Pride Mobility Mid-Size Scooter de handleiding

Categorie
Scooters
Type
de handleiding
82
Mid-size Scooter Series
Modellen
ABC
A
(Vrijloophendel)
B
(Vergrendelpen)
Kolamp
Uitstapverli
-
chting
Compleet
Verlichtings
-
pakket
A
(Voorgevormd
Kunstsof)
B
(Captians)
Ophanging
van stoelpen
Hoof-Laag
Schakelaar
Hand-
remhendel
93

104

609

709

610 
710 
610DX 
710DX

610DXW

710DXW

710LX

712

712DX

Stijl van bedieningspaneel Stijl van frame StoeloptiesVerlichting (Optioneel) Options *
LET OP: Zorg ervoor dat u het modelnummer van uw scootermobiel weet. Dit nummer bevindt zich op
het blad met de productspecificaties in uw eigenarenpakket. In deze handleiding voor eigenaren worden
de kenmerken van scootmobielen aangegeven per modelnummer (uiterste linkerkolom op de
functietabel van de scootmobiel). Aan de hand van het modelnummer van uw eenheid kunt u bepalen
welke unieke kenmerken uw specifieke scootmobiel te bedienen.
BEOOGD GEBRUIK
Het beoogde gebruik van het product is het bieden van mobiliteit aan personen die zijn beperkt tot een
zittende positie en die in staat zijn een Scootmobiel te bedienen.
Dit product is geen medisch apparaat en is niet bedoeld om te helpen, te behandelen, te diagnosticeren of
te verlichten een medische aandoening of handicap.
OPMERKING: Deze eigenaars handleiding is samengesteld uit de laatste specificaties en product
informatie op de tijd van publicatie. Wej behouden het recht om veranderingen aan te brengen
wanneer nodig. Enige veranderingen aan onze producten kunnen geringe verschillen tussen de
illustraties en de verklaringen in deze handleiding tot stand brengen en het product welk u gekocht
heeft. De meest recente/huidige versie van deze handleiding is via onze website verkrijgbaar.
LET OP: Dit product voldoet aan richtlijnen en vereisten van WEEE, RoHS en REACH.
LET OP: Dit product voldoet aan IPX4 classificatie (IEC 60529).
LET OP: De scootmobiel en de bijbehorende onderdelen zijn niet vervaardigd met natuurlijke
rubberlatex. Raadpleeg de fabrikant met betrekking tot eventuele onderdelen en/of accessoires.
FUNCTIETABEL VAN SCOOTER
*LET OP: De opties per scootermobiel verschillen per land. Neem contact op met uw handelaar om
vast te stellen welke opties er beschikbaar zijn voor uw scooter.
Mid-size Scooter Series
83
INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..............................................................................................83
I. VEILIGHEID ..............................................................................................................................84
II. UW SCOOTMOBIEL ..............................................................................................................88
III. ACCU’S EN HET LADEN ......................................................................................................96
IV. GEBRUIK .................................................................................................................................104
V. INSTELBAARHEID ..............................................................................................................106
VI. DEMONTAGE EN MONTAGE ..........................................................................................112
VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...........................................................................114
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD .................................................................................116
WAARSCHUWING! Het eerste afstellen van deze scootmobiel en het uitvoeren van alle in
deze handleiding gegeven procedures dient door een goedgekeurde handelaar of een
bevoegde monteur te geschieden.
Lees eerst deze handleiding en volg alle instructies op, voordat u van plan bent uw scootmobiel voor het
eerst te gaan gebruiken. De volgende symbolen zullen in deze handleiding worden gebruikt om
waarschuwing en gevaar aan te geven.
WAARSCHUWING! Geeft een toestand of situatie aan die mogelijkerwijs gevaarlijk kan
zijn. Indien de aangegeven procedures niet opgevolgd worden, kunnen hierdoor
persoonlijke verwondingen, beschadiging van onderdelen, of storingen veroorzaakt
worden. Op het product wordt deze afbeelding weergegeven als een zwart symbool op
een gele driehoek met een zwart kader.
VERPLICHT! Deze handelingen dienen uitgevoerd te worden zoals is voorgeschreven.
Indien verplichte handelingen niet uitgevoerd worden, kunnen hierdoor persoonlijke
verwondingen en/of beschadiging van de apparatuur veroorzaakt worden. Op het product
wordt deze afbeelding weergegeven als een wit symbool op een blauwe stip met een wit
kader.
VERBODEN! Deze handelingen zijn verboden. Deze handelingen dienen op geen enkel
ogenblik, of onder welke omstandigheden dan ook, uitgevoerd te worden. Indien een
verboden handeling uitgevoerd wordt, kunnen hierdoor persoonlijke verwondingen, en/of
beschadiging van de apparatuur veroorzaakt worden. Op het product wordt deze
afbeelding weergegeven als een zwart symbool met een rode cirkel en een rode schuine
streep.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
84
Mid-size Scooter Series
PRODUCT VEILIGHEID SYMBOLEN
De symbolen hieronder zijn gebruikt op de scootmobiel om waarschuwingen, verplichte handelingen, en
verboden handelingen aan te geven. Het is van belang dat u deze leest en volkomen begrijpt.
LET OP: Er staan nog meer waarschuwingen en aanwijzingen in de veiligheidsgids voor consumenten
die met uw scooter wordt geleverd. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle waarschuwingen en
veiligheidsinformatie in de veiligheidsgids voor consumenten en raadpleeg deze informatiebron
regelmatig.
Lees en volg de informatie in de gebruikers handleiding.
Duidt de bevestigingspunten aan op de scootmobiel.
Scootmobiel informatie etiket.
Gefabriceerd in.
Accusetconfiguratie:
+ = Pluspool (rood)
- = Minpool (zwart)
Sluit de rode kabel op de rode pluspool (+) aan.
Sluit de zwarte kabel op de zwarte minpool (–) aan.
Deze scootmobiel is niet conform ISO 7176-19 aangaande het transport
van een bemande scootmobiel in een motorvoertuig.
I. VEILIGHEID
Mid-size Scooter Series
85
ALGEMEEN
VERPLICHT! Voordat u voor het eerst uw scootmobiel gaat gebruiken dient u eerst deze
handleiding volledig te lezen en te begrijpen en de veiligheidsgids voor consumenten.
Uw scootmobiel is ontworpen om uw leven te vergemakkelijken en uw mobiliteit te vergroten. Wij
leveren een groot aantal producten die het best tegemoetkomen aan de behoeften van de
scootmobielgebruiker. Hou er rekening mee dat de uiteindelijke beslissing voor keuze en aankoop
betreffende het type scootmobiel dat gebruikt gaat worden uiteindelijk de verantwoordelijkheid is van de
scootmobielgebruiker.
Er zijn bepaalde situaties waarin de gebruiker in het bijzijn van een deskundige zal moeten oefenen. Een
getrainde verzorger kan worden gedefinieerd als een familielid of iemand in staat is het bijstaan van een
scootmobiel gebruiker bij diverse dagelijkse activiteiten.
In het begin zult u mogelijk situaties tegenkomen waarin u enige oefening nodig hebt. Neem hiervoor de
tijd en u zult al snel volledig vertrouwd raken met uw scootmobiel in het manoeuvreren door
deuropeningen, in en uit liften, hellingen op en af en over normale oppervlaktes.
Aanvullende algemene informatie kan gevonden worden op de extra informatiebladen en de brochures in
uw eigenarenpakket. Lees alle informatie goed door en houd het bij de hand voor toekomstig gebruik.
Hieronder volgen enkele voorzorgsmaatregelen, tips en overige veiligheidsoverwegingen die bedoeld
zijn om u bekend te maken met het veilig gebruik van uw nieuwe scootmobiel.
I. VEILIGHEID
86
Mid-size Scooter Series
I. VEILIGHEID
VEILIGHEIDSTEST VOORAF
Maak uzelf vertrouwd met de scootmobiel en haar mogelijkheden. Wij adviseren om voor ieder
gebruik een veiligheidscheck uit te voeren om er zeker van te zijn dat uw scootmobiel soepel en veilig
functioneert.
Voer de volgende inspecties uit voordat u uw scootmobiel gaat gebruiken:
Controleer de bandendruk. Controleer dat zij niet beschadigd of overmatig versleten zijn.
Controleer alle elektrische verbindingen. Verzeker u ervan dat ze goed vast zitten en niet geoxideerd zijn.
Controleer alle harnas verbindingen. Verzeker u ervan dat ze en de goede werking vast zitten.
Controleer de remmen om te zorgen dat zij naar behoren functioneren.
Controleer de accumeter ter garantie dat de accu's volledig geladen zijn.
Zorg ervoor dat de handmatige vrijloophendel zich in rijmodus bevinden, voordat u op de Scootmobiel
gaat zitten.
Constateert u een probleem, neem dan contact op met uw handelaar. Raadpleeg het inlegblad met
contactinformatie in uw eigenarenpakket.
REMMEN
Uw Scootmobiel is uitgevoerd met sterke remsystemen:
Regenererend: gebruikt elektrische energie om snel af te remmen wanneer de gashendel in de neutraal/
stopstand wordt gezet en.
Motorrem zorgt voor automatische blokkering nadat de Scootmobiel bijna tot stilstand is gebracht, of
wanneer om wat voor reden dan ook de energie wegvalt.
(Optioneel) Handremhendel: Deze hendel biedt de mogelijkheid om een noodstop uit te voeren. Zie II.
“Uw Scootmobiel.”
DE HANDREMHENDEL (FACULTATIEF)
Deze hendel bevat hydraulische vloeistof. Wanneer de hendel is ingedrukt, dan wordt deze vloeistof door
de remkabel gestuwd, om de remschoen tegen de remschijf te drukken. De handremhendel is een volledig
afgesloten eenheid, wat betekent dat de hydraulische vloeistof niet zou mogen lekken. Er zijn echter
bepaalde veiligheidsmaatregelen die men kan treffen indien deze hendel barst of beschadigd wordt.
Raak vooral geen gelekte vloeistof aan, tenzij u een beschermende uitrusting draagt, zoals een
veiligheidsbril en handschoenen.
Indien slechts een kleine hoeveelheid vloeistof gelekt is, bedek het dan met droge aarde, zand of een
ander niet-ontvlambaar, absorberend materiaal. Eenmaal alle vloeistof is opgenomen, berg alles op in
een plastic zak en neem contact op met uw lokale afvalverwijderingsagentschap, die u perfect kunnen
uitleggen hoe dit afval te verwijderen. Werp dit afval in geen geval in rivieren of riolen.
Indien uw ogen blootgesteld zijn aan deze vloeistof, verwijder dan uw contactlenzen, indien u die
heeft. Spoel uw ogen met fris, zuiver water onder lage druk, terwijl u van tijd tot tijd uw oogleden
knippert. Raadpleeg uw dokter indien uw ogen teveel of te lang rood blijven, pijn doen of tranen
produceren.
Indien uw huid blootgesteld werd aan deze vloeistof, verwijder dan alle bevuilde kledij. Verwijder alle
vloeistof van uw huid, en was met zeep en water. Raadpleeg uw dokter indien de huid beschadigd lijkt
of indien irritatie blijft duren. Bevuilde kledij moet grondig gereinigd worden vooraleer u die opnieuw
gebruikt en bevuilde lederen kledij moet u weggooien.
Indien u de vloeistof heeft ingeslikt, probeer dan niet over te geven en drink niets, tenzij een dokter u
dat aanbeveelt. Dien nooit iets oraal toe aan een persoon die niet volledig bij bewustzijn is. Raadpleeg
onmiddellijk uw dokter.
Mid-size Scooter Series
87
I. VEILIGHEID
Indien iemand de gassen van de vloeistof ingeademd heeft, breng die dan onmiddellijk in de frisse
lucht. Indien deze persoon niet kan ademen, begin dan onmiddellijk mond op mond beademing.
Indien ademen moeilijk gaat, dan moet 100% bevochtigde zuurstof toegediend worden door een
competent persoon. Raadpleeg onmiddellijk uw dokter, terwijl u de getroffen persoon warm en kalm
houdt.
Indien de vloeistof brandt, dan moet u droge chemicalien, schuim, koolzuur of een waternevel
gebruiken om de vlammen uit te doven.
WAARSCHUWING: Onderneem geen pogingen om de handremhendel aan te passen of
om de hydraulische vloeistof te vervangen. Indien iets verkeerd loopt, volg dan de
veiligheidsmaatregelen zoals die hier aangegeven staan en neem contact op met uw
geauthoriseerde handelaar voor de vervanging van de handrem. De hydraulische
handrem mag enkel door uw geauthoriseerde handelaar nagekeken of vervangen
worden.
WAARSCHUWING: De handrem bevat een hydraulische vloeistof die een milde irritatie
van de huid, de ogen, de neus en luchtwegen kan veroorzaken. Onderneem geen
pogingen om de handrem aan te passen of na te kijken, zonder de nodige beschermende
kledij te dragen, zoals een veiligheidsbril en handschoenen, en vergeet ook niet je
handen te wassen nadat je dat gedaan hebt.
88
Mid-size Scooter Series
II. UW SCOOTMOBIEL
IDENTIFICATION KEY FOR FIGURES 1, 2 AND 3
1. CLAXON 7. GASHENDEL
2.
*RICHTINGAANWIJZER LINKS 8. SNELHEIDSKIESSCHIJF
3.
*WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTENSCHAKELLAAR 9. BATTERIJMETER
4.
LICHTENSCHAKELAAR 10. SLEUTELSCHAKELAAR
5.
*RICHTINGAANWIJZER RECHTS 11. SPIEGEL EN SPIEGEL PLUGS
6.
*HOOG-LAAG SCHAKELAAR 12. *HANDREMHENDEL
13. *UITSTAPVERLICHTING
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat alle controles die u nodig heeft om uw Scootmobiel te bedienen, inclusief de
snelheidsschakelaar, het sleutelcontact, de batterijmeter, de status LED, de signaalhoorn,
richtingaanwijzers, contacten voor accessoires en de gaspedaal controle. Een aantal van de genoemde
functies in dit hoofdstuk zijn optioneel en zijn mogelijk niet beschikbaar op uw scootmobiel. Raadpleeg
de Functietabel voor Scooter aan de pagina van deze 82 voor gebruikers om te bepalen welke
paneelafbeelding u moet kiezen. Zie figuur 1, 2 of 3.
VERBODEN! Stel uw bedieningspaneel niet bloot aan vocht. Indien het toch wordt
blootgesteld aan vocht, probeer dan uw scootmobiel niet te gebruiken voordat het
paneel volledig is opgedroogd.
7
6
4
3
11
8 9 10
12
11
11
1
2 5
*OPTIONELE ONDERDELEN ZISN BESCHIKBAAR OP SOMMINGE MODELLEN
Figuur 1. Bedieningspaneel A
90
Mid-size Scooter Series
II. UW SCOOTMOBIEL
Hoorn
Deze knop activeert de hoorn. Zorg dat de sleutel goed in de schakelaar zit. Pas dan kan de hoorn
functioneren. Aarzel niet uw hoorn te gebruiken in gevaarlijke situaties.
Richtingaanwijzerknoppen
Gebruik deze knoppen voor het inschakelen van de linker en rechter richtingaanwijzers (amberkleurig).
Duw op de linkerknop om de linker richtingaanwijzer in te schakelen. De draaisignaal indicator in de
batterijmeter gaat dan knipperen.
Duw op de rechterknop om de rechter richtingaanwijzer in te schakelen. De draaisignaal indicator in
de batterijmeter gaat dan knipperen.
De richtingaanwijzers gaan na een zekere tijd automatisch uit.
Lichtenschakelaar
Deze schakelaar bedient de lichten van uw scootmobiel.
Druk de schakelaar naar voor om het lage koplicht aan te schakelen.
Druk de schakelaar naar achter om het lage koplicht uit te schakelen. Voor model 710LX, schakelt u
de schakelaar naar achteren om plas licht te activeren en in de middelste stand van de bliksem systeem
uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Scootmobielrijders zijn verplicht licht te voeren wanneer het zicht
beperkt is—dag en nacht.
Gevaren Lichten Schakelaar
Deze schakelaar activeert de vier knipperlichten op uw scootmobiel.
Druk de knipperlichtenschakelaar naar voren om de knipperlichten in te schakelen. Voor model
710LX, schakelt u de schakelaar naar rechts te schakelen op de knipperlichten.
Druk de knipperlichtenschakelaar naar achteren om de knipperlichten uit te schakelen. Voor model
710LX, schakelt u de schakelaar naar links de knipperlichten uit te schakelen.
Hoog-Laag Schakelaar
Deze schakelaar regelt de snelheid van de scooter tussen HOOG en LAAG. Zet de schakelaar naar voren
(Hi–Hoog) om de maximale voorgeprogrammeerde snelheid van de scootmobiel te bereiken. Zet de
schakelaar naar achteren (Low–Laag) om de halve maximale voorgeprogrammeerde snelheid van de
scootmobiel te bereiken.
Gashendel
Deze hendels geven u de controle over de snelheid voor- en achteruit van uw Scootmobiel, met een
maximum snelheid die u vooraf heeft ingesteld.
Mid-size Scooter Series
91
II. UW SCOOTMOBIEL
Voorgebruik van de gashendel bij modellen met Bedieningspaneel A of C:
Het vooruit rijden met uw scootmobiel kan op 2 manieren:
Gebruik uw linkerduim om de linkerzijde van de gashendel in te drukken.
Gebruik de vingers van uw rechterhand om de gashendel terug te trekken.
Het achteruit rijden met uw scootmobiel kan op 2 manieren:
Gebruik uw rechterduim om de rechterzijde van de gashendel in te drukken.
Gebruik de vingers van uw linkerhand om de gashendel terug te trekken
Voorgebruik van de gashendel bij modellen met Bedieningspaneel B:
Om Vooruit te rijden, gebruikt u uw rechterduim om de rechterzijde van de gashendel in te drukken.
Om Achteruit te rijden, gebruikt u uw linkerduim om de linkerzijde van de gashendel in te drukken.
Laat de gashendel los en laat u uw scootmobiel eerst tot een complete stilstand komen voordat u de
gashendel de andere kant op duwt. Wanneer de gashendel compleet losgelaten is, gaat zij terug naar de
“nulpositie” en activeert daarmee de rem van uw scootmobiel.
Snelheidsschakelaar
Deze schakelaar maakt het mogelijk de snelheid van te voren in te stellen.
De afbeelding van de schildpad geeft de langzaamste stand aan.
De afbeelding van de haas geeft de snelste stand aan.
Batterijmeter
Als u de sleutel in het contact steekt, zal deze meter bij benadering de batterijsterkte weergeven. Voor
verdere informatie over het laden van de batterijen, zie III. “Accu’s en het Laden” ervan.
Toestand LED (Indien Aanwezig)
Deze LED maakt u opmerkzaam op electrische problemen die kunnen voorkomen met de scooter. De
LED blijft constant opgelicht terwijl uw scooter aanstaat. Indien er zich een electrisch probleem voordoet,
dan zal deze LED een code doen oplichten. Zie VII. “Het oplossen van problemen” voor een lijst van
codes.
Sleutelschakelaar
Steek de sleutel in contactslot en draai met de klok mee om de Scootmobiel in te schakelen.
Draai de sleutel tegen de klok in en verwijder de sleutel om de Scootmobiel uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Als u de sleutel “off” schakelt terwijl uw Scootmobiel in beweging is
zullen de elektronische remmen automatisch inschakelen en uw Scootmobiel komt tot
een abrupte stop.
92
Mid-size Scooter Series
II. UW SCOOTMOBIEL
1
2
4
6
7
5
3
Figuur 4. Stopcontact voor de externe acculader/
Stuurconsole zekeringen
IDENTIFICATIELIJST
1. EXTERNE LAADPOORT
2. EXTERNE LAADZEKEKEERING
3. ZEKERING VOOR SLEUTELCONTACT
4. ZEKERING VOOR KOPLAMP
5. ZEKERING VOOR ACHTERLICHTEN
6. ZEKERING VOOR RICHTINGAANWIJZER LINKS
7. ZEKERING VOOR RICHTINGAANWIJZER RECHTS
WAARSCHUWING! De handrem is
enkel bedoeld als noodrem en/of als
parkeerrem.
Stopcontact voor de externe acculader
De stroomdraad van de externe acculader is tijdens
het opladen van de accu(’s) in dit stopcontact
gestoken. Zie figuur 4.
Zekeringen van het elektrische systeem
Uw scootmobiel is uitgerust met een reeks
zekeringen voor het elektrische systeem, die het
externe acculaadsysteem, het contactslot en het
verlichtingssysteem tegen overmatige elektrische
stroom helpen beschermen. Deze zekeringen zijn
van hetzelfde type als van auto’s en ze bevinden zich
in een compartiment aan de stuurstang. Zie figuur 4.
Zie VIII. “Verzorging en Onderhoud” voor
instructies over het vervangen van zekeringen.
LET OP: Zorg ervoor dat alle elektrische items
schoon en droog blijven.
Plaatsen en afstellen van de spiegel
Voor informatie over het plaatsen en afstellen van uw spiegel, zie V. “Instelbaarheid.”
Handremhendel (Indien Aanwezig)
Deze hendel biedt de mogelijkheid om een noodstop uit te voeren. Wanneer je in beweging bent, dan laat
je zachtjes de gashendel los en druk je tegelijkertijd zachtjes de handrem aan om te stoppen.
De handrem kan vastgezet worden en dus als parkeerrem gebruikt worden door de handremhendel
volledig in te drukken en het remblok in te schakelen. Zie figuur 1. Om het remblok te ontkoppelen, druk
de handrem weer volledig in.
ONDERDELEN AAN DE ACHTERKANT
De handmatige vrijloophendel, anti-kiepwielen (inden hiermee uitgerust), en motor/transas-opbouw, en
optionele beugel voor veiligheidsvlag bevinden zich op uw scootmobiel, zoals aangegeven. Zie figuur 5.
Hoewel dit niet wordt getoond, bevinden de accu's en hoofdschakelaar (resetknop) zich ook op het
achtergedeelte van uw scootmobiel.
OPGELET! Verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar vooraleer u uw scootmobiel in
of uit vrijloopmodus te zetten. Ga nooit zitten op een scootmobiel die zich in
vrijloopmodus bevindt. Zet een scootmobiel nooit in vrijloopmodus op een helling.
Mid-size Scooter Series
93
II. UW SCOOTMOBIEL
LET OP: Als de scootmobiel in vrijloop stand is gezet terwijl de sleutel op de “aan” positie staat, zal de
scootmobiel niet starten tot de vrijloophendel naar achteren is getrokken en de sleutel naar de “uit”
positie en daarna weer naar de “aan” positie is geplaatst.
Motor/Transaxle Opbouw
De motor/transaxel opbouw is een elektromechanische unit die de elektrische energie van de accu’s omzet
in de gecontroleerde mechanische energie die de wielen van uw scootmobiel aandrijft.
Figuur 5. Onderdelen ann de achterkant
DENTIFICATIELIJST
1. HANDMATIGE VRIJLOOPHENDEL
2. MOTOR/TRANSAXLE OPBOUW
3. ANTI-KIEPWIELEN
4. BEUGEL VOOR VEILIGHEIDSVLAG
Handmatig te Bedienen Vrijloophendel
Wanneer u uw scootmobiel een klein stukje wilt
verplaatsen kunt u deze in de vrijloop positie zetten.
1. Verwijder de sleutel uit de schakelaar.
