TomTom Multi-Sport Cardio Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Inhoud
Welkom 4
Aan de slag 5
Je horloge 6
Informatie over je horloge ................................................................................................................. 6
Je horloge dragen .............................................................................................................................. 7
Je horloge schoonmaken .................................................................................................................. 7
De hartslagmeter ................................................................................................................................ 7
De bureauhouder gebruiken .............................................................................................................. 8
De fietshouder gebruiken................................................................................................................... 8
De status van je horloge .................................................................................................................. 10
Activiteiten 12
Informatie over activiteiten .............................................................................................................. 12
Een activiteit starten ......................................................................................................................... 12
Een activiteit pauzeren en stoppen ................................................................................................. 13
Kiezen welke gegevens worden weergegeven............................................................................... 14
Instellingen voor hardloopactiviteiten ............................................................................................. 15
Instellingen voor fietsactiviteiten ..................................................................................................... 16
Instellingen voor zwemactiviteiten .................................................................................................. 16
Instellingen voor loopbandactiviteiten ............................................................................................ 17
Trainingsprogramma's ..................................................................................................................... 19
Informatie over trainingsprogramma's ....................................................................................... 19
None (Geen) ................................................................................................................................ 19
Goals (Doelen) ............................................................................................................................. 19
Intervals (Intervallen) ................................................................................................................... 20
Laps (Rondes) .............................................................................................................................. 21
Zones ........................................................................................................................................... 21
Race ............................................................................................................................................. 24
De stopwatch gebruiken .................................................................................................................. 24
Je activiteiten bijhouden .................................................................................................................. 25
Instellingen 27
Informatie over Settings (Instellingen) ............................................................................................ 27
Klok ................................................................................................................................................... 27
Sensors (Sensoren) .......................................................................................................................... 28
Een hartslagsensor testen........................................................................................................... 28
Phone (Telefoon) .............................................................................................................................. 28
Airplane mode (Vliegtuigmodus)..................................................................................................... 30
Options (Opties) ............................................................................................................................... 30
Profile (Profiel) .................................................................................................................................. 31
Standards (Standaarden) ................................................................................................................. 31
4
In deze gebruikershandleiding lees je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom
GPS-sporthorloge.
Hier zijn een paar goede startpunten:
Aan de slag
Informatie over je horloge
Een activiteit starten
Trainingsprogramma's
Instellingen
Welkom
5
Het is slim om voordat je begint met een training, eerst je horloge op te laden, eventuele
software-updates te downloaden en QuickGPSfix te downloaden.
Let op: QuickGPSfix helpt je horloge om een GPS-bepaling te krijgen en je locatie snel te
vinden.
1. Download TomTom MySports Connect van tomtom.com/getstarted/sports en installeer het
programma op je computer. TomTom MySports Connect is gratis beschikbaar.
2. Plaats je horloge in de bureauhouder en sluit deze houder aan op je computer.
Volg de instructies van TomTom MySports Connect.
Als je horloge is opgeladen, kun je beginnen met je eerste activiteit.
Tip: je horloge is volledig opgeladen als het batterijpictogram niet meer beweegt en een volle
batterij laat zien.
Je moet het horloge geregeld op de computer aansluiten om het op te laden, activiteiten te
uploaden en software-updates en QuickGPSfix-gegevens te downloaden.
Gebruiksduur van de batterij
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, kun je het horloge tot 10 uur lang gebruiken voor
activiteiten waarvoor GPS-ontvangst nodig is, zoals hardlopen en fietsen. De batterij raakt sneller
leeg als je de achtergrondverlichting van je horloge regelmatig of constant gebruikt of als je het
horloge aansluit op sensoren, zoals de hartslagmeter of de cadanssensor.
Hier zijn een paar tips om je horloge langer te kunnen gebruiken na een oplaadbeurt:
Schakel de nachtmodus uit en raak het scherm aan om de achtergrondverlichting alleen in te
schakelen wanneer je die nodig hebt.
Schakel de sensoren uit die je niet gebruikt. Je horloge blijft zoeken naar sensoren, zelfs als je
geen sensor gebruikt.
Aan de slag
6
Informatie over je horloge
Als je aan de slag gaat met je horloge, begin je met het klokscherm. Op dit scherm worden de
datum en tijd weergegeven. Het getal dat het uur aangeeft, wordt iets zwakker weergegeven en de
minuten iets helderder, zodat je de precieze tijd duidelijker kunt zien.
Gebruik de knop van je horloge om op het scherm omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te
scrollen of om naar andere schermen te scrollen.
1. Links - hiermee open je het statusscherm.
2. Omlaag - hiermee open je het instellingenmenu.
3. Rechts - hiermee open je het activiteitenmenu.
4. Omhoog - vanuit het klokscherm kun je hiermee geen ander scherm openen.
5. GPS-ontvanger. Terwijl je aan het trainen bent, moet de GPS-ontvanger omhoog wijzen.
6. Raak dit gedeelte van het scherm aan om de achtergrondverlichting in te schakelen.
Op het klokscherm worden de datum en de tijd weergegeven. De tijd kan in de 12- of de
24-uursnotatie worden weergegeven. Als je de notatie van de tijd wilt wijzigen, scrol je omlaag om
het instellingenmenu te openen en selecteer je vervolgens Clock (Klok).
Je horloge gebruiken
Scrol omhoog of omlaag om items in een menu te selecteren.
Navigeer naar rechts om een item te selecteren en het menu voor dat item te openen.
Scrol naar links om een menu te verlaten.
Zorg ervoor dat een item in het menu is gemarkeerd voordat je het menu verlaat om het item te
selecteren. De optie die je hebt geselecteerd, wordt opgeslagen op je horloge.
Als een optie in een menu aan- en uitgaat, scrol je naar rechts om de instelling te wijzigen.
Je horloge
7
Je horloge dragen
Ingebouwde hartslagmeter
De ingebouwde hartslagmeter in de TomTom Runner Cardio en de TomTom Multi-Sport Cardio
gebruikt de lichtreflectie door de huid om je hartslag waar te nemen. De manier waarop het
horloge wordt gedragen is belangrijk, omdat het van invloed kan zijn op de prestaties van de
hartslagmeter:
Draag het horloge op de normale manier, dus met de bovenkant naar boven, de onderkant
tegen je huid en onder je polsgewricht.
Doe het bandje stevig om je pols zonder dat het knelt.
Je krijgt de meest betrouwbare resultaten van de hartslagmeter nadat je goed bent opge-
warmd.
Je horloge schoonmaken
Bij regelmatig gebruik wordt het aanbevolen om je horloge eenmaal per week schoon te maken.
Maak het horloge indien nodig schoon met een vochtige doek. Gebruik een milde zeep om
olie en vuil te verwijderen.
Voorkom dat je horloge in contact komt met zware chemicaliën zoals benzine, schoonmaak-
middelen, aceton, alcohol of insectenwerende middelen. Chemicaliën kunnen de sluiting,
behuizing en oppervlak van het horloge beschadigen.
Spoel je horloge na het zwemmen af met kraanwater en droog het af met een droge doek.
Als je horloge een ingebouwde hartslagmeter heeft, ga je als volgt te werk:
Maak indien nodig het gebied rond de sensor en verbindingspads schoon met milde zeep en
water.
Voorkom dat er krassen op en rond de sensor ontstaan. Bescherm het tegen schade.
De hartslagmeter
Als je horloge een geïntegreerde hartslagmeter heeft, kun je leren hiermee effectiever te trainen.
8
Je kunt ervoor kiezen om de ingebouwde hartslagmeter te gebruiken, een externe hartslagmeter
op het stuur van je fiets te plaatsen of helemaal geen hartslagmeter te gebruiken.
Hoe de hartslagmeter werkt
Je hartslag wordt gemeten door de wijzigingen in je bloedstroom te meten met behulp van licht.
Dit wordt gedaan aan de bovenkant van je pols door licht door de huid op de haarvaten net onder
de huid te schijnen, waardoor veranderende lichtreflecties worden gedetecteerd.
Het huidtype, percentage lichaamsvet of de lichaamsbeharing hebben geen invloed op de
prestaties van de hartslagmeter. De manier van dragen rond de pols en het overslaan van de
warming-up zijn echter wel van invloed op resultaten van de hartslagmeter.
De hartslagmeter gebruiken
Hieronder vind je enkele tips om optimaal gebruik te maken van je hartslagmeter:
Draag het horloge op de normale manier, dus met de bovenkant naar boven, de onderkant
tegen je huid en onder je polsgewricht.
Doe het bandje stevig om je pols zonder dat het knelt.
Je krijgt de meest betrouwbare resultaten van de hartslagmeter nadat je goed bent opge-
warmd.
Opmerking: de meter kan je hartslag niet meten tijdens het zwemmen.
De bureauhouder gebruiken
Je kunt de bureauhouder gebruiken wanneer je horloge zich in de polsband bevindt, maar je kunt
je horloge ook eerst uit de polsband halen.
Als je het horloge uit de polsband wilt halen, houd je het horloge in één hand en til je de band
omhoog om deze van je horloge te halen. De polsband komt met een klikje los van de voorkant
van het horloge.
Als je het horloge in de bureauhouder wilt plaatsen, schuif je het horloge in de houder, waarbij je
de ronding van de achterkant van het horloge volgt.
Als je het horloge uit de bureauhouder wilt halen, duw je onder het scherm van het horloge.
Schuif zo het horloge uit de houder, waarbij je de ronding van de achterkant van het horloge volgt.
Trek het horloge niet omhoog uit de bureauhouder omdat de houder daardoor beschadigd kan
raken.
De fietshouder gebruiken
Let op: de fietshouder wordt bij sommige producten standaard meegeleverd en is voor andere
producten verkrijgbaar als accessoire.
9
De fietshouder bestaat uit een houder voor je horloge en een stuurband om de houder aan je
fietsstuur te bevestigen.
Als je de fietshouder wilt gebruiken, ga je als volgt te werk:
1. Bevestig de stuurband achter op de houder.
Tip: de band heeft twee gaatjes zodat deze op verschillende soorten sturen past. Selecteer
het gaatje dat het meest geschikt is voor je stuur.
2. Plaats de band op je stuur en wikkel deze rond de buis.
3. Zet de stuurband vast met de clip onder op de houder.
De band moet nu stevig vastzitten rond het stuur.
10
4. Haal het horloge uit de polsband en plaats dat in de houder. Zorg ervoor dat het horloge goed
op zijn plaats vastklikt.
5. Vouw de stuurband over de bovenkant van het horloge en zet de band op de bovenkant van
de houder vast met de clip.
De status van je horloge
Druk in het klokscherm op de pijl naar links om het statusscherm weer te geven.
Op het statusscherm wordt de volgende informatie weergegeven:
Battery (Batterij) - de batterijstroom die nog aanwezig is in je horloge.
Als je de batterij wilt opladen, moet je het horloge in de bureauhouder plaatsen en de houder
aansluiten op je computer.
Storage (Geheugen) - de hoeveelheid vrije ruimte die beschikbaar is op je horloge.
Als er niet meer voldoende ruimte beschikbaar is, sluit je het horloge aan op de computer.
TomTom MySports Connect brengt de gegevens van je trainingen of activiteiten over naar je
computer. Je kunt opgeven dat de activiteiten automatisch moeten worden geüpload naar je
account op de TomTom MySports-website of een andere website die je hebt gekozen.
11
Tip: de geschiedenis, oftewel het overzicht van je training, blijft op je horloge staan.
QuickGPS - de status van de QuickGPSfix-gegevens op je horloge.
QuickGPSfix helpt je horloge om je precieze locatie snel te bepalen, zodat je met je activiteit
kunt beginnen. Als je de QuickGPSfix-gegevens op je horloge wilt bijwerken, sluit je het
horloge aan op de computer. TomTom MySports Connect werkt QuickGPSfix automatisch bij
op je horloge. QuickGPSfix-gegevens blijven geldig tot drie dagen nadat ze zijn gedownload.
Voor het weergeven van de status van de QuickGPSfix-gegevens worden de volgende sym-
bolen gebruikt:
QuickGPSfix op je horloge geeft actuele informatie weer.
of
QuickGPSfix op je horloge geeft geen actuele informatie weer. Als de
QuickGPSfix-gegevens op je horloge verouderd zijn, werkt het
horloge nog steeds normaal. Het kan echter wat langer duren voor je
een GPS-bepaling krijgt als je wilt beginnen met een activiteit.
Als je dit pictogram ziet, gebruik je een sterk verouderde versie van
de software. Werk je horloge zo snel mogelijk bij.
Version (Versie) - het versienummer van de software en het serienummer van je horloge. Je
hebt deze informatie mogelijk nodig als je contact opneemt met de klantenservice. Telkens
wanneer je het horloge op de computer aansluit, controleert TomTom MySports Connect of er
een software-update beschikbaar is voor je horloge.
12
Informatie over activiteiten
Vanuit het activiteitenmenu kun je een van de activiteiten starten die beschikbaar zijn op je
horloge:
Run (Lopen)
Cycle (Fietsen)
Swim (Zwemmen)
Treadmill (Loopband)
Stopwatch
Let op: niet alle activiteiten zijn beschikbaar op alle horloges.
Wanneer je Run (Lopen) of Cycle (Fietsen) selecteert, gebruikt je horloge de interne
GPS-ontvanger om je snelheid te meten en de route vast te leggen die je hebt genomen.
Als je horloge een hartslagmeter heeft en de hartslagmeter ingesteld is op ON (AAN), wordt je
hartslag tijdens je activiteit weergegeven. Dus ook tijdens hardlopen, fietsen en lopen op de
loopband.
Wanneer je Swim (Zwemmen) of Treadmill (Loopband) selecteert, gebruikt je horloge de interne
bewegingssensor om je passen op de loopband of je slagen in het zwembad te meten. Je horloge
gebruikt deze informatie voor het schatten van je snelheid en de afstand die je hebt afgelegd.
Wanneer je Stopwatch selecteert, kun je het horloge gebruiken voor het weergeven van de
verstreken tijd, het bijhouden van rondes en het weergeven van je huidige en vorige rondetijd.
Een activiteit starten
Als je een activiteit wilt starten, ga je als volgt te werk:
1. Scrol vanuit het klokscherm naar rechts.
2. Selecteer een van de activiteiten en scrol vervolgens naar rechts.
Run (Lopen)
Cycle (Fietsen)
Swim (Zwemmen)
Treadmill (Loopband)
Stopwatch
Let op: niet alle activiteiten zijn beschikbaar op alle horloges.
Activiteiten
13
3. Voor de activiteiten Run (Lopen) en Cycle (Fietsen) wordt het bericht Please wait (Even
geduld) weergegeven en knippert het GPS-pictogram in de linkerbenedenhoek van het
scherm tot je horloge een GPS-bepaling heeft gekregen. Wanneer je horloge klaar is om een
activiteit te starten, wordt het bericht GO (START) weergegeven en stopt het GPS-pictogram
met knipperen.
Als je voor de activiteit Cycle (Fietsen) een cadanssensor gebruikt, wordt het bericht GO
(START) weergegeven zodra je horloge met de sensor is verbonden. De cadanssensor geeft
vervolgens informatie over de snelheid en afstand voor je activiteit. Mogelijk heeft je horloge
op dat moment geen GPS-bepaling. Als je de route wilt bijhouden tijdens je activiteit, moet je
wachten tot het GPS-pictogram stopt met knipperen voor je de activiteit start.
Let op: het zoeken naar je GPS-positie kan even duren, vooral als het de eerste keer is dat je
het horloge gebruikt of als de QuickGPSfix-gegevens niet actueel zijn. Voor een goede
GPS-ontvangst moet je buiten zijn en een ongehinderd uitzicht hebben op de lucht. Grote
objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren.
Als je horloge een hartslagmeter heeft, zie je mogelijk een bericht 'Warm up' (Warming-up) bij
het begin van een activiteit terwijl je horloge de GPS-positie vaststelt. De meter werkt namelijk
het meest nauwkeurig als je een warming-up hebt gedaan en de bloedcirculatie in je armen op
gang is gekomen.
Scrol vanuit dit scherm in een van de volgende richtingen om een optie te kiezen:
Rechts - hiermee start je de activiteit zodra je horloge een GPS-bepaling heeft.
Omlaag - hiermee selecteer je een trainingsprogramma of stel je de informatie in die je wilt
weergeven tijdens het trainen.
Omhoog - hiermee geef je je vorige activiteiten weer.
Links - hiermee ga je terug naar de lijst met activiteiten.
Scrol naar rechts om je activiteit te starten.
4. Als je een hartslagmeter hebt en een activiteit onderneemt, toont je horloge informatie zoals
afstand, tijd, tempo en hartslag. Scrol omhoog of omlaag om de informatie die je ziet te
wijzigen.
5. Je kunt de activiteit onderbreken als je even een pauze neemt of de activiteit helemaal
stoppen.
