disc evenmin worden
geïnitialiseerd.
•Double Density CD-R/RW discs zijn niet geschikt.
47 NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
• CD-RW discs met het volgende logo:
Een CD-RW (CD-Rewritable) disc, die vergelijkbaar is
met een CD-ROM disc, is een opslagmedium waarop u
gegevens, met inbegrip van beeldbestanden,
herhaaldelijk kunt schrijven of wissen.
• CD-R discs met het volgende logo:
Een CD-R (CD-Recordable) disc is ook een
opslagmedium waarop gegevens kunnen worden
geschreven of gewist. De disc-capaciteit neemt echter
niet toe door bestanden te wissen.
Betreffende CD-R/RW discs
Behandeling van discs
Om gegevensverlies te vermijden, dient u rekening te houden met het
volgende.
• Kleef geen papier of labels op de disc en zorg er ook
voor dat het oppervlak niet wordt gekrast.
• Raak de weergavekant van de disc niet aan (de kant
waarop niets gedrukt staat).
• Leg een disc niet op een plaats waar ze bloot staat aan overmatig stof,
directe zonnestraling, warmte of vochtigheid.
• Mors geen vloeistof op een disc.
• Bewaar ze in het doosje wanneer u ze niet gebruikt.
Opmerkingen bij het reinigen van CD-R/RW discs
• Vingerafdrukken en stof op een disc kunnen uitleesfouten veroorzaken.
• Voor normaal reinigen houdt u de disc vast aan de rand en wrijft u met
een zachte doek van binnen naar buiten toe.
• Wanneer de disc heel vuil is, bevochtigt u een zachte doek met water,
waarna u die uitwringt en de disc er van binnen naar buiten toe mee
schoonwrijft. Wrijf overtollig vocht af met een droge zachte doek.
• Gebruik geen solventen zoals benzine, thinner en in de handel
verkrijgbare reinigingsmiddelen noch antistatische spray omdat deze de
disc kunnen beschadigen.
48 NL
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc
Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, dienen de volgende
handelingen te worden verricht:
:CD-R
Start
:CD-RW
[ ]
Nieuwe disc
[ong. 20
sec.]
Alle/bepaalde berichten
bewaren
Initialisering
:benodigde tijd in
min. (minuten) of
sec. (seconden)
Mappen bewerken
Verbruikt 8MB.
Op de disc kan herhaaldelijk
worden bewaard.
[ong. 15 sec.]
Zichtbaar met
de printer
U kunt berichten
opslaan.
Een nieuwe map aanmaken
[ong. 21 min.]
Gebruik van een CD-R/RW disc
Alle/bepaalde berichten
bewaren
Beelden worden
opgeslagen
Definalisering
Finalisering
Recupereert de ruimte benut voor
finalisering, behalve 300 KB.
Gebruikt schijfruimte.
[ong. 3 min.]
[Ong. 7 min.]
Formattering
Alle ruimte wordt
gerecupereerd.
Zichtbaar met
de computer
U kunt een disc bekijken
met een CD-ROM drive.
Initialisering
Door initialisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc worden opgeslagen
met de printer (pagina 51).
Finalisering
Door finalisering kunnen beelden op een CD-R/RW disc die door de printer
zijn opgenomen, worden bekeken en uitgelezen met de CD-ROM drive van
uw computer (pagina 56)
Wordt vervolgd
49 NL
Procedure bij gebruik van een CD-R/RW disc
Definalisering
U kan de finalisering van een CD-RW disc annuleren. Bij definalisering komt
de schijfruimte die was ingenomen door het finaliseren weer vrij (pagina 58).
Formattering
Een disc kan worden geformatterd om alle beelden erop te wissen of om een
CD-RW disc te gebruiken die met een ander apparaat dan de printer is
geformatteerd. Door het formatteren worden alle gegevens op de disc gewist.
Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd (pagina
59).
Een disc lezen/schrijven met de printer
• Gegevens kunnen alleen worden geschreven op een CD-R/RW disc die
met de printer werd geïnitialiseerd.
• Gegevens op een CD-R/RW disc kunnen worden uitgelezen indien ze
werden geschreven met de printer, CD Mavica of conform ISO9660 Level
2*. (*De printer is niet multi-sessiecompatibel. De printer kan de disc
mogelijk niet lezen, afhankelijk van de bestandsnaam of de
directorystructuur.)
Opmerkingen
•Bij een CD-R/RW disc die is aangemaakt met Windows XP CD-R/RW
schrijfsoftware, kunnen alleen de eerst geschreven gegevens (gegevens die in de
eerste sessie werden geschreven) met de printer worden bekeken.
•De printer werkt met het UDF1.5 formaat om gegevens op een CD-R/RW disc te
schrijven. Wanneer u uw computer of andere apparatuur gebruikt om gegevens op
een CD-R/RW disc van UDF1.5 formaat te schrijven, kan echter niet worden
gegarandeerd dat de printer de gegevens kan lezen.
Wanneer u de printergegevens op een CD-R/RW disc bewerkt met andere
apparatuur, kunnen we niet garanderen dat de printer gegevens op de disc kan
schrijven of lezen.
50 NL
Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te
bewaren (initialisering)
Om een CD-R/RW disc in de printer te gebruiken, moet de disc worden
geïnitialiseerd.
1
2
Plaats een ongeformatteerde CD-R/RW disc in de DC-R/RW disc-lade.
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
Het bevestigingsdialoogvenster voor het initialiseren van de disc verschijnt.
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen om de disc
te initialiseren of “No” om het initialiseren te annuleren en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc geïnitialiseerd.
Gebruik van een CD-R/RW disc
Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden geïnitialiseerd:
• Druk op MENU terwijl de miniaturen
van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en
vervolgens “Initializing CD-R/RW”.
• Druk op MENU om het mapmenu te
laten verschijnen terwijl de
mapflappen op een CD-R/RW disc
worden getoond. Kies “FORMAT” en
vervolgens “Initializing CD-R/RW”.
Opmerkingen
•Het initialiseren van een CD-RW en CD-R neemt respectievelijk 20 en 15 seconden in
beslag. Stel de printer tijdens het initialiseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
•Alleen een blanco CD-R/RW kan worden geïnitialiseerd.
•Een disc die werd geformatteerd met uw computer of andere apparatuur kan niet
worden geïnitialiseerd. Een CD-RW kan opnieuw worden geformatteerd en gebruikt
met de printer.
51 NL
Mappen op een CD-R/RW disc schikken
Op een CD-R/RW disc kunnen mappen worden toegevoegd, verwijderd of
hernoemd.
Opmerking
Wanneer de schijfruimte beperkt is, kan geen map worden toegevoegd, gewist of
hernoemd.
Een nieuwe map aanmaken
1
Plaats een CD-R/RW disc waarop u een nieuwe map wilt
aanmaken op de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW
verschijnen.
Opmerking
Stel de printer niet bloot aan schokken
noch trillingen wanneer de printer de
CD-R/RW disc uitleest of beschrijft. De
printer kan dan immers niet goed
functioneren of geen beelden bewaren.
Bovendien kunnen de disc zelf of
beelden die al op de disc zijn opgeslagen,
worden beschadigd.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
52 NL
Folder menu
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “NEW” te kiezen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een bevestigingsbericht voor het aanmaken van een nieuwe
map.
Opmerking
Een disc kan maximum 99 mappen bevatten. Er kunnen niet meer dan 99 mappen
worden aangemaakt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Er wordt een nieuwe map aangemaakt en achteraan toegevoegd aan de
bestaande mappen.
Elke map op een CD-R/RW wordt standaard “ALBUM###” (###: cijfers)
genoemd. Een map kan worden hernoemd met maximum 16 alfanumerieke tekens.
1
Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt hernoemen op
de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “RENAME” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt hernoemen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het maphernoemscherm verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om een teken te kiezen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De gekozen tekens worden in de invoerbox geplaatst.
Wordt vervolgd
53 NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Een map hernoemen
Mappen op een CD-R/RW disc schikken
Hoofdletters invoeren
Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT
QTY om de hoofdlettertabel te laten
verschijnen. Kies het gewenste teken en
druk op ENTER/PRINT QTY. Kies
nogmaals “CAPS” om een kleine letter in
te voeren.
Tekeninvoerbox
Tekentabel
Een ingevoerd teken corrigeren
Kies “B” of “b” op het scherm en druk op
ENTER/PRINT QTY om de cursor in het
invoervak achter het teken te brengen dat
u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op
ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de
cursor wordt gewist.
7
Nadat u alle tekens van de mapnaam hebt ingevoerd, drukt u
op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om “ENTER” te selecteren, en
vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Het mapnaamscherm wordt gesloten. De mapflappen verschijnen. De
gewijzigde mapnaam verschijnt onder het mappictogram.
8
Druk op CANCEL om de mapnaaminvoerstand te verlaten.
Opmerking
Wanneer u de CD-R/RW disc in de CD-ROM drive van uw computer plaatst, verschijnt
de mapnaam als “ALBUM###” (###: cijfers). De mapnaamgegevens die u met deze
printer wijzigt, worden opgeslagen in een bestand genaamd “dirname.txt” in elke
“ALBUM###” (###: cijfers) map.
54 NL
Een map wissen
1
Plaats een CD-R/RW disc met een map die u wilt wissen op de
CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
Gebruik van een CD-R/RW disc
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/
b) om “DELETE” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het mapkeuzescherm verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de map te kiezen die
u wilt wissen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de map
te wissen of “No” om het wissen te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de geselecteerde map van de CD-R/RW
disc gewist.
7
Druk op CANCEL om de mapwisstand te verlaten.
55 NL
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw
computer
Systeemvereisten van de computer
U kunt de CD-ROM drive van uw computer gebruiken om beelden te bekijken
die met de printer zijn bewaard op een CD-R/RW disc. Om beelden te
bekijken, moet uw computer voldoen aan de volgende systeemvereisten:
Aanbevolen Windows-systeem:
BS:
CD-ROM drive:
Microsoft Windows 98/Windows Me/ Windows 2000
Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP
Professional voorgeïnstalleerd.
MultiRead compatibel
Aanbevolen Macintosh-systeem:
BS:
CD-ROM drive:
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd.
MultiRead compatibel
Een CD-R/RW disc klaarmaken om beelden te bekijken op
de computer (finalisering)
Om een CD-R/RW disc met printerbeelden te bekijken via de CD-ROM drive
van uw computer, moet de disc met de printer worden gefinaliseerd. Een CDR/RW disc die niet is gefinaliseerd, kan niet worden herkend door de CDROM drive van uw computer.
1
Plaats een CD-R/RW disc die u wilt finaliseren op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
De mapflappen op de CD-R/RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
56 NL
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te finaliseren of “No” om het finaliseren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-R/RW disc gefinaliseerd.
Een CD-R/RW disc kan ook als volgt worden gefinaliseerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-R/RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Finalizing CD-R/RW.”