2. Duw de handmatige vrijloophendel voorruit om
het rij- en remsystem te ontkoppelen. U kunt nu
uw scootmobiel duwen.
LET OP: Als uw scootmobiel is met een
handmatige vrijloophendel met 2 posities, dan
dient u de hendel omhoog te trekken en
vervolgens de handmatige vrijloophendel naar
voren te duwen om het aandrijfsysteem en het
remsysteem uit te schakelen. Op deze manier zult
u in staat zijn om de scootmoviel te duwen.
3. Duw de handmatige vrijloophendel naar
achteren om het rij- en remsystem in te
schakelen; hiermee haalt u uw scootmobiel uit
de vrijloopstand.
WAARSCHUWING! Als u uw
scootmobiel in de vrijloop stand
zet, zijn de remmen niet
ingeschakeld.
Schakel de motoren enkel uit
op een horizontaal oppervlak.
Verzeker u ervan dat de sleutel
niet in het sleutelcontact zit.
Ga naast de Scootmobiel staan
om de vrijloop in- of uit te
schakelen. Zit nooit op de
Scootmobiel om dit te doen.
 Nadat u uw Scootmobiel geduwd
heeft, schakel dan altijd terug in
rijstand om de remmen te blok
keren.
4
3
2
1
94
Mid-size Scooter Series
II. UW SCOOTMOBIEL
Anti-kiepwielen
De anti-kiepwielen zijn bedoeld voor uw veiligheid. Ze zijn aan het frame gelast op het achterste deel van
uw scootmobiel.
VERBODEN! Haal de anti-kiepwielen er niet af of verander uw scootmobiel op geen
enkele wijze zonder toestemming van handelaar.
WAARSCHUWING! De anti-kiepwielen kunnen de vlotte overgang belemmeren van uw
scootmobiel als u probeert een trottoir te bestijgen of af te dalen. Bel uw handelaar voor
assitentie/hulp.
Accu’s
De accu’s bevatten de elektrische energie die uw scootmobiel aandrijft. Voor meer informatie over accu’s,
zie III. “Accu’s en het Laden” ervan.
Beugel voor veiligheidsvlag (Optioneel)
Een accessoirebeugel voor installatie van een optionele veiligheidsvlag bevindt zich naast ieder
antikantewiel. Zie figuur 5. Voor installatie van de vlag moet de meegeleverde L-vormige inbussleutel
worden gebruikt.
Installatie van de veiligheidsvlag:
1. Verwijder de dop van de bovenkant van de beugel.
2. Draai de stelschoref los met de meegeleverde L-vormige
inbussleutel.
3. Plaats de vlaggenstok in de opening.
4. Draai de stelschoroef vast om montage te voltooiejn.
Hoofd Stroomonderbreker
Wanneer the stroom in de accu’s laag wordt of de
scootmobiel zwaar belast is door een buitensporig lading of
een, kan de hoofdzekering doorslaan om de motor en de
elektronica te beschermen tegen schade. Wanneer de
zekering doorslaat, dan slaat het gehele electrische systeem
af. Zie figuur 6.
De reset knop komt te voorschijn wanneer de schakelaar
losschiet.
Geef de electronica een minuut of zo “om te rusten.”
Hef de instelhendel terug omhoog totdat u een klik hoort,
of vervolgens drukt u de knop van de hoofdzekering in.
Wanneer de hoofd stroomonderbreker herhaaldelijk
losschiet, kan het zijn dat u uw accu’s vaker dient op te
laden. Ook zou het kunnen zijn dat u uw handelaar moet
vragen de accu’s te testen.
Indien de hoofd stroomonderbreker er herhaaldelijk
uitspringt, dient u uw handelaar te bezoeken voor
service.
Figuur 6. Hoofdzekering
* Uitsluitend
model 710LX
Mid-size Scooter Series
95
II. UW SCOOTMOBIEL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Zet de scootmobiel altijd vast in een voorwaartse positie in een voertuig. Maak de 4 riemen vast aan de
daarvoorbestemde bevestigingspunten. Zie figuur 7. Maak de riemen vast genoeg zodat er geen speling
meer op zit. Maak de riemen nooit vast aan aanpasbare, bewegende of verwijderbare onderdelen van de
scootmobiel zoals daar zijn, de armleuningen, de kap en de wielen. Deze onderdelen zouden moeten
verwijderd worden. De ankerpunten voor de riemen die de scootmobiel langs achteren moeten vastzetten,
moeten direct achter de achterwaartse bevestigingspunten op de scootmobiel geplaatst worden. De
ankerpunten vooraan moeten wijder zijn dan de scootmobiel om een groter laterale stabiliteit te verzekeren.
WAARSCHUWING! Verzeker u ervan dat de scootmobiel stevig is vastgemaakt aan het
voertuig tijdens het transport. Scootmobiels die niet stevig zijn vastgemaakt aan het
voertuig, zijn een gevaar voor de gebruiker en andere passagiers in het voertuig in het
geval van abrupt remmen, een ongeval of indien u scherp moet uitwijken, omdat de
scootmobiel kan omvallen of van zijn plaats kan glijden. Bevestig een scootmobiel aan
een van de verwijderbare onderdelen zoals armleuningen, stoel, mandje,
accessoirebeugels, enz.
2
3
1
IDENTIFICATIELIJST
1. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE VOORZIJDE (modellen met 3 wielen)
2. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE VOORZIJDE (modellen met 4 wielen)
3. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE ACHTERZIJDE
Figuur 7. Bevestigingspunten (Aangegeven met zwarte stippen)
96
Mid-size Scooter Series
III. ACCU’S EN HET LADEN
VERBODEN! Verwijdering van deaarding kan een elektrisch gevaar scheppen. Indien
nodig, monteer adequaat een toegestane adaptor met drie contactpunten op een
electrisch contact met twee contactpunten.
VERBODEN! Gebruik nooit een verlengsnoer om uw batterijlader aan te sluiten. Sluit de
batterijlader direct aan een standaard stopcontact in de muur.
VERBODEN! Sta niet toe dat kinderen zonder toezicht in de buurt van de scootmobiel
spelen als de accu’s worden geladen. We adviseren u aan, de accu’s niet op te laden
terwijl er iemand op de scootmobiel zit.
VERPLICHT! Lees de instructies van de acculader in deze gebruiksaanwijzing en in de
gebruiksaanwijzing die bij de lader hoort voordat u de accu’s gaat laden.
WAARSCHUWING! Explosieve gassen kunnen vrijkomen tijdens het laadproces van de
accu’s. Houd de scootmobiel en de acculader ver verwijderd van ontstekingsbronnen
zoals vlammen of vonken en zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laden van de
accu's.
WAARSCHUWING! U moet de accu’s van uw scootmobiel met behulp van de afzonderlijke
meegeleverde acculader opladen. Gebruik geen acculader van het type dat voor
automobielen gebruikt wordt.
WAARSCHUWING! Controleer de lader, de bedrading en de connectoren op schade
vooraleer u de lader gebruikt en indien schade is toegebracht, contacteer uw handelaar.
WAARSCHUWING! Probeer niet de accubehuizing te openen. Indien het er op lijkt dat de
lader niet naar behoren werkt neemt u contact op met uw erkende handelaar.
ACCU’S EN HET LADEN
Uw scootmobiel heeft twee langdurende, 12-volt, deep-cycle batterijen nodig die afgesloten zijn en
onderhoudsvrij. Ze worden opgeladen door de verstrekte extern laadsysteem.
Laad de accu’s van uw scooter minstens 8 tot 14 uur op, vóór het eerste gebruik.
Laad de accu’s op voordat u uw scootmobiel voor de eerste keer gaat gebruiken.
Figuur 8. Accu Conditie Meter
HET LEZEN VAN UW ACCUVOLTAGE
De accu conditie meter op het bedieningspaneel
geeft in kleurcodes een indicatie van de hoeveelheid
energie in uw accu’s. Van rechts naar links, groen;
volledig geladen accu’s, geel; afnemende lading, en
rood; opladen dient onmiddellijk te gebeuren. Zie
figuur 8. Om uw lading te controleren dient u eerst
het laadsnoer uit het stopcontact te halen en uw
scootmobiel aan te zetten.
ACCU’S OPLADEN
WAARSCHUWING! Indien de acculader is voorzien van koelopeningen dient u geen
voorwerpen door deze openingen proberen te steken.
WAARSCHUWING! Wees u ervan bewust dat het omhulsel van de acculader kan verhitten
tijdens het opladen. Vermijd contact met de huid en plaats het apparaat niet op
oppervlakken die door hitte kunnen worden beïnvloed.
WAARSCHUWING! Indien uw losse acculader niet is getest en goedgekeurd voor gebruik
buitenshuis, dient u deze niet bloot te stellen aan ongunstige of extreme
weersomstandigheden. Als de acculader is blootgesteld aan ongunstige of extreme
weersomstandigheden, dient u deze de gelegenheid te geven zich aan de nieuwe
omgevingsomstandigheden aan te passen voordat u hem weer binnenshuis gebruikt.
Neem de gebruiksaanwijzing van de acculader in acht voor verdere informatie.
1b1a
Mid-size Scooter Series
97
III. ACCU’S EN HET LADEN
Volg de 6 eenvoudige stappen om uw accu’s veilig op te laden:
WAARSCHUWING! De LED lichtjes op de lader geven verschillende stadia aan in het
laadproces. Verwijder de oplader uit de contactdoos en neem contact op met uw
handelaar, indien de LED-verlichting niet binnen 24 uur aangeeft dat het opladen voltooid
is. Kijk op de label op de lader voor een complete uitleg van de indicaties.
LET OP: Er zit een laad-blokkeringsfunctie op uw scootmobiel. Uw scootmobiel zal niet rijden en de
accu conditiemeter zal niet werken terwijl de accu’s worden opgeladen (als het accupak wordt geladen
op de scooter).
1 2
4 5 6
8-14H
3
Figuur 9. Diagram voor laadprocedures voor accu’s
98
Mid-size Scooter Series
III. ACCU’S EN HET LADEN
VEEL GESTELDE VRAGEN
Hoe werkt de lader?
Wanneer uw scootmobiel’s accu voltage laag is, werkt de lader harder, en zendt meer elektrische stroom
naar de accu’s om deze op niveau te brengen. Als het voltage een volle lading bereikt, zal de lader steeds
minder en minder elektrische stroom naar de accu’s sturen. Als de accu’s volledig opgeladen zijn is de
stroom die verstuurd wordt door de lader bijna nul ampère. Daarom, als de lader is aangesloten blijft er
stroom op de accu’s maar worden ze niet overladen. Voor oplaadinstructies: zie de handleiding die
meegeleverd werd met de acculader.
Kan ik een andere lader gebruiken?
Laders zijn zorgvuldig geselecteerd voor een bepaald doel, en zijn speciaal geschikt bevonden voor het
type, formaat, en chemische samenstelling van de betreffende accu’s. Voor de veiligste en meest efficiente
manier van laden van de accu’s van uw scootmobiel wielen we u aan uitsluitend gebruik te maken van de
lader die als een origineel onderdeel bij uw product werd geleverd. Iedere mogelijke methode waarbij de
accu’s afzonderlijk worden geladen is ten strengste verboden.
Wat te doen als mijn accu’s niet laden?
Overtuig u er van dat de rode (+) en de zwarte (-) accu kabels correct zijn verbonden met de accupolen.
Controleer of de accukables die uit de accu komen zijn aangesloten op de passende kabelbomen die
naar de lader leiden.
Overtuig u er van dat beide uiteinden van de stroomtoevoer volledig zijn ingestoken.
Hoe vaak moet ik de batterijen opladen?
Twee grote factoren moeten beschouwd worden wanneer u beslist hoe vaak u de batterijen moet opladen:
Dagelijks gebruik van uw Scootmobiel.
Sporadisch gebruik van uw Scootmobiel.
Met deze 2 factoren in gedachte kunt u vaststellen hoe vaak en hoe lang u uw batterijen moet opladen. Wij
hebben de externe lader ontwikkeld zodat deze uw batterijen niet kan overladen. Echter, u kunt enige
problemen tegenkomen als u uw batterijen niet vaak genoeg oplaad en als u de batterijen niet regelmatig
oplaad. Hier volgen regels die u een veilige en betrouwbare batterij lading verzorgt.
Als u uw Scootmobiel dagelijks gebruikt, laadt dan de batterijen op als u de Scootmobiel niet meer
gebruikt aan het einde van de dag. Uw Scootmobiel zal elke morgen weer volledig opgeladen zijn voor
uw dagelijks gebruik. Wij raden u aan dat u uw batterijen oplaadt voor op zijn minst 8–14 uur na elk
dagelijks gebruik. Wij adviseren de accu 4 uur extra op te laden, nadat de batterijlader aangeeft dat het
laden is voltooid.
Als u uw Scootmobiel 1 keer per week of minder gebruikt, laadt dan de batterijen op voor op zijn minst
24 uur.
LET OP: Houdt uw batterijen volledig geladen een vermijd diepe ontlading van uw batterijen. Voor
oplaadinstructies: zie de handleiding die meegeleverd werd met de acculader. Wij adviseert de accu
eenmaal per maand minstens 48 uur achter elkaar op te laden voor betere prestaties en een langere
levensduur van de accu.
Mid-size Scooter Series
99
III. ACCU’S EN HET LADEN
Hoe kan ik de maximale afstand per lading bereiken?
Zelden zult u ideale rij-omstandigheden hebben, gladde, of harde rij-oppervlakten, geen tegenwind of
bochten. Vaak zult u hellingen, stoepen, bochten, wind, oneffen en losse ondergrond tegenkomen. Al deze
rij-omstandigheden hebben invloed op de afstand of rijtijd per batterijlading. Nu volgen enkele suggesties
om de maximale afstand per batterijlading te kunnen bereiken.
Laad altijd de batterijen de dag voor gebruik.
Behoud maar overschrijd niet de psi/bar/kPa luchtdruk zoals die op de luchtbanden aangegeven staat.
Plan uw route om zoveel mogelijk hellingen, hobbelige of zachte ondergronden te voorkomen.
Beperk uw bagagegewicht tot de noodzakelijke dingen.
Probeer zoveel mogelijk een gelijke snelheid te houden als u op uw scootmobiel rijdt.
Vermijd veel start- en stopsituaties, rij regelmatig.
Wij adviseren!! De accu eenmaal per maand minstens 48 uur achter elkaar op te laden voor betere
prestaties en een langere levensduur van de accu.
Zorg dat alle verbindingen met het tuig goed zijn vastgemaakt.
Hoe kan ik voor een maximale levensduur van de accu’s zorgen?
Volledig geladen, diepe cyclus accu’s zorgen voor een betrouwbare capaciteit en gaan langer mee. Houd
de accu’s zoveel mogelijk volledig gevuld. Bescherm uw scootmobiel en accu’s tegen extreme hitte of
koude. Accu’s die regelmatig diep ontladen worden, onregelmatig opgeladen worden, opgeslagen worden
onder extreme temperaturen, of opgeslagen worden zonder een volledige lading kunnen permanent
beschadigd worden en daardoor een onbetrouwbare prestatie leveren en een beperkte levensduur hebben.
LET OP: Om de levensduur van de batterij te verlengen, altijd uitschakelen scooter en de sleutel
verwijderen wanneer niet in gebruik.
Wat voor type en maat accu’s moet ik gebruiken?
Wij raden aan om diep cycle accu’s te gebruiken die gesloten zijn en zonder onderhoud. Allebei AGM en
Gel-Cell zijn diepe cycle accu’s die gelijkmatig zijn in prestatie. Gebruik geen natte cell accu’s, welke
verwijderbare kappen hebben. Raadpleeg de specificatietabel voor de juiste maat, omdat accu’s
verschillen, afhankelijk van de fabrikant.
WAARSCHUWING! Accu’s bevatten corrosieve chemicaliën. Gebruik alleen
AGM of Gel-Cell accu’s om lekkage en explosieve condities te verminderen.
LET OP: Gesloten batterijen zijn niet duurzaam. Verwijder de kappen niet.
Waarom lijken mijn nieuwe accu’s zwak?
Deep-cycle accu’s gebruiken een verschillende chemische technologie dan die gebruikt wordt in auto
batterijen, nikkelcadmium batterijen en andere, veel voorkomende batterijen. Deep-cycle accu’s zijn
specifiek ontwikkeld om kracht te leveren, te ontladen, en dan weer relatief snel op te laden.
100
Mid-size Scooter Series
Wij werken nauw samen met batterij fabrikanten om accu’s te gebruiken die de specifieke behoeften van
uw scootmobiel ten goede komen. Verse accu’s komen dagelijks aan en worden volledig opgeladen naar
onze klanten opgestuurd. Gedurende de verzending kunnen de accu’s extreme temperaturen ondergaan die
hun initiale prestatie kunnen beïnvloeden. Hitte en kou vermindert de laadkracht van een batterij, kou
vertraagt de laadkracht beschikbaar en rekt de tijd uit die nodig is om de batterij opnieuw op te laden.
Het kan een paar dagen duren voor de temperatuur van uw scootmobiels accu’s zich aanpassen aan hun
nieuwe kamer of omgeving temperatuur. Belangrijker nog is dat het een paar opladings cyclussen duurt
vooraleer de critische chemische balans is bereikt die diep cyclus batterij topprestaties laat leveren en een
lang leven laat leiden.
Volg de volgende stappen om ervoor te zorgen dat u uw nieuwe accu een goede start bezorgt.
1. Laad uw accu volledig op voordat u ze de eerste keer gebruikt. Deze lading brengt de accu tot 88%
van de top prestatie.
2. Gebruik uw scootmobiel in veilige en vertrouwde gebieden zodat u gewend raakt aan het gebruik van
uw nieuwe scootmobiel en belast de accu niet te zwaar de eerste keer. Neem geen “heuvels” en rij geen
al te lange afstanden.
3. Laad uw accu volledig op. Deze lading brengt de accu tot meer dan 90% van de top prestatie.
4. Gebruik uw scootmobiel, dan laad uw accu wederom volledig.
5. Na vier of vijf ladingen brengt dit de accu tot 100% van de top prestatie en zullen ze per lading een
langere tijd meegaan.
Hoe te gebruiken in het openbaar vervoer?
AGM en Gel-Cell batterijen zijn ontworpen voor toepassing in scootmobiels en andere voertuigen. Deze
batterijen zijn Federal Aviation Administration (FAA) goedgekeurd (uitsluitend in de VS), waardoor
veilig vervoer op vliegtuigen, bussen en treinen, omdat er geen gevaar van morsen of lekkage. We raden
u aan de vervoerder kassa van tevoren contact op om de vervoerder de specifieke eisen vast te stellen.
Hoe vervang ik een accu in mijn scootmobiel?
VERPLICHT! De accupolen, aansluitklemmen en aanverwante accessoires
bevatten lood en loodverbindingen. Draag bij het hanteren van accu’s een
veiligheidsbril en geschikte handschoenen, en was uw handen na gebruik.
VERBODEN! Gebruik altijd twee accu’s van exact hetzelfde type, met
identieke chemische samenstelling en capaciteit (Ah). Raadpleeg de
specificatietabel die in deze handleiding en in de bij de acculader geleverde
handleiding opgenomen is, voor aanbevolen type en capaciteit.
WAARSCHUWING! Meng geen oude en nieuwe batterijen. Vervang altijd
beide batterijen tegelijkertijd.
WAARSCHUWING! Neem contact met uw handelaar op indien u vragen heeft
met betrekking tot de accu’s in uw scootmobiel.
WAARSCHUWING! Vervang de accu’s niet als er iemand in de scootmobiel
zit.
WAARSCHUWING! De accu’s in uw scootmobiel mogen alleen door een
goedgekeurde handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of
vervangen worden.
VERBODEN! Hou gereedschap en andere metalen voorwerpen weg van de
batterijpolen. Contact met gereedschap kan elektrische schokken
veroorzaken.
III. ACCU’S EN HET LADEN
Mid-size Scooter Series
101
LET OP: Als u een beschadigde accu aantreft, zorg er dan voor dat u die meteen in een platic tas verpakt
en contact opneemt met uw bevoegde handelaar voor verwijderingsinstructies. Uw bevoegde handelaar
heeft ook de nodige informatie over het recyclen van accu’s, wat natuurlijk onze voorkeur is.
2
1
1
Om een Batterij in uw Scootmobiel te vervangen:
1. Verwijder de zitting en de accubekleding. Zie figuur
10.
2. Maak de bevestiging van de accu los. Zie figuur 11.
3. Maak de bedrading die van voor naar achter loopts
los. Ontkoppel beide accukabels door iedere kabel uit
de bijbehorende stekker te trekken. Zie figuur 11.
4. Ontkoppel de accukabels van de accupolen door de
beschermkappen naar achteren te schuiven en de
moer van de bout af te schroeven. Zie figuur 12.
5. Verwijder de oude accu’s uit de accuholten.
6. Plaats een nieuwe accu in elke accu compartiment.
Plaats de accupolen van elke accu tegenover elkaar
en naar de buitenkant van de scootmobiel gericht. Zie
figuur 11.
7. Verbind de rode accukabel met de positieve (+)
accupool.
8. Verbind de zwarte accukabel met de negative (-)
accupool.
9. Breng de beschermkappen weer op de accupolen aan.
10. Plaats de accubehuizing terug.
11. Maak de bevestiging van de accu weer vast.
12. Plaats de accukap en zitting terug.
Figuur 10. Verwijdering/installatie van de kap
*ALLEEN
MODELLEN 104
Voor het vervangen van de accu’s heeft u het volgende nodig:
Standaard/metrische doppenset
Verstelbare moersleutel
WAARSCHUWING! Probeer niet meer op te tillen dan u fysiek aankan. Vraag altijd om
hulp wanneer dat noodzakelijk is tijdens het inelkaar zetten of uiteenhalen van uw
scootmobiel.
WAARSCHUWING! Trek bij het ontkoppelen niet aan de draden van de elektrische
klemmen van de scootmobiel. Neem altijd de aansluiting zelf vast bij het ontkoppelen
van de klem, om beschadiging van de bedrading te voorkomen.
III. ACCU’S EN HET LADEN
102
Mid-size Scooter Series
III. ACCU’S EN HET LADEN
1
2
4
3
IDENTIFICATIELIJIST
1. HOOFDZEKERING
2. ACCUPOLEN ONDER DE BESCHERMKAPPEN
3. RIEM OM DE ACCU MEE VAST TE MAKEN
4. ACCU BEHUIZINGEN
5. TUIG VAN VOREN NAAR ACHTEREN
Figuur 11. Verwijdering/installatie van de accu, polen en aansluitingen
*MODEL 104
ALLEEN
* MODEL 710LX
Mid-size Scooter Series
103
Figuur 13. Diagram met accubedrading
Figuur 12. Bevestigingsmateriaal voor de
accupolen
* MODEL 710LX
III. ACCU’S EN HET LADEN
104
Mid-size Scooter Series
VOORDAT U OP UW SCOOTMOBIEL STAPT
Heeft u uw accu’s volledig opgeladen? Zie III. “Accu’s en het laden.”
Is de handmatige vrijloophendel in de rijpositie (naar achteren)? Laat de handmatige vrijloophendel
nooit in de vrijloop positie (naar voren) staan tenzij u de Scootmobiel handmatig aan het voortbewegen
bent.
HET OPSTAPPEN OP UW SCOOTMOBIEL
1. Overtuig u ervan dat de sleutel uit de schakelaar is gehaald.
WAARSCHUWING! Probeer nooit in of uit uw Scootmobiel te stappen zonder dat u eerst
de sleutel uit de schakelaar hebt gehaald. Dit voorkomt dat de Scootmobiel in beweging
komt wanneer per ongeluk de gashendel wordt aangeraakt.
2. Ga naast uw Scootmobiel staan.
3. Ontsluit de stoel slot hendel en draai de stoel totdat deze naar u toe gedraaid is.
4. Laat de hendel los en zorg dat de stoel weer vast in positie wordt vergrendeld.
5. Ga prettig en stevig in de stoel zitten.
6. Ontsluit de stoel slot hendel en draai de stoel totdat u vooruit kijkt.
7. Laat de hendel los en zorg dat de stoel weer vast in positie wordt vergrendeld.
8. Zet uw voeten veilig op de bodem van de Scootmobiel.
VOORZORG EN CONTROLE
Staat de stoel op de juiste hoogte afgesteld? Zie V. “Instelbaarheid.”
Is de stoel goed vastgezet?