Voor elk type activiteit kun je verschillende trainingsprogramma's selecteren en opgeven dat je
andere informatie wilt weergeven tijdens het trainen.
Een activiteit pauzeren en stoppen
Scrol naar links tijdens een activiteit om de klok te stoppen en je activiteit tijdelijk te onderbreken.
Let op: als de vergrendeling van het activiteitenscherm is ingeschakeld, zie je een timerscherm
wanneer je naar links scrolt. Houd in dat geval de knop ingedrukt tot het timerscherm is
verdwenen. Je activiteit wordt vervolgens tijdelijk onderbroken of gestopt. Je kunt de vergren-
deling (Lock) in- en uitschakelen via Options (Opties) in het instellingenscherm.
Als je een activiteit weer wilt starten, scrol je naar rechts.
Om te stoppen scrol je naar links om de activiteit te onderbreken en vervolgens scrol je nog een
keer naar links om te onderbreken.
14
Kiezen welke gegevens worden weergegeven
Voor aanvang van een activiteit kun je een trainingsprogramma kiezen en bepalen welke
informatie je wilt zien tijdens je training.
Tijdens je training zijn er telkens drie meetwaarden beschikbaar:
Eén primaire meetwaarde wordt in grotere cijfers weergegeven in het hoofdgedeelte van het
scherm.
Twee secundaire meetwaarden worden in kleinere cijfers boven aan het scherm we-
ergegeven.
De primaire meetwaarde wijzigen
Tijdens je training kun je de meetwaarde die in grote cijfers wordt weergegeven, wijzigen door
omhoog of omlaag te scrollen. De tekst onder de primaire meetwaarde geeft aan welke informatie
op dat moment wordt weergegeven.
De secundaire meetwaarden instellen
Je kunt als volgt bepalen welke informatie in kleine cijfers moet worden weergegeven:
1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts.
3. Selecteer Display (Scherm) en scrol naar rechts.
4. Selecteer Left (Links) of Right (Rechts) om op te geven of de meetwaarde links of rechts moet
worden weergegeven.
5. Selecteer in de lijst de meetwaarde die je wilt weergeven.
Welke meetwaarden er beschikbaar zijn, hangt af van je huidige activiteit.
Hier volgen enkele voorbeelden van beschikbare meetwaarden:
Pace (Tempo) - je huidige tempo.
Average pace (Gemiddeld tempo) - je gemiddelde tempo tijdens de huidige activiteit.
Lap time (Rondetijd) - hoeveel tijd je nodig had voor de huidige ronde.
Lap distance (Rondeafstand) - de afstand die je hebt afgelegd in de huidige ronde.
Ascent (Stijging) - hoeveel je in totaal hebt geklommen tijdens het fietsen. Deze meetwaarde
is alleen beschikbaar als je horloge een ingebouwde barometersensor bevat.
Tip: scrol vanuit het klokscherm naar links. Als het serienummer van je horloge start met 'HD'
of 'HF', heeft je horloge een barometrische sensor.
Gradient (Helling) - de helling van het terrein waarop je fietst. Deze meetwaarde is alleen
beschikbaar als je horloge een ingebouwde barometersensor bevat.
Heart rate (Hartslag) - je hartslag. Deze meetwaarde is alleen beschikbaar als je horloge is
verbonden met een hartslagmeter.
Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide) - voor andere activiteiten dan zwemmen kun
je ervoor kiezen om je snelheid, tempo of beide weer te geven.
15
SWOLF - deze meetwaarde wordt alleen weergegeven voor zwemactiviteiten. De
SWOLF-score wordt berekend door de tijd in seconden en het aantal slagen dat je nodig had
om één keer de lengte van het zwembad te zwemmen, bij elkaar op te tellen. De SWOLF-score
geeft je zwemefficiency aan. Hoe lager de score, hoe beter. Het woord 'SWOLF' is een combi-
natie van de woorden 'swim' en 'golf'.
Pictogrammen op het scherm
De volgende pictogrammen kunnen worden weergegeven langs de onderkant van het scherm
terwijl je traint:
Dit symbool laat zien hoe goed de GPS-ontvangst is. Terwijl je horloge
zoekt naar satellieten, knippert het plaatje van de satelliet.
Het hartje geeft aan dat je horloge is verbonden met een hartslagmeter.
Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de hartslag-
meter, knippert het hart.
Het tandwiel geeft aan dat je horloge is verbonden met een cadanssen-
sor. Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de
cadanssensor, knippert het tandwiel.
Dit symbool geeft de status van de batterij aan.
Instellingen voor hardloopactiviteiten
Voor aanvang van een activiteit kun je een trainingsprogramma kiezen en bepalen welke
informatie je wilt zien tijdens je training.
Er zijn verschillende gegevens die kunnen worden weergegeven tijdens het hardlopen, zoals
calorieën, hartslag, hartslagzone en afstand.
Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit
raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven.
Als je slechts een meeteenheid wilt zien voor snelheid, gemiddelde snelheid, tempo of gemiddeld
tempo, scrol je naar beneden naar het instellingenmenu. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol
naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Avg. Speed (Gemiddelde snelheid), Pace (Tempo) of Avg.
Pace (Gemiddeld tempo).
16
Scrol omlaag naar het instellingenmenu om de weergave van snelheid, tempo of beide in te
stellen. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid) en scrol
naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide).
Instellingen voor fietsactiviteiten
Let op: Cycle (Fietsen) is beschikbaar op de TomTom Multi-Sport.
Je kunt tijdens het fietsen je hartslag, snelheid en locatie vastleggen met de geïntegreerde
sensoren.
Als je je prestaties onderweg al wilt bekijken, kun je voor de veiligheid het GPS-sporthorloge het
beste in de meegeleverde fietshouder plaatsen zodat je beide handen aan het stuur kunt houden.
Als je je hartslag wilt bekijken tijdens het fietsen, raden we je aan om een optionele externe
hartslagsensor aan te sluiten zodat je je hartslag veilig kunt bekijken.
De wielmaat instellen voor gebruik met een cadanssensor
Als je een cadanssensor gebruikt, moet je de Wheel size (Wielmaat) opgeven, zodat je nau-
wkeuriger meetwaarden van de sensor krijgt. De wielmaat is de omtrek van de achterband in
millimeters (mm).
Je stelt de wielmaat als volgt in:
1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Wheel size (Wielmaat) en druk op de pijl naar rechts.
3. Stel de maat van je achterwiel in.
Je kunt nagaan wat de omtrek van je achterwiel is door het wiel zelf op te meten met een meetlint
of door de waarde uit te rekenen met behulp van een online rekenmachine. Je kunt bijvoorbeeld
op de website www.bikecalc.com/wheel_size_math de omtrek achterhalen aan de hand van de
diameter van het wiel en de dikte van de band.
Stel dat je fiets velgen heeft van 700 c en banden met een dikte van 25 mm, dan is de omtrek 2111
mm. Dit is de waarde die je moet opgeven.
Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit
raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven.
Instellingen voor zwemactiviteiten
Opmerking: TomTom Runner Cardio en TomTom Multi-Sport Cardio zijn waterbestendig. Je
kunt met deze horloges zwemmen. De ingebouwde hartslagmeter werkt echter niet onder
water.
Voordat je een zwemactiviteit start, moet je de volgende twee instellingen controleren:
De instelling voor Pool size (Zwembad) die moet overeenkomen met de grootte van het
zwembad waarin je zwemt. De instelling is de lengte van het zwembad in meters of yards.
De instelling voor Wrist (Pols) die moet aangeven om welke pols je het horloge draagt.
17
Terwijl je zwemt, registreert je horloge je slagen en het aantal keerpunten dat je hebt gemaakt in
het zwembad. Voor het berekenen van de afstand die je hebt gezwommen, en je snelheid gebruikt
je horloge de lengte van het zwembad en het aantal keerpunten dat je hebt gemaakt. Als de lengte
van het zwembad niet goed is ingesteld, kunnen de meetwaarden voor je zwemactiviteit niet goed
worden berekend. Je horloge moet weten om welke pols je het horloge draagt om je slagen te
kunnen registreren.
Als je de instellingen voor Pool size (Lengte zwembad) en Wrist (Pols) wilt wijzigen, ga je als volgt
te werk:
1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Pool size (Zwembad) en scrol naar rechts.
3. Stel de juiste lengte in voor het zwembad.
4. Scrol naar links om terug te gaan naar het instellingenmenu.
5. Selecteer Wrist (Pols) en scrol naar rechts.
6. Wijzig, indien nodig, de instelling om aan te geven om welke pols je het horloge draagt.
7. Scrol naar rechts om direct terug te gaan naar het activiteitenscherm.
Wanneer je Swim (Zwemmen) selecteert, maakt je horloge geen gebruik van de interne
GPS-ontvanger.
Ga als volgt te werk om andere gegevens in te stellen, zoals slagen:
1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Display (Scherm) en scrol naar rechts.
3. Selecteer Left (Links) of Right (Rechts) om op te geven of de meetwaarde links of rechts moet
worden weergegeven.
4. Selecteer in de lijst de meetwaarde die je wilt weergeven, zoals slagen of banen.
Instellingen voor loopbandactiviteiten
Je lengte wordt ingesteld wanneer je het horloge voor het eerst gebruikt. Controleer of je lengte
goed is ingesteld voordat je voor het eerst een loopbandactiviteit begint. Je kunt dat doen in je
TomTom MySports-account of op je horloge.
Terwijl je hardloopt op een loopband, registreert je horloge hoe vaak en ook hoe snel jij je arm
heen en weer zwaait. Dit komt overeen met het aantal passen dat je doet terwijl je hardloopt. Je
horloge gebruikt je lengte om de lengte van je passen te berekenen en om op basis daarvan te
berekenen welke afstand je hebt gelopen en wat je tempo was.
Je kunt als volgt je lengte controleren op het horloge:
1. Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Profile (Profiel) en scrol vervolgens naar rechts.
3. Selecteer Height (Lengte) en scrol vervolgens naar rechts.
4. Stel je lichaamslengte in.
Je horloge kalibreren voor loopbandactiviteiten
De afstandsmetingen die je horloge produceert voor loopbandactiviteiten, zijn minder nauwkeurig
dan die voor hardloopactiviteiten. Wanneer je buiten hardloopt, gebruikt je horloge GPS om de
afstand die je loopt, te meten.
18
Als je het horloge kalibreert, worden de afstandsmetingen voor loopbandactiviteiten nauwkeurig-
er.
Als je het horloge wilt kalibreren, ga je als volgt te werk:
1. Begin met je eerste loopbandactiviteit, maar stop je horloge en de loopband tijdelijk nadat je
een tijdje hebt hardgelopen, bijvoorbeeld na 1 mijl of 1 kilometer.
Als je het horloge tijdelijk wilt onderbreken, scrol je naar links tijdens de activiteit.
2. Scrol naar links op je horloge om het menu Settings (Instellingen) te openen.
3. Selecteer Calibrate (Kalibreren) en scrol naar rechts.
4. Wijzig de afstand op je horloge in de afstand die op de loopband wordt aangegeven,
bijvoorbeeld 1 mijl of 1 kilometer.
5. Scrol naar rechts om direct terug te gaan naar het activiteitenscherm.
Je horloge kalibreren aan het eind van een loopbandactiviteit
Je horloge vraagt telkens wanneer je een loopbandactiviteit beëindigt, of je de afstandsmeting die
je horloge heeft uitgevoerd, wilt kalibreren met de afstandsmeting die op de loopband wordt
weergegeven.
Selecteer Yes (Ja) om de afstanden te kalibreren. Als je de afstand kalibreert, worden je
activiteiten nauwkeuriger geregistreerd en zijn de meetwaarden voor je training nauwkeuriger.
Weergave van andere gegevens
Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit
raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven.
Als je slechts een meeteenheid wilt zien voor snelheid, gemiddelde snelheid, tempo of gemiddeld
tempo, scrol je naar beneden naar het instellingenmenu. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol
naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Avg. Speed (Gemiddelde snelheid), Pace (Tempo) of Avg.
Pace (Gemiddeld tempo).
Scrol omlaag naar het instellingenmenu om de weergave van snelheid, tempo of beide in te
stellen. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid) en scrol
naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide).
19
Trainingsprogramma's
Informatie over trainingsprogramma's
Voor elk type activiteit zijn de volgende trainingsprogramma's beschikbaar:
None (Geen)
Goals (Doelen)
Intervals (Intervallen)
Laps (Rondes)
Zones
Race
Ga naar het klokscherm en volg deze stappen om de lijst met trainingsprogramma's te bekijken:
1. Scrol naar rechts en selecteer de gewenste activiteit.
2. Scrol naar rechts.
3. Scrol omlaag en selecteer Training.
4. Scrol naar rechts en kies een trainingsprogramma.
Wanneer je een trainingsprogramma selecteert, onthoudt je horloge welk programma je gebruikt
en de opties die je hebt geselecteerd voor dat programma.
Tip: als je een programma onmiddellijk wilt starten nadat je dit hebt geselecteerd, scrol je naar
rechts om direct naar het activiteitenscherm te gaan.
None (Geen)
Selecteer deze optie om bezig te gaan met je activiteit zonder een trainingsprogramma te
gebruiken. In deze modus registreert je horloge je activiteit en worden de meetwaarden voor je
activiteit weergegeven.
Goals (Doelen)
Selecteer deze optie als je jezelf trainingsdoelen wilt stellen.
Je kunt jezelf drie typen doelen stellen:
Distance (Afstand) - selecteer deze optie als je een bepaalde afstand wilt afleggen tijdens je
activiteit.
Time (Tijd) - selecteer deze optie als je de activiteit binnen een bepaalde tijd wilt volbrengen.
Calories (Calorieën)- selecteer deze optie als je een bepaald aantal calorieën wilt verbranden
tijdens je activiteit. Als je wilt dat het aantal verbrande calorieën nauwkeuriger wordt bere-
kend, moet je jouw profiel instellen.
Je voortgang bekijken
Als je wilt weten wat je voortgang is bij je streven naar je doel, scrol je naar rechts vanuit het
voortgangsscherm voor activiteiten.
20
Op dit scherm wordt getoond welk percentage van je doel je al hebt bereikt en wat de resterende
afstand, de resterende tijd of het resterende aantal calorieën is.
Tip: bij het hardlopen kun je lopen tot je voortgang op 50% staat en vervolgens terugkeren.
Voortgangswaarschuwingen
Wanneer je traint om een doel te bereiken, waarschuwt je horloge je als je de volgende fasen hebt
bereikt:
50%
90%
100%
110%
Intervals (Intervallen)
Selecteer deze optie om intervaltraining te gebruiken.
Een intervaltraining bestaat uit korte perioden van intensieve inspanning gevolgd door een
rustperiode. Het voornaamste doel van intervaltraining is om je snelheid en je cardiovasculaire
conditie te verbeteren. Je kunt bijvoorbeeld gedurende een wandel- en hardlooptraining van 20
minuten 8 minuten stevig wandelen, gevolgd door 3 sets van afwisselend 1 minuut hardlopen en 2
minuten wandelen en tot slot 5 minuten wandelen voor de cooling-down.
Voor de warming-up, trainingssectie, rustsectie en cooling-down kun je een tijd of een afstand
instellen. Je kunt ook het aantal sets opgeven dat je in je intervaltrainingsprogramma wilt
opnemen.
Tip: als je naar rechts scrolt nadat je de details voor de warming-up hebt ingesteld, ben je op de
juiste plaats om de rest van die set van je intervaltraining in te stellen, zoals de trainingssectie,
de rustsectie, enzovoort.
21
Tijdens de intervaltraining wordt een waarschuwing weergegeven voor de volgende fase van de
training:
Je ziet de naam van je activiteit en de duur of afstand van dit onderdeel van de sessie.
Je wordt ook gewaarschuwd met piepjes en zoemgeluiden wanneer je moet overschakelen naar
de volgende fase in je intervaltraining.
Laps (Rondes)
Selecteer deze optie om je activiteit te vergelijken met ingestelde rondetijden of afstanden of om
handmatig je prestaties vast te leggen wanneer je een ronde voltooit.
Je kunt met je horloge je rondes op drie manieren meten:
Time (Tijd) - selecteer deze optie om een duur in te stellen voor een ronde. Nadat je bent
begonnen met je activiteit, waarschuwt je horloge je wanneer de tijd voor elke ronde is ver-
streken. Als je een rondetijd instelt van 1 minuut, waarschuwt je horloge je elke minuut en
wordt op het scherm het aantal voltooide rondes weergegeven.
Distance (Afstand) - selecteer deze optie om de lengte van een ronde in te stellen. Nadat je
bent begonnen met de activiteit, waarschuwt je horloge je telkens wanneer je de doelafstand
voor één ronde hebt bereikt. Als je een afstand voor de ronde instelt van 400 m, waarschuwt
je horloge je na elke 400 m die je aflegt, en wordt op het scherm het aantal voltooide rondes
weergegeven.