Opmerkingen
•Het finaliseren van een CD-R/RW disc neemt ongeveer 7 minuten in beslag. (De
benodigde tijd hangt af van het aantal bestanden op een disc.) Stel de printer tijdens
het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
•Een CD-R/RW disc kan worden verwijderd zonder finaliseren. Ze kan dan achteraf
worden gefinaliseerd.
•Na het finaliseren van een CD-R/RW disc kan geen opname worden toegevoegd
noch een map worden gewist of hernoemd.
Tip
Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u opnames
kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen.
57 NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “CD-R/RW finaliseren” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Beelden op een CD-R/RW disc bekijken met uw computer
Finalisering annuleren (definalisering)
De finalisering van een CD-RW disc kan worden geannuleerd. Bij het
definaliseren komt de schijfruimte die voor het finaliseren werd gebruikt, weer
vrij.
1
Plaats een gefinaliseerde CD-RW disc die u wilt definaliseren op
de CD-R/RW disc-lade van de printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
De mapflappen op de CD-RW verschijnen.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “FORMAT” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Unfinalizing CD-RW” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te definaliseren of “No” om het definaliseren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc gedefinaliseerd.
Een CD-RW disc kan ook als volgt worden gedefinaliseerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Unfinalizing CD-RW”.
Opmerkingen
•Het definaliseren van een CD-RW disc neemt ongeveer 3 minuten in beslag. Stel de
printer tijdens het finaliseren niet bloot aan trillingen noch schokken.
•Bij een CD-RW disc kan de gefinaliseerde disc worden gedefinaliseerd, zodat u
opnames kunt toevoegen en mappen wissen of hernoemen. Om de disc te bekijken
op de CD-ROM drive van uw computer, moet ze opnieuw worden gefinaliseerd.
•Een CD-R disc kan niet worden gedefinaliseerd.
58 NL
Een CD-RW disc formatteren
Om alle bewaarde beelden te wissen of om een CD-RW disc te gebruiken die met een
ander apparaat is geformatteerd op de printer, kan een disc worden geformatteerd.
Wanneer u een disc formatteert, wordt ze automatisch geïnitialiseerd.
Opmerking
Bij het formatteren worden alle gegevens, met inbegrip van beeld- en niet-beeldbestanden op
de disc gewist. Controleer de inhoud van de disc alvorens ze te formatteren.
1
Plaats een CD-RW disc die u wilt formatteren op de CD-R/RW
disc-lade van de printer.
2
3
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten oplichten.
Druk op MENU.
4
Druk op de pijltjestoetsen
(B/b) om “FORMAT” te kiezen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het FORMAT submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Formatting CD-RW” te
kiezen als bestemming en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en de disc
te formatteren of “No” om het formatteren te annuleren.
Wanneer u “Yes” kiest, wordt de CD-RW disc geformatteerd en
vervolgens geïnitialiseerd.
Een CD-RW disc kan ook als volgt worden geformatteerd:
Druk op MENU terwijl de miniaturen van een CD-RW disc zichtbaar zijn.
Kies “DELETE/FORMAT” en vervolgens “Formatting CD-RW”.
Opmerkingen
•Het formatteren van een CD-RW disc neemt ongeveer 21 minuten in beslag. Stel de
printer tijdens het formatteren niet bloot aan trillingen noch schokken.
•Een CD-R disc kan niet worden geformatteerd.
•U kunt geen CD-RW disc gebruiken die met andere apparatuur is geformatteerd. Om
de disc met de printer te kunnen gebruiken, moet ze met de printer zijn geformatteerd.
•Een CD-RW kan maximaal 300 keer worden geformatteerd.
59 NL
Gebruik van een CD-R/RW disc
Het Folder menu verschijnt.
De toegangssnelheid van een CD-R/RW disc
instellen
De schrijf- en leessnelheid van de CD-R/RW disc drive kan worden ingesteld.
Gebruik bij voorkeur de oorspronkelijke snelheidsinstellingen die hieronder
vermeld staan. Verlaag de snelheid tot de waarde tussen haakjes alleen bij
onstabiele werking:
• CD-R schrijfsnelheid:
• CD-RW schrijfsnelheid:
• Leessnelheid:
X8
X4
X24
(X4)
(X2)
(X8)
1
Plaats een CD-R/RW disc op de CD-R/RW disc-lade van de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de CD-RW indicator te laten
oplichten.
3
Druk op MENU.
Het Folder menu verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “SET” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het SET submenu verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoets (V/v) om het item te kiezen dat u wilt
wijzigen, druk op de pijltjestoets (B/b) om de toegangssnelheid
te regelen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Wanneer u de volgende keer het toestel aanschakelt, verschijnt de melding
dat de instelling effectief is.
6
7
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Zet de printer af en weer aan.
De gewijzigde toegangssnelheidsinstelling wordt effectief.
60 NL
Geavanceerde printfuncties
Effecten toevoegen aan een beeld
Wat u met het EFFECT menu zoal kunt doen
Met het EFFECT menu kunt u beelden op een “Memory Stick,” PC card of CDR/RW disc bewerken, instellen of voorzien van speciale filters.
Het EFFECT menu tonen
1
Kies het te bewerken beeld in de miniatuurlijst of druk op
PICTURE om een voorbeeld te laten zien.
2
Druk op EFFECT.
De EFFECT menubalk verschijnt.
Opmerking
U hebt geen toegang tot het EFFECT menu terwijl videobeelden worden ingevoerd
met de VIDEO ingangsindicator aan of de CD-R/RW mappen op het scherm.
Geavanceerde printfuncties
EFFECT toets
Cursor
EFFECT menubalk
Cursor
Submenu
b
Wordt vervolgd
61 NL
Effecten toevoegen aan een beeld
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het
gewenste menu item op de menubalk te brengen en druk op
ENTER/PRINT QTY om het submenu te laten verschijnen.
Submenu
Functies
+/–
Vergroot of verkleint een beeld. (Pagina 63)
EDIT
Verplaatst, roteert of draait een beeld. (Pagina 64)
ADJUST
Regelt helderheid, tint, kleurdiepte en scherpte van een
beeld. (Pagina 65)
FILTER
Voegt een speciaal filter toe aan een beeld om monochroom-,
sepia- of geschilderde beelden af te drukken. (Pagina 66)
RESET
Verwijdert montage-, afstellings- of filterbewerkingen en
herstelt het beeld in de oorspronkelijke staat.
Opmerkingen
•Nadat u op PRINT hebt gedrukt kan het verwerken van een gemonteerd beeld wat
meer tijd in beslag nemen.
•Verwijder de “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc niet in de EFFECT mode.
Indien u dat toch doet, wordt de EFFECT stand verlaten en worden alle bewerkingen
ongedaan gemaakt.
Een handeling annuleren
Druk op CANCEL om terug te keren naar het scherm van de vorige
procedure.
Een ander submenu tonen
Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt.
Een beeld afdrukken
Druk op PRINT. Het beeld dat momenteel wordt getoond, wordt afgedrukt.
Het EFFECT menu verlaten
Kies “EXIT” in het EFFECT hoofdmenu of EFFECT in het EFFECT hoofd- en
submenu. Wanneer het opslagdialoogvenster verschijnt, kiest u “Yes” om het
beeld op te slaan of “No” om het te annuleren.
62 NL
Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren
Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures.
1 Druk op SAVE.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de bestemming verschijnt. Qua
bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc.
(Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.)
2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
• Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het
beeld toegevoegd aan de miniaturen.
• Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het
dialoogvenster om de bestemming (map) te kiezen. Kies de map en
bewaar het beeld.
Opmerkingen
Beeldgrootte en -positie wijzigen
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b) om
“+” te kiezen om een beeld te vergroten of “-” om een beeld te
verkleinen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY
wordt het beeld vergroot of verkleind:
•–: tot 60%
•+: tot 200%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan
lager zijn afhankelijk van de grootte.
63 NL
Geavanceerde printfuncties
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
•Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
Effecten toevoegen aan een beeld
De beeldpositie wijzigen.
Met het EDIT submenu kan een beeld worden verplaatst, geroteerd of gedraaid.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om “EDIT” te selecteren.
Het EDIT submenu verschijnt.
2
Druk op V/v om de cursor naar het gewenste item in het EDIT
submenu te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
b
64 NL
Item
Procedures
Move
Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/
V/v) en druk op ENTER/PRINT QTY. Het
beeld wordt verplaatst in de geselecteerde
richting.
Rotate 90° Clockwise
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert
het beeld 90° rechtsom.
Rotate 90° Counterclockwise
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert
het beeld 90° linksom.
Mirror
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY draait
het beeld horizontaal.
Het beeld instellen
Via het ADJUST submenu kunt u de helderheid, kleurdiepte, tint of scherpte
van beelden regelen.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om “ADJUST” te selecteren op de menubalk en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het ADJUST submenu verschijnt.
2
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De regelschuiver verschijnt.
3
Regelschuiver
Regel het niveau als volgt:
Item
Regelingen
Brightness
Druk op V om het beeld lichter of v om het donkerder te
maken.
Color deepness Druk op V om de kleuren voller of v om ze lichter te maken.
4
Tint
Druk op V om het beeld blauwer of v om het roder te maken.
Sharpness
Druk op V om de randen scherper of v om ze zachter te maken.
Druk op ENTER/PRINT QTY.
De instelling wordt uitgevoerd.
Opmerking
De kwaliteit van een beeld op het scherm kan verschillen van die van de afdruk.
65 NL
Geavanceerde printfuncties
b
Effecten toevoegen aan een beeld
Een speciaal filter toevoegen aan een beeld
Met het FILTER submenu kunt u een speciaal effect toevoegen om een beeld af
te drukken in monochroom of met schilder- of sepia-effect.
1
Druk in het EFFECT menu (pagina 61) op de pijltjestoets (B/b)
om “FILTER” te selecteren.
Het FILTER submenu verschijnt.
2
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste filter te brengen.
Item
Filter
Sepia
Laat het beeld ogen als een oude, vergeelde foto.
Monochrome Laat het beeld zwart/wit ogen.
Paint
3
Laat het beeld ogen als een schilderij.
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het filter wordt actief.
Opmerking
Het beeld op het scherm kan verschillen van het afgedrukte beeld.
66 NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
Wat u met het Creative Print menu zoal kunt doen
Met het Creative Print menu kunt u diverse afdrukken maken van beelden op
een “Memory Stick,” PC card of CD-R/RW disc.
Druk op Creative Print om het CREATIVE PRINT menu te laten
verschijnen.
Opmerking
U hebt geen toegang tot het Creative Print menu terwijl videobeelden worden ingevoerd
met de VIDEO input indicator aan.
CREATIVE PRINT
toets
Geavanceerde printfuncties
Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om het gewenste submenu te kiezen.