Is de verstelbare stuurkolom op een comfortabele stand gezet en goed vastgezet? Zie V.
“Instelbaarheid.”
Is de sleutel volledig in de schakelaar gestoken, en met de klok mee in de “aan” positie gezet?
Werkt de claxon goed?
Is uw voorgestelde route vrij van mensen, dieren en hindernissen?
Heeft u uw route zo gepland dat u zoveel mogelijk slecht terrein en hellingen vermijdt?
IV. GEBRUIK
Mid-size Scooter Series
105
IV. GEBRUIK
BEDIENING VAN UW SCOOTMOBIEL
WAARSCHUWING! De volgende factoren kunnen sturen en stabiliteit van uw scooter
negatief beinvloeden en resulteren in controleverlies, kantelen en/of persoonlijk letsel.
Vast houden aan of vast maken van een riem om uw huisdier mee te laten lopen.
Dragen van passagiers (inclusief huisdieren).
lets aan het stuur hangen.
Trekken of worden geduwd door een ander gemotoriseerd voertuig.
WAARSCHUWING! Houd allebei de handen aan het stuur en uw voeten te allen tijde op de
vloerplaat terwijl u de Scootmobiel beweegt. Deze rij positie geeft u de meeste controle
over het voertuig.
Stel de snelheidsschakelaar in op de gewenste stand.
Duw of trek aan de betreffende zijde van de gascontrole hendel.
De elektromagnetische rem wordt automatisch ontkoppeld en de Scootmobiel accelereert soepel naar
de snelheid die u van te voren heft ingesteld.
Trek aan de linker handgreep om linksaf te gaan.
Trek aan de rechter handgreep om rechtsaf te gaan.
Beweeg het stuur naar de middenpositie om rechtdoor te gaan.
Laat de gashendel langzaam los om volledig tot stilstand te komen. De elektromechanische rem zal
automatisch in werking treden, zodat uw scooter tot stilstand komt.
OPMERKING: De achteruitrijdneldheid van uw scootmobiel is langzamer dan de vooruitrijdsnelheid
die u vooraf instelt met de snelheidsinsteklknop.
HET AFSTAPPEN VAN UW SCOOTMOBIEL
1. Breng uw Scootmobiel volledig tot stilstand.
2. Verwijder de sleutel uit de schakelaar.
WAARSCHUWING! Probeer nooit in of uit uw Scootmobiel te stappen zonder dat u eerst
de sleutel uit de schakelaar hebt gehaald. Dit voorkomt dat de Scootmobiel in beweging
komt wanneer per ongeluk de gashendel wordt aangeraakt.
3. Maak de stoel slot hendel los en draai de zitting tot u naar de zijkant van uw Scootmobiel kijkt.
4. Verzeker u ervan dat de stoel goed in positie is vergrendeld.
5. Kom voorzichtig en veilig van de stoel en ga aan de kant van de scooter staan.
6. U kunt de zitting naar de zijkant laten staan om het makkelijker te maken de volgende keer om op uw
Scootmobiel te komen.
ENERGIE BESPAREND ONDERDEEL
Uw scooter heeft een energie besparend onderdeel bestemd om uw accu’s te sparen. Als u per ongeluk de
sleutel in het sleutelgat laat zitten in de “aan” positie maar uw Scootmobiel niet gebruikt voor ongeveer 20
minuten, dan slaat het controlesysteem automatisch af. De verlichting van uw scooter zal nog wel blijven
werken.
Als de energie besparing optreedt, voer dan de volgende stappen uit om normale bediening te
hernemen:
1. Zet de sleutel tot stand uit (draai tegen de klok in).
2. Draai de sleutel naar de positie (met de klok mee).
106
Mid-size Scooter Series
V. INSTELBAARHEID
of
2
1
3
VERSTELBARE STUURKOLOM (Zie figuur 14)
WAARSCHUWING! Neem de sleutel uit de
schakelaar voordat u de stuurkolom gaat
aanpassen. Probeer nooit uw stuur aan te
passen terwijl uw scootmobiel in beweging is.
WAARSCHUWING! Duw de stuurkolom naar
achter en naar voren voordat de scootmobiel
wordt gebruikt om te controleren of het
mechanisme voor de hoekinstelling stevig
vast zit. Controleer of de verstelknop van de
stuurkolom en het mechanisme voor de
hoekinstelling volledig zijn ingeschakeld. Als
er beweging zit in de stuurkolom, controleer
dan of de verstelknop van de stuurkolom
volledig is vastgedraaid.
LET OP: Om de stuurkolom volledig te laten zakken voor
demontage of transport, moet u eerst de stoel verwijderen. Zie VI.
“DeMontage en Montage.”
SPIEGEL POSITIE
U monteert de spiegel als volgt (Zie figuur 1, 2 of 3):
1. Bepaal aan welke kant u de spiegel plaatst, en verwijder de
rubberen stop van de bovenkant van de stuurhendel.
2. Plaats het uiteinde met de schroefdraad van de
spiegelhouder in de opening en draai deze met de klok mee
vast.
3. Draai indien nodig de moer met de klok mee voor het
vastzetten van de spiegel.
U stelt de spiegel als volgt bij:
1. Ga in rijpositie zitten met uw gezicht naar voren gericht.
2. Stel de spiegel naar links, rechts, boven of onder bij, tot u
goed zicht achter u hebt.
AANPASSING VANDEZITTING
OPMERKING: De aanpassingen van de zitting die in dit
gedeelte worden beproken zijn afhankelijk van het model van
de stoel op uw scootmobiel. Raadpleeg de Functietabel van
uw scootmobiel om te bepalen welke opties van toepassing
zijn op uw specifieke zittingmodel.
Afstellen van de breedte van de armleuning
Uw stoelmodel is mogelijk voorzien van een functie warrmee
de breedte van de armleuning kan worden aangepast. De
armleuningen van de zitting kunnen naar binnen of naar buiten
worden ingesteld.
1. Maak de vergrendelknoppen van de armleuningen los. Zie
figuur 15.
2. Verwijder de pinnen.
3. Verplaats de armleuning naar de gewenste positie.
4. Lijn de verstelgaatjes op het zittingframe en de
armleuningen uit, plaats dan de pin terug.
5. Draai de vergrendelknoppen vast.
Figuur 14. Stuurinstelling - Twee Variaties
Figuur 15. Verstelling van de zitting – Stijl A
IDENTIFICATIELIJST
1. ARMLEUNING VERSTELKNOP
2. PALLETJE
3. ZITTING HENDEL
Mid-size Scooter Series
107
V. INSTELBAARHEID
1
3
4
2
5
6
Figuur 16. Verstelling van de zitting – Stijl B
OPMERKING: Klap de armleuningen omhoog om te
helpen bij het op- en afstappen van uw scootmobiel.
Draaien van de zitting
Met de draaihendel van de stoel kunt u de stoel in
verschillende posities vastzetten.
1. Afhankelijk van het stoelmodel dient u de draaihendel
van de stoel omhoog te trekken of naar voren te duwen
om de stoel te ontgrendelen. Zie fuguur 15 of 16.
2. Draai de zitting naar de gewenste positie.
3. Laat de hendel los om de zitting op zijn plaats te
vergrendelen.
Rugleuning verstelling
WAARSCHUWING! Bestuur uw Scootmobiel
niet met de rugleuning in een liggende
positie.
WAARSCHUWING! Houd uw rug altijd
stevig tegen de rugleuning gedrukt terwijl
u de hoek van de leuning verstelt.
Indien uw scootmobiel voorzien van een rugleuning die
naar beneden kan bewegen, kunt u de hoek van de
rugleuning instellen met de instelhendel. Zie figuur 16.
1. Met uw rug tegen de rugleuning gedrukt, trek aan de
afstel hendel en leun naar voren of naar achteren om de
hoek van de rugleuning aan te passen.
2. Laat de rugleuning afstelling hendel los als de zitting
eenmaal in een comfortabele rij positie staat.
Voor naar achteren zitting verstelling
Indien uw scootmobiel is voorzien van een verstelbare stoel
kunt u de stoel naar voren of naar achteren verplaatsen om
de afstand tussen de stoel en het bedieninfspaneel ann te
passen.
1. Beweeg de zitting glijdende hendel naar buiten. Zie
figuur 16.
2. Terwijl u de hendel naar buiten houdt, glijdt de zitting
naar voren of naar achteren.
3. Laat de zitting glijdende hendel los als de zitting
eenmaal in de verlangde positie staat.
IDENTIFICATIELIJST
1. RUGLEUNING VERSTELLING HENDEL
2. ZITTING SLOT HENDEL
3. VERSTELLING KNOP
4. ZITTING GLIJDENDE HENDEL
5. ACCESSOIREBEUGEL
6. PALLETJE
108
Mid-size Scooter Series
V. INSTELBAARHEID
1
23
4
Armleuning hoek afstelling
De armleuning hoek van uw scooter kan omhoog of
omlaag worden afgesteld door de afstelling knop te
draaien. Zie figuur 16.
LET OP: Draai de armleuningen omhoog om het op
en af stappen van uw scootmobiel makkelijker te
maken.
Accessoirebeugel
Met de op de achterzijde gemonteerde
accessoirebeugel kunt u uw eigen accessoires, zoals
een mandje, een beugel voor een wandelstok of een
item, aan de achterkant van uw scootmobiel
bevestigen. Gebruik het palletje met de ring om de
accessoires stevig aan de accessoirebeugel te
bevestigen. Zie figuur 16. Vraag uw erkende
handelaar naar de details.
Zithoogte instelling
Om de stoel op één van de drie hoogtes te zetten. Zie
figuur 17.
1. Verwijder de stoel en de achterkap van uw
Scootmobiel. Zie VI. “Demontage en Montage.”
2. Verwijder de bout uit de stoelkolom.
3. Stel uw stoelhouder in op de gewenste hoogte.
4. Houd de stoelhouder op die hoogte en zorg er voor
dat het gat in de stoelkolom en stoelhouder gelijk
zijn.
5. Plaats de bout terug in de stoelkolom.
6. Plaats de moer terug op de verstelbout voor de
stoelhoogte en draai hem aan.
7. Plaats de stoel en achterkap terug op zijn plaats.
Figuur 17. Zithoogte aanpassing
IDENTIFICATIELIJST
1. STOELHOUDER
2. MOER
3. BOUT VOOR VERSTELLING VAN DE ZITHOOGTE
4. STOELKOLOM
Mid-size Scooter Series
109
V. INSTELBAARHEID
7
1
3
5
2
4
6
8
Zithoogte instelling-comfortabele zetelpen
(indien hiermee uitgerust)
Om de stoel op één van de twee hoogtes te zetten:
1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel. Omhoog
trekken en hou hem daar om de zetel los te
maken, draai dan de zetel rond om hem op te
heffen.
2. Verwijder de achterkap.
3. Open de zetelpenkoffer, waar u de apparatuur
aantreft.
4. Druk de zetelpen naar omlaag, terwijl u
tegelijkertijd de schouderbout, wasser, en moer
losmaakt en verwijdert. Zie figuur 18.
5. Verwijder de comfortveer.
6. Om de zetel op te heffen naar het hoogste
montagegat is het nodig dat u een tussenstuk om
de hoogte aan te passen. Om de zetel weer naar
het laagste montagegat te doen zakken, moet u
dat tussenstuk weer verwijderen.
7. Installeer opnieuw de comfortveer.
8. Houd de stoelhouder op die hoogte en zorg er
voor dat het gat in de stoelkolom en stoelhouder
gelijk zijn. Gebruik de bovenste openingen voor
de hoge positie en de lage openingen voor de lage
positie.
LET OP: Als de stang van de stoel in de bovenste
positie is gemonteerd, dan dient u twee
afstandhouders te gebruiken.
9.
Druk op de zetelpen om bout en moer opnieuw aan
te brengen en vast te maken (210 in • lb [24 N • m]).
10. Plaats de stoel terug op zijn plaats.
Figuur 18. Zithoogte Aanpassing–Comfortabele
Aanpassing van de aetelophanging (indien beschikbaar)
Je kan de ophanging van de zetel losser of strakker maken, afhankelijk van welke comfortveer je
installeert.
Om de zetelophanging aan te passen:
1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel. Omhoog trekken en hou hem daar om de zetel los te maken,
draai dan de zetel rond om hem op te heffen.
2. Verwijder de achterkap.
3. Open de zetelpenkoffer, waar u de apparatuur aantreft.
4. Druk de zetelpen naar omlaag, terwijl u tegelijkertijd de zeskantige bout en moer losmaakt en
verwijdert.
5. Verwijder de veer die er nu opzit.
6. Installeer de gewenste veer. Zie figuur 18.
7. Druk op de zetelpen om bout en moer opnieuw aan te brengen en vast te maken [210 in • lb (24 N • m)].
8. Plaats de stoel terug op zijn plaats.
IDENTIFICATIELIJST
1. BAGAGERUIMTE
2. STOELHOUDER
3. DE VEER
gewichtscapaciteit: 0-90.72 kg (0-220 lbs.)
90.72-181.44 kg (220-400 lbs.)
4. HET TUSSENSTUK
5. SCHOUDERBOUT (210 in • lb [24 N • m])
6. STOELKOLOM
7. WASSER
8. MOER
110
Mid-size Scooter Series
V. INSTELBAARHEID
Figuur 19. Veiligheidsgordel bouten
OF
VEILIGHEIDSGORDEL (OPTIONEEL)
Uw Scootmobiel kan uitgerust worden met een verstelbare veiligheidsgordel. Zie figuur 19. De
veiligheidsgordel is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de berijder(ster) niet zijwaarts of voorwaarts kan
glijden. De veiligheidsgordel is niet ontwikkeld als een middel om een persoon vast te zetten in de stoel.
WAARSCHUWING! De veiligheidsgordel van uw stoel is niet bedoeld om gebruikt te
worden in een voertuig, en uw scootmobiel is ook niet geschikt om gebruikt te worden
als zetel in een voertuig. In een voertuig moet u op de correcte wijze de gordels
gebruiken zoals die goedgekeurd zijn door de voertuigfabrikant.
WAARSCHUWING! De veiligheidsgordel dient te allen tijde te worden vastgemaakt. Laat
de veiligheidsgordel nooit los hangen of over de vloer slepen waardoor de riem verstrikt
zou kunnen raken.
Figuur 20. Veiligheidsriem–model met metalen gesp of
model met herbruikbaar klittenband
Het installeren van de veiligheidsgordel (indien
nodig):
1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel.
2. Plaats de stoel ondersteboven zodat u de
onderzijde vanuw stoel kunt zien. Zie figuur 19.
3. Verwijder de bouten aan de buitenzijde van de
zitting-bevestigingsplaat aan de achterzijde van
de stoel.
4. Voer de bouten door het daarvoor bestemde gat
in deuiteinden van de veiligheidsriem en plaats
de bouten vervolgens weer terug in hun gaten in
de zitting-bevestigingsplaat.
5. Draai de bouten goed aan.
A
B
Mid-size Scooter Series
111
V. INSTELBAARHEIDV. INSTELBAARHEID
Veiligheidsriem met metalen gesp
Het aanpassen van de veiligheidsriem:
1. Stop het metalen uiteinde van de ene zijde van deveiligheidsriem in de plastic behuizing van de andere
zijdevan de veiligheidsriem totdat u een “klik” hoort. Zie figuur 20.
2. Trek het losse uiteinde van de veiligheidsriem aan totdat ustevig zit, maar niet zo vast dat het
oncomfortabel wordt.
De plaatsingsgordel losmaken:
1. Duw het knopmechanisme op de kunststof behuizing in.
Veiligheidsriem met klitten band (lussen en haken)
Het aanpassen van de veiligheidsriem:
1. Leg de twee kanten van de riem op elkaar met de kant met de lussen recht boven de ruwe kant (“haak”)
van de andere band. Stevig op elkaar drukken om te bevestigen. Zie figuur 20.
De plaatsingsgordel losmaken:
1. Pak de kant van de riem met de lussen vast en trek deze omhoog om hem los te maken van de andere
kant van de riem.
VERPLICHT! Zorg er voor ieder gebruik voor dat de veiligheidsgordel correct is bevestigd
aan de elektrische Scootmobiel en dat hij comfortabel is afgesteld voorde gebruiker.
VERPLICHT! Inspecteer de veiligheidsriem op losse onderdelen of beschadiging,
inclusief scheuren, versleten plekken, verbogen onderdelen, beschadigde
gespmechanismen, vuil of restanten, voorafgaand aan ieder gebruik van de scootmobiel.
Als u een probleem ontdekt, neem dan contact op met uw bevoegde handelaar voor
onderhoud en reparatie.
112
Mid-size Scooter Series
VI. DEMONTAGE EN MONTAGE
1 2
4 5 6
3
DEMONTAGE
U kunt de scooter demonteren in een aantal onderdelen: de zitting, het achterstuk, het voorstuk, het mandje,
de accu's, en het accukap.
Zie figuur 21.
U heeft geen gereedschap nodig om de scootmobiel te monteren of
demonteren, maar denk er aan dat de gedemonteerde onderdelen van de scootmobiel meer ruimte in beslag
nemen dan de gemonteerde eenheid. Demonteer of monteer uw scootmobiel altijd op een egale, droge
ondergrond met voldoende ruimte om te werken en minstens 1,5 meter (5 feet) rond de scootmobiel om te
bewegen. Denk er aan dat sommige onderdelen erg zwaar zijn en dat het kan zijn dat u hulp nodig heeft om ze
te tillen.
WAARSCHUWING! Til geen dingen op die u fysiek niet aankan. Vraagt, indien
noodzakelijk, om hulp bij demontage van uw scootmobiel.
Figuur 21. Gedemonteerde scootmobiel
IDENTIFICATIELIJST
1. STOEL
2. ACTERSTUK
3. VOORSTUK
4. MANDJE
5. ACCUHOUDER
6. ACCUKAP
Demontageprocedures
1. Verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar. Voor model 104,
Vergrendel het stuur in de recht vooruit positie door de stuur
vergrendelknop in te drukken en 90° met de klok mee te draaien.
Zie figuur 22. Het voorwiel dient recht vooruit te wijzen om het
stuur te vergrendelen.
2. Verwijder de zitting door deze recht omhoog van de
scootmobiel te tillen. Indien u weerstand voelt bij het
verwijderen van de zitting, ontgrendelt u de vergrendeling van
de zitting en kantelt u de zitting voor en achter over terwijl u
deze op tilt.
3. Trek de accukap voorzichtig naar voren, til hem voorzichtig
omhoog en haal hem van de scootmobiel af. Zie figuur 10.
4. De riem losmaken die de accu vasthoudt. Zie figuur 11.
5. Ontkoppel de bedrading van beide accu’s door de lipjes in te
drukken en vervolgens de bedrading van elke accu recht
omhoog te trekken Zie figuur 11.
6. Verwijder de accu’s uit de accuholten.
WAARSCHUWING! Indien u niet beide accu
harnas, ontkoppelt voordat u het voorstuk en
achterstuk van elkaar scheidt kan dit resulteren
in permanente schade aan de Scootmobiel.
7. Voor model 104, Ontkoppel de achter-naar-voren harnas. Zie
figuur 11.
Figuur 22. Vergrendelknop van het
bedieninspaneel (uitsluitend Model 104)
WAARSCHUWING! Indien u niet beide achter-naar-voren harnas, ontkoppelt voordat u het
voorstuk en achterstuk van elkaar scheidt kan dit resulteren in permanente schade aan de
Scootmobiel.
LET OP: Controleer de functietabel van de Scooter aan de pagina 82 om te bepalen of uw Scooter een
frame-ontgrendelhendel of een blokkeerpen heeft, voordat u probeert het frame te demonteren.
Mid-size Scooter Series
113
VI. DEMONTAGE EN MONTAGE
Hoe het frame uit elkaar te halen
1. Schik het voorwiel (s) in een rechte rijrichting.
2. Nadat de zitting en batterijpak zijn verwijderd (zie demontageprocedures), breng de stuurkolom naar
beneden en schroef vast. Zie figuur 14 of 22.
LET OP: De zwenkbare stuurstang is uitgerust met een mechanisme dat de voorwielen vast zet wanneer
de stuurstang volledig naar beneden is gehaald en vastgeschroefd.
3. Verwijder de blokkeerpen van het frame. (Model 104 only) Zie figuur 23.
4. Pak de frame-ontgrendelhendel vast en til hem omhoog, (OF, til de voet van de zetel voor modellen
104) en draai het achterste gedeelte naar achteren tot de haken van het frame niet langer rusten op de
buis van het onderste frame.
5. Scheid langzaam de twee delen.
MONTAGE
1. Plaats het voorstuk en achterstuk van uw Scootmobiel zoals afgebeeld in figuur 23.
2. Gebruik de frame ontgrendelhendel (of til de voet van de zetel voor model 104) om het voorstuk op
te tillen wanneer u de framehaken van het voorstuk uitlijnt met de onderste framebuis van het
achterstuk. Zie figuur 23.
3. Als de framehaken zich eenmaal boven de onderste framebuis bevinden, breng dan het voorste
gedeelte naar beneden en draai tegelijkertijd het achterste gedeelte. Hierdoor wordt de
framevergredeling automatisch ingeschakeld vooralle modellen, behalve model 104. Voor model 104
moet u evenees de framevergrendelpen terugplaatsen om de montage van het koetswerk te voltooien.
4. Trek het stuur omhoog en draai de verstelknop goed vast.
5. Installeer de accudozen opnieuw in de compartimenten.
6. Sluit beide accudraadbomen aan. Zie figuur 11.
7. Zet de accubevestigingsriem vast. Voor model 104, ook beide kabelbomen die van voor naar achteren
lopen opnieuw bevestigen.
8. Plaats de achterbekleding.
9. Installeer de zitting en draai deze totdat hij vergrendelt op de juiste plaats.
WAARSCHUWING! Na montage dient u zich er van te overtuigen dat de stuur
vergrendelknop op de ontgrendel positie staat voordat u met de scootmobiel gaat rijden.
Figuur 23. Frame-ontgrendelhendel (Stijl A) en frame-ontgrendelpen (Stijl B)
IDENTIFICATIELIJST
1. FRAME HAAK
2. ONDER FRAME BUIS
2
1
A
B
114
Mid-size Scooter Series
VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Ieder elektromechanisch deel heeft van tijd tot tijd onderhoud nodig. Hoewel de meeste problemen die
kunnen voorkomen meestal kunnen opgelost worden mits enig nadenken en gezond verstand. Veel van
deze problemen ontstaan wanneer de batterijen niet goed zijn opgeladen of wanneer de batterijen niet goed
meer zijn en geen lading meer kunnen vasthouden.
DIAGNOSTISCHE FOUT CODES
De diagnostische fout codes voor uw scootmobiel zijn bestemd om u te helpen om makkelijk en vlug de basis
problemen op te lossen. Een diagnostische fout code zal biep indien een van de gevallen zich voordoet zoals
ze hieronder beschreven staan. Afhankelijk van het model dat u bezit, zal uw Scooter mededelingen doen
door middel van een van de volgende methodes:
1. Een biepcode begint met een reeks biepen die mekaar snel opvolgen, direct gevolgd door een reeks
tragere biepen die de eigenlijke code weergeven. Deze code wordt slechts eenmaal gebiept. Om de code
te herhalen, moet u de sleutel uit het contact halen en er dan opnieuw insteken, OF
2. Een biepcode zal de situatie aangeven, pauzeren en dan de biepcode herhalen. De biepcode blijft u op
deze manier waarschuwen, totdat de scootmobiel wordt afgezet.
LET OP: Uw scootmobiel zal niet lopen tenzij de flitscode is opgelost en de scootmobiel is afgezet en
weer aangezet.
FOUT CODE CONDITIE OPLOSSING
(1) Accu-voltage is te laag. Laad de accu’s zo vlug mogelijk op.
(2) Accu te laag om de scooter te bedienen. Laad de accu’s
(3) Het voltage van de accu van de scooter
is te hoog, of de lader is nog steeds met
het laadcontact verbonden.
Ontkoppel de lader en/of draai de
sleutel op uit, en draan weer op aan.
(4) Stroom limiet time out. Draai de Scootmobiel uit voor een paar
minuten Draai de Scootmobiel dan weer
aan.
(5) Mogelijk staat de vrijloophendel in de
vrijloopstand.
Verwijder de sleutel, zorg dat de
gashendel de middenpositie staat (niet
ingedrukt), start uw Scootmobiel
opnieuw.
(6) Gaspedaal control hendel niet in de
midden positie gedurende het opstarten.
Zorg ervoor dat de accu's volledig zijn
opgeladen. Indien de accu's volledig
zijn opgeladen, dan breng de gaspedaal
control hendel naar de midden positie,
draai de Scootmobiel af, en dan aan.
(7) Snelheids potentiometer foutmelding. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp.
(8) Foutmelding motor niet gekoppeld. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp.