Manual (Handmatig) - selecteer deze optie om je eigen prestaties te registreren tijdens het
voltooien van een ronde. Je kunt aangeven dat je een ronde hebt voltooid, door de rechter-
kant van het scherm van je horloge aan te raken (op dezelfde plaats die je moet aanraken om
de achtergrondverlichting in te schakelen).
Je horloge toont het aantal rondes dat is voltooid, en waarschuwt je dat een ronde is voltooid.
Zones
Selecteer deze optie als je wilt trainen binnen een doelzone.
Je kunt, afhankelijk van je activiteit, de volgende trainingszones selecteren:
Pace (Tempo) - selecteer deze optie om je doeltijd per mijl of kilometer in te stellen. Je kunt
een doeltijd instellen en een marge boven en onder deze tijd opgeven waar je binnen wilt
blijven.
Speed (Snelheid) - selecteer deze optie om je doelsnelheid in te stellen en een marge op te
geven boven en onder deze snelheid waar je binnen wilt blijven.
22
Heart (Hart) - selecteer deze optie om je doelhartslag in te stellen met een aangepaste
hartslagzone of kies een vooringestelde hartslagzone. Je horloge kan je hartslag alleen meten
als het horloge is verbonden met een hartslagmeter.
Cadence (Cadans) - selecteer deze optie om je doelcadans voor je fietsactiviteit in te stellen.
Je horloge kan je cadans alleen meten als het horloge is verbonden met een cadanssensor. Je
kunt je doelcadans instellen en een marge opgeven boven en onder het doel waar je binnen
wilt blijven. Niet alle horloges kunnen worden verbonden met een cadanssensor.
Je voortgang in de gaten houden
Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts om een grafiek weer te geven die
laat zien in hoeverre je tijdens je training binnen de zone blijft die je hebt ingesteld. De grafiek
toont of, en in welke mate, je boven of onder je doelzone zit gedurende je activiteit.
Je ontvangt geregeld waarschuwingen die aangeven of je je binnen of buiten je zone bevindt:
Als je je buiten je zone bevindt, wordt er een waarschuwingssignaal gegeven en wordt op het
scherm aangegeven of je boven of onder je zone zit.
Als je je weer binnen je trainingszone bevindt, wordt er een waarschuwingssignaal gegeven
en zie je op het scherm een doelsymbool.
Hartslagzones
Opmerking: je horloge kan je hartslag alleen meten als het horloge is verbonden met een
hartslagmeter.
Het horloge gebruikt hartslagzones die zijn gebaseerd op je leeftijd. Met TomTom MySports kun je
deze hartslagzones aanpassen en vervolgens synchroniseren met je horloge.
Ga als volgt te werk om te trainen met een hartslagzone:
1. Scrol naar rechts vanuit het klokscherm en selecteer vervolgens je activiteit.
2. Scrol naar rechts.
3. Scrol omlaag en selecteer Training.
4. Scrol naar rechts en kies Zones.
5. Scrol naar rechts en kies Heart (Hart).
6. Scrol naar rechts en kies uit de volgende hartslagzones:
Sprint - selecteer deze zone bij intervaltraining.
Snelheid - selecteer deze zone voor training in hoog tempo om je snelheid en fitheid te
verbeteren.
23
Uithoudingsvermogen - selecteer deze zone voor training op gematigd tot hoog tempo
om je long- en hartcapaciteit te verbeteren.
Vetverbranding - selecteer deze zone voor training op gematigd tempo, uitstekend om af
te vallen.
Rustig - selecteer deze zone voor training op rustig tempo, meestal voor warming-up en
cooldown.
Custom (Aangepast) - selecteer deze optie om je eigen minimale en maximale hartslag in
te stellen.
Voortgang in een hartslagzone bijhouden
Opmerking: je horloge kan je hartslag alleen meten als het horloge is verbonden met een
hartslagmeter.
Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts door grafieken die laten zien in
hoeverre je tijdens je training binnen de zone blijft die je hebt ingesteld. De grafiek toont of, en in
welke mate, je boven of onder je doelzone zit gedurende je activiteit.
De zone die je gebruikt, is wit gemarkeerd. Scrol naar rechts om het overzicht van de hartslagzone
te bekijken.
De bovenstaande grafiek is een overzicht van een hartslagzone. De grafiek toont het percentage
van de tijd die in iedere zone wordt doorgebracht met de huidige zone in het wit.
24
Deze grafiek toont je hartslag van de laatste 2,5 minuut van je activiteit.
Tip: je kunt je voortgang in een hartslagzone zelfs bekijken als je een grafische trainingspartner
gebruikt zoals Race of Doel. Scrol tijdens een training vanaf een scherm met een primaire
meetwaarde naar rechts om een trainingsscherm met grafieken te bekijken. Scrol naar beneden
om de hartslagzoneschermen te bekijken zoals hierboven omschreven.
Race
Selecteer deze optie als je wilt racen tegen een van je tien meest recente activiteiten of tegen een
vooraf gedefinieerde activiteit van de MySports-website. De vooraf gedefinieerde activiteiten van
de MySports-website bestaan uit een afstand en een tijd.
Wanneer je het trainingsprogramma Race gebruikt, kun je zien of, en hoeveel, je voor- of achterligt
in de race terwijl je traint.
Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts om een weergave te zien van de
race. De afstand boven aan het scherm is de resterende afstand in de race en de afstand onderaan
laat zien hoe ver je voor- of achterligt.
Je horloge waarschuwt je, zodat je weet of je voor- of achterligt in je race.
De stopwatch gebruiken
Als je de stopwatch wilt gebruiken, ga je als volgt te werk:
1. Scrol vanuit het klokscherm naar rechts.
2. Selecteer Stopwatch en scrol naar rechts.
Op je horloge zie je nu een afbeelding van een stopwatch en het woord "GO (START)".
25
3. Scrol naar rechts om de stopwatch te starten.
De stopwatch start de tijdregistratie en toont de verstreken tijd.
4. Als je de stopwatch tijdelijk wilt onderbreken, scrol je naar links. Scrol naar rechts om weer
door te gaan met de tijdregistratie.
Tip: als je meer vorige rondes wilt weergeven, pauzeer je het horloge en scrol je omlaag en
omhoog.
5. Als je wilt aangeven dat je een ronde hebt voltooid, raak je de rechterkant van het horlogesch-
erm aan terwijl de stopwatch loopt, of scrol je naar rechts.
Het grote getal is de totaal verstreken tijd van al je rondes bij elkaar.
Je huidige rondetijd, bijvoorbeeld ronde 12 hieronder, wordt weergegeven onder de totaal
verstreken tijd. Je vorige rondes, ronde 11 en 10 hieronder, staan onder je huidige ronde.
Als je meer vorige ronden wilt weergeven, scrol je omlaag en omhoog.
6. Als je de stopwatch-activiteit wilt verlaten, scrol je tweemaal naar links.
Tip: de stopwatch loopt niet door op de achtergrond nadat je de stopwatch-activiteit hebt
verlaten. Er worden geen GPS- of activiteitsgegevens opgeslagen.
Tip: als je de stopwatch wilt resetten, verlaat je de stopwatch-activiteit en ga je vervolgens
weer terug naar de stopwatch.
Je activiteiten bijhouden
Telkens wanneer je traint, wordt je activiteit door je horloge vastgelegd in een logboek voor dat
type activiteit. Als je het overzicht of de geschiedenis van je training op je horloge wilt bekijken
voor elk type activiteit, ga je als volgt te werk:
1. Scrol vanuit het startscherm voor activiteiten omhoog om de History (Geschiedenis) voor
dat type activiteit te openen.
2. Selecteer in de lijst de activiteit waarnaar je wilt kijken. In de lijst worden de datum en
tijd weergegeven waarop je de activiteit hebt gestart.
3. Scrol naar rechts.
Er wordt enige basisinformatie over de activiteit weergegeven. Welke informatie beschikbaar
is, hangt af van de activiteit.
26
Je activiteiten overbrengen naar TomTom MySports
Sluit je horloge aan op je computer om de gegevens van je activiteiten over te brengen naar
TomTom MySports of een andere sportwebsite met TomTom MySports Connect. Je kunt ook
gegevens van de activiteit in verschillende bestandsindelingen naar je computer overbrengen.
27
Informatie over Settings (Instellingen)
Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen. Deze instellingen
bepalen het algemene gedrag van je horloge. Er zijn ook specifieke instellingen voor elke activiteit.
Voor je horloge zijn de volgende instellingen beschikbaar:
Clock (Klok)
Sensors (Sensoren)
Phone (Telefoon)
Airplane mode (Vliegtuigmodus)
Options (Opties)
Profile (Profiel)
Standards (Standaarden)
Deze instellingen zijn beschikbaar voor activiteiten:
Instellingen voor hardloopactiviteiten
Instellingen voor fietsactiviteiten
Instellingen voor zwemactiviteiten
Instellingen voor loopbandactiviteiten
Klok
Scrol vanuit het klokscherm omlaag on het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer
vervolgens Clock (Klok) en scrol naar rechts om het menu Clock (Klok) weer te geven.
Alarm
Selecteer Alarm om het alarm in of uit te schakelen en om de tijd voor het alarm in te stellen.
Wanneer het alarm afgaat, kun je opgeven of je het alarm wilt stoppen of uitstellen (snooze). Als je
het alarm uitstelt, gaat het na 9 minuten weer af.
Time (Tijd)
Selecteer Time (Tijd) om de tijd op je horloge in te stellen. De tijd kan worden ingesteld in de 12-
of 24-uursnotatie, afhankelijk van de instelling voor 24HR (24U).
Date (Datum)
Selecteer Date (Datum) om de datum op je horloge in te stellen.
24HR (24U)
Selecteer 24HR (24U) om te schakelen tussen de 12-uursnotatie en de 24-uursnotatie voor het
weergeven en instellen van de tijd. Scrol naar rechts om te schakelen tussen ON (AAN) en OFF
(UIT) voor deze instelling.
Instellingen
28
Sensors (Sensoren)
Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer
vervolgens Sensors (Sensoren) en scrol naar rechts om het menu Sensors (Sensoren) te openen.
Je kunt twee typen sensoren in- en uitschakelen:
Heart (Hart) - de ingebouwde of externe hartslagmeter.
Bike (Fiets) - de cadans- en snelheidssensor.
Tip: om de batterij in je horloge 20% langer te laten meegaan, moet je de sensoren die je niet
gebruikt uitschakelen. Je horloge blijft zoeken naar sensoren, zelfs als je geen sensor gebruikt.
Je kunt controleren of een hartslagmeter of -sensor werken zonder een activiteit te starten.
Raadpleeg Een hartslagsensor testen.
Een hartslagsensor testen
Je kunt controleren of een hartslagmeter of -sensor werken zonder een activiteit te starten. Doe
het volgende:
1. Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen.
2. Selecteer Sensors (Sensoren) en scrol naar rechts om het menu Sensors (Sensoren) te
openen.
3. Selecteer Heart (Hart) en scrol naar rechts.
Je ziet ON (Aan), OFF (Uit) of EXTERNAL (Extern). Als de instelling is ingesteld op ON (Aan) of
EXTERNAL (Extern), wordt bpm weergegeven, wat betekent dat je hartslag wordt gemeten in
slagen per minuut.
Vervolgens wordt direct je hartslag weergegeven of streepjes die aangegeven dat je horloge
zoekt naar de hartslagsensor.
Tip: als de hartslag wordt gedetecteerd, blijft de meter nog 30 seconden actief voor het geval
je direct een activiteit wilt starten.
Phone (Telefoon)
Voor informatie over het koppelen van je horloge met je telefoon of mobiele apparaat ga je naar
TomTom MySports-app.
Volg deze stappen om je horloge te koppelen met een telefoon of mobiel apparaat:
1. Zorg ervoor dat je telefoon of mobiele apparaat in de buurt is.
2. Schakel Bluetooth in op je telefoon.
3. Druk in het klokscherm van je horloge op de pijl naar beneden om het scherm Settings
(Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Phone (Telefoon) en druk op de pijl naar rechts.
4. Druk op de pijl naar rechts om te koppelen.
29
5. Start de MySports Connect-app op je telefoon en tik om te verbinden.
6. Tik op de naam van je horloge wanneer deze verschijnt.
7. Voer de pincode op je horloge in op je telefoon en tik op Pair (Koppel).
Je horloge is nu gekoppeld met je telefoon of mobiele apparaat.
Als de koppeling is voltooid, verschijnt het bericht "Connected" (Verbonden) op je horloge.
Als de mobiele app op je telefoon of mobiele apparaat actief is of op de achtergrond is geo-
pend, probeert het horloge automatisch verbinding te maken als er een nieuwe activiteit klaar
is om te uploaden of als de QuickGPSfix-gegevens verouderd zijn.
Als je de MySports-app op je telefoon opent en deze vervolgens probeert verbinding te maken
met je horloge, moet je het horloge mogelijk uit de slaapstand halen door naar een ander
scherm te gaan. Druk in het klokscherm op de pijl omlaag, naar links of rechts.
Je activiteiten synchroniseren
Met deze instelling kun je je activiteiten automatisch uploaden naar je TomTom
MySports-account.
Druk in het klokscherm van je horloge op de pijl naar beneden om het scherm Settings
(Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Phone (Telefoon) en druk op de pijl naar rechts.
Selecteer Sync (Synchroniseer). Als automatisch uploaden is uitgeschakeld, scrol je omhoog of
omlaag om automatisch uploaden in te schakelen.
30
Airplane mode (Vliegtuigmodus)
Scrol in het klokscherm van je horloge omlaag om het scherm Settings (Instellingen) te openen,
selecteer vervolgens Airplane mode (Vliegtuigmodus) en scrol naar rechts.
Scrol omhoog of omlaag om de vliegtuigmodus of vluchtmodus in te schakelen.
Als de vliegtuigmodus of vluchtmodus is ingeschakeld, wordt er een vliegtuigpictogram
weergegeven op het klokscherm en wordt alle connectiviteit via Bluetooth low energy (ook wel
BLE of Bluetooth® Smart) uitgeschakeld.
Scrol opnieuw omhoog of omlaag om de vliegtuigmodus uit te schakelen.
Options (Opties)
Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer
vervolgens Options (Opties) en scrol naar rechts om het menu Options (Opties) te openen.
Units (Eenheden)
Selecteer Units (Eenheden) om de eenheden voor afstand en gewicht in te stellen die op je
horloge moeten worden gebruikt. Je kunt elke gewenste combinatie van mijlen of kilometers en
ponden of kilogrammen selecteren.
Click (Klik)
Selecteer Click (Klik) om op te geven wat je horloge moet doen als jij door de menu's scrolt. Je
horloge kan het volgende doen:
Een klikgeluid maken.
Kort trillen of zoemen.
Je kunt beide opties in- of uitschakelen of slechts één van de opties inschakelen.
Demo
Selecteer Demo om de demomodus in of uit te schakelen. In de demomodus gedraagt je horloge
zich alsof deze een GPS-bepaling heeft en alsof je aan het trainen bent, zelfs als dat niet het geval
is. Activiteiten die in de demomodus worden voltooid, worden niet aan je activiteitengeschiedenis
toegevoegd.
31
Night (Nacht)
Selecteer Night (Nacht) om de nachtmodus in of uit te schakelen. Als de nachtmodus is
ingeschakeld, gaat de achtergrondverlichting branden en blijft deze ook branden tijdens een
activiteit. Wanneer je de activiteit stopt, gaat de verlichting weer uit.
Let op: de batterij raakt veel sneller leeg dan normaal als je de nachtmodus gebruikt tijdens je
training.
Lock
Selecteer Lock om de vergrendelingsfunctie voor activiteiten in of uit te schakelen. De vergren-
delingsfunctie voorkomt dat je huidige activiteit tijdelijk wordt onderbroken of wordt gestopt als je
per ongeluk naar links scrolt.
Profile (Profiel)
Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer
vervolgens Profile (Profiel) en scrol naar rechts om het menu Profile (Profiel) te openen.
Selecteer de volgende opties om je gegevens in te stellen:
Weight (Gewicht)
Height (Lengte)
Age (Leeftijd)
Gender (Geslacht)
De informatie uit je profiel wordt voor de volgende doeleinden gebruikt:
Om na te gaan hoeveel calorieën je verbrandt tijdens een activiteit.
Om de doelhartslag voor jezelf in te stellen in de verschillende hartslagtrainingszones. De
zones worden uitgerekend door je TomTom MySports-account.
Om de lengte van je passen te berekenen als je traint op een loopband.
Language (Taal)
Selecteer Language (Taal) om de taal in te stellen die moet worden gebruikt voor de menu's en
berichten op je horloge.
Standards (Standaarden)
Als je de certificeringsinformatie voor je horloge wilt zien, ga je naar beneden op het klokscherm
om het instellingenmenu te openen.
Selecteer Standards (Standaarden) en ga naar rechts om door de certificeringsinformatie te
bladeren.