Submenu
Functies
Calendar
Voegt een kalender van bepaalde maand(en) toe aan een
beeld of beelden om een originele kalender te maken.
(Pagina 69)
Card
Voegt een bepaalde wens en uw boodschap toe aan een
beeld om een originele wenskaart te maken. (Pagina 72)
Sticker
Om een 9-delige beeldsticker te maken. (Pagina 75)
Split Images
Om een 4- of 9-delige beeldafdruk te maken. (Pagina 77)
Wordt vervolgd
67 NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
Handelingen onderbreken en hervatten
Druk op CANCEL. Het scherm keert terug naar de vorige procedure; herhaal
de procedure.
Indien moeilijk naar de vorige procedure kan worden teruggekeerd, verschijnt
het dialoogvenster om terug te keren naar het Creative Print hoofdmenu. U
moet dan opnieuw beginnen.
De printerinstellingen halverwege wijzigen
U kunt op MENU drukken en de printerinstelling voor “Finish”, “Beep”,
“Video input” en “Clock Setting” halverwege wijzigen. De andere items
kunnen niet worden gewijzigd in de Creative Print menustand en de
instellingen van vóór de werkingsstand zijn effectief.
Het Creative Print menu verlaten
Kies Exit in het Creative Print hoofdmenu of CREATIVE PRINT in het
Creative Print hoofd- en submenu. Wanneer het dialoogvenster voor het
bewaren van beelden verschijnt, gaat u tewerk zoals hieronder beschreven.
Een beeld met de geselecteerde effecten bewaren
Zie pagina 37 tot 46 voor gedetailleerde opslagprocedures.
1 Druk op SAVE in het Creative Print voorbeeldscherm.
Het dialoogvenster voor het kiezen van de poort verschijnt. Qua
bestemming is er keuze uit een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW
disc.
(Hetzelfde dialoogvak verschijnt wanneer u de procedure onderbreekt.)
2 Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de bestemming te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY/PRINT QTY.
• Wanneer u de “Memory Stick” of PC card kiest als bestemming, wordt het
beeld toegevoegd aan de miniaturen.
• Wanneer u de CD-R/RW disc kiest als bestemming, verschijnt het
dialoogvenster om de bestemming te kiezen. Kies de map en bewaar het
beeld.
Opmerkingen
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden bewaard op de “Memory Stick” of PC card.
•Tijdens het bewaren van een beeld mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
68 NL
Een kalender maken
U kunt een bepaalde kalender toevoegen aan een
beeld of beelden om een originele kalender te maken.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar
“Calendar” te brengen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
De kalendersjablonen verschijnen.
Geavanceerde printfuncties
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het
gekozen sjabloon.
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het kalenderinstelvenster verschijnt.
Wordt vervolgd
69 NL
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
4
Stel de kalender in:
1 Stel eerst de maand en het jaar in:
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start month” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar het jaar te
brengen. Druk op de pijltjestoets (V/v) om het cijfer in te stellen. Stel
de maand in op dezelfde manier. Druk vervolgens op ENTER/PRINT
QTY.
2 Stel de eerste dag van de week in (uiterst links op de kalender).
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Start date” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday” of
“Monday” te brengen.
Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
Bij sommige sjablonen kan “Start date” niet worden ingesteld.
3 Stel de dagkleur in.
Druk op de pijltjestoets (V/v) om “Color of Day” te kiezen en druk
vervolgens op de pijltjestoets (B/b) om de cursor naar “Sunday in red”
of “Sunday in red/Saturday in blue” te brengen.
Druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
5
Plaats de “Memory Stick”, PC
card of CD-R/RW disc in de
printer en druk op ENTER/
PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt
om een beeld te kiezen.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te
regelen verschijnt.
70 NL
7
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar het
gewenste instelpunt te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal deze stap om diverse regelingen uit te voeren.
+
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld vergroot.
–
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY wordt het beeld verkleind.
Move
Verplaats het beeld met de pijltjestoets (B/b/V/v) en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90°
rechtsom.
Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY roteert het beeld 90°
linksom.
8
Wanneer u een sjabloon met
meervoudige beelden kiest, herhaal
dan stap 6 tot 8 om de overige
beelden te kiezen en aan te passen.
Na afloop verschijnt een voorbeeld
van de gemaakte afdruk.
De volgende knoppen in het venster zijn beschikbaar:
COPIES
Druk op ENTER/PRINT QTY om het afdrukaantal in te
stellen. Bij elke druk op ENTER/PRINT QTY komt er
telkens een exemplaar bij.
TOP MENU
Om terug te keren naar het Creative Print top menu.
EXIT
Om het Creative Print menu te verlaten.
Wordt vervolgd
71 NL
Geavanceerde printfuncties
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar “NEXT” te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
9
Druk op PRINT om het Creative Print beeld af te drukken.
Het afdrukken begint.
Stoppen met afdrukken
Druk op CANCEL. Bij het afdrukken van verscheidene exemplaren wordt
de volgende afdruk geannuleerd.
10 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “Exit”
te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het Creative Print menu wordt gesloten.
Een kaart maken
U kunt een groet en een bericht toevoegen aan beelden
en een originele briefkaart maken zoals rechts afgebeeld.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar “Card”
te brengen en druk op ENTER/
PRINT QTY.
De Card-sjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen
en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het
gekozen sjabloon.
72 NL
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster voor het kiezen van een
wens verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de
gewenste wens te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster voor het kiezen van een wenskleur verschijnt.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar de
gewenste kleur te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
6
Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
8
Regel het beeld.
Zie stap 7 op pagina 71 voor het instellen.
9
Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om de cursor naar “NEXT” te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal stap 7 tot 9 tot u de resterende beelden hebt gekozen en geregeld,
waarna het tekeninvoervenster verschijnt.
73 NL
Geavanceerde printfuncties
Een voorbeeld van uw selecties tot de vorige stap verschijnt.
De wens verschijnt in de gekozen kleur.
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
10 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste teken te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY om
een teken op de eerste lijn in te voeren.
De gekozen tekens worden in de
invoerbox geplaatst. Sla deze stap
over om tekens in te voeren.
Tekeninvoerbox
Tekentabel
Hoofdletters invoeren
Kies “CAPS” en druk op ENTER/PRINT
QTY om de hoofdlettertabel te laten
verschijnen. Kies het gewenste teken en
druk op ENTER/PRINT QTY. Kies
nogmaals “CAPS” om een kleine letter in
te voeren.
Fontkleur kiezen
De tekens worden ingevoerd in de kleur
die naast “COLOR” staat. Kies “COLOR”
om een andere kleur in te stellen en druk
op ENTER/PRINT QTY zodat het
kleurkeuzescherm verschijnt. Kies de
gewenste kleur en druk op ENTER/
PRINT QTY om terug te keren naar het
tekeninvoerscherm.
Kies kleur en font voor de tekens.
Een ingevoerd teken corrigeren
Kies “B” of “b” op het scherm en druk op ENTER/PRINT QTY om de cursor in het
invoervak achter het teken te brengen dat u wilt wissen. Kies dan “BS” en druk op
ENTER/PRINT QTY. Het teken voor de cursor wordt gewist.
Opmerking
Op eenzelfde lijn kunnen geen verschillende kleuren of fonts worden gebruikt.
74 NL
11 Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar
“NEXT” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Herhaal stap 10 en 11 om de
resterende regels in te voeren. Na
afloop verschijnt een voorbeeld van
de gemaakte afdruk. Via dit venster
kan het afdrukaantal of andere
zaken worden ingesteld (pagina 71),
12 Verricht stap 9 en 10 van “Een kalender maken” op pagina 72.
Een sticker maken
Opmerkingen
•Stickers kunnen alleen worden gemaakt met printpapier van Small-formaat. Zorg
ervoor dat er Small-papier in de printer zit alvorens stickers te maken.
•Kies Split Image om een sticker zonder rand te maken.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/
V/v) om de cursor naar
“Sticker” te brengen en druk
op ENTER/PRINT QTY.
De stickersjablonen verschijnen.
2
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon.
Wordt vervolgd
75 NL
Geavanceerde printfuncties
U kunt een kader toevoegen aan elk 9-delig beeld om een 9-delige sticker te
maken.
Diverse afdrukken maken (Creative Print)
3
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Het scherm voor het kiezen van een
frame verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste kader te brengen.
5
Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
6
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
7
Regel het beeld.
Zie pagina 71 om beelden in te stellen. Nadat u een sjabloon voor
verscheidene beelden hebt gekozen, volgt u stap 4 tot 7 om de overige
beelden te selecteren en in te stellen.
8
76 NL
Verricht stap 8 tot 10 van “Een kalender maken”.
Een deelbeeld maken
U kunt een afdruk maken met 4, 9, 13 of 16 deelbeelden.
1
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar “Split
Images” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De deelbeeldsjablonen verschijnen.
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste sjabloon te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Er verschijnt een voorbeeld van het gekozen sjabloon.
3
Plaats de “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de printer
en druk op ENTER/PRINT QTY.
De miniatuurbeeldenlijst verschijnt om een beeld te kiezen.
4
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar het
gewenste beeld te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het venster om de beeldpositie te regelen verschijnt.
5
Regel het beeld.
Zie pagina 71 om het beeld in te stellen. Volg stap 2, 4 en 5 om de overige
beelden te selecteren en in te stellen.
6
Verricht stap 8 tot 10 van “Een kalender maken”.
77 NL
Geavanceerde printfuncties
2
De printer instellen (MENU)
Wat u met het MENU zoal kunt doen
Met het MENU kunt u printerinstellingen wijzigen, beelden wissen, een
diavoorstelling doen of een indexafdruk maken.
Druk op MENU om het MENU scherm te laten verschijnen:
MENU toets
MENU toets
Cursor
MENU balk
Cursor
Submenu
b
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om de cursor naar het gewenste submenu te
brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
78 NL
Submenu
Functies
SET
Om de afdrukvoorkeuren, waaronder Auto Fine Print 2,
afwerking en klokinstelling, te wijzigen. (Pagina 79)
DELETE/FORMAT
Om geselecteerde beelden op een “Memory Stick”, PC
card of CD-R/RW te wissen. Formatteert ook de
“Memory Stick” en CD-RW disc. (Pagina 82)
SLIDESHOW
Om een diavoorstelling te doen met de beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 82)
INDEX PRINT
Om een indexafdruk te maken van alle beelden op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc. (Pagina 86)
Een ander submenu tonen
Druk op V tot het huidige submenu verdwijnt.
Het MENU verlaten
Druk op de pijltjestoets (B/b/V/v) om “EXIT” in het MENU scherm te kiezen
of druk op MENU. Het scherm dat werd weergegeven vóór het MENU
scherm keert terug.
Afdrukvoorkeuren wijzigen (SET)
Via het SET submenu kunnen afdrukvoorkeuren zoals Auto Fine Print 2, date
print, finish en borderless worden gewijzigd. Ook klok en geluid kunnen
worden ingesteld.