(9)
Andere interne fout. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp.
Mid-size Scooter Series
115
VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Wat te doen als al mijn Scooter systemen lijken te zijn uitgevallen?
Controleer of de scooter “aan” staat.
Controleer of de accu’s volledig zijn opgeladen.
Druk op de resetknop voor de hoofdstroomonderbreking. Zie II. “Uw Scootmobiel.”
Verzeker u ervan dat beide accukabels en het tuig van voor naar achter stevig vastzitten. Zie III.
“Accu’s en het laden.”
Controleer of het energie besparend onderdeel niet is geactiveerd. Zie IV. “Gebruik.”
Wat als mijn Scootmobiel niet beweegt als ik op de gaspedaal hendel druk?
Wanneer de handbediende vrijloop hendel naar voren wordt gedrukt, worden de remmen ontkoppeld
en wordt alle kracht naar de motor afgesneden.
Trek de handbediende vrijloop hendel terug, zet de scooter af, en zet hem dan weer aan om naar de
normale werking van de scooter terug te keren.
Wat te doen als de automatische zekering er steeds uit springt?
Als de hoofdzekering er herhaaldelijk uitspringt, dient u contact op te nemen met uw erkende
handelaar voor service.
Laad de accu’s van de scootmobiel vaker op. Zie III. “Accu’s en het laden.”
Als het probleem blijft bestaan, laat dan de beide accu’s van uw scootmobiel testen door uw bevoegde
handelaar.
U mag ook de laad test zelf doen. Accu laadtesters zijn verkrijgbaar bij de meeste winkels waar men
auto-onderdelen verkoopt. Volg de directies gegeven met de accu laadtester.
Zie III. “Accu’s en het laden” of “Product Specificaties Blad” voor informatie over het accutype van
uw scootmobiel.
Wat te doen als de accu-conditiemeter op de scootmobiel steeds wegzakt en de motor stottert of
weigert als ik de gashendel indruk?
Laad uw accu’s volledig op. Zie III. “Accu’s en het laden.”
Laat uw bevoegde handelaar de lading van iedere accu testen.
Zie de vorige vraag omtrent het zelf testen van uw accu’s.
Als u problemen heeft met uw scootmobiel, die u niet kunt oplossen, neem dan direct contact op met uw
bevoegde handelaar voor informatie, onderhoud en service.
116
Mid-size Scooter Series
2
31
6
4
5
Volg onderstaande instructies op voor het
vervagen van zowel lucht als massieve banden:
1. Verwijder de steutel van de sleutel schakelaar.
2. Hef die kant van de scootmobiel op, waar u de band
gaat vervangen. Plaats houten blokken onder het
koetswerk om de scootmobiel op te heffen.
3. Verwijder de aandrijfwielmoer en - onderlegring
van de as. Zie figuur 28.
4. Trek het wiel van de as.
5. Schuif het wiel weer over de as. Verzeker u ervan
dat de assleutel in zijn slot zit.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de
assleutel goed in de asgleuf is
geplaatst wanneer u het wiel
installeert. Indien het niet stevig is
geïnstalleerd, is het remsysteem niet
ingeschakeld en dit kan ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken en/of
tot productschade leiden.
6. Breng de moer en sluitring aan op de as en maak
die goed vast.
WAARSCHUWING! Wees er zeker
van dat de moer en de sluitring
terug aangebracht worden en goed
vastgemaakt worden.
7. Plaats de wieldop terug.
8. Verwijder de blokken vanonder de scootmobiel.
Figuur 24. Vervangen van de wielen
IDENTIFICATIELIJST
1. WIELNAAF
2. MOER VAN HET AANDRIJFWIEL
3. ONDERLEGRING VAN HET AANDRIJFWIEL
4. WIEL
5. SPIE
6. SPIEBAAN
Uw scootmobiel heeft een minimum aan verzorging en onderhoud nodig. Als u denkt niet te kunnen
voldoen aan het onderhoud dat hieronder is aangegeven, kunt u dit overleggen met uw bevoegde
handelaar. De volgende gebieden hebben een periodieke inspectie nodig of verzorging en/of onderhoud.
VEILIGHEIDSCONTROLE VAN MASSIEVE BANDEN
Controleer uw banden regelmatig op slijtage of schade.
WVERVANGEN VAN DE WIELEN – MASSIEVE BANDEN
Uw scootmobiel voorzien is van een massieve band. Indien u een beschadigde of versleten band hebt, moet
het volledige wiel worden vervangen. Neem contact op met uw erkende handelaar voor meer informatie
over de vervanging van de wielen van uw scootmobiel.
WAARSCHUWING! De wielen aan uw scootmobiel mogen alleen door een goedgekeurde
handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of vervangen worden.
WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de sleutel uit het contact is en dat de
scootmobiel niet in vrijloop staat vooraleer u deze procedure tracht uit te voeren.
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD
Mid-size Scooter Series
117
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD
BANDENDRUK-PNEUMATISCHE BANDEN
Indien uw Scootmobiel is uitgerust met luchtbanden, behoud dan altijd de psi/bar/kPa luchtdruk zoals
die op elke band is aangegevene.
VERVANGEN VAN DE WIELEN
Indien uw Scootmobiel is voorzien van luchtbanden en u hebt een lekke band, kan u de binnenband laten
vervangen. Neem contact op met uw erkende handelaar voor meer informatie over de vervanging van de
wielen van uw scootmobiel.
WAARSCHUWING! De wielen aan uw scootmobiel mogen alleen door een goedgekeurde
handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of vervangen worden.
WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de sleutel uit het contact is en dat de
scootmobiel niet in vrijloop staat vooraleer u deze procedure tracht uit te voeren.
WAARSCHUWING! Verwijder bij het verwisselen van een pneumatische band alleen de
wielmoeren en verwijder vervolgens het wiel. Als verdere demontage nodig is, dient u de
band VOLLEDIG te laten leeglopen, zodat de band niet kan openbarsten.
1
4
2
5
3
6
7
WAARSCHUWING! Laat de band
volledig leeglopen vooraleer te
herstellen.
Figuur 25. Luchtbanden demontage/montage
IDENTIFICATIELIJST
1. MOEREN
2. ONDERLEGRING
3. VOORSTE VELEG
4. TUBE
5. BAND
6. ACHTERSTE VELEG
7. WIELNAAF
Volg onderstaande instructies op voor het
vervagen van zowel luchtbanden:
1. Verwijder de steutel van de sleutel
schakelaar en verzeker dat de scootmobiel
niet in vrijloop staat.
2. Hef die kant van de scooter op, waar u de
band gaat vervangen. Plaats houten
blokken onder het koetswerk om de scooter
op te heffen.
3. Als u de binnenband wilt vervangen, dient
u de band volledig te laten leeglopen,
voordat u deze van de naaf afhaalt.
4. Verwijder de aandrijfwielmoer en -
onderlegring van de as. Zie figuur 24.
5. Verwijder de aandrijfwiel van de as.
6. Verwijder de schroeven en haal de voorste
en achterste velg uit elkaar. Zie figuur 25.
7. Verwijder de oude binnenband en vervang
deze door een nieuwe. Zie figuur 25.
8. Voeg de velghelften en de band weersamen
door de wielmoeren en sluitringen
opnieuw te bevestigen.
9. Schuif het wiel terug op de as. Zorg ervoor
dat de assleutel zich in het slot bevindt.
Zie figuur 24.
WAARSCHUWING! Het is belangrijk dat de psi/bar/kPa luchtdruk in luchtbanden te allen
tijde op het niveau staat zoals aangegeven op elke band. Pomp uw banden niet teveel of
te weinig op. Een te lage druk kan controleverlies veroorzaken en een te hoge druk kan
de banden doen ontploffen. Indien de correcte psi/bar/kPa luchtdruk niet aangehouden
wordt, dan kan dat band en wiel problemen veroorzaken.
Controleer uw banden regelmatig op slijtage of schade.
118
Mid-size Scooter Series
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUDVIII. VERZORGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de assleutel goed in de asgleuf is geplaatst wanneer
u het wiel installeert. Indien het niet stevig is geïnstalleerd, is het remsysteem niet
ingeschakeld en dit kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken en/of tot productschade
leiden.
10. Herbevestig de moeren aan de wielnaaf en draai ze goed vast.
WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de moer en de sluitring terug aangebracht
worden en goed vastgemaakt worden.
11. Pomp de pneumatische banden op tot de psi/bar/kPa luchtdruk zoals die aangegeven staat op de band.
12. Verwijder de blokken vanonder de scooter.
UITERLIJKE OPPERVLAKKEN
Bumpers en andere oppervlakken kunnen ook onderhouden worden met rubber of vinyl conditioner.
WAARSCHUWING! Gebruik geen rubber of vinyl conditioner op een vinyl stoel of
bandprofiel; deze kunnen hierdoor gevaarlijk glad worden.
SCHOONMAKEN EN DESINFECTEREN
Gebruik een vochtige doek en een mild, niet schurend reinigingsmiddel om de plastic en metalen delen
van uw scootmobiel schoon te maken. Vermijd het gebruik van producten die krassen op het oppervlak
van uw scootmobiel zouden kunnen veroorzaken.
Indien noodzakelijk kunt u het product reinigen met een goedgekeurd desinfectiemiddel. Zorg er voor
gebruik voor, dat het middel veilig is voor gebruik op uw scootmobiel.
WAARSCHUWING! Volg alle veiligheidsinstructies voor het correcte gebruik van het
desinfectiemiddel en/of reinigingsmiddel vooraleer het op uw product te gebruiken.
Indien u dat niet doet, riskeert uw huidirritatie of voortijdige schade aan bekleding en
afwerking van de scootmobiel.
ACCU VERBINDINGEN
Controleer of alle verbindingen goed vastzitten en niet roesten.
De accu’s moeten vlak in de accu schachten zitten.
De accupolen dienen naar weg uit te wijzen de stoelkolom.
HARNAS BEDRADING
Controleer regelmatig alle verbindingen.
Controleer regelmatig alle bedrading isolatie, ook die van de acculader, op slijtage en schade.
Laat iedere beschadigde aansluiting, verbinding of isolatie repareren of vervangen door een bevoegde
service monteur, voordat u uw scootmobiel gaat gebruiken.
VERBODEN! Alhoewel de Scootmobiel aan de vereiste testvoorschriften betreffende het
binnendringen van vloeistoffen voldoet, dient u elektrische aansluitingen uit de buurt van
vocht te houden, met inbegrip van rechtstreekse blootstelling aan water of
lichaamsvloeistoffen en incontinentie. Inspecteer de elektrische onderdelen regelmatig
op tekenen van corrosie en vervang ze indien nodig.
WAARSCHUWING! Trek niet aan het electrisch tuig zelf om dat van de scooter te
verwijderen. Pak altijd de connector vast om tuig los te maken, en dat natuurlijk om schade
aan de draden te voorkomen.
Mid-size Scooter Series
119
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD
VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
Om een zekering te controleren:
1. Verwijder de zekering door deze uit zijn slot te
trekken.
2. Onderzoek de zekering om er zeker van te zijn dat hij
is gesprongen. Zie figuur 26.
3. Plaats een nieuwe zekering van het juiste type.
WAARSCHUWING! De nieuwe zekering
moet exact dezelfde sterkte hebben als
de oude, anders kan het electrisch
systeem beschadigd worden.
Werkende zekering
Gesprongen zekering
(Vervang)
Figuur 26. Vervangen van zekeringen
ABS PLASTIEK DEKMANTEL
De kap van de stuurstand, de voorste kap en de achterkap zijn gemaakt met duurzaam plastic en zijn
voorzien van een geavanceerde urethaan verf.
Een lichte applicatie autowas zal de kappen helpen hun hoge glans te behouden.
DE ASLAGERS EN DE MOTOR/AS MONTAGE
U hoeft deze onderdelen niet te oliën, omdat deze allen zijn voorgeolied en afgesloten.
MOTORBORSTELS
De motorborstels zitten in de behuizing van de motoras. Ze moeten periodiek geïnspecteerd worden door
uw bevoegde Vertegenwoordiger.
BEDIENINGSPANEEL, LADER EN ACHTER ELECTRONIE
Hou deze gedeelten vrij van vocht.
Laat deze gedeelten grondig drogen als ze blootgesteld zijn geweest aan vocht, voor u uw Scootmobiel
weer gebruikt.
VERVANGING VAN EEN NYLON MOER
Iedere nylon moer die bij periodieke onderhoudswerkzaamheden, montage of demontage wordt
verwijderd van de scootmobiel dient te worden vervangen door een nieuw exemplaar. Nylon moeren
kunnen niet worden hergebruikt, omdat er schade kan ontstaan aan de nylon schroefdraad, waardoor er
niet meer sprake is van een goede bevestiging. Nylon moeren zijn verkrijgbaar bij uw lokale
ijzerwarenhandel of bij uw erkende handelaar.
HET OPSLAAN VAN UW SCOOTMOBIEL
Als u van plan bent uw scootmobiel een bepaalde periode niet te gebruiken, is het raadzaam het volgende
te doen:
Laad de accu’s volledig op voordat u ze gaat opslaan.
Verwijder de accu’s van de Scootmobiel.
Sla uw scootmobiel op in een warme droge omgeving.
Vermijd de opslag van uw scootmobiel in ruimten waar deze wordt blootgesteld aan grote
temperatuursverschillen.
Aanbevolen opslagtemperatuur: -40ºC/-40ºF tot 65ºC/149ºF.
120
Mid-size Scooter Series
VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Bescherm uw accu’s altijd tegen vriestemperaturen en laad nooit een
bevroren accu op. Een bevroren accu opladen kan die accu beschadigen.
Accu’s die regelmatig en diep ontladen worden, die onregelmatig opgeladen worden, die opgeslaan
worden onder extreme temperaturen of zonder volledig te zijn opgeladen, kunnen permanent beschadigd
worden wat op zijn beurt resulteert in onbetrouwbare prestaties en een beperkte levensduur. Het wordt
aangeraden om uw accu’s regelmatig op te laden, ook tijdens een lange periode van inactiviteit, om een
betrouwbare prestatie te blijven garanderen.
Voor langere opslag is het beter enkele planken onder het frame van uw scootmobiel te plaatsen om deze
van de grond te tillen. Dit haalt namelijk het gewicht van de banden en voorkomt het vormen van kale
plekken op uw banden.
AFVOER VAN UW SCOOTMOBIEL
U dient uw scootmobiel volgens de plaatselijk geldende regels af te voeren. Neem contact op met de lokale
afvalverwerking of uw erkende handelaar voor informatie omtrent de juiste wijze van afvoer van de ver-
pakkingen van uw elektrische rolstoe, het metalen frame, de plastieken onderdelen, de electronica, accu’s
en de neoprene, silicone, en polyurethane materialen.