32
Informatie over sensoren
Sensoren zijn externe apparaten die je kunt koppelen aan je horloge om informatie te krijgen over
je activiteit. Er kunnen twee typen sensoren worden gebruikt in combinatie met je horloge:
Externe hartslagmeter - dit apparaat meet je hartslag terwijl je traint. De externe
TomTom-hartslagmeter wordt bij sommige producten meegeleverd en is voor andere
producten verkrijgbaar als accessoire.
Cadans-/snelheidssensor - dit apparaat meet je cadans en snelheid terwijl je fietst. De
TomTom-cadanssensor wordt bij sommige producten meegeleverd en is voor andere
producten verkrijgbaar als accessoire. De TomTom Runner biedt geen ondersteuning voor de
cadanssensor.
Cadence (Cadans)
De cadanssensor meet de snelheid waarmee je fietst in het aantal omwentelingen per minuut
(rpm). In een lage versnelling kun je een zeer hoge cadans, maar een lagere snelheid hebben. In
een hoge versnelling kun je een lage cadans, maar een hogere snelheid hebben. Wielrenners
trainen om de juiste balans tussen cadans en snelheid te vinden om op die manier zo efficiënt
mogelijk te fietsen.
Externe hartslagmeter
Je gebruikt de externe TomTom-hartslagmeter als volgt met je horloge:
1. Bevestig de hartslagmeter aan de band.
2. Plaats de band om je borstkas, zodat de hartslagmeter zich net boven het borstbeen bevindt.
Sensoren toevoegen
33
Zorg dat je de hartslagmeter niet ondersteboven plaatst; het woord 'TomTom' moet rechtop
staan voor iemand die tegenover je staat.
Tip: maak de sensoren aan de binnenkant van de band vochtig voordat je de band om je
borstkas plaatst. De meter kan je hartslag dan makkelijker waarnemen.
3. Druk in het klokscherm van het horloge op de pijl omlaag.
4. Selecteer Sensors (Sensoren) en druk op de pijl naar rechts.
5. Selecteer Heart (Hart) en scrol naar rechts om de hartslagmeter in te schakelen.
6. Wanneer je een activiteit start, maakt je horloge verbinding met de hartslagmeter en verschijnt
er een hartpictogram onder aan het scherm.
Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de meter, knippert het hart.
Als het horloge meerdere hartslagmeters detecteert wanneer het voor het eerst verbinding
probeert te maken, weet het niet met welke meter er verbinding moet worden gemaakt. Ga
dan naar een plek waar zich geen andere hartslagmeters binnen het bereik van het horloge
bevinden.
Wanneer je verbinding met je hartslagmeter hebt gemaakt, zal het horloge altijd verbinding
maken met jouw meter.
Tijdens het trainen kun je ervoor kiezen je hartslag weer te geven.
Je kunt ook een trainingsprogramma gebruiken om te trainen binnen een doelhartslagzone.
Je kunt de externe hartslagmeter ook in combinatie met andere Bluetooth® Smart
Ready-apparaten en -apps gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met
het product of de app is meegeleverd.
Gebruik een muntje om de achterkant van de hartslagmeter te openen als je de CR2032-batterij
van de monitor wilt vervangen. De batterij moet worden ingeleverd om te worden gerecycled of te
worden vernietigd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.
34
Cadans- of snelheidssensor
De TomTom-cadans-/snelheidssensor bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Spaakmagneet
2. Magneet voor crankstel
3. Sensor voor liggende achtervork
4. Kabelbinders
Je gebruikt de TomTom-cadans-/snelheidssensor als volgt met je horloge:
1. Bevestig de sensor voor de achtervork aan een van de liggende achtervorken van de fiets met
behulp van drie van de meegeleverde tiewraps. Gebruik twee tiewraps voor het hoofdgedeelte
van de sensor en een tiewrap voor het kleinere deel van de sensor. Maak de tiewraps nog niet
volledig vast. Mogelijk moet je de positie van de sensoren nog aanpassen.
Belangrijk: het kleinere deel van de sensor moet in de richting van het crankstel wijzen en
niet boven op de achtervork worden bevestigd. Op sommige fietsen moet je het
hoofdgedeelte van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen. Je moet deze aanpassing doen
nadat je de spaakmagneet hebt bevestigd.
35
2. Bevestig de spaakmagneet aan een spaak van je fietswiel. Richt de magneet naar de liggende
achtervork waarop de sensor voor de achtervork is bevestigd.
3. Pas de positie van de spaakmagneet en de achtervorksensor zo aan dat de spaakmagneet
voorbij de punt van het hoofdgedeelte van de achtervorksensor komt.
Belangrijk: de afstand tussen de achtervorksensor en spaakmagneet mag niet groter zijn dan
2 mm wanneer de magneet de sensor passeert. Op sommige fietsen moet je het
hoofdgedeelte van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen.
4. Bevestig de crankstelmagneet aan een van de crankstellen van de fiets. Richt de magneet naar
de liggende achtervork waarop de sensor voor de achtervork is bevestigd.
36
Tip: zorg ervoor dat de verschillende onderdelen van de cadans-/snelheidssensor correct zijn
uitgelijnd op je fiets. De spaakmagneet moet het hoofdgedeelte van de achtervorksensor
passeren en de crankstelmagneet moet de punt van het kleinere deel van de achtervorksen-
sor passeren.
Als de sensoren zich in de juiste positie bevinden, trek je de tiewraps aan zodat de sensoren
stevig op hun plek worden gehouden.
5. Stel de wielmaat in op je horloge, zodat je nauwkeuriger meetwaarden van de sensor krijgt. De
wielmaat is de omtrek van de band in millimeters (mm).
6. Verplaats de fiets of het crankstel zodanig dat ten minste één van de magneten de sensor
passeert. Hierdoor wordt de sensor geactiveerd.
7. Scrol omlaag in het klokscherm.
8. Selecteer Sensors (Sensoren) en druk op de pijl naar rechts.
9. Selecteer Bike (Fiets) en druk op de pijl naar rechts om de sensor in te schakelen.
10. Als je een sessie start, maakt je horloge verbinding met de sensor en verschijnt er een
tandwielpictogram onder aan het scherm.
Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de cadans-/snelheidssensor, knippert
het tandwiel.
Als het horloge meerdere sensoren detecteert wanneer het voor het eerst verbinding probeert
te maken, weet het niet met welke sensor er verbinding moet worden gemaakt. Ga dan naar
een plek waar zich geen andere sensoren binnen het bereik van het horloge bevinden.
Wanneer je eenmaal verbinding met je sensor hebt gemaakt, zal het horloge altijd verbinding
maken met jouw sensor.
Wanneer het tandwielpictogram niet meer knippert, is het horloge gereed voor het meten van
je snelheid en cadans. Om te zorgen dat het GPS-volgsysteem correct werkt, moet je wachten
tot ook het GPS-pictogram niet meer knippert voordat je een fietsactiviteit start.
Tijdens je training kun je je huidige cadans weergeven of de weergave wijzigen om je cadans te
zien.
Je kunt ook een trainingsprogramma gebruiken om te trainen binnen een doelcadanszone.
Je kunt de cadanssensor ook in combinatie met andere Bluetooth® Smart Ready-apparaten en
-apps gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met het product of de app
is meegeleverd.
37
Gebruik een muntje om de achterkant van de sensor te openen als je de CR2032-batterij van de
sensor wilt vervangen. De batterij moet worden ingeleverd om te worden gerecycled of te worden
vernietigd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.
38
Je TomTom MySports-account is een centrale opslaglocatie voor al je trainings- en sport-
gegevens.
Als je een account wilt aanmaken, klik je op de knop TomTom MySports Connect of ga je
rechtstreeks naar de website: mysports.tomtom.com
Het onderstaande diagram laat zien dat je je activiteiten kunt uploaden naar je MySports-account
via TomTom MySports Connect of de TomTom MySports-app.
Belangrijk: voordat je de MySports-app op je smartphone gebruikt, moet je het horloge koppelen
aan je MySports-account via een computer. Dit hoef je maar één keer te doen.
Als je activiteiten uploadt naar je TomTom MySports-account, kun je je vorige activiteiten
bewaren, weergeven en analyseren. Je kunt de routes bekijken die je hebt genomen en alle
meetwaarden bekijken die horen bij je activiteiten.
Via TomTom MySports Connect op je computer kun je ook je activiteiten uploaden naar je account
op andere sportwebsites.
TomTom MySports-account
39
Let op: als je een exportbestandsindeling gebruikt, zoals CSV, FIT of TCX, gebruik dan niet de
TomTom MySports mobiele app om je activiteiten te uploaden naar andere sportwebsites.
Automatische uploads, bijvoorbeeld met RunKeeper, werken echter wel.
40
TomTom MySports Connect doet het volgende:
Je helpen bij het instellen van je horloge.
De software op je horloge bijwerken wanneer er een nieuwe versie beschikbaar is.
De informatie over je activiteiten overbrengen naar je TomTom MySports-account of naar elke
gewenste sportwebsite. TomTom MySports Connect kan ook informatie over activiteiten
overbrengen naar je computer in een aantal verschillende bestandsindelingen.
Alle instellingen die je selecteert op TomTom MySports, overbrengen naar je horloge.
De QuickGPSfix-gegevens op je horloge bijwerken.
TomTom MySports Connect installeren
Je kunt TomTom MySports Connect gratis downloaden op deze pagina:
tomtom.com/getstarted/sports
Als dit programma eenmaal is geïnstalleerd, sluit je het horloge aan op je computer met de
bureauhouder.
TomTom MySports Connect
41
De TomTom MySports mobiele app doet het volgende:
Uploadt automatisch je activiteitsgegevens naar je TomTom MySports-account wanneer je
horloge zich binnen het bereik van je telefoon bevindt.
Let op: je kunt de MySports-app niet gebruiken om activiteitsgegevens te uploaden naar
andere sportwebsites.
Alle instellingen die je selecteert op TomTom MySports, overbrengen naar je horloge.
De QuickGPSfix-gegevens op je horloge bijwerken.
Biedt een alternatief voor TomTom MySports Connect voor het uploaden van activi-
teitsgegevens naar je MySports-account en het bijwerken van QuickGPSfix.
Ondersteunde telefoons en mobiele apparaten
De TomTom MySports-app wordt ondersteund door de volgende telefoons en mobiele
apparaten:
iPhone 4S of later
iPod touch 5e generatie
iPad3 of later
Alle iPad mini-modellen.
Voordat je de TomTom MySports-app gebruikt
Belangrijk: voordat je de MySports-app op je smartphone gebruikt, moet je het horloge koppelen
aan je MySports-account via een computer. Dit hoef je maar één keer te doen.
Je kunt de TomTom MySports-app gratis downloaden uit de bekende app stores of via
tomtom.com/app.
TomTom MySports mobiele app
42
Waarschuwing
Raadpleeg altijd een dokter voordat je begint met een trainingsprogramma. Raadpleeg voordat je
dit product gebruikt altijd een dokter als je een pacemaker of ander geïmplanteerd elektronisch
apparaat hebt.
Het gebruik van dit product tijdens het trainen leidt mogelijk af van je omgeving of je activiteit.
Hoe TomTom je gegevens gebruikt
Informatie over het gebruik van persoonlijke gegevens vind je op tomtom.com/privacy.
Informatie over batterij en milieu
Dit product gebruikt een lithiumpolymeerbatterij die niet voor de gebruiker toegankelijk is of door
de gebruiker kan worden vervangen. Maak de behuizing niet open en probeer de batterij niet te
verwijderen. Bestandsdelen van het product en/of de batterij kunnen schadelijk zijn voor het milieu
of de gezondheid als deze op onjuiste wijze worden weggegooid. De batterij in het product moet
worden gerecycled of op gepaste wijze worden verwijderd volgens de plaatselijke wet- en
regelgeving en mag niet als ongesorteerd huishoudelijk afval worden afgevoerd.
AEEA-richtlijn
Met het vuilnisbaksymbool op het product of de bijbehorende verpakking wordt aangegeven dat
dit product niet mag worden verwerkt als huishoudelijk afval. Conform de EU-richtlijn 2002/96/EC
voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), mag dit elektrische product niet
worden afgevoerd als ongesorteerd gemeentelijk afval. Voor een correcte afvalverwerking moet
dit product worden teruggebracht naar het verkooppunt of naar het lokale gemeentelijke
inzamelpunt voor recycling. Op deze manier lever je een positieve bijdrage aan het milieu.
Operationele temperaturen van batterij
Operationele temperaturen: -20°C tot 60°C. Niet blootstellen aan temperaturen buiten deze
waarden.
Addendum
43
R&TTE-richtlijn
TomTom verklaart hierbij dat de producten en accessoires van TomTom voldoen aan alle
essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van de EU-richtlijn 1999/5/EG. De con-
formiteitsverklaring vind je hier: tomtom.com/legal.
FCC-informatie voor de gebruiker
HET APPARAAT VOLDOET AAN DEEL 15 VAN DE FCC-VOORSCHRIFTEN
Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur geeft radiofrequente straling af en kan bij onjuist gebruik (oftewel, indien wordt
afgeweken van de instructies in deze handleiding) storing veroorzaken in de ontvangst van radio-
en televisiesignalen.
Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de volgende twee voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventuele ontvangen
storing accepteren. Dit geldt ook voor storing die kan leiden tot een ongewenste werking.
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de limieten van een digitaal
apparaat uit klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn opgesteld
om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in een woonomgeving. Deze
apparatuur genereert en maakt gebruik van radiofrequente straling en kan deze afgeven. Indien
deze apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan deze schadelijke
storing van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties
geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisieontvangst
veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen, kan de
gebruiker proberen deze storing op één of meer van de volgende manieren op te heffen:
De ontvangstantenne verplaatsen of anders richten.
De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een ander stopcontact in een ander circuit dan dat waarop de
ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg voor hulp je dealer of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften, kunnen het recht van de
gebruiker om deze apparatuur te bedienen ongeldig maken.
FCC ID: S4L8RS00, S4L8RA0
IC ID: 5767A-8RS00, 5767A-8RA0
FCC-verklaring betreffende stralingsblootstelling radiofrequentie
De zenders in dit apparaat mogen niet tegelijkertijd met een andere antenne of zender worden
opgesteld of gebruikt.
44
Verantwoordelijke partij in Noord-Amerika
TomTom, Inc., 24 New England Executive Park, Burlington, MA 01803
Tel: 866 486-6866 optie 1 (1-866-4-TomTom)
Stralingsinformatie voor Canada
Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de volgende twee voorwaarden:
Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken.
Dit apparaat moet eventuele ontvangen storing accepteren. Dit geldt ook voor storing die
kan leiden tot een ongewenste werking van het apparaat.
De werking is onderhevig aan de voorwaarde dat dit apparaat geen schadelijke storing veroor-
zaakt.
Dit digitale apparaat uit klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003. CAN
ICES-3(B)/NMB-3(B).
BELANGRIJKE OPMERKING
IC-verklaring betreffende stralingsblootstelling:
Dit apparaat voldoet aan richtlijnen IC RSS voor blootstelling aan radiofrequente straling in
een ongecontroleerde omgeving.
Dit apparaat en de bijbehorende antenne(s) mogen niet tegelijkertijd met een andere
antenne of zender worden opgesteld of gebruikt.
C-tick
N14644
Dit product is voorzien van een C-tick-aanduiding om aan te geven dat het voldoet aan de
relevante voorschriften voor Australië.
Kennisgeving voor Nieuw-Zeeland
Dit product is voorzien van leverancierscode Z1230 om aan te geven dat het voldoet aan de
relevante voorschriften voor Nieuw-Zeeland.
Contact met de klantenservice
Australië: 1300 135 604
Nieuw-Zeeland: 0800 450 973
Modelnamen
8RS00, 8RA0
45
© 2014 TomTom. Alle rechten voorbehouden. TomTom en het "twee-handenlogo" zijn geregis-
treerde handelsmerken van TomTom N.V. of een van haar dochterondernemingen. Ga naar
tomtom.com/legal voor beperkte garantie en licentieovereenkomsten voor eindgebruikers die van
toepassing zijn op dit product.
Linotype, Frutiger en Univers zijn handelsmerken van Linotype GmbH, gedeponeerd bij het U.S.
Patent and Trademark Office en mogelijk gedeponeerd in bepaalde andere rechtsgebieden.
MHei is een handelsmerk van The Monotype Corporation en is mogelijk gedeponeerd in bepaalde
rechtsgebieden.
AES-code
De software die in dit product is opgenomen, bevat AES-code die valt onder het copyright (c)
1998-2008, Brian Gladman, Worcester, Verenigd Koninkrijk. Alle rechten voorbehouden.
Licentievoorwaarden:
Herdistributie en gebruik van deze software (met of zonder wijzigingen) is toegestaan zonder
betaling van vergoedingen of royalty's mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij herdistributie van de broncode moet deze broncode de bovengenoemde copyrightinformatie
bevatten, evenals deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer.