1
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om “SET” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
Geavanceerde printfuncties
De cursor gaat naar het SET submenu.
Opmerking
Items die niet kunnen worden gewijzigd, zijn grijs en kunnen niet worden
geselecteerd.
De handeling halverwege in het MENU subscherm onderbreken
Druk op CANCEL terwijl het submenu wordt getoond. De instellingen
worden teruggesteld en het MENU scherm verschijnt opnieuw.
2
Druk op de pijltjestoets (V/v) om de gewenste instelling te kiezen
en druk op de pijltjestoets (B/b) om de instelling te wijzigen.
De standaardinstellingen zijn aangegeven met *.
Wordt vervolgd
79 NL
De printer instellen (MENU)
Items
Instellingen
Inhoud
Auto Fine
Print 2
ON*
Beeld wordt automatisch geregeld voor een
betere afdrukkwaliteit, vooral handig voor
donkere beelden of beelden met weinig contrast.
Opmerkingen
• Het beeld op het scherm is niet gecorrigeerd.
• Auto Fine Print 2 werkt niet bij het afdrukken
vanaf een computer.
Finish
Border
less print
OFF
Beelden worden afgedrukt zonder correcties.
Glossy*
Van beelden wordt een glansafdruk gemaakt.
Texture
Beelden worden zacht afgedrukt met een
gelijkmatige en ongelijkmatige afwerking.
ON*
Beelden wordten afgedrukt zonder rand.
Opmerkingen
• Met printpapier van Small-formaat kunnen geen
randloze afdrukken worden gemaakt.
• Bij het afdrukken van een 4:3 beeld wordt de
boven- en onderkant van het beeld afgesneden
en wordt een 3:2 beeld afgedrukt.
Date Print
OFF
Beelden wordten afgedrukt met rand. (4:3 en
3:2 beelden worden niet bovenaan en
onderaan afgesneden.)
ON
Beelden worden afgedrukt samen met de
datum waarop ze werden opgenomen met
een digitale camera.
Opmerkingen
• De datum kan alleen worden afgedrukt wanneer
de beelddatumgegevens zijn opgenomen in het
DCF (Design rule for Camera File system) formaat.
• Wanneer u een effect toevoegt aan een beeld,
wordt de gemonteerde datum afgedrukt.
Beep
80 NL
OFF*
Beelden worden afgedrukt zonder datum.
ON*
De waarschuwings- en werkingspieptoon
weerklinkt.
OFF
De waarschuwings- of werkingspieptoon
weerklinkt niet.
Items
Instellingen
Video input Motion*
Still
Inhoud
Kies deze optie om een weergavebeeld van
een camcorder vast te leggen. Wanneer het
geheugenbeeld wazig is, wordt het
gedurende enkele seconden na het
vastleggen automatisch gecorrigeerd door de
printer.
Kies deze optie bij het vastleggen van een
stilstaand beeld van een camcorder om de
afdrukkwaliteit te verbeteren.
3
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om “EXIT” te kiezen en
druk op ENTER/PRINT QTY.
De instellingen blijven geldig tot ze worden gewijzigd, ook al zet u het
toestel af. Het vorige scherm verschijnt.
81 NL
Geavanceerde printfuncties
Clock Setting U kunt de interne klok instellen om de datum te vermelden
bij het beeld dat op de “Memory Stick”, PC card of CD-R/
RW disc is opgeslagen.
1 Druk op de pijltjestoetsen (V/v) om “Clock Setting” te
kiezen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De printer schakelt over naar de klokinstelstand. De
cursor verschijnt op de maand (NTSC) of de dag (PAL).
2 Druk op de pijltjestoets (V/v) om de maand of de dag in
te stellen.
Druk op V om het cijfer te vergroten.
Druk op v om het cijfer te verkleinen.
3 Druk op b of ENTER/PRINT QTY.
De cursor gaat naar de dag (NTSC) of de maand (PAL).
4 Herhaal stap 2 en 3 om alle items in te stellen: maand of
dag, jaar, uur en minuut.
Druk op B om het vorige item in te stellen. De tijd wordt
aangegeven in het 24-urensysteem.
5 Om de klokinstelstand te verlaten, drukt u op ENTER/
PRINT QTY of V om de cursor naar de menubalk te
brengen.
Wanneer u in stap 3 hieronder op ENTER/PRINT QTY
drukt, begint de klok te lopen.
Beelden wissen
U kunt de beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc wissen.
U kunt ook een “Memory Stick” of CD-RW disc formatteren (pagina 59).
Opmerkingen
•Tijdens het wissen of formatteren mag u het toestel niet afzetten noch de “Memory
Stick,” PC card of CD-R/RW disc uit de printer halen. De “Memory Stick,” PC card
of CD-R/RW disc kunnen worden beschadigd.
•Bij een “Memory Stick” of PC card in de schrijfbeveiligingsstand kunnen geen
beelden worden gewist en kan de “Memory Stick” evenmin worden geformatteerd.
•Wanneer u “DELETE/FORMAT” kiest, kunt u geen beelden wissen die zijn beveiligd
of vooringesteld door DPOF.
•Een gewist beeld kan niet worden hersteld. Controleer het beeld goed alvorens het te
wissen.
•Bij het formatteren van een “Memory Stick” of CD-RW disc worden alle bestanden
gewist, met inbegrip van de beeldbestanden.
•U kunt geen beeld wissen in de Creative Print of EFFECT stand.
•Een PC card en CD-R disc kunnen niet worden geformatteerd.
•Een beeldbestand op een gefinaliseerde CD-R/RW disc kan niet worden gewist. Bij
een CD-RW disc kan een beeldbestand worden gewist nadat de disc is
gedefinaliseerd.
•Een beeld kan mogelijk niet worden gewist wanneer de vrije schijfruimte beperkt is.
Wanneer een beeld niet kan worden gewist, kan een CD-R/RW disc worden
gefinaliseerd en een CD-RW disc geformatteerd.
•De opslagcapaciteit van een CD-R/RW disc neemt niet toe doordat u beelden erop
wist.
Gekozen beeld(en) wissen
U kunt beelden op een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc kiezen en
wissen.
1
Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
82 NL
3
Druk in het MENU scherm
(pagina 78) op de pijltjestoets
(B/b) om “DELETE/FORMAT” te
selecteren en druk op ENTER/
PRINT QTY.
Het DELETE/FORMAT submenu
verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoetsen (V/v)
om de cursor naar “Deleting
Image” te brengen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om het
prullenmandpictogram naar het beeld te brengen dat u wilt
wissen en druk op ENTER/PRINT QTY.
6
Druk op ENTER/PRINT QTY.
Een bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
7
Druk op de pijltjestoetsen (B/b) om “Yes” te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY.
Het gekozen beeld wordt gewist. Herhaal stap 4 tot 6 om andere beelden
te wissen.
Een “Memory Stick” formatteren
U kunt een “Memory Stick” formatteren. Kies “Formatting Memory Stick” in
stap 4 en druk op ENTER/PRINT QTY. Wanneer het
bevestigingsdialoogvenster verschijnt, drukt u op de pijltjestoetsen (B/b) om
“Yes” te kiezen en daarna op ENTER/PRINT QTY. De “Memory Stick” wordt
geformatteerd en alle beeldbestanden en andere bestanden worden ineens
gewist.
83 NL
Geavanceerde printfuncties
De miniatuurlijst verschijnt.
Wanneer u een voorbeeld bekijkt in
stap 1, is er een
prullenmandpictogram aan dat
beeld gehecht.
Diavoorstelling
U kunt een diavoorstelling doen van de beelden die zijn opgeslagen op een
“Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc.
1
Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of
CD-RW indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
3
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om “SLIDESHOW” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het SLIDESHOW submenu
verschijnt.
4
Druk in de Switch Time-lijn op de pijltjestoets (B/b) om “Quick”
te kiezen en beelden snel te wisselen of "Slow" om traag te
wisselen.
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de cursor naar
“Execute” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De beelden op de “Memory Stick”, PC card of map op de CD-R/RW disc
verschijnen achtereenvolgens met willekeurige patronen in de gekozen
schakeltijd als een diavoorstelling.
84 NL
De diavoorstelling stoppen
Druk op CANCEL.
Opmerkingen
•Sommige beelden verschijnen trager dan andere.
•U kunt geen diavoorstelling bekijken in de Creative Print of EFFECT stand.
•U kunt geen diavoorstelling starten vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map
en toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken.
•De volgende beelden kunnen niet als diavoorstelling worden getoond:
– Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille
van een andere reden.
–
(motion file)
–
(text file)
–
(clip motion file)
Geavanceerde printfuncties
85 NL
Een indexafdruk maken
Er kan een lijst van beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map op
een CD-R/RW disc worden afgedrukt.
1
Plaats een “Memory Stick”, PC card of CD-R/RW disc in de
printer.
2
Druk op INPUT SELECT om de “MEMORY STICK”, PC CARD of
indicator te laten oplichten.
Wanneer u CD-RW kiest
De flappen van de mappen op de CD-R/RW disc verschijnen. Druk op de
pijltjestoetsen (B/b/V/v) om de gewenste map te kiezen en druk op
ENTER/PRINT QTY. De beelden in de map verschijnen als miniaturen.
3
Druk in het MENU scherm (pagina 78) op de pijltjestoets (B/b)
om “INDEX PRINT” te selecteren en druk op ENTER/PRINT QTY.
Het INDEX PRINT submenu
verschijnt.
4
Druk op de pijltjestoets (B/b) om het deelpatroon (“8 x 6” of
“10 x 8”) te kiezen en druk vervolgens op ENTER/PRINT QTY.
• Wanneer u “8 x 6” kiest, worden 8 beelden horizontaal en 6 beelden
verticaal afgedrukt op een blad printpapier.
• Wanneer u “10 x 8” kiest, worden er 10 beelden horizontaal en 6
beelden verticaal afgedrukt.
Wanneer printpapier van klein formaat is ingebracht, kunt u kiezen uit
“4 x 4” of “6 x 5”.
86 NL
5
Druk op de pijltjestoetsen (B/b/V/v
) om de cursor naar
“Execute” te brengen en druk op ENTER/PRINT QTY.
De index van de beelden op een “Memory Stick”, PC card of in een map
van een CD-R/RW disc worden afgedrukt met het gekozen patroon. Elk
beeld wordt afgedrukt met het betreffende beeldnummer. Wanneer “Date
Print” op “ON” staat, wordt de opnamedatum (jaar, maand en dag) ook
afgedrukt.
Opmerkingen
•U kunt een indexafdruk maken in de Creative Print of EFFECT stand.
•U kunt geen indexafdruk maken vanuit het CD-R/RW mapscherm. Kies de map en
toon de beeldenlijst. Of kies een beeld om vooraf te bekijken.