Documenttranscriptie

FUNCTIETABEL VAN Modellen  93 104 609 709 610 710 610DX 710DX 610DXW 710DXW 710LX 712 712DX Stijl van bedieningspaneel Stijl van frame A A B C            Verlichting (Optioneel) Kolamp (Vrijloophendel) (Vergrendelpen)     B            SCOOTER              Stoelopties Options * Compleet A UitstapverliOphanging Hoof-Laag HandVerlichtings- (Voorgevormd B chting (Captians) van stoelpen Schakelaar remhendel Kunstsof) pakket                                                *LET OP: De opties per scootermobiel verschillen per land. Neem contact op met uw handelaar om vast te stellen welke opties er beschikbaar zijn voor uw scooter. LET OP: Zorg ervoor dat u het modelnummer van uw scootermobiel weet. Dit nummer bevindt zich op het blad met de productspecificaties in uw eigenarenpakket. In deze handleiding voor eigenaren worden de kenmerken van scootmobielen aangegeven per modelnummer (uiterste linkerkolom op de functietabel van de scootmobiel). Aan de hand van het modelnummer van uw eenheid kunt u bepalen welke unieke kenmerken uw specifieke scootmobiel te bedienen. BEOOGD GEBRUIK Het beoogde gebruik van het product is het bieden van mobiliteit aan personen die zijn beperkt tot een zittende positie en die in staat zijn een Scootmobiel te bedienen. Dit product is geen medisch apparaat en is niet bedoeld om te helpen, te behandelen, te diagnosticeren of te verlichten een medische aandoening of handicap. OPMERKING: Deze eigenaars handleiding is samengesteld uit de laatste specificaties en product informatie op de tijd van publicatie. Wej behouden het recht om veranderingen aan te brengen wanneer nodig. Enige veranderingen aan onze producten kunnen geringe verschillen tussen de illustraties en de verklaringen in deze handleiding tot stand brengen en het product welk u gekocht heeft. De meest recente/huidige versie van deze handleiding is via onze website verkrijgbaar. LET OP: Dit product voldoet aan richtlijnen en vereisten van WEEE, RoHS en REACH. LET OP: Dit product voldoet aan IPX4 classificatie (IEC 60529). LET OP: De scootmobiel en de bijbehorende onderdelen zijn niet vervaardigd met natuurlijke rubberlatex. Raadpleeg de fabrikant met betrekking tot eventuele onderdelen en/of accessoires. 82 Mid-size Scooter Series INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..............................................................................................83 I. VEILIGHEID ..............................................................................................................................84 II. UW SCOOTMOBIEL ..............................................................................................................88 III. ACCU’S EN HET LADEN ......................................................................................................96 IV. GEBRUIK .................................................................................................................................104 V. INSTELBAARHEID ..............................................................................................................106 VI. DEMONTAGE EN MONTAGE ..........................................................................................112 VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...........................................................................114 VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD .................................................................................116 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN WAARSCHUWING! Het eerste afstellen van deze scootmobiel en het uitvoeren van alle in deze handleiding gegeven procedures dient door een goedgekeurde handelaar of een bevoegde monteur te geschieden. Lees eerst deze handleiding en volg alle instructies op, voordat u van plan bent uw scootmobiel voor het eerst te gaan gebruiken. De volgende symbolen zullen in deze handleiding worden gebruikt om waarschuwing en gevaar aan te geven. WAARSCHUWING! Geeft een toestand of situatie aan die mogelijkerwijs gevaarlijk kan zijn. Indien de aangegeven procedures niet opgevolgd worden, kunnen hierdoor persoonlijke verwondingen, beschadiging van onderdelen, of storingen veroorzaakt worden. Op het product wordt deze afbeelding weergegeven als een zwart symbool op een gele driehoek met een zwart kader. VERPLICHT! Deze handelingen dienen uitgevoerd te worden zoals is voorgeschreven. Indien verplichte handelingen niet uitgevoerd worden, kunnen hierdoor persoonlijke verwondingen en/of beschadiging van de apparatuur veroorzaakt worden. Op het product wordt deze afbeelding weergegeven als een wit symbool op een blauwe stip met een wit kader. VERBODEN! Deze handelingen zijn verboden. Deze handelingen dienen op geen enkel ogenblik, of onder welke omstandigheden dan ook, uitgevoerd te worden. Indien een verboden handeling uitgevoerd wordt, kunnen hierdoor persoonlijke verwondingen, en/of beschadiging van de apparatuur veroorzaakt worden. Op het product wordt deze afbeelding weergegeven als een zwart symbool met een rode cirkel en een rode schuine streep. Mid-size Scooter Series 83 I. VEILIGHEID PRODUCT VEILIGHEID SYMBOLEN De symbolen hieronder zijn gebruikt op de scootmobiel om waarschuwingen, verplichte handelingen, en verboden handelingen aan te geven. Het is van belang dat u deze leest en volkomen begrijpt. LET OP: Er staan nog meer waarschuwingen en aanwijzingen in de veiligheidsgids voor consumenten die met uw scooter wordt geleverd. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle waarschuwingen en veiligheidsinformatie in de veiligheidsgids voor consumenten en raadpleeg deze informatiebron regelmatig. Lees en volg de informatie in de gebruikers handleiding. Duidt de bevestigingspunten aan op de scootmobiel. Scootmobiel informatie etiket. Gefabriceerd in. Accusetconfiguratie: + = Pluspool (rood) - = Minpool (zwart) Sluit de rode kabel op de rode pluspool (+) aan. Sluit de zwarte kabel op de zwarte minpool (–) aan. Deze scootmobiel is niet conform ISO 7176-19 aangaande het transport van een bemande scootmobiel in een motorvoertuig. 84 Mid-size Scooter Series I. VEILIGHEID ALGEMEEN VERPLICHT! Voordat u voor het eerst uw scootmobiel gaat gebruiken dient u eerst deze handleiding volledig te lezen en te begrijpen en de veiligheidsgids voor consumenten. Uw scootmobiel is ontworpen om uw leven te vergemakkelijken en uw mobiliteit te vergroten. Wij leveren een groot aantal producten die het best tegemoetkomen aan de behoeften van de scootmobielgebruiker. Hou er rekening mee dat de uiteindelijke beslissing voor keuze en aankoop betreffende het type scootmobiel dat gebruikt gaat worden uiteindelijk de verantwoordelijkheid is van de scootmobielgebruiker. Er zijn bepaalde situaties waarin de gebruiker in het bijzijn van een deskundige zal moeten oefenen. Een getrainde verzorger kan worden gedefinieerd als een familielid of iemand in staat is het bijstaan van een scootmobiel gebruiker bij diverse dagelijkse activiteiten. In het begin zult u mogelijk situaties tegenkomen waarin u enige oefening nodig hebt. Neem hiervoor de tijd en u zult al snel volledig vertrouwd raken met uw scootmobiel in het manoeuvreren door deuropeningen, in en uit liften, hellingen op en af en over normale oppervlaktes. Aanvullende algemene informatie kan gevonden worden op de extra informatiebladen en de brochures in uw eigenarenpakket. Lees alle informatie goed door en houd het bij de hand voor toekomstig gebruik. Hieronder volgen enkele voorzorgsmaatregelen, tips en overige veiligheidsoverwegingen die bedoeld zijn om u bekend te maken met het veilig gebruik van uw nieuwe scootmobiel. Mid-size Scooter Series 85 I. VEILIGHEID VEILIGHEIDSTEST VOORAF Maak uzelf vertrouwd met de scootmobiel en haar mogelijkheden. Wij adviseren om voor ieder gebruik een veiligheidscheck uit te voeren om er zeker van te zijn dat uw scootmobiel soepel en veilig functioneert. Voer de volgende inspecties uit voordat u uw scootmobiel gaat gebruiken:  Controleer de bandendruk. Controleer dat zij niet beschadigd of overmatig versleten zijn.  Controleer alle elektrische verbindingen. Verzeker u ervan dat ze goed vast zitten en niet geoxideerd zijn.  Controleer alle harnas verbindingen. Verzeker u ervan dat ze en de goede werking vast zitten.  Controleer de remmen om te zorgen dat zij naar behoren functioneren.  Controleer de accumeter ter garantie dat de accu's volledig geladen zijn.  Zorg ervoor dat de handmatige vrijloophendel zich in rijmodus bevinden, voordat u op de Scootmobiel gaat zitten. Constateert u een probleem, neem dan contact op met uw handelaar. Raadpleeg het inlegblad met contactinformatie in uw eigenarenpakket. REMMEN Uw Scootmobiel is uitgevoerd met sterke remsystemen:  Regenererend: gebruikt elektrische energie om snel af te remmen wanneer de gashendel in de neutraal/ stopstand wordt gezet en.  Motorrem zorgt voor automatische blokkering nadat de Scootmobiel bijna tot stilstand is gebracht, of wanneer om wat voor reden dan ook de energie wegvalt.  (Optioneel) Handremhendel: Deze hendel biedt de mogelijkheid om een noodstop uit te voeren. Zie II. “Uw Scootmobiel.” DE HANDREMHENDEL (FACULTATIEF) Deze hendel bevat hydraulische vloeistof. Wanneer de hendel is ingedrukt, dan wordt deze vloeistof door de remkabel gestuwd, om de remschoen tegen de remschijf te drukken. De handremhendel is een volledig afgesloten eenheid, wat betekent dat de hydraulische vloeistof niet zou mogen lekken. Er zijn echter bepaalde veiligheidsmaatregelen die men kan treffen indien deze hendel barst of beschadigd wordt.  Raak vooral geen gelekte vloeistof aan, tenzij u een beschermende uitrusting draagt, zoals een veiligheidsbril en handschoenen.  Indien slechts een kleine hoeveelheid vloeistof gelekt is, bedek het dan met droge aarde, zand of een ander niet-ontvlambaar, absorberend materiaal. Eenmaal alle vloeistof is opgenomen, berg alles op in een plastic zak en neem contact op met uw lokale afvalverwijderingsagentschap, die u perfect kunnen uitleggen hoe dit afval te verwijderen. Werp dit afval in geen geval in rivieren of riolen.  Indien uw ogen blootgesteld zijn aan deze vloeistof, verwijder dan uw contactlenzen, indien u die heeft. Spoel uw ogen met fris, zuiver water onder lage druk, terwijl u van tijd tot tijd uw oogleden knippert. Raadpleeg uw dokter indien uw ogen teveel of te lang rood blijven, pijn doen of tranen produceren.  Indien uw huid blootgesteld werd aan deze vloeistof, verwijder dan alle bevuilde kledij. Verwijder alle vloeistof van uw huid, en was met zeep en water. Raadpleeg uw dokter indien de huid beschadigd lijkt of indien irritatie blijft duren. Bevuilde kledij moet grondig gereinigd worden vooraleer u die opnieuw gebruikt en bevuilde lederen kledij moet u weggooien.  Indien u de vloeistof heeft ingeslikt, probeer dan niet over te geven en drink niets, tenzij een dokter u dat aanbeveelt. Dien nooit iets oraal toe aan een persoon die niet volledig bij bewustzijn is. Raadpleeg onmiddellijk uw dokter. 86 Mid-size Scooter Series I. VEILIGHEID  Indien iemand de gassen van de vloeistof ingeademd heeft, breng die dan onmiddellijk in de frisse lucht. Indien deze persoon niet kan ademen, begin dan onmiddellijk mond op mond beademing. Indien ademen moeilijk gaat, dan moet 100% bevochtigde zuurstof toegediend worden door een competent persoon. Raadpleeg onmiddellijk uw dokter, terwijl u de getroffen persoon warm en kalm houdt.  Indien de vloeistof brandt, dan moet u droge chemicalien, schuim, koolzuur of een waternevel gebruiken om de vlammen uit te doven. WAARSCHUWING: Onderneem geen pogingen om de handremhendel aan te passen of om de hydraulische vloeistof te vervangen. Indien iets verkeerd loopt, volg dan de veiligheidsmaatregelen zoals die hier aangegeven staan en neem contact op met uw geauthoriseerde handelaar voor de vervanging van de handrem. De hydraulische handrem mag enkel door uw geauthoriseerde handelaar nagekeken of vervangen worden. WAARSCHUWING: De handrem bevat een hydraulische vloeistof die een milde irritatie van de huid, de ogen, de neus en luchtwegen kan veroorzaken. Onderneem geen pogingen om de handrem aan te passen of na te kijken, zonder de nodige beschermende kledij te dragen, zoals een veiligheidsbril en handschoenen, en vergeet ook niet je handen te wassen nadat je dat gedaan hebt. Mid-size Scooter Series 87 II. UW SCOOTMOBIEL BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel bevat alle controles die u nodig heeft om uw Scootmobiel te bedienen, inclusief de snelheidsschakelaar, het sleutelcontact, de batterijmeter, de status LED, de signaalhoorn, richtingaanwijzers, contacten voor accessoires en de gaspedaal controle. Een aantal van de genoemde functies in dit hoofdstuk zijn optioneel en zijn mogelijk niet beschikbaar op uw scootmobiel. Raadpleeg de Functietabel voor Scooter aan de pagina van deze 82 voor gebruikers om te bepalen welke paneelafbeelding u moet kiezen. Zie figuur 1, 2 of 3. VERBODEN! Stel uw bedieningspaneel niet bloot aan vocht. Indien het toch wordt blootgesteld aan vocht, probeer dan uw scootmobiel niet te gebruiken voordat het paneel volledig is opgedroogd. IDENTIFICATION KEY FOR FIGURES 1, 2 AND 3 1. CLAXON 7. GASHENDEL 2. *RICHTINGAANWIJZER LINKS 8. SNELHEIDSKIESSCHIJF 3. *WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTENSCHAKELLAAR 9. BATTERIJMETER 10. SLEUTELSCHAKELAAR 4. LICHTENSCHAKELAAR 5. *RICHTINGAANWIJZER RECHTS 11. SPIEGEL EN SPIEGEL PLUGS 6. *HOOG-LAAG SCHAKELAAR 12. *HANDREMHENDEL 13. *UITSTAPVERLICHTING *OPTIONELE ONDERDELEN ZISN BESCHIKBAAR OP SOMMINGE MODELLEN 6 3 11 8 9 10 4 12 11 11 7 2 5 1 Figuur 1. Bedieningspaneel A 88 Mid-size Scooter Series II. UW SCOOTMOBIEL Hoorn Deze knop activeert de hoorn. Zorg dat de sleutel goed in de schakelaar zit. Pas dan kan de hoorn functioneren. Aarzel niet uw hoorn te gebruiken in gevaarlijke situaties. Richtingaanwijzerknoppen Gebruik deze knoppen voor het inschakelen van de linker en rechter richtingaanwijzers (amberkleurig).  Duw op de linkerknop om de linker richtingaanwijzer in te schakelen. De draaisignaal indicator in de batterijmeter gaat dan knipperen.  Duw op de rechterknop om de rechter richtingaanwijzer in te schakelen. De draaisignaal indicator in de batterijmeter gaat dan knipperen.  De richtingaanwijzers gaan na een zekere tijd automatisch uit. Lichtenschakelaar Deze schakelaar bedient de lichten van uw scootmobiel.  Druk de schakelaar naar voor om het lage koplicht aan te schakelen.  Druk de schakelaar naar achter om het lage koplicht uit te schakelen. Voor model 710LX, schakelt u de schakelaar naar achteren om plas licht te activeren en in de middelste stand van de bliksem systeem uit te schakelen. WAARSCHUWING! Scootmobielrijders zijn verplicht licht te voeren wanneer het zicht beperkt is—dag en nacht. Gevaren Lichten Schakelaar Deze schakelaar activeert de vier knipperlichten op uw scootmobiel.  Druk de knipperlichtenschakelaar naar voren om de knipperlichten in te schakelen. Voor model 710LX, schakelt u de schakelaar naar rechts te schakelen op de knipperlichten.  Druk de knipperlichtenschakelaar naar achteren om de knipperlichten uit te schakelen. Voor model 710LX, schakelt u de schakelaar naar links de knipperlichten uit te schakelen. Hoog-Laag Schakelaar Deze schakelaar regelt de snelheid van de scooter tussen HOOG en LAAG. Zet de schakelaar naar voren (Hi–Hoog) om de maximale voorgeprogrammeerde snelheid van de scootmobiel te bereiken. Zet de schakelaar naar achteren (Low–Laag) om de halve maximale voorgeprogrammeerde snelheid van de scootmobiel te bereiken. Gashendel Deze hendels geven u de controle over de snelheid voor- en achteruit van uw Scootmobiel, met een maximum snelheid die u vooraf heeft ingesteld. 90 Mid-size Scooter Series II. UW SCOOTMOBIEL Voorgebruik van de gashendel bij modellen met Bedieningspaneel A of C: Het vooruit rijden met uw scootmobiel kan op 2 manieren:  Gebruik uw linkerduim om de linkerzijde van de gashendel in te drukken.  Gebruik de vingers van uw rechterhand om de gashendel terug te trekken. Het achteruit rijden met uw scootmobiel kan op 2 manieren:  Gebruik uw rechterduim om de rechterzijde van de gashendel in te drukken.  Gebruik de vingers van uw linkerhand om de gashendel terug te trekken Voorgebruik van de gashendel bij modellen met Bedieningspaneel B:  Om Vooruit te rijden, gebruikt u uw rechterduim om de rechterzijde van de gashendel in te drukken.  Om Achteruit te rijden, gebruikt u uw linkerduim om de linkerzijde van de gashendel in te drukken. Laat de gashendel los en laat u uw scootmobiel eerst tot een complete stilstand komen voordat u de gashendel de andere kant op duwt. Wanneer de gashendel compleet losgelaten is, gaat zij terug naar de “nulpositie” en activeert daarmee de rem van uw scootmobiel. Snelheidsschakelaar Deze schakelaar maakt het mogelijk de snelheid van te voren in te stellen.  De afbeelding van de schildpad geeft de langzaamste stand aan.  De afbeelding van de haas geeft de snelste stand aan. Batterijmeter Als u de sleutel in het contact steekt, zal deze meter bij benadering de batterijsterkte weergeven. Voor verdere informatie over het laden van de batterijen, zie III. “Accu’s en het Laden” ervan. Toestand LED (Indien Aanwezig) Deze LED maakt u opmerkzaam op electrische problemen die kunnen voorkomen met de scooter. De LED blijft constant opgelicht terwijl uw scooter aanstaat. Indien er zich een electrisch probleem voordoet, dan zal deze LED een code doen oplichten. Zie VII. “Het oplossen van problemen” voor een lijst van codes. Sleutelschakelaar  Steek de sleutel in contactslot en draai met de klok mee om de Scootmobiel in te schakelen.  Draai de sleutel tegen de klok in en verwijder de sleutel om de Scootmobiel uit te schakelen. WAARSCHUWING! Als u de sleutel “off” schakelt terwijl uw Scootmobiel in beweging is zullen de elektronische remmen automatisch inschakelen en uw Scootmobiel komt tot een abrupte stop. Mid-size Scooter Series 91 II. UW SCOOTMOBIEL Plaatsen en afstellen van de spiegel Voor informatie over het plaatsen en afstellen van uw spiegel, zie V. “Instelbaarheid.” Handremhendel (Indien Aanwezig) Deze hendel biedt de mogelijkheid om een noodstop uit te voeren. Wanneer je in beweging bent, dan laat je zachtjes de gashendel los en druk je tegelijkertijd zachtjes de handrem aan om te stoppen. De handrem kan vastgezet worden en dus als parkeerrem gebruikt worden door de handremhendel volledig in te drukken en het remblok in te schakelen. Zie figuur 1. Om het remblok te ontkoppelen, druk de handrem weer volledig in. WAARSCHUWING! De handrem is enkel bedoeld als noodrem en/of als parkeerrem. Stopcontact voor de externe acculader De stroomdraad van de externe acculader is tijdens het opladen van de accu(’s) in dit stopcontact gestoken. Zie figuur 4. Zekeringen van het elektrische systeem Uw scootmobiel is uitgerust met een reeks zekeringen voor het elektrische systeem, die het externe acculaadsysteem, het contactslot en het verlichtingssysteem tegen overmatige elektrische stroom helpen beschermen. Deze zekeringen zijn van hetzelfde type als van auto’s en ze bevinden zich in een compartiment aan de stuurstang. Zie figuur 4. Zie VIII. “Verzorging en Onderhoud” voor instructies over het vervangen van zekeringen. LET OP: Zorg ervoor dat alle elektrische items schoon en droog blijven. IDENTIFICATIELIJST 1. EXTERNE LAADPOORT 2. EXTERNE LAADZEKEKEERING 3. ZEKERING VOOR SLEUTELCONTACT 4. ZEKERING VOOR KOPLAMP 5. ZEKERING VOOR ACHTERLICHTEN 6. ZEKERING VOOR RICHTINGAANWIJZER LINKS 7. ZEKERING VOOR RICHTINGAANWIJZER RECHTS 1 2 3 4 5 6 7 Figuur 4. Stopcontact voor de externe acculader/ Stuurconsole zekeringen ONDERDELEN AAN DE ACHTERKANT De handmatige vrijloophendel, anti-kiepwielen (inden hiermee uitgerust), en motor/transas-opbouw, en optionele beugel voor veiligheidsvlag bevinden zich op uw scootmobiel, zoals aangegeven. Zie figuur 5. Hoewel dit niet wordt getoond, bevinden de accu's en hoofdschakelaar (resetknop) zich ook op het achtergedeelte van uw scootmobiel. OPGELET! Verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar vooraleer u uw scootmobiel in of uit vrijloopmodus te zetten. Ga nooit zitten op een scootmobiel die zich in vrijloopmodus bevindt. Zet een scootmobiel nooit in vrijloopmodus op een helling. 