Bij binaire distributie moet de meegeleverde documentatie de bovengenoemde copyrightin-
formatie bevatten, evenals deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer.
De naam van de copyrighthouder mag niet worden gebruikt om producten die zijn gemaakt met
deze software, te onderschrijven zonder specifieke schriftelijke toestemming.
Calorieberekeningen
Calorieberekeningen in deze producten zijn gebaseerd op MET-waarden afkomstig van:
Ainsworth BE, Haskell WL, Herrmann SD, Meckes N, Bassett Jr DR, Tudor-Locke C, Greer JL,
Vezina J, Whitt-Glover MC, Leon AS. 2011 Compendium of Physical Activities: a second update of
codes and MET values. Medicine and Science in Sports and Exercise, 2011;43(8):1575-1581.
Kennisgevingen over copyright

Documenttranscriptie

Inhoud Welkom 4 Aan de slag 5 Je horloge 6 Informatie over je horloge .................................................................................................................6 Je horloge dragen ..............................................................................................................................7 Je horloge schoonmaken ..................................................................................................................7 De hartslagmeter ................................................................................................................................7 De bureauhouder gebruiken ..............................................................................................................8 De fietshouder gebruiken...................................................................................................................8 De status van je horloge ..................................................................................................................10 Activiteiten 12 Informatie over activiteiten ..............................................................................................................12 Een activiteit starten .........................................................................................................................12 Een activiteit pauzeren en stoppen .................................................................................................13 Kiezen welke gegevens worden weergegeven...............................................................................14 Instellingen voor hardloopactiviteiten .............................................................................................15 Instellingen voor fietsactiviteiten .....................................................................................................16 Instellingen voor zwemactiviteiten ..................................................................................................16 Instellingen voor loopbandactiviteiten ............................................................................................17 Trainingsprogramma's .....................................................................................................................19 Informatie over trainingsprogramma's .......................................................................................19 None (Geen) ................................................................................................................................19 Goals (Doelen) .............................................................................................................................19 Intervals (Intervallen) ...................................................................................................................20 Laps (Rondes) ..............................................................................................................................21 Zones ...........................................................................................................................................21 Race .............................................................................................................................................24 De stopwatch gebruiken ..................................................................................................................24 Je activiteiten bijhouden ..................................................................................................................25 Instellingen 27 Informatie over Settings (Instellingen) ............................................................................................27 Klok ...................................................................................................................................................27 Sensors (Sensoren) ..........................................................................................................................28 Een hartslagsensor testen...........................................................................................................28 Phone (Telefoon) ..............................................................................................................................28 Airplane mode (Vliegtuigmodus).....................................................................................................30 Options (Opties) ...............................................................................................................................30 Profile (Profiel) ..................................................................................................................................31 Standards (Standaarden) .................................................................................................................31 2 Welkom In deze gebruikershandleiding lees je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom GPS-sporthorloge. Hier zijn een paar goede startpunten:  Aan de slag  Informatie over je horloge  Een activiteit starten  Trainingsprogramma's  Instellingen 4 Aan de slag Het is slim om voordat je begint met een training, eerst je horloge op te laden, eventuele software-updates te downloaden en QuickGPSfix te downloaden. Let op: QuickGPSfix helpt je horloge om een GPS-bepaling te krijgen en je locatie snel te vinden. 1. Download TomTom MySports Connect van tomtom.com/getstarted/sports en installeer het programma op je computer. TomTom MySports Connect is gratis beschikbaar. 2. Plaats je horloge in de bureauhouder en sluit deze houder aan op je computer. Volg de instructies van TomTom MySports Connect. Als je horloge is opgeladen, kun je beginnen met je eerste activiteit. Tip: je horloge is volledig opgeladen als het batterijpictogram niet meer beweegt en een volle batterij laat zien. Je moet het horloge geregeld op de computer aansluiten om het op te laden, activiteiten te uploaden en software-updates en QuickGPSfix-gegevens te downloaden. Gebruiksduur van de batterij Wanneer de batterij volledig is opgeladen, kun je het horloge tot 10 uur lang gebruiken voor activiteiten waarvoor GPS-ontvangst nodig is, zoals hardlopen en fietsen. De batterij raakt sneller leeg als je de achtergrondverlichting van je horloge regelmatig of constant gebruikt of als je het horloge aansluit op sensoren, zoals de hartslagmeter of de cadanssensor. Hier zijn een paar tips om je horloge langer te kunnen gebruiken na een oplaadbeurt:  Schakel de nachtmodus uit en raak het scherm aan om de achtergrondverlichting alleen in te schakelen wanneer je die nodig hebt.  Schakel de sensoren uit die je niet gebruikt. Je horloge blijft zoeken naar sensoren, zelfs als je geen sensor gebruikt. 5 Je horloge Informatie over je horloge Als je aan de slag gaat met je horloge, begin je met het klokscherm. Op dit scherm worden de datum en tijd weergegeven. Het getal dat het uur aangeeft, wordt iets zwakker weergegeven en de minuten iets helderder, zodat je de precieze tijd duidelijker kunt zien. Gebruik de knop van je horloge om op het scherm omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te scrollen of om naar andere schermen te scrollen. 1. Links - hiermee open je het statusscherm. 2. Omlaag - hiermee open je het instellingenmenu. 3. Rechts - hiermee open je het activiteitenmenu. 4. Omhoog - vanuit het klokscherm kun je hiermee geen ander scherm openen. 5. GPS-ontvanger. Terwijl je aan het trainen bent, moet de GPS-ontvanger omhoog wijzen. 6. Raak dit gedeelte van het scherm aan om de achtergrondverlichting in te schakelen. Op het klokscherm worden de datum en de tijd weergegeven. De tijd kan in de 12- of de 24-uursnotatie worden weergegeven. Als je de notatie van de tijd wilt wijzigen, scrol je omlaag om het instellingenmenu te openen en selecteer je vervolgens Clock (Klok). Je horloge gebruiken Scrol omhoog of omlaag om items in een menu te selecteren. Navigeer naar rechts om een item te selecteren en het menu voor dat item te openen. Scrol naar links om een menu te verlaten. Zorg ervoor dat een item in het menu is gemarkeerd voordat je het menu verlaat om het item te selecteren. De optie die je hebt geselecteerd, wordt opgeslagen op je horloge. Als een optie in een menu aan- en uitgaat, scrol je naar rechts om de instelling te wijzigen. 6 Je horloge dragen Ingebouwde hartslagmeter De ingebouwde hartslagmeter in de TomTom Runner Cardio en de TomTom Multi-Sport Cardio gebruikt de lichtreflectie door de huid om je hartslag waar te nemen. De manier waarop het horloge wordt gedragen is belangrijk, omdat het van invloed kan zijn op de prestaties van de hartslagmeter:  Draag het horloge op de normale manier, dus met de bovenkant naar boven, de onderkant tegen je huid en onder je polsgewricht.  Doe het bandje stevig om je pols zonder dat het knelt.  Je krijgt de meest betrouwbare resultaten van de hartslagmeter nadat je goed bent opgewarmd. Je horloge schoonmaken Bij regelmatig gebruik wordt het aanbevolen om je horloge eenmaal per week schoon te maken.  Maak het horloge indien nodig schoon met een vochtige doek. Gebruik een milde zeep om olie en vuil te verwijderen.  Voorkom dat je horloge in contact komt met zware chemicaliën zoals benzine, schoonmaakmiddelen, aceton, alcohol of insectenwerende middelen. Chemicaliën kunnen de sluiting, behuizing en oppervlak van het horloge beschadigen.  Spoel je horloge na het zwemmen af met kraanwater en droog het af met een droge doek. Als je horloge een ingebouwde hartslagmeter heeft, ga je als volgt te werk:  Maak indien nodig het gebied rond de sensor en verbindingspads schoon met milde zeep en water.  Voorkom dat er krassen op en rond de sensor ontstaan. Bescherm het tegen schade. De hartslagmeter Als je horloge een geïntegreerde hartslagmeter heeft, kun je leren hiermee effectiever te trainen. 7 Je kunt ervoor kiezen om de ingebouwde hartslagmeter te gebruiken, een externe hartslagmeter op het stuur van je fiets te plaatsen of helemaal geen hartslagmeter te gebruiken. Hoe de hartslagmeter werkt Je hartslag wordt gemeten door de wijzigingen in je bloedstroom te meten met behulp van licht. Dit wordt gedaan aan de bovenkant van je pols door licht door de huid op de haarvaten net onder de huid te schijnen, waardoor veranderende lichtreflecties worden gedetecteerd. Het huidtype, percentage lichaamsvet of de lichaamsbeharing hebben geen invloed op de prestaties van de hartslagmeter. De manier van dragen rond de pols en het overslaan van de warming-up zijn echter wel van invloed op resultaten van de hartslagmeter. De hartslagmeter gebruiken Hieronder vind je enkele tips om optimaal gebruik te maken van je hartslagmeter:  Draag het horloge op de normale manier, dus met de bovenkant naar boven, de onderkant tegen je huid en onder je polsgewricht.  Doe het bandje stevig om je pols zonder dat het knelt.  Je krijgt de meest betrouwbare resultaten van de hartslagmeter nadat je goed bent opgewarmd. Opmerking: de meter kan je hartslag niet meten tijdens het zwemmen. De bureauhouder gebruiken Je kunt de bureauhouder gebruiken wanneer je horloge zich in de polsband bevindt, maar je kunt je horloge ook eerst uit de polsband halen. Als je het horloge uit de polsband wilt halen, houd je het horloge in één hand en til je de band omhoog om deze van je horloge te halen. De polsband komt met een klikje los van de voorkant van het horloge. Als je het horloge in de bureauhouder wilt plaatsen, schuif je het horloge in de houder, waarbij je de ronding van de achterkant van het horloge volgt. Als je het horloge uit de bureauhouder wilt halen, duw je onder het scherm van het horloge. Schuif zo het horloge uit de houder, waarbij je de ronding van de achterkant van het horloge volgt. Trek het horloge niet omhoog uit de bureauhouder omdat de houder daardoor beschadigd kan raken. De fietshouder gebruiken Let op: de fietshouder wordt bij sommige producten standaard meegeleverd en is voor andere producten verkrijgbaar als accessoire. 8 De fietshouder bestaat uit een houder voor je horloge en een stuurband om de houder aan je fietsstuur te bevestigen. Als je de fietshouder wilt gebruiken, ga je als volgt te werk: 1. Bevestig de stuurband achter op de houder. Tip: de band heeft twee gaatjes zodat deze op verschillende soorten sturen past. Selecteer het gaatje dat het meest geschikt is voor je stuur. 2. Plaats de band op je stuur en wikkel deze rond de buis. 3. Zet de stuurband vast met de clip onder op de houder. De band moet nu stevig vastzitten rond het stuur. 9 4. Haal het horloge uit de polsband en plaats dat in de houder. Zorg ervoor dat het horloge goed op zijn plaats vastklikt. 5. Vouw de stuurband over de bovenkant van het horloge en zet de band op de bovenkant van de houder vast met de clip. De status van je horloge Druk in het klokscherm op de pijl naar links om het statusscherm weer te geven. Op het statusscherm wordt de volgende informatie weergegeven:  Battery (Batterij) - de batterijstroom die nog aanwezig is in je horloge. Als je de batterij wilt opladen, moet je het horloge in de bureauhouder plaatsen en de houder aansluiten op je computer.  Storage (Geheugen) - de hoeveelheid vrije ruimte die beschikbaar is op je horloge. Als er niet meer voldoende ruimte beschikbaar is, sluit je het horloge aan op de computer. TomTom MySports Connect brengt de gegevens van je trainingen of activiteiten over naar je computer. Je kunt opgeven dat de activiteiten automatisch moeten worden geüpload naar je account op de TomTom MySports-website of een andere website die je hebt gekozen. 10 Tip: de geschiedenis, oftewel het overzicht van je training, blijft op je horloge staan.  QuickGPS - de status van de QuickGPSfix-gegevens op je horloge. QuickGPSfix helpt je horloge om je precieze locatie snel te bepalen, zodat je met je activiteit kunt beginnen. Als je de QuickGPSfix-gegevens op je horloge wilt bijwerken, sluit je het horloge aan op de computer. TomTom MySports Connect werkt QuickGPSfix automatisch bij op je horloge. QuickGPSfix-gegevens blijven geldig tot drie dagen nadat ze zijn gedownload. Voor het weergeven van de status van de QuickGPSfix-gegevens worden de volgende symbolen gebruikt: QuickGPSfix op je horloge geeft actuele informatie weer. of QuickGPSfix op je horloge geeft geen actuele informatie weer. Als de QuickGPSfix-gegevens op je horloge verouderd zijn, werkt het horloge nog steeds normaal. Het kan echter wat langer duren voor je een GPS-bepaling krijgt als je wilt beginnen met een activiteit. Als je dit pictogram ziet, gebruik je een sterk verouderde versie van de software. Werk je horloge zo snel mogelijk bij.  Version (Versie) - het versienummer van de software en het serienummer van je horloge. Je hebt deze informatie mogelijk nodig als je contact opneemt met de klantenservice. Telkens wanneer je het horloge op de computer aansluit, controleert TomTom MySports Connect of er een software-update beschikbaar is voor je horloge. 11 Activiteiten Informatie over activiteiten Vanuit het activiteitenmenu kun je een van de activiteiten starten die beschikbaar zijn op je horloge:  Run (Lopen)  Cycle (Fietsen)  Swim (Zwemmen)  Treadmill (Loopband)  Stopwatch Let op: niet alle activiteiten zijn beschikbaar op alle horloges. Wanneer je Run (Lopen) of Cycle (Fietsen) selecteert, gebruikt je horloge de interne GPS-ontvanger om je snelheid te meten en de route vast te leggen die je hebt genomen. Als je horloge een hartslagmeter heeft en de hartslagmeter ingesteld is op ON (AAN), wordt je hartslag tijdens je activiteit weergegeven. Dus ook tijdens hardlopen, fietsen en lopen op de loopband. Wanneer je Swim (Zwemmen) of Treadmill (Loopband) selecteert, gebruikt je horloge de interne bewegingssensor om je passen op de loopband of je slagen in het zwembad te meten. Je horloge gebruikt deze informatie voor het schatten van je snelheid en de afstand die je hebt afgelegd. Wanneer je Stopwatch selecteert, kun je het horloge gebruiken voor het weergeven van de verstreken tijd, het bijhouden van rondes en het weergeven van je huidige en vorige rondetijd. Een activiteit starten Als je een activiteit wilt starten, ga je als volgt te werk: 1. Scrol vanuit het klokscherm naar rechts. 2. Selecteer een van de activiteiten en scrol vervolgens naar rechts.  Run (Lopen)  Cycle (Fietsen)  Swim (Zwemmen)  Treadmill (Loopband)  Stopwatch Let op: niet alle activiteiten zijn beschikbaar op alle horloges. 