•Van de volgende beelden kan geen indexafdruk worden gemaakt:
– Beelden die niet verschijnen als miniaturen omdat ze zijn beschadigd of omwille
van een andere reden.
(motion file)
–
(text file)
–
(clip motion file)
Geavanceerde printfuncties
–
87 NL
Printen vanaf uw computer
De printer gebruiken met Windows
Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88
een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw computer. U kunt ook
beelden die zijn opgeslagen op een “Memory Stick” of PC card in de printer
via het scherm van uw computer bekijken, kopiëren of overdragen. Om
beelden af te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar
printprogramma nodig.
Systeemvereisten
Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een computer te
beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet:
OS:
Microsoft Windows 98/Windows 98SE/Windows
Me/ Windows 2000 Professional/Windows XP
Home Edition/Windows XP Professional
voorgeïnstalleerd.
Opmerking
Wij kunnen geen correcte werking garanderen met een
computer waarvan Windows 3.1 of Windows 95 is
bijgewerkt tot Windows 98 of Windows 98 tot Windows
Me.
CPU:
RAM:
Harde schijfruimte:
Poort:
Drive:
MMX Pentium 200 MHz en hoger is aanbevolen.
32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.)
50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te
drukken exemplaren.)
USB-poort standaard geïnstalleerd.
CD-ROM drive (voor software installatie)
Opmerkingen
• Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of
wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten.
• Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn
aangesloten, werkt de printer niet.
• De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel.
• De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes
verschillen van deze die op het scherm verschijnen.
88 NL
De software installeren
Installeer de printer driver en Memory Stick/PC card reader software van op
de meegeleverde CD-ROM op de harde schijf van uw computer.
Met Windows 98/98SE/Me
De USB driver installeren
1
2
Zet uw computer en de printer aan.
Start Windows en sluit uw computer en de printer aan.
Wanneer de computer de printer detecteert, verschijnt het dialoogvenster
“Nieuwe Hardware Toevoegen Wizard”.
Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op
pagina 20.
Opmerking
Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait.
Klik op “Next”.
Printen vanaf uw computer
3
Het dialoogvenster voor het kiezen van de zoekmethode verschijnt.
4
Kruis “Search for the best driver for your device
(Recommended)” (Beste driver voor uw device zoeken
(Aanbevolen)) en klik op “Next” (Volgende).
Het dialoogvenster waarin de plaats van de driver kan worden
aangegeven verschijnt.
Wordt vervolgd
89 NL
Gebruik van de printer met Windows computers
5
Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en kruis
“CD-ROM drive” aan. Klik dan op “Next”.
De installatie start. Wanneer de installatie is voltooid, verschijnt het
dialoogvenster “Finish Setup” (Instelling beëindigen).
Opmerking
Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te
brengen.
6
Klik op “Finish” (Voltooien).
De Sony DPP-SV88 USB driver wordt geïnstalleerd.
Opmerking
Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer
opnieuw te starten.
De installatie controleren
1 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” (Instellingen) en klik op “Control
2
3
90 NL
Panel” (Configuratiescherm).
Het venster “Control Panel” verschijnt.
Dubbelklik op “System” (Systeem).
Het venster “System Properties” (Systeemeigenschappen) verschijnt.
Klik op het tabblad “Device Manager” (Apparaatbeheer).
Als “Sony DPP-SV88 USB Digital Photo Printer” vermeld staat onder “Universal serial
bus controller”, is de installatie geslaagd.
Printer driver en reader software installeren
1
Steek de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROM drive en klik
op “Start” en vervolgens op “Run” (Uitvoeren).
Het “Run” dialoogvenster verschijnt.
2
Voer “D:\Setup.exe” in (wanneer uw CD-ROM drive de D: drive
is) en klik vervolgens op “OK”.
Indien uw CD-ROM drive niet de D: drive is, voer dan de betreffende drive
letter in. U kunt ook de locatie kiezen door op de “Browse” (Bladeren) knop
te klikken. Het installatieprogramma start automatisch en het taalkeuzedialoogvenster verschijnt.
3
Kies de taal voor de toepassing en klik vervolgens op “OK”.
Het “Welcome” (Welkom) dialoogvenster verschijnt.
4
Klik op “Next”.
5
Printen vanaf uw computer
Het dialoogvenster “Choose
Destination Location” verschijnt. De
bestanden worden standaard
opgeslagen in de map “C:\Program
Files\Sony\DPPSV88”. Indien u het
programma in een andere map wilt
installeren, voer dan de betreffende
map in of kies ze door op de
“Browse” (Bladeren) knop te
klikken.
Klik op “Next”.
“Add Printer Wizard” start.
6
Klik op “Next”.
Het dialoogvenster om de
printeraansluiting te kiezen
verschijnt.
Wordt vervolgd
91 NL
Gebruik van de printer met Windows computers
7
Kruis “Local printer” aan en klik op “Next”.
Het dialoogvenster om merk en model van printer te kiezen verschijnt.
8
Klik op “Have Disk”.
Het “Install From Disk” dialoogvenster verschijnt.
9
Klik op “Browse”.
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
10 Kies CD-ROM in de het Drives dialoogvenster.
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
11 Kies uw taalmap in het Folders dialoogvenster en vervolgens de
map “WIN98”.
12 Controleer of “DPPSUSB.inf” is geselecteerd in het File
dialoogvenster en klik vervolgens op “OK”.
Het dialoogvenster om de modelnaam te kiezen verschijnt.
13 Kies “Sony DPP-SV88” en klik op “Next”.
Het kopiëren van bestanden begint. Het dialoogvenster voor het kiezen
van de poort verschijnt.
Opmerking
Tijdens de installatie kan u worden gevraagd om de Windows OS CD-ROM in te
brengen.
92 NL
14 Kies
“Sony DPPUSB1: Sony Digital Photo Printer” in de ljist en
klik op “Next”.
Het dialoogvenster om de printernaam te kiezen verschijnt. De fabrieksinstelling
is “Sony DPP-SV88”. Voer eventueel een andere naam in in het tekstvak.
15 Klik op “Finish”.
Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt.
16 Klik op “Finish”.
Opmerking
• Na het installeren is de “Sony DPP-SV88” niet ingesteld als standaard printer. Stel de
printer in die u voor elke toepassing gebruikt.
• Nadat u op “Finish” hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de computer opnieuw
te starten.
Met Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional
Om uw DPP-SV88 te gebruiken met een computer waarop Windows 2000
Professional/Windows XP Home Edition/Windows XP Professional is
geïnstalleerd, moet u de volgende procedures volgen om de USB driver en de
printer driver op uw computer te installeren.
1
Start Windows en meld u aan met de gebruikersnaam die
geregistreerd is onder administrator (bijvoorbeeld
“Administrator,” “Computer administrator” of “Power User).
Wordt vervolgd
93 NL
Printen vanaf uw computer
Printer driver en reader software zijn geïnstalleerd. Het leesmij bestand
verschijnt.
“Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan het “Printers” venster.
Gebruik van de printer met Windows computers
2
Zet de printer aan en verbind printer en computer via de USBpoorten.
Opmerking
Zet de printer aan alvorens hem aan te sluiten.
3
Wacht tot de USB driver automatisch is geïnstalleerd en het
volgende dialoogvenster is verdwenen.
Opmerking
Indien het dialoogvenster “Add New Hardware Wizard” (Nieuwe Hardware
Toevoegen Wizard) verschijnt in plaats van het bovenstaande venster, moet u de
instructies op het scherm volgen om de “USB Printing Support” te installeren.
Wanneer er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de driver files
te zoeken, moet u alle opties deselecteren en op “Next” klikken.
4
Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive van uw
computer.
5
Dubbelklik op “Setup.exe” in de meegeleverde CD-ROM.
Het venster om de drivertaal te kiezen verschijnt.
6
Kies de taal en klik op “OK”.
Het “Welcome” dialoogvenster verschijnt.
7
Klik op “Next”.
Het dialoogvenster om de doelmap te kiezen verschijnt. De bestanden
worden standaard opgeslagen in de map “C:\Program
Files\Sony\DPPSV88”. Indien u ze in een andere map wilt installeren,
geef die dan op door op de “Bladeren” knop te klikken.
8
Klik op “Next”.
Het “Setup Complete” dialoogvenster verschijnt.
Opmerking
Bij het installeren van de software onder Windows XP Home Edition/Professional kan
er een foutbericht verschijnen met de melding dat de software de Windows Logo test
niet heeft doorstaan. Klik dan op "Toch doorgaan" om naar de volgende stap te gaan.
94 NL
9
Klik op “Finish”.
Het leesmij bestand verschijnt. “Sony DPP-SV88” wordt toegevoegd aan
het “Printers” venster.
Opmerkingen
• Indien u de printer driver niet kunt installeren met het meegeleverde programma, zie
“About the Printer Driver for Windows 2000 Professional” in het Readme-bestand op
de meegeleverde CD-ROM (“Readme\English\readme.txt) .
• Wanneer u uw printer aansluit op een andere USB poort dan tijdens de installatie, kan
er een foutbericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de directory voor het bestand
DPPSUSB.sys in te voeren. Typ in dat geval de directory van de map waar de Reader
Software is geïnstalleerd (meestal “C:\Program File\Sony\DPPSV88\Program”) en
volg de instructies op het scherm om de bestanden opnieuw te installeren.
• Nadat u op “Finish” (Voltooien) hebt geklikt, kan u worden gevraagd om de
computer opnieuw te starten.
De software deïnstalleren
Wanneer u de software niet langer nodig hebt, moet u die verwijderen van de
harde schijf van uw computer. Deïnstalleer de software als volgt:
De “Sony DPP-SV88” deïnstalleren
Panel” (Configuratiescherm).
3 Dubbelklik op “Software” in het “Control Panel” venster.
4 Kies “Sony DPP-SV88” op het tabblad installeren en verwijderen en klik
op “Add/Remove Programs” (Toevoegen/Verwijderen).
Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
5 Klik op “Yes” (Ja).
De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist.
De printer driver deïnstalleren
1 Koppel de USB kabel los van printer en computer.
2 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” en klik op
“Printers”.
3 Klik met de rechtermuisknop op “Sony DPP-SV88” in het “Printers”
venster en kies “Delete” (Verwijderen) in het snelmenu.
Het bevestigingsdialoogvenster verschijnt.
4 Klik op “Yes”.
De relevante bestanden worden van de harde schijf gewist.
Wordt vervolgd
95 NL
Printen vanaf uw computer
1 Koppel de USB kabel los van printer en computer.
2 Klik op “Start”, breng de aanwijzer naar “Settings” en klik op “Control
Gebruik van de printer met Windows computers
Opmerking bij de installatie van DPP-SV88 software voor klanten
die gebruik maken van een Sony DPP-SV55/SV77 digital photo
printer
Wanneer u de Sony DPP-SV55/SV77 printer driver of reader software al hebt
geïnstalleerd op uw computer met Windows 98/98SE/Me besturingssysteem,
kan uw computer de DPP-SV88 die is aangesloten op de USB-poort niet
herkennen als nieuwe hardware.