92 Mid-size Scooter Series II. UW SCOOTMOBIEL Handmatig te Bedienen Vrijloophendel Wanneer u uw scootmobiel een klein stukje wilt verplaatsen kunt u deze in de vrijloop positie zetten. 1. Verwijder de sleutel uit de schakelaar. 2. Duw de handmatige vrijloophendel voorruit om het rij- en remsystem te ontkoppelen. U kunt nu uw scootmobiel duwen. DENTIFICATIELIJST 1. HANDMATIGE VRIJLOOPHENDEL 2. MOTOR/TRANSAXLE OPBOUW 3. ANTI-KIEPWIELEN 4. BEUGEL VOOR VEILIGHEIDSVLAG 1 LET OP: Als uw scootmobiel is met een handmatige vrijloophendel met 2 posities, dan dient u de hendel omhoog te trekken en vervolgens de handmatige vrijloophendel naar voren te duwen om het aandrijfsysteem en het remsysteem uit te schakelen. Op deze manier zult u in staat zijn om de scootmoviel te duwen. 3. Duw de handmatige vrijloophendel naar achteren om het rij- en remsystem in te schakelen; hiermee haalt u uw scootmobiel uit de vrijloopstand. 2 3 4 Figuur 5. Onderdelen ann de achterkant WAARSCHUWING! Als u uw scootmobiel in de vrijloop stand zet, zijn de remmen niet ingeschakeld.  Schakel de motoren enkel uit op een horizontaal oppervlak.  Verzeker u ervan dat de sleutel niet in het sleutelcontact zit.  Ga naast de Scootmobiel staan om de vrijloop in- of uit te schakelen. Zit nooit op de Scootmobiel om dit te doen.  Nadat u uw Scootmobiel geduwd heeft, schakel dan altijd terug in rijstand om de remmen te blok keren. LET OP: Als de scootmobiel in vrijloop stand is gezet terwijl de sleutel op de “aan” positie staat, zal de scootmobiel niet starten tot de vrijloophendel naar achteren is getrokken en de sleutel naar de “uit” positie en daarna weer naar de “aan” positie is geplaatst. Motor/Transaxle Opbouw De motor/transaxel opbouw is een elektromechanische unit die de elektrische energie van de accu’s omzet in de gecontroleerde mechanische energie die de wielen van uw scootmobiel aandrijft. Mid-size Scooter Series 93 II. UW SCOOTMOBIEL Anti-kiepwielen De anti-kiepwielen zijn bedoeld voor uw veiligheid. Ze zijn aan het frame gelast op het achterste deel van uw scootmobiel. VERBODEN! Haal de anti-kiepwielen er niet af of verander uw scootmobiel op geen enkele wijze zonder toestemming van handelaar. WAARSCHUWING! De anti-kiepwielen kunnen de vlotte overgang belemmeren van uw scootmobiel als u probeert een trottoir te bestijgen of af te dalen. Bel uw handelaar voor assitentie/hulp. Accu’s De accu’s bevatten de elektrische energie die uw scootmobiel aandrijft. Voor meer informatie over accu’s, zie III. “Accu’s en het Laden” ervan. Beugel voor veiligheidsvlag (Optioneel) Een accessoirebeugel voor installatie van een optionele veiligheidsvlag bevindt zich naast ieder antikantewiel. Zie figuur 5. Voor installatie van de vlag moet de meegeleverde L-vormige inbussleutel worden gebruikt. Installatie van de veiligheidsvlag: 1. Verwijder de dop van de bovenkant van de beugel. 2. Draai de stelschoref los met de meegeleverde L-vormige inbussleutel. 3. Plaats de vlaggenstok in de opening. 4. Draai de stelschoroef vast om montage te voltooiejn. Hoofd Stroomonderbreker Wanneer the stroom in de accu’s laag wordt of de scootmobiel zwaar belast is door een buitensporig lading of een, kan de hoofdzekering doorslaan om de motor en de elektronica te beschermen tegen schade. Wanneer de zekering doorslaat, dan slaat het gehele electrische systeem af. Zie figuur 6.  De reset knop komt te voorschijn wanneer de schakelaar losschiet.  Geef de electronica een minuut of zo “om te rusten.”  Hef de instelhendel terug omhoog totdat u een klik hoort, of vervolgens drukt u de knop van de hoofdzekering in.  Wanneer de hoofd stroomonderbreker herhaaldelijk losschiet, kan het zijn dat u uw accu’s vaker dient op te laden. Ook zou het kunnen zijn dat u uw handelaar moet vragen de accu’s te testen.  Indien de hoofd stroomonderbreker er herhaaldelijk uitspringt, dient u uw handelaar te bezoeken voor service. * Uitsluitend model 710LX Figuur 6. Hoofdzekering 94 Mid-size Scooter Series II. UW SCOOTMOBIEL VEILIGHEIDSMAATREGELEN Zet de scootmobiel altijd vast in een voorwaartse positie in een voertuig. Maak de 4 riemen vast aan de daarvoorbestemde bevestigingspunten. Zie figuur 7. Maak de riemen vast genoeg zodat er geen speling meer op zit. Maak de riemen nooit vast aan aanpasbare, bewegende of verwijderbare onderdelen van de scootmobiel zoals daar zijn, de armleuningen, de kap en de wielen. Deze onderdelen zouden moeten verwijderd worden. De ankerpunten voor de riemen die de scootmobiel langs achteren moeten vastzetten, moeten direct achter de achterwaartse bevestigingspunten op de scootmobiel geplaatst worden. De ankerpunten vooraan moeten wijder zijn dan de scootmobiel om een groter laterale stabiliteit te verzekeren. WAARSCHUWING! Verzeker u ervan dat de scootmobiel stevig is vastgemaakt aan het voertuig tijdens het transport. Scootmobiels die niet stevig zijn vastgemaakt aan het voertuig, zijn een gevaar voor de gebruiker en andere passagiers in het voertuig in het geval van abrupt remmen, een ongeval of indien u scherp moet uitwijken, omdat de scootmobiel kan omvallen of van zijn plaats kan glijden. Bevestig een scootmobiel aan een van de verwijderbare onderdelen zoals armleuningen, stoel, mandje, accessoirebeugels, enz. IDENTIFICATIELIJST 1. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE VOORZIJDE (modellen met 3 wielen) 2. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE VOORZIJDE (modellen met 4 wielen) 3. BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE ACHTERZIJDE 1 2 3 Figuur 7. Bevestigingspunten (Aangegeven met zwarte stippen) Mid-size Scooter Series 95 III. ACCU’S EN HET LADEN ACCU’S EN HET LADEN Uw scootmobiel heeft twee langdurende, 12-volt, deep-cycle batterijen nodig die afgesloten zijn en onderhoudsvrij. Ze worden opgeladen door de verstrekte extern laadsysteem.  Laad de accu’s van uw scooter minstens 8 tot 14 uur op, vóór het eerste gebruik.  Laad de accu’s op voordat u uw scootmobiel voor de eerste keer gaat gebruiken. HET LEZEN VAN UW ACCUVOLTAGE De accu conditie meter op het bedieningspaneel geeft in kleurcodes een indicatie van de hoeveelheid energie in uw accu’s. Van rechts naar links, groen; volledig geladen accu’s, geel; afnemende lading, en rood; opladen dient onmiddellijk te gebeuren. Zie figuur 8. Om uw lading te controleren dient u eerst het laadsnoer uit het stopcontact te halen en uw scootmobiel aan te zetten. ACCU’S OPLADEN 1a 1b Figuur 8. Accu Conditie Meter VERBODEN! Verwijdering van deaarding kan een elektrisch gevaar scheppen. Indien nodig, monteer adequaat een toegestane adaptor met drie contactpunten op een electrisch contact met twee contactpunten. VERBODEN! Gebruik nooit een verlengsnoer om uw batterijlader aan te sluiten. Sluit de batterijlader direct aan een standaard stopcontact in de muur. VERBODEN! Sta niet toe dat kinderen zonder toezicht in de buurt van de scootmobiel spelen als de accu’s worden geladen. We adviseren u aan, de accu’s niet op te laden terwijl er iemand op de scootmobiel zit. VERPLICHT! Lees de instructies van de acculader in deze gebruiksaanwijzing en in de gebruiksaanwijzing die bij de lader hoort voordat u de accu’s gaat laden. WAARSCHUWING! Explosieve gassen kunnen vrijkomen tijdens het laadproces van de accu’s. Houd de scootmobiel en de acculader ver verwijderd van ontstekingsbronnen zoals vlammen of vonken en zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laden van de accu's. WAARSCHUWING! U moet de accu’s van uw scootmobiel met behulp van de afzonderlijke meegeleverde acculader opladen. Gebruik geen acculader van het type dat voor automobielen gebruikt wordt. WAARSCHUWING! Controleer de lader, de bedrading en de connectoren op schade vooraleer u de lader gebruikt en indien schade is toegebracht, contacteer uw handelaar. WAARSCHUWING! Probeer niet de accubehuizing te openen. Indien het er op lijkt dat de lader niet naar behoren werkt neemt u contact op met uw erkende handelaar. WAARSCHUWING! Indien de acculader is voorzien van koelopeningen dient u geen voorwerpen door deze openingen proberen te steken. WAARSCHUWING! Wees u ervan bewust dat het omhulsel van de acculader kan verhitten tijdens het opladen. Vermijd contact met de huid en plaats het apparaat niet op oppervlakken die door hitte kunnen worden beïnvloed. WAARSCHUWING! Indien uw losse acculader niet is getest en goedgekeurd voor gebruik buitenshuis, dient u deze niet bloot te stellen aan ongunstige of extreme weersomstandigheden. Als de acculader is blootgesteld aan ongunstige of extreme weersomstandigheden, dient u deze de gelegenheid te geven zich aan de nieuwe omgevingsomstandigheden aan te passen voordat u hem weer binnenshuis gebruikt. Neem de gebruiksaanwijzing van de acculader in acht voor verdere informatie. 96 Mid-size Scooter Series III. ACCU’S EN HET LADEN Volg de 6 eenvoudige stappen om uw accu’s veilig op te laden: 1 2 3 4 5 6 8-14H Figuur 9. Diagram voor laadprocedures voor accu’s WAARSCHUWING! De LED lichtjes op de lader geven verschillende stadia aan in het laadproces. Verwijder de oplader uit de contactdoos en neem contact op met uw handelaar, indien de LED-verlichting niet binnen 24 uur aangeeft dat het opladen voltooid is. Kijk op de label op de lader voor een complete uitleg van de indicaties. LET OP: Er zit een laad-blokkeringsfunctie op uw scootmobiel. Uw scootmobiel zal niet rijden en de accu conditiemeter zal niet werken terwijl de accu’s worden opgeladen (als het accupak wordt geladen op de scooter). Mid-size Scooter Series 97 III. ACCU’S EN HET LADEN VEEL GESTELDE VRAGEN Hoe werkt de lader? Wanneer uw scootmobiel’s accu voltage laag is, werkt de lader harder, en zendt meer elektrische stroom naar de accu’s om deze op niveau te brengen. Als het voltage een volle lading bereikt, zal de lader steeds minder en minder elektrische stroom naar de accu’s sturen. Als de accu’s volledig opgeladen zijn is de stroom die verstuurd wordt door de lader bijna nul ampère. Daarom, als de lader is aangesloten blijft er stroom op de accu’s maar worden ze niet overladen. Voor oplaadinstructies: zie de handleiding die meegeleverd werd met de acculader. Kan ik een andere lader gebruiken? Laders zijn zorgvuldig geselecteerd voor een bepaald doel, en zijn speciaal geschikt bevonden voor het type, formaat, en chemische samenstelling van de betreffende accu’s. Voor de veiligste en meest efficiente manier van laden van de accu’s van uw scootmobiel wielen we u aan uitsluitend gebruik te maken van de lader die als een origineel onderdeel bij uw product werd geleverd. Iedere mogelijke methode waarbij de accu’s afzonderlijk worden geladen is ten strengste verboden. Wat te doen als mijn accu’s niet laden?  Overtuig u er van dat de rode (+) en de zwarte (-) accu kabels correct zijn verbonden met de accupolen.  Controleer of de accukables die uit de accu komen zijn aangesloten op de passende kabelbomen die naar de lader leiden.  Overtuig u er van dat beide uiteinden van de stroomtoevoer volledig zijn ingestoken. Hoe vaak moet ik de batterijen opladen? Twee grote factoren moeten beschouwd worden wanneer u beslist hoe vaak u de batterijen moet opladen:  Dagelijks gebruik van uw Scootmobiel.  Sporadisch gebruik van uw Scootmobiel. Met deze 2 factoren in gedachte kunt u vaststellen hoe vaak en hoe lang u uw batterijen moet opladen. Wij hebben de externe lader ontwikkeld zodat deze uw batterijen niet kan overladen. Echter, u kunt enige problemen tegenkomen als u uw batterijen niet vaak genoeg oplaad en als u de batterijen niet regelmatig oplaad. Hier volgen regels die u een veilige en betrouwbare batterij lading verzorgt.  Als u uw Scootmobiel dagelijks gebruikt, laadt dan de batterijen op als u de Scootmobiel niet meer gebruikt aan het einde van de dag. Uw Scootmobiel zal elke morgen weer volledig opgeladen zijn voor uw dagelijks gebruik. Wij raden u aan dat u uw batterijen oplaadt voor op zijn minst 8–14 uur na elk dagelijks gebruik. Wij adviseren de accu 4 uur extra op te laden, nadat de batterijlader aangeeft dat het laden is voltooid.  Als u uw Scootmobiel 1 keer per week of minder gebruikt, laadt dan de batterijen op voor op zijn minst 24 uur. LET OP: Houdt uw batterijen volledig geladen een vermijd diepe ontlading van uw batterijen. Voor oplaadinstructies: zie de handleiding die meegeleverd werd met de acculader. Wij adviseert de accu eenmaal per maand minstens 48 uur achter elkaar op te laden voor betere prestaties en een langere levensduur van de accu. 98 Mid-size Scooter Series III. ACCU’S EN HET LADEN Hoe kan ik de maximale afstand per lading bereiken? Zelden zult u ideale rij-omstandigheden hebben, gladde, of harde rij-oppervlakten, geen tegenwind of bochten. Vaak zult u hellingen, stoepen, bochten, wind, oneffen en losse ondergrond tegenkomen. Al deze rij-omstandigheden hebben invloed op de afstand of rijtijd per batterijlading. Nu volgen enkele suggesties om de maximale afstand per batterijlading te kunnen bereiken.  Laad altijd de batterijen de dag voor gebruik.  Behoud maar overschrijd niet de psi/bar/kPa luchtdruk zoals die op de luchtbanden aangegeven staat.  Plan uw route om zoveel mogelijk hellingen, hobbelige of zachte ondergronden te voorkomen.  Beperk uw bagagegewicht tot de noodzakelijke dingen.  Probeer zoveel mogelijk een gelijke snelheid te houden als u op uw scootmobiel rijdt.  Vermijd veel start- en stopsituaties, rij regelmatig.  Wij adviseren!! De accu eenmaal per maand minstens 48 uur achter elkaar op te laden voor betere prestaties en een langere levensduur van de accu.  Zorg dat alle verbindingen met het tuig goed zijn vastgemaakt. Hoe kan ik voor een maximale levensduur van de accu’s zorgen? Volledig geladen, diepe cyclus accu’s zorgen voor een betrouwbare capaciteit en gaan langer mee. Houd de accu’s zoveel mogelijk volledig gevuld. Bescherm uw scootmobiel en accu’s tegen extreme hitte of koude. Accu’s die regelmatig diep ontladen worden, onregelmatig opgeladen worden, opgeslagen worden onder extreme temperaturen, of opgeslagen worden zonder een volledige lading kunnen permanent beschadigd worden en daardoor een onbetrouwbare prestatie leveren en een beperkte levensduur hebben. LET OP: Om de levensduur van de batterij te verlengen, altijd uitschakelen scooter en de sleutel verwijderen wanneer niet in gebruik. Wat voor type en maat accu’s moet ik gebruiken? Wij raden aan om diep cycle accu’s te gebruiken die gesloten zijn en zonder onderhoud. Allebei AGM en Gel-Cell zijn diepe cycle accu’s die gelijkmatig zijn in prestatie. Gebruik geen natte cell accu’s, welke verwijderbare kappen hebben. Raadpleeg de specificatietabel voor de juiste maat, omdat accu’s verschillen, afhankelijk van de fabrikant. WAARSCHUWING! Accu’s bevatten corrosieve chemicaliën. Gebruik alleen AGM of Gel-Cell accu’s om lekkage en explosieve condities te verminderen. LET OP: Gesloten batterijen zijn niet duurzaam. Verwijder de kappen niet. Waarom lijken mijn nieuwe accu’s zwak? Deep-cycle accu’s gebruiken een verschillende chemische technologie dan die gebruikt wordt in auto batterijen, nikkelcadmium batterijen en andere, veel voorkomende batterijen. Deep-cycle accu’s zijn specifiek ontwikkeld om kracht te leveren, te ontladen, en dan weer relatief snel op te laden. Mid-size Scooter Series 99 III. ACCU’S EN HET LADEN Wij werken nauw samen met batterij fabrikanten om accu’s te gebruiken die de specifieke behoeften van uw scootmobiel ten goede komen. Verse accu’s komen dagelijks aan en worden volledig opgeladen naar onze klanten opgestuurd. Gedurende de verzending kunnen de accu’s extreme temperaturen ondergaan die hun initiale prestatie kunnen beïnvloeden. Hitte en kou vermindert de laadkracht van een batterij, kou vertraagt de laadkracht beschikbaar en rekt de tijd uit die nodig is om de batterij opnieuw op te laden. Het kan een paar dagen duren voor de temperatuur van uw scootmobiels accu’s zich aanpassen aan hun nieuwe kamer of omgeving temperatuur. Belangrijker nog is dat het een paar opladings cyclussen duurt vooraleer de critische chemische balans is bereikt die diep cyclus batterij topprestaties laat leveren en een lang leven laat leiden. Volg de volgende stappen om ervoor te zorgen dat u uw nieuwe accu een goede start bezorgt. 1. Laad uw accu volledig op voordat u ze de eerste keer gebruikt. Deze lading brengt de accu tot 88% van de top prestatie. 2. Gebruik uw scootmobiel in veilige en vertrouwde gebieden zodat u gewend raakt aan het gebruik van uw nieuwe scootmobiel en belast de accu niet te zwaar de eerste keer. Neem geen “heuvels” en rij geen al te lange afstanden. 3. Laad uw accu volledig op. Deze lading brengt de accu tot meer dan 90% van de top prestatie. 4. Gebruik uw scootmobiel, dan laad uw accu wederom volledig. 5. Na vier of vijf ladingen brengt dit de accu tot 100% van de top prestatie en zullen ze per lading een langere tijd meegaan. Hoe te gebruiken in het openbaar vervoer? AGM en Gel-Cell batterijen zijn ontworpen voor toepassing in scootmobiels en andere voertuigen. Deze batterijen zijn Federal Aviation Administration (FAA) goedgekeurd (uitsluitend in de VS), waardoor veilig vervoer op vliegtuigen, bussen en treinen, omdat er geen gevaar van morsen of lekkage. We raden u aan de vervoerder kassa van tevoren contact op om de vervoerder de specifieke eisen vast te stellen. Hoe vervang ik een accu in mijn scootmobiel? VERPLICHT! De accupolen, aansluitklemmen en aanverwante accessoires bevatten lood en loodverbindingen. Draag bij het hanteren van accu’s een veiligheidsbril en geschikte handschoenen, en was uw handen na gebruik. VERBODEN! Gebruik altijd twee accu’s van exact hetzelfde type, met identieke chemische samenstelling en capaciteit (Ah). Raadpleeg de specificatietabel die in deze handleiding en in de bij de acculader geleverde handleiding opgenomen is, voor aanbevolen type en capaciteit. WAARSCHUWING! Meng geen oude en nieuwe batterijen. Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd. WAARSCHUWING! Neem contact met uw handelaar op indien u vragen heeft met betrekking tot de accu’s in uw scootmobiel. WAARSCHUWING! Vervang de accu’s niet als er iemand in de scootmobiel zit. WAARSCHUWING! De accu’s in uw scootmobiel mogen alleen door een goedgekeurde handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of vervangen worden. VERBODEN! Hou gereedschap en andere metalen voorwerpen weg van de batterijpolen. Contact met gereedschap kan elektrische schokken veroorzaken. 