12 3. Voor de activiteiten Run (Lopen) en Cycle (Fietsen) wordt het bericht Please wait (Even geduld) weergegeven en knippert het GPS-pictogram in de linkerbenedenhoek van het scherm tot je horloge een GPS-bepaling heeft gekregen. Wanneer je horloge klaar is om een activiteit te starten, wordt het bericht GO (START) weergegeven en stopt het GPS-pictogram met knipperen. Als je voor de activiteit Cycle (Fietsen) een cadanssensor gebruikt, wordt het bericht GO (START) weergegeven zodra je horloge met de sensor is verbonden. De cadanssensor geeft vervolgens informatie over de snelheid en afstand voor je activiteit. Mogelijk heeft je horloge op dat moment geen GPS-bepaling. Als je de route wilt bijhouden tijdens je activiteit, moet je wachten tot het GPS-pictogram stopt met knipperen voor je de activiteit start. Let op: het zoeken naar je GPS-positie kan even duren, vooral als het de eerste keer is dat je het horloge gebruikt of als de QuickGPSfix-gegevens niet actueel zijn. Voor een goede GPS-ontvangst moet je buiten zijn en een ongehinderd uitzicht hebben op de lucht. Grote objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren. Als je horloge een hartslagmeter heeft, zie je mogelijk een bericht 'Warm up' (Warming-up) bij het begin van een activiteit terwijl je horloge de GPS-positie vaststelt. De meter werkt namelijk het meest nauwkeurig als je een warming-up hebt gedaan en de bloedcirculatie in je armen op gang is gekomen. Scrol vanuit dit scherm in een van de volgende richtingen om een optie te kiezen:  Rechts - hiermee start je de activiteit zodra je horloge een GPS-bepaling heeft.  Omlaag - hiermee selecteer je een trainingsprogramma of stel je de informatie in die je wilt weergeven tijdens het trainen.  Omhoog - hiermee geef je je vorige activiteiten weer.  Links - hiermee ga je terug naar de lijst met activiteiten. Scrol naar rechts om je activiteit te starten. 4. Als je een hartslagmeter hebt en een activiteit onderneemt, toont je horloge informatie zoals afstand, tijd, tempo en hartslag. Scrol omhoog of omlaag om de informatie die je ziet te wijzigen. 5. Je kunt de activiteit onderbreken als je even een pauze neemt of de activiteit helemaal stoppen. Voor elk type activiteit kun je verschillende trainingsprogramma's selecteren en opgeven dat je andere informatie wilt weergeven tijdens het trainen. Een activiteit pauzeren en stoppen Scrol naar links tijdens een activiteit om de klok te stoppen en je activiteit tijdelijk te onderbreken. Let op: als de vergrendeling van het activiteitenscherm is ingeschakeld, zie je een timerscherm wanneer je naar links scrolt. Houd in dat geval de knop ingedrukt tot het timerscherm is verdwenen. Je activiteit wordt vervolgens tijdelijk onderbroken of gestopt. Je kunt de vergrendeling (Lock) in- en uitschakelen via Options (Opties) in het instellingenscherm. Als je een activiteit weer wilt starten, scrol je naar rechts. Om te stoppen scrol je naar links om de activiteit te onderbreken en vervolgens scrol je nog een keer naar links om te onderbreken. 13 Kiezen welke gegevens worden weergegeven Voor aanvang van een activiteit kun je een trainingsprogramma kiezen en bepalen welke informatie je wilt zien tijdens je training. Tijdens je training zijn er telkens drie meetwaarden beschikbaar:  Eén primaire meetwaarde wordt in grotere cijfers weergegeven in het hoofdgedeelte van het scherm.  Twee secundaire meetwaarden worden in kleinere cijfers boven aan het scherm weergegeven. De primaire meetwaarde wijzigen Tijdens je training kun je de meetwaarde die in grote cijfers wordt weergegeven, wijzigen door omhoog of omlaag te scrollen. De tekst onder de primaire meetwaarde geeft aan welke informatie op dat moment wordt weergegeven. De secundaire meetwaarden instellen Je kunt als volgt bepalen welke informatie in kleine cijfers moet worden weergegeven: 1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. 3. Selecteer Display (Scherm) en scrol naar rechts. 4. Selecteer Left (Links) of Right (Rechts) om op te geven of de meetwaarde links of rechts moet worden weergegeven. 5. Selecteer in de lijst de meetwaarde die je wilt weergeven. Welke meetwaarden er beschikbaar zijn, hangt af van je huidige activiteit. Hier volgen enkele voorbeelden van beschikbare meetwaarden:  Pace (Tempo) - je huidige tempo.  Average pace (Gemiddeld tempo) - je gemiddelde tempo tijdens de huidige activiteit.  Lap time (Rondetijd) - hoeveel tijd je nodig had voor de huidige ronde.  Lap distance (Rondeafstand) - de afstand die je hebt afgelegd in de huidige ronde.  Ascent (Stijging) - hoeveel je in totaal hebt geklommen tijdens het fietsen. Deze meetwaarde is alleen beschikbaar als je horloge een ingebouwde barometersensor bevat. Tip: scrol vanuit het klokscherm naar links. Als het serienummer van je horloge start met 'HD' of 'HF', heeft je horloge een barometrische sensor.  Gradient (Helling) - de helling van het terrein waarop je fietst. Deze meetwaarde is alleen beschikbaar als je horloge een ingebouwde barometersensor bevat.  Heart rate (Hartslag) - je hartslag. Deze meetwaarde is alleen beschikbaar als je horloge is verbonden met een hartslagmeter.  Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide) - voor andere activiteiten dan zwemmen kun je ervoor kiezen om je snelheid, tempo of beide weer te geven. 14  SWOLF - deze meetwaarde wordt alleen weergegeven voor zwemactiviteiten. De SWOLF-score wordt berekend door de tijd in seconden en het aantal slagen dat je nodig had om één keer de lengte van het zwembad te zwemmen, bij elkaar op te tellen. De SWOLF-score geeft je zwemefficiency aan. Hoe lager de score, hoe beter. Het woord 'SWOLF' is een combinatie van de woorden 'swim' en 'golf'. Pictogrammen op het scherm De volgende pictogrammen kunnen worden weergegeven langs de onderkant van het scherm terwijl je traint: Dit symbool laat zien hoe goed de GPS-ontvangst is. Terwijl je horloge zoekt naar satellieten, knippert het plaatje van de satelliet. Het hartje geeft aan dat je horloge is verbonden met een hartslagmeter. Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de hartslagmeter, knippert het hart. Het tandwiel geeft aan dat je horloge is verbonden met een cadanssensor. Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de cadanssensor, knippert het tandwiel. Dit symbool geeft de status van de batterij aan. Instellingen voor hardloopactiviteiten Voor aanvang van een activiteit kun je een trainingsprogramma kiezen en bepalen welke informatie je wilt zien tijdens je training. Er zijn verschillende gegevens die kunnen worden weergegeven tijdens het hardlopen, zoals calorieën, hartslag, hartslagzone en afstand. Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven. Als je slechts een meeteenheid wilt zien voor snelheid, gemiddelde snelheid, tempo of gemiddeld tempo, scrol je naar beneden naar het instellingenmenu. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Avg. Speed (Gemiddelde snelheid), Pace (Tempo) of Avg. Pace (Gemiddeld tempo). 15 Scrol omlaag naar het instellingenmenu om de weergave van snelheid, tempo of beide in te stellen. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide). Instellingen voor fietsactiviteiten Let op: Cycle (Fietsen) is beschikbaar op de TomTom Multi-Sport. Je kunt tijdens het fietsen je hartslag, snelheid en locatie vastleggen met de geïntegreerde sensoren. Als je je prestaties onderweg al wilt bekijken, kun je voor de veiligheid het GPS-sporthorloge het beste in de meegeleverde fietshouder plaatsen zodat je beide handen aan het stuur kunt houden. Als je je hartslag wilt bekijken tijdens het fietsen, raden we je aan om een optionele externe hartslagsensor aan te sluiten zodat je je hartslag veilig kunt bekijken. De wielmaat instellen voor gebruik met een cadanssensor Als je een cadanssensor gebruikt, moet je de Wheel size (Wielmaat) opgeven, zodat je nauwkeuriger meetwaarden van de sensor krijgt. De wielmaat is de omtrek van de achterband in millimeters (mm). Je stelt de wielmaat als volgt in: 1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Wheel size (Wielmaat) en druk op de pijl naar rechts. 3. Stel de maat van je achterwiel in. Je kunt nagaan wat de omtrek van je achterwiel is door het wiel zelf op te meten met een meetlint of door de waarde uit te rekenen met behulp van een online rekenmachine. Je kunt bijvoorbeeld op de website www.bikecalc.com/wheel_size_math de omtrek achterhalen aan de hand van de diameter van het wiel en de dikte van de band. Stel dat je fiets velgen heeft van 700 c en banden met een dikte van 25 mm, dan is de omtrek 2111 mm. Dit is de waarde die je moet opgeven. Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven. Instellingen voor zwemactiviteiten Opmerking: TomTom Runner Cardio en TomTom Multi-Sport Cardio zijn waterbestendig. Je kunt met deze horloges zwemmen. De ingebouwde hartslagmeter werkt echter niet onder water. Voordat je een zwemactiviteit start, moet je de volgende twee instellingen controleren:  De instelling voor Pool size (Zwembad) die moet overeenkomen met de grootte van het zwembad waarin je zwemt. De instelling is de lengte van het zwembad in meters of yards.  De instelling voor Wrist (Pols) die moet aangeven om welke pols je het horloge draagt. 16 Terwijl je zwemt, registreert je horloge je slagen en het aantal keerpunten dat je hebt gemaakt in het zwembad. Voor het berekenen van de afstand die je hebt gezwommen, en je snelheid gebruikt je horloge de lengte van het zwembad en het aantal keerpunten dat je hebt gemaakt. Als de lengte van het zwembad niet goed is ingesteld, kunnen de meetwaarden voor je zwemactiviteit niet goed worden berekend. Je horloge moet weten om welke pols je het horloge draagt om je slagen te kunnen registreren. Als je de instellingen voor Pool size (Lengte zwembad) en Wrist (Pols) wilt wijzigen, ga je als volgt te werk: 1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Pool size (Zwembad) en scrol naar rechts. 3. Stel de juiste lengte in voor het zwembad. 4. Scrol naar links om terug te gaan naar het instellingenmenu. 5. Selecteer Wrist (Pols) en scrol naar rechts. 6. Wijzig, indien nodig, de instelling om aan te geven om welke pols je het horloge draagt. 7. Scrol naar rechts om direct terug te gaan naar het activiteitenscherm. Wanneer je Swim (Zwemmen) selecteert, maakt je horloge geen gebruik van de interne GPS-ontvanger. Ga als volgt te werk om andere gegevens in te stellen, zoals slagen: 1. Scrol op het startscherm voor activiteiten omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Display (Scherm) en scrol naar rechts. 3. Selecteer Left (Links) of Right (Rechts) om op te geven of de meetwaarde links of rechts moet worden weergegeven. 4. Selecteer in de lijst de meetwaarde die je wilt weergeven, zoals slagen of banen. Instellingen voor loopbandactiviteiten Je lengte wordt ingesteld wanneer je het horloge voor het eerst gebruikt. Controleer of je lengte goed is ingesteld voordat je voor het eerst een loopbandactiviteit begint. Je kunt dat doen in je TomTom MySports-account of op je horloge. Terwijl je hardloopt op een loopband, registreert je horloge hoe vaak en ook hoe snel jij je arm heen en weer zwaait. Dit komt overeen met het aantal passen dat je doet terwijl je hardloopt. Je horloge gebruikt je lengte om de lengte van je passen te berekenen en om op basis daarvan te berekenen welke afstand je hebt gelopen en wat je tempo was. Je kunt als volgt je lengte controleren op het horloge: 1. Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Profile (Profiel) en scrol vervolgens naar rechts. 3. Selecteer Height (Lengte) en scrol vervolgens naar rechts. 4. Stel je lichaamslengte in. Je horloge kalibreren voor loopbandactiviteiten De afstandsmetingen die je horloge produceert voor loopbandactiviteiten, zijn minder nauwkeurig dan die voor hardloopactiviteiten. Wanneer je buiten hardloopt, gebruikt je horloge GPS om de afstand die je loopt, te meten. 17 Als je het horloge kalibreert, worden de afstandsmetingen voor loopbandactiviteiten nauwkeuriger. Als je het horloge wilt kalibreren, ga je als volgt te werk: 1. Begin met je eerste loopbandactiviteit, maar stop je horloge en de loopband tijdelijk nadat je een tijdje hebt hardgelopen, bijvoorbeeld na 1 mijl of 1 kilometer. Als je het horloge tijdelijk wilt onderbreken, scrol je naar links tijdens de activiteit. 2. Scrol naar links op je horloge om het menu Settings (Instellingen) te openen. 3. Selecteer Calibrate (Kalibreren) en scrol naar rechts. 4. Wijzig de afstand op je horloge in de afstand die op de loopband wordt aangegeven, bijvoorbeeld 1 mijl of 1 kilometer. 5. Scrol naar rechts om direct terug te gaan naar het activiteitenscherm. Je horloge kalibreren aan het eind van een loopbandactiviteit Je horloge vraagt telkens wanneer je een loopbandactiviteit beëindigt, of je de afstandsmeting die je horloge heeft uitgevoerd, wilt kalibreren met de afstandsmeting die op de loopband wordt weergegeven. Selecteer Yes (Ja) om de afstanden te kalibreren. Als je de afstand kalibreert, worden je activiteiten nauwkeuriger geregistreerd en zijn de meetwaarden voor je training nauwkeuriger. Weergave van andere gegevens Opmerking: voor hulp bij het kiezen van de gegevens die je wilt zien tijdens een activiteit raadpleeg je Kiezen welke gegevens worden weergegeven. Als je slechts een meeteenheid wilt zien voor snelheid, gemiddelde snelheid, tempo of gemiddeld tempo, scrol je naar beneden naar het instellingenmenu. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Avg. Speed (Gemiddelde snelheid), Pace (Tempo) of Avg. Pace (Gemiddeld tempo). Scrol omlaag naar het instellingenmenu om de weergave van snelheid, tempo of beide in te stellen. Selecteer Metrics (Gegevens) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid) en scrol naar rechts. Selecteer Speed (Snelheid), Pace (Tempo) of Both (Beide). 18 Trainingsprogramma's Informatie over trainingsprogramma's Voor elk type activiteit zijn de volgende trainingsprogramma's beschikbaar:  None (Geen)  Goals (Doelen)  Intervals (Intervallen)  Laps (Rondes)  Zones  Race Ga naar het klokscherm en volg deze stappen om de lijst met trainingsprogramma's te bekijken: 1. Scrol naar rechts en selecteer de gewenste activiteit. 2. Scrol naar rechts. 3. Scrol omlaag en selecteer Training. 4. Scrol naar rechts en kies een trainingsprogramma. Wanneer je een trainingsprogramma selecteert, onthoudt je horloge welk programma je gebruikt en de opties die je hebt geselecteerd voor dat programma. Tip: als je een programma onmiddellijk wilt starten nadat je dit hebt geselecteerd, scrol je naar rechts om direct naar het activiteitenscherm te gaan. None (Geen) Selecteer deze optie om bezig te gaan met je activiteit zonder een trainingsprogramma te gebruiken. In deze modus registreert je horloge je activiteit en worden de meetwaarden voor je activiteit weergegeven. Goals (Doelen) Selecteer deze optie als je jezelf trainingsdoelen wilt stellen. Je kunt jezelf drie typen doelen stellen:  Distance (Afstand) - selecteer deze optie als je een bepaalde afstand wilt afleggen tijdens je activiteit.  Time (Tijd) - selecteer deze optie als je de activiteit binnen een bepaalde tijd wilt volbrengen.  Calories (Calorieën)- selecteer deze optie als je een bepaald aantal calorieën wilt verbranden tijdens je activiteit. Als je wilt dat het aantal verbrande calorieën nauwkeuriger wordt berekend, moet je jouw profiel instellen. Je voortgang bekijken Als je wilt weten wat je voortgang is bij je streven naar je doel, scrol je naar rechts vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten. 19 Op dit scherm wordt getoond welk percentage van je doel je al hebt bereikt en wat de resterende afstand, de resterende tijd of het resterende aantal calorieën is. Tip: bij het hardlopen kun je lopen tot je voortgang op 50% staat en vervolgens terugkeren. Voortgangswaarschuwingen Wanneer je traint om een doel te bereiken, waarschuwt je horloge je als je de volgende fasen hebt bereikt:  50%  90%  100%  110% Intervals (Intervallen) Selecteer deze optie om intervaltraining te gebruiken. Een intervaltraining bestaat uit korte perioden van intensieve inspanning gevolgd door een rustperiode. Het voornaamste doel van intervaltraining is om je snelheid en je cardiovasculaire conditie te verbeteren. Je kunt bijvoorbeeld gedurende een wandel- en hardlooptraining van 20 minuten 8 minuten stevig wandelen, gevolgd door 3 sets van afwisselend 1 minuut hardlopen en 2 minuten wandelen en tot slot 5 minuten wandelen voor de cooling-down. Voor de warming-up, trainingssectie, rustsectie en cooling-down kun je een tijd of een afstand instellen. Je kunt ook het aantal sets opgeven dat je in je intervaltrainingsprogramma wilt opnemen. Tip: als je naar rechts scrolt nadat je de details voor de warming-up hebt ingesteld, ben je op de juiste plaats om de rest van die set van je intervaltraining in te stellen, zoals de trainingssectie, de rustsectie, enzovoort. 