Om de DPP-SV55/SV77 USB driver te veranderen in de DPP-SV88 USB driver
gaat u tewerk zoals hieronder beschreven staat. Draai vervolgens “Setup.exe”
op de CD-ROM die bij de DPP-SV88 wordt geleverd om de software te
installeren.
Wanneer de USB driver is gewijzigd, kunt u zowel de DPP-SV55/SV77 als de
DPP-SV88 aansluiten en gebruiken. De DPP-SV55/SV77 verschijnt als DPPSV88 op uw computer maar dat is geen probleem.
96 NL
1
Start Windows, zet de printer aan en sluit hem via de USBpoort aan op de computer.
2
Klik op “Start” in de taakbalk van Windows, breng de
aanwijzer naar “Instellingen” en klik op “Configuratiescherm”.
3
Dubbelklik op “Systeem” om het dialoogvenster
“Systeemeigenschappen” te openen.
4
Open het tabblad “Apparaatbeheer” en kies “Sony DPP-SV55
USB Photo Printer”/“Sony DPP-SV77 USB Photo Printer” onder
“Universal serial bus controller” en klik vervolgens op
“Eigenschappen”.
5
6
7
Open het tabblad “Drivers” en klik vervolgens op “Drivers bijwerken”.
Klik op “Volgende”.
Klik op “Display a list of all the drivers in a specific location, so
you can select the driver you want” en klik dan op “Next”
(Volgende).
8 Klik op “Have Disk”.
9 Plaats de “Sony DPP-SV88” CD-ROM in uw CD-ROM drive.
10 Klik op “Browse” (Bladeren), kies de CD-ROM drive waarin u de
“Sony DPP-SV88” CD-ROM hebt geplaatst en klik vervolgens op
“OK”.
11 Klik op “OK”.
12 Klik op “Next” (Volgende) tot “Finish” (Voltooien) verschijnt.
13 Klik op “Finish” (Voltooien).
Wordt vervolgd
97 NL
Printen vanaf uw computer
• Wanneer het dialoogvenster met de vraag om de computer te
herstarten verschijnt, herstart u de computer en voert u “Setup.exe” op
de CD-ROM uit.
• Wanneer het dialoogvenster voor het herstarten niet verschijnt, gaat u
tewerk zoals hieronder beschreven.
1 Klik op “Sluiten”.
2 Controleer of de omschrijving is veranderd in “Sony DPP-SV88 USB
Digital Photo Printer” en klik op “OK”.
3 Voer “Setup.exe” op de meegeleverde CD-ROM uit.
Gebruik van de printer met Windows computers
Reader software gebruiken
U kunt de inhoud van een “Memory Stick” of PC card in de printer bekijken
als een drive op uw computermonitor.
1
Dubbelklik op “Sony DPP-SV88” via “Deze computer” of
“Windows Verkenner”.
2
Klik op het “Memory Stick” of PC card pictogram.
De beelden op de ingebrachte “Memory Stick” of PC card verschijnen. U
kunt beelden op een “Memory Stick” of PC card net als Windows
bestanden kopiëren, overdragen en bewaren.
Opmerking
De reader software beschouwt de DPP-SV88 niet als compleet verwijderbare media. Hou
bij het werken met de software rekening met de volgende beperkingen:
• Alvorens een beeld op een “Memory Stick” of PC card in de printer te bewerken, moet
u het eerst opslaan op de harde schijf van uw computer.
Wanneer u dubbelklikt en het bestand in de printer opent met de bijbehorende
toepassing en vervolgens ermee bewerkt, kunt u het bewerkte beeld niet opslaan op
de “Memory Stick” of “PC card” met behulp van de bewaarfunctie van de toepassing.
• U kunt een bestand in de printer niet bekijken noch openen met het commando
“Openen” van een andere toepassing dan de reader software.
• U kunt een exe-bestand op een “Memory Stick” of PC card niet draaien.
• U kunt de meegeleverde “Memory Stick/PC card Reader Software” niet gebruiken
om de beelden op een CD-R/RW disc over te dragen naar uw computer.
98 NL
Printen vanuit een toepassingsprogramma
Met het “Print “commando van een toepassingsprogramma kunt u beelden op
de harde schijf van uw computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88
Digitale fotoprinter.
Opmerkingen
• In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische
toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens
de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing.
• Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te
gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is,
zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi.
1
Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld
om af te drukken.
2
Klik op “Afdrukken instellen” in het “Bestand” menu van de
toepassing.
Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt.
Kies de printer.
Kies “Sony DPP-SV88” als printer.
Kies het printpapierformaat.
Kies de afdrukrichting.
Het dialoogvenster verschilt volgens de toepassing.
1 Zet “Printer” op “Sony DPP-SV88.”
Wordt vervolgd
99 NL
Printen vanaf uw computer
3
Gebruik van de printer met Windows computers
2 Stel “Paper Size” in.
Kies
Voor het maken van
Post Card (no margin) een afdruk van Post Card-formaat zonder rand
Post Card
een afdruk van Post Card-formaat met rand
Small
een afdruk van Small-formaat
3 Stel “Orientation” in.
Kies “Portrait” voor een staande afdruk (portrait). Kies “Landscape”
voor een liggende afdruk (wide).
Printereigenschappen instellen
Klik op “Properties” (Eigenschappen) om het dialoogvenster “Properties”
te laten verschijnen.
❒ Graphics tabblad
Bij het afdrukken van een beeld kan de resolutie worden geregeld.
Dithering, intensiteit en kleur kunnen niet worden geregeld.
❒ Device Options tabblad
Qua afwerking is er keuze uit “Glossy” en “Texture”.
4
Klik op “OK” om het dialoogvenster “Afdrukken instellen” te
sluiten.
5
Klik op "Print" (Afdrukken) in het "File" (Bestand) menu van
de toepassing.
Het "Print" dialoogvenster verschijnt.
100 NL
6
Print range
(Afdrukbereik) Geef de begin- en eindpagina op. Kies
“All” (Alle) om alle pagina’s af te drukken.
Copies
(Exemplaren) Voer het gewenste aantal exemplaren in
om af te drukken.
Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op “OK”.
De printer begint af te drukken. Klik op "Cancel" (Annuleren) om het
afdrukken te stoppen.
Het afdrukken vanaf de computer onderbreken
Met een afdrukdialoogvenster op het scherm.
Klik op “Stoppen” of “Annuleren”.
De afdruktaak wordt geannuleerd en het dialoogvenster gesloten.
Met gegevens in de wachtrij
1 Klik op “Start” in de taakbalk van Windows, breng de aanwijzer naar
Printen vanaf uw computer
“Instellingen” en klik op “Printers”.
Het venster “Printers” verschijnt.
2 Dubbelklik op het “Sony DPP-SV88” pictogram.
Het “Sony DPP-SV88” venster verschijnt. De documenten in de
afdrukwachtrij verschijnen in het venster.
3 Klik op het document waarvan u het afdrukken wilt stoppen.
4 Klik op “Stoppen” of “Annuleren” in het “Document” menu.
Het document wordt uit de lijst verwijderd en de afdruktaak wordt
geannuleerd. Meer details vindt u in de Windows documentatie.
Opmerking
Indien het afdrukken al is gestart met printpapier in het toestel, mag de afdruktaak niet
meer worden geannuleerd. Hierdoor zou het papier klem kunnen raken. Wacht tot de
afdruktaak is voltooid.
101 NL
De printer gebruiken met Macintosh computers
Met de meegeleverde software kunt u met de Digital Photo Printer DPP-SV88
een beeld afdrukken vanaf de harde schijf van uw Macintosh. Om beelden af
te drukken vanaf de computer hebt u een in de handel verkrijgbaar
printprogramma nodig.
Systeemvereisten
Om de meegeleverde software te gebruiken, dient u over een Macintosh
computer te beschikken die aan de volgende systeemvereisten voldoet.
OS:
Poort:
RAM:
Harde schijfruimte:
Drive:
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0/9.1/9.2 voorgeïnstalleerd.
USB-poort standaard geïnstalleerd.
32 MB of meer (64 MB of meer is aanbevolen.)
50 MB of meer (afhankelijk van het aantal af te
drukken exemplaren.)
CD-ROM drive (voor software installatie)
Opmerkingen
• Wij kunnen geen correcte printerwerking garanderen bij gebruik van een hub of
wanneer twee of meer USB-toestellen op uw computer zijn aangesloten.
• Wanneer twee of meer DPP-SV88/SV77/SV55 printers op uw computer zijn
aangesloten, werkt de printer niet.
• De printer kan niet worden bediend vanaf een ander USB-toestel.
• De vensters en dialoogvensters in deze gebruiksaanwijzing kunnen lichtjes verschillen
van deze die op het scherm verschijnen.
De printer driver installeren
Installeer de Sony DPP-SV88 Printer Driver Software for Mac OS 8.5.1/8.6/
9.0/9.1/9.2 Version 1.0 (“printer driver” in deze handleiding) op uw
Macintosh.
1
Sluit uw Macintosh en de printer aan.
Voor aansluiting, zie “Aansluiting op een computer (optioneel)” op
pagina 20.
2
102 NL
Zet de printer aan en start uw Macintosh.
Opmerking
Sluit alle programma’s alvorens u het installatieprogramma draait.
3
Plaats de meegeleverde CD-ROM in de CD-ROM drive.
4
Kies de softwaretaal door te dubbelklikken op de betreffende
map in de CD-ROM.
De gekozen taalmap opent.
5
6
Dubbelklik op “Setup Program”.
Klik op “Install”.
De printer driver deïnstalleren
Wanneer u de software niet meer nodig hebt, verwijdert u die als volgt: Klik in
stap 6 op “Uninstall”.
Wordt vervolgd
103 NL
Printen vanaf uw computer
De installatie start. Volg de instructies op het scherm om de installatie te
voltooien.
Gebruik van de printer met Macintosh computers
Printen vanuit een toepassingsprogramma
Via een toepassingsprogramma kunt u beelden op de harde schijf van uw
computer afdrukken met behulp van de DPP-SV88 Digitale fotoprinter.
Opmerkingen
• In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de instellingen en handelingen met een typische
toepassing als voorbeeld. Afdrukinstellingen en bewerkingen kunnen verschillen volgens
de toepassing. Meer details vindt u in de handleiding van de toepassing.
• Voor een betrouwbare afdruk raden wij u aan een toepassingsprogramma te
gebruiken waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Indien dat niet het geval is,
zet dan het beeldformaat op 1664 (dots) x 2466 (dots) en de resolutie op 403 dpi.
1
Start de toepassing waarmee u wilt printen en kies het beeld
om af te drukken.