100 Mid-size Scooter Series III. ACCU’S EN HET LADEN Voor het vervangen van de accu’s heeft u het volgende nodig:  Standaard/metrische doppenset  Verstelbare moersleutel WAARSCHUWING! Probeer niet meer op te tillen dan u fysiek aankan. Vraag altijd om hulp wanneer dat noodzakelijk is tijdens het inelkaar zetten of uiteenhalen van uw scootmobiel. WAARSCHUWING! Trek bij het ontkoppelen niet aan de draden van de elektrische klemmen van de scootmobiel. Neem altijd de aansluiting zelf vast bij het ontkoppelen van de klem, om beschadiging van de bedrading te voorkomen. Om een Batterij in uw Scootmobiel te vervangen: 1. Verwijder de zitting en de accubekleding. Zie figuur 10. 2. Maak de bevestiging van de accu los. Zie figuur 11. 3. Maak de bedrading die van voor naar achter loopts los. Ontkoppel beide accukabels door iedere kabel uit de bijbehorende stekker te trekken. Zie figuur 11. 4. Ontkoppel de accukabels van de accupolen door de beschermkappen naar achteren te schuiven en de moer van de bout af te schroeven. Zie figuur 12. 5. Verwijder de oude accu’s uit de accuholten. 6. Plaats een nieuwe accu in elke accu compartiment. Plaats de accupolen van elke accu tegenover elkaar en naar de buitenkant van de scootmobiel gericht. Zie figuur 11. 7. Verbind de rode accukabel met de positieve (+) accupool. 8. Verbind de zwarte accukabel met de negative (-) accupool. 9. Breng de beschermkappen weer op de accupolen aan. 10. Plaats de accubehuizing terug. 11. Maak de bevestiging van de accu weer vast. 12. Plaats de accukap en zitting terug. 1 2 1 *ALLEEN MODELLEN 104 Figuur 10. Verwijdering/installatie van de kap LET OP: Als u een beschadigde accu aantreft, zorg er dan voor dat u die meteen in een platic tas verpakt en contact opneemt met uw bevoegde handelaar voor verwijderingsinstructies. Uw bevoegde handelaar heeft ook de nodige informatie over het recyclen van accu’s, wat natuurlijk onze voorkeur is. Mid-size Scooter Series 101 III. ACCU’S EN HET LADEN IDENTIFICATIELIJIST 1. HOOFDZEKERING 2. ACCUPOLEN ONDER DE BESCHERMKAPPEN 3. RIEM OM DE ACCU MEE VAST TE MAKEN 4. ACCU BEHUIZINGEN 5. TUIG VAN VOREN NAAR ACHTEREN 2 2 3 2 2 1 2 2 3 3 2 2 1 5 4 4 *MODEL 104 ALLEEN 2 3 1 4 * MODEL 710LX Figuur 11. Verwijdering/installatie van de accu, polen en aansluitingen 102 Mid-size Scooter Series III. ACCU’S EN HET LADEN * MODEL 710LX Figuur 12. Bevestigingsmateriaal voor de accupolen Mid-size Scooter Series Figuur 13. Diagram met accubedrading 103 IV. GEBRUIK VOORDAT U OP UW SCOOTMOBIEL STAPT  Heeft u uw accu’s volledig opgeladen? Zie III. “Accu’s en het laden.”  Is de handmatige vrijloophendel in de rijpositie (naar achteren)? Laat de handmatige vrijloophendel nooit in de vrijloop positie (naar voren) staan tenzij u de Scootmobiel handmatig aan het voortbewegen bent. HET OPSTAPPEN OP UW SCOOTMOBIEL 1. Overtuig u ervan dat de sleutel uit de schakelaar is gehaald. WAARSCHUWING! Probeer nooit in of uit uw Scootmobiel te stappen zonder dat u eerst de sleutel uit de schakelaar hebt gehaald. Dit voorkomt dat de Scootmobiel in beweging komt wanneer per ongeluk de gashendel wordt aangeraakt. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Ga naast uw Scootmobiel staan. Ontsluit de stoel slot hendel en draai de stoel totdat deze naar u toe gedraaid is. Laat de hendel los en zorg dat de stoel weer vast in positie wordt vergrendeld. Ga prettig en stevig in de stoel zitten. Ontsluit de stoel slot hendel en draai de stoel totdat u vooruit kijkt. Laat de hendel los en zorg dat de stoel weer vast in positie wordt vergrendeld. Zet uw voeten veilig op de bodem van de Scootmobiel. VOORZORG EN CONTROLE  Staat de stoel op de juiste hoogte afgesteld? Zie V. “Instelbaarheid.”  Is de stoel goed vastgezet?  Is de verstelbare stuurkolom op een comfortabele stand gezet en goed vastgezet? Zie V. “Instelbaarheid.”  Is de sleutel volledig in de schakelaar gestoken, en met de klok mee in de “aan” positie gezet?  Werkt de claxon goed?  Is uw voorgestelde route vrij van mensen, dieren en hindernissen?  Heeft u uw route zo gepland dat u zoveel mogelijk slecht terrein en hellingen vermijdt? 104 Mid-size Scooter Series IV. GEBRUIK BEDIENING VAN UW SCOOTMOBIEL WAARSCHUWING! De volgende factoren kunnen sturen en stabiliteit van uw scooter negatief beinvloeden en resulteren in controleverlies, kantelen en/of persoonlijk letsel.  Vast houden aan of vast maken van een riem om uw huisdier mee te laten lopen.  Dragen van passagiers (inclusief huisdieren).  lets aan het stuur hangen. Trekken of worden geduwd door een ander gemotoriseerd voertuig. WAARSCHUWING! Houd allebei de handen aan het stuur en uw voeten te allen tijde op de vloerplaat terwijl u de Scootmobiel beweegt. Deze rij positie geeft u de meeste controle over het voertuig.  Stel de snelheidsschakelaar in op de gewenste stand.  Duw of trek aan de betreffende zijde van de gascontrole hendel.  De elektromagnetische rem wordt automatisch ontkoppeld en de Scootmobiel accelereert soepel naar de snelheid die u van te voren heft ingesteld.  Trek aan de linker handgreep om linksaf te gaan.  Trek aan de rechter handgreep om rechtsaf te gaan.  Beweeg het stuur naar de middenpositie om rechtdoor te gaan.  Laat de gashendel langzaam los om volledig tot stilstand te komen. De elektromechanische rem zal automatisch in werking treden, zodat uw scooter tot stilstand komt. OPMERKING: De achteruitrijdneldheid van uw scootmobiel is langzamer dan de vooruitrijdsnelheid die u vooraf instelt met de snelheidsinsteklknop. HET AFSTAPPEN VAN UW SCOOTMOBIEL 1. Breng uw Scootmobiel volledig tot stilstand. 2. Verwijder de sleutel uit de schakelaar. WAARSCHUWING! Probeer nooit in of uit uw Scootmobiel te stappen zonder dat u eerst de sleutel uit de schakelaar hebt gehaald. Dit voorkomt dat de Scootmobiel in beweging komt wanneer per ongeluk de gashendel wordt aangeraakt. 3. 4. 5. 6. Maak de stoel slot hendel los en draai de zitting tot u naar de zijkant van uw Scootmobiel kijkt. Verzeker u ervan dat de stoel goed in positie is vergrendeld. Kom voorzichtig en veilig van de stoel en ga aan de kant van de scooter staan. U kunt de zitting naar de zijkant laten staan om het makkelijker te maken de volgende keer om op uw Scootmobiel te komen. ENERGIE BESPAREND ONDERDEEL Uw scooter heeft een energie besparend onderdeel bestemd om uw accu’s te sparen. Als u per ongeluk de sleutel in het sleutelgat laat zitten in de “aan” positie maar uw Scootmobiel niet gebruikt voor ongeveer 20 minuten, dan slaat het controlesysteem automatisch af. De verlichting van uw scooter zal nog wel blijven werken. Als de energie besparing optreedt, voer dan de volgende stappen uit om normale bediening te hernemen: 1. Zet de sleutel tot stand uit (draai tegen de klok in). 2. Draai de sleutel naar de positie (met de klok mee). Mid-size Scooter Series 105 V. INSTELBAARHEID VERSTELBARE STUURKOLOM (Zie figuur 14) WAARSCHUWING! Neem de sleutel uit de schakelaar voordat u de stuurkolom gaat aanpassen. Probeer nooit uw stuur aan te passen terwijl uw scootmobiel in beweging is. of WAARSCHUWING! Duw de stuurkolom naar achter en naar voren voordat de scootmobiel wordt gebruikt om te controleren of het mechanisme voor de hoekinstelling stevig vast zit. Controleer of de verstelknop van de stuurkolom en het mechanisme voor de hoekinstelling volledig zijn ingeschakeld. Als er beweging zit in de stuurkolom, controleer dan of de verstelknop van de stuurkolom volledig is vastgedraaid. LET OP: Om de stuurkolom volledig te laten zakken voor demontage of transport, moet u eerst de stoel verwijderen. Zie VI. “DeMontage en Montage.” SPIEGEL POSITIE U monteert de spiegel als volgt (Zie figuur 1, 2 of 3): 1. Bepaal aan welke kant u de spiegel plaatst, en verwijder de rubberen stop van de bovenkant van de stuurhendel. 2. Plaats het uiteinde met de schroefdraad van de spiegelhouder in de opening en draai deze met de klok mee vast. 3. Draai indien nodig de moer met de klok mee voor het vastzetten van de spiegel. Figuur 14. Stuurinstelling - Twee Variaties IDENTIFICATIELIJST 1. ARMLEUNING VERSTELKNOP 2. PALLETJE 3. ZITTING HENDEL U stelt de spiegel als volgt bij: 1. Ga in rijpositie zitten met uw gezicht naar voren gericht. 2. Stel de spiegel naar links, rechts, boven of onder bij, tot u goed zicht achter u hebt. AANPASSING VANDEZITTING OPMERKING: De aanpassingen van de zitting die in dit gedeelte worden beproken zijn afhankelijk van het model van de stoel op uw scootmobiel. Raadpleeg de Functietabel van uw scootmobiel om te bepalen welke opties van toepassing zijn op uw specifieke zittingmodel. 3 2 1 Figuur 15. Verstelling van de zitting – Stijl A Afstellen van de breedte van de armleuning Uw stoelmodel is mogelijk voorzien van een functie warrmee de breedte van de armleuning kan worden aangepast. De armleuningen van de zitting kunnen naar binnen of naar buiten worden ingesteld. 1. Maak de vergrendelknoppen van de armleuningen los. Zie figuur 15. 2. Verwijder de pinnen. 3. Verplaats de armleuning naar de gewenste positie. 4. Lijn de verstelgaatjes op het zittingframe en de armleuningen uit, plaats dan de pin terug. 5. Draai de vergrendelknoppen vast. 106 Mid-size Scooter Series V. INSTELBAARHEID OPMERKING: Klap de armleuningen omhoog om te helpen bij het op- en afstappen van uw scootmobiel. Draaien van de zitting Met de draaihendel van de stoel kunt u de stoel in verschillende posities vastzetten. 1. Afhankelijk van het stoelmodel dient u de draaihendel van de stoel omhoog te trekken of naar voren te duwen om de stoel te ontgrendelen. Zie fuguur 15 of 16. 2. Draai de zitting naar de gewenste positie. 3. Laat de hendel los om de zitting op zijn plaats te vergrendelen. IDENTIFICATIELIJST 1. 2. 3. 4. 5. 6. RUGLEUNING VERSTELLING HENDEL ZITTING SLOT HENDEL VERSTELLING KNOP ZITTING GLIJDENDE HENDEL ACCESSOIREBEUGEL PALLETJE 6 5 Rugleuning verstelling WAARSCHUWING! Bestuur uw Scootmobiel niet met de rugleuning in een liggende positie. 1 3 WAARSCHUWING! Houd uw rug altijd stevig tegen de rugleuning gedrukt terwijl u de hoek van de leuning verstelt. Indien uw scootmobiel voorzien van een rugleuning die naar beneden kan bewegen, kunt u de hoek van de rugleuning instellen met de instelhendel. Zie figuur 16. 1. Met uw rug tegen de rugleuning gedrukt, trek aan de afstel hendel en leun naar voren of naar achteren om de hoek van de rugleuning aan te passen. 2. Laat de rugleuning afstelling hendel los als de zitting eenmaal in een comfortabele rij positie staat. 2 4 Figuur 16. Verstelling van de zitting – Stijl B Voor naar achteren zitting verstelling Indien uw scootmobiel is voorzien van een verstelbare stoel kunt u de stoel naar voren of naar achteren verplaatsen om de afstand tussen de stoel en het bedieninfspaneel ann te passen. 1. Beweeg de zitting glijdende hendel naar buiten. Zie figuur 16. 2. Terwijl u de hendel naar buiten houdt, glijdt de zitting naar voren of naar achteren. 3. Laat de zitting glijdende hendel los als de zitting eenmaal in de verlangde positie staat. Mid-size Scooter Series 107 V. INSTELBAARHEID Armleuning hoek afstelling De armleuning hoek van uw scooter kan omhoog of omlaag worden afgesteld door de afstelling knop te draaien. Zie figuur 16. IDENTIFICATIELIJST 1. 2. 3. 4. STOELHOUDER MOER BOUT VOOR VERSTELLING VAN DE ZITHOOGTE STOELKOLOM LET OP: Draai de armleuningen omhoog om het op en af stappen van uw scootmobiel makkelijker te maken. Accessoirebeugel Met de op de achterzijde gemonteerde accessoirebeugel kunt u uw eigen accessoires, zoals een mandje, een beugel voor een wandelstok of een item, aan de achterkant van uw scootmobiel bevestigen. Gebruik het palletje met de ring om de accessoires stevig aan de accessoirebeugel te bevestigen. Zie figuur 16. Vraag uw erkende handelaar naar de details. Zithoogte instelling Om de stoel op één van de drie hoogtes te zetten. Zie figuur 17. 1. Verwijder de stoel en de achterkap van uw Scootmobiel. Zie VI. “Demontage en Montage.” 2. Verwijder de bout uit de stoelkolom. 3. Stel uw stoelhouder in op de gewenste hoogte. 4. Houd de stoelhouder op die hoogte en zorg er voor dat het gat in de stoelkolom en stoelhouder gelijk zijn. 5. Plaats de bout terug in de stoelkolom. 6. Plaats de moer terug op de verstelbout voor de stoelhoogte en draai hem aan. 7. Plaats de stoel en achterkap terug op zijn plaats. 108 1 3 2 4 Figuur 17. Zithoogte aanpassing Mid-size Scooter Series V. INSTELBAARHEID Zithoogte instelling-comfortabele zetelpen (indien hiermee uitgerust) Om de stoel op één van de twee hoogtes te zetten: 1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel. Omhoog trekken en hou hem daar om de zetel los te maken, draai dan de zetel rond om hem op te heffen. 2. Verwijder de achterkap. 3. Open de zetelpenkoffer, waar u de apparatuur aantreft. 4. Druk de zetelpen naar omlaag, terwijl u tegelijkertijd de schouderbout, wasser, en moer losmaakt en verwijdert. Zie figuur 18. 5. Verwijder de comfortveer. 6. Om de zetel op te heffen naar het hoogste montagegat is het nodig dat u een tussenstuk om de hoogte aan te passen. Om de zetel weer naar het laagste montagegat te doen zakken, moet u dat tussenstuk weer verwijderen. 7. Installeer opnieuw de comfortveer. 8. Houd de stoelhouder op die hoogte en zorg er voor dat het gat in de stoelkolom en stoelhouder gelijk zijn. Gebruik de bovenste openingen voor de hoge positie en de lage openingen voor de lage positie. IDENTIFICATIELIJST 1. BAGAGERUIMTE 2. STOELHOUDER 3. DE VEER gewichtscapaciteit: 0-90.72 kg (0-220 lbs.) 90.72-181.44 kg (220-400 lbs.) 4. HET TUSSENSTUK 5. SCHOUDERBOUT (210 in • lb [24 N • m]) 6. STOELKOLOM 7. WASSER 8. MOER 1 2 3 4 5 8 7 6 LET OP: Als de stang van de stoel in de bovenste positie is gemonteerd, dan dient u twee afstandhouders te gebruiken. Figuur 18. Zithoogte Aanpassing–Comfortabele 9. Druk op de zetelpen om bout en moer opnieuw aan te brengen en vast te maken (210 in • lb [24 N • m]). 10. Plaats de stoel terug op zijn plaats. Aanpassing van de aetelophanging (indien beschikbaar) Je kan de ophanging van de zetel losser of strakker maken, afhankelijk van welke comfortveer je installeert. Om de zetelophanging aan te passen: 1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel. Omhoog trekken en hou hem daar om de zetel los te maken, draai dan de zetel rond om hem op te heffen. 2. Verwijder de achterkap. 3. Open de zetelpenkoffer, waar u de apparatuur aantreft. 4. Druk de zetelpen naar omlaag, terwijl u tegelijkertijd de zeskantige bout en moer losmaakt en verwijdert. 5. Verwijder de veer die er nu opzit. 6. Installeer de gewenste veer. Zie figuur 18. 7. Druk op de zetelpen om bout en moer opnieuw aan te brengen en vast te maken [210 in • lb (24 N • m)]. 8. Plaats de stoel terug op zijn plaats. Mid-size Scooter Series 109 V. INSTELBAARHEID B A Figuur 19. Veiligheidsgordel bouten VEILIGHEIDSGORDEL (OPTIONEEL) Uw Scootmobiel kan uitgerust worden met een verstelbare veiligheidsgordel. Zie figuur 19. De veiligheidsgordel is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de berijder(ster) niet zijwaarts of voorwaarts kan glijden. De veiligheidsgordel is niet ontwikkeld als een middel om een persoon vast te zetten in de stoel. WAARSCHUWING! De veiligheidsgordel van uw stoel is niet bedoeld om gebruikt te worden in een voertuig, en uw scootmobiel is ook niet geschikt om gebruikt te worden als zetel in een voertuig. In een voertuig moet u op de correcte wijze de gordels gebruiken zoals die goedgekeurd zijn door de voertuigfabrikant. WAARSCHUWING! De veiligheidsgordel dient te allen tijde te worden vastgemaakt. Laat de veiligheidsgordel nooit los hangen of over de vloer slepen waardoor de riem verstrikt zou kunnen raken. Het installeren van de veiligheidsgordel (indien nodig): 1. Verwijder de stoel van uw Scootmobiel. 2. Plaats de stoel ondersteboven zodat u de onderzijde vanuw stoel kunt zien. Zie figuur 19. 3. Verwijder de bouten aan de buitenzijde van de zitting-bevestigingsplaat aan de achterzijde van de stoel. 4. Voer de bouten door het daarvoor bestemde gat in deuiteinden van de veiligheidsriem en plaats de bouten vervolgens weer terug in hun gaten in de zitting-bevestigingsplaat. 5. Draai de bouten goed aan. OF Figuur 20. Veiligheidsriem–model met metalen gesp of model met herbruikbaar klittenband 110 Mid-size Scooter Series V. INSTELBAARHEID Veiligheidsriem met metalen gesp Het aanpassen van de veiligheidsriem: 1. Stop het metalen uiteinde van de ene zijde van deveiligheidsriem in de plastic behuizing van de andere zijdevan de veiligheidsriem totdat u een “klik” hoort. Zie figuur 20. 2. Trek het losse uiteinde van de veiligheidsriem aan totdat ustevig zit, maar niet zo vast dat het oncomfortabel wordt. De plaatsingsgordel losmaken: 1. Duw het knopmechanisme op de kunststof behuizing in. Veiligheidsriem met klitten band (lussen en haken) Het aanpassen van de veiligheidsriem: 1. Leg de twee kanten van de riem op elkaar met de kant met de lussen recht boven de ruwe kant (“haak”) van de andere band. Stevig op elkaar drukken om te bevestigen. Zie figuur 20. De plaatsingsgordel losmaken: 1. Pak de kant van de riem met de lussen vast en trek deze omhoog om hem los te maken van de andere kant van de riem. VERPLICHT! Zorg er voor ieder gebruik voor dat de veiligheidsgordel correct is bevestigd aan de elektrische Scootmobiel en dat hij comfortabel is afgesteld voorde gebruiker. VERPLICHT! Inspecteer de veiligheidsriem op losse onderdelen of beschadiging, inclusief scheuren, versleten plekken, verbogen onderdelen, beschadigde gespmechanismen, vuil of restanten, voorafgaand aan ieder gebruik van de scootmobiel. Als u een probleem ontdekt, neem dan contact op met uw bevoegde handelaar voor onderhoud en reparatie. Mid-size Scooter Series 111 VI. DEMONTAGE EN MONTAGE DEMONTAGE U kunt de scooter demonteren in een aantal onderdelen: de zitting, het achterstuk, het voorstuk, het mandje, de accu's, en het accukap. Zie figuur 21. U heeft geen gereedschap nodig om de scootmobiel te monteren of demonteren, maar denk er aan dat de gedemonteerde onderdelen van de scootmobiel meer ruimte in beslag nemen dan de gemonteerde eenheid. Demonteer of monteer uw scootmobiel altijd op een egale, droge ondergrond met voldoende ruimte om te werken en minstens 1,5 meter (5 feet) rond de scootmobiel om te bewegen. Denk er aan dat sommige onderdelen erg zwaar zijn en dat het kan zijn dat u hulp nodig heeft om ze te tillen. WAARSCHUWING! Til geen dingen op die u fysiek niet aankan. Vraagt, indien noodzakelijk, om hulp bij demontage van uw scootmobiel. IDENTIFICATIELIJST 1. 2. 3. 4. 5. 6. STOEL ACTERSTUK VOORSTUK MANDJE ACCUHOUDER ACCUKAP 1 2 3 4 5 6 Figuur 21. Gedemonteerde scootmobiel Demontageprocedures 1. Verwijder de sleutel uit de sleutelschakelaar. Voor model 104, Vergrendel het stuur in de recht vooruit positie door de stuur vergrendelknop in te drukken en 90° met de klok mee te draaien. Zie figuur 22. Het voorwiel dient recht vooruit te wijzen om het stuur te vergrendelen. 2. Verwijder de zitting door deze recht omhoog van de scootmobiel te tillen. Indien u weerstand voelt bij het verwijderen van de zitting, ontgrendelt u de vergrendeling van de zitting en kantelt u de zitting voor en achter over terwijl u deze op tilt. 3. Trek de accukap voorzichtig naar voren, til hem voorzichtig omhoog en haal hem van de scootmobiel af. Zie figuur 10. 4. De riem losmaken die de accu vasthoudt. Zie figuur 11. 5. Ontkoppel de bedrading van beide accu’s door de lipjes in te drukken en vervolgens de bedrading van elke accu recht omhoog te trekken Zie figuur 11. 6. Verwijder de accu’s uit de accuholten. WAARSCHUWING! Indien u niet beide accu harnas, ontkoppelt voordat u het voorstuk en achterstuk van elkaar scheidt kan dit resulteren in permanente schade aan de Scootmobiel. 7. Voor model 104, Ontkoppel de achter-naar-voren harnas. Zie figuur 11. Figuur 22. Vergrendelknop van het bedieninspaneel (uitsluitend Model 104) WAARSCHUWING! Indien u niet beide achter-naar-voren harnas, ontkoppelt voordat u het voorstuk en achterstuk van elkaar scheidt kan dit resulteren in permanente schade aan de Scootmobiel. LET OP: Controleer de functietabel van de Scooter aan de pagina 82 om te bepalen of uw Scooter een frame-ontgrendelhendel of een blokkeerpen heeft, voordat u probeert het frame te demonteren. 112 Mid-size Scooter Series VI. DEMONTAGE EN MONTAGE Hoe het frame uit elkaar te halen 1. Schik het voorwiel (s) in een rechte rijrichting. 2. Nadat de zitting en batterijpak zijn verwijderd (zie demontageprocedures), breng de stuurkolom naar beneden en schroef vast. Zie figuur 14 of 22. LET OP: De zwenkbare stuurstang is uitgerust met een mechanisme dat de voorwielen vast zet wanneer de stuurstang volledig naar beneden is gehaald en vastgeschroefd. 3. Verwijder de blokkeerpen van het frame. (Model 104 only) Zie figuur 23. 4. Pak de frame-ontgrendelhendel vast en til hem omhoog, (OF, til de voet van de zetel voor modellen 104) en draai het achterste gedeelte naar achteren tot de haken van het frame niet langer rusten op de buis van het onderste frame. 5. Scheid langzaam de twee delen. MONTAGE 1. Plaats het voorstuk en achterstuk van uw Scootmobiel zoals afgebeeld in figuur 23. 2. Gebruik de frame ontgrendelhendel (of til de voet van de zetel voor model 104) om het voorstuk op te tillen wanneer u de framehaken van het voorstuk uitlijnt met de onderste framebuis van het achterstuk. Zie figuur 23. 3. Als de framehaken zich eenmaal boven de onderste framebuis bevinden, breng dan het voorste gedeelte naar beneden en draai tegelijkertijd het achterste gedeelte. Hierdoor wordt de framevergredeling automatisch ingeschakeld vooralle modellen, behalve model 104. Voor model 104 moet u evenees de framevergrendelpen terugplaatsen om de montage van het koetswerk te voltooien. 4. Trek het stuur omhoog en draai de verstelknop goed vast. 5. Installeer de accudozen opnieuw in de compartimenten. 6. Sluit beide accudraadbomen aan. Zie figuur 11. 7. Zet de accubevestigingsriem vast. Voor model 104, ook beide kabelbomen die van voor naar achteren lopen opnieuw bevestigen. 8. Plaats de achterbekleding. 9. Installeer de zitting en draai deze totdat hij vergrendelt op de juiste plaats. WAARSCHUWING! Na montage dient u zich er van te overtuigen dat de stuur vergrendelknop op de ontgrendel positie staat voordat u met de scootmobiel gaat rijden. IDENTIFICATIELIJST 1. FRAME HAAK 2. ONDER FRAME BUIS A B 1 2 Figuur 23. Frame-ontgrendelhendel (Stijl A) en frame-ontgrendelpen (Stijl B) Mid-size Scooter Series 113 VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Ieder elektromechanisch deel heeft van tijd tot tijd onderhoud nodig. Hoewel de meeste problemen die kunnen voorkomen meestal kunnen opgelost worden mits enig nadenken en gezond verstand. Veel van deze problemen ontstaan wanneer de batterijen niet goed zijn opgeladen of wanneer de batterijen niet goed meer zijn en geen lading meer kunnen vasthouden. DIAGNOSTISCHE FOUT CODES De diagnostische fout codes voor uw scootmobiel zijn bestemd om u te helpen om makkelijk en vlug de basis problemen op te lossen. Een diagnostische fout code zal biep indien een van de gevallen zich voordoet zoals ze hieronder beschreven staan. Afhankelijk van het model dat u bezit, zal uw Scooter mededelingen doen door middel van een van de volgende methodes: 1. Een biepcode begint met een reeks biepen die mekaar snel opvolgen, direct gevolgd door een reeks tragere biepen die de eigenlijke code weergeven. Deze code wordt slechts eenmaal gebiept. Om de code te herhalen, moet u de sleutel uit het contact halen en er dan opnieuw insteken, OF 2. Een biepcode zal de situatie aangeven, pauzeren en dan de biepcode herhalen. De biepcode blijft u op deze manier waarschuwen, totdat de scootmobiel wordt afgezet. LET OP: Uw scootmobiel zal niet lopen tenzij de flitscode is opgelost en de scootmobiel is afgezet en weer aangezet. FOUT CODE CONDITIE OPLOSSING (1) Accu-voltage is te laag. Laad de accu’s zo vlug mogelijk op. (2) Accu te laag om de scooter te bedienen. Laad de accu’s (3) Het voltage van de accu van de scooter is te hoog, of de lader is nog steeds met het laadcontact verbonden. Ontkoppel de lader en/of draai de sleutel op uit, en draan weer op aan. (4) Stroom limiet time out. Draai de Scootmobiel uit voor een paar minuten Draai de Scootmobiel dan weer aan. (5) Mogelijk staat de vrijloophendel in de vrijloopstand. Verwijder de sleutel, zorg dat de gashendel de middenpositie staat (niet ingedrukt), start uw Scootmobiel opnieuw. (6) Gaspedaal control hendel niet in de midden positie gedurende het opstarten. Zorg ervoor dat de accu's volledig zijn opgeladen. Indien de accu's volledig zijn opgeladen, dan breng de gaspedaal control hendel naar de midden positie, draai de Scootmobiel af, en dan aan. (7) Snelheids potentiometer foutmelding. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp. (8) Foutmelding motor niet gekoppeld. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp. (9) Andere interne fout. Bel uw handelaar voor assistentie/hulp. 114 Mid-size Scooter Series VII. HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Wat te doen als al mijn Scooter systemen lijken te zijn uitgevallen?  Controleer of de scooter “aan” staat.  Controleer of de accu’s volledig zijn opgeladen.  Druk op de resetknop voor de hoofdstroomonderbreking. Zie II. “Uw Scootmobiel.”  Verzeker u ervan dat beide accukabels en het tuig van voor naar achter stevig vastzitten. Zie III. “Accu’s en het laden.”  Controleer of het energie besparend onderdeel niet is geactiveerd. Zie IV. “Gebruik.” Wat als mijn Scootmobiel niet beweegt als ik op de gaspedaal hendel druk?  Wanneer de handbediende vrijloop hendel naar voren wordt gedrukt, worden de remmen ontkoppeld en wordt alle kracht naar de motor afgesneden.  Trek de handbediende vrijloop hendel terug, zet de scooter af, en zet hem dan weer aan om naar de normale werking van de scooter terug te keren. Wat te doen als de automatische zekering er steeds uit springt?  Als de hoofdzekering er herhaaldelijk uitspringt, dient u contact op te nemen met uw erkende handelaar voor service.  Laad de accu’s van de scootmobiel vaker op. Zie III. “Accu’s en het laden.”  Als het probleem blijft bestaan, laat dan de beide accu’s van uw scootmobiel testen door uw bevoegde handelaar.  U mag ook de laad test zelf doen. Accu laadtesters zijn verkrijgbaar bij de meeste winkels waar men auto-onderdelen verkoopt. Volg de directies gegeven met de accu laadtester.  Zie III. “Accu’s en het laden” of “Product Specificaties Blad” voor informatie over het accutype van uw scootmobiel. Wat te doen als de accu-conditiemeter op de scootmobiel steeds wegzakt en de motor stottert of weigert als ik de gashendel indruk?  Laad uw accu’s volledig op. Zie III. “Accu’s en het laden.”  Laat uw bevoegde handelaar de lading van iedere accu testen.  Zie de vorige vraag omtrent het zelf testen van uw accu’s. Als u problemen heeft met uw scootmobiel, die u niet kunt oplossen, neem dan direct contact op met uw bevoegde handelaar voor informatie, onderhoud en service. Mid-size Scooter Series 115 VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD Uw scootmobiel heeft een minimum aan verzorging en onderhoud nodig. Als u denkt niet te kunnen voldoen aan het onderhoud dat hieronder is aangegeven, kunt u dit overleggen met uw bevoegde handelaar. De volgende gebieden hebben een periodieke inspectie nodig of verzorging en/of onderhoud. VEILIGHEIDSCONTROLE VAN MASSIEVE BANDEN Controleer uw banden regelmatig op slijtage of schade. WVERVANGEN VAN DE WIELEN – MASSIEVE BANDEN Uw scootmobiel voorzien is van een massieve band. Indien u een beschadigde of versleten band hebt, moet het volledige wiel worden vervangen. Neem contact op met uw erkende handelaar voor meer informatie over de vervanging van de wielen van uw scootmobiel. WAARSCHUWING! De wielen aan uw scootmobiel mogen alleen door een goedgekeurde handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of vervangen worden. WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de sleutel uit het contact is en dat de scootmobiel niet in vrijloop staat vooraleer u deze procedure tracht uit te voeren. Volg onderstaande instructies op voor het vervagen van zowel lucht als massieve banden: 1. Verwijder de steutel van de sleutel schakelaar. 2. Hef die kant van de scootmobiel op, waar u de band gaat vervangen. Plaats houten blokken onder het koetswerk om de scootmobiel op te heffen. 3. Verwijder de aandrijfwielmoer en - onderlegring van de as. Zie figuur 28. 4. Trek het wiel van de as. 5. Schuif het wiel weer over de as. Verzeker u ervan dat de assleutel in zijn slot zit. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de assleutel goed in de asgleuf is geplaatst wanneer u het wiel installeert. Indien het niet stevig is geïnstalleerd, is het remsysteem niet ingeschakeld en dit kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken en/of tot productschade leiden. IDENTIFICATIELIJST 1. WIELNAAF 2. MOER VAN HET AANDRIJFWIEL 3. ONDERLEGRING VAN HET AANDRIJFWIEL 4. WIEL 5. SPIE 6. SPIEBAAN 4 5 2 6 1 3 6. Breng de moer en sluitring aan op de as en maak die goed vast. WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de moer en de sluitring terug aangebracht worden en goed vastgemaakt worden. Figuur 24. Vervangen van de wielen 7. Plaats de wieldop terug. 8. Verwijder de blokken vanonder de scootmobiel. 116 Mid-size Scooter Series VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD BANDENDRUK-PNEUMATISCHE BANDEN  Indien uw Scootmobiel is uitgerust met luchtbanden, behoud dan altijd de psi/bar/kPa luchtdruk zoals die op elke band is aangegevene. WAARSCHUWING! Het is belangrijk dat de psi/bar/kPa luchtdruk in luchtbanden te allen tijde op het niveau staat zoals aangegeven op elke band. Pomp uw banden niet teveel of te weinig op. Een te lage druk kan controleverlies veroorzaken en een te hoge druk kan de banden doen ontploffen. Indien de correcte psi/bar/kPa luchtdruk niet aangehouden wordt, dan kan dat band en wiel problemen veroorzaken. Controleer uw banden regelmatig op slijtage of schade. VERVANGEN VAN DE WIELEN Indien uw Scootmobiel is voorzien van luchtbanden en u hebt een lekke band, kan u de binnenband laten vervangen. Neem contact op met uw erkende handelaar voor meer informatie over de vervanging van de wielen van uw scootmobiel. WAARSCHUWING! De wielen aan uw scootmobiel mogen alleen door een goedgekeurde handelaar of een bevoegde monteur onderhouden of vervangen worden. WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de sleutel uit het contact is en dat de scootmobiel niet in vrijloop staat vooraleer u deze procedure tracht uit te voeren. WAARSCHUWING! Verwijder bij het verwisselen van een pneumatische band alleen de wielmoeren en verwijder vervolgens het wiel. Als verdere demontage nodig is, dient u de band VOLLEDIG te laten leeglopen, zodat de band niet kan openbarsten. Volg onderstaande instructies op voor het vervagen van zowel luchtbanden: 1. Verwijder de steutel van de sleutel schakelaar en verzeker dat de scootmobiel niet in vrijloop staat. 2. Hef die kant van de scooter op, waar u de band gaat vervangen. Plaats houten blokken onder het koetswerk om de scooter op te heffen. 3. Als u de binnenband wilt vervangen, dient u de band volledig te laten leeglopen, voordat u deze van de naaf afhaalt. 4. Verwijder de aandrijfwielmoer en onderlegring van de as. Zie figuur 24. 5. Verwijder de aandrijfwiel van de as. 6. Verwijder de schroeven en haal de voorste en achterste velg uit elkaar. Zie figuur 25. 7. Verwijder de oude binnenband en vervang deze door een nieuwe. Zie figuur 25. 8. Voeg de velghelften en de band weersamen door de wielmoeren en sluitringen opnieuw te bevestigen. 9. Schuif het wiel terug op de as. Zorg ervoor dat de assleutel zich in het slot bevindt. Zie figuur 24. IDENTIFICATIELIJST 1. MOEREN 2. ONDERLEGRING 3. VOORSTE VELEG 4. TUBE 5. BAND 6. ACHTERSTE VELEG 7. WIELNAAF 7 5 6 4 2 3 1 WAARSCHUWING! Laat de band volledig leeglopen vooraleer te herstellen. Figuur 25. Luchtbanden demontage/montage Mid-size Scooter Series 117 VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de assleutel goed in de asgleuf is geplaatst wanneer u het wiel installeert. Indien het niet stevig is geïnstalleerd, is het remsysteem niet ingeschakeld en dit kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken en/of tot productschade leiden. 10. Herbevestig de moeren aan de wielnaaf en draai ze goed vast. WAARSCHUWING! Wees er zeker van dat de moer en de sluitring terug aangebracht worden en goed vastgemaakt worden. 11. Pomp de pneumatische banden op tot de psi/bar/kPa luchtdruk zoals die aangegeven staat op de band. 12. Verwijder de blokken vanonder de scooter. UITERLIJKE OPPERVLAKKEN Bumpers en andere oppervlakken kunnen ook onderhouden worden met rubber of vinyl conditioner. WAARSCHUWING! Gebruik geen rubber of vinyl conditioner op een vinyl stoel of bandprofiel; deze kunnen hierdoor gevaarlijk glad worden. SCHOONMAKEN EN DESINFECTEREN  Gebruik een vochtige doek en een mild, niet schurend reinigingsmiddel om de plastic en metalen delen van uw scootmobiel schoon te maken. Vermijd het gebruik van producten die krassen op het oppervlak van uw scootmobiel zouden kunnen veroorzaken.  Indien noodzakelijk kunt u het product reinigen met een goedgekeurd desinfectiemiddel. Zorg er voor gebruik voor, dat het middel veilig is voor gebruik op uw scootmobiel. WAARSCHUWING! Volg alle veiligheidsinstructies voor het correcte gebruik van het desinfectiemiddel en/of reinigingsmiddel vooraleer het op uw product te gebruiken. Indien u dat niet doet, riskeert uw huidirritatie of voortijdige schade aan bekleding en afwerking van de scootmobiel. ACCU VERBINDINGEN  Controleer of alle verbindingen goed vastzitten en niet roesten.  De accu’s moeten vlak in de accu schachten zitten.  De accupolen dienen naar weg uit te wijzen de stoelkolom. HARNAS BEDRADING  Controleer regelmatig alle verbindingen.  Controleer regelmatig alle bedrading isolatie, ook die van de acculader, op slijtage en schade.  Laat iedere beschadigde aansluiting, verbinding of isolatie repareren of vervangen door een bevoegde service monteur, voordat u uw scootmobiel gaat gebruiken. VERBODEN! Alhoewel de Scootmobiel aan de vereiste testvoorschriften betreffende het binnendringen van vloeistoffen voldoet, dient u elektrische aansluitingen uit de buurt van vocht te houden, met inbegrip van rechtstreekse blootstelling aan water of lichaamsvloeistoffen en incontinentie. Inspecteer de elektrische onderdelen regelmatig op tekenen van corrosie en vervang ze indien nodig. WAARSCHUWING! Trek niet aan het electrisch tuig zelf om dat van de scooter te verwijderen. Pak altijd de connector vast om tuig los te maken, en dat natuurlijk om schade aan de draden te voorkomen. 118 Mid-size Scooter Series VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD ABS PLASTIEK DEKMANTEL  De kap van de stuurstand, de voorste kap en de achterkap zijn gemaakt met duurzaam plastic en zijn voorzien van een geavanceerde urethaan verf.  Een lichte applicatie autowas zal de kappen helpen hun hoge glans te behouden. DE ASLAGERS EN DE MOTOR/AS MONTAGE U hoeft deze onderdelen niet te oliën, omdat deze allen zijn voorgeolied en afgesloten. MOTORBORSTELS De motorborstels zitten in de behuizing van de motoras. Ze moeten periodiek geïnspecteerd worden door uw bevoegde Vertegenwoordiger. BEDIENINGSPANEEL, LADER EN ACHTER ELECTRONIE  Hou deze gedeelten vrij van vocht.  Laat deze gedeelten grondig drogen als ze blootgesteld zijn geweest aan vocht, voor u uw Scootmobiel weer gebruikt. VERVANGEN VAN ZEKERINGEN Om een zekering te controleren: 1. Verwijder de zekering door deze uit zijn slot te trekken. 2. Onderzoek de zekering om er zeker van te zijn dat hij is gesprongen. Zie figuur 26. 3. Plaats een nieuwe zekering van het juiste type. WAARSCHUWING! De nieuwe zekering moet exact dezelfde sterkte hebben als de oude, anders kan het electrisch systeem beschadigd worden. Werkende zekering Gesprongen zekering (Vervang) Figuur 26. Vervangen van zekeringen VERVANGING VAN EEN NYLON MOER Iedere nylon moer die bij periodieke onderhoudswerkzaamheden, montage of demontage wordt verwijderd van de scootmobiel dient te worden vervangen door een nieuw exemplaar. Nylon moeren kunnen niet worden hergebruikt, omdat er schade kan ontstaan aan de nylon schroefdraad, waardoor er niet meer sprake is van een goede bevestiging. Nylon moeren zijn verkrijgbaar bij uw lokale ijzerwarenhandel of bij uw erkende handelaar. HET OPSLAAN VAN UW SCOOTMOBIEL Als u van plan bent uw scootmobiel een bepaalde periode niet te gebruiken, is het raadzaam het volgende te doen:  Laad de accu’s volledig op voordat u ze gaat opslaan.  Verwijder de accu’s van de Scootmobiel.  Sla uw scootmobiel op in een warme droge omgeving.  Vermijd de opslag van uw scootmobiel in ruimten waar deze wordt blootgesteld aan grote temperatuursverschillen.  Aanbevolen opslagtemperatuur: -40ºC/-40ºF tot 65ºC/149ºF. Mid-size Scooter Series 119 VIII. VERZORGING EN ONDERHOUD WAARSCHUWING! Bescherm uw accu’s altijd tegen vriestemperaturen en laad nooit een bevroren accu op. Een bevroren accu opladen kan die accu beschadigen. Accu’s die regelmatig en diep ontladen worden, die onregelmatig opgeladen worden, die opgeslaan worden onder extreme temperaturen of zonder volledig te zijn opgeladen, kunnen permanent beschadigd worden wat op zijn beurt resulteert in onbetrouwbare prestaties en een beperkte levensduur. Het wordt aangeraden om uw accu’s regelmatig op te laden, ook tijdens een lange periode van inactiviteit, om een betrouwbare prestatie te blijven garanderen. Voor langere opslag is het beter enkele planken onder het frame van uw scootmobiel te plaatsen om deze van de grond te tillen. Dit haalt namelijk het gewicht van de banden en voorkomt het vormen van kale plekken op uw banden. AFVOER VAN UW SCOOTMOBIEL U dient uw scootmobiel volgens de plaatselijk geldende regels af te voeren. Neem contact op met de lokale afvalverwerking of uw erkende handelaar voor informatie omtrent de juiste wijze van afvoer van de verpakkingen van uw elektrische rolstoe, het metalen frame, de plastieken onderdelen, de electronica, accu’s en de neoprene, silicone, en polyurethane materialen. 120 Mid-size Scooter Series
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

Pride Mobility Mid-Size Scooter de handleiding

Categorie
Scooters
Type
de handleiding