20 Tijdens de intervaltraining wordt een waarschuwing weergegeven voor de volgende fase van de training: Je ziet de naam van je activiteit en de duur of afstand van dit onderdeel van de sessie. Je wordt ook gewaarschuwd met piepjes en zoemgeluiden wanneer je moet overschakelen naar de volgende fase in je intervaltraining. Laps (Rondes) Selecteer deze optie om je activiteit te vergelijken met ingestelde rondetijden of afstanden of om handmatig je prestaties vast te leggen wanneer je een ronde voltooit. Je kunt met je horloge je rondes op drie manieren meten:  Time (Tijd) - selecteer deze optie om een duur in te stellen voor een ronde. Nadat je bent begonnen met je activiteit, waarschuwt je horloge je wanneer de tijd voor elke ronde is verstreken. Als je een rondetijd instelt van 1 minuut, waarschuwt je horloge je elke minuut en wordt op het scherm het aantal voltooide rondes weergegeven.  Distance (Afstand) - selecteer deze optie om de lengte van een ronde in te stellen. Nadat je bent begonnen met de activiteit, waarschuwt je horloge je telkens wanneer je de doelafstand voor één ronde hebt bereikt. Als je een afstand voor de ronde instelt van 400 m, waarschuwt je horloge je na elke 400 m die je aflegt, en wordt op het scherm het aantal voltooide rondes weergegeven.  Manual (Handmatig) - selecteer deze optie om je eigen prestaties te registreren tijdens het voltooien van een ronde. Je kunt aangeven dat je een ronde hebt voltooid, door de rechterkant van het scherm van je horloge aan te raken (op dezelfde plaats die je moet aanraken om de achtergrondverlichting in te schakelen). Je horloge toont het aantal rondes dat is voltooid, en waarschuwt je dat een ronde is voltooid. Zones Selecteer deze optie als je wilt trainen binnen een doelzone. Je kunt, afhankelijk van je activiteit, de volgende trainingszones selecteren:  Pace (Tempo) - selecteer deze optie om je doeltijd per mijl of kilometer in te stellen. Je kunt een doeltijd instellen en een marge boven en onder deze tijd opgeven waar je binnen wilt blijven.  Speed (Snelheid) - selecteer deze optie om je doelsnelheid in te stellen en een marge op te geven boven en onder deze snelheid waar je binnen wilt blijven. 21  Heart (Hart) - selecteer deze optie om je doelhartslag in te stellen met een aangepaste hartslagzone of kies een vooringestelde hartslagzone. Je horloge kan je hartslag alleen meten als het horloge is verbonden met een hartslagmeter.  Cadence (Cadans) - selecteer deze optie om je doelcadans voor je fietsactiviteit in te stellen. Je horloge kan je cadans alleen meten als het horloge is verbonden met een cadanssensor. Je kunt je doelcadans instellen en een marge opgeven boven en onder het doel waar je binnen wilt blijven. Niet alle horloges kunnen worden verbonden met een cadanssensor. Je voortgang in de gaten houden Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts om een grafiek weer te geven die laat zien in hoeverre je tijdens je training binnen de zone blijft die je hebt ingesteld. De grafiek toont of, en in welke mate, je boven of onder je doelzone zit gedurende je activiteit. Je ontvangt geregeld waarschuwingen die aangeven of je je binnen of buiten je zone bevindt:  Als je je buiten je zone bevindt, wordt er een waarschuwingssignaal gegeven en wordt op het scherm aangegeven of je boven of onder je zone zit.  Als je je weer binnen je trainingszone bevindt, wordt er een waarschuwingssignaal gegeven en zie je op het scherm een doelsymbool. Hartslagzones Opmerking: je horloge kan je hartslag alleen meten als het horloge is verbonden met een hartslagmeter. Het horloge gebruikt hartslagzones die zijn gebaseerd op je leeftijd. Met TomTom MySports kun je deze hartslagzones aanpassen en vervolgens synchroniseren met je horloge. Ga als volgt te werk om te trainen met een hartslagzone: 1. Scrol naar rechts vanuit het klokscherm en selecteer vervolgens je activiteit. 2. Scrol naar rechts. 3. Scrol omlaag en selecteer Training. 4. Scrol naar rechts en kies Zones. 5. Scrol naar rechts en kies Heart (Hart). 6. Scrol naar rechts en kies uit de volgende hartslagzones:  Sprint - selecteer deze zone bij intervaltraining.  Snelheid - selecteer deze zone voor training in hoog tempo om je snelheid en fitheid te verbeteren. 22  Uithoudingsvermogen - selecteer deze zone voor training op gematigd tot hoog tempo om je long- en hartcapaciteit te verbeteren.  Vetverbranding - selecteer deze zone voor training op gematigd tempo, uitstekend om af te vallen.  Rustig - selecteer deze zone voor training op rustig tempo, meestal voor warming-up en cooldown.  Custom (Aangepast) - selecteer deze optie om je eigen minimale en maximale hartslag in te stellen. Voortgang in een hartslagzone bijhouden Opmerking: je horloge kan je hartslag alleen meten als het horloge is verbonden met een hartslagmeter. Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts door grafieken die laten zien in hoeverre je tijdens je training binnen de zone blijft die je hebt ingesteld. De grafiek toont of, en in welke mate, je boven of onder je doelzone zit gedurende je activiteit. De zone die je gebruikt, is wit gemarkeerd. Scrol naar rechts om het overzicht van de hartslagzone te bekijken. De bovenstaande grafiek is een overzicht van een hartslagzone. De grafiek toont het percentage van de tijd die in iedere zone wordt doorgebracht met de huidige zone in het wit. 23 Deze grafiek toont je hartslag van de laatste 2,5 minuut van je activiteit. Tip: je kunt je voortgang in een hartslagzone zelfs bekijken als je een grafische trainingspartner gebruikt zoals Race of Doel. Scrol tijdens een training vanaf een scherm met een primaire meetwaarde naar rechts om een trainingsscherm met grafieken te bekijken. Scrol naar beneden om de hartslagzoneschermen te bekijken zoals hierboven omschreven. Race Selecteer deze optie als je wilt racen tegen een van je tien meest recente activiteiten of tegen een vooraf gedefinieerde activiteit van de MySports-website. De vooraf gedefinieerde activiteiten van de MySports-website bestaan uit een afstand en een tijd. Wanneer je het trainingsprogramma Race gebruikt, kun je zien of, en hoeveel, je voor- of achterligt in de race terwijl je traint. Scrol vanuit het voortgangsscherm voor activiteiten naar rechts om een weergave te zien van de race. De afstand boven aan het scherm is de resterende afstand in de race en de afstand onderaan laat zien hoe ver je voor- of achterligt. Je horloge waarschuwt je, zodat je weet of je voor- of achterligt in je race. De stopwatch gebruiken Als je de stopwatch wilt gebruiken, ga je als volgt te werk: 1. Scrol vanuit het klokscherm naar rechts. 2. Selecteer Stopwatch en scrol naar rechts. Op je horloge zie je nu een afbeelding van een stopwatch en het woord "GO (START)". 24 3. Scrol naar rechts om de stopwatch te starten. De stopwatch start de tijdregistratie en toont de verstreken tijd. 4. Als je de stopwatch tijdelijk wilt onderbreken, scrol je naar links. Scrol naar rechts om weer door te gaan met de tijdregistratie. Tip: als je meer vorige rondes wilt weergeven, pauzeer je het horloge en scrol je omlaag en omhoog. 5. Als je wilt aangeven dat je een ronde hebt voltooid, raak je de rechterkant van het horlogescherm aan terwijl de stopwatch loopt, of scrol je naar rechts. Het grote getal is de totaal verstreken tijd van al je rondes bij elkaar. Je huidige rondetijd, bijvoorbeeld ronde 12 hieronder, wordt weergegeven onder de totaal verstreken tijd. Je vorige rondes, ronde 11 en 10 hieronder, staan onder je huidige ronde. Als je meer vorige ronden wilt weergeven, scrol je omlaag en omhoog. 6. Als je de stopwatch-activiteit wilt verlaten, scrol je tweemaal naar links. Tip: de stopwatch loopt niet door op de achtergrond nadat je de stopwatch-activiteit hebt verlaten. Er worden geen GPS- of activiteitsgegevens opgeslagen. Tip: als je de stopwatch wilt resetten, verlaat je de stopwatch-activiteit en ga je vervolgens weer terug naar de stopwatch. Je activiteiten bijhouden Telkens wanneer je traint, wordt je activiteit door je horloge vastgelegd in een logboek voor dat type activiteit. Als je het overzicht of de geschiedenis van je training op je horloge wilt bekijken voor elk type activiteit, ga je als volgt te werk: 1. Scrol vanuit het startscherm voor activiteiten dat type activiteit te openen. omhoog om de History (Geschiedenis) voor 2. Selecteer in de lijst de activiteit waarnaar je wilt kijken. In de lijst worden de datum en tijd weergegeven waarop je de activiteit hebt gestart. 3. Scrol naar rechts. Er wordt enige basisinformatie over de activiteit weergegeven. Welke informatie beschikbaar is, hangt af van de activiteit. 25 Je activiteiten overbrengen naar TomTom MySports Sluit je horloge aan op je computer om de gegevens van je activiteiten over te brengen naar TomTom MySports of een andere sportwebsite met TomTom MySports Connect. Je kunt ook gegevens van de activiteit in verschillende bestandsindelingen naar je computer overbrengen. 26 Instellingen Informatie over Settings (Instellingen) Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen. Deze instellingen bepalen het algemene gedrag van je horloge. Er zijn ook specifieke instellingen voor elke activiteit. Voor je horloge zijn de volgende instellingen beschikbaar:  Clock (Klok)  Sensors (Sensoren)  Phone (Telefoon)  Airplane mode (Vliegtuigmodus)  Options (Opties)  Profile (Profiel)  Standards (Standaarden) Deze instellingen zijn beschikbaar voor activiteiten:  Instellingen voor hardloopactiviteiten  Instellingen voor fietsactiviteiten  Instellingen voor zwemactiviteiten  Instellingen voor loopbandactiviteiten Klok Scrol vanuit het klokscherm omlaag on het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Clock (Klok) en scrol naar rechts om het menu Clock (Klok) weer te geven. Alarm Selecteer Alarm om het alarm in of uit te schakelen en om de tijd voor het alarm in te stellen. Wanneer het alarm afgaat, kun je opgeven of je het alarm wilt stoppen of uitstellen (snooze). Als je het alarm uitstelt, gaat het na 9 minuten weer af. Time (Tijd) Selecteer Time (Tijd) om de tijd op je horloge in te stellen. De tijd kan worden ingesteld in de 12of 24-uursnotatie, afhankelijk van de instelling voor 24HR (24U). Date (Datum) Selecteer Date (Datum) om de datum op je horloge in te stellen. 24HR (24U) Selecteer 24HR (24U) om te schakelen tussen de 12-uursnotatie en de 24-uursnotatie voor het weergeven en instellen van de tijd. Scrol naar rechts om te schakelen tussen ON (AAN) en OFF (UIT) voor deze instelling. 27 Sensors (Sensoren) Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Sensors (Sensoren) en scrol naar rechts om het menu Sensors (Sensoren) te openen. Je kunt twee typen sensoren in- en uitschakelen:  Heart (Hart) - de ingebouwde of externe hartslagmeter.  Bike (Fiets) - de cadans- en snelheidssensor. Tip: om de batterij in je horloge 20% langer te laten meegaan, moet je de sensoren die je niet gebruikt uitschakelen. Je horloge blijft zoeken naar sensoren, zelfs als je geen sensor gebruikt. Je kunt controleren of een hartslagmeter of -sensor werken zonder een activiteit te starten. Raadpleeg Een hartslagsensor testen. Een hartslagsensor testen Je kunt controleren of een hartslagmeter of -sensor werken zonder een activiteit te starten. Doe het volgende: 1. Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het instellingenmenu te openen. 2. Selecteer Sensors (Sensoren) en scrol naar rechts om het menu Sensors (Sensoren) te openen. 3. Selecteer Heart (Hart) en scrol naar rechts. Je ziet ON (Aan), OFF (Uit) of EXTERNAL (Extern). Als de instelling is ingesteld op ON (Aan) of EXTERNAL (Extern), wordt bpm weergegeven, wat betekent dat je hartslag wordt gemeten in slagen per minuut. Vervolgens wordt direct je hartslag weergegeven of streepjes die aangegeven dat je horloge zoekt naar de hartslagsensor. Tip: als de hartslag wordt gedetecteerd, blijft de meter nog 30 seconden actief voor het geval je direct een activiteit wilt starten. Phone (Telefoon) Voor informatie over het koppelen van je horloge met je telefoon of mobiele apparaat ga je naar TomTom MySports-app. Volg deze stappen om je horloge te koppelen met een telefoon of mobiel apparaat: 1. Zorg ervoor dat je telefoon of mobiele apparaat in de buurt is. 2. Schakel Bluetooth in op je telefoon. 3. Druk in het klokscherm van je horloge op de pijl naar beneden om het scherm Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Phone (Telefoon) en druk op de pijl naar rechts. 4. Druk op de pijl naar rechts om te koppelen. 28 5. Start de MySports Connect-app op je telefoon en tik om te verbinden. 6. Tik op de naam van je horloge wanneer deze verschijnt. 7. Voer de pincode op je horloge in op je telefoon en tik op Pair (Koppel). Je horloge is nu gekoppeld met je telefoon of mobiele apparaat. Als de koppeling is voltooid, verschijnt het bericht "Connected" (Verbonden) op je horloge. Als de mobiele app op je telefoon of mobiele apparaat actief is of op de achtergrond is geopend, probeert het horloge automatisch verbinding te maken als er een nieuwe activiteit klaar is om te uploaden of als de QuickGPSfix-gegevens verouderd zijn. Als je de MySports-app op je telefoon opent en deze vervolgens probeert verbinding te maken met je horloge, moet je het horloge mogelijk uit de slaapstand halen door naar een ander scherm te gaan. Druk in het klokscherm op de pijl omlaag, naar links of rechts. Je activiteiten synchroniseren Met deze instelling kun je je activiteiten automatisch uploaden naar je TomTom MySports-account. Druk in het klokscherm van je horloge op de pijl naar beneden om het scherm Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Phone (Telefoon) en druk op de pijl naar rechts. Selecteer Sync (Synchroniseer). Als automatisch uploaden is uitgeschakeld, scrol je omhoog of omlaag om automatisch uploaden in te schakelen. 29 Airplane mode (Vliegtuigmodus) Scrol in het klokscherm van je horloge omlaag om het scherm Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Airplane mode (Vliegtuigmodus) en scrol naar rechts. Scrol omhoog of omlaag om de vliegtuigmodus of vluchtmodus in te schakelen. Als de vliegtuigmodus of vluchtmodus is ingeschakeld, wordt er een vliegtuigpictogram weergegeven op het klokscherm en wordt alle connectiviteit via Bluetooth low energy (ook wel BLE of Bluetooth® Smart) uitgeschakeld. Scrol opnieuw omhoog of omlaag om de vliegtuigmodus uit te schakelen. Options (Opties) Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Options (Opties) en scrol naar rechts om het menu Options (Opties) te openen. Units (Eenheden) Selecteer Units (Eenheden) om de eenheden voor afstand en gewicht in te stellen die op je horloge moeten worden gebruikt. Je kunt elke gewenste combinatie van mijlen of kilometers en ponden of kilogrammen selecteren. Click (Klik) Selecteer Click (Klik) om op te geven wat je horloge moet doen als jij door de menu's scrolt. Je horloge kan het volgende doen:  Een klikgeluid maken.  Kort trillen of zoemen. Je kunt beide opties in- of uitschakelen of slechts één van de opties inschakelen. Demo Selecteer Demo om de demomodus in of uit te schakelen. In de demomodus gedraagt je horloge zich alsof deze een GPS-bepaling heeft en alsof je aan het trainen bent, zelfs als dat niet het geval is. Activiteiten die in de demomodus worden voltooid, worden niet aan je activiteitengeschiedenis toegevoegd. 30 Night (Nacht) Selecteer Night (Nacht) om de nachtmodus in of uit te schakelen. Als de nachtmodus is ingeschakeld, gaat de achtergrondverlichting branden en blijft deze ook branden tijdens een activiteit. Wanneer je de activiteit stopt, gaat de verlichting weer uit. Let op: de batterij raakt veel sneller leeg dan normaal als je de nachtmodus gebruikt tijdens je training. Lock Selecteer Lock om de vergrendelingsfunctie voor activiteiten in of uit te schakelen. De vergrendelingsfunctie voorkomt dat je huidige activiteit tijdelijk wordt onderbroken of wordt gestopt als je per ongeluk naar links scrolt. Profile (Profiel) Scrol vanuit het klokscherm omlaag om het menu Settings (Instellingen) te openen, selecteer vervolgens Profile (Profiel) en scrol naar rechts om het menu Profile (Profiel) te openen. Selecteer de volgende opties om je gegevens in te stellen:  Weight (Gewicht)  Height (Lengte)  Age (Leeftijd)  Gender (Geslacht) De informatie uit je profiel wordt voor de volgende doeleinden gebruikt:  Om na te gaan hoeveel calorieën je verbrandt tijdens een activiteit.  Om de doelhartslag voor jezelf in te stellen in de verschillende hartslagtrainingszones. De zones worden uitgerekend door je TomTom MySports-account.  Om de lengte van je passen te berekenen als je traint op een loopband. Language (Taal) Selecteer Language (Taal) om de taal in te stellen die moet worden gebruikt voor de menu's en berichten op je horloge. Standards (Standaarden) Als je de certificeringsinformatie voor je horloge wilt zien, ga je naar beneden op het klokscherm om het instellingenmenu te openen. Selecteer Standards (Standaarden) en ga naar rechts om door de certificeringsinformatie te bladeren. 31 Sensoren toevoegen Informatie over sensoren Sensoren zijn externe apparaten die je kunt koppelen aan je horloge om informatie te krijgen over je activiteit. Er kunnen twee typen sensoren worden gebruikt in combinatie met je horloge:  Externe hartslagmeter - dit apparaat meet je hartslag terwijl je traint. De externe TomTom-hartslagmeter wordt bij sommige producten meegeleverd en is voor andere producten verkrijgbaar als accessoire.  