2
Kies “Chooser” uit het Apple menu, klik op “Sony DPP-SV88” in
de “Chooser” en sluit de “Chooser”.
3
Klik op “Afdrukken instellen” in het “Bestand” menu van de
toepassing.
Het “Afdrukken instellen” dialoogvenster verschijnt.
4
Stel het afdrukken in.
Paper/Margin
Voor een randloze afdruk van Post Card-formaat klikt u
op “Post Card Size” en het pictogram zonder marge .
Voor een afdruk met rand van Post Card-formaat klikt u
. Klik op
op “Post Card Size” en het margepictogram
“Small Size” om een afdruk van Small-formaat te maken.
Orientation
Klik op het landscape pictogram om een liggende afdruk
te maken .
Klik op het portrait pictogram om een staande afdruk te
maken .
Overcoat
Kies het overcoat type (“Glossy”/”Texture”).
Enlarge/Reduce Vergroot of verklein de afdruk.
104 NL
5
Klik op “OK” om het dialoogvenster te sluiten en kies “Print”
in het “File” menu.
Het “Print”(Afdrukken) dialoogvenster verschijnt.
6
Print range
Geef de begin- en eindpagina op. Kies “Alle” om alle
pagina’s af te drukken.
Copies
Voer het gewenste aantal exemplaren in om af te drukken.
Preview
Toont een afdrukvoorbeeld.
Stel afdrukbereik en exemplaren in en klik op
“Print”(Afdrukken).
De printer begint af te drukken. Klik op “Cancel”(Annuleren) om het
afdrukken te stoppen.
Printen vanaf uw computer
105 NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Laat de printer uitsluitend werken
op 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz.
• Voorkom dat er zware voorwerpen
op het netsnoer staan of vallen, of
dat het netsnoer op een andere
manier wordt beschadigd. Gebruik
deze printer nooit met een
beschadigd netsnoer.
• Indien er een voorwerp of vloeistof
in de behuizing terechtkomt, moet u
de stekker uit het stopcontact
trekken en de printer laten nakijken
door een deskundige alvorens hem
weer in gebruik te nemen.
• Demonteer nooit de printer.
• Voor het verwijderen van het
netsnoer uit het stopcontact, dient u
aan de stekker te trekken. Trek nooit
aan het snoer.
• Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer de printer gedurende lange
tijd niet zal worden gebruikt.
• Behandel de printer omzichtig.
• Om elektrocutiegevaar te beperken
moet u altijd de stekker uit het
stopcontact trekken alvorens de
printer te reinigen en na te kijken.
106 NL
Installatie
• Plaats de printer niet op een plek
waar hij is blootgesteld aan:
– trillingen
– hoge vochtigheid
– overmatig stof
– directe zonnestraling
– extreem hoge of lage
temperaturen
• Gebruik geen elektrische apparatuur
in de buurt van de printer.
Elektromagnetische velden verstoren
de werking van de printer.
• De printer is ontworpen om
horizontaal te functioneren. Probeer
de printer nooit te laten werken in
een schuine positie.
• Plaats geen zware voorwerpen op de
printer.
• Laat voldoende ruimte rond de
printer zodat de ventilatieopeningen
niet zijn afgesloten. Wanneer die zijn
afgesloten, kan de temperatuur in
het toestel te hoog oplopen.
Condensvorming
Als de printer direct van een koude in
een warme ruimte wordt gebracht of in
een extreem warme of vochtige ruimte is
geplaatst, kan er vocht in condenseren.
De printer zal dan wellicht niet naar
behoren functioneren en kan zelfs defect
raken als u hem blijft gebruiken. Als er
condensvorming optreedt, zet dan de
printer af en gebruik hem niet
gedurende minstens een uur.
Transport
Kopieerbeperkingen
Wanneer u de printer transporteert, haal
dan de print cartridge, de papierlade, de
“Memory Stick” of PC card uit de
printer en berg printer en
randapparatuur op in de originele doos
met de beschermende verpakking.
Indien u niet meer over de originele
doos en verpakking beschikt, dient u
ander beschermend materiaal te
gebruiken om te voorkomen dat het
toestel tijdens het transport wordt
beschadigd.
Bij het kopiëren van documenten met de
printer, dient u in het bijzonder rekening
te houden met het volgende:
Reiniging
Reinig de behuizing, het voorpaneel en
de bedieningselementen met een zachte
droge doek of een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild
zeepsopje. Gebruik geen oplosmiddelen
zoals alcohol of benzine, aangezien die
de afwerking kunnen aantasten.
• Het kopiëren van bankbiljetten,
munten of effecten is bij wet
verboden.
• Het kopiëren van blanco certificaten,
bewijzen, paspoorten, aandelen of
ongebruikte postzegels is eveneens
bij wet verboden.
• Televisieprogramma’s, films,
videocassettes, foto’s en ander
materiaal kan auteursrechtelijk zijn
beschermd. Het ongeoorloofd
afdrukken van dergelijk materiaal
kan in strijd zijn met de wet op de
auteursrechten.
Aanvullende informatie
107 NL
Betreffende de “Memory Stick” en PC card
De printer is compatibel met
opslagmedia van het type “Memory
Stick” en PC card (PCMCIA ATA
compatibele flash memory cards type II
met een voedingsspanning van 5V of
3,3/5V). Met behulp van een in de
handel verkrijgbare PC card adapter
kunt u ook Smart Media en andere
compacte flash card types gebruiken.
Betreffende de “Memory
Stick”
“Memory Stick” is een uitneembaar
opslagmedium voor digitale
fototoestellen, camcorders of PC’s.
Beelden hierop kunnen makkelijk
worden getoond, opgeslagen en gewist.
Er zijn twee types “Memory Stick”:
gewone “Memory Sticks” en
“MagicGate Memory Sticks”. Een
“MagicGate Memory Stick” is voorzien
van MagicGate copyrightbeveiligingstechnologie die werkt met
versleuteling. Uw printer is geschikt
voor beide types “Memory Stick”.
Doordat de printer evenwel niet
compatibel is met de MagicGatenormen, zijn gegevens opgenomen met
de printer niet onderhevig aan de
MagicGate copyright-beveiliging.
“Memory Stick” beelden
beveiligen
Met de schrijfbeveiligingsschakelaar op
de “Memory Stick” kunt u voorkomen
dat belangrijke beeldgegevens per
ongeluk worden gewist. Schuif de
schakelaar in de schrijfbeveiligings- of
schrijfstand:
xSchrijfstand
Schuif de schakelaar naar links in de
schrijfstand. Gegevens op de
“Memory Stick” kunnen nu worden
gelezen, geschreven en gewist. De
“Memory Stick” kan ook worden
geformatteerd. Om beelden op te
slaan op de “Memory Stick”, moet
de schakelaar in de schrijfstand
worden gebracht.
xSchrijfbeveiligingsstand
Schuif de schakelaar naar rechts in
de schrijfbeveiligingsstand. Er
kunnen nu geen gegevens op de
“Memory Stick” worden geschreven
noch gewist. Wij raden u aan de
schakelaar altijd in de
schrijfbeveiligingsstand te zetten
wanneer u alleen maar beelden op
een “Memory Stick” bekijkt.
Connector
SchrijfSchrijfstand beveiligingsstand
LOCK
Plaats het label hier
108 NL
LOCK
Opmerkingen bij het
gebruik
– directe zonnestraling
– hoge vochtigheid
– corrosieve stoffen
– overmatig stof
– elektrostatisch of elektronische ruis
– magnetische velden
• Raak de connector van een “Memory
Stick” niet aan en breng hem
evenmin in contact met een metalen
voorwerp.
109 NL
Aanvullende informatie
• PC cards met een voedingsspanning
van 3V zijn niet geschikt.
• Steek geen andere PC cards in de
printergleuf. De printer kan
hierdoor worden beschadigd.
• “Memory Sticks” en PC cards niet
laten vallen, verbuigen noch
blootstellen aan schokken.
• “Memory Sticks” en PC cards niet
demonteren noch modificeren.
• Mors geen vloeistoffen op de
“Memory Stick” of PC card en
gebruik ze ook niet op plaatsen met
een hoge vochtigheidsgraad. Zoniet
kunnen gegevens onleesbaar
worden.
• “Memory Sticks” of PC cards niet
gebruiken of bewaren op een plaats
waar ze blootstaan aan:
– extreem hoge temperaturen zoals
het interieur van een auto, in de
volle zon of in de buurt van een
verwarmingstoestel
• Breng uitsluitend meegeleverde
labels aan op een “Memory Stick”.
Gebruik geen andere labels.
• Bewaar een “Memory Stick” of PC
card in het originele doosje om
belangrijke gegevens te beschermen.
• Haal een “Memory Stick” of PC card
niet uit de gleuf en schakel ook de
printer niet uit wanneer de printer
een “Memory Stick” of PC card leest.
Indien u dat toch doet, kunnen
gegevens onleesbaar worden.
• Maak bij een compact flash card of
Smart Media gebruik van een in de
handel verkrijgbare PC card adapter
die compatibel is met de kaart. Plaats
de kaart in de adapter en steek die
vervolgens in de printer. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de PC
card adapter voor het installeren van
kaart en adapter.
• Vermijd het inbrengen of
verwijderen van een compact flash
card of Smart Media in of uit de PC
card adapter terwijl die in de printer
zit. Hierdoor kunnen gegevens
onleesbaar of gewist worden.
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen met de werking of
de bediening van de printer hebben,
doorloop dan eerst de onderstaande lijst
met controlepunten. Als het probleem
daarmee niet is opgelost, raadpleeg dan
uw Sony dealer.
Raadpleeg ook de handleiding van de
computer wanneer u vanaf uw
computer print.
De printer werkt niet nadat hij is
aangeschakeld.
m Steek de stekker in een stopcontact.
Er verschijnt geen beeld op de televisie.
m Zet de ingangskeuzeschakelaar van
de televisie op “VIDEO”.
m Druk op INPUT SELECT om de
juiste indicator te laten oplichten.
m Bij het afdrukken vanaf een
“Memory Stick,” PC card of CD-R/
RW disc moeten deze goed in de
printer zitten. Controleer of de
beelden opgenomen met een
digitale camera of andere
apparatuur worden opgenomen.
m Bij het opnemen vanaf een
videorecorder, moeten printer en
video-apparatuur goed zijn
verbonden. Zet vervolgens de
printer en aangesloten apparatuur,
met inbegrip van televisie en videoapparatuur, aan. Start de weergave
met de video-apparatuur.
Het geheugenbeeld is onscherp.
m In MENU is “Still” gekozen onder
“Video input”. Kies “Motion” om
bewegende beelden af te drukken.
110 NL
Bij het afspelen van videobeelden
zijn deze gestoord of is de
achtergrond blauw.
m Bij het invoeren van gestoorde
videosignalen verschijnen de
beelden automatisch met een
blauwe achtergrond, wat niet op een
defect aan de printer wijst. Voer
minder gestoorde videosignalen in.
Geen afdruk.
m Plaats de juiste set print cartridge en
printpapier.
m Controleer of er papier in de
papierlade zit.
m De printkop kan oververhit zijn. Laat
de printer staan tot de kop is
afgekoeld en de printer weer afdrukt.
m Verwijder eventueel geklemd papier.
Een beeld in de miniaturenlijst
wordt niet goed weergegeven of
afgedrukt.
m Indien het beeld verschijnt maar niet
wordt afgedrukt, is het printbestand
beschadigd.
m Indien de rechts afgebeelde
aanduiding in de
miniatuurlijst staat, is het
beeld een JPEG bestand dat
is aangemaakt met uw
computer of zijn de
miniatuurgegevens van het
beeld beschadigd.
Kies de aanduiding en druk op
PICTURE. Als er een voorbeeld
verschijnt, kunt u het beeld
afdrukken. Indien dezelfde
aanduiding opnieuw verschijnt als
voorbeeld, is het bestandsformaat
niet compatibel met de DPP-SV88 of
is het beeld zelf beschadigd.
m Een beeld dat is beschadigd of
waarmee een probleem is, verschijnt
niet in de lijst. Er verschijnt een
bestandsfoutbericht. Wanneer er
geen beelden zijn opgeslagen op de
"Memory Stick" of PC card,
verschijnt het bericht "no file".
m Indien een beeld niet compatibel is
met DCF (Design rule for Camera
File system), kan het mogelijk niet
met de printer worden afgedrukt,
ook al verschijnt het op de PC
monitor.
m De printer kan maximum 999
beeldbestanden verwerken en tonen.
Indien een “Memory Stick”, PC card
of een map op een CD-R/RW disc
meer dan 999 beelden bevat, kunnen
de overige beelden worden getoond
en verwerkt met de computer.
m Bij sommige digitale camera’s
verschijnen voorbeeldbeelden samen
met de primaire beelden in de
miniatuurlijst. De afdrukkwaliteit van
voorbeeldbeelden is niet zo goed als
die van primaire beelden. Merk op dat
bij het wissen van voorbeeldbeelden de
gegevens voor de primaire beelden
kunnen worden beschadigd.
m Sommige PC card adaptortypes die
niet compatibel zijn met PCMCIA
ATA kunnen niet met de printer
worden gebruikt.
Er weerklinkt een pieptoon.
m Ga na of u op de juiste manier
tewerk gaat.
De CD-R/RW disc kan niet worden
verwijderd.
m Zet de printer af. Steek vervolgens
een dun, puntig voorwerp (met een
diameter van ongeveer 1,2 mm) in
de manuele uitwerpopening van de
CD-R/RW disc-lade op de printer.
Manuele
uitwerpopening
De print cartridge kan niet worden
verwijderd.
m Zet de printer af en weer aan.
Probeer de cartridge te verwijderen
nadat het motorgeluid is gestopt.
De
of
indicator brandt of er
verschijnt een foutbericht.
m Volg de instructies op het scherm.
111 NL
Aanvullende informatie
m De breedte/hoogte-verhouding van
een opgenomen beeld verschilt
volgens het type digitale camera
zodat het beeld eventueel niet op de
volledig bedrukbare oppervlakte
wordt afgedrukt.
m Bij sommige digitale camera’s kan
een beeld verticaal worden uitgerekt
wanneer het met de digitale camera
werd geroteerd of bewerkt. Dat ligt
niet aan de printer maar komt
doordat het beeld met de digitale
camera werd bewerkt.
Verhelpen van storingen
Indien papier vastloopt
Indien het printpapier vastloopt, licht de papierfoutindicator
op en
verschijnt er een foutbericht. Het afdrukken stopt. Zet de printer af en aan en
haal het geklemde papier uit de papieruitvoer of verwijder de papierlade om
het vastgelopen papier te verwijderen.
Haal de papierlade uit om het
geklemde papier te verwijderen.
Trek het geklemde
papier langzaam uit.
Opmerking
Raadpleeg uw Sony dealer als u het geklemde papier niet kunt verwijderen.
112 NL
Technische gegevens
Printsysteem
Sublimation dye transfer printing (Geel/
Magenta/Cyaan 3 beurten)
Resolutie
403 (H) x 403 (V) dpi
Beeldverwerking
256 niveaus (8 bits voor Yellow/
Magenta/Cyan), ong. 16.770.000 kleuren
Afdrukformaat
152,4 (H) x 101,6 (V) mm (maximum, Post
Card-formaat zonder rand) (6 x 4 inch)
Afdruktijd
Ong. 90 seconden per blad (Post Cardformaat)
Ong. 60 seconden per blad (Small-formaat)
(exclusief tijd voor gegevensverwerking
en -overdracht van de personal
computer, “Memory Stick” of PC card)
Ingangs-/uitgangsaansluitingen
Gleuf
“Memory Stick” gleuf (1)
PC card gleuf (PCMCIA II) (1)
CD-R/RW disc drive (1)
JPEG: 4:4:4, 4:2:2, 4:2:0 (baseline JPEG)
BMP: 24 bit full color, Windows formaat
(Merk op dat sommige versies van de
bestandsformaten niet compatibel
kunnen zijn.)
Maximum aantal te verwerken bestanden
999 bestanden per “Memory Stick”/PC
card/map op een CD-R/RW disc
Print cartridge/Printpapier
Zie “Printset klaarmaken” op pagina 22.
Voeding
220 - 240 V AC, 50/60 Hz, 0,62A
Stroomverbruik (standby mode)
Ongeveer 1 W
Werkingstemperatuur
5 °C tot 35 °C
Afmetingen
Ong. 280 x 84 x 267 mm
(b/h/d, zonder uitstekende onderdelen)
(363 mm diep wanneer de papierlade is
geïnstalleerd)
Gewicht
Ong. 3,0 kg
(zonder papierlade van 0,1 kg)
Meegeleverd toebehoren
Zie “Printer uitpakken” op pagina 8.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
aserdiode-eigenschappen
Materiaal: GaAIAs
Golflengte: 780 - 787 nm
Emissieduur: 86 nsec
Laseruitgangsvermogen: 80 mW
113 NL
Aanvullende informatie
USB connector (1)
VIDEO OUT (uitgang) connector (phono
x 1)/VIDEO IN (ingang) connector
(phono x 1)
1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd),
negatieve sync
S VIDEO OUT (uitgang) connector (4pins mini-DIN x 1)/S VIDEO IN
(ingang) connector (4-pins mini-DIN x 1)
1 Vp-p, 75 ohm (ongebalanceerd),
negatieve sync
C: 0,286 Vp-p (color burst), 75 ohm
(ongebalanceerd)
Compatibele beeldbestandsformaten
Index
Symbolen
C
F
8cm CD-R/RW disc 18
Cartridgefoutindicator
23
Cartridgevakdeksel 23
CD adapter 18
CD Mavica 18, 31, 47
CD-R disc 47
CD-RW disc 47
Afdrukken 27
Beelden bewaren op
een kaart 42
Beschrijven/uitlezen
van een disc 50
Disctypes 47
Formattering 59
Inbrengen/verwijderen
van een disc 17
Kaartbeelden bewaren
37
Map aanmaken 52
Map-/bestandsnamen
41
Opmerkingen bij de
behandeling 48
Pictogrammen 31
Procedure 49
Reiniging 48
Toegangssnelheidsregeling
60
Creative Print menu 67
Filter 66
Finalisering 49, 56
Finish 80
Formattering 50
CD-R/RW disc 59
Memory Stick 83
Frame 76
A
Aansluitingen
Computer 20
Netsnoer 15
TV 13
Video-apparatuur 14
Achterpaneel 9
Afdrukken
Bepaalde beelden op
een card of disc 27
Alle of DPOF beelden
32
Van een Macintosh
computer 104
Van een Windows
computer 99
Videobeelden 35
Afdrukzijde 25
Afstandsbediening 11, 21
Album 28
ALL 33
Auto Fine Print 2 80
AUTO PRINT 33
B
Batterijen vervangen 21
Bedieningspaneel 10
Beeldpositie wijzigen 64
Beeldregeling 65
Beeld roteren 64
Beperkingen bij
duplicatie 107
Bewaren
Beelden op een PC card
37
Beelden op een CD-R/
RW disc 42
Videobeelden 45
114 NL
D
Datum afdrukken 80
Deelbeelden 77
Definalisering 50, 58
Diavoorstelling 84
DPOF 32, 33
E
EFFECT menu 61
G, H
Geheugenbeeld 36
I, J
Inbrengen
CD-R/RW disc 17
Memory Stick 15
Papierlade 26
PC Card 16
Print cartridge 23
Printpapier 25
Indexafdrukken 86
Ingangsbeeld 35
Initialisering 49, 51
INPUT SELECT 20, 27,
35
K
Kaart 72
Kalender 69
Klok instellen 81
L
Lezen/schrijven 50, 60
M
Map 28
Map aanmaken 52
Map-/bestandsnamen 41
Map herbenoemen 53
Mapmenu 52
Meegeleverd toebehoren
8
Memory Stick
Beelden bewaren op
een CD-R/RW disc 37
Beelden op een CD-R/
RW disc bewaren 42
Gegevens beveiligen
108
Inbrengen/verwijderen
15
Opmerking bij het
gebruik 109
Types 108
MENU 78
Miniatuurlijst 12, 31
N
Netsnoer 15
O
Overzicht 6
P, Q
R
Randloze afdruk 80
Reader software 98
Reiniging 107
S
SAVE 39, 44, 45
SAVE ALL 37, 42
Scherm 12
Software installeren
Macintosh 102
Windows 89
Software verwijderen 95,
103
Specificaties 113
Spiegel 64
Standaardafdruk 27
Sticker 75
Systeemvereisten
Macintosh 102
Windows 88
S VIDEO IN aansluiting
14
S VIDEO OUT
aansluiting 13
V
Verhelpen van storingen
110
VIDEO 35, 45
VIDEO IN aansluiting 14
Video-ingangsinstelling
81
VIDEO OUT aansluiting
13
Voorbeeld 12, 29
Voorpaneel 9
W, X, Y
Wissen
Beelden 82
Mappen 55
Z
Zoomen 63
Aanvullende informatie
Papierlade 11, 25
Papierfoutindicator 26,
112
Papierverstopping 112
PC card
Beelden op een CD-R/
RW disc bewaren 42
Beelden bewaren op
een CD-R/RW disc 37
Inbrengen/verwijderen
16
Opmerking bij het
gebruik 109
PC mode 20
Pictogrammen 31
PICTURE 29
Pieptoon 80
Print cartridge 23
Printervoorkeuren
wijzigen 79
Printpapier 25
Printset 22
T
Toegangssnelheid 60
Transport 107
U
Uitwerpknop 23
USB aansluiting 20
115 NL