Cadans-/snelheidssensor - dit apparaat meet je cadans en snelheid terwijl je fietst. De TomTom-cadanssensor wordt bij sommige producten meegeleverd en is voor andere producten verkrijgbaar als accessoire. De TomTom Runner biedt geen ondersteuning voor de cadanssensor. Cadence (Cadans) De cadanssensor meet de snelheid waarmee je fietst in het aantal omwentelingen per minuut (rpm). In een lage versnelling kun je een zeer hoge cadans, maar een lagere snelheid hebben. In een hoge versnelling kun je een lage cadans, maar een hogere snelheid hebben. Wielrenners trainen om de juiste balans tussen cadans en snelheid te vinden om op die manier zo efficiënt mogelijk te fietsen. Externe hartslagmeter Je gebruikt de externe TomTom-hartslagmeter als volgt met je horloge: 1. Bevestig de hartslagmeter aan de band. 2. Plaats de band om je borstkas, zodat de hartslagmeter zich net boven het borstbeen bevindt. 32 Zorg dat je de hartslagmeter niet ondersteboven plaatst; het woord 'TomTom' moet rechtop staan voor iemand die tegenover je staat. Tip: maak de sensoren aan de binnenkant van de band vochtig voordat je de band om je borstkas plaatst. De meter kan je hartslag dan makkelijker waarnemen. 3. Druk in het klokscherm van het horloge op de pijl omlaag. 4. Selecteer Sensors (Sensoren) en druk op de pijl naar rechts. 5. Selecteer Heart (Hart) en scrol naar rechts om de hartslagmeter in te schakelen. 6. Wanneer je een activiteit start, maakt je horloge verbinding met de hartslagmeter en verschijnt er een hartpictogram onder aan het scherm. Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de meter, knippert het hart. Als het horloge meerdere hartslagmeters detecteert wanneer het voor het eerst verbinding probeert te maken, weet het niet met welke meter er verbinding moet worden gemaakt. Ga dan naar een plek waar zich geen andere hartslagmeters binnen het bereik van het horloge bevinden. Wanneer je verbinding met je hartslagmeter hebt gemaakt, zal het horloge altijd verbinding maken met jouw meter. Tijdens het trainen kun je ervoor kiezen je hartslag weer te geven. Je kunt ook een trainingsprogramma gebruiken om te trainen binnen een doelhartslagzone. Je kunt de externe hartslagmeter ook in combinatie met andere Bluetooth® Smart Ready-apparaten en -apps gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met het product of de app is meegeleverd. Gebruik een muntje om de achterkant van de hartslagmeter te openen als je de CR2032-batterij van de monitor wilt vervangen. De batterij moet worden ingeleverd om te worden gerecycled of te worden vernietigd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. 33 Cadans- of snelheidssensor De TomTom-cadans-/snelheidssensor bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Spaakmagneet 2. Magneet voor crankstel 3. Sensor voor liggende achtervork 4. Kabelbinders Je gebruikt de TomTom-cadans-/snelheidssensor als volgt met je horloge: 1. Bevestig de sensor voor de achtervork aan een van de liggende achtervorken van de fiets met behulp van drie van de meegeleverde tiewraps. Gebruik twee tiewraps voor het hoofdgedeelte van de sensor en een tiewrap voor het kleinere deel van de sensor. Maak de tiewraps nog niet volledig vast. Mogelijk moet je de positie van de sensoren nog aanpassen. Belangrijk: het kleinere deel van de sensor moet in de richting van het crankstel wijzen en niet boven op de achtervork worden bevestigd. Op sommige fietsen moet je het hoofdgedeelte van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen. Je moet deze aanpassing doen nadat je de spaakmagneet hebt bevestigd. 34 2. Bevestig de spaakmagneet aan een spaak van je fietswiel. Richt de magneet naar de liggende achtervork waarop de sensor voor de achtervork is bevestigd. 3. Pas de positie van de spaakmagneet en de achtervorksensor zo aan dat de spaakmagneet voorbij de punt van het hoofdgedeelte van de achtervorksensor komt. Belangrijk: de afstand tussen de achtervorksensor en spaakmagneet mag niet groter zijn dan 2 mm wanneer de magneet de sensor passeert. Op sommige fietsen moet je het hoofdgedeelte van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen. 4. Bevestig de crankstelmagneet aan een van de crankstellen van de fiets. Richt de magneet naar de liggende achtervork waarop de sensor voor de achtervork is bevestigd. 35 Tip: zorg ervoor dat de verschillende onderdelen van de cadans-/snelheidssensor correct zijn uitgelijnd op je fiets. De spaakmagneet moet het hoofdgedeelte van de achtervorksensor passeren en de crankstelmagneet moet de punt van het kleinere deel van de achtervorksensor passeren. Als de sensoren zich in de juiste positie bevinden, trek je de tiewraps aan zodat de sensoren stevig op hun plek worden gehouden. 5. Stel de wielmaat in op je horloge, zodat je nauwkeuriger meetwaarden van de sensor krijgt. De wielmaat is de omtrek van de band in millimeters (mm). 6. Verplaats de fiets of het crankstel zodanig dat ten minste één van de magneten de sensor passeert. Hierdoor wordt de sensor geactiveerd. 7. Scrol omlaag in het klokscherm. 8. Selecteer Sensors (Sensoren) en druk op de pijl naar rechts. 9. Selecteer Bike (Fiets) en druk op de pijl naar rechts om de sensor in te schakelen. 10. Als je een sessie start, maakt je horloge verbinding met de sensor en verschijnt er een tandwielpictogram onder aan het scherm. Wanneer het horloge verbinding probeert te maken met de cadans-/snelheidssensor, knippert het tandwiel. Als het horloge meerdere sensoren detecteert wanneer het voor het eerst verbinding probeert te maken, weet het niet met welke sensor er verbinding moet worden gemaakt. Ga dan naar een plek waar zich geen andere sensoren binnen het bereik van het horloge bevinden. Wanneer je eenmaal verbinding met je sensor hebt gemaakt, zal het horloge altijd verbinding maken met jouw sensor. Wanneer het tandwielpictogram niet meer knippert, is het horloge gereed voor het meten van je snelheid en cadans. Om te zorgen dat het GPS-volgsysteem correct werkt, moet je wachten tot ook het GPS-pictogram niet meer knippert voordat je een fietsactiviteit start. Tijdens je training kun je je huidige cadans weergeven of de weergave wijzigen om je cadans te zien. Je kunt ook een trainingsprogramma gebruiken om te trainen binnen een doelcadanszone. Je kunt de cadanssensor ook in combinatie met andere Bluetooth® Smart Ready-apparaten en -apps gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met het product of de app is meegeleverd. 36 Gebruik een muntje om de achterkant van de sensor te openen als je de CR2032-batterij van de sensor wilt vervangen. De batterij moet worden ingeleverd om te worden gerecycled of te worden vernietigd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. 37 TomTom MySports-account Je TomTom MySports-account is een centrale opslaglocatie voor al je trainings- en sportgegevens. Als je een account wilt aanmaken, klik je op de knop TomTom MySports Connect of ga je rechtstreeks naar de website: mysports.tomtom.com Het onderstaande diagram laat zien dat je je activiteiten kunt uploaden naar je MySports-account via TomTom MySports Connect of de TomTom MySports-app. Belangrijk: voordat je de MySports-app op je smartphone gebruikt, moet je het horloge koppelen aan je MySports-account via een computer. Dit hoef je maar één keer te doen. Als je activiteiten uploadt naar je TomTom MySports-account, kun je je vorige activiteiten bewaren, weergeven en analyseren. Je kunt de routes bekijken die je hebt genomen en alle meetwaarden bekijken die horen bij je activiteiten. Via TomTom MySports Connect op je computer kun je ook je activiteiten uploaden naar je account op andere sportwebsites. 38 Let op: als je een exportbestandsindeling gebruikt, zoals CSV, FIT of TCX, gebruik dan niet de TomTom MySports mobiele app om je activiteiten te uploaden naar andere sportwebsites. Automatische uploads, bijvoorbeeld met RunKeeper, werken echter wel. 39 TomTom MySports Connect TomTom MySports Connect doet het volgende:  Je helpen bij het instellen van je horloge.  De software op je horloge bijwerken wanneer er een nieuwe versie beschikbaar is.  De informatie over je activiteiten overbrengen naar je TomTom MySports-account of naar elke gewenste sportwebsite. TomTom MySports Connect kan ook informatie over activiteiten overbrengen naar je computer in een aantal verschillende bestandsindelingen.  Alle instellingen die je selecteert op TomTom MySports, overbrengen naar je horloge.  De QuickGPSfix-gegevens op je horloge bijwerken. TomTom MySports Connect installeren Je kunt TomTom MySports Connect gratis downloaden op deze pagina: tomtom.com/getstarted/sports Als dit programma eenmaal is geïnstalleerd, sluit je het horloge aan op je computer met de bureauhouder. 40 TomTom MySports mobiele app De TomTom MySports mobiele app doet het volgende:  Uploadt automatisch je activiteitsgegevens naar je TomTom MySports-account wanneer je horloge zich binnen het bereik van je telefoon bevindt. Let op: je kunt de MySports-app niet gebruiken om activiteitsgegevens te uploaden naar andere sportwebsites.  Alle instellingen die je selecteert op TomTom MySports, overbrengen naar je horloge.  De QuickGPSfix-gegevens op je horloge bijwerken.  Biedt een alternatief voor TomTom MySports Connect voor het uploaden van activiteitsgegevens naar je MySports-account en het bijwerken van QuickGPSfix. Ondersteunde telefoons en mobiele apparaten De TomTom MySports-app wordt ondersteund door de volgende telefoons en mobiele apparaten:  iPhone 4S of later  iPod touch 5e generatie  iPad3 of later  Alle iPad mini-modellen. Voordat je de TomTom MySports-app gebruikt Belangrijk: voordat je de MySports-app op je smartphone gebruikt, moet je het horloge koppelen aan je MySports-account via een computer. Dit hoef je maar één keer te doen. Je kunt de TomTom MySports-app gratis downloaden uit de bekende app stores of via tomtom.com/app. 41 Addendum Waarschuwing Raadpleeg altijd een dokter voordat je begint met een trainingsprogramma. Raadpleeg voordat je dit product gebruikt altijd een dokter als je een pacemaker of ander geïmplanteerd elektronisch apparaat hebt. Het gebruik van dit product tijdens het trainen leidt mogelijk af van je omgeving of je activiteit. Hoe TomTom je gegevens gebruikt Informatie over het gebruik van persoonlijke gegevens vind je op tomtom.com/privacy. Informatie over batterij en milieu Dit product gebruikt een lithiumpolymeerbatterij die niet voor de gebruiker toegankelijk is of door de gebruiker kan worden vervangen. Maak de behuizing niet open en probeer de batterij niet te verwijderen. Bestandsdelen van het product en/of de batterij kunnen schadelijk zijn voor het milieu of de gezondheid als deze op onjuiste wijze worden weggegooid. De batterij in het product moet worden gerecycled of op gepaste wijze worden verwijderd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving en mag niet als ongesorteerd huishoudelijk afval worden afgevoerd. AEEA-richtlijn Met het vuilnisbaksymbool op het product of de bijbehorende verpakking wordt aangegeven dat dit product niet mag worden verwerkt als huishoudelijk afval. Conform de EU-richtlijn 2002/96/EC voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), mag dit elektrische product niet worden afgevoerd als ongesorteerd gemeentelijk afval. Voor een correcte afvalverwerking moet dit product worden teruggebracht naar het verkooppunt of naar het lokale gemeentelijke inzamelpunt voor recycling. Op deze manier lever je een positieve bijdrage aan het milieu. Operationele temperaturen van batterij Operationele temperaturen: -20°C tot 60°C. Niet blootstellen aan temperaturen buiten deze waarden. 42 R&TTE-richtlijn TomTom verklaart hierbij dat de producten en accessoires van TomTom voldoen aan alle essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van de EU-richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitsverklaring vind je hier: tomtom.com/legal. FCC-informatie voor de gebruiker HET APPARAAT VOLDOET AAN DEEL 15 VAN DE FCC-VOORSCHRIFTEN Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC) Deze apparatuur geeft radiofrequente straling af en kan bij onjuist gebruik (oftewel, indien wordt afgeweken van de instructies in deze handleiding) storing veroorzaken in de ontvangst van radioen televisiesignalen. Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventuele ontvangen storing accepteren. Dit geldt ook voor storing die kan leiden tot een ongewenste werking. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de limieten van een digitaal apparaat uit klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en maakt gebruik van radiofrequente straling en kan deze afgeven. Indien deze apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan deze schadelijke storing van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen, kan de gebruiker proberen deze storing op één of meer van de volgende manieren op te heffen:  De ontvangstantenne verplaatsen of anders richten.  De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.  De apparatuur aansluiten op een ander stopcontact in een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.  Raadpleeg voor hulp je dealer of een ervaren radio-/televisiemonteur. Wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften, kunnen het recht van de gebruiker om deze apparatuur te bedienen ongeldig maken. FCC ID: S4L8RS00, S4L8RA0 IC ID: 5767A-8RS00, 5767A-8RA0 FCC-verklaring betreffende stralingsblootstelling radiofrequentie De zenders in dit apparaat mogen niet tegelijkertijd met een andere antenne of zender worden opgesteld of gebruikt. 43 Verantwoordelijke partij in Noord-Amerika TomTom, Inc., 24 New England Executive Park, Burlington, MA 01803 Tel: 866 486-6866 optie 1 (1-866-4-TomTom) Stralingsinformatie voor Canada Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de volgende twee voorwaarden:  Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken.  Dit apparaat moet eventuele ontvangen storing accepteren. Dit geldt ook voor storing die kan leiden tot een ongewenste werking van het apparaat. De werking is onderhevig aan de voorwaarde dat dit apparaat geen schadelijke storing veroorzaakt. Dit digitale apparaat uit klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003. CAN ICES-3(B)/NMB-3(B). BELANGRIJKE OPMERKING IC-verklaring betreffende stralingsblootstelling:  Dit apparaat voldoet aan richtlijnen IC RSS voor blootstelling aan radiofrequente straling in een ongecontroleerde omgeving.  Dit apparaat en de bijbehorende antenne(s) mogen niet tegelijkertijd met een andere antenne of zender worden opgesteld of gebruikt. C-tick N14644 Dit product is voorzien van een C-tick-aanduiding om aan te geven dat het voldoet aan de relevante voorschriften voor Australië. Kennisgeving voor Nieuw-Zeeland Dit product is voorzien van leverancierscode Z1230 om aan te geven dat het voldoet aan de relevante voorschriften voor Nieuw-Zeeland. Contact met de klantenservice Australië: 1300 135 604 Nieuw-Zeeland: 0800 450 973 Modelnamen 8RS00, 8RA0 44 Kennisgevingen over copyright © 2014 TomTom. Alle rechten voorbehouden. TomTom en het "twee-handenlogo" zijn geregistreerde handelsmerken van TomTom N.V. of een van haar dochterondernemingen. Ga naar tomtom.com/legal voor beperkte garantie en licentieovereenkomsten voor eindgebruikers die van toepassing zijn op dit product. Linotype, Frutiger en Univers zijn handelsmerken van Linotype GmbH, gedeponeerd bij het U.S. Patent and Trademark Office en mogelijk gedeponeerd in bepaalde andere rechtsgebieden. MHei is een handelsmerk van The Monotype Corporation en is mogelijk gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden. AES-code De software die in dit product is opgenomen, bevat AES-code die valt onder het copyright (c) 1998-2008, Brian Gladman, Worcester, Verenigd Koninkrijk. Alle rechten voorbehouden. Licentievoorwaarden: Herdistributie en gebruik van deze software (met of zonder wijzigingen) is toegestaan zonder betaling van vergoedingen of royalty's mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Bij herdistributie van de broncode moet deze broncode de bovengenoemde copyrightinformatie bevatten, evenals deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer. Bij binaire distributie moet de meegeleverde documentatie de bovengenoemde copyrightinformatie bevatten, evenals deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer. De naam van de copyrighthouder mag niet worden gebruikt om producten die zijn gemaakt met deze software, te onderschrijven zonder specifieke schriftelijke toestemming. Calorieberekeningen Calorieberekeningen in deze producten zijn gebaseerd op MET-waarden afkomstig van: Ainsworth BE, Haskell WL, Herrmann SD, Meckes N, Bassett Jr DR, Tudor-Locke C, Greer JL, Vezina J, Whitt-Glover MC, Leon AS. 2011 Compendium of Physical Activities: a second update of codes and MET values. Medicine and Science in Sports and Exercise, 2011;43(8):1575-1581. 45
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45

TomTom Multi-Sport Cardio Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor